GASTDOCENTENBROCHURE Vrijwilligers op IMC Weekendschool: waardevolle bijdragen
Fijn dat u komt helpen bij IMC Weekendschool! U bent een vakexpert en komt één of meerdere zondagen lesgeven of helpen als begeleider. De kans is echter groot dat u niet afkomstig bent uit het onderwijs. In deze brochure vindt u achtergrondinformatie over IMC Weekendschool en tips voor het voorbereiden, geven en begeleiden van lessen. De brochure is als volgt ingedeeld: 1. IMC Weekendschool 2. Een gastles voorbereiden 3. Tijdens de lesdag - Tips voor het voorstellen - Tips voor het presenteren - Tips voor het begeleiden 4. Aanvullende informatie over IMC Weekendschool
Mocht u na het lezen van de brochure nog vragen hebben, dan kunt u daarmee uiteraard altijd terecht bij de jaarcoördinator met wie u het vak verzorgt
1
1. IMC Weekendschool In 1998 ontdekte psycholoog Heleen Terwijn tijdens haar onderzoek naar motivatie dat het droevig was gesteld met de toekomstverwachtingen van basisschoolscholieren in achterstandswijken. Veel kinderen hebben een gebrek aan ‘richtingaanwijzers’ in hun directe omgeving; iemand die kan laten zien hoe hij of zij het gedaan heeft of die laat zien dat een bepaalde richting tot de mogelijkheden hoort. Ook heerst vaak het schrikbeeld dat je alleen iets ‘heel laags’ kan worden als je niet goed bent op school en dat je ook nooit meer verder komt. Waarom zou je dan nog je best doen? Hierop bedacht Heleen Terwijn een effectieve aanpak: vrijwillig aanvullend onderwijs op zondag voor kinderen van tien tot veertien jaar. Drie jaar lang maken de leerlingen kennis met enthousiaste vakexperts uit veel beroepsvelden die ze van huis uit vaak niet kennen. Op die manier kunnen de leerlingen spelenderwijs ontdekken welke vakgebieden ze interessant vinden en waar hun unieke talenten liggen. Inmiddels zijn er negen vestigingen in zeven steden in Nederland. Daarnaast hebben bijna duizend van onze alumni zich verenigd in het netwerk Future for Life (zie ook www.futureforlife.nl). De leerlingen worden bij de weekendschool niet geselecteerd op intellectuele capaciteiten, zij stromen dan ook door naar alle schoolniveaus, van vmbo tot vwo. Voor de weekendschool is alleen belangrijk dat de leerlingen gemotiveerd zijn om mee te doen. Ze zijn nieuwsgierig en geïnteresseerd, energiek, en soms ook flink beweeglijk. Veel leerlingen houden van ‘doen’ en dat is ook precies wat de weekendschool beoogt: leren door ervaren. Daarom wordt er veel aandacht besteed aan leren in praktijksituaties. De weekendschool daagt haar leerlingen uit hun grenzen te verleggen, verder te kijken, meer te durven en te doen.
Tarik, oud-leerling: ‘Bij de weekendschool kan je kijken wat je plan is voor de toekomst. Je leert nieuwe mensen kennen. En beroepen. Ik wil astronaut worden. Tenminste, het lijkt me wel leuk om naar de maan te gaan ofzo ’
Op de weekendschool krijgen de leerlingen les van vakexperts. Nog belangrijker dan de kennis en vaardigheden die zij overdragen is de passie waarmee zij over hun werk kunnen vertellen. Vakexperts demonstreren (impliciet) dat je plezier kunt beleven aan je werk – iets wat de leerlingen niet altijd in hun eigen omgeving meemaken. Hierdoor gaan de leerlingen bewuster nadenken welke richting zij hun eigen leven willen geven. Soms is de uitkomst van een les dat een leerling zegt: ‘Nu weet ik zeker dat ik dit niet wil worden.’ Ook dát is een geslaagde uitkomst van een weekendschoolles. 2
Dromen – Janneke van der Horst Ik ben op IMC Weekendschool AmsterdamZuidoost. Leerlingen uit groep acht uit de Bijlmer ondervragen me over het schrijverschap: “Heeft u een man? Heeft u kinderen? Wilt u kinderen? Wilt u heel misschien kinderen, u ziet wel hoe het loopt of heel erg graag? Wat voor een man zoekt u?” De geestdriftige ondervrager Jonathan is vooral geïnteresseerd in de mens achter de schrijver, blijkt. Maar het meisje Andrea niet. Ze heeft zelf een boek geschreven vertrouwt ze me later toe. Ze denkt aan haar boek als ze mij een vraag stelt. “Bij welke uitgever zit u? Hoe kwam u daar terecht? Kunnen kinderen ook geld verdienen met het schrijven van boeken? Wie zijn uw inspiratiebronnen?” Op de laatste vraag antwoord ik met mijn lievelingskinderboekenschrijvers. Roald Dahl, Thea Beckman en Astrid Lindgren. Ik weet niet of ze nog steeds geliefd zijn onder kinderen en ik vraag voorzichtig of ze deze schrijvers kennen. Vier meisjes links van mij, vier verschillende culturen, knikken braaf en noemen titels. Het zijn totaal andere werelden maar we lazen zo’n zestien jaar geleden dezelfde boeken in Blaricum als deze Bijlmerkinderen nu. Het is een geruststellende gedachte. We spreken een beetje dezelfde taal. De langste van het stel, Jamith, steekt nooit zijn vinger op als hij iets wil zeggen. Misschien komt het door zijn lengte, misschien omdat hij zo zachtjes praat, dat ik steeds als hij iets zegt, de vingers van de rest negeer. “Kun je uw boek in de winkel kopen?” vraagt hij. Ik antwoord bevestigend. Hij glimlacht even, heel kort en antwoordt dan nog zachter: “Dromen kunnen dus uitkomen.” Jamith weet niets van mijn dromen en ik weet niets van zijn dromen maar ik begrijp nu dat deze school de kinderen hoop geeft. Deze
kinderen, afkomstig van de armste, zwarte scholen, komen hier in aanraking met uitgekomen dromen. Op alle niveaus. Ze ontmoeten advocaten maar ook doventolken, liedjesschrijvers, artsen, cameramannen, topsporters, verplegers, dierenverzorgers uit Artis. Mensen die hun vak met plezier beoefenen. Ze leren dat er meer is tussen schoonmaker en arts. De kinderen krijgen de opdracht zelf een verhaal te schrijven. Het resultaat is soms verrassend, maar vaker nog ontroerend. Een geboren journalist schrijft een verhaal over Russen die Amerika aanvallen: ‘Binnen de VN wordt besloten dat Rusland alle schade aan Amerika moet compenseren.’ Er gaan veel mensen dood in de verhalen, er zijn drugs, tumoren, auto-ongelukken, coma’s, maar ook verliefdheden, een droom over een sinaasappel en een eerste dag op de middelbare school. Soms zijn de doden echt dood. Een bedeesd meisje laat mij haar verhaal over een eerste verliefdheid lezen. ‘Dingen die niet bijzonder lijken, kunnen heel bijzonder zijn.’ Ik zeg haar dat ik het een prachtige zin vind en dat het voor mij de essentie van schrijven is. Schrijven over dingen die niet bijzonder lijken. Ze is zo verlegen dat het lijkt of haar glimlach naar binnen trekt. Ik vraag of ze schrijfster wil worden. “Nee, dokter. Chirurg. Of misschien actrice.” Ze durft haar eigen verhaal niet voor te lezen in de klas. Cherrelle durft dat wel. Ze neemt het uiterst serieus. “Titel: moet ik nog bedenken. Schrijver: Cherrelle. Uitgeverij: nog niet bekend.” Niemand moet hierom lachen. Column van Janneke van der Horst – Het Parool, PS van de week 13 december 2008
3
2. Een gastles voorbereiden Samen met de jaarcoördinator bent u verantwoordelijk voor de lesinhoud van uw lesdag: u hebt een belangrijk aandeel in de voorbereidingen en u zorgt voor de daadwerkelijke uitvoering van de lessen. Om u goed voor te bereiden op uw gastdocentschap, hebben we voor u een aantal praktische tips op een rijtje gezet, die u helpen bij het samenstellen en uitvoeren van uw lessen. a. Bepaal de doelstellingen Bedenk voordat u uw les gaat inrichten welke boodschap u wilt overbrengen. Wat maakt uw vakgebied interessant? Wat zou iedereen over uw vakgebied moeten weten? Een brandweerman wil de leerlingen waarschijnlijk leren hoe te handelen bij een brand. Zo is het nuttig bij elke les vooraf een centrale boodschap te bedenken die iedere Nederlander eigenlijk over dit onderwerp zou moeten kennen. b. Vertrek vanuit de leefwereld Succesvolle gastdocenten hebben oog voor de belevingswereld en interesses van de jongeren. Het is daarom raadzaam om vooraf te inventariseren wat uw vertrekpunt is. Wat weten de kinderen al over uw vak? Welke vooroordelen zouden ze kunnen hebben? Wat zouden ze graag willen weten? Fatma, oud-leerling: ‘IMC Weekendschool heeft mij echt op ideeën gebracht. Advocaten moeten bijvoorbeeld heel veel boeken lezen. Bij reclame wordt veel op de computer gedaan. Ik ben wel veranderd. Ik heb nu meer zin in school omdat ik weet wat ik wil worden.’
Daarnaast maken de lessen vaak onderdeel uit van een vak dat meerdere zondagen beslaat. Interviewen is bijvoorbeeld een les binnen het vak Journalistiek. Het is daarom belangrijk dat u vooraf een overzicht hebt van de overige lessen die binnen het vak worden gegeven.
c. Neem een goede aandachtstrekker mee Een beeld zegt meer dan woorden en blijft ook langer hangen. Een sprekend voorbeeld uit de praktijk of een metafoor voor uw vakgebied maakt direct veel duidelijk en biedt een goede kapstok om uw lesstof aan op te hangen. Een astronoom kan bijvoorbeeld een maansteen meenemen, een anatoom een geplastineerd orgaan en een bankier kan in pak komen lesgeven. Als vuistregel geldt: hoe echter, hoe beter.
4
d. Geef een pakkende demonstratie U legt uit wat uw vakgebied inhoudt. Probeer uw uitleg niet kinderachtig te maken, maar wel door kinderen te begrijpen. Wat is wiskunde nu precies? Hoe kijkt een stedenbouwkundige naar een stad? Als theorie een noodzakelijk onderdeel is van uw les, adviseren wij u om deze ’s morgens te behandelen; aan het begin van de dag is de concentratie van de leerlingen beter dan na de lunch. Een demonstratie waarbij u de kinderen betrekt is een prima manier om kennis en vaardigheden over te dragen. Denk daarbij aan een film, een PowerPoint met foto’s of het naspelen van een praktijksituatie. e. Extrapoleer naar de samenleving Op de weekendschool worden expliciet en impliciet allerlei humanistische en maatschappelijke waarden overgedragen. Een rechter kan de vraag stellen waarom een samenleving mensen die de wet overtreden eigenlijk moet straffen. Het is de kunst ervoor te zorgen dat zo’n gesprekje niet belerend wordt, maar inspirerend. De sleutel bij uitstek om dit te bereiken is een eerlijk verhaal over wat u bezighoudt, met sprekende voorbeelden. f.
Al doende leren Voor de leeftijdsgroep van de leerlingen is het droog voordragen van theorie niet de beste lesmethode. Waar mogelijk gaan de leerlingen tijdens een van de lessen daarom mee naar de werkplek of wordt het klaslokaal omgebouwd tot een werkplek waar de leerlingen in groepjes aan de slag gaan met échte opdrachten en échte instrumenten en materialen.
Jaqueline, oud-leerling: ‘Hier kan ik leren op een leuke manier. Bij geneeskunde werken we met een lever en met kalfshersenen. Je mag dingen zien, aanraken, uitproberen. Dat doe je op een gewone school niet.’
Debatteren bijvoorbeeld, of interviewen, leren kinderen van deze leeftijd door eerst voorbeelden te zien en die vervolgens zelf na te doen, onder begeleiding van professionals die vakkundige aanwijzingen geven. Het verdient aanbeveling om als gastdocent vooraf te bedenken – en in de klas uit te leggen – waar leerlingen zich bij een opdracht individueel op moeten concentreren en hoe groepjes van elkaar kunnen leren en tot een gezamenlijk eindproduct kunnen komen. Het meest effectief blijken afwisselende lessen, met een rijke variatie aan werkvormen en een juiste verhouding tussen theorie en praktijk. 5
g. Bedenk een spectaculair eindproduct Bij de meeste vakken werken de leerlingen in hun opdrachten toe naar een tastbaar eindproduct. Een tentoonstelling van de kunstwerken, een artikel in een tijdschrift, een maquette, een raketlancering, koken voor ouders of een rechtszaak naspelen in de rechtbank. Op die manier eindigt elk vak met een succeservaring. h. Hoe wordt je later…? Informatie over de verschillende beroepen in het veld, over scholingsroutes en mogelijkheden voor jongeren om de aangewakkerde belangstelling levend te houden.
Kais, oud-leerling: ‘Op zondag ging ik uitslapen, tv kijken, playstation – dat was alles. Daarom wilde ik wel naar de weekendschool. Met het vak Rechten gingen we naar een echte rechtszaal. Iemand had zogenaamd een school in brand gestoken en toen hebben we de rechtszaak nagespeeld. Zulke uitstapjes maakt de weekendschool anders dan een gewone school. Je moet de moed niet opgeven als je iets wil. Dat kwam door de verhalen van de gastdocenten. Zij wilden ook iets worden en zij hebben toen doorgezet. Het allerliefst zou ik automonteur worden, ik vind het leuk om aan auto’s te sleutelen. Mijn favoriete merk is Volkswagen.’
U zult merken dat een les nooit helemaal uitpakt zoals u die had voorbereid. De leerlingen blijken bijvoorbeeld zó enthousiast over een lesonderdeel dat ze niet willen stoppen en soms duurt een proefje of opdracht langer dan verwacht. Het kan ook gebeuren dat u al ruim voor tijd door uw lesstof heen bent. Meestal geldt dat de tijd sneller verloopt dan u vooraf verwachtte. De jaarcoördinatoren kunnen u helpen met het inschatten van de benodigde tijd en helpen u gedurende de dag de tijd te bewaken.
6
3. Tijdens de lesdag U bent uitgenodigd omdat u een enthousiaste vakexpert of begeleider bent. Wij verwachten van u geen onderwijservaring of ervaring met de doelgroep. Om u te helpen bij het lesgeven en begeleiden van de leerlingen, volgen hier een aantal praktische tips, die zichzelf in de praktijk hebben bewezen. Het belangrijkste advies is: een goede prestatie, vraag of gedrag verdient een compliment. Dit geldt zowel individueel (bijvoorbeeld een leerling die een goede vraag stelt) als op klassenniveau (bijvoorbeeld een klas die aandachtig luistert). Onderschat daarbij niet de waarde die leerlingen aan uw complimenten hechten. De ervaring leert dat complimenten van gastdocenten en begeleiders veel indruk maken, zeker als die aanleg voor een bepaald vakgebied betreffen. Bij oud-leerlingen blijkt soms dat de ontmoeting met een gastdocent aan de wieg heeft gestaan van latere studie- en beroepskeuzes. Tips voor het voorstellen U maakt direct een goede start als u de les begint met uzelf voor te stellen en door iets te vertellen over uw eigen dagelijkse praktijk en achtergrond. De leerlingen zijn nieuwsgierig en een ‘klik’ tussen hen en gastdocenten wordt door enthousiaste verhalen over de ‘echte wereld’ gemakkelijk gemaakt. Houd er rekening mee dat leerlingen vaak ook oprecht geïnteresseerd zijn in u als persoon, niet alleen als vakexpert. Zo stellen ze vaak vragen als; ‘Bent u getrouwd?’, ‘Hebt u kinderen?’ of ‘Hoeveel verdient u?’. Virgil, oud-leerling: a. Wie bent u? ‘Kijk, normaal heb je U stelt zich voor aan de leerlingen en vertelt iets over uw familie die misschien beroepskeuze. Wat wilde u vroeger worden en waarom? iets kan vertellen over zijn Wat vonden uw ouders daarvan? Waar was u vroeger goed beroep, autoin? Wanneer wist u dat u journalist wilde worden? monteur ofzo. Op de weekendschool is b. Wat doet u eigenlijk? het net alsof je héél veel U vertelt over uw beroep. Hoe ziet een werkdag eruit als je van die familie hebt, met verloskundige bent? Wat vindt u het leukste aan uw beroep? héél veel spannende Wat is er moeilijk aan architect zijn? Wat is het raarste dat u beroepen’. ooit heeft meegemaakt als politieagent? 7
Tips voor het geven van een presentatie •
Door de leerlingen tijdens een presentatie de ruimte te bieden om vragen te stellen, is er direct sprake van een effectieve wisselwerking. Vragen die later in uw verhaal aan bod komen, kunt u in de wacht zetten. Dus; ‘Doe de vingers maar naar beneden, ik maak eerst mijn verhaal af en kom dan terug bij je vraag.’ Vergeet dan niet om op de vraag terug te komen.
Bij het uitleggen van een opdracht is het belangrijk om eerst uw uitleg helemaal af te maken, voor u de leerlingen vragen laat stellen. •
Stel de leerlingen vragen. Hebben ze zelf iets meegemaakt wat met uw vak te maken heeft? Wat weten ze al? Hun antwoorden geven u inzicht in de belevingswereld en interesses van de kinderen, zodat u uw verhaal daarop kunt aanpassen met voorbeelden, metaforen of anekdotes.
•
Gebruik de vinger-opsteek-regel: wie zijn vinger opsteekt krijgt het woord en mag wat zeggen. Probeer deze regel consequent te hanteren, ook al zijn de leerlingen in hun enthousiasme snel geneigd antwoorden te roepen.
•
Houdt oogcontact met de leerlingen.
•
Noem leerlingen steeds bij de naam als u hen aanspreekt. Ze dragen een naambadge.
•
Wees geduldig met verlegen kinderen als u hen een vraag stelt, ze hebben soms gewoon iets meer tijd nodig om op een antwoord te komen. U kunt ze ook een beetje op weg helpen door de vraag nèt iets anders te verwoorden of een hint te geven. 8
Tips voor het begeleiden •
Stel uzelf (nogmaals) voor bij de leerlingen die u gaat begeleiden. Vertel hoe u iets zelf (vroeger) vond; leerlingen zijn daar vaak heel nieuwsgierig naar!
•
Verdeel taken onder de leerlingen, jij schrijft, jij leest voor, jij vertelt het aan de klas, etc. Probeer op die manier alle leerlingen ergens verantwoordelijk voor te maken. Geef een druk, dominant, aanwezig kind één duidelijke taak.
•
Noem leerlingen steeds bij de naam als u hen aanspreekt. Ze dragen een naambadge.
•
Leerlingen die vragen blijven stellen terwijl de meeste andere leerlingen het al hebben begrepen, kunt u koppelen aan een leerling die goed (en geduldig) kan uitleggen, zodat de rest van het groepje kan doorwerken.
•
Stille leerlingen vragen net zo goed om aandacht en hulp. Probeer niet alleen aandacht te schenken aan extraverte aandachtvragers.
•
Moedig de leerlingen aan om alle opdrachten mee te doen. Kinderen veinzen soms ongeïnteresseerdheid als zij iets niet durven of denken dat ze iets niet kunnen. Vertrouwen en aanmoediging zijn daarom voor alle leerlingen belangrijk (niet alleen voor diegenen die al goed meedoen).
•
Zet leerlingen die niet willen of kunnen samenwerken uit elkaar of ga er zelf tussenin zitten.
•
Verwijs geregeld naar de regels door gewenst gedrag te benoemen: complimenteer uw leerlingen steeds wanneer zij zich goed gedragen of iets moois hebben gemaakt.
•
Spreek leerlingen ook aan op ongewenst gedrag zodra je het ziet. Ga daarbij niet in discussie: u hebt de leiding in uw groepje, dus als u zegt ‘stop’ dan wordt er gestopt. Mocht een leerling of een groepje leerlingen ongewenst gedrag blijven vertonen en niet luisteren naar uw correcties, aarzel dan niet dit te melden bij de jaarcoördinator.
•
De weekendschool hecht er veel waarde aan dat de leerlingen nooit schelden of pesten. Meld dit in voorkomend geval altijd direct bij de jaarcoördinator.
•
Complimenteer leerlingen die goed (samen)werken of een opdracht goed uitvoeren.
9
4. Aanvullende informatie & financiële partners Op onze website www.imcweekendschool.nl kunt u informatie vinden over de verschillende vestigingen, Future for Life en de onderzoeksgroep. Voor specifieke informatie over uw lessen of het weekendschoolvak waar u aan meewerkt, kunt u terecht bij de betrokken jaarcoördinator. Financiële partners Zonder betrokken financiers geen weekendschool. IMC Weekendschool kan bestaan dankzij de financiële en materiële steun van vele bedrijven, fondsen en particulieren. Gelukkig zien steeds meer organisaties de maatschappelijke noodzaak in van toekomstverbredend onderwijs. Als er binnen uw organisatie interesse bestaat om de (bedrijfs)naam te verbinden aan de doelstellingen van IMC Weekendschool, neemt u dan contact op met Marion Sprengers:
[email protected]. Zij legt u graag uit wat de samenwerkingsmogelijkheden zijn. Zou u een eenmalige financiële bijdrage willen leveren? Dat kan eenvoudig via de ‘doneerknop’ op onze website. Hoofdfinanciers
Albron • AMC • Annexum • Anton Jurgens Fonds • De Baak • Berenschot • Boekel de Nerée • Canisius College Nijmegen • Cardano • Deloitte • Docadvies • Egon Zehnder International • Elion • Elize Mathilde Fonds • Erasmus MC • Eureko Achmea Foundation • FD Mediagroep • Gemeente Den Haag • Gemeente Utrecht • Janivo Stichting • Kamer van Koophandel Midden-Nederland • Keesing Media Group • kfHein, fonds • K+V • Lexence • Linklaters • Microsoft • Mitros Wonen Utrecht •Nederlandse Aardolie Maatschappij • Nauta Dutilh • Nijestee • Nul25 • Oracle • Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn • Portaal • PriceWaterhouseCoopers • Pro Juventute Steunstichting • ProDelta Holding • Psyq • ROC Asa • Romae • Rotary • Sdu Uitgevers • Sint Laurensfonds • Stadsdeel Amsterdam Noord • Stadsdeel Amsterdam West • Standvast Wonen • Stibbe • Stichting Bevordering van Volkskracht • Stichting Boschuysen • Stichting Het Evert Zoudenbalch Huis • Stichting F.S. Tijmstra • Stichting Hulp na Onderzoek • Stichting Kinderzorg Rotterdam • Stichting Levi Lassen • Stichting Madurodam Steunfonds • Stichting van Panhuijs • Stichting R.C. Maagdenhuis • Stichting Schiefbaan Hovius • Stichting het voormalig Roomsch Armen-Weeshuis • Stichting Zonnige Jeugd • Talis • Trajectum College • UMCG • Universiteit van Tilburg • Van Leeuwen Coaching • VolkerWessels • Vopak • WonenBreburg • Ymere Alle andere financiers die bij IMC Weekendschool zijn betrokken vindt u op www.imcweekendschool.nl © Stichting IMC Weekendschool/HT - maart 2011, uit deze uitgave mag worden geciteerd, mits met vermelding van bron: IMC Weekendschool Gastdocentenbrochure 2011
10