Even uw aandacht. Veel leesplezier!

Even uw aandacht… Deze ‘smaakmaker’ laat u toe kennis te maken met dit werk. Dit tekstfragment mag niet gebruikt worden voor opvoering. Het mag niet worden gedownload, afgedrukt of verder verspreid. Indien deze smaakmaker u bevalt, raden we u aan het volledige toneelstuk te ontlenen en te lezen voor u tot de aankoop van boekjes voor opvoering beslist. Veel leesplezier!

Toneelfonds J. Janssens – Te Boelaerlei 107 – 2140 Bght Antwerpen Tel 03 366 44 00 . Fax 03 366 45 01 . [email protected]

KOEN EN FRANKY IN WONDERLAND

Een boeiend en amusant toneelspel voor kinderen

door

Louis Contryn

Toneelfonds J. Janssens – Antwerpen 2012 Nr.3139


OPVOERINGSRECHT Het opvoeringsrecht wordt verkregen na aankoop van tenminste ELF tekstboekjes bij de uitgever en na betaling van de verschuldigde opvoeringsrsrechten aan: S.A.B.A.M. Aarlenstraat 75-77 1040 Brussel www.sabam.be Na aankoop van het verplicht aantal boekjes krijgt men van de uitgever een aanvraagformulier dat, degelijk ingevuld, minstens vier weken de opvoering(en) naar S.A.B.A.M. moet worden gestuurd. Men is volgens de Auteurswet strafbaar als men gebruik maakt van gekregen, gehuurde, geleende of gekopieerde boekjes. Wanneer men niet voldoet aan de hier opgesomde voorwaarden, worden de geldende opvoeringsrechten met 100% verhoogd. Voor Nederland wende men zich tot: Stichting Bredero Auteursrechtenbureau Valeriaanstraat 13 1562 RP Krommenie www.stichtingbredero.nl

BELANGRIJKE OPMERKING ! Alle rechten voorbehouden. Iedereen die toestemming verkreeg het stuk KOEN EN FRANKY IN WONDERLAND op te voeren moet de naam van auteur LOUIS CONTRYN vermelden in alle publicaties die n.a.v. de voorstellingen verschijnen. De auteursnaam moet onmiddellijk onder de titel vermeld worden, in een lettertype minstens half zo groot als dat van de titel, maar minstens twee keer zo groot als dat waarin de naam van de vertaler, regisseur en spelers wordt vermeld.

Wettelijk depot D/2012/220/043 ISBN 978-90-385-12129 © 2012 Toneelfonds J. Janssens/Louis Contryn www.toneelfonds.be Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, internet of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.


1

PERSONAGES (11 spelers + figuratie) KOEN : FRANKY : BOSS : AMEDEE : AARDMANNETJE : LUILEKKERLAKKER 1 : LUILEKKERLAKKER 2 : LUILEKKERLAKKER 3 : OMGEKEERDE MAN : KABOUTERKONING : KABOUTERDOKTER : Figuratie: een ezeltje, muizen, draken, kabouters, enz…

DECOR Scène 1 : In het bos Scène 2 : In Luilekkerland Scène 3 : De omgekeerde wereld Scène 4 : Drakenstad Pauze Scène 5 : Drakenstad Scène 6 : In kabouterland

KORTE INHOUD Koen en Franky spelen in het bos. Heerlijk! Maar er gebeurt een ramp. Franky eet van blauwe bessen en die zijn vergiftigd. Hij kan niet meer spreken, alleen brabbelen zo van bla, bla, bla en boe, boe, boe. Gelukkig heeft een aardmannetje dat in de gaten en die geeft goede raad: de wortels van de kabouterdokter kunnen de betovering verbreken. Maar dan moeten onze vrienden door het Wonderland tot het land van de kabouters. Een hele tocht. Toevallig hebben de rovers Boss en Amedee dat afgeluisterd en zij willen ook naar Wonderland om daar de schatten te stelen. Koen en Franky reizen achtereenvolgens door het wonderlijke luilekkerland, de vreemde omgekeerde wereld en de avontuurlijke drakenstad. Eindelijk bereiken ze het kabouterland waar de kabouterdokter Franky, na veel mislukte pogingen, van zijn kwaal kan genezen. De rovers hebben minder geluk. Die eten van de blauwe bessen. Het gevolg laat zich raden.


2

Dit toneelstukje is speciaal geschreven om opgevoerd te worden door leerlingen van de lagere school en/of de eerste en tweede middelbare. De tekst ligt in hun woordenschat en bevat afwisselend boeiende en amusante scènes. Elf leerlingen hebben een sprekende rol. Een prettige taak is voorbehouden voor de figuranten die de komische figuren van muizen, draken en kabouters uitbeelden. De liedjes kunnen ook door een koortje, opzij van het toneel, gezongen worden. Een opvoering voor de ouders/grootouders zal ongetwijfeld veel bijval oogsten.


3

EERSTE DEEL Eerste scène : IN HET BOS

KOEN + FRANKY : (lopen vrolijk spelend door het bos. Ze springen haasje-over. Ze zingen) Zo blij als een vogel, zo blij als een bloem. Zo blij als een bijtje, van zoeme, zoem, zoem. Zo blij als een liedje, zo blij als een lach. Zo blij als de morgen, een stralende dag!

Ja, laat ons genieten van ‘t prachtige weertje, Wij wippen en springen, ja hop, als een veertje, Door struiken en planten, de bomen voorbij. Ja, kom met ons mee, ja, kom er maar bij!

En kijk naar de bloemen, bewonder hun kleuren Hier mag je niet klagen, hier mag je niet zeuren. 't Is alles zo zonnig, zo zalig en blij. Ja, kom met ons mee, ja, kom er maar bij!

Zo blij als de wolken daar hoog in de lucht, Zo blij als de bomen in bloei of met vrucht. Zo blij als klein duimpje, zo blij als een kind. Zo blij als een pluimpje dat zwiert in de wind.

Zo blij, zo blij, zo blij, Ei! ei! Zijn wij!

FRANKY : Het is een prachtig bos. Wat is het heerlijk om hier rustig te zitten. (Hij gaat op de grond zitten en springt plots recht.) Oeaaaa! KOEN : Wat is er Franky?


4

FRANKY : (springt rond) Oeoeoe...! Koen (kijkt op de grond) Mieren! Je gaat in een mierennest zitten. FRANKY : Zo mooi vind ik dat bos ook niet. KOEN : Je moet toch niet op een mierennest gaan zitten, Franky! FRANKY : Dat is waar, Koen. Kom laten we een beetje crossen. KOEN : Afgesproken. Eén, twee, drie, start!

(Ze lopen rond.)

FRANKY : (stoot met zijn hoofd tegen een tak, hij springt rond met de handen aan zijn hoofd en huilt) Aaaa...! KOEN : Maar kijk toch uit je ogen, Franky. FRANKY : Ik vind het hier een afschuwelijk bos. Oeoeoe... KOEN : Het was je eigen schuld, Franky. FRANKY : Je hebt gelijk, Koen. Ik was veel te wild. Laten we maar hier blijven. Het weer is zo prachtig.

(Het dondert en begint te regenen.) FRANKY : Het dondert en regenen doet het ook. We worden helemaal nat. (loopt rond.) Brrrr... Waar moeten we naartoe, Koen? KOEN : Hier is een holle boom.

(Ze kruipen beiden in de holle boom. Na een tijdje verschijnen de rovers Boss en Amedee)

BOSS + AMEDEE : (marcheren zingend op) Boss en Amedee Rovers alle twee. Stelen, pikken, pakken Alles gaat in onz’… AMEDEE : (onderbreekt de zang) Boss, ik word nat. Brrr... BOSS : We moeten een schuilplaats zoeken, Amedee !


5

AMEDEE : Ik weet het: ik kruip onder jouw jas en jij onder de mijne. BOSS : Houd ermee op, Amedee. Daar is een holle boom. Kom vooruit.

(Ze kruipen beiden in de holle boom. Er volgt veel geroep en geschreeuw. Af en toe vliegt een van de vier buiten. Eindelijk liggen Boss en Amedee op de grond.)

AMEDEE : Oeioeioei... BOSS : Komaan, Amedee, deze schuilplaats deugt niet. We gaan verder.

(Ze stappen weg. Het onweer houdt op.)

KOEN : (komt uit de boom) Franky, het regent niet meer. FRANKY : Hoera! Maar nu is heel het bos nat. KOEN : We zullen paddenstoelen zoeken, die groeien na een regenvlaag. Kom! (gaat verder.) FRANKY : Ja, Koen. (hij komt bij de struik met blauwe bessen.) Hé, lekkere bessen. Even proeven. Hm... zo zoet als suiker en zo sappig als... hm... bi.. bi... bi... KOEN : (komt terug) Franky, kom je? FRANKY : (antwoordt) Baoe... baoe... KOEN : Wat zeg je, Franky? FRANKY : (kwaad) Hio boea bama... ham. KOEN : Ha, je wilt een grapje maken. FRANKY : (roept ernstig) Bama boja kratschi... (stampt op de grond van woede.) KOEN : Kom, Franky, genoeg gelachen. We gaan paddenstoelen zoeken. FRANKY : (woedend) Kratschi boe a bama... schampampam! (wijst naar de blauwe bessen.) KOEN : Ik begrijp er niets van. Wat is er gebeurd? Heb jij van die blauwe bessen gegeten? FRANKY : (knikt ja) Schrambaboe krasch! KOEN : Franky, Franky toch! Wat heb je nu weer uitgehaald? Dat waren zeker vergiftigde bessen.


6

AARDMANNETJE : (springt tevoorschijn): Pssst...psssst... KOEN : Hé, een aardmannetje! AARDMANNETJE : Koen, Franky heeft van de betoverde bessen gegeten. Oeioeioei... KOEN : Wat moeten we nu doen, aardmannetje? AARDMANNETJE : Alleen de toverwortels kunnen hem helpen. KOEN : Waar kunnen we die vinden? AARDMANNETJE : In Wonderland, Koen. Bij mijn broertjes, de kabouters. KOEN : Hoe geraken we daar? AARDMANNETJE : Dat is ver van hier. Recht door! Recht door! (wijst met beide handen) Verder en verder. En dan geraak je er wel. KOEN : Ik dank je, aardmannetje. AARDMANNETJE : En als je in Wonderland bent, doe dan de groeten van mij aan de kabouterkoning. Jajaja... Ik heet Flippentippertje. KOEN : Dat doe ik zeker, aardmannetje Moppentappertje... eh... AARDMANNETJE : Flippentippertje! KOEN : Flippentappertje... AARDMANNETJE : Nee, Flippentippertje! Niet vergeten hoor Koen. Nu ben ik weg. Dadadag! De mensen mogen mij niet zien. Goede reis Koen. Vlug genezen Franky. Floep! (En hop, het aardmannetje is verdwenen.) KOEN : Goedendag, Flapperde... Hoe was het ook weer? Ha ja. Flippentippertje. En wij gaan naar Wonderland. Kom aan, Franky. Houd er de moed in. We zullen die toverwortels vinden en dan ben je genezen.

(ondertussen reageert Franky met gebrom dat aantoont dat hij het gesprek volgt. Boss is heimelijk teruggekomen en heeft een deel van het gesprek gevolgd. Als Koen en Franky weg zijn komen Boss en Amedee terug.)

BOSS : Amedee, ga kijken of ze weg zijn. AMEDEE : Ja baas. (Hij loopt tegen een boomtak.) Aaaai... BOSS : Wel, zie je ze nog? AMEDEE : Ik zie allemaal sterretjes, boss! Oeoeoe... BOSS : Amedee, Koen en Franky zijn naar Wonderland. Wij moeten er ook naar toe.


7

AMEDEE : Ha nee, hé baas. Niet naar Wonderland. Het zit daar vol heksen en tovenaars en draken. BOSS : In Wonderland ligt het vol goud en edelstenen. En die moeten we hebben. AMEDEE : Maar we weten de weg niet. BOSS : Geeft niet, Amedee. Wij volgen Koen en Franky. AMEDEE : Te voet baas? Ik ben nu al moe. BOSS : (beveelt) Vooruit, op stap! (stapt weg.) AMEDEE (met tegenzin): Ja baas. (Hij komt bij de struik met blauwe bessen.): Hmmm.. lekkere bessen. Eerst lekker smullen, boss. BOSS : (komt terug) Nee, eerst Koen en Franky volgen! AMEDEE : Maar het zijn zulke lekkere bessen, boss. BOSS : Niets van. Wij gaan naar Wonderland. AMEDEE : (tegen zijn zin) Ja boss.

(Ze gaan beiden weg maar Amedee komt terug.)

Héhéhé. Ik zal mijn rugzak vullen met die lekkere bessen. Ik eet ze onderweg op. Boss moet het niet weten. (Hij plukt de bessen.) Zo! En zo! BOSS : (komt woedend op en roept) Amedee, waar blijf je!? AMEDEE : Ik kom baas. Ik kom. (Hij volgt met de gevulde zak.)

Tweede scène : IN LUILEKKERLAND

(Decor: Een waterval van rode wijn, een berg van marsepein, chocolade en nougatblokken, een vat rijstpap, een boom met trossen rijpe druiven, lekkere hoentjes, gebraden kippen, enz.)

LUILEKKERLAKKEN : (stappen langzaam op en zingen traag) De lekkere luie luilekkerlakken Eten zwijntjes en fazant, Gestoofd, gebraden en gebakken, In 't lekkere luie luilekkerland.


Even uw aandacht. Veel leesplezier!

Recommend Documents