ESF-project *Techniek-Ambassadeurs* Verslaggeving study-visit UK 02 & 03 juni 2014 Bijlagen bij dit verslag -
Overzichtsdocument Buitenlandse projecten
Intro Doorheen de contacten met European Schoolnet (via Alexa Joyce) werden volgende projecten aangehaald als mogelijk interessant om nader te bekijken: -
STEMNet (Science, Technology, Engineering and Mathematics Network) myscience http://www.stemnet.org.uk/; Educational Centre – technical site; East skills UK (ICT) – opgestart door bedrijven en overheid; Intellect: nationale organisatie – ICT bedrijven; Employers and educators taskforce zeer positief geëvalueerd door European Schoolnet; Ablaze bleek zich na een eerste contact minder/niet te focussen op technisch onderwijs.
Uiteindelijk zijn de organisaties ‘STEMnet’ en ‘Employers and educators taskforce’ weerhouden voor een bezoek ter plaatse. In dit verslag wordt er enerzijds verder ingegaan op onderwijs en beleid in het Verenigd Koninkrijk en anderzijds op de projecten die door de geselecteerde organisaties geïmplementeerd zijn. Het onderzoekskader en bijhorende vragenlijst worden gebruikt als basis voor het gesprek met de verschillende projectmedewerkers. De bruikbare bevindingen, ervaringen en knowhow voor ons project worden hieronder gestructureerd.
I NHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL...................................................................................................................... 2 KADER ................................................................................................................................ 3 1.
Relevante info ivm het onderwijs ................................................................................... 3
2.
Beleidskader.................................................................................................................. 4
OVERZICHT STUDIEBEZOEKEN .................................................................................................... 5 PROJECTEN .......................................................................................................................... 6 1. 1.1.
Education and Employers Task Force .............................................................................. 6 Omschrijving ............................................................................................................................ 6 1.1.1. Onderzoek ........................................................................................................... 7 1.1.2. Project ‘Inspiring the future’ – www.inspiringthefuture.org .............................. 9 1.1.3. Ondersteuning................................................................................................... 13
1.2.
Aandachtspunten / te onthouden / … (?) ............................................................................. 13 1.2.1. Algemeen .......................................................................................................... 13 1.2.2. In functie van Vlaamse context ......................................................................... 14
2. 2.1.
Stemnet ...................................................................................................................... 15 Omschrijving .......................................................................................................................... 15 2.1.1. Project STEM clubs – www.stemclubs.net ........................................................ 16 2.1.2. Project STEM ambassadors – www.stemnet.org.uk/stem-ambassadors/ ....... 16 2.1.3. Professionele toekomstdromen ........................................................................ 18
2.2.
Aandachtspunten / te onthouden / … (?) ............................................................................. 19 2.2.1. Algemeen .......................................................................................................... 19 2.2.2. In functie van Vlaamse context ......................................................................... 19
K ADER 1. RELEVANTE INFO IVM HET ONDERWIJS Noot: het schoolsysteem in Engeland, Wales, Schotland en Noord-Ierland verschilt in sommige opzichten. In deze opdracht is de focus gelegd op het schoolsysteem van Engeland en Wales. -
De leerplicht loopt van 5 tot 16 jaar (en wordt mogelijk opgetrokken tot 17 jaar). Het Engelse staatsonderwijs is in principe gratis tot 19 jaar. Er bestaan ook privé scholen (+/- 2.300 scholen voor +/- 7 % van alle leerplichtigen) die een jaarlijkse bijdrage vragen van de ouders.
Staatsscholen volgen het National Curriculum (bepaald door de overheid) dat weergeeft wat leerlingen moeten leren, via welke methoden geleerd moet worden en op welk niveau. Er zijn 3 kernvakken: engels, rekenen/wiskunde en wetenschap. Daarnaast zijn er 9 andere basisvakken. Staatsscholen worden door de onderwijsafdeling van de gemeente, de ‘Local Education Authority and Learning and Skills Council’ gefinancierd. Het onderwijssysteem is onderverdeeld in 3 stadia (zie onderstaande tabel):
Primary schools Secondary schools Tertiary education
Phase of education
Higher and further education
primair ofwel basisonderwijs tot 11 jaar voortgezet of secondair onderwijs tot 16 jaar voortgezet, beroepsonderwijs en hoger onderwijs vanaf 16 jaar
Type of institution
Year
Further education institutions (such as further education colleges, tertiary colleges, specialist colleges, and adult education centres)
Typical age
18 +
Higher education institutions (universities and other higher education institutions) GCE ''A' Levels, GCE ''AS'' Level examinations and Advanced Vocational Certificates of Education (AVCEs) (taken at age 17/18) provide access to further and higher education and the world of work
Upper secondary education
Lower secondary education Primary education
Further education institutions
17-18
School sixth forms or sixth form colleges
16-17
General Certificates of Secondary Education (GCSEs), General National Vocational Qualifications (GNVQs) and GCSEs in vocational subjects (Vocational GCSEs) (usually taken at age 16) provide access to post-compulsory general / academic and vocational studies and the world of work
Secondary schools
Primary schools
Y11 Y10 Y9 Y8 Y7 Y6
15-16 14-15 13-14 12-13 11-12 10-11
Y5 Y4 Y3 Y2 Y1
9-10 8-9 7-8 6-7 5-6
Tabel 1: onderwijssysteem in Engeland (bron: www.nfer.ac.uk)
Keuzemomenten: Op 14 jaar: elke student kan bepaalde keuzes maken naast een aantal verplichte vakken (wiskunde, Engels, wetenschappen). De meeste vakken zijn academisch georiënteerd, enkele zijn beroepsgericht. De beschikbare keuzemogelijkheden in optionele vakken zijn afhankelijk van het aanbod van de school. Een ‘technische school’ zoals in Vlaanderen bestaat niet in Engeland. De 2 daarop volgende jaren leggen studenten zowel voor verplicht als optionele vakken examens af. Op 16 jaar: de eerder gemaakte keuzes (en de behaalde graad) zijn bepalend voor de keuzes die nu gemaakt kunnen worden. Studenten kunnen ofwel gaan werken ofwel kiezen voor A levels (twee jaar academische vorming, 3 vakken) of B levels (polytechnisch, eerder beroepsgericht). Na A levels kan universiteit, maar enkel voor de vakken gelieerd aan vakken van behaalde A levels. Er bestaan geen technische scholen voor studenten jonger dan 16 jaar, wel mainstream academische settings. Scholen kiezen zelf welke focus ze leggen. Onderwijsbeleid Engeland: Het onderwijsbeleid in Engeland wordt bepaald door: -
-
The Department for Children, Schools and Families (DCSF), dat verantwoordelijk is voor het beleid gericht op kinderen en jongeren. Doel van de overheid is ervoor te zorgen dat ieder kind de beste kansen in het onderwijs krijgt. The Department for Innovation, Universities and Skills (DIUS) dat verantwoordelijk is voor wetenschap, onderzoek en innovatie.
Alle scholen worden door de Inspectie van het Onderwijs, Office for Standards in Education (Ofsted) bezocht. De Ofsted is een overkoepelend overheidsorgaan dat onderwijs en training aan leerlingen van alle leeftijdsgroepen inspecteert.
2. BELEIDSKADER Doorheen de gesprekken kwamen volgende aspecten naar boven: -
-
Verschillende departementen (economie, onderwijs, innovatie, werk) hebben aandacht voor de samenwerking onderwijs – bedrijfsleven vanuit een economische en arbeidsmarktgerichte invalshoek. Hiervoor wordt de nodige financiële ondersteuning voorzien. Het CPD – Science learning center geeft vormingen om leerkrachten up-to-date te houden op diverse vlakken (nationaal: ondersteund door ‘Wellcome trust’; regionaal: overheid en diverse organisaties).
O VERZICHT
STUDIEBEZOE KEN
Studiebezoek 1 – 02/06/2014 Locatie
Londen
Organisatie
Educators and Employers Task Force
Project
Algemeen / Inspiring the Future
Agenda
14u – 16u30
Voorstelling organisatie Project: Inspiring the Future Technische toelichting online systeem
Studiebezoek 2 - 03/06/2014 Locatie
Londen
Organisatie
Stemnet
Project
Algemeen / STEM-Ambassadors program / STEM-club program
Agenda
10u30 – 13u
Voorstelling organisatie STEM Ambassadors program STEM-club program
P ROJECTEN 1. EDUCATION AND EMPLOYERS TASK FORCE Identikit Contact
Dr. Anthony Mann, Director of Policy and Research
[email protected] Katy Morris, Senior Researcher Phil Pyatt, Director - Inspiring the Future
Info
www.educationandemployers.org
Regionale spreiding
Nationaal
Doelgroep
Bedrijfswereld Onderwijswereld (Basisonderwijs – secundair onderwijs)
Bereik
3500 bedrijven 27000 vrijwilligers 72 % secundaire scholen 29000 contacten (sinds opstart ‘Inspiring the future’ in 2012)
Financiering op jaar- Op projectbasis basis Opstart (2,5 jaar): overheidssubsidies van diverse departementen Looptijd
Gestart in oktober 2009 met overheidssubsidies (partijonafhankelijk)
Bewezen resultaat
Positieve resultaten tevredenheidsmeting leerkrachten en bedrijven
1.1.
O MSCHRIJVING
The Education and Employers Taskforce charity is op 15/10/2009 gelanceerd. Visie: ervoor zorgen dat elke school en college een partnerschap heeft met werkgevers zodat jongeren de inspiratie, motivatie, kennis, vaardigheden en kansen vinden die ze nodig hebben om hun potentieel te bereiken en zo de toekomstige welvaart van de UK veilig te stellen. Om dat te bereiken wordt er nauw samengewerkt met diverse nationale organen gerelateerd aan scholen, colleges en werkgevers. Bij de opstart van de organisatie is er eerst gefocust op onderzoek vooraleer projecten op te starten.
1.1.1. ONDERZOEK Onderzoeksvraag: interesses leerlingen versus noden arbeidsmarkt -
11.000 leerlingen bevraagd naar inspiratie / interesses Conclusie: o Grote verschillen onderling, o Noden arbeidsmarkt en inspiraties jongeren komen niet overeen, o Jongeren blijken onrealistische jobverwachtingen te hebben.
Onderzoeksvraag: invloedssferen op keuzes (ouders / openbare media / scholen / …) -
Conclusie: o Grote invloed van ouders. Geloofwaardigheid van ouders ligt hoog (versus online informatie en info van diverse scholen – die mogelijk voor eigen gewin info verdraaien). o Jongeren staan dus wel open voor ouders en ook voor ‘first hand’ ervaringen.
Onderzoeksvraag: invloed bedrijfscontacten in schoolse context -
-
Afgenomen bij 1.000 jongeren van 19 à 24 jaar; Gevraagd om terug te denken aan school en of ze toen in contact zijn gekomen met bedrijven (ongeacht in welke vorm); Focus op verdiensten in verhouding tot aantal ‘contacten met bedrijven in schoolse context’ Noot: stages tellen ook mee als ‘contact’ Resultaat: o 1/4e van de bevraagde groep herinnert zich geen enkel contact; o 15 % van de bevraagde groep herinnerde zich nog tijdens de schoolperiode 3 of meer contacten met bedrijven gehad te hebben; o Wie zich meer contacten herinnerde, bleek minder in werkloosheid te zitten en meer te verdienen (gradueel oplopend al naargelang het aantal herinnerde contacten); o Wie zich meer dan 4 contacten herinnerde, verdient substantieel meer; o Groepen met dezelfde kwalificaties verschillen in verdiensten, afhankelijk van de variabele ‘bedrijfscontacten in schoolse context’. Conclusie: o De meest nuttige bron van informatie voor jongeren zijn ‘school mediated workplace contacts’; o Netwerk en sociaal kapitaal kunnen opbouwen op jonge leeftijd heeft een invloed op carrière. Betrouwbare netwerken geven kinderen / jongeren meer economische kracht en zijn richtinggevend in het keuzeproces;
Longitudinaal onderzoek ‘career talks’: -
Gestart met groep van 17.000 respondenten (nu: n=8.000) geboren in de jaren ’70 Respondenten werden qua (academische) achtergrond en gender gegroepeerd om tot onderstaand resultaat te komen. Vraag: herinneringen ivm ‘career talks’ toen je 15 à 16 jaar was? Resultaat: o Zoveel te meer ‘career talks’ herinnerd werden, zoveel te meer 10 jaar later werd verdiend;
o
-
-
Het verschil tussen 0 ‘career talks’ en meer dan 5 ‘career talks’ was gemiddeld 1.000£. Per herinnerd contact werd er gemiddeld 150£ meer verdiend. Conclusie: o Effect van ‘career talks’ op die leeftijd lijkt lange termijn werking te hebben; o ‘Career talk’ op leeftijd van 15 jaar lijkt meer effect te hebben dan op 16 jaar maar het verschil is subtiel; Verklaring? o Skills? het gaat over een te korte periode om zo’n grote verschillen te verklaren; o Een plausibele verklaring kan zijn dat de juiste contacten, de juiste info, weten waar je moet op letten en waarnaar je moet zoeken, … de basis vormen voor een goede netwerkvorming. De kracht ligt dan in een uitgebreider sociaal netwerk.
Onderzoek bij leerkrachten en bedrijven: -
-
-
Resultaten: o Bijna alle leerkrachten wilden meer contacten met de bedrijfswereld (3 % gaf aan geen contact te willen); o Bedrijven die om hulp gevraagd worden, zouden overwegen om er op in te gaan maar de vraag stelt zich niet; o Bedrijven die zelf voorstellen willen doen, vinden de weg naar de juiste personen niet. Conclusie: o De investering voor beide partijen is hoog (qua tijd en middelen); o De matching moet zo laagdrempelig en efficiënt mogelijk zijn! o DUS: drempels wegnemen! Heeft geleid tot het project ‘inspiring the future’…
Samenvattend Ook al is het niet de taak van de onderwijzer om de leerlingen voor te bereiden op de arbeidsmarkt, het is wel hun opdracht om het keuzeproces te ondersteunen en een mening te helpen vormen jongeren hebben baat bij veel oprechte contacten en scholen moeten de toegang tot die ‘first hand’ contacten verschaffen (sociaal kapitaal)! Om scholen en bedrijven te ondersteunen in een samenwerking, is een laagdrempelig initiatief nodig dat beide partijen samenbrengt.
1.1.2. PROJECT ‘INSPIRING THE FUTURE’ – WWW.INSPIRINGTHEFUTURE.ORG (Zie presentaties ‘InspiringTheFuture_PresentatieVoorScholen_20140107’ en ‘InspiringTheFuture’) Achtergrond Vóór de opstart van het project, gaf de overheid geld aan de regio’s en scholen om bedrijfsbezoeken te organiseren voor scholen ed. maar door diverse besparingen is er geen geld meer beschikbaar voor het intermediaire niveau. Daarom hebben vakbonden, bedrijven en scholen in opdracht van en samen met de overheid (oa departement van Onderwijs, werkloosheid, economie, …) gezocht naar een nieuwe manier om samen te werken. Enkele vaststellingen: -
Belangrijk element is dat er geen loonkost is voor de lokale mensen; Drempels tussen de scholen en bedrijven moeten verlaagd worden.
Uitgangspunten: -
-
Studenten kiezen zelden in functie van de toekomstige arbeidsmarkt ondersteunen in keuzeproces; Leerkrachten vinden samenwerking met bedrijven meestal een goed idee maar hebben niet altijd het netwerk noch de tijd om mensen uit bedrijven te vinden; Leerkrachten begrijpen het best de noden van hun leerlingen en hebben bijgevolg de touwtjes in handen. ‘Local to local’ regionale factor! Simpel en gratis; Ownership door de school en de leerkrachten; Contactpersoon voor bedrijven voorzien in scholen; Aandacht voor gezondheid en veiligheid.
Wat? ‘Inspiring the future’ (ITF) is een gratis ‘koppeldienst’ die vrijwilligers uit diverse sectoren en beroepen in contact brengt met scholen. De bedoeling is om jongeren te helpen begrijpen hoe het werkveld eruit ziet en welke jobs er bestaan. Vrijwilligers komen praten over hun job (eventueel gerelateerd aan specifieke onderwerpen of vakken) of over hun carrière in het algemeen. Zo kan bv een bankmedewerker vertellen over de plaats van wiskunde in zijn/haar job. Naast deze ‘career insight talks’, zijn er ook andere activiteiten mogelijk waar vrijwilligers kunnen helpen. Bv carrièrebeurzen, netwerkmomenten, CV en sollicitatietechnieken workshops, ‘personal develoment days’, ‘lunchtime events’, activiteiten voor ouders (in het kader van de studiekeuze van de kinderen), … Vrijwilligers gaan dus NAAR scholen. Het omgekeerde is omwille van wettelijke beperkingen en beschermende maatregelen in de UK moeilijk. Cijfers (juni 2014) -
Sinds de opstart heeft meer dan 75 % van de Britse secundaire scholen zich geregistreerd. Meer dan 14.000 vrijwilligers uit meer dan 3.500 bedrijven hebben zich geregistreerd; Van de vrijwilligers zijn er 200 CEO’s, 30 MPs (member of parliament) en 2 staatssecretarissen;
-
2.500 geregistreerde scholen (geen recent cijfer, nu meer registraties); 5100 geregistreerde leerkrachten; Scholen hebben meer dan 16.000 uitnodigen verzonden naar vrijwilligers (geen recent cijfer); 84 % van de geregistreerde leerkrachten raadt ‘Inspiring the future’ aan.
Hoe werkt het? Zowel de vrijwilligers als de scholen doorlopen een online registratieprocedure in een afgeschermd (beveiligd) systeem. Om het zo makkelijk en toegankelijk mogelijk te maken, wordt er veel gebruik gemaakt van vooraf ingevulde lijsten (bv adres van school wordt automatisch ingevuld na selectie van een bepaalde school). Vrijwilligers kiezen voor welke regio(’s) ze zich wensen in te schrijven (in praktijk meestal 2 regio’s, nl woon- en werkplaats). Verder kunnen ze ook specialisaties kiezen (bv. talen, wiskunde, wetenschap en technologie, ondernemerschap, ontwerp en productie, solliciteren, stages, …), telkens toegepast op de eigen werksituatie / job.
Na het registratieproces, kunnen leerkrachten een search starten in de database. Naast regio, type activiteit en type specialisatie kan er ook gekozen worden in leeftijdscategorie (bv senior voor de ervaring of junior voor de nabijheid bij de doelgroep). Uit de resultatenlijst kiezen leerkrachten welke vrijwilligers in aanmerking komen waarna ze in één keer een bericht kunnen zenden naar de volledige selectie. Vrijwilligers kunnen via het systeem antwoorden met ‘ja’, ‘nee’ of ‘meer informatie nodig’. Alle communicatie verloopt dus via het beveiligd systeem.
Vrijwilligers Iedereen (van stagiair tem CEO) kan zich inschrijven als vrijwilliger. Er wordt een engagement gevraagd van min. 1 uur / jaar om over de eigen job / carrière te praten. Praten over de job is makkelijk en vraagt weinig voorbereiding. Vanuit de organisatie zijn er ongeveer 2 FTE’s toegewezen aan de rekrutering van bedrijven / vrijwilligers. Meestal verlopen de contacten via de HR-dienst van de organisatie. Soms wordt er via de vrijwilliger het bedrijf aangesproken. Verder wordt er veel gewerkt via partnerships. Voordelen voor vrijwilliger / bedrijf: -
Gratis dienst die het makkelijk maakt om met scholen in contact te komen; Positief effect op persoonlijk ontwikkelingsproces van de vrijwilliger; Goed voor het imago van het bedrijf (maatschappelijke verantwoordelijkheid) en op lange termijn voor het rekruteringsproces.
Inhoud ‘gesprek’ over job / carrière -
Aandacht voor eigen studies, voor deuren die sloten en openden (en waarom), …; Ook aandacht voor het persoonlijke aspect in het verhaal, bv ‘ik ging nergens eindigen…’.
Vrijwilligers die vragen of bezorgdheden hebben ivm het spreken voor leerlingen, kunnen terecht bij het team voor ‘business development’ via de website. Sommige bedrijven voorzien zelf hulpmiddelen voor de vrijwillige activiteiten van hun werknemers. De samenstelling van de profielen van de vrijwilligers reflecteert de arbeidsmarkt. Leerkrachten Op dit moment hebben er ongeveer 5.000 leerkrachten deelgenomen aan het project. Vanuit de organisatie worden scholen zoveel mogelijk in clusters aangesproken. Het is immers niet haalbaar om alle scholen persoonlijk te contacteren. Campagnes Er zijn ook campagnes en themaweken ondersteund door bedrijven / vrijwilligers uit specifieke sectoren, beroepen of volgens bepaalde demografische indicatoren . Bijvoorbeeld: -
‘Apprenticeships’ – aanmoedigen van scholen om (oud-)stagiairs uit te nodigen in de klas; ‘Inspiring women’ – tegen eind 2014 15.000 inspirerende vrouwen vinden uit diverse sectoren en beroepen om meisjes te spreken over diverse jobs; ‘Designed and made week’ – themaweek om scholen aan te moedigen vrijwilligers uit te nodigen met een focus op ontwerpen (van t-shirts tot vliegtuigen); ‘Inspiring languages’ – themaweek om scholen aan te moedigen vrijwilligers uit te nodigen met een focus op de rol van talen in hun job; Nog uit te werken in partnerschap: campagnes gericht op diversiteit, op ‘special education’ noden, op jongens.
Nadruk op samenwerking Voor de promotie van het project, werkt de organisatie vaak via partners en tussenorganisaties. Zo doen ze beroep op werkgeversorganisaties, sociale partners, diverse koepelorganisaties, lokale actoren, …
Werken via dergelijke tussenorganisaties vergemakkelijkt immers de communicatie. Er is al een vertrouwen tussen de gesprekspartners wat de kans op succes verhoogt. Projectbeheer Vanuit de organisatie zijn er, naast de projectmanager, 6 FTE’s toegewezen aan dit project: 1 FTE voor het technisch gedeelte, 2 FTE’s voor het ‘scholenteam’ en 4 FTE’s voor ‘business development’ (bedrijven ronselen en contacten onderhouden). Wekelijks wordt er samen gezocht naar meer effectieve manieren om de promotie inspanningen te bundelen en om zo efficiënt mogelijk te communiceren. Kleinere bedrijven worden bijvoorbeeld eerder via telefoon gecontacteerd terwijl een groot nationaal bedrijf eerder persoonlijk aangesproken kan worden. Ook andere vormen van promotie (bv promotiestandjes) worden gebruikt. Na een eerste focus op de grotere bedrijven wordt er nu strategisch vooral aandacht besteed aan sectoren die jonge werknemers nodig hebben. Het doel blijft immers om de pool van vrijwilligers zo dicht mogelijk te doen aansluiten bij de realiteit van de arbeidsmarkt. Om het vertrouwen en de geloofwaardigheid te bevorderen, is er ook aandacht voor welke logo’s op de verschillende folders gebruikt worden. Op de folders voor leerkrachten wordt bv het logo van de onderwijsvakbond (National Union of Teachers) gedrukt, op de folders voor werknemers staat het logo van de werknemersorganisatie (TUC – Britain at work). Er is verder aandacht voor spreiding over diverse sectoren en voor regionale spreiding. Evaluatie In augustus is er telkens een grote enquête voor alle vrijwilligers en leerkrachten. -
Algemeen gesteld zijn de resultaten overwegend positief; 30 % van de vrijwilligers hadden zich voordien nog niet vrijwillig geëngageerd; 80 % van de leerlingen zullen volgens de leerkrachten meer informatie opzoeken na het bezoek van de werknemer;
Conclusies vanuit de organisatie: -
Een positieve ervaring – zowel bij leerkrachten als bij vrijwilligers – blijkt nog steeds de meest krachtige en snelste basis voor promotie van het project te zijn; Werknemers komen als objectieve betrouwbare persoon naast de ouders te staan die weliswaar ook als betrouwbaar beschouwd worden maar die daarom niet altijd alle informatie hebben. Er is dus onrechtstreeks een beïnvloeding van de ouders en de leerling wordt versterkt door een kennis over keuzemogelijkheden, door een netwerk uit te bouwen, …
Toekomst? Enkele kernpunten: -
Onderzoeken hoe snuffelstages (ondanks de beschermende maatregelen) zouden mogelijk gemaakt kunnen worden; Meer vrijwilligers vinden; Mogelijkheid bekijken om via video conferencing vrijwilligers en scholen met elkaar in contact te brengen (vooral om de eerder afgelegen scholen te bereiken); De school/bedrijf contacten als de normaalste zaak van de wereld maken!
Verder is er ook aandacht voor de noodzaak aan vrouwelijke rolmodellen (Inspiring women).
Recent is ook het project ‘Primary futures’ gestart, in samenwerking met de vakbond! (Zie ook: http://www.inspiringthefuture.org/schools-colleges/primary-schools.aspx) 1.1.3. ONDERSTEUNING Vanuit de overheid wordt het project gedragen en gepromoot (cfr ‘Social mobility strategy – Opening doors, breaking barriers’) vanuit de expliciete wens om jongeren te inspireren en te ondersteunen in studie- en carrièrekeuzes. Zo raden ministers bedrijven en scholen aan om onderling contacten op te bouwen. De overheid maakt reclame voor de projecten en moedigt zijn eigen ambtenaren aan zich op te geven als vrijwilliger. Er worden persartikels geschreven… Er wordt vooral gewerkt met de volgende departementen: the Department for Business Innovation and Skills (BIS), the Cabinet Office and the Department for Education (DfE). Inspiring the Future wordt ondersteund door diverse werkgevers- en werknemersorganisaties, zoals: British Chambers of Commerce (BCC), Business in the Community (BiC), Confederation of British Industry (CBI), Chartered Institute of Personnel and Development (CIPD), Institute of Directors (IOD), Federation of Small Business (FSB), UNISON, GMB and Trades Union Congress (TUC). Verder is er ook steun van onderwijsvakbonden en -associaties zoals: Association of School and College Lecturers (ASCL), Association of Teachers and Lecturers (ATL), National Association of Head Teachers (NAHT), NASUWT, National College of School Leadership (NCSL) and National Union of Teachers (NUT).
1.2.
A ANDACHTSPUNTEN / TE ONTHOUDEN / … (?)
1.2.1. ALGEMEEN -
Matchmaking service die database heeft met vrijwilligers (alle sectoren!) waar scholen beroep op kunnen doen voor diverse activiteiten;
-
Nadruk op rolmodellen die naar klassen / scholen gaan, vooral 12+ maar recent ook gericht op basisonderwijs en op meisjes;
-
Werken vooral op aantallen en proberen registraties te verhogen op diverse manieren (vooral via netwerken), minder persoonlijke contacten;
-
Gesprek rolmodel gaat over: job, carrière, studiekeuzes, … maar kan ook over activiteiten gaan zoals sollicitatietraining, carrièrebeurzen, …;
-
Cijfers: sinds de opstart meer dan 75 % van de Britse secundaire scholen (+/- 2.500 scholen) geregistreerd, meer dan 11.000 vrijwilligers uit meer dan 3.500 bedrijven;
-
Financiële middelen op projectbasis (na opstartfase met overheidsmiddelen).
1.2.2. IN FUNCTIE VAN VLAAMSE CONTEXT -
Project is gericht op bedrijfsrealiteit in brede zin van het woord en over de sectoren heen, deze aanpak is echter evengoed vertaalbaar naar een louter STEM-gerichte context. Een engagement van 1u / jaar is wellicht ook in Vlaanderen haalbaar? Financiering nodig om database technisch uit te werken. Minimale inhoudelijke uitwerking. Mankracht nodig voor opstart, nadien overdraagbaar via partnerschappen?
2. STEMNET Identikit Contact
Kat Sandford – Program manager National STEM ambassadors
[email protected]
Info
www.stemnet.org.uk
Regionale spreiding
Nationaal
Doelgroep
Bedrijfswereld Onderwijswereld (Secundair onderwijs)
Bereik
STEM ambassadeurs: -
Meer dan 27.000 vrijwilligers; Bereiken 92 % van alle ‘government funded’ secundaire scholen; 90 % van 4.000 scholen ontvangen jaarlijks 1 ambassadeur, 50 % ontvangt jaarlijks 3 ambassadeurs; Meer dan 20.000 activiteiten; Ongeveer 2.000 bedrijven in database.
Financiering op jaar- Volledige werking: 10 miljoen pond / jaar waarvan 6 miljoen pond voor basis STEM ambassadeurs Looptijd
12 jaar
Bewezen resultaat
Cijfers moeilijk rechtstreeks toe te wijzen aan Stemnet
2.1.
O MSCHRIJVING
(Zie ook presentatie ‘STEMNET presentation - 3rd June 2014’) STEMNET (Science, Technology, Engineering and Mathematics Network) is een liefdadigheidsinstelling die kansen wilt creëren om jongeren te inspireren in STEM: -
Bestaat 12 jaar, voorzitter uit politiek (kamerlid) Financiële steun door overheid en bedrijven (bv TCS) Geen eigen branding Geen ‘cold calling’ van bedrijven
2013 CBI - ‘Skills in Education’ survey: 1/3 bedrijven heeft moeite om technische profielen aan te werven. Drie programma’s: -
STEM Clubs (zie 2.1.1) STEM Ambassadors (zie 2.1.2) Schools STEM Advisory Network (SSAN) o Doel: het aantal STEM studenten positief beïnvloeden; o Gratis en onpartijdig advies en begeleiding + gebruik van netwerk om het STEM curriculum in scholen te verbeteren; o Bv diensten, middelen, activiteiten, ‘toolkits’, advies, …
o o
Gevormd door 45 regionale en locale organisaties; Constant lokaal praten en up-to-date blijven met noden in scholen en op arbeidsmarkt;
2.1.1. PROJECT STEM CLUBS – WWW.STEMCLUBS.NET Scholen kunnen zelf een STEM club (vakoverschrijdend of met focus op één STEM onderwerp) oprichten en hiervoor gratis en onpartijdig ondersteuning en advies vragen van STEMnet. Een STEM club is een alternatieve manier om – buiten het klaslokaal – kinderen/jongeren te inspireren in STEM. Jongeren worden aangemoedigd te ontdekken en te verkennen in een stimulerende omgeving, zonder vastomlijnd curriculum en zonder druk. Deelnemen aan een STEM club kan motiverend zijn zowel voor kinderen/jongeren die moeite hebben met STEM onderwerpen als voor hen die er al aanleg en interesse voor hebben. Doel: in 80 % van secundaire scholen een STEM club hebben -
Meestal voor groepen van 12 à 13 jaar, Leerkrachten zijn vaak vrijwilligers (al dan niet betaald door school, door STEM club, …) Financieel: steun van de Engelse en Schotse overheid + van de ‘Gatsby charitable Foundation’ STEMnet geeft vooral steun in de vorm van ondersteuning en advies, moedigen ook aan om verdere externe financiering te zoeken Mag ook voor basisscholen maar wordt niet actief gepromoot
2.1.2. PROJECT STEM AMBASSADORS – WWW.STEMNET.ORG.UK/STEM-AMBASSADORS/ Doel -
Leerkrachten GRATIS ondersteunen in het STEM curriculum en STEM carrières positief belichten en duiden in de hedendaagse realiteit door Als ambassadeur jongeren op diverse manieren te inspireren in STEM onderwerpen. Ambassadeurs gaan NAAR de scholen.
Structuur? -
-
45 regionale ‘contractors’ (coördineren contacten tussen scholen / bedrijven) o Contract per 3 jaar, elke contractor beheer in eigen handen en rapportering aan contract manager o Verschillende soorten organisaties (bv universiteit, scholen, private opleidingsverstrekker, organisatie die enkel voor dit doel opgezet is, …) o Moeten bepaald % aan engagement behalen van secundaire scholen o Zoveel mogelijk 1 – 1 contacten met scholen en bedrijven!! Ong 30 personen in Londen waaronder 9 contract managers Financieel: steun van de UK overheid + via enkele partnerschappen met bedrijven
Hoe werkt het? 1) Een school/leerkracht heeft een vraag aanvraag voor STEM ambassadeur; 2) De ‘contractor’ overloopt de aanvraag en zoekt vrijwilligers via diverse kanalen (bv e-mail naar database, lokale krantjes, …); 3) De ‘contractor’ mailt naar de leerkracht met de vrijwilliger in cc voor verdere contactname…
Ambassadeurs De ambassadeurs komen uit diverse richtingen (bv natuurwetenschappers, ingenieurs, biologen, architecten, programmeurs ‘gaming’, apothekers, …) en weerspiegelen zo goed mogelijk de diversiteit in het werkveld. Er wordt een engagement gevraagd van 1u / jaar. Zodra er een engagement is voor een activiteit, worden school en ambassadeur zo snel mogelijk samengebracht door de ‘contractor’ en wordt info uitgewisseld over de leerlingen, de ‘health & safety’ regels, praktische info, … Samenstelling: -
40 % vrouwen 20 % BAME (black & minority ethnic) achtergrond Van 18 - 70 jaar, waarvan 60 % jonger dan 35 jaar
Inhoudelijk – inspireren van leerlingen in STEM: -
Mythes ontkrachten (bv STEM beroepen voldoende betaald); Liefde voor de job; Keuzeproces – welke keuzes gemaakt vroeger, hoe tot die keuzes gekomen…
Ondersteuning – nodig om drempels weg te nemen: -
Pedagogisch aspect; Hoe omgaan met de leerkracht; Hoe aanpassen aan schoolomgeving; Welke afspraken zeker te maken met de school / leerkracht; Aanvullend tov leerkracht, dus zeker niet taak overnemen.
Verplichte initiatie (2u): achtergrondinfo, (non-)verbale communicatie, interactiviteit in klas, do’s en dont’s, … Verdere training (on- en offline): o Bv ontwikkelen van klasactiviteit, … o Online platform met verzameling van uitgewerkte documenten (bv activiteit rond biologie), voorbeelden, … o NIET getraind in geven van carrièreadvies Verder: -
Indien toestemming van ambassadeur wordt link gelegd naar bedrijf, meeste ambassadeurs komen trouwens na contact met hun bedrijf; Check nodig van goed gedrag en zeden; Nieuwe contacten met ambassadeurs op diverse manieren Na 1e bezoek is er soms verder contact tussen de ambassadeur en de school (niet altijd geregistreerd).
Overtuigen bedrijven -
Geen blijvende rekrutering nodig; Grote bedrijven zijn zelf komen aankloppen bij STEMnet; IT en technologische sector zijn sterk betrokken.
Hoe overtuigen: -
Altruïstische motieven; Economisch effect op lange termijn; Goed voor moraal en diverse skills van werknemers-ambassadeurs (bv zelfvertrouwen, presentatievaardigheden, motivatie, …) Strategie; Regionaal sterk staan door ‘local to local’ – Public relations!; Zelf begrenzen wat wel / niet. MAAR voor KMO’s niet evident om werkuren vrij te maken voor ambassadeurs.
Kwaliteitscontrole -
Regional Networks Managers monitor delivery STEM Ambassador and teacher feedback Long-term, independent evaluation
Resultaten: -
Zo goed als altijd positief Praten over passie kan voldoende zijn Zelden inhoudelijke problemen Leerlingen staan meer open voor STEM vakken na een bezoek van een ambassadeur ( kiezen sneller voor die vakken meer opties open houden op studievlak) Wel vaak praktische / organisatorische problemen zoals gebrek aan ‘onthaald worden’ op school (bv met kopje thee) ook hier scholen attent op maken Ambassadeurs in de klas ontvangen wakkert passie bij leerkrachten aan
2.1.3. PROFESSIONELE TOEKOMSTDROMEN -
Ook richten op basisscholen; Ambassadeurs nog meer trainen, vooral inhoudelijk; Online platform verder uitbreiden naar soort van sociale netwerksite voor ambassadeurs; Extra aandacht voor verder opvolging van welke activiteiten waar plaatsvinden (datakwaliteit!); Hervorming lerarenopleiding zodat meer aandacht voor STEM (bv eerst vak leren in secundair en dan nadien pas lerarenopleiding); Manieren vinden om ouders te bereiken.
2.2.
A ANDACHTSPUNTEN / TE ONTHOUDEN / … (?)
2.2.1. ALGEMEEN -
Focus op secundaire scholen (om budgettaire redenen geen basisscholen);
-
Doel ambassadeurs: stem leerlingen inspireren (mythes ontkrachten, liefde voor de job, historiek – hoe tot deze job gekomen);
-
Ondersteuning ambassadeurs – verplichte instapcursus, extra cursusmogelijkheden, online ondersteuning (bv pedagogische aspecten, omgaan met leerkracht, hoe een activiteit ontwikkelen, …) omdat zo drempel verlaagd wordt voor vrijwilligers;
-
Nationaal programma met regionale vertegenwoordiging voor face-to-face contact met vrijwilligers en scholen;
-
Engagement bedrijven: sterke betrokkenheid van IT en technologische sector;
-
Cijfers: +/- 30 medewerkers in organisatie, actief in 92 % van alle government funded secundaire scholen;
-
Financiering van 6 à 10 mio pond per jaar – vooral overheidsgeld maar ook via partnersschappen met bedrijven / sectoren.
2.2.2. IN FUNCTIE VAN VLAAMSE CONTEXT -
Inhoudelijk interessant en duurzaam (bv 1 - 1 contact, cursusmogelijkheden, …) maar vraag jaarlijkse financiële investering en/of duurzame partnerschappen; Onze doelgroep zit verspreid over basis- en secundair onderwijs dus extra veel inspanning om nauwe contacten te onderhouden.