Naar een n Vlaam ms Instituut voor a archiveering vvan au udiovisueel erfgoe ed 1. Presentatie Ste efaan Deru uyck VIAA: Noodzaak V
aud diovisueel erffgoed gaat vverloren en iss momentee el niet ontsluitbaar.
de d digitaliseringg gebeurt op dit momentt te fragmentarisch en te e weinig gecooördineerd.
de m machines diee de analoge e tapes kunn en afspelen gaan stuk.
the 20th centuryy black hole.
Voortrajecten: ARCHIPEEL en Vlaanderen in Beeldd (VLIB) en multimed diacentrum. Site Waalsee Krook Gent – wintercirccus: nieuwe bbibliotheek e VZW Waalse Krook heefft in opdrach ht van de Vlaaamse Regerring een rapp port uitgeweerkt met daarrin een vol‐ oprichting van het VIAA oop basis van BOM, VLIB e en Archipel. BBij het opste ellen van het ledig scenarrio voor de o rapport werrden de med diasector en de culturele spelers maxximaal betrokken. Het ra pport is afge ewerkt, maar moet nog voorgelegd worden aan de raadd van bestuur van de vzw w en vervolgeens aan de Vlaamse Regering. Het ambitieniiveau van de e Vlaamse Reegering is onbekend en er kunnen du s geen uitspraken ge‐ het VIAA in d de toekomstt zal vormgeggeven worde en. daan wordeen over hoe h Mogelijke fu uncties VIAA A:
land delijke instellling die werkt voor gans Vlaanderen
tech hnische opslag op industtrieel terreinn?
beleeving voor sp pecifieke doe elgroepen opp andere loccaties
allee digitaal matteriaal besch hikbaar
fase 1: audiovisueel erfggoed: 18 maanden dere toepassing, bvb ookk fotografischh materiaal fase 2: bred 1 1 Publieksmo oment Cultuu urforum 2020 0 – 30 mei 2 011 – C‐mine Genk
2. Panelgesprek Waarom is nu een goed moment voor het VIAA? Het VIAA kan gebruik maken van de feedback vanuit het buitenland. NL en FR maken nu een balans op van hun digitaliserings‐ en ontsluitingsprojecten. Er is het laatste jaar veel extra informatie bijgekomen en er worden op dit moment een aantal nieuwe instellingen opgericht. Het VIAA kan maximaal gebruik maken van de input van de onderzoeksprojecten ARCHIPEL, BOM‐VL en VLIB. De onderzoekstrajecten klaarden uit hoe iets nieuws te creëren met bestaande data. Komt het VIAA niet te laat? Sense of urgency? Er is een grote nood om kwetsbaar materiaal te redden, vanuit de reflex om ons eigen erfgoed te bescher‐ men. Dit geldt zowel voor film als televisie. Het Europeana project is ook een belangrijke driver voor meer samenwerking op Europees niveau. Vlaanderen kan het zich niet permitteren niet deel te nemen in deze samenwerkingen. Europeana bestaat uit een familie van een twintigtal projecten en het is belangrijk dat Vlaanderen daarin vertegenwoordigd is. Hoe verschilt de aanpak in Vlaanderen van de buitenlandse voorbeelden? Frankrijk heeft een zeer gecentraliseerde aanpak. Het VIAA moet een netwerk van instellingen creëren gebruik makend van de reeds aanwezige kennis opgedaan in universiteiten en archiefinstellingen. Het VIAA moet hiervoor een versterking zijn. Beeld en Geluid als voorbeeld? Zeer zichtbare fysieke site. De fysieke plek van Beeld en Geluid is het meest bezochte museum van NL en is zeer populair bij scholen. De site bezorgt de bezoeker een soort Disney‐gevoel. Vlaanderen heeft de middelen niet om zo'n monu‐ mentaal gebouw te realiseren, maar dit is ook niet wenselijk. We moeten het VIAA weghouden uit die en‐ tertainmentsfeer en de nadruk leggen op het belang van de educatieve en wetenschappelijke invalshoek van het VIAA. Het onderwijs is zeer geïnteresseerd in het materiaal dat het VIAA kan leveren. Dit geldt bij uitbreiding voor het ganse publiek. Ontsluiting van digitale content, hoe dit aan te pakken? Digitale archivering moet gezien worden in een brede context van digitale contentproductie. In Vlaanderen is er nog een heel sterk klassiek medialandschap: sterke openbare omroep, weinig zenders. Internationaal is er veel fragmentatie van mediaproductie en ‐distributie. Misschien zijn er in België nog een paar grote verschuivingen op komst? Fenomenen als youtube, spotify zullen in de nabije toekomst ook in België be‐ schikbaar zijn. Ontsluiting van content naar bepaalde doelgroepen toe wordt eenvoudiger. Technologie zal het mogelijk maken goedkoper te produceren en distribueren. Het erfgoed aspect van het VIAA is belang‐ rijk, maar ook het economische aspect is belangrijk. Het gaat niet enkel over historische content, maar ook over de aangroeiende digitale content die op dit moment geproduceerd wordt. Men hoopt dat het VIAA een katalysator kan zijn om de economie te stimuleren, vanuit de vaststelling dat Vlaanderen achterop hinkt in de interneteconomie. Culturele instellingen kunnen gebruik maken van schaalvoordelen die het VIAA biedt. Digitale archieven zijn veel kwetsbaarder. Digitaal archiveren is een actief proces dat veel geld kost. Om dit mogelijk te maken, is schaalvergroting nodig. Verschil tussen media en cultuur? 2 Publieksmoment Cultuurforum 2020 – 30 mei 2011 – C‐mine Genk
Beide sectoren vergen inderdaad een andere aanpak. De VR vroeg duidelijk om een plan waarin de diversi‐ teit van de verschillende sectoren tot zijn recht zou komen. De verschillende spelers moesten terug rond de tafel gebracht worden om aan dit plan te werken. Maar er zijn wel degelijk verschillen tussen de verschil‐ lende domeinen. (verschillende standaarden) De infrastructuur waarvan het VIAA gebruik maakt, kan gemeenschappelijk zijn, maar er is verschillende expertise nodig voor metadatatering. Er is een schaalverschil tussen audiovisuele en andere content. Een integrale aanpak is echter voor de hand liggend vanwege de schaalvoordelen. In beide sectoren is er ook een verschil in economisch model. De audiovisuele cntent komt van de omroe‐ pen (maar is ook erfgoed). Onderdelen van deze content hebben een groot economisch potentieel en zijn nog onderhevig aan het auteursrecht en de naburige rechten. Het is belangrijk dat de verschillende media‐ actoren de rechten krijgen of blijven behouden op de content waarvan zij denken dat deze nog commerci‐ eel exploiteerbaar zal zijn in de toekomst. Wat als content hergebruikt wordt en opnieuw op de markt gebracht wordt? Dit spreekt niet tegen dat er een globaal instituut komt dat de infrastructuur aanbiedt en de kennis bun‐ delt. Auteursrechtelijke problemen bestaan in alle domeinen, maar er is inderdaad een groot verschil in com‐ merciële mogelijkheden tussen de mediasector en de culturele sector. De rechtenhouders moeten ook een stuk verantwoordelijkheid nemen voor het bewaren van hun eigen content. Dit evenwicht vinden vergt een inspanning. Is digitalisering van het audiovisueel erfgoed een goed af te bakenen opdracht? De initiële focus op audiovisueel erfgoed heeft het voordeel van de duidelijkheid. Het is niet altijd makkelijk om aan de overheid duidelijk te maken wat de voordelen zijn van digitalisering. Het is nodig om zo helder mogelijk te vertellen waarom digitalisering nodig is. Aan de hand van dit verhaal kon goed uitgelegd wor‐ den waarom er nood is aan het VIAA. De economische implicaties zijn nog niet volledig uitgewerkt. Geleidelijk aan zal gans het verhaal moeten verder uitgebouwd worden. De auteursrechtelijke problematiek moet opgelost worden op Europees ni‐ veau. Auteursrechten zijn een struikelblok? Het VIAA is een opportuniteit om rond deze problematiek samen te werken. In het audiovisuele domein is de kwestie van wie de rechten heeft duidelijker en is dat vaak een kwestie van onderhandeling. Bij museale objecten is dit moeilijker te bepalen. De kwestie van een wettelijk depot moet ook dringend aangepakt worden. De auteurswetgeving is heel dwingend geformuleerd. Er is nood aan een nieuw overleg met alle betrokkenen. Digitale objecten worden naar een nieuwe context overgeplaatst, maar de beschermingsmaatregelen die ingebouwd zijn in ons au‐ teursrecht zijn niet ruim genoeg om alle toekomstige toepassingen te voorzien. Het is moeilijk om alle be‐ trokkenen samen te brengen om oude afspraken te heronderhandelen met het oog op nieuwe toepassin‐ gen. Dit werkt zeer blokkerend, zeker als je dit probleem vanuit een individueel project probeert op te los‐ sen. Het VIAA kan een aantal doortastende afspraken maken met rechthebbenden en vertegenwoordigers. Het VIAA maakt het mogelijk om meer gewicht in de schaal te leggen. Intellectueel eigendom is in de interneteconomie een zeer moeilijk thema. Er is nood aan flexibiliteit van alle spelers. Van de content van een publieke omroep verwacht het publiek dat het makkelijk herinzetbaar 3 Publieksmoment Cultuurforum 2020 – 30 mei 2011 – C‐mine Genk
is. Voorbeeld Google Books samenwerking met bibliotheek UGent: Google neemt kost van digitalisering op zich. Het contract stipuleert op het vlak van ontsluiting dat search engines van concurrenten niet door de content van de bibliotheek Gent mogen crawlen. Oppositie ten opzicht van dit model is mogelijk omdat er een commercieel contract gesloten werd over content die voor iedereen ter beschikking moet zijn. Google is een commerciële speler. Het VIAA kan enkel een overheidsinstelling zijn in de ogen van het pro‐ jectteam. Google Books is waarschijnlijk zwaar verlieslatend, maar Google heeft andere inkomsten om dit te compenseren. Google is waarschijnlijk niet geïnteresseerd in Vlaamse audiovisuele content. VIAA: een PPS constructie is waarschijnlijk niet aan de orde, want niet interessant voor commerciële spe‐ lers. Een PPS met Belgacom en Telenet is niet haalbaar, want zij worden zelf content providers. Businessmodellen uit het buitenland schrijven een soort terugverdieneffect in. Bij de financiering van Beeld en Geluid heeft men vanuit de overheid een terugverdieneffect opgelegd. Maar dit terugverdieneffect werd zwaar overschat en nooit effectief gehaald. Sonuma in Wallonië is een NV die kapitaal gekregen heeft om een werking op te starten. Dit kapitaal wordt op dit moment opgegeten, zonder dat er een terugverdieneffect is, waardoor er een financiële put ont‐ staat. Content kan in de toekomst inkomsten genereren, maar zeker niet in de opstartfase van het instituut. Heeft de content economische waarde? De BBC heeft terugverdienmodellen, maar heeft een veel grotere afzetmarkt doordat de content Engelsta‐ lig is. Het is waarschijnlijk moeilijker om hetzelfde in Vlaanderen te realiseren (kleine markt). De BBC heeft zelf ook veel in geïnvesteerd in het digitaal ter beschikking stellen van hun content. Bij Europeana denkt men eraan om 5% van de kosten via sponsoring en advertising terug te verdienen, maar het grootste deel van de kosten zal door de overheden gedragen moeten worden. Men gaat hierbij uit van de publieke taak om in te staan voor het erfgoed. VIAA is een basisinfrastructuur. Door het aanleggen van deze infrastructuur kunnen er besparingen gegene‐ reerd worden. Mediagebruik blijft nog steeds toenemen: er ontstaan steeds nieuwe dragers en formaten. Bij het berekenen van de economische waarde van een autosnelweg kan geredeneerd worden dat er tien minuten tijdswinst is, bij “culturele” content is de economische waarde veel moeilijker te becijferen. Het terugverdieneffect van bepaalde content moet op veel langere termijn bekeken worden. OCR (Optical character recognition) geldt als een opgelost probleem. Nochtans is het heel lastig om docu‐ menten van de tweede wereldoorlog te OCR'en. Het resultaat is niet goed genoeg. Yad Vashem is op zoek naar manieren om op een geautomatiseerde manier toegang te krijgen tot alle getikte verslagen uit WOII. Een goeie infrastructuur creëert instrumenten die aan de verschillende domeinen aangeboden kunnen worden. Het kan gaan over technische infrastructuur, maar ook over een corpus van dialecten. Als het ar‐ chief goed bewaard en georganiseerd wordt, bereik je wel een economische waarde. Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen rechtstreekse economische waarde en onrechtstreek‐ se economische waarde. Er werden studies uitgevoerd over wat je kan verwachten van het beschikbaar stellen van publiek erfgoed, maar het is moeilijk om dit mee te nemen in je businessmodel. Concept van de creatieve economie: hierop moet door het VIAA ingezet worden. Het is niet altijd mogelijk alles in economische cijfers te vatten. De creatieve sector is moeilijk becijferbaar. Er zal een indirect effect zijn dat invloed heeft op de creatieve sector. 4 Publieksmoment Cultuurforum 2020 – 30 mei 2011 – C‐mine Genk
Er is ook geen alternatief: het panel is ervan overtuigd dat de overheid hierin moet investeren. Het oprich‐ ten van het VIAA is een dringende NOODZAAK om ons erfgoed te bewaren voor de toekomst. De creatieve economie zal onze welvaart moeten bestendigen, maar het is moeilijk om dit hard te maken. Is het VIAA een basisvoorwaarde voor een digitale creatieve economie? Het panel is ervan overtuigd dat dit het geval is. De digitalisering van het VRT archief is op dit moment bezig. Als het VIAA er niet komt zullen extra midde‐ len voor de digitalisering van het VRT archief nodig zijn. Er zijn her en der verspreid kleine digitaliserings‐ projecten, maar het is efficiënter om deze centraal te coördineren. Het VIAA kan zorgen voor een betere bestemming van overheidsgelden. Er is nood aan een betere coördinatie van de verspreide initiatieven. Als de VR beslist om niet in het VIAA te investeren, dan beslist zij om het culturele erfgoed niet langer te bewaren. Wat is duurzaam bewaren? Duurzame bewaring is een proces. We kennen op dit moment de karakteristieken van de toekomstige dra‐ gers nog niet. Metadata is nodig om de toegang tot het materiaal te verzekeren. De metadata moet ook de technische gegevens van het materiaal omschrijven zodanig dat later het materiaal kan ontsloten worden. Er zijn verschillende manieren om dit te doen: men kan kiezen voor het simuleren van software ofwel het migreren van het materiaal Het belang van standaarden in de context van het VIAA Standaarden zijn één van de elementen die helpen het risico onder controle te houden. Bijzondere forma‐ ten zijn heel moeilijk om mee te nemen naar de toekomst. Het is belangrijk zoveel mogelijk factoren die risico’s inhouden op voorhand uit te sluiten. Dit is waar standaarden voor dienen. Standaarden zijn procedures en processen waarover concrete afspraken nodig zijn. Menselijke interventie voor metadatatering is nog steeds nodig, maar grootschalige digitalisering maakt dat menselijke interventie niet altijd haalbaar is. Weten we welke content er in de archieven ligt opgeslagen? Veel materiaal is op dit moment niet goed omschreven. Als het materiaal slecht omschreven is, wil dit zeg‐ gen dat dit dringend dient te gebeuren. Is alle content het waard om voor de eeuwigheid bewaard te blijven? Archivarissen bewaren principieel niet alles. Moet er geen selectiebeleid in het leven geroepen te worden? In het verleden gebeurde de selectie vaak vanuit een schaarste van het aanbod, maar dat is nu het geval niet meer. Wat met de content die nog geproduceerd zal worden? Digitale audiovisuele content in de toekomst zal zeer ruim en zeer breed zijn. De kost voor de opslag zal altijd blijven dalen. Toch meent één van de panelleden dat er op een bepaald moment grenzen zullen be‐ reikt worden. Wat zal youtube doen in de toekomst met alles wat vijftien jaar oud is? Waarschijnlijk heeft Google hier op dit moment geen beleid rond. Bedrijven in het algemeen denken niet aan hun archiefrol. Geen enkele uitgever neemt echt de bewaarrol op zich. Er is op dit moment veel digitale content op youtube beschikbaar die als Vlaams erfgoed erfgoed kan beschouwd worden. Hoe gaan we hiermee om? 5 Publieksmoment Cultuurforum 2020 – 30 mei 2011 – C‐mine Genk
Op dit moment ontbreekt een efgoedinstelling die een verhaal vertelt over de cultuur die we op het inter‐ net beleven. Wat doen wij allemaal op het internet? Hoe leven mensen op het internet? Hoe schrijven we dit verhaal? Kunnen we het verhaal reconstrueren van hoe het internet in het verleden was? Zullen we daar in de toekomst nog een zicht op hebben? Het VIAA opent mogelijkheden om hierover na te denken. Vandaag zijn de instellingen totaal niet in staat om hier doortastend en vrij over na te denken. Mixed media: youtube filmpjes, commentaren op facebook, online magazines die video integreren. Hoe gaan we hiermee om? Dit zou een typische taak voor het VIAA kunnen zijn. Storify is een soort tool die de redacties van kranten kunnen gebruiken om verhalen te vertellen met goede blending van social media. Als zo'n verhaal verteld wordt, moet dit dan opgeslagen worden in ons archief? Hier gaat het niet meer over print of audiovisueel. Wat met mixed media? De uitbreidbaarheid van het verhaal zie je aan de interesse vanuit onderwijs, economie, bestuurszaken. Het archief van de Vlaamse Overheid kan misschien ook gebruik maken van de technieken die het VIAA aan zal reiken. In de eerste fase zal men ervoor kiezen om het bedreigde audiovisuele materiaal te bewaren. Maar mag content op blogs en andere websites die dreigen te verdwijnen niet uit het oog verliezen. Vragen uit het publiek Vraag: Er zijn vier verschillende archieven samengebracht in Beeld en Geluid. In de praktijk bleek dat het moeilijk was om de verschillende instellingen te overtuigen om samen te werken. Hoe zal men dit aanpak‐ ken binnen het VIAA? Antwoord: De bal ligt nu in het kamp van de VR. Het gesprek over het VIAA dient nog opgestart te worden. De partijen die de content moeten aanleveren, werden betrokken bij het uittekenen van het strategisch en operationeel plan, hierdoor is een groot deel van de weerstand al verdwenen. Beeld en Geluid is vertrokken van publieke omroepen. Het VIAA heeft meteen de commerciële omroepen, publieke omroepen en culturele instellingen mee in het verhaal genomen. Er werd bij het opstellen van het plan gestreefd naar het creëren van een zo'n breed mogelijk draagvlak voor het VIAA. In het plan van het VIAA staan een aantal concrete voorstellen waar iedereen aan heeft bijgedragen. Op voorhand werd er al een consensus gecreëerd rond deze voorstellen. Dit maakt dat de basis er al ligt. Het VIAA is een gedragen project bij de grote spelers. Bij mediaspelers uit de commerciële sfeer is de initiële terughoudendheid weggewerkt. Vraag: Er is een paradox tussen economische return en andere redenen om dit instituut op te bouwen. Hoe gaat men hiermee om? Veel spelers in het project zijn commerciële omroepen. Krijg je dan niet een soort Mattheuseffect? Zij die al veel hebben, zullen nog meer krijgen. Moeten we ook niet de diversiteit waar‐ borgen naar de kleine spelers toe? Wat is de meerwaarde van de archieven van de commerciële omroep? Antwoord: De regionale zenders hopen dat het VIAA zal fungeren als een soort archief wat hen zal ontslaan van de verplichting om hun eigen archief bij te houden. De archieffunctie op zich nemen is veel te zwaar voor kleine spelers. Hier kan het VIAA een rol in spelen. Alle spelers zien het belang in van het archiefinsti‐ tuut. De ganse archiveringsproblematiek weegt zwaar op klein instellingen. Het VIAA wordt geen nieuwe organisatie die vanaf nul begint, maar betrekt diverse bestaande initiatieven die reeds over know how be‐ 6 Publieksmoment Cultuurforum 2020 – 30 mei 2011 – C‐mine Genk
schikken in het verhaal. Het VIAA is een netwerkorganisatie waarin iedereen zijn eigenheid kan behou‐ den. De som van de delen is groter dan de delen afzonderlijk. Wat gedigitaliseerd en bewaard wordt met publieke middelen, moet publiek beschikbaar blijven. De con‐ tent van de KULeuven wordt gedigitaliseerd volgens het Europeana public domain charter. Op die manier is het toegestaan om het beschikbaar materiaal in nieuwe producten te gebruiken. Naar bewaring en cultuurhistorische waarde toe, heeft iedereen dezelfde belangen. Het is niet altijd mak‐ kelijk om de historische waarde van iets op voorhand in te schatten. Commerciële instellingen nemen an‐ dere beslissingen op het vlak van archivering dan erfgoedinstellingen zouden doen. Er is een grote bereid‐ heid om heel veel materiaal publiekelijk ter beschikking te stellen. Het VIAA kan instellingen ontslaan van de verantwoordelijkheid om een eigen archief bij te houden. Publiek ter beschikking stellen, hoeft ook niet noodzakelijk gratis te zijn. Er wordt momenteel geëxperimen‐ teerd met verschillende businessmodellen. De online digitale modellen zijn nog volop in ontwikkeling. Hiermee moet rekening gehouden worden op een iets langere termijn. Niet alles wat nu bewaard wordt moet al meteen ontsloten worden. Dit kan ook pas later of tegen betaling ontsloten worden. Vraag: Wat met de rol van bibliotheken? Bewaren en ontsluiten is een taak van de bibliotheken. Hoe zal de samenwerking tussen VIAA en de klassieke bibliotheeksector eruit zien? Antwoord: De Waalse Krook is een site waar een bibliotheek komt. Voor de site is men goede voorbeelden gaan bezoeken in Denemarken en Amsterdam. In Amsterdam is er een klassieke printcollectie die ontsloten wordt via zevenhonderd schermen. Alle schermen zijn op elk moment in gebruik. Het uitlenen van de print‐ collectie is dalende. Dit gebruik wekt verbazing. Men verwacht dat iedereen thuis achter zijn laptop gaat zitten om opzoekingen te doen. Maar de realiteit is anders. Bibliotheken worden plaatsen waar mensen terecht kunnen voor een ruim aanbod aan services. Bibliotheken hebben een belangrijke sociale functie die nog groeit. De Waalse Krook moet een belevingsplek worden. Museale opbouw op site van Waalse Krook. Het verschil tussen wat VIAA doet en bibliotheken aanbieden, zal in mekaar overvloeien. De klassieke bibliotheek bestaat niet meer. De bibliotheek wordt een belevenisbibliotheek. Vraag: Digitalisering is arbeidsintensief en tijdsintensief. Kan het VIAA een service aanbieden aan bibliothe‐ ken? Antwoord: Niet elke bibliotheek heeft een digitaliseringsprogramma. Aan de andere kant zijn er bibliothe‐ ken waar wel erfgoed gedigitaliseerd wordt. Hoe kan VIAA heldere afspraken maken hierrond? Er is nood aan sterkere coördinatie. Kleinschalige digitalisering zal niet werken. Nood om vanuit de overheid sturend op te treden. Vraag: Wat zijn de slaagkansen voor het actieplan? Er zijn veel beleidsdomeinen betrokken. Is dit een sterk‐ te of een zwakte? Is het plan modulair opgebouwd? Antwoord: Het verhaal van de audiovisuele erfgoed, heeft het voordeel van de duidelijkheid. Audiovisueel erfgoed bewaren is duur, maar de voortrajecten maken dat het probleem duidelijk gedefinieerd is en dat er oplossingen voorhanden zijn. Er wordt momenteel al modulair gewerkt. Fase 1: audiovisueel. Fase 2: bredere toepassing. Er bestaat een duidelijke interesse vanuit bestuurszaken. Wat met veiligheidscamera's? Wat met verkeers‐ camera's? Deze worden in eerste instantie niet meegenomen. 7 Publieksmoment Cultuurforum 2020 – 30 mei 2011 – C‐mine Genk
Er is nood aan een gezamenlijk beleid. Het VIAA moet een katalysator zijn voor de creatieve economie. Actieve interactie met het archief moet toegelaten zijn voor professioneel gebruik en het brede publiek. Vraag: Voorzien jullie mensen en middelen om te werken aan een volgende migratie? Antwoord: Dit perspectief is heel duidelijk meegenomen in het plan. De oplossing houdt rekening met het aanbieden van de juiste infrastructuur. Er kan op deze problematiek (van toekomstige nog niet gekende dragers) geanticipeerd worden.
8 Publieksmoment Cultuurforum 2020 – 30 mei 2011 – C‐mine Genk