ERCP Maag-Darm-Levercentrum
Beter voor elkaar
2
Inleiding Door middel van deze folder wil het Ikazia Ziekenhuis u informeren over de ERCP die voor u is afgesproken. Hierin wordt omschreven wat een ERCP is en hoe de voorbereiding, de uitvoering en de nazorg van het onderzoek verloopt. Wij adviseren u om deze informatie zorgvuldig te lezen.
Wat is een ERCP? Bij een ERCP wordt een flexibele slang, de endoscoop, via de mond, slokdarm en de maag opgeschoven tot het tweede deel van de twaalfvingerige darm. Daar komen de galwegen en de afvoergang van de alvleesklier via een kleine opening in de darm uit. Door de endoscoop kan deze opening en de omgeving daarvan worden bekeken. Vervolgens wordt een dun slangetje (katheter) door de endoscoop via deze opening in de galwegen en/of de afvoergang van de alvleesklier gebracht. Door de katheter kan dan een contrastvloeistof worden ingespoten waarna een röntgenfoto kan worden gemaakt. Het onderzoek wordt gedaan om afwijkingen aan de galwegen en/of de alvleesklier op te sporen, die uw klachten kunnen veroorzaken. Wanneer bij het onderzoek afwijkingen gevonden worden kunnen deze tijdens het onderzoek eventueel direct behandeld worden. Een voorbeeld hiervan is het insnijden van de galwegopening en het verwijderen van stenen of het plaatsen van een buisje bij een vernauwing of afsluiting van de galwegen.
Voorbereiding op het onderzoek In principe wordt u voor dit onderzoek opgenomen in het ziekenhuis. Indien het onderzoek in de ochtenduren plaatsvindt, dan mag u op de dag van het onderzoek vanaf 12 uur ’s nachts niets meer eten of drinken. Alleen op de ochtend van het onderzoek mag u uw medicijnen, als u die gebruikt, met een slokje water innemen. Indien het onderzoek in de middaguren plaatsvindt, dan mag u tot 8 uur ’s ochtends een licht ontbijt gebruiken (thee of koffie en twee beschuitjes). Daarna mag u niet meer eten. Wel mag u, tot 4 uur voor het onderzoek, nog water, thee en appelsap drinken. U kunt uw medicijnen gewoon innemen. Overleg altijd met uw behandelend arts over het innemen van eventuele medicatie die u gebruikt. 3
Antistollingsmedicijnen Als u antistollingsmedicijnen gebruikt, dient u het onderstaande schema in acht te nemen. Het is belangrijk als u antistollingsmedicijnen gebruikt dit voor het onderzoek te melden aan de specialist die het onderzoek uitvoert. Overleg tevoren met uw behandelend arts of deze medicijnen voor het onderzoek gestaakt mogen worden, u hoort dan ook wanneer u ze weer in mag nemen. Voordat de ERCP verricht wordt, wordt eerst een stollingsonderzoek gedaan om te kijken of uw bloed niet te ‘dun’ is. Op de afdeling krijgt u een infuus in uw rechterarm. Soms wordt voor het onderzoek een antibioticum toegediend om de kans op infecties zo klein mogelijk te maken. Bestaat er een kans dat u zwanger bent, dan mag dit onderzoek niet plaatsvinden. Acenoucoumarol, Sintrom
Minimaal 5 dagen voor het onderzoek stoppen
Fenprocoumon, Marcoumar
Minimaal 10 dagen voor het onderzoek stoppen
Plavix, clopidogrel
5 dagen voor het onderzoek stoppen
Acetylsalicuzuur, aspirine, Carbasalaatcalcium, ascal
Hoeft niet gestopt te worden
Arixtra, fragmin, clexane
Dag van het onderzoek niet gebruiken
Apixaban (Eliquis ), Argatroban (Arganova®), Bivalirudine (Angiox®), Dabrigatran (Pradaxa®), Rivaroxaban (Xarelto®)
2 dagen voor het onderzoek stoppen
®
Diabetes mellitus / suikerziekte Als u diabetes mellitus (suikerziekte) heeft en hiervoor medicijnen gebruikt (tabletten of insuline), kunt u de folder ‘insulinemedicatie aanpassen tijdens nuchter beleid voor gastroscopie’ opvragen met richtlijnen hierover. Deze folder kunt u verkrijgen via de diabetesverpleegkundige, het MDL-centrum of via de secretaresse van uw behandelend arts. Het is belangrijk dat u uw insulinepen, insuline en glucosemeter meeneemt.
4
Pacemaker of ICD Indien u een ICD kastje of een pacemaker heeft, dient u dit vooraf (telefonisch) te melden.
Procedure op de endoscopie-afdeling Voorbereiding Op de afgesproken tijd brengt de verpleegkundige u naar de röntgenafdeling. Hier wordt u door het röntgenpersoneel opgehaald en naar de röntgenkamer gebracht waar het endoscopieteam, bestaande uit 2 endoscopieassistenten en een MDL-arts, klaar staan. Verder wordt een manchet om de arm bevestigd waarmee de bloeddruk wordt gemeten. Ook krijgt u een knijper op de vinger. Hiermee worden het hartritme en het zuurstofgehalte van het bloed geregistreerd. Ook krijgt u een slangetje, met sponsje, een klein stukje in de neus, waardoor extra zuurstof wordt toegediend. Het onderzoek Vlak voor het onderzoek komt het endoscopie-team bij elkaar om aan de hand van een lijst een aantal gegevens te controleren. Dit heet een time out procedure. Het onderzoek wordt uitgevoerd terwijl u op de onderzoektafel op uw buik ligt. Als u een gebitsprothese in heeft vragen we u soms die uit de doen. Als de gebitsprothese stevig vast zit, kan deze vaak blijven zitten. U krijgt een bijtring in de mond om zowel uw tanden als onze endoscoop te beschermen. Vervolgens krijgt u via het infuus de verdoving toegediend. Door deze verdoving kunt u weinig merken van het onderzoek en kan het zijn dat u zich er later vrijwel niets meer van herinnert. Tijdens het inbrengen van de slang, via de mond, wordt u soms gevraagd een slikbeweging te maken. Probeer daarna zo rustig en ontspannen mogelijk te ademen. De endoscoop gaat via de slokdarm en de maag tot in de twaalfvingerige darm en wordt zo voor de uitgang van de galwegen en alvleesklier gebracht. Via de endoscoop wordt een katheter opgeschoven tot in de galwegen en wordt er röntgencontrast gespoten zodat de verschillende afvoergangen zichtbaar worden op röntgenfoto’s. 5
Mogelijke behandelingen Afhankelijk van de eventuele afwijkingen die gevonden worden kunnen de volgende behandelingen worden toegepast: • de opening naar de galwegen kan opengesneden worden, dit heet papillotomie; • eventueel kunnen er dan galstenen uit de galweg verwijderd worden (niet uit de galblaas); • er kan een buisje (endoprothese) geplaatst worden om een vernauwing in de afvoergang op te heffen. Duur van het onderzoek De duur van het onderzoek varieert van 15 minuten tot ruim een uur, afhankelijk van de verrichtingen die plaats moeten vinden. Na het onderzoek Als het onderzoek afgelopen is, wordt u teruggebracht naar de verpleegafdeling. Uw arts vertelt u later de uitslag / bevindingen van het onderzoek. Het eerste uur na het onderzoek mag u niet eten of drinken. Begin na deze tijd voorzichtig met een slokje water. Gedurende zes uur na het onderzoek worden controles bij u uitgevoerd. De polsfrequentie en bloeddruk worden gemeten. Het is wettelijk niet toegestaan om op de dag van het onderzoek zelfstandig aan het verkeer deel te nemen. U mag die dag niet zelf een auto, motorfiets of fiets besturen, u mag ook niet zonder begeleiding met openbaar vervoer of taxi reizen.
Nazorg met betrekking tot de endoprothese Het kan zijn dat het buisje verstopt raakt als u weer thuis bent. Dit uit zich in geelzucht, donkere urine en vaak ook koorts. Bij deze verschijnselen moet u zo snel mogelijk contact opnemen met het Ikazia Ziekenhuis. Het buisje moet dan worden verwisseld. Dit is over het algemeen een eenvoudige ingreep die 15 à 20 minuten duurt. Het gaat op dezelfde manier als de eerste keer.
6
Eventuele bij- of nawerkingen Een ERCP is over het algemeen een veilig onderzoek, maar er kunnen complicaties optreden, afhankelijk ook van welke verrichtingen er plaats vinden. U moet dit eigenlijk vergelijken met de complicaties die kunnen optreden bij een operatie aan de galwegen. De complicaties kunnen als volgt ingedeeld worden: • Ten gevolge van het inslikken van de endoscoop kunt u een gevoelige keel houden de eerste dag na het onderzoek. • Als een patiënt niet nuchter is kan hij/zij zich verslikken in maaginhoud waardoor een luchtweginfectie kan optreden. • Door de procedure kan soms de alvleesklier ontstoken raken. Een dergelijke ‘pancreatitis’ herstelt meestal in een paar dagen, maar kan ook een ernstiger verloop hebben. • Eventueel kan bij het insnijden van de galwegen een bloeding optreden. Meestal is er sprake van beperkt bloedverlies, waarvoor geen aanvullende behandeling nodig is. Soms kan een gat in de darmwand ontstaan. Dit alles vereist een zorgvuldige behandeling. • Grote galwegstenen kunnen soms niet in één keer verwijderd worden. In enkele gevallen is dan nog een aanvullende behandeling noodzakelijk. Over het algemeen geldt dat hoe meer ingrepen er plaatsvinden tijdens de procedure, des te groter de kans op complicaties is . Heeft u vragen of zijn er onduidelijkheden met betrekking tot dit onderzoek of deze folder, dan kunt u dit met de afdelingsarts of uw specialist te allen tijde bespreken.
Telefoonnummers De volgende telefoonnummers zijn voor u van belang als u de arts of het MDL-centrum wilt bereiken. Maandag tot en met vrijdag van 08.15 – 16.30 uur: T 010 297 53 74 (MDL-centrum). Buiten kantooruren: T 010 297 50 00 (vragen naar de dienstdoende arts-assistent Interne Geneeskunde, via de receptioniste) Mocht u thuis nog vragen hebben over het onderzoek, belt u dan naar het MDL-centrum (endoscopie-afdeling), 010 297 53 74. 7
Ikazia Ziekenhuis Montessoriweg 1 3083 AN Rotterdam www.ikazia.nl
ERCP 800179-NL / 2015-09