EG, Artikel 31

Bladzijde: 1/15

Veiligheidsinformatieblad volgens 1907/2006/EG, Artikel 31 datum van de druk: 19.11.2013

Versienummer 1

Herziening van: 19.11.2013

· 1.1 Productidentificatie · Handelsnaam: SYSTISO M 300 · CAS-nummer: 9016-87-9 · 1.2 Relevant geïdentificeerd gebruik van de stof of het mengsel en ontraden gebruik Een van de bestanddelen van polyurethaanproductie. Diisocyanaatmengsels zijn vanwege hun uitzonderlijke reactievermogen belangrijke grondstoffen voor PUR-producten. Met verschillende polyolen en andere hulpstoffen kunnen hiermee constructies met variabele structuur (schuimen) en coatings of kleefstoffen worden geproduceerd. Van de polymeer basisstoffen, zoals PMDI en prepolymeren is er geen blootstellingsscenario opgesteld, want zij vormen uitzonderingen op REACH, In verband hiermee bevelen wij vanwege de veiligheid en de verantwoordelijke omgang dezelfde hantering aan bij PMDI als bij de ingedeelde prepolymeren en MDI's (Indexnummer 615005-00-9) · Gebruiksgebied Componente van Polyurethaanschuim. Alleen voor industrieel gebruik door professionelen. · Toepassing van de stof / van de bereiding Componente van een Polyurethaanschuim · Ontraden gebruik Niet van toepassing. Alleen voor industrieel gebruik door professionelen van de polyurethaanindustrie. · 1.3 Details betreffende de verstrekker van het veiligheidsinformatieblad · Fabrikant/leverancier: SYSTEMHOUSE s.p.r.l. Parc ROYENNE Rue de la Royenne 53 B 7700 MOUSCRON Tel.: +32 56 58 53 90 Fx.: +32 56 58 53 91 [email protected] www.systemhouse.be · Inlichtingengevende sector: Product safety department · 1.4 Telefoonnummer voor noodgevallen: During normal opening times: +32 479 73 32 50

2 Identificatie van de gevaren · 2.1 Indeling van de stof of het mengsel Individuele concentratiegrenswaarden : concentratiebereik % ≥5 Gevarencategorieën Oogirritatie, cat.2 Doelorgaantoxiciteit (STOT), eenmalige blootstelling, cat.3. Huidirritatie, cat. 2 concentratiebereik % ≥0,1 Gevarencategorieën Sens.luchtwegen 1 · Indeling overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 GHS08 gezondheidsgevaar Resp. Sens. 1 H334 K a n b i j i n a d e m i n g a l l e r g i e - o f a s t m a s y m p t o m e n o f ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken. Carc. 2 H351 Verdacht van het veroorzaken van kanker. STOT RE 2 H373 Kan schade aan organen veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling. (Vervolg op blz. 2) BE/NL

37.0

Bladzijde: 2/15


Versienummer 1


Handelsnaam: SYSTISO M 300 (Vervolg van blz. 1)

GHS07 Acute Tox. 4 Skin Irrit. 2 Eye Irrit. 2 Skin Sens. 1 STOT SE 3

H332 H315 H319 H317 H335

Schadelijk bij inademing. Veroorzaakt huidirritatie. Veroorzaakt ernstige oogirritatie. Kan een allergische huidreactie veroorzaken. Kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken.

· Indeling overeenkomstig Richtlijn 67/548/EEG of Richtlijn 1999/45/EG Xn; Schadelijk R20-40-48/20:

Schadelijk bij inademing. Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten. Schadelijk: gevaar voor ernstige schade aan de gezondheid bij langdurige blootstelling bij inademing.

Xn; Sensibiliserend R42/43:

Kan overgevoeligheid veroorzaken bij inademing of contact met de huid.

Xi; Irriterend R36/37/38:

Irriterend voor de ogen, de ademhalingswegen en de huid.

Carc. Cat. 3 · Speciale gevaaromschrijving voor mens en milieu: Vervalt. · 2.2 Etiketteringselementen · Etikettering overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 De stof product is geclassificeerd en geëtiketteerd volgens de CLP-verordening. · Gevarenpictogrammen

GHS07

GHS08

· Signaalwoord Gevaar · Gevaaraanduidende componenten voor de etikettering: difenylmethaandiisocyanaat, isomeren en homologen · Gevarenaanduidingen H332 Schadelijk bij inademing. H315 Veroorzaakt huidirritatie. H319 Veroorzaakt ernstige oogirritatie. H334 Kan bij inademing allergie- of astmasymptomen of ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken. H317 Kan een allergische huidreactie veroorzaken. H351 Verdacht van het veroorzaken van kanker. H335 Kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken. H373 Kan schade aan organen veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling. (Vervolg op blz. 3) BE/NL

37.0

Bladzijde: 3/15


Versienummer 1



· Voorzorgsmaatregelen P260 Stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel niet inademen. P285 Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen. P305+P351+P338 BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen. P321 Specifieke behandeling vereist (zie op dit etiket). P405 Achter slot bewaren. P501 De inhoud en de verpakking verwerken volgens de plaatselijke/regionale/ nationale/internationale voorschriften. · Aanvullende gegevens: Bevat isocyanaten. Kan een allergische reactie veroorzaken. · Gevaaromschrijving: De MDI-analogen voldoen niet aan de criteria met betrekking tot persistente (P) en bioaccumulerende (B), maar wel aan het criterium met betrekking tot de toxische stoffen (T) volgens bijlage XIII van de Verordening 1907/2006/EG. · 2.3 Andere gevaren · Resultaten van PBT- en zPzB-beoordeling · PBT: Niet bruikbaar. · zPzB: Niet bruikbaar.

3 Samenstelling en informatie over de bestanddelen · 3.1 Stoffen · CAS-Nr. omschrijving 9016-87-9 Naam volgens CAS (ENG) Isocyanic Acid, polymethylenepolyphenylene ester. Polyfenylmethaan Polyisocyanaten. · Identificatienummer(s) -

4 Eerstehulpmaatregelen · 4.1 Beschrijving van de eerstehulpmaatregelen · Algemene informatie: Het is mogelijk dat vergiftigingssymptomen pas na vele uren optreden. Om deze reden is medische controle gedurende minstens 48 uur na een ongeval noodzakelijk. · Na het inademen: Veel verse lucht toedienen en voor alle zekerheid een arts raadplegen. Bij bewusteloosheid ligging en vervoer in stabiele zijligging. Mond-op- mond beademing toepassen als de gewonde niet ademt. Onmiddellijk een arts raadplegen. · Na huidcontact: Onmiddellijk met water en zeep afwassen en goed naspoelen. Verontreinigde en volledig doorweekte kleding en schoeisel onmiddellijk uittrekken en als afval behandelen. Huid afwassen met Polyethyleenglycol (PEG) als dit voorhanden is. Bij een reactie op de huid een arts raadplegen · Na oogcontact: De ogen gedurende verscheidene minuten onder stromend water afspoelen terwijl de oogspleet geopend blijft. Bij aanhoudende klachten een dokter raadplegen. (Vervolg op blz. 4) BE/NL

37.0

Bladzijde: 4/15


Versienummer 1



· Na inslikken: Geen braken opwekken. Een arts raadplegen. Het is verboden een bewusteloze patiënt iets toe te dienen via de mond. De mond uitspoelen met water als de gewonde bij bewustzijn komt. · 4.2 Belangrijkste acute en uitgestelde symptomen en effecten Hoofpijn, braakneigingen, ademnood, keelpijn, rode uitslag op de huid. Herhaalde of langdurige aanraking kan gevoeligheid van de huid veroorzaken. Herhaalde of langdurige blootstelling door inademing kan astma veroorzaken. · Informatie voor de arts: Het product irriteert de ademhalingsorganen en kan gevoeligheid aan de huid en de luchtwegen veroorzaken. Behandeling van de primaire syptomen van acute irritatie of een vernauwing van de bronchiën. Vanwege later optredende symptomen moet de gewonde 48 uur onder observatie blijven. · 4.3 Vermelding van de vereiste onmiddellijke medische verzorging en speciale behandeling Afhankelijk van de mate van blootstelling is er een periodiek onderzoak door een arts aan te bevelen.

5 Brandbestrijdingsmaatregelen · 5.1 Blusmiddelen · Geschikte blusmiddelen: Brandblusmaatregelen op omgeving afstemmen. Schuim, kooldioxide of bluspoeder, als er geen ander blusmiddel voorhanden is, kan verneveld en vervolgens overvloedig water worden gebruikt. · Blusmiddelen die uit veiligheidsoogpunt niet geschikt zijn: Sterke waterstraal · 5.2 Speciale gevaren die door de stof of het mengsel worden veroorzaakt Bij brand kunnen de volgende stoffen vrijkomen : kooloxiden (CO, CO2), stikstofoxiden (N0, NO2, enz.), koolwaterstoffen, isocyanaatdampen en waterstofcyanide (blauwzuur) · 5.3 Advies voor brandweerlieden De reactie van water met hete isocyanaten kan zeer sterk zijn. Het verontreinigde water mag niet in waterlopen terechtkomen. Aan brand blootgestelde containers moeten door middel van besproeiïng met water worden gekoeld. · Speciale beschermende kleding: Ademhalingstoestel aantrekken. Brandweerlieden moeten een geschikte beschermende uitrusting dragen en een zelfreddingstoestel met perslucht onder druk met de bijbehorende volledige masker. Ze moeten PVC-schoeisel, veiligheidshandschoenen, een veiligheidshelm en beschermende kledij dragen. · Verdere gegevens Bij brand of ontploffing de rook niet inademen. Brand in het milieu veroorzaakt een toenemende druk en scheurgevaar. Aan brandrisico blootgestelde containers moeten met water worden gekoeld en indien mogelijk van het gevaarlijke terrein verwijderd worden. Bij een reactie met water ontstaat CO2 gas en dit kan leiden tot een gevaarlijk toenemende druk als de verontreinigde containers opnieuw zijn afgesloten. De containers kunnen bij oververhitting ontploffen. Brandgevaarlijkheidscategorie : gematigd brandgevaarlijk.

6 Maatregelen bij het accidenteel vrijkomen van de stof of het mengsel · 6.1 Persoonlijke voorzorgsmaatregelen, beschermde uitrusting en noodprocedures Onmiddellijk in contract treden met het personeel voor noodgevallen. Het gebied ontruimen. Het terrein tegeen de windrichting in verlaten om inademing van dampen te voorkomen. Reiniging kan alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Onbevoegden (Vervolg op blz. 5) BE/NL

37.0

Bladzijde: 5/15


Versienummer 1



moeten worden verwijderd. VOOR ANDERE PERSONEN DAN DE HULPDIENSTEN : Onbevoegden verwijderen. Bevoegde instanties moeten worden geïnformeerd. VOOR DE HULPDIENSTEN : Voor personen die in contact komen met de weggestroomde stof is het gebruik van volledige beschermdende kleding en een ademhalingstoestel verplicht. De voorgeschreven beschermuitrusting moet worden gebruikt (zie rubriek 8) · 6.2 Milieuvoorzorgsmaatregelen: Niet in de riolering/het oppervlaktewater/het grondwater laten terechtkomen. Vermijden dat weggestroomde stof verstrooid raakt of zich uitspreidt. · 6.3 Insluitings- en reinigingsmethoden en -materiaal: Met vloeistofbindend materiaal (zand, bergmeel, zuurbinder, universele binder, zaagmeel) opnemen. Besmet materiaal zoals afval volgens punt 13 verwijderen. Voor voldoende ventilatie zorgen. De weggevloeide stof moet in zand of aarde of geschikt absorptiemiddel worden opgenomen. Voor het juiste effect ong. 30 minuten laten staan. Voor de absorptie geen zaagsel of andere brandbare stof gebruiken. In een vat scheppen dat van boven wordt afgesloten, met het oog op latere reiniging. Het verontreinigde gebied met water dweilen. Passende reinigingsprocedures : de bestanddelen van vloeibare reinigingsstoffen zijn (massa- of volumepercentage) : 1. Reinigingsstof : - natriumcarbonaat 5-10% - vloeibaar wasmiddel 0,2-2 % - water : aanvullen tot 100 % 2. Reinigingsstof : - geconcentreerde ammoniakoplossing 3-8% - vloeibaar wasmiddel 0,2-2% - water : aanvullen tot 100% Reinigingsstof 1 reageert minder goed maar is milieuvirendelijker dan reinigingsstof 2 Reinigingsstof 2 bevat ammoniak wat gevaarlijk is voor de gezondheid. · 6.4 Verwijzing naar andere rubrieken Informatie inzake veilig gebruik - zie hoofdstuk 7. Informatie inzake persoonlijke beschermingsuitrusting - zie hoofdstuk 8. Informatie inzake berging - zie hoofdstuk 13.

7 Hantering en opslag · 7.1 Voorzorgsmaatregelen voor het veilig hanteren van de stof of het mengsel Voor goede ventilatie/afzuiging op de werkplaatsen zorgen. Aërosolvorming vermijden. Zorg ervoor dat de grenswaarden van beroepsmatige hygiëne niet worden overschreden. Luchtafzuiging wordt aangeraden als de werknemers rechtstreeks in contact komen met het product. · Informatie m.b.t. brand- en ontploffingsgevaar: Geen bijzondere maatregelen noodzakelijk. · 7.2 Voorwaarden voor een veilige opslag, met inbegrip van incompatibele producten · Opslag: · Eisen ten opzichte van opslagruimte en tanks: Opslaan volgens de locale regelgeving. Opslag is mogeijk in een eigen container, verwijderd van rechtstreeks licht, op een droog, koel, goed geventileerd gebied, en verwijderd van incompatibele stoffen, etenswaren en dranken. Opslag is tot aan het gebruik mogelijk in goed afgesloten en afgedichte metalen vaten; Geopende conainers moeten zorgvuldig opnieuw worden afgesloten en om lekken te voorkomen in verticale houding worden opgeslagen. Het is verboden de stof op te slaan in containers zonder etiket. om (Vervolg op blz. 6) BE/NL

37.0

Bladzijde: 6/15


Versienummer 1



milieuverontreiniging te voorkomen, moet een geschikte container worden gebruikt; Geschikte containermaterialen : staal, roestvrij staal. Incompatiele containermaterialen : koper, koperlegeringen en gagalvaniseerde oppervlakken. · Informatie m.b.t. gezamenlijke opslag: Zorg ervoor dat er geen risico is, in geval van lekken, voor contact met reagerende stoffen zoals polyolen, water, enz. · Verdere inlichtingen over eisen m.b.t. de opslag: Tanks ondoordringbaar gesloten houden. · 7.3 Specifiek eindgebruik Geen verdere relevante informatie verkrijgbaar.

8 Ma a tr e ge l e n te r be he e r s i ng v a n bl oots te l l i ng/ pe r s oonl i j k e bescherming · Aanvullende gegevens m.b.t. de inrichting van technische installaties: Geen aanvullende gegevens. Zie 7. · 8.1 Controleparameters · Bestanddelen met grenswaarden die m.b.t. de werkruimte in acht genomen moeten worden: Vervalt. · DNEL’s Werknemers : Acute/kortstondige blootstelling - systematische effecten (huid) DNEL 50 mg/kg lg/dag Acute/kortstondige blootstelling - systematische effecten (inademing) DNEL 0,1 mg/m³ Acute/kortstondige blootstelling - locale effecten (huid) DNEL 28,7 mg/cm² Acute/kortstondige blootstelling - locale effecten (inademing) DNEL 0,1 mg/m³ Langdurige blootstelling - systematische effecten (inademing) DNEL 0,05 mg/m³ Langdurige blootstelling - systematische effecten (huid) Niet van toepassing Acute/kortstondige blootstelling - locale effecten (inademing) DNEL 0,05 mg/m³ Acute/kortstondige blootstelling - locale effecten (huid) Niet van toepassing Bevolking : Acute/kortstondige blootstelling - systematische effecten (huid) DNEL 25 mg/kg lg/dag Acute/kortstondige blootstelling - systematische effecten (inademing) DNEL 0,05 mg/m³ Acute/kortstondige blootstelling - systematische effecten (via de mond) DNEL 20 mg/kg lg/dag Acute/kortstondige blootstelling - locale effecten (huid) DNEL 17,2 mg/cm² Acute/kortstondige blootstelling - locale effecten (inademing) DNEL 0,05 mg/m³ Langdurige blootstelling - systematische effecten (inademing) DNEL 0,025 mg/m³ Langdurige blootstelling - systematische effecten (huid) Niet van toepassing Langdurige blootstelling - systematische effecten (via de mond) Niet van (Vervolg op blz. 7) BE/NL

37.0

Bladzijde: 7/15


Versienummer 1



toepassing Langdurige blootstelling - locale effecten (inademing) 0,025 mg/m³ Langdurige blootstelling - locale effecten (huid) toepassing Langdurige blootstelling - locale effecten (via de mond) toepassing

DNEL Niet van Niet van

PNEC water (zoetwater) 1 mg/l PNEC water (zeewater) 0,1 mg/l PNEC water (variabele uitstoot) 10 mg/l PNEC STP 1 mg/l PNEC bezinksel : aangezien PMDI een reactie aangaat met water, moet de aanraking van water en PMDI strikt worden gecontroleerd. Daarnaast polymeriseert PMDI in aanwezigheid van water en dus is naar alle waarschijnlijkheid blootstelling aan PMDI-bezinksel te verwaarlozen. PNEC-bezinksel met betrekking tot PMDI kan niet worden afgeleid. PNEC bodem 1 mg/kg bodem (droog gewicht) PNEC oraal : er zijn geen gegevens beschikbaar over het orale effect van PMDI bij vogels. Blootstelling van vogels is niet te verwachten, en door dierproeven verkregen gegevens laten zien dat de orale tosiciteit van PMDI laag is. · Aanvullende gegevens: Als basis dienden lijsten die bij opstelling geldig waren. · 8.2 Maatregelen ter beheersing van blootstelling · Persoonlijke beschermingsvoorzieningen: · Algemene beschermings- en gezondheidsmaatregelen: Verwijderd houden van eet- en drinkwaren. Verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken. Vóór de pauze en aan het einde van werktijd handen wassen. Aanraking met de ogen en de huid vermijden. · Ademhalingsbescherming: Bij korte of geringe belasting ademfiltertoestel; bij intensieve resp. langdurige expositie een van de omringende lucht onafhankelijk ademhalingstoestel gebruiken. · Handbescherming:

Veiligheidshandschoenen

Het handschoenmateriaal moet ondoorlatend en bestand zijn tegen het product / de stof / de bereiding. Op grond van falende testen kan geen aanbeveling voor handschoenmateriaal voor het product / de bereiding / het chemicaliënmengsel afgegeven worden. Kies handschoenmateriaal rekening houdend met de penetratietijden, de permeatiegraden en de degradatie. (Vervolg op blz. 8) BE/NL

37.0

Bladzijde: 8/15


Versienummer 1



veiligheidshandschoenen chemicaliënbestendig (EN374) Butylrubber dikte ≥0,5 mm, doorbraaktijd ≥480 min. Gechloreerd polyethyleen polyethyleen gelaagd ethyl vinyl acohollaminaat (EVAL) Polychloropreen (Neopreen) (CR), dikte ≥0,5mm, doorbraaktijd ≥480 min. Nitril/butadieenrubber (NBR) dikte ≥0,35 mm doorbraaktijd ≥480 mm Polyvinylchloride (PVC) Bij herhaalde aanrak ing : aanbevolen worden veiligheids handschoenen v an beschermingsklasse 5 of hoger Beschermend schoeisel (EN20346) en gesloten werkkledij ! · Handschoenmateriaal De keuze van een geschikte handschoen is niet alleen afhankelijk van het materiaal, maar ook van andere kwaliteitskenmerken en verschilt van fabrikant tot fabrikant. zie hierboven · Doordringingstijd van het handschoenmateriaal De precieze penetratietijd kunt u te weten komen bij de handschoenfabrikant; houd er rekening mee. zie hierboven · Oogbescherming:

Nauw aansluitende veiligheidsbril

· Lichaamsbescherming: Bescherming van de ademhalingswegen : Ademhalingstoestel met volledig gasmasker. Ademhalingstoestellen die gebruikt worden voor bescherming kunnen worden voorzien van een filter van het type A tegen organische gassen, en op plaatsen waar ook stof of aerosol ontstaat, ten minste met een A/P2 filter Het is verboden op de werkvloer te eten, te drinken, te roken. Verontreinigde kledij onmiddellijk ujittrekken.

9 Fysische en chemische eigenschappen · 9.1 Informatie over fysische en chemische basiseigenschappen · Algemene gegevens · Voorkomen: Vast Vorm: Donkerbruin Kleur: · Reuk: Karakteristiek · Geurdrempelwaarde: Niet bepaald. · pH-waarde:

Niet bepaald.

· Toestandsverandering Smeltpunt/smeltbereik: Kookpunt/kookpuntbereik:

<0 °C 301 °C

· Vlampunt:

201 °C

· Ontvlambaarheid (vast, gasvormig):

Niet bruikbaar. (Vervolg op blz. 9) BE/NL

37.0

Bladzijde: 9/15


Versienummer 1



· Ontstekingstemperatuur:

>200 °C

· Ontbindingstemperatuur:

Niet bepaald.

· Zelfonsteking:

> 600 °C

· Ontploffingsgevaar:

Het produkt is niet ontploffingsgevaarlijk.

· Ontploffingsgrenzen: Onderste: Bovenste:

geen Vol % geen Vol %

· Dampspanning bij 20 °C:

<0,00001 hPa

· Dichtheid bij 20 °C:

1,23 g/cm³

· Stortgewicht bij 20 °C: · Relatieve dichtheid · Dampdichtheid · Verdampingssnelheid

1230 kg/m³ Niet bepaald. Niet bepaald. Niet bepaald.

· Oplosbaarheid in/mengbaarheid met Water:

n g/l (niet van toepassing)

· Verdelingscoëfficiënt (n-octanol/water): Niet bepaald. · Viscositeit Dynamisch: Kinematisch: Organisch oplosmiddel: · 9.2 Overige informatie

Niet bepaald. Niet bepaald. 0,0 % niet van toepassing. Volgens bijlage VII kolom 2 van REACH is geen onderzoek nodig naar oppervlaktespanning of granulometrie. Voorts geen v oors chriften v olgens REACH ivm oplosbaarheid in organische oplosmiddelen/vet, redoxpotentiaal. Dissociatieconstante : volgens bijlage IX, kolom 2 van REACH geen onderzoek uit te voeren.

10 Stabiliteit en reactiviteit · 10.1 Reactiviteit De stof kan een reactie aangaan met water,zuren,alcohol,aminen, basen en oxiderende stoffen · 10.2 Chemische stabiliteit In organische oplosmiddelen : Alle MDI-isomeren en - vormen zijn zeer instabiel in het oplosmiddel Dimethylsulfoxide (DMSO), het watergehalte van DMSO verhoogt de afbraak. MDI is veel stabieler in het oplosmiddel ethyuleen-glycolmethyleter (EGDE) · Thermische afbraak / te vermijden omstandigheden: Geen afbraak bij gebruik volgens voorschrift. · 10.3 Mogelijke gevaarlijke reacties Met koud of warm (>50 °C) water verloopt de reactie langzaam, met kokend water of damp is de reactie sneller en veroorzaakt deze naast het ontstaan van kooldioxide een toenemende druk. Met zuren, alcohol, aminen, bases en oxiderende stoffen veroorzaakt de reactie brand en is deze ontploffingsgevaarlijk. · 10.4 Te vermijden omstandigheden Hoge temperaturen , vocht, sterke zonneninstraling (Vervolg op blz. 10) BE/NL

37.0

Bladzijde: 10/15


Versienummer 1



· 10.5 Chemisch op elkaar inwerkende materialen: Water, zuren, alcoholen, aminen, bases en oxiderende stoffen · 10.6 Gevaarlijke ontledingsproducten: In het geval van opslag en hantering conform de voorschriften /instructies zijn er geen gevaarlijke ontledingsproducten.

11 Toxicologische informatie · 11.1 Informatie over toxicologische effecten · Acute toxiciteit: · Indelingsrelevantie LD/LC50-waarden: 9016-87-9 difenylmethaandiisocyanaat, isomeren en homologen Oraal LD50 >5000 mg/kg (rat) · Primaire aandoening: · op de huid: Prikkelt de huid en de slijmvliezen. Huidcorrosie/huidirritatie : categorie 2 Irriterend bij konijnen · aan het oog: Prikkeling Ernstig oogletsel/irritatie : categorie 2B niet irriterend bij konijnen (kruisverwijzing naar 4,4-methyleen-dyfenyl-diisocyanaat - CAS 101-68-8) De beschikbare gegevens uit dierproeven onderbouwen de indeing van MDI als irriterend voor het oog niet. Maar samen met de rapporten over beroepsmatige gevallen waarin symptomen van oogirritatie worden gemeld, moet MDI officieel als irriterend voor het oog worden ingedeeld. · Overgevoeligheid: Kan overgevoeligheid veroorzaken bij inademing. Kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Dierproeven en effecten op de mens dienen als bewijs dat MDI een mogelijke bron is voor gevoeligheid aan de huid en de luchtwegen. Dierproeven tonen aan dat MDI een zeer sterk allergene stof is. Rapporten met betrekking tot effecten op de mens hebben het voorkomen van allergische huidonsteking uitgewezen bij blootstelling aan MDI. Sensibilisatie van de luchtwegen : sensibilisatie van de luchtwegen 1 sensibilisatie van de huid : sensibilisatie van de huid 1 Sensibilisatie bij ratten. · Aanvullende toxicologische informatie: Carcinogeniteit : carcinogene cat. 2 Ratten (inademing) NOAEC = 0,2 mg/m³ (toxiciteit) NOAEC = 1 mg/m³ (carcinogeniteit) NOAEC = 6 mg/m³ (carcinogeniteit) Mutageniteit : niet ingedeeld in een gevarenklasse Reproductieve toxiciteit : niet ingedeeld in een gevarenklasse Ontwikkelingstoxiciteit : bij MDI is er geen toxiciteit in verband met de ontwikkeling. Ratten NOAEL = 4 mg/m³ (toxiciteit bij moeder en embryo) NOAEL = 12 mg/m³ (teratogeniciteit) Doelorgaantoxiciteit na eenmalige blootstelling (STOT SE) : STOT eenm. 3 (Kruisverwijzing naar 4,4-methyleen-difenyl-diisocyanaat - CAS 101.68.8) Doelorgaantoxiciteit bij herhaaldelijke blootstelling (STOT RE) : STOT herh. 2 Ratten (inademing) NOAEC = 0,2 mg/m³ ( 2 jaar) LOAEC = 1,0 mg/m³ Aspitatiegevaar : geen indeling vanwege ontbrekende gegevens (Vervolg op blz. 11) BE/NL

37.0

Bladzijde: 11/15


Versienummer 1



Toxicokinetica (absorptie, stofwisseling, oplossing en zuivering) (kruisverwijzing naar 4,4-methyleen-difenyl-diisocyanaat - CAS 101.68.8) Bij blootstelling via de mond : geen informatie beschikbaar over de toxicokinetische effecten van MDI bij blootstelling via de mond bij dieren. Dermale blootstelling : er was geen sprake van opname van radioactiviteit via de menselijke huid bij voortdurende blootstelling gedurende 54 uren, slechts een kleine hoeveelheid (max. 0,23% vande gebruikte dosis) radioactiviteit werd via de huid opgenomen bij experimenten met ratten en cavia's. Bij een groot deel van de toegepaste MDI-equivalenten werd vastgesteld dat deze met de huid in aanraking mogen komen. Blootystelling bij inademing : wat betreft blootstelling bij inademing zijn goede en betrouwbare gegevens beschikibaar op grond van de resultaten met betrekking tot de verdeling/uitscheiding bij dierproeven. De uitscheiding van de meeste doses die via de organen bereikbaar waren, gebeurde via de gal en een kleinere hoeveelheid via de urine. Genetische toxiciteit : niet ingedeeld in een gevarenklasse. · CMR-effecten (kankerverwekkendheid, mutageniteit en giftigheid voor de voortplanting) Carc. 2

12 Ecologische informatie · 12.1 Toxiciteit · Aquatische toxiciteit: Geen verdere relevante informatie verkrijgbaar. · 12.2 Persistentie en afbreekbaarheid Geen verdere relevante informatie verkrijgbaar. · Verdere informatie: Kortdurende toxiciteit bij vissen : zoetwatervissen LC50 > 1000 mg/l (96h) Langdurige toxiciteit bij vissen : vrijstelling van de overlegging van gegevens. Volgens bijlage IX kolom 2 van REACH moet er een voorstel worden gedaan voor een toxicologisch langetermijnonderzoek, als de chemische veiligheidsbeoordeling volgens bijlage I aangeeft dat er nader onderzoek nodig is naar de effecten op waterorganismen. MDI hydroliseert snel in wateroplossingen. Desondanks is MDI wateafstotend en lost het moeilijk op in water en dus verloopt de heterogene reactie ervan met water en in de bodem minder snel. Het voornaamste product van dergelijke reacties is onoplosbare polycarbamide. Alle MDI's worden in een gesloten systeem geproduceerd. De vorming van onoplosbare polycarbamiden zou tot slijtageproblemen en de afsluiting van de kleppen en pijpleidingen leiden. Daarom is de uitstoot van MDI in afvalwater niet toegestaan. De uitstoot in de bodem en bezinksel is niet waarschijnlijk. Daarnaast zijn op grond van de gemeten emissiegegevens die door de fabrikanten en verwerkers zijn geleverd, met inbegrip van fabrikanten van polyurethaan, met behulp van het EUSES-programma de PEC-waarden berekend. De juiste PEC/PNEC-gegevens zijn lager dan 1. Met het oog op de wetenschappelijke- en blootstellingsargumenten lijkt het correct om af te zien van toxicologische langetermijnonderzoeken bij vissen/planten/de bodem en bezinksel. Kortdurende toxiciteit bij ongewervelde waterdieren : ongewervelde zoetwaterdieren EC50/LC50 >1000 mg/l (24h) Langdurige toxiciteit bij ongewervelde waterdieren : ongewervelde zoetwaterdieren EC10/LC10 of NOEC = 10 mg/l (21 dagen) Toxiciteit bij zoetwateralgen en cyanobacterieën: zoetwateralgen EC50/LC50 >1640 mg/l (72 h) Toxiciteit bij zoetwaterplanten (behalve algen) : vrijstelling van de overlegging van gegevens, wordt niet voorgeschreven door de bijlagen van REACH. Er bestaat echter een mesocosmos (land) studie bij PMDI waarin de toxiciteit van macrofieten (Potamogeton crispus en Zannichellia palustris) wordt beoordeeld. Bij een dosering van 1000 en 10000 mg/l kon geen toxiciteit worden waargenomen. Bijna 100% vande stof was in het bezinksel (Vervolg op blz. 12) BE/NL

37.0

Bladzijde: 12/15


Versienummer 1



te vinden als verharde stof. Toxiciteit bij micro-organismen :

EC50/LC50 > 100 mg/l (3h)

Toxiciteit bij andere zoetwaterorganismen : informatie is niet beschikbaar en is niet voorgeschreven door REACH Bezinkseltoxiciteit : vrijstelling van de overlegging van gegevens Toxiciteit op het land Toxicologische gegevens met betrekking tot macro-organismen in de bodem, met uizondering van geleedpotigen : Eisenia fetida EC50>1000 mg/kg bodem droog gewicht (14 dagen) Toxicologische gegevens met betrekking tot geleedpotigen op het land : vrijstelling van de overlegging van gegevens, wordt niet voorgeschreven door REACH Toxiciteit met betrekking tot planten op het land : Avena sativa EC50 > 1000 mg/kg bodem droog gewicht (14 dagen) Lactuca sativa EC50 > 1000 mg/kg bodem droog gewicht (14 dagen) Toxicologische gegevens met betrekking tot micro-organismen in de bodem : vrijstelling van overlegging van gegevens. Toxiciteit voor vogels en zoogdieren : vrijstelling van de overlegging van gegevens Toxiciteit voor ander organismen : vrijstelling van de overlegging van gegevens, wordt niet voorgeschreven door REACH Conclusie met betrekking tot de indeling : Gevaarlijk voor de aquatische omgeving (acuut) : NIET ingedeeld in een gevarenklasse. Gevaarlijk voor de aquatische omgeving (chronisch) : NIET ingedeeld in een gevarenklasse · 12.3 Bioaccumulatie Vrijstelling van de overlegging van gegevens · 12.4 Mobiliteit in de bodem Adsorptie/desorptie : Vrijstelling van de overlegging van gegevens. · Aanvullende informatie: Persistentie en Afbreekbaarheid : Fototransformatie in de lucht : halveringstijd (DT50) : 0,92 dagen (kruisverwijzing naar 4,4-methyleen-difenyl-diisocyanaat, CAS 101.68.8) Hydrolyse : bij de reactie van MDI met water onstaat er vooral neutrale polycarbamide. halveringstijd (DT50° : 20h(25 ° C) reactiesnelheid van de hydrolyse : 0,5-1h (kruisverwijzing naar oligomeer MDI - CAS 32055-14-4) Fototransformatie in water : geen informatie beschikbaar Biodegradatie in water : geen biodegradatie waargenomen onder experimentele omstandigheden. Biodegradate in water en in bezinksel : vrijstelling van de overlegging van gegevens. · Verdere ecologische informatie: · Algemene informatie: Gevaar voor water klasse 3 (D) (Zelfclassificatie): gevaar voor water groot (Vervolg op blz. 13) BE/NL

37.0

Bladzijde: 13/15


Versienummer 1



Niet lozen in grondwater, oppervlaktewater of riolering, ook niet in kleine hoeveelheden. Gevaar voor drinkwater zelfs bij het uitlopen van zeer geringe hoeveelheden in de ondergrond. · 12.5 Resultaten van PBT- en zPzB-beoordeling Kruisverwijzing naar 4,4 methyleen-difenyl-diisocyanaat-CAS 101.68.8) Resultaat voor het P criterium : op grond van biodegradatieonderzoeken is PMDI niet biodegraderend. Op grond van experimenten met de halveringstijd van hydrolyse en indirecte fotolyse is niet te verwachten dat PMDI persistent is voor het milieu, en dus identificeren we het niet als P. Motivering bij de benadering van de categorie samenvattend : geen enkele MDI-analoge stof valt in de categorie persistent (P) Resultaat voor het B criterium : Hoewel bij MDI een hogere log Pow-waarde (4,51) werd gemeten , toont het volledige onderzoek naar bioaccumulatie bij 4,4'MDI aan dat het vioaccumulatieve potentieel ervan zeer laag is. Op grond van de snelle hydrolyse en aangezien milieublootstelling van de stof niet waarschijnlijk of zeer laag is, doet de mogelijheid voor bioaccumulatie zich niet voor. 4,4'MDI voldoet niet aan de vereisten van het B - criterium en wordt niet als B geïdentificeerd. Resultaat voor het T-criterium : de onderzochte concentraties bevonden zich boven de oplosbaarheid in water van de MDI stoffen (7,5 mg/l). Ofschoon de grens van de oplosbaarheid in water van MDI hoger is dan voorgeschreven bij het T-criterium, kunnen we op grond van de onderzoeken naar watertoxicitiet toch niet identificeren als T. Aangezien volgens bijlage 1 van 67/548/EEG de indeling Xn,R48 is, wijst dit autometisch op het T criterium. De indeling van MDI valt dus onder het criterium T,toxisch. · PBT: Niet bruikbaar. · zPzB: Niet bruikbaar. · 12.6 Andere schadelijke effecten PMDI heeft naar verwachting geen invloed op de wereldwijde opwarming, de verdunning van de ozonlaag in de stratosfeer of de ophoping van ozon in de troposfeer.

13 Instructies voor verwijdering · 13.1 Afvalverwerkingsmethoden · Aanbeveling: Mag niet tesamen met huisvuil gestort worden of in de riolering terechtkomen. Onbruikbaar geworden product en voor opslag van heet product onbruikbare, verontreinigde vaten moeten als gevaarlijk afval worden gehanteerd, overeenkomstig de Europese- en regionale regelgeving met betrekking tot gevaarlijk afval. Code Europese Afvalcatalogus (EWC) : 08 05 01 Behandeling van het product/de verpakking : Verontreinigde verpakking moet zo grondig mogelijk moeten worden geleegd. Daarna kan deze worden aangeboden voor hergebruik. Verpakking die is ontdaan van de inhoud met behulp van de daartoe geschikte reinigingsprocedure (vb. stomen, behandelen met afwasmiddel, enz.) is geen gevaarlijk afval. Afvalverwerkingsmogelijkheden : kan worden verbrand in een geschikte verbrandingsinstallatie, met inachtneming van de voorschriften van de plaatselijke instanties. · Afvalstof-sleutelnummer: Code Europese Afvalcatalogus (EWC) : 08 05 01 (Vervolg op blz. 14) BE/NL

37.0

Bladzijde: 14/15


Versienummer 1



· Niet gereinigde verpakkingen: · Aanbeveling: zie hierboven

14 Informatie met betrekking tot het vervoer · 14.1 VN-nummer · ADR, ADN, IMDG, IATA

geen gevaarlijk product Niet van toepassing

· 14.2 Juiste ladingnaam overeenkomstig de modelreglementen van de VN · ADR niet van toepassing · ADN, IMDG, IATA Niet van toepassing · 14.3 Transportgevarenklasse(n) · ADR, ADN, IATA · klasse

Niet van toepassing

· IMDG · Class · Label

Niet van toepassing geen gevaarlijk product

· 14.4 Verpakkingsgroep: · ADR, IMDG, IATA

geen gevaarlijk product Niet van toepassing

· 14.5 Milieugevaren: · Marine pollutant:

Neen

· 14.6 Bijzondere voorzorgen voor de gebruiker · EMS-nummer:

Niet bruikbaar. geen

· 14.7 Vervoer in bulk overeenkomstig bijlage II bij MARPOL 73/78 en de IBCniet kenmerkend code · VN "Model Regulation":

-

15 Regelgeving · 15.1 Specifieke veiligheids-, gezondheids- en milieureglementen en -wetgeving voor de stof of het mengsel · SZW-lijst van kankerverwekkende stoffen De stof is niet aanwezig. · SZW-lijst van mutagene stoffen De stof is niet aanwezig. · NIET-limitatieve lijst van voor de voortplanting giftige stoffen - Vruchtbaarheid De stof is niet aanwezig. · NIET-limitatieve lijst van voor de voortplanting giftige stoffen - Ontwikkeling De stof is niet aanwezig. · NIET-limitatieve lijst van voor de voortplanting giftige stoffen - Borstvoeding De stof is niet aanwezig. (Vervolg op blz. 15) BE/NL

37.0

Bladzijde: 15/15


Versienummer 1



· Etikettering overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 De stof product is geclassificeerd en geëtiketteerd volgens de CLP-verordening. · Gevarenpictogrammen

GHS07

GHS08

· Signaalwoord Gevaar · Gevaaraanduidende componenten voor de etikettering: difenylmethaandiisocyanaat, isomeren en homologen · Gevarenaanduidingen H332 Schadelijk bij inademing. H315 Veroorzaakt huidirritatie. H319 Veroorzaakt ernstige oogirritatie. H334 Kan bij inademing allergie- of astmasymptomen of ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken. H317 Kan een allergische huidreactie veroorzaken. H351 Verdacht van het veroorzaken van kanker. H335 Kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken. H373 Kan schade aan organen veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling. · Voorzorgsmaatregelen P260 Stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel niet inademen. P285 Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen. P305+P351+P338 BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen. P321 Specifieke behandeling vereist (zie op dit etiket). P405 Achter slot bewaren. P501 De inhoud en de verpakking verwerken volgens de plaatselijke/regionale/ nationale/internationale voorschriften. · 15.2 Chemischeveiligheidsbeoordeling: Een chemische veiligheidsbeoordeling is niet uitgevoerd.

16 Overige informatie Deze gegevens zijn gebaseerd op de huidige stand van onze kennis. Zij beschrijven echter geen garantie van produkteigenschappen en vestigen geen contractuele rechtsbetrekking. · Blad met gegevens van de afgifte-sector: Product safety department · Contact-persoon: Mr. Schedin · Afkortingen en acroniemen: ADR: Accord européen sur le transport des marchandises dangereuses par Route (European Agreement concerning the International Carriage of Dangerous Goods by Road) IMDG: International Maritime Code for Dangerous Goods IATA: International Air Transport Association GHS: Globally Harmonized System of Classification and Labelling of Chemicals CAS: Chemical Abstracts Service (division of the American Chemical Society) DNEL: Derived No-Effect Level (REACH) LC50: Lethal concentration, 50 percent LD50: Lethal dose, 50 percent BE/NL

37.0

EG, Artikel 31

Recommend Documents