GEBRUIKERSGIDS
Richtlijn 2005/36/EG
Alles wat u wilt weten over de erkenning van beroepskwalificaties
66 VRAGEN 66 ANTWOORDEN
Dit document is voor informatiedoeleinden opgesteld. Noch de Commissie, noch haar diensten, zijn verantwoordelijk voor de inhoud.
1
INHOUDSOPGAVE Paginanummer INLEIDING ................................................................................................................................ 6 EEN BURGERRECHT IN EUROPA................................................................................... 6 WAAR VINDT U AANVULLENDE INFORMATIE? ....................................................... 7 I. IS RICHTLIJN 2005/36/EG VAN TOEPASSING OP U? ............................................... 7
II.
1)
Wilt u werken of studeren in een andere lidstaat? ................................................ 8
2)
Welk beroep wilt u uitoefenen? ............................................................................ 8
3)
Wat is uw nationaliteit?......................................................................................... 8
4)
Is de richtlijn op u van toepassing als u onderdaan bent van een derde land? ...... 9
5)
In welk land wilt u dat uw beroepskwalificatie wordt erkend?........................... 10
6)
In welk land hebt u uw beroepskwalificatie verkregen? ..................................... 10
7)
Hoe weet u of u uw beroepskwalificatie in een lidstaat of in een derde land hebt verkregen? ........................................................................................... 11
8)
Is de richtlijn van toepassing als u een opleiding op afstand of bij een vrijgestelde vestiging hebt gevolgd? ................................................................... 12
9)
Is het beroep dat u in een andere lidstaat wilt uitoefenen, aldaar gereglementeerd (ontvangende lidstaat)?............................................................ 12
10)
Wat gebeurt er als het beroep dat u wilt uitoefenen niet is gereglementeerd in de ontvangende lidstaat? ................................................................................. 13
11)
Is het gereglementeerde beroep dat u wilt uitoefenen wel hetzelfde als het beroep waarvoor u bent gekwalificeerd?....................................................... 13
12)
Is het beroep dat u wilt uitoefenen of de opleiding voor dat beroep in uw eigen lidstaat gereglementeerd? .................................................................... 14
WELKE VOORSCHRIFTEN VAN RICHTLIJN 2005/36/EG ZIJN OP UW GEVAL VAN TOEPASSING? ....................................................................................... 14 13)
Wilt u tijdelijk een professionele activiteit in een andere lidstaat verrichten of wilt u zich er permanent vestigen? ...................................................................... 14
A. TIJDELIJKE DIENSTVERRICHTING ................................................................ 15 A.1 Gemeenschappelijke voorschriften.......................................................................... 15 14)
Aan welke voorwaarden dient u te voldoen om gebruik te kunnen maken van het stelsel voor het verrichten van diensten? .................................... 15
15)
Wat betekent "op wettige wijze gevestigd zijn"?................................................ 16
16)
Moet u een melding doen? .................................................................................. 16
17)
Hoe komt u te weten of (en zo ja, bij welke autoriteit) u een melding behoort te doen? .................................................................................................. 17
2
18)
Welke gegevens dient u te vermelden in uw melding? ....................................... 17
19)
Naar welke gegevens mag u niet worden gevraagd? .......................................... 18
20)
Welke documenten kan men u vragen te overleggen samen met de melding?... 18
21)
Kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat eisen dat u de oorspronkelijke documenten of gewaarmerkte kopieën levert?.................................................... 19
22)
Moeten alle documenten zijn vertaald en alle vertalingen zijn gewaarmerkt? ... 19
A.2 Algemeen stelsel....................................................................................................... 20 23)
Hoe snel kunt u uw werkzaamheden uitoefenen na indiening van w melding? .......................................................................................................... 20
A.3 Afwijkend stelsel, van toepassing als uw beroep een risico voor de openbare veiligheid of voor de volksgezondheid inhoudt..................................................... 20 24)
Is het antwoord op vraag 23 op alle gevallen van toepassing? ........................... 20
25)
Welke beroepen brengen een risico voor de volksgezondheid of de openbare veiligheid met zich mee? ..................................................................... 20
26)
Gaat het ook om sectorale beroepen?.................................................................. 20
27)
Wordt er bij elke gelegenheid gecontroleerd?..................................................... 21
28)
Indien uw kwalificaties worden gecontroleerd, dient u dan aanvullende gegevens en/of documenten te verstrekken? ....................................................... 21
29)
Welke beslissing kan de bevoegde autoriteit nemen? ......................................... 21
30)
Welke aanvullende maatregel kan de bevoegde autoriteit u opleggen en in welke gevallen?............................................................................................... 22
31)
Binnen welke termijn dient de bevoegde autoriteit een beslissing te nemen? .... 22
32)
Wat gebeurt er als de bevoegde autoriteit niet binnen de gestelde termijn reageert? .............................................................................................................. 23
A.4 Uitoefeningsvoorschriften....................................................................................... 23 33)
Aan welke voorschriften moet u zich houden bij de uitoefening van uw werkzaamheden? ................................................................................................. 23
34)
Van welke voorschriften bent u vrijgesteld?....................................................... 23
B.
VESTIGING ............................................................................................................ 24
B.1 Van toepassing op alle beroepen ............................................................................ 24 35)
Bij wie moet u uw aanvraag voor erkenning indienen? ...................................... 24
36)
Welke documenten kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar u wilt werken, u vragen te overleggen?......................................................................... 24
36. a.
Documenten betreffende alle beroepen............................................................... 24
36.b.
Documenten die uitsluitend van toepassing zijn op sectorale beroepen............. 25
36.c.
Documenten die uitsluitend van toepassing zijn op beroepen die vallen onder ambachten, industrie en handel ................................................................ 26 3
36.d.
Documenten die uitsluitend van toepassing zijn op beroepen die vallen onder het algemeen stelsel ................................................................................. 26
37)
Kunt u zelf aanvullende documenten leveren en is dit wenselijk? ..................... 27
38)
Kan de autoriteit eisen dat u de oorspronkelijke documenten of gewaarmerkte kopieën levert?............................................................................. 27
39)
Moeten alle documenten worden vertaald?......................................................... 27
40)
Binnen welke termijn moet uw aanvraag voor erkenning zijn behandeld? ........ 28
41)
Wat zijn uw rechten als de erkenning u wordt verleend?.................................... 28
B. 2 Sectorale beroepen................................................................................................... 28 42)
Hoe verloopt de beoordeling van uw aanvraag? ................................................. 29
43)
Aan welke voorwaarden moet u voldoen voor automatische erkenning?........... 29
-
Arts, verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, tandheelkundige, dierenarts en apotheker........................................................................................ 29
-
Verloskundige ..................................................................................................... 29
-
Architect .............................................................................................................. 30
44)
Hebt u recht op automatische erkenning als u uw kwalificatie hebt verworven vóór de toetreding van uw land tot de EU?....................................... 31
-
Arts, verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, tandheelkundige, dierenarts, verloskundige en apotheker ............................................................... 31
-
Architect .............................................................................................................. 31
45)
Welke erkenningsprocedure is van toepassing indien u geen automatische erkenning kan worden verleend?......................................................................... 32
B.3 Beroepen die vallen onder ambachten, industrie en handel................................ 32 46)
Hoe verloopt de beoordeling van uw aanvraag? ................................................. 32
47)
Aan welke voorwaarden moet u voldoen voor automatische erkenning?........... 32
48)
Welke procedure is van toepassing indien u geen automatische erkenning kan worden verleend?......................................................................... 33
B.4 Beroepen die vallen onder het algemeen stelsel ..................................................... 33 49)
Hoe verloopt de beoordeling van uw aanvraag? ................................................. 33
50)
Welke beslissing kan de bevoegde autoriteit nemen? ......................................... 35
51)
Welke aanvullende eisen kan de bevoegde autoriteit aan u opleggen?............... 35
52)
Als er een proeve van bekwaamheid of een stage wordt geëist, kan de autoriteit dan zelf een keuze tussen de twee maken? .......................................... 35
53)
Hoe kunt u zich voorbereiden op de proeve van bekwaamheid en op de aanpassingstage? ................................................................................................. 36
54)
Moet u zelf een stageplaats vinden?.................................................................... 36
56)
Kunt u een beloning tegemoet zien in het kader van uw aanpassingsstage? ...... 37
4
57)
Waaruit bestaat de proeve van bekwaamheid?.................................................... 37
58)
Hoeveel proeven van bekwaamheid moeten er per jaar worden georganiseerd?..................................................................................................... 37
59)
Kunt u zich meer dan één keer voor een proeve van bekwaamheid aanmelden?.......................................................................................................... 37
60)
Binnen welke termijn moet een bevoegde autoriteit een beslissing nemen na de proeve van bekwaamheid of de aanpassingsstage? ................................... 37
III. KOSTEN ........................................................................................................................... 38 61)
Kan u gevraagd worden mee te delen in de behandelingskosten van uw dossier?................................................................................................................ 38
62)
Kan u gevraagd worden om een financiële bijdrage voor een proeve van bekwaamheid of een aanpassingstage? ............................................................... 38
IV. BEROEP ........................................................................................................................... 38 63) V.
Kunt u een beslissing gerechtelijk aanvechten?.................................................. 38
TAALEISEN..................................................................................................................... 39 64)
Kan er geëist worden dat u de taal van de ontvangende lidstaat kent? ............... 39
65)
Kan u altijd een taaltoets worden opgelegd?....................................................... 39
VI. HULP BIJ PROBLEMEN ............................................................................................... 40 66)
Wie kan u helpen op nationaal niveau?............................................................... 40
5
INLEIDING EEN BURGERRECHT IN EUROPA Het recht van burgers om economische activiteiten te verrichten in een andere lidstaat is een grondrecht dat is vastgelegd in het Verdrag. Binnen de regels van de interne markt staat het elke lidstaat echter vrij de toegang tot een gegeven beroep juridisch afhankelijk te stellen van het bezit van een specifieke beroepskwalificatie, die in de regel een door de lidstaat zelf afgegeven beroepskwalificatie is. Dit belemmert het vrije verkeer van beroepsbeoefenaren in de Europese Unie, aangezien personen die zijn gekwalificeerd om hetzelfde beroep in een andere lidstaat uit te oefenen, een andere beroepskwalificatie hebben, te weten de kwalificatie die zij in hun eigen lidstaat hebben verworven. De Europese instellingen hebben daarom regels ingesteld die de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties tussen de lidstaten vergemakkelijken. Dat is het doel van Richtlijn 2005/36/EG van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties. Dat de erkenning vergemakkelijkt wordt, betekent overigens niet dat er een allesomvattende praktische oplossing is gevonden voor de erkenning van beroepskwalificaties in de Europese Unie. U vindt Richtlijn 2005/36/EG op het volgende internetadres: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2005:255:0022:0142:NL:PDF Deze richtlijn is aangevuld met een gedragscode die is goedgekeurd door de groep coördinatoren voor Richtlijn 2005/36/EG (samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten). Deze code zet uiteen wat goede en slechte nationale bestuurspraktijken zijn aangaande beroepskwalificaties. U vindt deze code op het volgende internetadres: http://ec.europa.eu/internal_market/qualifications/future_nl.htm#docs
HOE DEZE GIDS TE GEBRUIKEN? Het doel van deze gids is om u op eenvoudige wijze uit te leggen, in de vorm van vragen en antwoorden, wat uw rechten zijn als u een beroepskwalificatie in een andere lidstaat wilt verwerven. U zult antwoorden op 66 vragen vinden, als volgt gerangschikt. In de eerste plaats dient u te verifiëren of u gebruik kunt maken van de voorschriften van Richtlijn 2005/36/EG. Met dat doel wordt u verzocht de vragen en antwoorden onder punt I te bekijken. Als u gebruik kunt maken van de voorschriften van de richtlijn, dient u zich vervolgens af te vragen of u uw beroep permanent of tijdelijk in een andere lidstaat wilt uitoefenen als u naar een andere lidstaat gaat (zie vraag 13). De voorschriften van de richtlijn kunnen namelijk per geval verschillen. Indien u, wanneer u naar een andere lidstaat gaat, uw beroep op tijdelijke basis wilt uitoefenen, dient u naar punt II.A te gaan in deze gids. Als u zich permanent wilt vestigen in een andere lidstaat, ga dan naar punt II.B.
6
Er dient op te worden gewezen dat de voorschriften van de richtlijn kunnen verschillen, naar gelang het beroep dat u uitoefent. Er bestaan drie brede categorieën beroepen met elk een eigen regeling, te weten: - de beroepen waarvan de minimumopleidingsvoorwaarden op Europees niveau zijn geharmoniseerd: arts, verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, tandheelkundige, dierenarts, verloskundige, apotheker en architect. Deze beroepen heten in deze gids “sectorale beroepen”; - de in Bijlage IV van Richtlijn 2005/36/EG vermelde beroepen die vallen onder ambachten, industrie en handel; - alle andere beroepen worden in deze gids “beroepen van het algemeen stelsel” genoemd. Het is dus essentieel om goed te verifiëren welke regeling van toepassing is op het beroep dat u in een andere lidstaat wilt uitoefenen. Uitleg over de diverse regelingen die van toepassing zijn vindt u onder punt II van deze gids. Ten slotte vindt u informatie over praktische zaken zoals kosten, mogelijkheden om in beroep te gaan, talenkennis en de instellingen waarmee u contact kunt opnemen als u problemen hebt, respectievelijk onder de punten III, IV, V en VI van de gids.
WAAR VINDT U AANVULLENDE INFORMATIE? 1)
In algemene zin vindt u aanvullende informatie (beschikbaar in het Frans, Engels en Duits) betreffende Richtlijn 2005/36/EG, op de site van Europese Commissie, via deze link: http://ec.europa.eu/internal_market/qualifications/index_en.htm
2)
De lidstaten zijn verplicht zich aan Richtlijn 2005/36/EG te houden. Ze moeten deze omzetten in nationale wetgeving. Deze gids geeft echter geen informatie over nationale regels die Richtlijn 2005/36/EG moeten omzetten. Alle nuttige informatie over de erkenningsprocedure en met name de regels die op nationaal niveau gelden (vereiste documenten, wel of geen gereglementeerd beroep, niveau van reglementering, enz.) kunt u opvragen bij de nationale Contactpunten, die tot algemene taak hebben om u alle nuttige informatie te geven inzake de erkenning van uw kwalificatie. U vindt een lijst van Contactpunten op het volgende internetadres: http://ec.europa.eu/internal_market/qualifications/contactpoints/index.htm
3)
Voor alle formaliteiten die u in de ontvangende lidstaat dient af te handelen, kunt u zich wenden tot de centrale loketten die in gebruik zullen worden genomen krachtens Richtlijn 2006/123/EG betreffende de diensten op de interne markt1.
I. IS RICHTLIJN 2005/36/EG VAN TOEPASSING OP U? 1
De lidstaten beslissen zelf of zij hiervan gebruik willen maken voor werknemers in de gezondheidssector (uitgezonderd dierenartsen), voor zover deze niet onder Richtlijn 2006/123/EG vallen.
7
De volgende vragen hebben tot doel om u te helpen vast te stellen of u wel gebruik kunt maken van de voorschriften van Richtlijn 2005/36/EG. Deze voorschriften zijn namelijk pas van toepassing als aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
1)
Wilt u werken of studeren in een andere lidstaat? Richtlijn 2005/36/EG is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren die volledig zijn gekwalificeerd om een beroep uit te oefenen in een lidstaat en die datzelfde beroep in een andere lidstaat willen uitoefenen. Ze is niet bestemd voor personen die willen studeren in een andere lidstaat, noch voor personen die aan een opleiding beginnen in een lidstaat en deze in een andere lidstaat willen voortzetten. Deze laatsten kunnen zich wenden tot de nationale informatiecentra voor academische erkenning (NARIC) die bevoegd zijn om informatie te geven over de universitaire erkenning van diploma’s. http://www.enic-naric.net/
2)
Welk beroep wilt u uitoefenen? Richtlijn 2005/36/EG is niet van toepassing op beroepen die in specifieke richtlijnen aan de orde komen, zoals wettelijke auditors, die binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2006/43/EG vallen, verzekeringsagenten, die aan de orde komen in Richtlijn 2002/92/EG, advocaten die in een andere lidstaat onder hun oorspronkelijke beroepstitel willen werken en voor wie Richtlijnen 77/249/EEG en 98/5/EG gelden. Ook voor de vervoerssector bestaan er verscheidene specifieke richtlijnen. Voorbeeld: u bent een Sloveense luchtverkeersleider en u wilt werken in Italië: de erkenning van uw beroepskwalificaties valt onder Richtlijn 2006/23/EG; u bent een Tsjechische vliegtuigpiloot en u wilt werken in Polen: op u is Richtlijn 91/670/EG van toepassing; voor diverse beroepen in de zeevaartsector gelden dan weer Richtlijnen 2005/45/EG en 2008/106/EG. Richtlijn 2005/36/EG is dus van toepassing op alle beroepen die niet onder een specifieke richtlijn vallen. U vindt een – bondige – lijst van beroepen die vallen onder Richtlijn 2005/36/EG als u het gegevensbestand raadpleegt op het volgende internetadres: http://ec.europa.eu/internal_market/qualifications/regprof/index.cfm?newlang=en Indien u meer informatie wilt over beroepen die vallen onder Richtlijn 2005/36/EG, kunt zich ook wenden tot het Contactpunt van het ontvangende gastland: http://ec.europa.eu/internal_market/qualifications/docs/contact-points/infopoints_en.pdf
3)
Wat is uw nationaliteit?
8
Richtlijn 2005/36/EG is van toepassing op onderdanen van 30 landen: de 27 lidstaten van de Europese Unie en de volgende drie landen: IJsland, Noorwegen en Liechtenstein. Zij is van toepassing op personen die, op het moment dat zij hun aanvraag voor erkenning indienen, de nationaliteit van een van deze 30 landen bezitten, ook al bezaten zij daarvoor een andere nationaliteit. Zij is ook van toepassing op personen met een dubbele nationaliteit. Zij is bijvoorbeeld van toepassing op een Argentijnse onderdaan die tevens de Italiaanse nationaliteit bezit. Er dient op te worden gewezen dat voor Zwitserland specifieke regels gelden inzake de erkenning van beroepskwalificaties.
4)
Is de richtlijn op u van toepassing als u onderdaan bent van een derde land2? De richtlijn is ook van toepassing op onderdanen van derde landen die familie zijn van een burger van de Europese Unie die zijn recht op vrij verkeer in de EU uitoefent3. Voorbeeld: een Amerikaanse arts met een Brits diploma is getrouwd met een Britse. Het echtpaar woont in het Verenigd Koninkrijk maar besluit zich in Duitsland te vestigen. In dit geval dient de erkenning in Duitsland van het Britse artsendiploma dat in het bezit is van een Amerikaanse arts te geschieden overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 2005/36/EG.
De richtlijn is van toepassing op onderdanen van derde landen die de status van langdurig ingezetene bezitten4. De rechten van langdurig ingezetenen zijn echter beperkter dan die van de familieleden van een EU-burger. Zo is de richtlijn niet van toepassing in het Verenigd Koninkrijk, Ierland of Denemarken en heeft zij slechts betrekking op permanente vestiging. Zij is niet van toepassing in het geval van tijdelijke dienstverrichting (zie vraag 13). De richtlijn is van toepassing op onderdanen van derde landen die een vluchtelingenstatus bezitten in een lidstaat5. De vluchteling moet in een lidstaat die hem deze status heeft gegeven, worden behandeld als een van de onderdanen van die 2
Het gaat om andere landen dan de eerder vermelde 30 landen, met uitzondering van Zwitserland, waarvoor specifieke regels gelden.
3
Richtlijn 2004/38/EG betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden (PB L 158 van 30.4.2004).
4
Richtlijn 2003/109/EG betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (PB L 16 van 23.1.2004).
5
Richtlijn 2004/83/EG inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming (PB L 304 van 30.9.2004).
9
lidstaat. Als een vluchteling een beroepskwalificatie bezit die is afgegeven in een andere lidstaat van de Europese Unie, dient de lidstaat die hem een vluchtelingenstatus heeft gegeven, deze beroepskwalificatie te erkennen, overeenkomstig Richtlijn 2005/36/EG. Voorbeeld: een Iraakse burger, houder van een Nederlands apothekersdiploma, die een vluchtelingenstatus heeft in België, moet zijn diploma in België erkend zien te krijgen, overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 2005/36/EG. Maar als hij besluit zich in Denemarken te vestigen, kan hij geen gebruik maken van de bepalingen van deze richtlijn. Vanaf 19 juni 20116 zal de richtlijn ook van toepassing zijn op onderdanen van derde landen die diploma’s uit het hoger onderwijs bezitten en werk aangeboden hebben gekregen (houders van een “blauwe kaart”), maar alleen voor activiteiten die zij als werknemer uitoefenen. Zij is echter niet van toepassing in het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken.
5)
In welk land wilt u dat uw beroepskwalificatie wordt erkend? Richtlijn 2005/36/EG is van toepassing in de 30 landen die onder vraag 37 staan vermeld. Zij is van toepassing op personen die een professionele activiteit willen verrichten in een andere lidstaat. Dit betekent dat u uw kwalificaties in een andere lidstaat of een ander land moet hebben verworven dan waar u uw beroep wilt uitoefenen. Een dergelijk "grensoverschrijdend" aspect is onontbeerlijk. De richtlijn is derhalve niet van toepassing op louter binnenlandse aangelegenheden. Voorbeeld: de richtlijn kan van toepassing zijn op een Italiaanse ingenieur die volledig in Italië is gekwalificeerd en zijn beroep van ingenieur in Spanje wil uitoefenen; op een Franse fysiotherapeut die volledig in België is gekwalificeerd en zijn beroep van fysiotherapeut in Frankrijk wil uitoefenen. Maar zij is niet van toepassing op een arts van Hongaarse nationaliteit die zijn kwalificaties in eigen land heeft verworven en deze er ook wil uitoefenen.
6)
In welk land hebt u uw beroepskwalificatie verkregen? Richtlijn 2005/36/EG is van toepassing als u uw beroepskwalificatie hebt verkregen in een van de 30 landen die onder vraag 3 staan vermeld. Als u uw beroepskwalificatie hebt verkregen in een derde land8, dan zal Richtlijn 2005/36/EG niet van toepassing zijn op een lidstaat waar u voor het eerst in
6
Richtlijn 2009/50/EG betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan (PB L 155 van 18.6.2009).
7
Voor Zwitserland gelden specifieke regels
10
de Europese Unie een aanvraag voor erkenning van uw beroepskwalificatie hebt ingediend ("de eerste aanvraag voor erkenning"). Voorbeeld: u bezit de Franse nationaliteit en u hebt uw beroepsopleiding van logopedist genoten in Canada. De “eerste” erkenning van deze opleiding in een EUland (bijvoorbeeld Frankrijk) valt niet onder Richtlijn 2005/36/EG, maar onder de nationale wetgeving van dit land. Richtlijn 2005/36/EG is pas van toepassing vanaf de tweede aanvraag voor erkenning, mits aan de begunstigingsvoorwaarden is voldaan. Bijvoorbeeld: nadat u de erkenning van uw Canadese logopedistendiploma in Frankrijk hebt verkregen, wilt u in België werken.
7)
Hoe weet u of u uw beroepskwalificatie in een lidstaat of in een derde land hebt verkregen9? U hebt uw kwalificatie in een lidstaat verkregen als deze is afgegeven door een bevoegde autoriteit van een lidstaat en u uw beroepsopleiding geheel of grotendeels in een lidstaat hebt genoten. Voorbeeld: als u twee jaar van uw vijfjarige ingenieursopleiding in de Verenigde Staten hebt gevolgd en de drie andere jaren in Denemarken en uw kwalificatie is afgegeven door een Deense autoriteit, dan bezit u een Deense kwalificatie, ofwel de kwalificatie van een lidstaat. Maar als u uw beroepsopleiding drie jaar lang in de Verenigde Staten hebt gevolgd en twee jaar lang in Denemarken, dan hebt u een Amerikaans diploma, ofwel een diploma van een derde land. Als u, ten slotte, uw beroepsopleiding drie jaar lang in Denemarken hebt gevolgd en de twee andere jaren in de Verenigde Staten, maar uw diploma is afgegeven door een Amerikaanse autoriteit, dan hebt u eveneens een Amerikaans diploma. (zie ook vraag 6). Deze redenering gaat echter niet op voor beroepen waarvan de minimumopleidingseisen op Europees niveau zijn geharmoniseerd (artsen, verantwoordelijk algemeen ziekenverplegers, tandheelkundigen, dierenartsen, verloskundigen en apothekers). Wanneer een lidstaat voor deze beroepen een nationaal diploma afgeeft, betreft het steeds een diploma van deze lidstaat, ongeacht de duur van de opleiding die in een derde land is genoten. De lidstaat kan dit nationale diploma slechts afgeven indien voldaan is aan de bij de richtlijn vastgestelde minimumopleidingseisen.
8
Het betreft hier andere landen dan de 30 bovengenoemde landen, met uitzondering van Zwitserland, waarvoor specifieke regels gelden.
9
Het betreft hier andere landen dan de 30 bovengenoemde landen, met uitzondering van Zwitserland, waarvoor specifieke regels gelden.
11
8)
Is de richtlijn van toepassing als u een opleiding op afstand of bij een vrijgestelde vestiging hebt gevolgd? Richtlijn 2005/36/EG verlangt niet dat u uw opleiding hebt gevolgd in de lidstaat waar het diploma is afgegeven. Zo kunt u uw opleiding op afstand hebben gevolgd of bij een vrijgestelde vestiging. Een vrijgestelde vestiging is een vestiging die een vrijstellingsovereenkomst heeft gesloten met een opleidingsinstituut in een andere lidstaat. Krachtens deze overeenkomst heeft de vrijgestelde vestiging dispensatie om de opleiding te geven, maar gaat het om een opleiding die is gevalideerd door het opleidingsinstituut in de andere lidstaat. Het afgegeven diploma is van ditzelfde instituut. Het gaat dus om een diploma van een andere lidstaat. Voorbeeld: een aantal Britse universiteiten is vrijstellingsovereenkomsten aangegaan met Griekse opleidingsvestigingen. Een Griekse burger die bijvoorbeeld in een van deze vrijgestelde vestigingen een ingenieursopleiding volgt, zal nadat hij deze opleiding met succes heeft afgerond, een ingenieursdiploma van de Britse universiteit ontvangen; het betreft een diploma van een andere lidstaat. De richtlijn is alleen van toepassing op een “vrijgesteld” diploma indien de in de vrijgestelde vestiging aangeboden opleiding formeel gevalideerd is door het instituut dat het diploma aflevert. Ook moet het “vrijgestelde” diploma hetzelfde zijn als het diploma dat wordt afgegeven indien de opleiding volledig wordt gevolgd in de lidstaat waar de vestiging die het diploma afgeeft, gevestigd is. Ten slotte moet het “vrijgestelde” diploma dezelfde rechten inzake toegang tot een beroep bieden in de lidstaat waar de vestiging die het diploma afgeeft, gevestigd is.
9)
Is het beroep dat u in een andere lidstaat wilt uitoefenen, aldaar gereglementeerd (ontvangende lidstaat)? Richtlijn 2005/36/EG is alleen van toepassing op beroepen die in de ontvangende lidstaat zijn gereglementeerd, ofwel beroepen waarvan de toegankelijkheid of de uitoefening in de ontvangende lidstaat afhankelijk is van een wet, een reglement of een bestuursrechtelijke bepaling, en bij de vaststelling van bepaalde beroepskwalificaties. Richtlijn 2005/36/EG zal in uw geval dus van toepassing zijn als het beroep dat u in een ontvangende lidstaat wilt uitoefenen, in deze lidstaat is gereglementeerd. Voorbeeld: in Frankrijk bepaalt een wet dat alleen mensen die het staatsbrevet van ski-instructeur bezitten, dit beroep op Frans grondgebied mogen uitoefenen; het beroep van ski-instructeur is in Frankrijk dus gereglementeerd en bijgevolg is Richtlijn 2005/36/EG van toepassing als u in Frankrijk als ski-instructeur wilt werken. Om te weten of het beroep in de ontvangende lidstaat is gereglementeerd, kunt u zich wenden tot het Contactpunt in de ontvangende lidstaat: http://ec.europa.eu/internal_market/qualifications/docs/contact-points/infopoints_en.pdf U zult de (indicatieve en niet uitputtende) lijst van gereglementeerde beroepen onder Richtlijn 2005/36/EG op het volgende internetadres vinden: http://ec.europa.eu/internal_market/qualifications/regprof/index.cfm?newlang=en
12
Er moet op worden gewezen dat de beroepen van arts, verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, verloskundige, apotheker, dierenarts en tandheelkundige in alle lidstaten zijn gereglementeerd.
10)
Wat gebeurt er als het beroep dat u wilt uitoefenen niet is gereglementeerd in de ontvangende lidstaat? In dat geval is de toegang vrij en hoeft u geen erkenning van uw beroepskwalificaties aan te vragen. U kunt beginnen met het uitoefenen van uw beroep in de ontvangende lidstaat, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van deze lidstaat. U hoeft geen bewijs van erkenning van een officiële instantie te overleggen. De waarde van uw kwalificaties hangt alleen af van de toestand op de arbeidsmarkt en de gedragingen van deze markt, en niet van rechtsregels. Het is evenwel mogelijk dat uw beroep niet als zodanig gereglementeerd is in de ontvangende lidstaat, maar dat de uitoefening nochtans niet vrij is. Het kan voorkomen dat uw beroep niet als zelfstandig beroep bestaat in de ontvangende lidstaat omdat de werkzaamheden die eigen zijn aan uw beroep in uw lidstaat van herkomst deel uitmaken van een ander beroep in de ontvangende lidstaat en bijgevolg zijn voorbehouden aan de uitoefenaars van dat beroep. Indien u erom verzoekt, kan gedeeltelijke toegang tot dit beroep worden verleend. Voorbeeld 1: u bent wiskundeleraar in Frankrijk en wilt dit beroep uitoefenen in Duitsland; maar in Duitsland moeten leraren twee vakken geven; in dat geval moeten de Duitse autoriteiten u gedeeltelijk toegang geven tot het beroep, ofwel u toestemming geven om alleen les te geven in wiskunde. Voorbeeld 2: u hebt een specifieke opleiding voor psychotherapeut gevolgd in een lidstaat en wilt werken in een andere lidstaat, waar psychotherapeut geen autonoom beroep is, maar deel uitmaakt van de artsenij en is voorbehouden aan psychiatrische artsen. U kunt dit beroep niet uitoefenen als u zelf geen psychiatrisch arts bent.
11)
Is het gereglementeerde beroep dat u wilt uitoefenen wel hetzelfde als het beroep waarvoor u bent gekwalificeerd? Richtlijn 2005/36/EG is alleen van toepassing indien het gereglementeerde beroep dat u in de ontvangende lidstaat wilt uitoefenen hetzelfde is als het beroep waarvoor u in uw lidstaat van oorsprong volledig bent gekwalificeerd. Voorbeelden: Richtlijn 2005/36/EG is niet van toepassing als u volledig gekwalificeerd bent om het beroep van makelaar in Spanje uit te oefenen en u in Frankrijk als advocaat wilt werken.
13
12)
Is het beroep dat u wilt uitoefenen of de opleiding voor dat beroep in uw eigen lidstaat gereglementeerd? De beroepen van arts, verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, tandheelkundige, dierenarts, verloskundige en apotheker zijn niet van belang voor deze vraag. Hetzelfde geldt voor beroepen die vallen onder ambachten, handel en industrie, die staan vermeld in Bijlage IV van Richtlijn 2005/36/EG, indien deze automatisch worden erkend in het kader van het vestigingsstelsel (zie vraag 47), alsmede architecten, die automatisch worden erkend in het kader van het vestigingsstelsel (zie vraag 43). Als noch het beroep waarvoor u gekwalificeerd bent, noch de opleiding voor dit beroep gereglementeerd is in de lidstaat waar u uw kwalificatie hebt verkregen, dan is de bevoegde autoriteit van de ontvangende lidstaat gerechtigd te eisen dat u het betreffende beroep ten minste twee jaar hebt uitgeoefend in een lidstaat waar het beroep niet is gereglementeerd (zie vraag 9 voor de definitie van gereglementeerd beroep). Een opleiding is gereglementeerd als niveau en inhoud zijn bepaald door - of onder toezicht staan van - de lidstaat waar deze opleiding wordt gegeven (zie vraag 9 voor de definitie van gereglementeerd beroep). Om te weten of het beroep of de opleiding gereglementeerd is, kunt u zich wenden tot het Contactpunt van de ontvangende lidstaat: http://ec.europa.eu/internal_market/qualifications/docs/contact-points/infopoints_en.pdf U vindt de (indicatieve en niet uitputtende) lijst van gereglementeerde beroepen die onder Richtlijn 2005/36/EG vallen op het volgende internetadres: http://ec.europa.eu/internal_market/qualifications/regprof/index.cfm?newlang=en
II.
WELKE VOORSCHRIFTEN VAN RICHTLIJN 2005/36/EG ZIJN OP UW GEVAL VAN TOEPASSING?
13)
Wilt u tijdelijk een professionele activiteit in een andere lidstaat verrichten of wilt u zich er permanent vestigen? De toepasselijke regeling zal verschillen naar gelang u zich permanent wilt vestigen in een andere lidstaat of simpelweg naar deze lidstaat gaat om er tijdelijk te werken. U vestigt zich als u zich op stabiele en duurzame wijze installeert in een lidstaat. Bijvoorbeeld: een Belgische logopedist die België verlaat en in Frankrijk een praktijk begint, vestigt zich in Frankrijk; een Slowaakse ingenieur die door een Tsjechisch bedrijf in dienst wordt genomen op basis van een contract voor onbepaalde tijd, vestigt zich in Tsjechië.
14
In deze gevallen kunt u gebruik maken van de voorschriften van Richtlijn 2005/36/EG die betrekking hebben op de vestigingskwestie. Maar als u al wettelijk gevestigd bent in een lidstaat in de zin van Richtlijn 2005/36/EG (zie vraag 15) en u wilt uw beroep tijdelijk in een andere lidstaat uitoefenen, dan verricht u een dienst in deze lidstaat en maakt u gebruik van de voorschriften van Richtlijn 2005/36/EG die van toepassing zijn op het verrichten van diensten. Het tijdelijke karakter van de prestaties wordt geval per geval beoordeeld.
Voorbeeld: een Spaanse dierenarts die gedurende drie maanden een plaatsvervangende functie vervult in een veterinaire praktijk in Portugal, verricht een dienst in Portugal; een Estlandse arts die drie dagen per maand patiënten verzorgt in Letland, verricht een dienst in Letland; en ook een Spaanse duiker die vier maanden gaat werken op een olieplatform in het Verenigd Koninkrijk, verricht een dienst.
A. TIJDELIJKE DIENSTVERRICHTING Als u naar een andere lidstaat gaat omdat u er uw beroep tijdelijk wilt uitoefenen, zijn de regels waaraan u bent gehouden soepeler dan als u zich permanent wilt vestigen, mits u aan bepaalde voorwaarden voldoet. In de meeste gevallen bent u niet onderworpen aan een controle van uw kwalificaties en kunt u uw werkzaamheden onmiddellijk uitoefenen. Het is wel mogelijk dat u een aantal gegevens moet doorgeven aan de autoriteit van de ontvangende lidstaat. Het doel van de volgende vragen is om u duidelijk te maken welke formaliteiten u wellicht moet afhandelen en wat uw rechten zijn in het geval uw kwalificaties worden gecontroleerd dan wel niet worden gecontroleerd.
A.1 Gemeenschappelijke voorschriften 14)
Aan welke voorwaarden dient u te voldoen om gebruik te kunnen maken van het stelsel voor het verrichten van diensten? - U dient op wettige wijze gevestigd te zijn in een van de 27 lidstaten of in een van de 3 volgende landen: Noorwegen, IJsland, Liechtenstein. Als noch het beroep waarvoor u gekwalificeerd bent, noch de opleiding is gereglementeerd in het land waar u zich hebt gevestigd, (zie vragen 9 tot en met 12), dan kan de ontvangende lidstaat eisen dat u het beroep in kwestie twee jaar lang hebt uitgeoefend in de lidstaat van vestiging. Deze eis kan u echter niet worden opgelegd als u architect bent die gebruik maakt van de automatische erkenning (zie vraag 43), of als u een beroep uitoefent dat verband houdt met ambachten, handel of industrie, zoals vermeld in Bijlage IV van Richtlijn 2005/36/EG en u aan de voorwaarden voldoet om gebruik te kunnen maken van het stelsel voor automatische erkenning in het kader van vestiging (zie vraag 47). 15
- U gaat fysiek naar de ontvangende lidstaat. Als u echter een dienst verricht in de ontvangende lidstaat zonder uw lidstaat van oorsprong te verlaten, dan is Richtlijn 2000/31/EG (inzake elektronische handel) van toepassing of Richtlijn 2006/123/EG (onder meer voor het verrichten van diensten per correspondentie of telefoon), en niet Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties.
15)
Wat betekent "op wettige wijze gevestigd zijn"? U bent op wettige wijze gevestigd als u aan alle voorwaarden voldoet om een beroep uit te oefenen in een lidstaat en er geen enkel – ook geen tijdelijk – verbod tegen u is uitgevaardigd om dit beroep uit te oefenen. U kunt als zelfstandige of in loondienst gevestigd zijn. U hoeft dit beroep niet noodzakelijkerwijs uit te oefenen op het moment dat u overweegt de dienst te verrichten. Voorbeeld 1: u bent een Franse architect, ingeschreven bij een beroepsorde; u bent op wettige wijze in Frankrijk gevestigd, ook als u het beroep van architect nog niet daadwerkelijk in Frankrijk uitoefent; als u daarentegen nog niet ingeschreven bent bij de orde, bent u niet op wettige wijze gevestigd. Voorbeeld 2: u werkt in België als dierenarts en bent in loondienst bij een dierenkliniek. U bent op wettige wijze gevestigd in België.
16)
Moet u een melding doen? Dat hangt af van de nationale regeling. De eerste keer dat u een dienst verricht in een lidstaat, kan deze van u eisen dat u hem daarover inlicht door een melding te doen. In geen geval gaat het om een aanvraag voor een vergunning inzake beroepsuitoefening. De richtlijn verplicht de lidstaten niet een dergelijke melding te eisen; het betreft een optie die de lidstaten dienen toe te passen binnen de grenzen van de richtlijn en het Verdrag. Als de lidstaat er voor kiest een dergelijke melding te eisen, dan is deze een jaar geldig. Als u na een jaar opnieuw diensten wil verrichten in deze lidstaat, kan van u worden geëist dat u daarvan opnieuw melding maakt, een melding die wederom een jaar geldig is. Zo kunt u ertoe worden verplicht een keer per jaar melding te doen als u gedurende het betrokken jaar van plan bent diensten te verrichten in deze lidstaat. De melding geschiedt schriftelijk, maar u kunt deze op alle mogelijke manieren verzenden: als gewone brief, aangetekende brief, fax, e-mail, enz. U kunt deze melding op elk moment doen, maar in ieder geval voordat de dienst de eerste keer wordt geleverd. De ontvangende lidstaat kan niet van u eisen dat u deze melding een bepaald aantal dagen of maanden voor aanvang van uw verrichting doet. U moet wel weten dat, naar gelang uw omstandigheden, de bestudering van uw melding tussen 0 en 5 maanden (zie vragen 23 en 31) in beslag kan nemen. U kunt deze melding ook doen als u nog niet weet wanneer u deze dienst in deze lidstaat zult
16
verrichten. Het is hoe dan ook aan u om te beoordelen welk moment het beste is om vóór de eerste dienstverlening melding te doen.
Voorbeeld: u bent een Duitse ski-instructeur en u wilt voor het eerst uw beroep uitoefenen in Oostenrijk, 2 of 3 weken lang tijdens het volgende skiseizoen, maar waar en wanneer weet u nog niet. U kunt de melding doen in juni of juli van het voorafgaande jaar, om er zeker van te zijn, voor het geval uw kwalificatie wordt gecontroleerd, dat u in staat zult zijn in Oostenrijk te werken wanneer het zover is; maar als u in voorafgaande jaren diensten reeds hebt verricht in Oostenrijk, dan kan u niet langer een controle van uw kwalificaties worden opgelegd en kunt u onmiddellijk uw beroep uitoefenen na uw melding te hebben verstuurd; u kunt voortaan uw aanvraag veel later indienen, bijvoorbeeld in november, of in december, of zelfs aan de vooravond van uw verrichting.
17)
Hoe komt u te weten of (en zo ja, bij welke autoriteit) u een melding behoort te doen? Door u te wenden tot het Contactpunt van de ontvangende http://ec.europa.eu/internal_market/qualifications/docs/contact-points/infopoints_en.pdf
lidstaat:
U kunt ook, als u dat wilt, uw melding direct indienen bij het centrale loket dat zal worden ingesteld krachtens Richtlijn 2006/123/EG, betreffende diensten in de interne markt10. Bij dit loket kunt u alle noodzakelijke procedures en formaliteiten afhandelen ten behoeve van uw beroepsuitoefening in de ontvangende lidstaat, het indienen van uw melding inbegrepen. Dit centrale loket zal vanaf 28 december 2009 in de lidstaten in gebruik worden genomen.
18)
Welke gegevens dient u te vermelden in uw melding? In ieder geval uw naam, voornamen, adresgegevens (waaronder ook uw telefoonnummer, e-mailadres), nationaliteit, het beroep waarvoor u gekwalificeerd bent in de lidstaat waar u op wettige wijze bent gevestigd en het beroep dat u wilt uitoefenen in de ontvangende lidstaat. U moet ook aangeven hoe u bent beschermd op het gebied van beroepsaansprakelijkheid, bijvoorbeeld: naam van de verzekeringsmaatschappij, nummer van de overeenkomst. Teneinde de behandeling van uw aanvraag te vergemakkelijken, kunt u ook vermelden of het de eerste keer is dat u diensten verricht in de betrokken lidstaat of dat er sprake is van een jaarlijkse vernieuwing.
10
De lidstaten beslissen zelf of zij hiervan gebruik willen maken voor werknemers in de gezondheidssector (uitgezonderd dierenartsen), voor zover deze niet onder Richtlijn 2006/123/EG vallen.
17
19)
Naar welke gegevens mag u niet worden gevraagd? De ontvangende lidstaat kan in geen geval van u vragen dat u in de melding de plaats en/of de datum en/of de duur van de verrichting vermeldt, noch of u een groep klanten begeleidt in de ontvangende lidstaat, en wat het aantal deelnemers aan die groep is. Evenmin kan van u worden geëist dat u een adres in de ontvangende lidstaat opgeeft.
20)
Welke documenten kan men u vragen te overleggen samen met de melding? De ontvangende lidstaat mag eisen dat u bij de melding, de volgende documenten levert, vóór de eerste dienstverlening en bij elke wijziging met betrekking tot de in de documenten bedoelde situatie. - Een bewijs van uw nationaliteit. - Een document waaruit blijkt dat u op wettige wijze gevestigd bent in een lidstaat en dat het u niet is verboden uw beroep uit te oefenen, ook niet tijdelijk. Voorbeeld van documenten waaruit de wettelijke plaats van vestiging blijkt: wanneer het beroep gereglementeerd is in de lidstaat waar u op wettige wijze gevestigd bent: een getuigschrift van de bevoegde autoriteit en van de bevoegde beroepsorde, een kopie van de vergunning om het beroep uit te oefenen, een uittreksel uit het handelsregister; wanneer het beroep niet gereglementeerd is in de lidstaat waar u op wettige wijze gevestigd bent: kopie van de vergunning om het beroep uit te oefenen, uittreksel uit het handelsregister, certificaat van de beroepsvereniging, certificaat van de werkgever, samen met een bewijs van uw sociale verzekering en een bewijs dat u belastingen betaalt. Het is van het grootste belang dat in het document duidelijk het betrokken beroep vermeld staat. Als uit het ingediende document niet kan worden afgeleid of het u wel of niet - al dan niet tijdelijk - is verboden uw beroep uit te oefenen, dient er een tweede document te worden ingediend waaruit blijkt dat er geen sprake is van een dergelijk verbod. Voorbeeld: uittreksel uit het strafregister, certificaat van justitie of politie, enz. - Een bewijs van uw beroepskwalificaties. Het gaat om de kwalificatie die u het recht geeft het beroep uit te oefenen als het gereglementeerd is in de lidstaat waar u deze kwalificatie hebt verworven, of gewoon een bewijs van uw beroepservaring. Als het beroep niet gereglementeerd is, gaat het om de kwalificatie die de opleiding vermeldt waarmee u zich op de uitoefening van uw beroep hebt voorbereid of, bij het ontbreken van een kwalificatie, een bewijs van uw beroepservaring (zie volgende alinea).
18
- Als noch het beroep, noch de opleiding gereglementeerd is in de lidstaat waar u op wettige wijze bent gevestigd (zie vragen 9 en 12): het bewijs dat u het betrokken beroep ten minste twee jaar hebt uitgeoefend gedurende de afgelopen tien jaar. U kunt dit op alle mogelijke manieren proberen aan te tonen: getuigschrift van de werkgever, belastingformulier, enz. - Het bewijs dat u nooit strafrechtelijk bent veroordeeld als u een beroep in de beveiligingssector uitoefent (bv. private beveiligingsagent), voor zover de ontvangende lidstaat hetzelfde eist van zijn eigen onderdanen.
21)
Kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat eisen dat u de oorspronkelijke documenten of gewaarmerkte kopieën levert? De bevoegde autoriteit van de lidstaat kan niet eisen dat u haar de oorspronkelijke documenten overlegt; zij kan u wel vragen om gewaarmerkte kopieën van essentiële documenten te leveren, zoals beroepskwalificaties, de documenten waaruit uw beroepservaring blijkt. Als u niet in staat bent om gewaarmerkte kopieën van een of meer van deze documenten te leveren, dan moet de bevoegde autoriteit zelf de authenticiteit van het document verifiëren bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar u op wettige wijze gevestigd bent.
22)
Moeten alle documenten zijn vertaald en alle vertalingen zijn gewaarmerkt? De bevoegde autoriteit van de ontvangende lidstaat kan alleen een vertaling eisen van de documenten als dit werkelijk noodzakelijk is voor de behandeling van uw dossier. Een gewaarmerkte vertaling kan slechts worden geëist voor essentiële documenten. Voorbeeld: beroepskwalificaties, certificaten inzake beroepservaring. Maar als u een arts, verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, tandheelkundige, verloskundige, apotheker of architect bent van wie de kwalificatie wordt vermeld in Bijlage V van Richtlijn 2005/36/EG, dan kan er niet, op grond van de behandeling van uw aanvraag voor erkenning, worden geëist dat u een gewaarmerkte vertaling van uw beroepskwalificatie overlegt. De bevoegde autoriteit kan immers gemakkelijk vaststellen of de omschrijving van uw kwalificatie overeenkomt met de omschrijving in de bijlage. De autoriteit van de ontvangende lidstaat kan evenmin een gewaarmerkte vertaling eisen van documenten zoals identiteitskaarten, paspoorten, e.d. Het staat u overigens vrij uw vertalingen te laten waarmerken door een bevoegde autoriteit van uw lidstaat van oorsprong of van de ontvangende lidstaat. De autoriteit
19
van de ontvangende lidstaat is hoe dan ook verplicht om vertalingen die door een bevoegde autoriteit van uw lidstaat zijn gewaarmerkt, te accepteren.
A.2
Algemeen stelsel
23)
Hoe snel kunt u uw werkzaamheden uitoefenen na indiening van uw melding? U kunt onmiddellijk uw werkzaamheden in de ontvangende lidstaat uitoefenen; u hoeft niet te wachten tot de autoriteit van de ontvangende lidstaat u het groene licht geeft (tenzij voor u een afwijkende regeling geldt, zie punt A.3 hieronder).
A.3
Afwijkend stelsel, van toepassing als uw beroep een risico voor de openbare veiligheid of voor de volksgezondheid inhoudt
24)
Is het antwoord op vraag 23 op alle gevallen van toepassing? Als het beroep dat u wilt uitoefenen een risico inhoudt voor de volksgezondheid of de openbare veiligheid, kan de autoriteit van de ontvangende lidstaat overgaan tot controle van uw kwalificatie, wat de uitoefening van uw werkzaamheden kan vertragen.
25)
Welke beroepen brengen een risico voor de volksgezondheid of de openbare veiligheid met zich mee? U kunt zich wenden tot het Contactpunt van de ontvangende lidstaat om te weten te komen welke beroepen in deze lidstaat zijn aangemerkt als risicovol voor de volksgezondheid of de openbare veiligheid. http://ec.europa.eu/internal_market/qualifications/docs/contact-points/infopoints_en.pdf
26)
Gaat het ook om sectorale beroepen? De lidstaten kunnen de afwijkende regeling niet toepassen op artsen, verantwoordelijk algemeen ziekenverplegers, tandheelkundigen, dierenartsen, verloskundigen, apothekers en architecten als zij automatische erkenning krijgen in het kader van het vestigingsstelsel (zie vragen 42 tot en met 45). Zij kunnen hun werkzaamheden onmiddellijk uitoefenen (zie punt A.2, vraag 23).
20
Voorbeeld 1: een Portugese arts die in het bezit is van het diploma "Carta de Curso de licenciatura em medicina" kan gebruik maken van de automatische erkenning. Er zal dus geen controle van zijn kwalificaties plaatsvinden. Voorbeeld 2: een architect van wie de kwalificatie niet voortvloeit uit een opleiding overeenkomstig Richtlijn 2005/36/EG kan geen gebruik maken van de automatische erkenning. Bijgevolg kunnen zijn kwalificaties worden gecontroleerd.
27)
Wordt er bij elke gelegenheid gecontroleerd? Nee, uw kwalificatie kan alleen de eerste keer dat u zich naar een lidstaat begeeft om er een dienst te verrichten, worden gecontroleerd. Voorbeeld: u bent een Spaanse fysiotherapeut die in 2002 vier maanden in Frankrijk heeft gewerkt na in deze lidstaat de erkenning van uw Spaanse kwalificatie te hebben verkregen en u wilt opnieuw voor een beperkte duur in Frankrijk werken: uw kwalificatie kan niet worden gecontroleerd, want zij is in 2002 reeds gecontroleerd.
28)
Indien uw kwalificaties worden gecontroleerd, dient u dan aanvullende gegevens en/of documenten te verstrekken? De autoriteit die belast is met de controle van uw kwalificatie, kan u vragen haar de volgende gegevens over uw opleiding te verschaffen: totale duur van de studie, vakken die bestudeerd zijn en de mate waarin dat is gebeurd, de wijze waarop theorie en praktijk aan bod komen in de opleiding. Zij kan u tevens verzoeken gegevens te verschaffen betreffende uw beroepservaring, voortgezette beroepsopleiding en andere opleidingen die u naast uw eerste opleiding hebt gevolgd. Het is in uw belang om dergelijke gegevens te verstrekken, aangezien dit de controle van uw kwalificaties vergemakkelijkt en u aanvullende maatregelen vermijdt (zie vraag 30). Indien u deze gegevens niet levert, dan is deze autoriteit nog steeds gehouden een beslissing te nemen, maar zal ze deze nemen op basis van beschikbare gegevens.
29)
Welke beslissing kan de bevoegde autoriteit nemen? Er zijn diverse mogelijkheden. - Na uw dossier te hebben bekeken kan de bevoegde autoriteit beslissen om uw kwalificaties niet te controleren. Voorbeeld: de bevoegde autoriteit heeft al soortgelijke kwalificaties onder ogen gekregen en is van opvatting dat de houders van deze kwalificaties de gezondheid noch de veiligheid van de ontvanger van de dienst ernstig kunnen aantasten.
21
Na uw dossier te hebben bekeken kan de bevoegde autoriteit besluiten uw kwalificaties te controleren en nadat dit is gedaan, u toestemming geven de dienst te verrichten dan wel u dit te verbieden (bijvoorbeeld als het u ook is verboden de dienst te verrichten in de lidstaat waar u bent gevestigd), dan wel u aanvullende maatregelen opleggen (zie vraag 30). Als de autoriteit u aanvullende maatregelen oplegt, zult u pas na de afhandeling hiervan het uiteindelijke besluit kennen: hetzij toestemming, hetzij een verbod om de dienst te verrichten. Als u een beroep uitoefent dat valt onder ambachten, handel of industrie en dit beroep brengt een risico met zich mee voor de volksgezondheid of openbare veiligheid, kan de bevoegde autoriteit nagaan of u genoeg jaren beroepservaring hebt voor automatische erkenning in het kader van het vestigingsstelsel (zie vragen 45 tot en met 47). In voorkomend geval moet zij u toestemming geven de dienst te verrichten. Geen enkele aanvullende controle is mogelijk en er kan u geen enkele aanvullende maatregel worden opgelegd.
30)
Welke aanvullende maatregel kan de bevoegde autoriteit u opleggen en in welke gevallen? De bevoegde autoriteit kan u aanvullende maatregelen opleggen als er wezenlijke verschillen bestaan tussen uw opleiding en de opleiding van de ontvangende lidstaat en deze verschillen kunnen leiden tot aantasting van de gezondheid of de veiligheid van de ontvangers van de dienst. Alvorens u aanvullende maatregelen op te leggen, moet de dienst nagaan of deze verschillen kunnen worden goedgemaakt door uw beroepservaring of door een bijscholing of aanvullende opleidingen die u wellicht hebt gevolgd. Zij kan echter niet, voorafgaand aan haar besluit, deze verificatie uitvoeren voordat u haar dergelijke gegevens hebt versterkt. Indien de bevoegde autoriteit niet over deze gegevens beschikte op het moment dat zij het besluit nam om u aanvullende maatregelen op te leggen, moet zij u in eerste instantie de mogelijkheid geven aan te tonen dat u de ontbrekende kennis wel degelijk hebt opgedaan, door beroepservaring, voortgaande beroepsopleiding of aanvullende opleidingen. Indien u dit niet kunt aantonen, kan de bevoegde autoriteit u een proeve van bekwaamheid of een zeer korte stage opleggen. In het geval u zakt, moet u de mogelijkheid van een herkansing krijgen.
31)
Binnen welke termijn dient de bevoegde autoriteit een beslissing te nemen?
22
In het gunstigste geval valt de beslissing om u hetzij toestemming te geven de dienst te verrichten, hetzij u dit te verbieden, hetzij u aanvullende maatregelen op te leggen, een maand na ontvangst van de melding en de bijgevoegde documenten (als er geen problemen zijn gerezen bij het doorlichten van uw dossier) en in het ongunstigste geval vier maanden na ontvangst van de melding en de bijgevoegde documenten (indien er zich problemen hebben voorgedaan bij het doorlichten van uw dossier). Indien de bevoegde autoriteit besluit om u aanvullende maatregelen op te leggen, zal het uiteindelijke besluit u pas na de afhandeling van deze maatregelen, en dus na nog langere tijd, ter kennis komen. De aanvullende maatregelen dienen te worden getroffen in de maand die volgt op het besluit om deze op te leggen. Daaruit volgt dat als u aanvullende maatregelen krijgt opgelegd en deze een voor u gunstige uitkomst hebben, u de dienst in het gunstigste geval kunt verrichten, twee maanden na ontvangst door de bevoegde autoriteit van de melding en de bijgevoegde documenten (als er geen problemen zijn gerezen bij het doorlichten van uw dossier) en in het ongunstigste geval vijf maanden na ontvangst van de melding en de bijgevoegde documenten (indien er zich problemen hebben voorgedaan bij het doorlichten van uw dossier). Meer informatie over de termijnen vindt u in de Gedragscode (in het bijzonder punt 8): http://ec.europa.eu/internal_market/qualifications/future_nl.htm#docs
32)
Wat gebeurt er als de bevoegde autoriteit niet binnen de gestelde termijn reageert? Als u aan de voorwaarden voldoet om gebruik te kunnen maken van de voorschriften van de richtlijn betreffende het vrij verrichten van diensten (zie vraag 14) en de bevoegde autoriteit niet binnen de gestelde termijn reageert, kunt u, de termijn eenmaal verstreken, uw diensten in de ontvangende lidstaat verrichten.
A.4
Uitoefeningsvoorschriften
33)
Aan welke voorschriften moet u zich houden bij de uitoefening van uw werkzaamheden? U moet zich houden aan de gedragsvoorschriften die direct verband houden met de beroepskwalificaties in de ontvangende lidstaat. Bijvoorbeeld: gebruik van titels, voorschriften aangaande beroepsfouten, dienovereenkomstige disciplinaire bepalingen, enz.
34)
Van welke voorschriften bent u vrijgesteld? Het gaat om de volgende voorschriften:
23
- toestemming en lidmaatschap van of inschrijving bij een professionele organisatie; er kan echter een tijdelijke of pro forma inschrijving worden gevraagd, maar deze mag uw verrichting niet vertragen of bemoeilijken. U hoeft zich niet bezig te houden met deze inschrijving die, in voorkomend geval, door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat dient te worden geregeld; - inschrijving bij een socialezekerheidsorgaan: u dient dit orgaan wel van te voren van uw verrichting op de hoogte te stellen - of, in noodgevallen, daarna.
B.
VESTIGING Wanneer u zich in een andere lidstaat vestigt om een gereglementeerd beroep uit te oefenen, zal uw kwalificatie worden gecontroleerd. U zult een aantal formaliteiten moeten afhandelen en een procedure moeten volgen. Het doel van onderstaande vragen is u uit te leggen om welke formaliteiten het gaat en wat uw rechten zijn aangaande de erkenningsprocedure.
B.1 Van toepassing op alle beroepen 35)
Bij wie moet u uw aanvraag voor erkenning indienen? Het Contactpunt (http://ec.europa.eu/internal_market/qualifications/docs/contactpoints/info-points_en.pdf) kan u melden waar u uw aanvraag voor erkenning kunt indienen en u informeren over de te volgen procedure. U kunt echter ook, als u dat wilt, onmiddellijk uw aanvraag voor erkenning indienen bij het centrale loket dat zal worden ingesteld in het kader van Richtlijn 2006/123/EG betreffende diensten op de interne markt11. Via dit loket kunt u alle noodzakelijke procedures en formaliteiten afhandelen voor de uitoefening van uw beroep in de ontvangende lidstaat, waaronder de indiening van uw aanvraag voor erkenning. Dit loket zal met ingang van 28 december 2009 in gebruik worden genomen.
36) Welke documenten kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar u wilt werken, u vragen te overleggen? 36. a. Documenten betreffende alle beroepen De bevoegde autoriteit van de lidstaat waar u een professionele activiteit wilt verrichten, kan om de volgende documenten vragen: 11
De lidstaten beslissen zelf of zij hiervan gebruik willen maken voor werknemers in de gezondheidssector (uitgezonderd dierenartsen), voor zover deze niet onder Richtlijn 2006/123/EG vallen.
24
- een bewijs van uw nationaliteit, bijvoorbeeld een kopie van de identiteitskaart; - een bewijs dat u houder bent van een getuigschrift van beroepsbekwaamheid of van de titel van de opleiding die voorbereidt op of toegang geeft tot het beroep in kwestie (bijvoorbeeld een kopie van het getuigschrift of van de titel); dit mag u echter niet worden gevraagd als u aan de voorwaarden voldoet om gebruik te maken van de automatische erkenning die uitsluitend is gebaseerd op beroepservaring (zie vragen 47 tot en met 49). - een bewijs van uw beroepservaring als u een kwalificatie in een derde land hebt verkregen en deze kwalificatie reeds door een andere lidstaat is erkend; in dat geval kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar u een professionele activiteit wilt verrichten, een certificaat eisen, afgegeven in de lidstaat die uw kwalificatie heeft erkend, waaruit blijkt dat u dit beroep er ten minste drie jaar daadwerkelijk hebt uitgeoefend (zie vraag 6); - Indien dit eveneens wordt geëist van de eigen onderdanen: • een bewijs dat u zich eerbaar en zedelijk hebt gedragen, dat u niet failliet bent verklaard en dat u geen verbod op de uitoefening van uw beroep is opgelegd - ook niet tijdelijk - vanwege een ernstige beroepsfout of een strafbaar feit; • een medisch certificaat van bekwaamheid, afgegeven door een bevoegde autoriteit, die een niet-verbonden arts kan zijn (huisarts of specialist, afhankelijk van het verlangde certificaat); - een bewijs van uw financiële draagkracht, alsmede van uw verzekeringsdekking;
36.b. Documenten die uitsluitend van toepassing zijn op sectorale beroepen De bevoegde autoriteit van de lidstaat waar u een professionele activiteit wilt verrichten, kan het volgende eisen: • een zogeheten certificaat van overeenstemming: het betreft een certificaat dat is afgegeven door de lidstaat van oorsprong waaruit blijkt dat uw kwalificatie dezelfde is als in de richtlijn wordt bedoeld; • een certificaat van verandering van aanduiding (behalve voor architecten): voor het geval dat de aanduiding van uw kwalificatie die aan de minimumopleidingseisen voldoet niet overeenkomt met de aanduiding in de bijlage van de richtlijn; • een getuigschrift van praktijkervaring van ten minste een jaar indien u een verloskundige bent die een opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger hebt genoten, gevolgd door een opleiding tot verloskundige van 18 maanden, of een getuigschrift van praktijkervaring van ten minste twee jaar indien u drie maanden een opleiding voor verloskundige hebt gevolgd, waartoe toelating mogelijk is zonder diploma, certificaat of andere titels die toelaten tot universiteiten of andere vormen van hoger onderwijs;
25
• een getuigschrift van de lidstaat van oorsprong betreffende de daadwerkelijke en geoorloofde uitoefening van het betrokken beroep (over het algemeen drie jaar achter elkaar, gedurende de vijf jaar voorafgaande aan de afgifte van het getuigschrift): indien u een arts, verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, tandheelkundige, dierenarts, verloskundige of apotheker bent die zijn kwalificatie heeft ontvangen vóór de referentiedatum in Bijlage V van de richtlijn en uw kwalificatie niet voldoet aan de vereiste minimumopleidingseisen of aan andere specifieke situaties waarmee rekening wordt gehouden in de richtlijn (bijvoorbeeld opleidingstitels die zijn verkregen in voormalig Joegoslavië of medische opleidingstitels voor mondheelkunde die zijn verkregen in bepaalde lidstaten, met het oog op erkenning als tandheelkundige). indien u een architect bent die de in Bijlage V of in Bijlage VI aangeduide kwalificaties niet bezit, alsmede in andere specifieke situaties waarmee rekening wordt gehouden in de richtlijn (bijvoorbeeld in voormalig Joegoslavië verkregen opleidingstitels); moet in bepaalde gevallen uit het getuigschrift ook blijken dat u, vóór de datum die in de richtlijn wordt vermeld met betrekking tot de betrokken lidstaat, toestemming hebt gekregen om in de lidstaat van oorsprong de titel van beroepsarchitect te voeren.
36.c. Documenten die uitsluitend van toepassing zijn op beroepen die vallen onder ambachten, industrie en handel De bevoegde autoriteit van de lidstaat waar u een professionele activiteit zou willen verrichten, kan het volgende eisen: • een getuigschrift dat is afgegeven door een bevoegd orgaan van de lidstaat waaruit aard en duur blijken van de betrokken activiteit die u hebt uitgeoefend; • in sommige gevallen kan u ook een bewijs van opleiding worden gevraagd.
36.d.
Documenten die uitsluitend van toepassing zijn op beroepen die vallen onder het algemeen stelsel De bevoegde autoriteit van de lidstaat waar u een professionele activiteit zou willen verrichten, zou het volgende kunnen eisen: • het bewijs dat u beroepservaring van ten minste twee jaar hebt in het betrokken beroep: dit bewijs kan worden gevraagd als noch het beroep, noch de opleiding is gereglementeerd in uw lidstaat van oorsprong, maar het beroep wel is gereglementeerd in de ontvangende lidstaat (zie vragen 9 en 12), waarbij rekening moet worden gehouden met alle documenten; zo bent u niet verplicht een certificaat te overleggen dat door een bevoegde autoriteit is afgegeven; salarisstroken of getuigschriften van werkgevers moeten bijvoorbeeld worden geaccepteerd door de ontvangende lidstaat; essentieel blijft echter dat uit het document duidelijk uw werkzaamheden blijken;
26
• gegevens over uw opleiding, maar alleen als deze nodig zijn om wezenlijke verschillen vast te stellen met de vereiste nationale opleiding; meestal is het genoeg om gegevens te verstrekken over de totale studieduur, de vakken die zijn bestudeerd en in welke verhouding, alsmede, soms, over de verdeling tussen theorie en praktijk in de opleiding.
37)
Kunt u zelf aanvullende documenten leveren en is dit wenselijk? Indien uw beroep onder het algemeen stelsel valt, is het in uw belang om over de volgende zaken zo veel mogelijk informatie te leveren aan de bevoegde autoriteit: beroepservaring, beroepsopleiding, bijscholing, studiebijeenkomsten en andere opleidingsvormen die u naast uw eerste opleiding hebt gevolgd. Dat kan namelijk de erkenning van uw kwalificatie vergemakkelijken. Met name kunt u wellicht een proeve van bekwaamheid of een aanpassingsstage vermijden, die anders geheel of gedeeltelijk nodig zouden zijn voor de erkenning van een beroepskwalificatie (zie vragen 51 en 52). Indien u deze gegevens niet levert, dan is deze autoriteit nog steeds gehouden een beslissing te nemen, maar zal ze deze nemen op basis van beschikbare gegevens.
38)
Kan de autoriteit eisen dat u de oorspronkelijke documenten of gewaarmerkte kopieën levert? De bevoegde autoriteit van de lidstaat kan niet eisen dat u haar de oorspronkelijke documenten overlegt; zij kan u wel vragen om gewaarmerkte kopieën van essentiële documenten te leveren, zoals beroepskwalificaties, de documenten waaruit uw beroepservaring blijkt. Als u geen gewaarmerkte kopieën van een of meer van deze documenten kunt leveren, moet de bevoegde autoriteit zelf de authenticiteit van het document verifiëren bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar u op wettige wijze bent gevestigd.
39)
Moeten alle documenten worden vertaald? De bevoegde autoriteit van de ontvangende lidstaat kan alleen een vertaling eisen van de documenten als dit werkelijk noodzakelijk is voor de behandeling van uw aanvraag voor erkenning. Een gewaarmerkte vertaling kan slechts worden geëist voor essentiële documenten. Voorbeeld: beroepskwalificaties, certificaten inzake beroepservaring. Maar als u een arts, verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, tandheelkundige, verloskundige, apotheker of architect bent van wie de kwalificatie wordt vermeld in Bijlage V van Richtlijn 2005/36/EG, dan kan er niet, op grond van de behandeling van
27
uw aanvraag voor erkenning, worden geëist dat u een gewaarmerkte vertaling van uw beroepskwalificatie overlegt. De bevoegde autoriteit kan immers gemakkelijk vaststellen of de omschrijving van uw kwalificatie overeenkomst met de omschrijving in de bijlage. De autoriteit van de ontvangende lidstaat kan evenmin een gewaarmerkte vertaling eisen van documenten zoals identiteitskaarten, paspoorten, e.d. Het staat u overigens vrij uw vertalingen te laten waarmerken door een bevoegde autoriteit van uw lidstaat van oorsprong of van de ontvangende lidstaat. De autoriteit van de ontvangende lidstaat is hoe dan ook verplicht om vertalingen die door een bevoegde autoriteit van uw lidstaat zijn gewaarmerkt, te accepteren.
40)
Binnen welke termijn moet uw aanvraag voor erkenning zijn behandeld? In eerste instantie bevestigt de bevoegde autoriteit van de lidstaat de ontvangst van uw dossier binnen een maand na ontvangst en stelt u in voorkomend geval op de hoogte van elk ontbrekend document. De bevoegde autoriteit moet zo snel mogelijk een deugdelijk onderbouwd besluit nemen. Voor gevallen waarop het stelsel van automatische erkenning betrekking heeft (zie vragen 42 tot en met 45), mag dit niet later dan drie maanden na de indiening van het dossier zijn. Voor gevallen waarop het algemeen stelsel van erkenning van diploma’s (zie vragen 49 tot en met 60) of het stelsel van automatische erkenning van beroepservaring (zie vragen 46 tot en met 48) van toepassing is, mag dit niet later dan vier maanden zijn. In het geval de termijn niet wordt nageleefd, zie vraag 63.
41)
Wat zijn uw rechten als de erkenning u wordt verleend? Met de erkenning hebt u het recht het betrokken beroep uit te oefenen. U kunt dus beginnen het beroep uit te oefenen en wel in dezelfde omstandigheden als de onderdanen van de ontvangende lidstaat. U zult in de lidstaat met dezelfde regels te maken krijgen (wettelijke, reglementaire, bestuursrechtelijke en beroepsethische) als de onderdanen van de ontvangende lidstaat. U moet vooral het werkgebied van het beroep in de ontvangende lidstaat eerbiedigen. In het geval u uw beroep in loondienst uitoefent, hebt u het recht om op dezelfde manier als houders van nationale diploma’s te solliciteren op aangeboden banen in de lidstaat en deel te nemen aan de selectieprocedures van personeel in dit land (gesprekken, beoordeling van dossiers, toetsen, enz.).
B. 2 Sectorale beroepen
28
Het gaat om beroepen waarvan de minimumopleidingseisen op communautair niveau zijn geharmoniseerd: arts, verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, tandheelkundige, dierenarts, verloskundige, apotheker of architect.
42)
Hoe verloopt de beoordeling van uw aanvraag? Uw kwalificatie valt in principe onder het stelsel van automatische erkenning van diploma’s (zie vragen 43 en 44). Dit houdt in dat de bevoegde autoriteit van de ontvangende lidstaat niet uw opleiding mag controleren en u dus ook geen document mag vragen waarin de inhoud van de gevolgde opleiding wordt toegelicht. Indien u houder bent van een kwalificatie die in een derde land is verworven, maar die al is erkend door een lidstaat, en indien deze lidstaat heeft bevestigd dat u het betrokken beroep er ten minste drie maanden lang hebt uitgeoefend, is de erkenning van uw beroep niet automatisch, maar geschiedt zij op basis van het algemeen stelsel van erkenning van diploma’s (zie vragen 45 en 49 tot en met 60).
43)
Aan welke voorwaarden moet u voldoen voor automatische erkenning? -
Arts, verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, tandheelkundige, dierenarts en apotheker
U dient in het bezit te zijn van een kwalificatie voor de betrokken lidstaat, zoals beschreven in Bijlage V van Richtlijn 2005/36/EG (dat wil zeggen de opleidingstitel en eventueel een begeleidend certificaat). Deze kwalificatie dient een opleiding te vermelden die overeenkomt met de minimumopleidingseisen die zijn vastgesteld in Richtlijn 2005/36/EG. Normaal gesproken is dit het geval wanneer uw opleiding is begonnen na de referentiedatum in Bijlage V van de richtlijn inzake de betrokken kwalificatie en de lidstaat. Voorbeeld: u bent een Italiaanse arts in het bezit van de opleidingstitel "Attestato di formazione specifica in medicina generale" en u hebt deze titel verworven na 31 december 1994 (zie Bijlage V, punt 5.1.4); deze titel betreft een opleiding die in overeenstemming is met wat de richtlijn verlangt, dus is de erkenning automatisch.
-
Verloskundige
U dient in het bezit te zijn van een kwalificatie voor de betrokken lidstaat, zoals beschreven in Bijlage V van Richtlijn 2005/36/EG (dat wil zeggen de opleidingstitel en eventueel een begeleidend certificaat). Deze kwalificatie dient een opleiding te vermelden die overeenkomt met de minimumopleidingseisen die zijn vastgesteld in Richtlijn 2005/36/EG. Normaal gesproken is dit het geval wanneer uw opleiding is begonnen na de referentiedatum in Bijlage V van de richtlijn inzake de betrokken kwalificatie en de lidstaat.
29
Afhankelijk van het type opleiding dat u hebt gevolgd, is automatische erkenning al dan niet op u van toepassing. U hebt recht op automatische erkenning als u een voltijdse opleiding voor verloskundige van ten minste twee jaar of 3600 uur hebt gevolgd en u eerst een opleidingstitel van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger hebt moeten verwerven om tot die opleiding te worden toegelaten. Maar als u een opleiding voor verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger hebt genoten, gevolgd door een opleiding voor verloskundige van 18 maanden, dan hebt u alleen recht op automatische erkenning wanneer u het beroep ten minste een jaar hebt uitgeoefend. Als u, ten slotte, een opleiding voor verloskundige van ten minste drie jaar hebt gevolgd, maar het was niet nodig om voor toelating tot deze opleiding in het bezit te zijn van een diploma, certificaat of andere titels die toegang verschaffen tot universiteiten of instellingen voor hoger onderwijs, dan krijgt u alleen een automatische erkenning wanneer u het beroep ten minste twee jaar hebt uitgeoefend.
-
Architect
Afhankelijk van het type opleiding dat u hebt gevolgd, is automatische erkenning al dan niet op u van toepassing. Om recht te hebben op automatische erkenning, dient u in het bezit te zijn van een kwalificatie van de betrokken lidstaat, zoals beschreven in Bijlage V van Richtlijn 2005/36/EG (dat wil zeggen de opleidingstitel en eventueel een begeleidend certificaat). Deze kwalificatie dient een opleiding te vermelden die overeenkomt met de minimumopleidingseisen die zijn vastgesteld door Richtlijn 2005/36/EG. Normaal gesproken is dit het geval wanneer uw opleiding op zijn vroegst is begonnen tijdens het academische jaar dat vermeld staat in Bijlage V van de richtlijn inzake de betrokken kwalificatie en de lidstaat. Voorbeeld: als u een Spaanse architect bent, in het bezit van de opleidingstitel "Título oficial de arquitecto", verkregen aan de l''Universidad Europea de Madrid", en u was uw opleiding op zijn vroegst begonnen in het academische jaar 1998/1999 (zie Bijlage V, punt 5.1.7), dan hebt u recht op automatische erkenning. Maar als u een Italiaanse architect bent die de opleidingstitel "Laurea specialistica in architettura" bezit, verkregen aan de "Politecnico di Bari", en u bent op zijn vroegst met de opleiding begonnen in het academische jaar 1999/2000, maar u bent nog niet in het bezit van het "Diploma di abilitazione all'esercizio indipendente della professione" dat in Italië naast de opleidingstitel vereist is (zie Bijlage V, punt 5.1.7), dan hebt u geen recht op automatische erkenning.
30
44)
Hebt u recht op automatische erkenning als u uw kwalificatie hebt verworven vóór de toetreding van uw land tot de EU? -
Arts, verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, tandheelkundige, dierenarts, verloskundige en apotheker
Indien voor uw kwalificatie een opleiding is toegestaan die u bent begonnen vóór de referentiedatum zoals vermeld in Bijlage V van de lidstaat voor de desbetreffende kwalificatie en lidstaat (voorbeeld: 1 mei 2004 voor een Tsjechische verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger - Bijlage V, punt 5.2.2 etc.) en deze opleiding komt niet overeen met de minimumopleidingseisen, hebt u toch recht op automatische erkenning als u kunt aantonen, door middel van een getuigschrift van de lidstaat van oorsprong, dat u het beroep daadwerkelijk en op geoorloofde wijze hebt uitgeoefend gedurende ten minste drie opeenvolgende jaren in de vijf jaar die zijn voorafgegaan aan de afgifte van het getuigschrift. Evenzo, indien uw kwalificatie valt onder een van de bepalingen betreffende specifiek verworven rechten inzake de beroepen waarop de richtlijn betrekking heeft (bijvoorbeeld, kwalificaties die zijn verkregen in voormalig Joegoslavië of in de voormalige DDR), dan moet u voldoen aan de voorwaarden die worden geëist op het gebied van beroepservaring en dient u een en ander te kunnen staven met getuigschriften, om uit hoofde hiervan recht te kunnen hebben op automatische erkenning.
-
Architect
Indien uw kwalificatie een opleiding omvat die u bent begonnen voor de referentiedatum die staat vermeld in Bijlage V van de richtlijn voor de desbetreffende kwalificatie en lidstaat (Voorbeeld: vóór 2007/2008 voor een Maltese architect Bijlage V, punt 5.7.1), en zelfs als deze opleiding niet overeenkomt met de minimumeisen die zijn vastgesteld door Richtlijn 2005/36/EG, hebt u recht op automatische erkenning op grond van verworven rechten, mits u in het bezit bent van de kwalificatie voor de betrokken lidstaat zoals vermeld Bijlage VI van Richtlijn 2005/36/EG (ofwel de opleidingstitel en eventueel een begeleidend certificaat). Uw opleiding moet niet later zijn begonnen dan gedurende het academische referentiejaar, zoals vermeld in Bijlage VI van de richtlijn voor de desbetreffende kwalificatie en lidstaat. Daarnaast geldt dat indien uw kwalificatie een opleiding omvat die noch in Bijlage V, noch in Bijlage VI van de richtlijn wordt vermeld, u toch recht hebt op automatische erkenning als u door middel van een getuigschrift van uw lidstaat van oorsprong kunt aantonen dat u toestemming had om uzelf in deze staat beroepsarchitect te noemen, vóór de in de richtlijn vermelde datum en dat u dit beroep ten minste drie jaar daadwerkelijk en op geoorloofde wijze hebt uitgeoefend gedurende de vijf jaar die voorafgingen aan de afgifte van het getuigschrift. Evenzo, indien uw kwalificatie valt onder een van de bepalingen inzake verworven rechten die specifiek betrekking hebben op de richtlijn (bijvoorbeeld, kwalificaties die zijn verkregen in voormalig Joegoslavië of de in de voormalige DDR), dan moet u voldoen aan de voorwaarden op het gebied van beroepservaring en dient u een en ander te kunnen staven met 31
getuigschriften, om uit hoofde hiervan recht te kunnen hebben op automatische erkenning.
45) Welke erkenningsprocedure is van toepassing indien u geen automatische erkenning kan worden verleend? Wanneer u geen automatische erkenning kan worden verleend, valt de erkenning onder het algemeen stelsel (zie vragen 49 tot en met 60). In een beperkt aantal gevallen voorziet de richtlijn in een subsidiaire toepassing van het algemeen stelsel en valt de erkenning niet altijd onder het algemeen stelsel (Titel III, Hoofdstuk I). In dat geval hebt u het recht de erkenning van uw kwalificatie te verkrijgen op basis van artikel 43 van het Verdrag betreffende het recht van vestiging. De bevoegde autoriteit is dan uit hoofde van het verdrag gehouden uw opleiding te vergelijken met de nationale opleiding, rekening houdend met uw beroepservaring en uw aanvullende opleidingen. Als zij verschillen vaststelt, kan zij u vragen deze verschillen weg te werken, bv. via een test, een stage of een aanvullende opleiding overeenkomstig de nationale regels.
B.3 Beroepen die vallen onder ambachten, industrie en handel Indien u werkzaamheden wenst te vervullen die in Bijlage IV worden genoemd, hebt u recht op automatische erkenning van uw kwalificaties op basis van beroepservaring, indien u aan de voorwaarden voldoet die in de richtlijn staan vermeld.
46)
Hoe verloopt de beoordeling van uw aanvraag? Op basis van de documenten die u hebt geleverd, zal de bevoegde autoriteit van de lidstaat in eerste instantie nagaan of u voldoet aan de voorwaarden voor automatische erkenning.
47)
Aan welke voorwaarden moet u voldoen voor automatische erkenning? Afhankelijk van de werkzaamheden die u wilt vervullen, worden de voorwaarden betreffende beroepservaring (eventueel vergezeld van voorwaarden die verband houden met de opleiding) omschreven in artikel 17, 18 of 19 van de richtlijn. De beroepservaring dient verband te houden met de werkzaamheden die u wilt vervullen in de ontvangende lidstaat. In de richtlijn wordt deze ervaring naar haar aard omschreven (uitoefening als zelfstandige, als leider van een bedrijf, als werknemer in loondienst…) en naar haar duur (aantal jaren, datum waarop deze ervaring werd beëindigd…). In sommige gevallen eist de richtlijn een erkende vooropleiding.
32
Zo vallen bepaalde werkzaamheden die verband houden met uiterlijke verzorging onder lijst III, 4 van Bijlage IV van de richtlijn. Artikel 19 van de richtlijn is dus van toepassing. Indien u over drie jaar aaneengesloten beroepservaring beschikt als zelfstandig schoonheidsspecialiste in Duitsland, en deze ervaring niet van meer dan tien jaar geleden dateert, hebt u recht op automatische erkenning in Griekenland, uitsluitend op grond van uw beroepservaring. Werkzaamheden die verband houden met het kappersvak vallen echter onder lijst I, 3 van Bijlage IV en dan is artikel 17 van kracht. Indien u over drie jaar aaneengesloten beroepservaring beschikt als zelfstandige kapper in Duitsland, is dit niet genoeg om aanspraak te kunnen maken op automatische erkenning in Griekenland. Daarvoor moet u ook hetzij een getuigschrift van een vooropleiding van ten minste drie jaar kunnen overleggen die in Duitsland is erkend, hetzij bewijzen dat u ten minste vijf jaar als kapper in loondienst hebt gewerkt. U zou ook recht hebben gehad op automatische erkenning indien u had beschikt over ten minste zes jaar aaneengesloten beroepservaring als zelfstandige dan wel als leider van een onderneming in het kappersvak in Duitsland, of over vier jaar ervaring op hetzelfde gebied, aangevuld met een erkende vooropleiding van ten minste twee jaar.
48) Welke procedure is van toepassing indien u geen automatische erkenning kan worden verleend? Indien de activiteit die u in de ontvangende lidstaat wilt verrichten in Bijlage IV van de richtlijn wordt vermeld, maar u op grond van beroepservaring niet aan de voorwaarden voldoet voor automatische erkenning, dan valt de erkenning onder het algemeen stelsel (zie vragen 49 tot en met 60). Voorbeeld: u bent schoonheidsspecialiste met slechts een jaar ervaring, dan valt de erkenning onder het algemeen stelsel (zie vragen 49 tot en met 60).
B.4 Beroepen die vallen onder het algemeen stelsel Het betreft alle beroepen waarop geen van de twee stelsels voor automatische erkenning, zoals beschreven onder punten B.2 en B.3, van toepassing zijn.
49)
Hoe verloopt de beoordeling van uw aanvraag? 1) De autoriteit die belast is met het controleren van uw kwalificatie zal eerst nagaan of u deze hebt verkregen in een lidstaat die wel of niet het beroep reglementeert waarvoor u de erkenning van uw kwalificatie vraagt. Als de lidstaat waar u uw kwalificatie hebt verkregen dit beroep niet reglementeert, noch de opleiding voor dit beroep, heeft de bevoegde autoriteit het recht u te vragen om te bewijzen dat u het betreffende beroep hebt uitgeoefend, gedurende ten minste twee aaneengesloten jaren
33
in de afgelopen tien jaar (zie vragen 9 en 12). Als u niet in staat bent het bewijs hiervoor te leveren, of als u niet over een dergelijke beroepservaring beschikt, heeft de bevoegde autoriteit het recht de voorschriften van Richtlijn 2005/36/EG niet uit te voeren inzake uw aanvraag voor erkenning. Als u uw kwalificatie in een derde land hebt verkregen, zal de bevoegde autoriteit nagaan of u het betreffende beroep daadwerkelijk hebt uitgeoefend, gedurende ten minste drie jaar in de lidstaat die in eerste instantie uw kwalificatie heeft erkend. Deze beroepservaring dient te worden gestaafd door een certificaat, afgegeven door deze lidstaat. Uitsluitend onder deze voorwaarde is de richtlijn op u van toepassing. 2) De bevoegde autoriteit zal vervolgens nagaan wat uw kwalificatieniveau is met betrekking tot de criteria die in de richtlijn zijn gesteld. Richtlijn 2005/36/EG (artikel 11) verdeelt de beroepskwalificaties in vijf niveaus: a, b, c, d, e, naar gelang de duur en het niveau van de opleiding die zij voorschrijven. Niveau a is het laagst en niveau e het hoogst. In de richtlijn is bepaald dat de bevoegde autoriteit niet mag weigeren uw kwalificatie te erkennen (behoudens de in vragen 50 en 52 vermelde gevallen), als deze tot hetzelfde niveau wordt gerekend als de kwalificatie die in nationaal verband is vereist of tot het niveau dat onmiddellijk daaronder volgt. Voorbeeld: de beroepskwalificatie die vereist is in de ontvangende lidstaat is op niveau c geplaatst; als uw beroepskwalificatie op niveau c of niveau b is geplaatst, is de richtlijn van toepassing; als uw kwalificatie evenwel op niveau a is geplaatst, zal de richtlijn niet van toepassing zijn omdat het niveauverschil tussen uw kwalificatie en de kwalificatie van de ontvangende lidstaat te groot is. Van dit principe kan echter worden afgeweken indien de beroepskwalificatie die in de ontvangende lidstaat wordt geëist een opleiding van vier jaar voorschrijft en tot niveau a wordt gerekend. In dat geval kan de bevoegde autoriteit niet weigeren uw kwalificatie te erkennen indien zij tot niveau e, d of c, ofwel tot aan twee niveaus lager, wordt gerekend. Om te weten wat het niveau van uw kwalificatie is en het kwalificatieniveau van de ontvangende lidstaat, kunt u ons databestand raadplegen op het volgende adres: http://ec.europa.eu/internal_market/qualifications/regprof/index.cfm?newlang=en U kunt zich ook wenden tot het Contactpunt op het volgende adres: http://ec.europa.eu/internal_market/qualifications/docs/contact-points/infopoints_en.pdf 3) De bevoegde autoriteit zal vervolgens de opleiding die u hebt genoten vergelijken met de nationale opleiding om na te gaan of er wezenlijke verschillen tussen deze twee opleidingen bestaan. Onder wezenlijke verschillen worden zeer belangrijke verschillen verstaan betreffende zaken die essentieel zijn voor de uitoefening van het beroep. Indien de bevoegde autoriteit wezenlijke verschillen constateert tussen uw opleiding en de nationale opleiding, moet ze nagaan of deze verschillen niet kunnen worden goedgemaakt door uw beroepservaring of enige aanvullende opleiding die u wellicht
34
hebt gevolgd. Het is daarom belangrijk dat u de bevoegde autoriteit zo veel mogelijk relevante inlichtingen verstrekt. Als deze beoordeling eenmaal is uitgevoerd, zal de bevoegde autoriteit een beslissing nemen, die afdoende dient te zijn gemotiveerd.
50)
Welke beslissing kan de bevoegde autoriteit nemen? 1) Zij kan uw kwalificatie erkennen (zie ook vraag 41). 2) Zij kan weigeren uw kwalificatie te erkennen. Een weigering mag echter slechts een uitzondering zijn, maar is bijvoorbeeld gerechtvaardigd als blijkt dat het beroep waarvoor u een erkenning van uw kwalificatie hebt gevraagd niet hetzelfde is als het beroep waarvoor u gekwalificeerd bent. Daarentegen is een weigering ongerechtvaardigd indien bijvoorbeeld het niveauverschil tussen uw kwalificatie en de kwalificatie van de ontvangende lidstaat te groot zou zijn, of indien u niet de vereiste twee jaar beroepservaring hebt omdat u uw kwalificatie hebt verworven in een lidstaat waarin noch het betreffende beroep noch de opleiding voor dat beroep is gereglementeerd. In dat geval is de bevoegde autoriteit weliswaar niet verplicht de richtlijn toe te passen maar blijft zij krachtens het Verdrag gehouden om uw opleiding met de nationale opleiding te vergelijken en daarbij rekening te houden met uw beroepservaring en aanvullende opleidingen. Indien zij verschillen constateert, kan zij u vragen deze goed te maken met, bijvoorbeeld, een test, een stage of een aanvullende opleiding. 3) De bevoegde autoriteit kan u ook bijkomende maatregelen opleggen alvorens uw beroepskwalificaties te erkennen (zie ook vragen 51 en 52), indien zij verschillen tussen uw opleiding en de nationale opleiding heeft geconstateerd die niet kunnen worden goedgemaakt door uw beroepservaring en/of uw aanvullende opleidingen.
51)
Welke aanvullende eisen kan de bevoegde autoriteit aan u opleggen? De bevoegde autoriteit kan eisen dat u een proeve van bekwaamheid aflegt of een aanpassingsstage van maximaal drie jaar doorloopt.
52)
Als er een proeve van bekwaamheid of een stage wordt geëist, kan de autoriteit dan zelf een keuze tussen de twee maken? In principe niet. De keuze is aan u. Er zijn evenwel uitzonderingen, in de volgende gevallen: - voor juridische beroepen, - voor beroepen waarvan de opleidingseisen zijn geharmoniseerd maar waarvoor geen automatische erkenning geldt, met uitzondering van specialistische ziekenverplegers (zie vragen 42 tot 45),
35
- voor beroepen die vallen onder ambachten, handel en industrie (zoals in Bijlage IV van de richtlijn vermeld), waarop het stelsel van automatische erkenning niet van toepassing is (zie vragen 46 tot en met 48) en waarvan de beoefenaars zich als zelfstandige of als hoofd van een onderneming wensen te vestigen, waarbij hun beroepsactiviteit kennis en toepassing veronderstelt van de geldende nationale regels, voor zover dit ook van de eigen onderdanen wordt geëist; - voor de volgende beroepen in de volgende lidstaten, heeft de bevoegde autoriteit het recht een proeve van bekwaamheid op te leggen: • Frankrijk: ski-instructeur, duikinstructeur, instructeur parachutespringen, berggids, instructeur speleologie; • Oostenrijk: alpine ski-instructeur, langlaufinstructeur, gids op skitochten, berggids; • Italië: ski-instructeur, berggids; • Duitsland (Beieren): ski-instructeur, langlaufinstructeur, gids op skitochten, berggids; • België: privédetective.
53)
Hoe kunt u zich voorbereiden op de proeve van bekwaamheid en op de aanpassingstage? Wat betreft de proeve van bekwaamheid, kunnen de bevoegde autoriteit of het Contactpunt u informatie geven over eventuele voorbereidingscursussen, of u zelfs lijsten van aanbevolen literatuur of voorbeelden van proeven van bekwaamheid, indien voorradig, ter beschikking stellen. Wat de aanpassingstage betreft, kunnen de bevoegde autoriteit en het Contactpunt u deelgenoot maken van de lering die er is getrokken uit succesvol afgeronde aanpassingstages en u, indien voorradig, aanbevolen literatuur ter beschikking stellen.
54)
Moet u zelf een stageplaats vinden? De lidstaat kan de verantwoordelijkheid voor de organisatie en het verloop van de aanpassingsstage geven aan erkende instellingen of stagementoren. De bevoegde autoriteit moet u een lijst ter beschikking stellen van instellingen/personen die verantwoordelijk zijn voor de aanpassingstage met betrekking tot het beroep dat u wilt uitoefenen. Voor zover mogelijk dient u vrij te zijn in de keuze van een stagementor en een stageplaats op deze lijst. De stageomstandigheden dienen hoe dan ook niet te beperkend te zijn. De stageplaats mag niet op dusdanige geografische afstand liggen dat dit een obstakel vormt.
55)
Hoe verloopt de aanpassingsstage? De aanpassingsstage voltrekt zich onder verantwoordelijkheid van een gekwalificeerde professional en kan vergezeld gaan van een aanvullende opleiding. Aan het eind krijgt u een beoordeling.
36
56)
Kunt u een beloning tegemoet zien in het kader van uw aanpassingsstage? Indien dit mogelijk is aan de hand van de nationale regelgeving in het gastland, kunt u een beloning innen gedurende de aanpassingsstage. Dit is echter geen recht. De ontvangende lidstaat stelt uw status vast, maar deze dient dezelfde te zijn als die van alle stagiairs in het land.
57)
Waaruit bestaat de proeve van bekwaamheid? De proeve van bekwaamheid mag er enkel toe dienen uw beroepskennis te toetsen en kan slechts betrekking hebben op zaken die essentieel zijn voor de uitoefening van het beroep ten aanzien waarvan er grote verschillen zijn geconstateerd. Deze zaken zijn bij de beslissing van de bevoegde autoriteit duidelijk vastgesteld; kennis van de relevante beroepsethiek kan ertoe behoren. De proeve van bekwaamheid kan theoretisch zijn (voorbeeld: schriftelijke toets) of praktisch (bijv.: skiproef op een piste).
58)
Hoeveel proeven van bekwaamheid moeten er per jaar worden georganiseerd? In principe hangt het aantal proeven van bekwaamheid af van het aantal ingediende aanvragen. In ieder geval moeten er ten minste twee proeven van bekwaamheid per jaar worden georganiseerd. Voor seizoensafhankelijke werkzaamheden, zoals bij een ski-instructeur het geval is, dienen de proeven in het eerste deel van het seizoen hun beslag te krijgen.
59)
Kunt u zich meer dan één keer voor een proeve van bekwaamheid aanmelden? Ja, u hebt recht op een herkansing indien u de eerste keer niet slaagt. Het is echter de lidstaat die bepaalt hoeveel herkansingen u krijgt, waarbij rekening zal worden gehouden met nationale regels.
60)
Binnen welke termijn moet een bevoegde autoriteit een beslissing nemen na de proeve van bekwaamheid of de aanpassingsstage? De richtlijn stelt geen specifieke termijn vast, maar de bevoegde autoriteit is gehouden de beslissing zo snel mogelijk te nemen.
37
III. KOSTEN 61)
Kan u gevraagd worden mee te delen in de behandelingskosten van uw dossier? Er kan u niet om een financiële bijdrage worden gevraagd indien op u het meldingstelsel in het kader van de vrije verrichting van diensten van toepassing is (zie punt A.2, vraag 23). In dat geval behoort de autoriteit van de lidstaat uw dossier zelfs niet te behandelen. In alle andere gevallen kan u worden verplicht een bedrag over te maken voor de behandeling van uw aanvraag. Dit bedrag mag evenwel niet hoger zijn dan de reële geleverde kosten en moet vergelijkbaar zijn met het bedrag gevraagd aan ingezetenen in vergelijkbare omstandigheden.
62)
Kan u gevraagd worden om een financiële bijdrage voor een proeve van bekwaamheid of een aanpassingstage? U kan verplicht worden gesteld een bedrag over te maken voor het organiseren van de proeve van bekwaamheid of van de aanpassingsstage. Dit bedrag mag evenwel niet hoger zijn dan de reële geleverde kosten en moet van dezelfde orde zijn als het bedrag dat ingezetenen in vergelijkbare omstandigheden moeten betalen.
IV. BEROEP 63)
Kunt u een beslissing gerechtelijk aanvechten? Een beslissing om uw aanvraag te verwerpen (of om u bijkomende maatregelen op te leggen, zoals een proeve van bekwaamheid of een aanpassingsstage) moet vergezeld gaan van een motivering. Indien dit laatste niet het geval is, heeft u het recht te eisen dat deze u wordt gegeven. Als u het niet eens bent met de motivering, hebt u het recht een beroep in te stellen bij een gerecht van de ontvangende lidstaat. De wettigheid van de negatieve beslissing zal dan getoetst worden aan het Gemeenschapsrecht. In het kader van het vestigingsstelsel (zie punt II) kunt ook een beroep instellen bij het uitblijven van een beslissing binnen de gestelde termijn. U mag immers uw beroep niet uitoefenen in de ontvangende lidstaat zolang er geen beslissing is genomen. In het kader van het stelsel van vrije dienstverrichting (zie punt I) is het daarentegen niet nodig een beroep in te stellen omdat u de dienst mag verrichten bij het uitblijven van een beslissing binnen de gestelde termijn.
38
In sommige lidstaten is ook administratief beroep mogelijk. Bij het Contactpunt vindt u alle informatie over de beroepsmogelijkheden op nationaal niveau: http://ec.europa.eu/internal_market/qualifications/docs/contact-points/infopoints_en.pdf
V.
TAALEISEN
64)
Kan er geëist worden dat u de taal van de ontvangende lidstaat kent? De ontvangende lidstaat kan eisen dat u enige kennis bezit van de taal van de ontvangende lidstaat als dit van belang mag worden geacht voor de aard van het beroep dat u wilt uitoefenen. In ieder geval mogen de taaleisen niet hoger zijn dan wat objectief noodzakelijk is voor de uitoefening van het betrokken beroep (woordenschat, mondelinge en/of schriftelijke kennis, actief/passief). Daarnaast moet erop worden gewezen dat wat het gereglementeerde beroep in kwestie ook mag zijn, uw dossier in de taal van de ontvangende lidstaat zal worden behandeld en indien er eventueel een proeve van bekwaamheid of een aanpassingsstage wordt geëist (zie vragen 51 en 52), deze in de taal van de lidstaat zijn beslag zal krijgen. De erkenningsprocedure van uw kwalificatie en de eventuele verificatie van uw talenkennis zijn twee verschillende procedures. De erkenning van uw beroepskwalificatie kan niet worden geweigerd of verworpen omdat uw kennis van de taal tekort zou schieten. Er bestaat echter een uitzondering op deze regel, indien de talenkennis deel uitmaakt van de kwalificatie (voorbeeld: logopedist, leerkracht die de taal van het ontvangende land onderwijst).
65)
Kan u altijd een taaltoets worden opgelegd? De ontvangende lidstaat kan u niet in alle gevallen een taaltoets opleggen. Elk van de volgende documenten tonen afdoende aan dat uw talenkennis voldoende is: - kopie van diploma’s verkregen in de taal van de ontvangende lidstaat; - kopie van het diploma waaruit kennis blijkt van de taal of de talen van de ontvangende lidstaten (bijvoorbeeld universitair diploma, kwalificatie afgegeven door de kamer van koophandel, kwalificatie afgegeven door een erkend talenopleidingsinstituut, zoals het Goethe Instituut, enz.); - bewijs van eerdere beroepservaringen in de ontvangende lidstaat. Alleen als u geen van deze documenten kunt leveren, kunt u worden onderworpen aan een onderhoud of een toets (mondeling en/of schriftelijk).
39
VI. HULP BIJ PROBLEMEN
66)
Wie kan u helpen op nationaal niveau? 1) U kunt zich richten tot het nationale Contactpunt als u problemen ondervindt inzake de erkenningsprocedure van uw beroepskwalificaties. 2) U kunt zich tevens richten tot de Wegwijzerdienst voor burgers. Deze dienst beroept zich op onafhankelijke juridische experts die u gratis persoonlijk advies geven over uw rechten als Europese burger. U krijgt binnen een week antwoord in uw eigen taal. Meer informatie over deze dienst vindt u op het volgende internetadres: http://ec.europa.eu/citizensrights/front_end/index_nl.htm
3) U kunt ook een beroep doen op het netwerk SOLVIT. SOLVIT is een online probleemoplossend netwerk: de lidstaten van de EU werken erin samen om op pragmatische wijze de problemen op te lossen die voortvloeien uit een onjuiste toepassing van de wetgeving van de interne markt door de overheden. Elke lidstaat van de EU kent een SOLVIT-centrum (evenals Noorwegen, IJsland en Liechtenstein). Deze centra maken deel uit van de nationale overheid en proberen binnen een korte termijn (tien weken) werkelijke oplossingen te vinden voor werkelijke problemen. De diensten die SOLVIT levert zijn gratis. Wij vestigen er echter uw aandacht op dat de termijnen van een juridisch beroep niet worden opgeschort als u zich tot SOLVIT wendt. Als u op nationaal niveau een beroep wilt instellen, kunt u geen gebruik meer maken van SOLVIT. Informatie over SOLVIT vindt u op het volgende internetadres: http://ec.europa.eu/solvit/site/index_nl.htm
40