gemeente bunschoten
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
gemeente bunschoten bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting voorschriften plankaart huisnummer- en functiekaart
procedure inspraak
datum 02 februari 2005
overleg ex. artikel 10 BRO
30 oktober 2003
1e tervisielegging (art. 23)
28 juni 2007
vaststelling raad (art. 25)
31 oktober 2007
2e tervisielegging (art. 26)
22 november 2007
Gedeputeerde Staten (art. 28)
..............................
Kroon (art. 29)
..............................
40-104 19 november 2007
amer adviseurs b.v. ruimtelijke ordening
toelichting
5 INHOUDSOPGAVE
Blz.
1.
INLEIDING 1.1. Doel van het plan 1.2. Werkwijze 1.3. Uniforme planologische regeling 1.4. Opzet van de toelichting
1 1 1 1 1
2.
INVENTARISATIE PLANGEBIED 2.1. Begrenzing van het plangebied 2.2. Vigerende plannen 2.3. Historie en ruimtelijke opbouw 2.4. Cultuurhistorische en archeologische aspecten 2.5. Overige aspecten
3 3 3 3 7 9
3.
HOOFDOPZET VAN HET PLAN 3.1. Inleiding 3.2. Het wonen 3.3. De voorzieningen 3.4. Het werken 3.5. De openbare ruimte 3.6. Archeologie en cultuurhistorische aspecten 3.7. Sociale veiligheid 3.8. Duurzaam en aanpasbaar bouwen 3.9. Milieuaspecten
11 11 11 15 16 19 21 23 24 26
4.
JURIDISCHE PLANOPZET 4.1. Inleiding 4.2. De bestemmingen 4.3. Waardevolle bebouwing
37 37 37 40
5.
MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID 5.1. Inleiding 5.2. Resultaten overleg ex artikel 10 B.r.o. 5.3. Resultaten Inspraak 5.4. Behandeling door de Provinciale Planologische Commissie (PPC)
41 41 43 50 64
6.
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
69
BIJLAGE I BIJLAGE II
Luchtkwaliteit Bunschoten Zuid / Eemlandia Verantwoording groepsrisico conform artikel 13 Besluit externe veiligheid en inrichtingen BIJLAGE III Verslag van de op 15 februari 2005 gehouden inspraakavond over het voorontwerp-Bestemmingsplan Bunschoten-Zuid/ Eemlandia BIJLAGE IV Ingekomen vooroverlegreacties BIJLAGE V Ingekomen inspraakreacties BIJLAGE VI Ingekomen PPC-reactie BIJLAGE VII Algemene verklaring van geen bezwaar BIJLAGE VIII Beschikking hogere grenswaarden zone Kronkels/Haarbrug (Noord) BIJLAGE IX informatieavond/hoorzitting procedure hogere grenswaarde t.b.v Bestemmingsplan de Kronkels-Haarbrug
I XI XV XIX XXI XXIII XXV XXVII XXIX
Bunschoten-Zuid / Eemlandia
Plangrens bestemmingsplan Bunschoten Zuid / Eemlandia
ligging plangebied
1 1.
INLEIDING
1.1.
Doel van het plan Het bestemmingsplan heeft een conserverend karakter. Het plangebied omvat een nagenoeg afgerond woongebied, dat is ontwikkeld in diverse overwegend 20ste eeuwse bouwperioden. Er zijn geen beleidsvoornemens tot ingrijpende wijziging en/of grootschalige uitbreiding van de woonbebouwing in Bunschoten Zuid. Binnen het plangebied worden enkele inbreidingsmogelijkheden aangetroffen. Slechts in enkele incidentele gevallen zal de nieuwe hoofdfunctie en gebruikswijze afwijken van de tot dusver toegestane gebruiksvormen. De gemeente streeft naar het behouden en waar mogelijk versterken van de bestaande stedenbouwkundige structuur en woonklimaat van het gebied. Er wordt gestreefd naar een ‘duurzaam veilige’ inrichting van de woongebieden. Dit betekent dat de nietmilieuvriendelijke bedrijven binnen het plangebied zullen moet verdwijnen en dat deze dienen te worden verplaatst naar één van de hiervoor bedoelde bedrijventerreinen elders in de gemeente. Voortvloeiend uit het streven naar behoud van de stedenbouwkundige waarde wordt er nadrukkelijk naar gestreefd om de karakteristieke kenmerkende architectuur in het plangebied te behouden. Deze bescherming van architectonische waarden hangt nauw samen met het toegestane gebruik, maar wordt in sterke mate geregeld middels de bouwverordening, welstandstoets en de monumentenwet’. Het bestemmingsplan sluit hierop aan.
1.2.
Werkwijze Het bestemmingsplan is voorbereid door het bureau voor Ruimtelijke Ordening Amer Adviseurs B.V. te Amersfoort, in samenwerking met de afdeling VROM van de gemeente Bunschoten.
1.3.
Uniforme planologische regeling Het plan maakt onderdeel uit van de gefaseerde integrale herziening van de planologische regeling voor het stedelijk gebied in de gemeente Bunschoten. De gemeente streeft naar een uniforme planologische regeling voor haar gehele verstedelijkte grondgebied. De juridische regeling zal dan ook in sterke mate aansluiten op en overeenkomen met de juridische regeling in eerdere bestemmingsplannen als ‘Eemdijk’, ‘Wonen-west’, ‘Bunschoten stad’ en ‘Ongerweges’.
1.4.
Opzet van de toelichting De toelichting is als volgt opgezet: in hoofdstuk 2 worden verschillende belangrijke gegevens over het plangebied weergegeven; vervolgens wordt in hoofdstuk 3 per functie de huidige stand van zaken en de voor de toekomst gewenste ontwikkelingen geanalyseerd. De resultaten van deze analyses worden vervolgens vertaald in verschillende aanbevelingen voor de planopzet. De in hoofdstuk 3 geformuleerde aanbevelingen voor de planopzet worden in hoofdstuk 4 vertaald in een juridische bestemmingsregeling. Hoofdstuk 5 geeft de resultaten weer van de inspraak en het artikel 10 overleg. Tevens wordt in hoofdstuk 6 ingegaan op de economische uitvoerbaarheid van het plan.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
1 2 3 1
Bestemmingsplan Bunschoten - Zuid
2
Bestemmingsplan Eemlandia
3
Bestemmingsplan Oostelijke ontsluiting
vigerende plannen
3 2.
INVENTARISATIE PLANGEBIED
2.1.
Begrenzing van het plangebied Zoals uit nevenstaande afbeelding blijkt ligt het plangebied in het zuidoostelijk deel van de kern Bunschoten. Het plangebied wordt aan de westzijde grofweg begrensd door de Westsingel en de Cornelis Houtmanstraat. De Stadsgracht en de Kleine Pol (v.m. Adriaan van Ostadelaan) vormen de noordgrens van het plangebied (zie afbeelding begrenzing plangebied). Aan de oostzijde wordt het plangebied begrensd door de Verlengde Oostsingel en de Oostelijke Randweg. De zuidgrens van het plangebied wordt bepaald door de zuidgrens van de bebouwing aan de Grebbelinie. Ten zuiden van het plangebied liggen de industrieterreinen Haarbrug/Haarbrug-Noord en De Kronkels. Het plangebied is ruim 29 ha groot.
2.2.
Vigerende plannen Het plangebied voorziet in een vervangende bestemmingsregeling voor de volgende vigerende bestemmingsplannen (zie ook: afbeelding ‘vigerende plannen’): • bestemmingsplan Bunschoten-Zuid, door de Raad vastgesteld 18 februari 1982, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 9 november 1982; • bestemmingsplan Eemlandia, door de Raad vastgesteld 30 januari 1997, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 26 juni 1997; • en een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan Oostelijke ontsluiting, vastgesteld door de gemeenteraad 21 december 1989, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten 31 juli 1990. Bestemmingsplan Eemlandia beslaat voornamelijk een uit te werken woonbestemming. De geplande nieuwbouw is inmiddels voor het merendeel gerealiseerd.
2.3.
Historie en ruimtelijke opbouw Historie Algemeen Het dorp Bunschoten wordt vaak in één adem genoemd met Spakenburg. Dit is niet verwonderlijk want op het eerste gezicht is het ook één plaats. Wie echter de geschiedenis induikt komt tot andere conclusies. Bunschoten is ontstaan omstreeks 1200, terwijl Spakenburg pas in de 15de eeuw is ontstaan. Sinds de ijstijd stroomt het water van de Utrechtse heuvelrug via de Eem en een hieraan verbonden stelsel van beken naar het bekken van het Flevomeer. In dit bekenlandschap ontstonden rivierduinen. De eerste bewoners vestigden zich op deze zandopduikingen. Op de grotere zandduinen ontstonden de eerste nederzettingen, zoals Bunschoten. Ten tijde van de vorming van het Almere (de latere Zuiderzee, omstreeks 400 nC) transformeerde het gebied door de stijgende waterspiegel geleidelijk in een moerasveengebied. Dit gebied bleef lange tijd slecht toegankelijk. Pas met de eerste ontginningen omstreeks 1000 nC neemt de bewoning geleidelijk weer toe. Eén van de belangrijke oudere ontginningsassen was een hogere dekzandrug ter plaatse van de huidige Veenestraat; een geleidelijk verdichtend lint van boerderijen gaf vorm aan de nederzettingsstructuur.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
4 Noordelijk van de Veenestraat ontstaat circa 1300 nC rond de kerk (parochie) aan de huidige Dorpsstraat de eerst verdichte bebouwingsconcentratie. Halverwege de 14e eeuw krijgt dit dorp, Bunschoten, stadsrechten en wordt een begin gemaakt met de aanleg van een aarden wal. Binnen de wallen wordt begonnen met de uitleg van een systematisch geometrisch stratenpatroon, haaks op de Dorpsstraat. De beoogde Stadsuitbreiding is echter als gevolg van de verwoesting in 1428 nooit gerealiseerd. Het gebied lag onder de invloedssfeer van de Bisschop van Utrecht, die hier ook de pacht inde. Deze zorgde er rond 1350 voor dat Bunschoten stadsrechten kreeg. Bunschoten verloor deze stadsrechten feitelijk toen de Bunschoters in de oorlog tussen de Bisschop van Utrecht en Philips de Goede, hertog van Bourgondië, de kant van de hertog kozen. Restanten van de stadsgracht zijn nog goed terug te vinden. Bunschoten ontwikkelde zich tot een boerendorp met een middeleeuwse stadsplattegrond. De boerderijen liggen aan beide zijden van de Dorpsstraat en de Veenestraat. Toentertijd werd het straatbeeld gedomineerd door een kerk. Bunschoten ontwikkeld zich vervolgens verder als dorp met stadsrechten en ondervindt pas in de twintigste eeuw weer een nieuwe bloeiperiode waarin tal van dorpsuitbreidingen, waaronder Bunschoten-Zuid, buiten de oude stadswal zijn gerealiseerd. Vanaf de 20e eeuw groeide Bunschoten geleidelijk naar het noorden, terwijl Spakenburg zich steeds verder zuidwaarts uitbreidde, waardoor één plaats ontstond. De naoorlogse uitbreiding voltrok zich in zuidwaartse richting aan beide zijden van de Veenestraat. Het plangebied begint ten zuiden van de Stadsgracht; één van de weinige relicten van de oorspronkelijke verdedigingswerken van Bunschoten, dat begin 15e eeuw nagenoeg volledig werd verwoest. Vier deelgebieden Het plangebied bestaat ruwweg uit vier deelgebied (kwadranten) die worden gescheiden door de Veenestraat (noord-zuid), de Nijkerkerweg en de St.Nicolaasweg (beide oost-west). De Veenestraat (=verlengde Dorpsstraat) en de Nijkerkerweg zijn hoofdontsluitingsroutes die de kern Bunschoten met respectievelijk Amersfoort en Nijkerk verbinden. Afgezien van de historische (lint)bebouwing en onregelmatige verkaveling aan deze oorspronkelijke ontsluitingswegen van Bunschoten heeft ieder kwadrant een eigen kenmerkende bouwperiode. Bunschoten te Veen Deze buurt ligt aan de oostzijde van de Veenestraat op het voormalige “Bunschoten te Veen” waaraan ook de Veenestraat haar naam ontleent. Het werd in het verleden gebruikt als agrarisch bouwland. Het is de eerste naoorlogse uitbreiding in Bunschoten. Bunschoten te Veld Deze uitbreiding werd gevolgd door bebouwing aan de westzijde van de Veenestraat. De buurt is gesitueerd op het voormalige buitengebied “Bunschoten te Veld” dat door haar lagere ligging in het deltagebied van de Eem hoofdzakelijk in gebruik was als gras- en hooiland. Zowel Bunschoten te Veld als Bunschoten te Veen hebben een eenvoudige en regelmatige opzet en worden gedomineerd door eengezinswoningen in laagbouw. De on-
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
5 regelmatigheden worden veroorzaakt door de grondeigendomsverhoudingen langs de Veenestraat en Nijkerkerweg.
te onderscheiden deelgebieden
Bunschoten Zuidoost Het betreffende deelgebied betreft een naoorlogse uitbreiding. De buurt wordt gekarakteriseerd door een voor de jaren ’60 / ’70 kenmerkende regelmatige strookverkaveling van overwegend rijtjeshuizen (‘doorzonwoningen’) in zowel het sociale huur- als sociale koopsegment. De buurt kent afgezien van de graskanten langs de openbare weg weinig openbare groenvoorzieningen. Eemlandia De voormalige Melkfabriek ontstond toen in 1918 de “Bunschoter Coöperatieve Verkoopvereniging van Melk en Zuivelproducten Eemlandia” een fabriek realiseerde ten behoeve van de productie van boter en poedermelk. Later zou deze fabriek, na uitbreiding, ook worden gebruikt voor de productie van caseïne en kaas. In 1963 werd de fabriek gesloten. Sinds de verkoop die hierop volgde in 1967 wordt het bedrijfspand verhuurd aan kleine ondernemingen. De omringende bijgebouwen en opslagplaatsen hebben de afgelopen decennia plaats gemaakt voor andere functies.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
bron: Beleidsplan Gemeentelijke Archeologische Monumentenzorg Bunschoten (Vestigia, d.d. november 2004)
uitsnede archeologische basiskaart
7 In de jaren ’70 van de vorige eeuw is besloten dat de overige bedrijvigheid, zoals de transportbedrijven die zich op het terrein van Eemlandia hadden gevestigd dienden te verplaatsen naar een bedrijventerrein. Halverwege de jaren ‘90 van de vorige eeuw is begonnen met de nieuwbouw van woningen. Aan de St.Nicolaasweg (net buiten het onderhavige plangebied) is nu nog uitsluitend kleinschalige bedrijvigheid gevestigd in het monumentale hoofdgebouw van de voormalige melkfabriek. 2.4.
Cultuurhistorische en archeologische aspecten Monumentale panden In het plangebied komen enkele historisch waardevolle en beschermingswaardige panden voor langs de Nijkerkerweg en de Veenestraat. Het betreft hier in hoofdzaak voor de streek kenmerkende woonboerderijen. adres Veenestraat
7
Bebouwingsvorm
status
cat.
bescherming
Langhuisboerderij; 1901
Agrarisch gebouw van
2
geen
2
geen
1
geen
1
geen
3
geen
Agrarisch gebouw
2
geen
Woonhuis, van zeer
3
geen
hoge waarde Veenestraat
9-13
Oudst bewaarde langhuisboerderij
Agrarisch gebouw van
(“De Pol”) aan de Veenestraat;
hoge waarde
1880 Veenestraat
15-17 Langhuisboerderij; ca. 1910
Agrarisch gebouw van waarde
Veenestraat
20
Langhuisboerderij; 1911
Agrarisch gebouw van hoge waarde
Veenestraat
31
Woonvilla; 1932 (architect: R. de
Veenestraat
61-67 Dwarshuisboerderij op terp uit 1908
Jong)
Nijkerkerweg 30-32 Vrijstaand éénlaagsherenhuis uit
Woonhuis van zeer hoge waarde
1912 hoge waarde Bron: Monumenten Inventarisatie Project Provincie Utrecht, 1992
Buiten het Monumenten Inventarisatie Project (MIP) is er nog een aantal panden in het gebied die vanuit de gemeente als waardevol worden beschouwd. Het zijn: • Veenestraat 12-14; • Veenestraat 16-18; • Veenestraat 57. Archeologie In het beleidsplan “Gemeentelijke Archeologische Monumentenzorg Bunschoten op basis van Stra-Arch” (Vestigia, rapportnr. V33) worden de archeologische waarden in beeld gebracht op basis van de Indicatieve Kaart Archeologische verwachtingswaarde (IKAW), de Archeologische Monumentenkaart (AMK) en Archis-meldingen. De resultaten zijn vastgelegd in een archeologische basiskaart.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
4 3
8
9
1 2 5 11 10
7
12
6
1
basisschool Dr. K. Schilderschool
2
basisschool De Ark
10
houtbewerkingsbedrijf AA Eerlijk hout
3
Muijs visverwerking
11
installatiebedrijf Ter Beek
4
autowerkplaats Simon Flens
12
opslag consumenten vuurwerk
5
kantoor Jogchems Theaters
structurerend openbaar groen
6
fietsenhandel & -werkplaats Vastenhouw
woongebied (woningen en tuinen)
7
opslag bronbemaling- en grondverzetsbedrijf Koelewijn
8
Teds fitnesscentrum
9
balletspeciaalzaak Attitude
functie kaart
9 Uit de gegevens in deze Archeologische Basiskaart blijkt dat de gronden tussen de P. Potterstraat en De Kleine Pol deel uitmaken van een "terrein van archeologische betekenis” (nr. 12.305). Het betreft gronden waar, op basis van vondsten en waarnemingen elders, archeologische sporen en vondsten worden verwacht; in dit geval de laatmiddeleeuwse Bunschoten Stad. Voor een groot deel van het plangebied geldt dat er op basis van historische bronnen in principe sprake is van een middelhoge of hoge archeologische verwachtingswaarde. Concrete actie ter behoud en zorgvuldig beheer van verwachte en bekende archeologische waarden is uitgewerkt in de Archeologische maatregelenkaart. 2.5.
Overige aspecten Hinder bedrijvigheid Op basis van een overzicht van hun bedrijfsactiviteiten zijn de bedrijven in en rond het plangebied ingedeeld in de milieucategorieën zoals opgenomen in de V.N.G.-uitgave "Bedrijven en milieuzonering" (2001). Deze lijst koppelt de milieufactoren geluid, stank, stof en gevaar van een bedrijf aan de aan te houden afstand tot woonbebouwing. Deze afstanden zijn niet als algemene norm hanteerbaar maar geven een indicatie van de mate van hinder van bedrijven. In het kader van de afgifte van de eventueel benodigde milieuvergunning of -melding worden indien nodig aanvullende eisen gesteld aan de bedrijfsvoering van het betreffende bedrijf om de hinder voor de nabijgelegen woningen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. De fijnere afstemming van de milieu-gevolgen voor de woonomgeving wordt derhalve geregeld in de wet milieubeheer. adres
type bedrijvigheid
naam
mil. cat.
De Kleine Pol 28
herstelwerkplaats autoschade Simon Flens
2
Sint Nicolaasweg 1*
geluidsstudio
2
Geluidsstudio Nieuwboer
Sint Nicolaasweg 5*
herstelwerkplaats autoschade Auto Eemlandia
Veenestraat 7
Wijnopslag/-proeflokaal
J. Beukers
Veenestraat 11a
fitnessruimte
Ted’s fitnesscentrum
Veenestraat 16
detailhandel
Attitude Balletspeciaalzaak
3 1
Veenestraat 20
visverwerkingsbedrijf
V. Muijs
4
Veenestraat 31
kantoor
Jogchem’s theaters
1
Veenestraat 33
installatiebedrijf
Ter Beek
1
Veenestraat 37/39
bedrijfsopslag
Koelewijn Bronbemaling
3
Veenestraat 60b
houtbewerkingsbedrijf
AA Eerlijk Hout
1
Veenestraat 66a
fietshandel en –reparatie
Marco Vastenhouw
1
Engelandvaarders 4
opslag vuurwerk
Granneman
2
*
deze bedrijven bevinden zich in de voormalige zuivelfabriek “Eemlandia” net buiten het plangebied
De in het plangebied voorkomende kleinschalige bedrijven kunnen nagenoeg allemaal worden ingedeeld in de milieucategorieën 1 of 2. In de bebouwde kom wordt, in een woonbuurt over het algemeen, de milieucategorieën 1 en 2 als aanvaardbaar beschouwd, met een gewenste afstand tot woonbebouwing van 30 m. Aangenomen
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
10 mag worden dat de hinder door hun aanwezigheid over het algemeen tot een aanvaardbaar minimum blijft beperkt. Uitzondering wordt gevormd door het bronbemalingbedrijf en een visverwerkingsbedrijf aan de Veenestraat. Beide type bedrijven kunnen worden ingedeeld in respectievelijk milieucategorie 3 en 4. Middels specifieke bepalingen in de milieuvergunning of -melding blijven de mogelijke milieugevolgen voor de woonomgeving tot een aanvaardbaar minimum beperkt. In het geval van het bronbemalingbedrijf is voornamelijk sprake van opslag. Bij het visverwerkingsbedrijf is sprake van een meldingsplichtig éénmansbedrijfje. Op diverse plaatsen in het gebied komen in de woningen beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis voor, zoals een accountantbedrijf of een verloskundige praktijk. Het betreft hier zogenoemde “vrije beroepen”; deze zijn als recht in woningen toegestaan. Kabels en leidingen Door het plangebied lopen geen kabels of leidingen die speciale aandacht behoeven in het kader van dit bestemmingsplan.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
11 3.
HOOFDOPZET VAN HET PLAN
3.1.
Inleiding De doelstelling van dit bestemmingsplanplan is tweeledig. Enerzijds dient het om een "conserverende" bestemmingsregeling op te stellen, waarin de situatie, zoals die op dat moment aangetroffen wordt, min of meer wordt vastgelegd. Een dergelijk bestemmingsplan wordt in de praktijk soms opgesteld voor gebieden, waar niet of nauwelijks nieuwe ontwikkelingen te verwachten zijn. Dit geldt ook voor grote delen van Bunschoten. Het bestemmingsplan dient echter ook mogelijkheden te scheppen voor gewenst geachte nieuwe ontwikkelingen, nu dan wel binnen de komende 10 jaar. Indien daartoe behoefte bestaat, kan het wenselijk zijn om in het bestemmingsplan ruimte te reserveren voor eventuele uitbreiding van bestaande en nieuwe functies in het dorp. Het betreft hier onder meer het aanpassen van het gebruik van de huidige kleuterschool op het perceel van basisschool ‘de Ark’ en herontwikkeling van het terrein van de Oude melkfabriek Eemlandia. Grootschalige uitbreidingen doen zich in het plangebied niet voor. Er kan eerder gesproken worden van inbreidingen dan van uitbreidingen. In dit hoofdstuk worden per functie de toekomstige ontwikkelingen en de verschillende ruimtelijke mogelijkheden en onmogelijkheden besproken. Daarbij zal -waar nodigook aandacht besteed worden aan het "beleid", zoals dat is geformuleerd in diverse beleidsnota's. De gewenst geachte ontwikkeling wordt vervolgens vertaald in een aanbeveling voor de planopzet.
3.2.
Het wonen De gemeente Bunschoten ligt in de oostflank van de noordvleugel van de Randstad. De regionale verstedelijkingsopgave concentreert zich met name in Almere en Amersfoort. Met de ontwikkeling van de wijk Vathorst zal Amersfoort in ruimtelijke zin naar Bunschoten toe groeien. Het open agrarische weidegebied dat Bunschoten omringt zal, zoals is vastgesteld in de Landschapontwikkelingsvisie Bunschoten en in de Visie Groenstructuur Eemland en Vallei, haar open karakter dienen te behouden. Het Bunschoten omringende weidegebied fungeert als groene buffer waar naast agrarische functies ruimte is voor recreatieve uitloopgebieden van de aangrenzende stedelijke gebieden. Verder uitbreiding van de kern Bunschoten in zuidelijke richting, aangrenzend aan het plangebied van dit bestemmingsplan is mede hierdoor niet aan de orde. Het plangebied omvat een reeds verstedelijkt deel van de kern Bunschoten. Binnen het plangebied bevinden zich nagenoeg geen "uitbreidingsgebieden" voor woningen (uitgezonderd de inbreidingen).
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
1
2
5
I
6
II
3
IV III 4
De nummers van de nieuwbouwlocatie corresponderen met de nummers in de tekst.
mogelijke nieuwbouwlocaties
13
Nieuwbouw door middel van "inbreiding" Behalve door uitbreiding van de kern Bunschoten is het echter ook mogelijk om nieuwe woningen te bouwen binnen de bestaande wijken; ook wel inbreidingslocaties genoemd. Op diverse open plaatsen in het plangebied ontstaat mogelijk ruimte voor "inbreiding" van woningen. Door onder meer de transformatie van oude industriële functies, zoals de voormalige melkfabriek Eemlandia, door de invulling van de open groene ruimtes en verplaatsing van niet-woonfuncties. Verspreid over het plangebied zijn in het recente verleden nieuwe woningen gebouwd. Naast de grotere woningbouwlocatie is Eemlandia zijn dit: 1. Stadsgracht 9-11 (2 woningen); 2. De Kleine Pol (6 woningen); 3. Abel Tasmanstraat 21 (1 woning); 4. Eemlandia 52 (1 woning); 5. Veenestraat 2 (1 woning); 6. Rembrandt van Rijstraat 10-10a (2 woningen). De resultaten van de gemeentelijke analyse zijn op de nevenstaande afbeelding "mogelijke inbreidingslocaties" aangegeven (de nummers komen overeen met de locatienummers op de afbeelding). In het plangebied zijn drie locaties aanwezig waar eventueel woningbouw mogelijk is: I. het open groene binnenterrein ingeklemd tussen de Stadsgracht, Veenestraat, A. Tasman/J. van Riebeekstraat en C. Houtmanstraat: max. 30 woningen II. het binnenterrein tussen de Veenestraat, de P. Potterstraat en de R. van Rijnstraat, tezamen met een gedeelte van de gronden ter plaatse van de basisschool De Ark: max. 12 woningen III. de gronden ter plaatse van het bronbemalingbedrijf aan de Veenestraat: max. 8 woningen IV. ter plaatse van Nijkerkerweg 12 kan één extra woning worden gebouwd max. 1 woning In dit bestemmingsplan wordt derhalve de bouw van maximaal 51 woningen mogelijk gemaakt: • De beide grotere inbreidingslocaties I en II betreffen feitelijk reserveringen uit eerdere (geldende) plannen. Voor de betreffende locaties wordt uitgegaan van een uit te werken bestemming naar wonen. • Locatie III betreft een bestaand bronbemalingbedrijf. Aangezien er nog geen concrete plannen voor verhuizing zijn en de gemeente in deze geen actief verplaatsingsbeleid voert, is het betreffende bedrijf rechtens bestemd (zie ook paragraaf 3.4. van deze toelichting). De eventuele woningbouw wordt ter plaatse mogelijk gemaakt middels een wijzigingsbevoegdheid. • Ter hoogte van Nijkerkerweg 12 kunnen twee geschakelde seniorenwoningen worden gebouwd, waarbij de bestaande woning gesloopt dient te worden. Woningbouwprogramma en woningdifferentiatie Voor het bepalen van de gewenste nadere invulling van de inbreidingslocaties is rekening gehouden met de uitgangspunten van de provinciale visie ‘Oog voor Wonen’, waarin met name aandacht wordt gevraagd voor de woningdifferentiatie en woonzorgmogelijkheden. Omdat het hier slechts inbreidingslocaties van zeer beperkte om-
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
14 vang betreft zullen deze met name worden ingevuld met vrije sector eengezinswoningen (koopwoningen). Hierbij spelen o.a. financiële motieven een rol, aangezien voor dergelijke kleine inbreidingslocaties de bouw van één of enkele huurwoningen in de praktijk vaak niet exploitabel blijkt. Seniorenwoningen zijn elders in de gemeente gepland: in de inbreidingslocaties Spakenburg-Oost, de Talmastraat en de Oostmaat, vanwege de nabijheid van deze locaties bij het centrum met haar voorzieningen. Toch wordt niet uitgesloten dat de inbreidingslocaties I t/m III tevens met vrije sector seniorenwoningen (koopwoningen) zullen worden ingevuld, mits dit exploitabel is. Bestaande woningvoorraad Over het algemeen kan gesteld worden dat bij het ouder worden van de woning, de wens tot veranderingen in en aan de woning bij de huidige bewoner, dan wel bij de komende bewoner, zal toenemen. Meestal kan in nieuwe buurten na enige jaren een toename van bouwaanvragen worden geconstateerd. Aanvragen hebben meestal betrekking op de uitbreiding van de woonruimte, luxer maken van de woning, of een grotere berging/garageruimte in de achter-, zij- of voortuin. Nieuwe wensen hangen voor een groot deel samen met een verandering van levensfase (b.v. kinderen de deur uit, hoger inkomen, pensionering). Het bestemmingsplan zal mogelijkheden moeten bieden voor genoemde bouwwensen. Daarbij moet worden aangetekend dat de uitbreiding van de woningen niet ongelimiteerd kan zijn. De ruimte is veelal beperkt. Uitbreidingen aan de woning bijvoorbeeld kunnen hinderlijk zijn voor de buren, omdat de ruimte tussen woningen in veel situaties te gering is. Bebouwingsstructuur In het bestemmingsplan dient er tevens voor gezorgd te worden, dat de bebouwingsstructuur niet aangetast wordt. Theoretisch kan dit het beste bereikt worden door "bevriezing" van de huidige situatie. Dit zou echter leiden tot een situatie, waarbij de huidige situatie anno 2006 als "maximum" aangehouden wordt, waarna er "helemaal niets meer kan". Een dergelijk "regeling" zal door velen als onrechtvaardig ervaren worden. Beter is het om de essentie van de bebouwingsstructuur vast te leggen, zonder alles tot de laatste meter te regelen. De vraag luidt dan: Wat is de essentie van de bebouwingsstructuur? Tot de essentiële kenmerken van de bebouwingsstructuur behoren in ieder geval: • De ligging van de bebouwing ten opzichte van de weg. Dat houdt in, dat er redenen zijn om de huidige "rooilijn" vast te leggen en slechts beperkte mogelijkheden te bieden tot het "terugbouwen". Dat betekent concreet, dat er nieuwbouw van woningen uitsluitend mag plaatsvinden "in de rooilijn"; • De huidige goothoogte. Enerzijds dient er voor te worden gewaakt dat de goothoogte "zomaar" fors opgetrokken kan worden. Anderzijds gaat het te ver om de huidige goothoogte als "maximum goothoogte" aan te merken. Uitgangspunt bij de bestemmingsregeling zou de huidige goothoogte kunnen zijn, waarbij met vrijstelling een geringe verhoging toelaatbaar wordt geacht. Concreet betekent dit, dat er met vrijstelling een verhoging van de goothoogte met maximaal één meter toegelaten kan worden Voorwaarde is dat dit geen afbreuk doet aan de karakteristiek van de bebouwing;
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
15 • Het bebouwingsritme. Juist de vele vrijstaande woningen langs de Veenestraat vormen een essentieel onderdeel van de bebouwingsstructuur. Voorkomen dient te worden, dat vrijstaande woningen vervangen worden door twee onder een kap of zelfs door rijtjeswoningen. Dit is mogelijk door te bepalen, dat het aantal woningen, dat op het moment van tervisielegging van het bestemmingsplan aanwezig is, niet vergroot mag worden, met uitzondering dan van de plekken, waar nieuwbouw in de "gaten" aanvaardbaar wordt geacht. Het bebouwingsritme kan tevens "bewaakt" worden door te bepalen, dat er een afstand in acht genomen dient te worden tot de zijdelingse perceelsgrens van 3 meter. Dit zorgt er voor, dat er openingen in de straatwand aanwezig blijven, waardoor het volledig "dichtslibben" voorkomen wordt. Op een aantal plaatsen zal een dergelijke regeling leiden tot een situatie, waarbij er "niets meer kan". Om deze reden kan -met vrijstelling- de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens verkleind kunnen worden tot minimaal 1 meter; • De aanwezigheid van de karakteristieke waardevolle panden. Om deze unieke cultuurhistorische kenmerken van Bunschoten voor het nageslacht te bewaren dient er in het bestemmingsplan een beschermende regeling opgenomen te worden, welke de instandhouding van deze panden beoogt. Consequenties voor de planopzet: Het bovenstaande leidt tot de volgende bestemmingsopzet voor het wonen in het plangebied: • alle bestaande woningen en concrete bouwplannen in het plangebied tot "Wonen" bestemmen; • voor zover mogelijk uitbreidingsmogelijkheden toestaan, rekening houdend met de karakteristieke bebouwingsstructuur; • mogelijkheden opnemen voor "inbreiding", waarbij rekening gehouden wordt met een goede inpassing temidden van de reeds bestaande bebouwing: - de grotere inbreidingslocaties aan de A. Tasmanstraat (locatie I) en R. van Rijnstraat (locatie II) zijn bestemd tot “Uit te werken woongebied”; - het bronbemalingbedrijf aan de Veenestraat wordt als zodanig bestemd. op grond van een wijzigingsbevoegdheid wordt woningbouw mogelijk gemaakt. 3.3.
De voorzieningen Kenmerkend voor naoorlogse nieuwbouwwijken is de monofunctionaliteit. Deze monofunctionaliteit wordt versterkt door het verdwijnen van de historische functies langs de Veenestraat en de Nijkerkerweg. De voormalige agrarische bedrijvigheid is inmiddels verdwenen en heeft plaats gemaakt voor uitsluitend bewoning van de monumentale en beeldbepalende boerderijen. Afgezien van deze twee uitvalswegen is Bunschoten Zuid in haar oorspronkelijke opzet primair een woonwijk. In de wijk komen slechts enkele andere functies voor, die hoofdzakelijk een ondersteunende taak vervullen ten aanzien van de bewoning van de wijk. De enkele aanwezige maatschappelijke voorzieningen binnen het plangebied hebben een overwegend ondersteunende rol bij de woonfunctie op wijkniveau. Het betreft twee basisscholen, respectievelijk de ‘Dr. K.Schilderschool’ aan de Jan van Riebeeckstraat en ‘De Ark’ aan de Rembrandt van Rijnstraat.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
16 Het hoofdgebouw van de basisschool “De Ark” en de bijbehorende kleuterschool was sterk verouderd. Het oude pand is dan ook recentelijk afgebroken en vervangen door een nieuwe school (10 lokalen), die ongeveer is gesitueerd ter plaatse van het voormalig kleuterschoolgebouw. Een deel van het perceel is herbestemd voor andere functies. Het lag voor de hand om bij herontwikkeling het perceel overeenkomstig het karakter van de wijk te bestemmen voor de woonfunctie. De wijk wordt middels een randontsluiting bediend door de busverbinding Amersfoort Station – Bunschoten (Stadsvervoer Nederland, lijn 76). In Amersfoort kan worden overgestapt op andere busverbindingen en het intercity netwerk van de spoorwegen. Consequenties voor de planopzet • Beide basisscholen zullen zich de komende periode weten te handhaven en worden overeenkomstig bestemd. • Ten behoeve van de nieuwe kleuterschool behorende bij de Ark wordt het bebouwingsblok van de basschool verruimd. Een deel van de vrijkomende gronden van de oude kleuterschool kan eventueel worden benut ten behoeve van woningbouw. 3.4.
Het werken Direct buiten het plangebied bevindt zich in de voormalige melkfabriek Eemlandia aan de St. Nicolaasweg nog enige bedrijvigheid; zoals een Autoschade- / herstelwerkplaats en een geluidsstudio. In het plangebied komen met name aan de Veenestraat enkele solitaire bedrijven voor. Een aantal daarvan vindt plaats in bijgebouwen behorende bij woningen; het betreft een fietsenhandel- en reparatiewerkplaats, de opslagruimtes van een bouwbedrijf, een opslagruimte voor comsumentenvuurwerk, een visverwerkingsbedrijf, een wijnopslag/-proeflokaal, detailhandel en een fitnessruimte. De betreffende bedrijven zijn te gast in het woongebied. Ambachtelijke en kleinschalige vormen van bedrijvigheid, zoals bijvoorbeeld hierboven benoemd, zijn in een woongebied acceptabel mits ze geen milieuhinder voor de woonomgeving veroorzaken. Aan De Kleine Pol is een autoschade-/herstelwerkplaats gesitueerd. Deze locatie wordt nauwelijks meer ingezet voor autoherstelwerkzaamheden en zal worden bestemd overeenkomstig de primaire woonfunctie van het perceel. Bedrijfsverplaatsingen Het Bronbemalingbedrijf (milieucategorie 3) behoort naar aard en naar uitstraling eerder op een van de gemeentelijke bedrijfsterreinen. De locatie aan de Veenestraat wordt hoofdzakelijk benut als opslagplaats, waardoor de milieuhinder voor de woonomgeving relatief beperkt blijft. Voor het bronbemalingbedrijf geldt dat wanneer de bedrijfsmatige activiteiten ter plaatse worden verplaatst, de gemeente een transformatie naar wonen prefereert. Hiertoe zal voor het betreffende perceel een wijzigingsbevoegdheid naar de functie “wonen” worden opgenomen.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
17 Nieuwe bedrijvigheid De voormalige boerderij aan de Veenestraat 7 heeft gedurende lange tijd leeg gestaan. Het oorspronkelijk agrarisch gebruik is hier binnen de woonomgeving niet op zijn plaats. Er is gezocht naar alternatieve vormen van gebruik. Gezien de omvang van het pand, dat als waardevolle bebouwing is aangemerkt, behoort een combinatie van wonen en ondergeschikte bedrijfsmatige activiteiten tot de mogelijkheden. Recentelijk heeft de huidige eigenaar naast de woonfunctie een kleinschalig wijnproeflokaal met bijbehorende wijnopslag gerealiseerd. Het betreft een geregeld gebruik, voor een beperkt aantal proeverijen per maand voor een kleine groep gasten. Bezoekers kunnen gebruik maken van parkeerplaatsen op het eigen erf. Bij een wijnproeverij is de hoofdactiviteit: wijn proeven. De toegestane activiteit bestaat uit het schenken en proeven van wijn en geen andere (alcoholische) dranken. Er vindt geen detailhandel plaats en de wijn wordt niet bedrijfsmatig verstrekt: • verkoop van wijn, in de vorm van detailhandel, vindt plaats in het filiaal van de onderneming in het centrum van Spakenburg en is ter plaatse van Veenestraat 7 uitgesloten. Er is feitelijk sprake van een toonzaal waarin de goederen (de verschillende wijnen) worden uitgestald. • Wanneer wijn bedrijfsmatig verstrekt wordt is er sprake van een horeca-activiteit waarvoor een drank- en horecavergunning verstrekt dient te worden. Een dergelijke vergunning wordt enkel verstrekt aan een horecaonderneming. Consumptieve verkoop in de vorm van horeca, ter plaatse van Veenestraat 7 is uitgesloten. Op grond van een vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 3 WRO is de vestiging van een wijnopslag/-proeflokaal mogelijk gemaakt; de appartementen zijn met behulp van een vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 2 WRO gerealiseerd. Vanaf 1990 werd op het perceel aan de Engelandvaarders 4 vanuit een garage vuurwerk aan particulieren verkocht, de opslag lag in een omgebouwde schuur op hetzelfde terrein. Aan alle van overheidswege opgelegde veiligheidseisen werd voldaan. In maart 2002 zijn de veiligheidseisen aangescherpt bovendien moet sinds april 2004 voldaan worden aan het Vuurwerkbesluit. Een en ander vereist, naast nieuwe investeringen, een grotere afstand ten opzichte van de buren en belendingen. In 2002 is door de exploitant het voornemen ingediend om een nieuwe berging te realiseren, opgesplitst in drie compartimenten. Deze compartimenten worden gedurende 2 maanden per jaar gebruikt voor opslag (en verkoop) van 10.000 kilo consumentenvuurwerk. Op grond van het vuurwerkbesluit is verkoop uitsluitend toegestaan gedurende drie dagen per jaar. Door de nieuwbouw wordt voldaan aan de veiligheidseisen en het vuurwerkbesluit. Voor de opslag van het vuurwerk is in het kader van de Wet milieubeheer de vergunning verleend. Ten slotte is het bouwplan getoetst op brandveiligheidseisen uit het bouwbesluit. Op grond van een vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 3 WRO is de realisatie van de nieuwe berging mogelijk gemaakt. Consequenties voor het bestemmingsplan • Het Bronbemalingbedrijf aan de Veenestraat krijgt een bedrijfsmatige bestemming, t.b.v. bedrijvigheid in de milieucategorieën 1 en 2. Ten behoeve van de eventuele verplaatsing van het bronbemalingbedrijf wordt een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, waardoor de betreffende gronden mogelijk nog binnen de looptijd van dit bestemmingsplan (10 jaar) een meer op de woonfunctie in de omgeving afgestemd gebruik kan krijgen.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
gebiedsontsluitingsweg verblijfsgebied (30 km/uur) interne ontsluiting aansluiting verblijfsgebied op gebiedsontsluitingsweg
verkeersstructuur
19 •
•
•
3.5.
De overige bedrijfsmatige activiteiten worden, overeenkomstig het huidig gebruik, binnen de woonbestemming geregeld door middel van een nadere aanduiding, zoals “bedrijfsmatige activiteit toegestaan”, “visverwerkingsbedrijf toegestaan” of "opslag toegestaan". Ten behoeve van de nieuwvestiging van het wijnproeflokaal wordt de aanduiding “toonzaal en bedrijfsmatige activiteiten toegestaan” op de plankaart opgenomen ter plaatse van de Veenestraat 7; De nieuwe berging op Engelandvaarders 4 ten behoeve van de opslag van vuurwerk wordt als aanduiding op de plankaart opgenomen. Op grond van het bestemmingsplan wordt ter plaatse uitsluitend de opslag van vuurwerk toegestaan. De verkoop van het vuurwerk is geregeld in het Vuurwerkbesluit. Op basis van dit besluit mag maximaal drie dagen per jaar, voorafgaand aan de jaarwisseling vuurwerk worden verkocht.
De openbare ruimte Verkeersstructuur Ten aanzien van het "verkeer" kan vermeld worden, dat in december 1999 een Integraal Verkeersbeleidsplan voor de gemeente Bunschoten is vastgesteld. In dit verkeersbeleidsplan wordt een reeks voorstellen gedaan om in de gemeente Bunschoten: • het verkeer veiliger te maken; • de bereikbaarheid van centrum en bedrijventerreinen te garanderen; • het fietsverkeer te bevorderen; • de leefbaarheid in de woongebieden te bevorderen; • het openbaar vervoer te verbeteren. In het kader van duurzaam veilig zijn alle in het plangebied aanwezige wegen aangewezen tot 30 kilometer/uur-gebied. De integrale verbetering in de verkeersstructuur is vertaald in een wegennetvisie en een fietsnetwerk. Hieruit voortvloeiend worden diverse aanpassingen gemaakt aan de verkeerssituatie in de wijk. Zo zullen er onder meer enkele verkeersremmende maatregelen getroffen worden. In het bestemmingsplan dienen mogelijkheden geboden te worden voor deze maatregelen. Daarbij dient echter voorkomen te worden, dat het bestemmingsplan alles tot op de laatste m² vastlegt. In plaats daarvan zou het bestemmingsplan ruimte moeten bieden om later herinrichtingen mogelijk te maken. Tevens dient het bestemmingsplan ruimte te bieden voor de plaatsing van kleine bouwwerken van openbaar nut, zoals telefooncellen, trafo’s en dergelijke. De verkeersstructuur in Bunschoten Zuid / Eemlandia is helder van opzet. In principe zijn alle wegen gelijkwaardig, maar fungeren de Veenestraat, St. Nicolaasweg en de Nijkerkerweg als wijkontsluitingswegen zij verbinden de woonbuurten met de omringende gebiedsontsluitingswegen (zie afbeelding verkeersstructuur). Reconstructie Veenestraat Na aanleg van de Westsingel is de Veenestraat aan de zuidzijde bij de aansluiting op de Amersfoortseweg afgesloten voor autoverkeer. Het karakter van de Veenestraat is veranderd doordat de verkeersstatus is (in de terminologie van Duurzaam veilig) ge-
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
20 wijzigd van ontsluitingsweg in verblijfsgebied. De gemeente Bunschoten is in het voorjaar van 2002 gestart met de reconstructie van een deel van de Veenestraat. Snelheidsremmende maatregelen worden aangelegd door onder andere het niveau van het de rijbaan te verhogen nabij splitsingen en door de as van de weg te laten verspringen. Overige maatregelen in de vorm van aanvullende elementen in de sfeer van groen- en speelvoorzieningen moeten bijdragen aan de versterking van het verblijfskarakter van de Veenestraat ten zuiden van de Nijkerkerweg. Parkeergelegenheid Parkeren geschiedt in het plangebied overwegend in de vorm van parallelle parkeerstroken langs de rijbaan. Op een aantal plaatsen vindt haaks-parkeren plaats of wordt centraal geparkeerd. De gemeente kent specifieke parkeernormen. Deze zijn door het college van burgemeester en wethouders vastgelegd. De gehanteerde parkeernormen zijn gebaseerd op de parkeerkencijfers uit de handboeken ASVV 1996 en 2004 van het CROW. De parkeernormen voor de woningen variëren per soort woning. Ook is van belang in hoeverre op eigen terrein geparkeerd kan worden. Het opnemen van algemene normen in de voorschriften behorende bij het bestemmingsplan heeft geen zin. In het bestemmingsplan wordt derhalve verwezen naar het geldende algemene beleid. In het kader van de beoordeling van het bouwplan wordt allereerst beoordeeld in hoeverre aan welke normen dient te worden voldaan waarna er wordt getoetst aan de betreffende parkeernormen. Groen De aanwezigheid van openbare groenvoorzieningen van enige betekenis in het plangebied is beperkt. Een openbaar groengebied van enige omvang in Bunschoten Zuid is het grasveld op het binnengebied tussen de woningen aan de J.P. Coenstraat en de St. Nicolaasweg. Dit openbare groen zal in ieder geval specifiek tot "Groen" bestemd worden. De beperkte openbare groenvoorzieningen in de wijk worden overigens ruimschoots gecompenseerd door het private "groen" in de grote tuinen, zoals aan de Veenestraat, of in het binnengebied tussen de Abel Tasmanstraat en de Stadsgracht. De wijk heeft mede daardoor een bijzonder groen karakter. Water Binnen het plangebied is geen open water aanwezig, uitgezonderd eventuele vijvers op eigen grond. Een aparte regeling voor de noodzakelijke oppervlakte open water wordt voor dit plangebied niet noodzakelijk geacht. Bij bestaande wijken en bij nieuwe woonuitbreidingen in het bijzonder, zal hieraan aandacht moeten worden geschonken. Het aantal "inbreidingsmogelijkheden" in het onderhavige plangebied is, ten opzichte van de reeds bestaande woningvoorraad, echter zo beperkt, dat er geen reden is te veronderstellen dat er extra open water in het plangebied opgenomen dient te worden. Consequenties voor de planopzet Het bovenstaande leidt tot de volgende bestemmingsopzet voor de openbare ruimte in het plangebied: • de in het plangebied voorkomende wegen, met bijbehorende parkeerplaatsen, bermen, fietspaden en voetpaden worden ondergebracht in de verzamelbestem-
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
21 ming "Verblijfsdoeleinden". Binnen deze bestemming behoort een herinrichting in ieder geval tot de mogelijkheden; • de grotere groengebieden worden bestemd tot "Groen". De overige kleine groene gebieden, zoals de bermen langs wegen, worden betrokken binnen de verkeersbestemming; • in de openbare ruimte dienen bouwwerken van openbaar nut gebouwd te kunnen worden, zoals telefooncellen, trafo's, gemaaltjes e.d.; • bij nieuwe ontwikkelingen dient het parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein te worden geregeld. Voor zover parkeren in het openbare gebied plaatsvindt, zal dit geschieden binnen de bestemming "Verblijfsdoeleinden". 3.6.
Archeologie en cultuurhistorische aspecten Archeologie Als gevolg van de implementatie van het verdrag van Valetta en de stelselherziening voor de archeologische monumentenzorg zullen gemeenten in Nederland beleid moeten gaan ontwikkelen op het gebied van de zorg en omgang met het eigen bodemarchief. Gemeente Bunschoten heeft er voor gekozen om de eerste stappen richting archeologie beleid te nemen, door middel van een archeologisch component in het Bodem Informatie Systeem (BIS). Op deze wijze kan inzichtelijk worden gemaakt waar en op welke wijze bij de planvorming rekening gehouden dient te worden met archeologisch onderzoek. In het "Beleidsplan voor de Gemeentelijke Archeologische monumentenzorg op basis van Stra-Arch" (Vestigia, nr. V33, 17 november 2004) wordt de onderbouwing hiervan verwoord. Het beleidsplan bestaat uit een archeologische basiskaart (een analyse van de verwachte of aanwezige archeologische waarden), een archeologische maatregelenkaart (beleidskaart) en een toelichtende tekst. In dit rapport wordt inzicht gegeven over de achtergronden waartegen een gemeentelijke beleidsplan voor de archeologische monumentenzorg dient te worden bezien. Er wordt aangegeven welke specifieke taken de gemeente op zich dient te nemen en hoe deze taken het beste binnen het gemeentelijke apparaat kunnen worden georganiseerd. Archeologische monumenten Zoals eerder al is vermeld dient op basis van de basiskaart Archeologische Basiskaart rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van een terrein van archeologische betekenis (een AMK-terrein, nr. 12.305), te weten: het gebied binnen de oorspronkelijke 14e eeuwse stadswal van Bunschoten. Voor dergelijke gebied moeten bodemroeringen vermeden worden. Indien bodemroeringen onvermijdelijk zijn dan dient dit altijd voorafgegaan te worden door een archeologisch bodemonderzoek. In het gemeentelijk archeologisch beleidsplan is er voor gekozen om de (verwachte) archeologische waarde te beschermen met behulp van een dubbelbestemming en een stelsel van aanlegvergunningen in het bestemmingsplan. Archeologische verwachtingswaarde Daarnaast geldt voor een deel van het terrein in principe een middelhoge tot hoge archeologische verwachtingswaarde. Deze archeologische verwachtingswaarde is in het gehele plangebied behoudens het beschermde archeologisch monument sterk gereduceerd. Het bodemarchief is in sterke mate verstoord ten gevolge van ingrijpende roering van de bovenlaag van de bodem die samenhangt met de realisatie van de onderhavige woonwijk.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
bron: Beleidsplan Gemeentelijke Archeologische Monumentenzorg Bunschoten (Vestigia, d.d. november 2004)
uitsnede archeologische maatregelenkaart
23 Uit de Archeologische maatregelenkaart blijkt dat voor het grootste deel van het plangebied uitsluitend bij grootschalige bodemingrepen nog archeologisch vooronderzoek nodig is. Het bestemmingsplan kan worden aangemerkt als een conserverend bestemmingsplan met slechts één min of meer grootschalige ontwikkelingslocatie binnen de aanwezige gebieden met mogelijke archeologische verwachtingswaarden. Het gebied is ondergebracht in een uit-te-werken bestemming. De uitwerkingsregels voorzien onder andere in voorwaarden ten aanzien van de bescherming van mogelijk aanwezige archeologische waarden. Monumenten Blijkens het Monumenteninventarisatie project (MIP, 1992) van de provincie Utrecht bevinden zich binnen de grenzen van het plangebied 7 als ‘waardevol’ aangemerkte panden. De waardevolle panden (zie tabel in paragraaf 2.4) liggen allen langs de historische hoofdontsluitingsroutes Veenestraat en Nijkerkerweg. De waardevolle panden en hun specifieke kenmerken worden beschermd op grond van de welstandnota, die wordt gehanteerd als toetsingskader voor het verstrekken van bouwvergunningen. Zowel een themagerichte als gebiedsgerichte welstandtoets biedt de gemeente voldoende juridische mogelijkheden om de “gemipte” en niet als monument aangewezen panden (evenals de overige als waardevol aangemerkte panden) te beschermen tegen ongewenste aantasting van hun cultuurhistorische waarde. Consequenties voor de planopzet • De gronden tussen de P. Potterstraat en de Kleine Pol zijn aangewezen als terrein van archeologische betekenis en zullen als zodanig worden beschermd middels een dubbelbestemming “terrein van archeologische waarde” en een stelsel van aanlegvergunningen. • Op grond van de archeologische verwachtingswaarde lijken binnen het overige plangebied, geen beperkingen te bestaan ten opzichte van de geplande kleinschalige nieuwbouw binnen het overige plangebied. Bij grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder de uit te werken woonbestemmingen, wordt in de uitwerkingregels vastgelegd dat bodemroering uitsluitend is toegestaan nadat een archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden en is aangetoond dat geen onaanvaardbare schade aan het bodemarchief zal worden veroorzaakt. • De betreffende waardevolle bebouwing wordt op de plankaart aangeduid. Er kunnen nader eisen worden gesteld aan de plaats en afmeting van bouwwerken die in de nabijheid van waardevolle bebouwing kunnen worden gerealiseerd. Aanvullende bescherming van de cultuurhistorisch waardevolle panden geschiedt via de welstandsnota. 3.7.
Sociale veiligheid In de brochure "Haarfijn bestemmen" van de provincie Utrecht zijn aanbevelingen gedaan, die een leidraad kunnen vormen bij de integratie van de emancipatiedoelstelling in bestemmingsplannen. In de sfeer van voorzieningen c.q. inrichting van de openbare buitenruimte is het beleid erop gericht: • de voorkanten van de woningen zoveel mogelijk naar het openbaar gebied te richten; • verkeerssoorten waar mogelijk te bundelen;
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
24 • een langzaam verkeersroute zodanig te situeren dat er rekening wordt gehouden met zowel de verkeersveiligheid als “natuurlijk” toezicht vanuit de woningen; • voor voetgangers en fietsers de mogelijkheid te bieden van alternatieve routes; • alle routes te voorzien van goede openbare verlichting. Met betrekking tot sociale veiligheid bestaat soms de misvatting dat de oplossing zou moet leiden tot veel open ruimtes met een overdaad aan verlichting. Onverwachte hoeken en spannende routes en ruimtes zouden dan het veld moeten ruimen in het kader van de sociale veiligheid. Dat is echter lang niet altijd nodig. Het gaat erom dat er alternatieven worden geboden. Een route mag best spannend blijven als er maar een (sociaal) veilig alternatief aanwezig is. Over het algemeen kan worden gesteld dat de routes in Bunschoten Zuid / Eemlandia als redelijke veilig mogen worden beschouwd. In het plangebied grenzen de aanwezige woningen vaak direct aan de straat, wat een zekere sociale controle en daarmee veiligheid met zich mee brengt. Consequenties voor de planopzet Sociale veiligheid kan niet in het bestemmingsplan worden afgedwongen. Er dient echter wel voor gezorgd te worden dat de gewenste aanpassingen niet worden verhinderd. De bebouwings- en gebruiksmogelijkheden binnen de betreffende bestemmingen worden op zodanige wijze geformuleerd dat een voldoende mate van flexibiliteit aanwezig is. 3.8.
Duurzaam en aanpasbaar bouwen Sinds enkele jaren is op het landelijk niveau Duurzaam Bouwen in een stroomversnelling geraakt getuige tal van nieuwe regels en aanbevelingen die gedurende deze periode zijn verschenen. Hierbij valt in de eerste plaats te denken aan de wijziging van het Bouwbesluit en de inwerkingtreding van de Energie Presentatie Normering. Daarnaast is ook het Plan van Aanpak van de toenmalig staatssecretaris Tommel landelijk van invloed op woningontwerpen. Ook dient in dit kader het met de gezamenlijke marktpartijen overeengekomen “Nationaal Pakket Woningbouw” genoemd te worden, dat op termijn in het Bouwbesluit zal worden opgenomen. De gemeente Bunschoten omarmt de ambities zoals verwoord in het Nationaal Pakket Duurzame Stedebouw (1999) en zal deze als richtlijnen bij het gebruik van dit bestemmingsplan toepassen. Dit betekent dat (indien relevant) de volgende onderwerpen bij een afweging of toetsing zullen worden meegenomen: • proceskwaliteit; • ruimtelijke kwaliteit: - ruimtelijke differentiatie; - flexibiliteit; - de opgave en het concreet te realiseren programma; - de landschappelijke en cultuurhistorische onderlegger en de stedenbouwkundige uitgangssituatie; - de ruimtelijke invulling en de ruimtelijke structuur; • milieukwaliteit: - bovenlokale milieukwaliteit (o.a. energie, water, grondstoffen);
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
25 -
lokale milieukwaliteit (bodem, water, lucht, hinder, stank, gevaar, leefbaarheid en gezondheid); de kwaliteit van de natuur (biodiversiteit, ecologische kwaliteit).
Op 28 mei 2003 heeft de gemeente Bunschoten het Convenant Duurzaam Bouwen Regio Eemland ondertekend. Dit convenant heeft als doel duurzame woning- en utiliteitsbouw te verbeteren en te stimuleren. In dit convenant is afgesproken dat de in het Nationaal Pakket Duurzame Stedebouw beschreven richtlijnen voor het planvormingsproces gevolgd zullen worden. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op zeven duurzaamheidthema’s waarvoor verschillende keuzen, maatregelen en handelingen zijn omschreven. Deze thema’s zijn water, natuur en ecologie, verkeer, leefbaarheid, energie en materiaal. In 2007 heeft het college van B&W besloten dat per duurzaamheidsthema 25% van de variabele maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzame Woningbouw zullen worden nagestreefd. Door middel van duurzaam bouwen ontstaat er een wijk welke gekarakteriseerd wordt door onder andere: • lage energielasten en lage CO2 uitstoot; • gezond binnenmilieu; • veilig, zowel binnen en buiten; • flexibel en aanpasbaar (toekomstgericht); • zuinig waterverbruik; • ruimte voor flora en fauna. In maart 2007 heeft het college van B&W de ambitie uitgesproken voor een aanscherping van de EPC met 5%-10% bij nieuwbouwwoningen. Om dit te realiseren kan gedacht worden aan verhoogde isolatiemaatregelen dan wel het toepassen van alternatieve energiebronnen waaronder warmtepompen of koude/warmteopslag. Binnen de gemeente zijn er ervaringen met duurzame energiebronnen, waaronder het gebruik van warmtepompen bij 46 nieuwbouwwoningen in de wijk Koenraadswetering. Daarnaast kiezen bedrijven ook vaker voor de toepassing van koude/warmteopslag. De provincie Utrecht stimuleert dit en heeft de toepassing van koude/warmteopslag als belangrijke pijler in hun energiebesparingsbeleid opgenomen. Om duurzaam bouwen te integreren in een bouwplan is het van belang dat dubomaatregelen al vroeg in het plan proces worden meegenomen. In bepaalde gevallen, waaronder energieopslag in de bodem, dient een vergunning aangevraagd te worden bij de provincie. De procedure hiervan neemt minstens zes maanden in beslag. Eén van de manieren om duurzaam bouwen te integreren in het gemeentelijk beleid is het opnemen van milieuaspecten (als bijvoorbeeld bodem en geluid) in bestemmingsplannen. Ten aanzien van het aspect “aanpasbaar bouwen” kan opgemerkt worden, dat bij de herinrichting van de openbare ruimte binnen het plangebied rekening zal worden gehouden met de toegankelijkheid voor de mindervalide. Daarbij moet gedacht worden aan de situering van looproutes, de breedte van voetpaden, niveauverschillen ter plaatse van oversteekplaatsen, de inrichting van openbare parkeerplaatsen, het zo min mogelijk plaatsen van obstakels, enz. Overigens is en wordt in een vroeg stadium de “Stichting Integratie Gehandicapten Bunschoten” bij de planvorming betrokken.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
26 3.9.
Milieuaspecten Geluidhinder wegverkeer Met betrekking tot het wegverkeerslawaai kan de Wet geluidhinder, in het kader van een bestemmingsplan, in een aantal gevallen van toepassing zijn. Deze gevallen zijn: a) bij het bestemmen van gronden voor de bouw van nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige objecten (zoals scholen, ziekenhuizen); b) bij het bestemmen van gronden ten behoeve van de aanleg van een nieuwe (gezoneerde) weg; c) bij de reconstructie van bestaande wegen. In het kader van dit bestemmingsplan wordt op een drietal locaties nieuwbouw mogelijk gemaakt (situatie a). Met het mogelijk maken van woningbouw zal in het kader van de Wet geluidhinder rekening dienen te worden gehouden met de geluidbelasting als gevolg van het wegverkeer op de diverse wegen in de omgeving. In principe bevindt zich langs elke weg een geluidzone. Dit is het gebied waarbinnen de regels van de Wet geluidhinder van toepassing zijn. De zonebreedte aan weerszijden van de weg is afhankelijk van wegtype, ligging binnen of buiten de bebouwde kom en capaciteit van de weg (het aantal rijstroken). Deze zone kan variëren van 200 tot 600 m. Er zijn echter ook wegen zonder een geluidzone. Voor deze wegen behoeft in principe geen rekening te worden gehouden met de bepalingen van de Wet geluidhinder. Het betreft wegen: • waarvoor een maximumsnelheid geldt van 30 kilometer per uur; • die zijn gelegen binnen een als woonerf aangeduid gebied. In het kader van het Integraal Verkeersbeleidplan (zie paragaaf 3.5.) zijn alle wegen in het plangebied aangewezen en ingericht als 30 kilometer/uur-gebied. Voor deze wegen hoeft dus geen rekening te worden gehouden met de geluidbelasting als gevolg van het wegverkeer. Voor de nabijgelegen Oostelijke Randweg en de Westsingel geldt in beide gevallen een maximumsnelheid van 50 kilometer per uur. Geen van de nieuwe ontwikkelingen ondervindt akoestische hinder van deze wegen. Milieuhinder bedrijvigheid Nagenoeg alle binnen het plangebied aanwezige bedrijven vallen in de milieucategorie 1 en 2. De aanwezigheid van dergelijke bedrijven wordt binnen een woongebied acceptabel geacht. Uitzondering wordt gevormd door het bronbemalingbedrijf en een visverwerkingsbedrijf aan de Veenestraat. Beide type bedrijven kunnen worden ingedeeld in respectievelijk milieucategorie 3 en 4. Middels specifieke bepalingen in de milieuvergunning of -melding blijven de mogelijke milieugevolgen voor de woonomgeving tot een aanvaardbaar minimum beperkt. In het geval van het bronbemalingbedrijf is voornamelijk sprake van opslag. Bij het visverwerkingsbedrijf is sprake van een meldingsplichtig éénmansbedrijfje. Geluidzonering Bedrijventerrein Zuid Het nabijgelegen industrieterrein “Bedrijventerrein Zuid” (bestaande uit de deelterreinen ‘De Kronkels’, ‘Haarbrug’ en ‘Haarbrug Noord’) wordt opnieuw gezoneerd in het kader van de Wet Geluidhinder. Het bedrijventerrein is al gezoneerd, maar in verband
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
27 met de toekomstige ontwikkeling op en uitbreiding van het bedrijventerrein dient de grens van de geluidzone te worden herzien. Binnen de voorgestelde nieuwe geluidzone zijn met name aan de noordzijde van het bedrijventerrein (woongebied Eemlandia en Verzetsheldenbuurt) en langs de Amersfoortseweg woningen gelegen, die niet voldoen aan de voorkeurswaarde van 50 dB(A). De bedrijven op het bedrijventerrein hebben ieder een milieuvergunning in het kader van de Wet milieubeheer. In deze vergunning zijn geluidvoorschriften opgenomen waarin is vastgelegd hoeveel geluid een bedrijf maximaal mag produceren als het volledig in werking is. De grens van de geluidzone is een denkbeeldige lijn rond het bedrijventerrein waarbinnen alle bedrijven samen een geluidniveau van 50 dB(A) mogen veroorzaken als ze allemaal maximaal in bedrijf zijn. Hierbij is rekening gehouden met een beperkte uitbreiding in de toekomst. Deze 50 dB(A) contour is door middel van computerberekeningen bepaald en is dus een berekende (boekhoudkundige) geluidgrens die is gebaseerd op de huidige en toekomstige milieuvergunningen van de individuele bedrijven. Met de nieuwe zonegrens wordt aan de noordzijde van het bedrijventerrein de feitelijke situatie vastgelegd. Op grond van de Wet geluidhinder dient de grens van de geluidszone op de onderliggende plankaarten te worden aangegeven, zoals in onderhavig bestemmingsplan gebeurd. Het doel van de geluidszone is een globale scheiding aan te brengen tussen woongebieden en werkgebieden. Zonder deze zonering beschikt de overheid niet over een goed instrument om de geluidsbelasting op bijvoorbeeld woningen binnen de perken te houden. Zonder zonering wordt er namelijk per bedrijf gekeken hoeveel geluid er wordt geproduceerd terwijl na vastlegging van de zone de totale geluidsproductie van alle bedrijven samen in beeld is. Door de zonering en het eventueel treffen van geluidswerende voorzieningen bij woningen, kan een onaanvaardbare toename van de geluidsbelasting worden voorkomen. Bij nieuwe ontwikkelingen op het industrieterrein en in de zone (verlenen van milieuvergunningen aan bedrijven, verkoop van percelen op die industrieterreinen en bij bouw- en sloopvergunningen), dient deze geluidzone in acht te worden genomen. De gemeente Bunschoten is overeenkomsten aangegaan met de provincie Utrecht en het Gewest Eemland om de nieuwe zonegrens gezamenlijk te gaan ‘bewaken’. Dit betekent dat bij het verlenen van een nieuwe milieuvergunning aan een bedrijf steeds bekeken wordt of het berekende geluidniveau op de zonegrens niet zal toenemen. Uit akoestisch onderzoek (‘Geluidsaspecten zonering Bedrijventerrein Zuid te Bunschoten’ en verkeerslawaai Rengerswetering”, Adviesbureau De Haan, d.d. 24 maart 2006) blijkt dat de 50 dB(A)-contour van het bedrijventerrein Zuid over een aanzienlijk deel van het plangebied (zie afbeelding “geluidszone industrielawaai”) valt. De nieuwe zonegrens is hier feitelijk een uitbreiding van de bestaande zonegrens in noordelijke richting. De toekomstige zonegrens (de 50 dB(A) contour) van het bedrijventerrein wordt vastgelegd op de plankaart. Binnen deze geluidszone is overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) ten gevolge van het industrielawaai op bedrijventerrein-Zuid niet toegestaan, tenzij een hogere waarde is vastgesteld.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
woonwijk Bunschoten-Zuid / Eemlandia bedrijventerrein Zuid (De Kronkels en Haarbrug) 50 dB(A)-grens geluidszone bedrijventerrein De Kronkels (oud) 50 dB(A)-grens geluidszone bedrijventerrein Zuid (nieuw)
50 dB(A)-grens geluidszone industrielawaai
29 Een deel van de woningen in het plangebied ligt binnen de nieuwe zonegrens en kan een geluidsbelasting ondervinden die de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) overschrijdt. Bij GS van de provincie Utrecht wordt een verzoek tot ‘ontheffing hogere grenswaarde’ aangevraagd, welke op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) is gemaximeerd op 60 dB(A) voor geluidsgevoelige bestemmingen (o.a. woningen). Deze ontheffing dient te zijn verleend voordat het bestemmingsplan wordt vastgesteld. Wanneer er bij de provincie een verzoek tot “ontheffing hogere grenswaarde” wordt ingediend dient dit vergezeld te gaan van een garantie dat het geluidniveau in de woon- en slaapkamers van de betreffende woningen ten gevolge van het industrielawaai niet hoger is dan 35 dB(A). Om inzicht te krijgen in de bestaande geluidsisolatie is, in opdracht van de gemeente Bunschoten, door het Raadgevend Ingenieursbureau Metz B.V. uit Giessen een zogenaamd gevelisolatieonderzoek uitgevoerd naar de bestaande gevelisolatie van 426 woningen, gelegen binnen de directe invloedsfeer van het industrieterrein De Kronkels/Haarbrug(noord). Voor 52 representatieve woningen, die zijn gelegen binnen de toekomstige 50 dB(A) contour is een gevelisolatieonderzoek uitgevoerd. De geluidbelasting ten gevolge van het op het industrieterrein geproduceerde geluid op de gevels van de betreffende woningen is bepaald door middel van het zonemodel. Aan de hand van berekeningen en aanvullende metingen is onderzocht of met de bestaande gevelconstructie voldaan kan worden aan de eis van een maximale binnenwaarde van 35 dB(A) in de geluidgevoelige vertrekken van deze woningen. Op basis van het onderzoek is het volgende vastgesteld: • Het merendeel van de 426 woningen die gelegen zijn binnen de toekomstige 50 dB(A) contour van het industrieterrein en dus een geluidbelasting ondervinden die hoger of gelijk is aan 51 dB(A), heeft een voldoende geluidwering om aan de gestelde eisen te voldoen. • Een 20-tal woningen heeft een onvoldoende geluidwering. Deze woningen zijn allemaal gelegen in de 1e lijnsbebouwing rond het industrieterrein. • Bij de woningen met een onvoldoende geluidwering moeten aanvullende gevelmaatregelen worden aangebracht om aan de eisen uit de Wet geluidhinder te voldoen. • De kosten hiervoor komen voor rekening van degene ten behoeve van wie de uitbreiding plaatsvindt en waardoor de geluidbelasting op de gevels van de woningen wijzingen. In casu is dit de gemeente. Het is redelijk ook een bijdrage van Polynorm te vragen. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid om drie locaties geschikt te maken voor bewoning. De inbreidingslocatie aan de Veenestraat (Bronbemalingsbedrijf bevindt zich binnen de 50 dB(A) contour. Deze inbreidingslocatie kan middels respectievelijk een wijzigingsbevoegdheid worden gerealiseerd. Bij de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van deze locatie dient rekening te worden gehouden met een overschrijding van de wettelijke voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). Hiervoor is bij beschikking van 6 maart 2007 van GS een ontheffing van de voorkeurgrenswaarde verkregen; een afschrift van de beschikking is als bijlage VIII in de toelichting opgenomen. In het kader van de procedure hogere grenswaarde is op 31 oktober 2006 een informatiebijeenkomst georganiseerd. Het verslag van deze avond is als bijlage IX in de toelichting opgenomen.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
30 Bodemkwaliteit Met betrekking tot de locatie dient duidelijkheid te worden verschaft over de kwaliteit van de bodem en het grondwater. Eén en ander heeft te maken met de "uitvoerbaarheid van het plan", welk aspect Gedeputeerde Staten in hun goedkeuringsbeoordeling van het plan dienen te betrekken. In dit bestemmingsplan wordt op een aantal locaties incidentele woningbouw mogelijk gemaakt. Het betreft hier voornamelijk tuinen en erven behorende bij de naastgelegen woningen en grasland. Deze gronden kunnen met betrekking tot de verwachte bodemkwaliteit worden aangemerkt als “onverdachte” locaties. Het ligt daarom niet voor de hand om in het kader van dit bestemmingsplan alle locaties aan een (verkennend) bodemonderzoek te onderwerpen. Op het moment van de afgifte van de bouwvergunning zal alsnog per locatie inzicht worden verschaft over de kwaliteit van de bodem. Bodemkwaliteitskaart Bunschoten Sinds het najaar van 2004 heeft de gemeente Bunschoten de beschikking over een bodemkwaliteitskaart voor het gehele gemeentelijk gebied. Een bodemkwaliteitskaart is een kaart voor een bepaald gebied, waarin de samenstelling van de bodem is weergegeven. In de bodemkwaliteitskaart wordt geen rekening gehouden met de functies van de bodem, maar worden de mogelijkheden voor het (her)gebruik van licht verontreinigde grond aangegeven. De bodemkwaliteitskaart voor Bunschoten is tot stand gekomen met als basis de gegevens uit de bodemonderzoeken die in dit gebied zijn uitgevoerd. Daarnaast zijn eventueel bodembedreigende handelingen uit het verleden opgenomen. Te denken valt aan locaties van tankstations, fabrieken en bijvoorbeeld gedempte sloten. Voor een aantal ontwikkelingslocaties heeft al specifiek bodemonderzoek plaatsgevonden. De resultaten worden hierna vermeld. R. van Rijnstraat 10/10a (twee nieuwe woningen) Ten behoeve van de realisatie van een nieuwe dubbele woning aan de R. van Rijnstraat heeft een oriënterend en een aanvullend bodemonderzoek (H.E.J. Wolfkamp, rapport nr. 01-06-2001, conform NEN 5740) plaatsgevonden. Op grond van de uitkomsten van dit bodemonderzoek kan worden gesteld dat er op grond van de bodemkwaliteit geen milieuhygiënische bezwaren bestaan tegen de bouw van de woning. R. van Rijnstraat / Veenestraat (5 nieuwe woningen) Ten behoeve van de realisatie van vijf woningen tussen de Veenestraat en de R. van Rijnstraat, deels ter plaatse van het voormalige terrein van de basisschool De Ark, heef oriënterend en aanvullend bodemonderzoek (Tjaden bv, rapport nr. M 97.046/AB, NEN 5740) plaatsgevonden. Op grond van de uitkomsten van dit bodemonderzoek kan worden gesteld dat er op grond van de bodemkwaliteit geen milieuhygiënische bezwaren bestaan tegen de bouw van de woning. Frans halsstraat 1 en 2 (vervangende nieuwbouw basisschool) Ten behoeve van de vervangende nieuwbouw ter plaatse van de basisschool De Ark aan de Frans Halsstraat heeft een oriënterend en een aanvullend bodemonderzoek (Boot bv, rapport nr. M02202, conform NEN 5740) plaatsgevonden. Op grond van de uitkomsten van dit bodemonderzoek kan worden gesteld dat er op grond van de bo-
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
31 demkwaliteit geen milieuhygiënische bezwaren bestaan tegen de realisatie van een nieuw schoolgebouw op deze locatie. Waterbeheer Watervisie 2006 - 2015 (ontwerp) Doel van het waterplan is om te komen tot een integrale visie en daarop gebaseerde maatregel om de gebruikswaarde en belevingswaarde van het water in de gemeente Bunschoten te verhogen. Het waterplan wordt opgesteld door meerdere participanten; de gemeente, het waterschap Vallei en Eem en drinkwaterleidingbedrijf Hydron. Ten aanzien van het bebouwde gebied wordt gemeld dat, met uitzondering van een aantal weidegebieden, het grootste deel bestaat uit verhard oppervlakte. Het merendeel van de neerslag dat op het verharde oppervlak valt komt in het riool terecht. Een belangrijk deel van de riolering is gemengd stelsel. Bij hevige neerslag kunnen overstortingen vanuit de riolering voorkomen, waarbij verdund afvalwater in het oppervlaktewater terecht komt. Knelpunten in het bebouwd gebied zijn: • overmatige (snelle) afvoer van regenwater door gebrek aan waterberging; • slechte waterkwaliteit onder andere door gebrekkige doorstroming en overstort vanuit het gemengde riool; • geringe ecologische en belevingswaarde van de water- en oevervegetaties. Aan de hand van het beleid wordt in het waterplan middels concrete streefbeelden aangegeven wat de gewenste situatie is in 2015. Voor het bebouwde gebied wordt onder andere het volgende beeld geschetst: • alle in- en uitbreidingslocaties zijn (vanaf 2006) “waterneutraal”. Wanneer niet voldoende ruimte voor waterberging binnen de in- en uitbreidingslocatie aanwezig is (niet waterneutraal) wordt binnen peilvakniveau naar compensatie gezocht voor het verlies. Als vuistregel wordt gesteld dat bij alle in- en uitbreidingslocaties (vanaf 2006) minimaal 10% tot 15% waterberging wordt gerealiseerd in de vorm van vijvers en singels; • de oevers bij nieuwe watergangen wordt natuurvriendelijk ingericht (geen steile beschoeiingen of ander harde oevers). Bestaande oevers van waardevolle watergangen worden zoveel natuurvriendelijk ingericht; • in alle in- en uitbreidinggebieden wordt (vanaf 2006) het regenwater van schone oppervlakten niet op de riolering geloosd. Dit schone regenwater wordt bij voorkeur lokaal gebruikt, in de bodem geïnfiltreerd of op lokaal oppervlaktewater geloosd; • circa 10% (t.o.v. 2003) van de verharde oppervlakte wordt van de riolering afgekoppeld. Dit wordt gerealiseerd door zowel inwoners (daken) als de gemeente (wegen). Het afgekoppelde water wordt bij voorkeur lokaal gebruikt of in de bodem geïnfiltreerd; Uitvoeringsplan 2006 – 2010 In het bijbehorende uitvoeringsplan 2006 – 2010 wordt ingegaan op het maatregelenpakket voor de periode tot 2010. Voor het bebouwde gebied wordt onder andere gedacht aan:
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
32 •
• • •
het verrichten van een studie naar en vaststellen van het gewenste grond- en oppervlaktewaterregiem (GGOR) voor optimale bediening van de gebruiksfuncties binnen het bebouwde gebied; daarmee samenhangen het vaststellen van een peilbesluit voor het bebouwde gebied; uitwerken van een herinrichtingsplan voor de in potentie waardevolle oevers in het bebouwde gebied op basis van al uitgevoerde ecoscans; het opstellen van een “afkoppelkansenkaart” medio 2007. Er wordt naar gestreefd om ten minste 10% van de bestaande verhard oppervlakte van de riolering af te koppelen. In de daarop volgende periode tot 2010 kan dit worden uitgevoerd. Bij eerder ingeplande rioolvervanging zal afkoppeling eerder worden uitgevoerd.
Binnen plangebied liggen geen open watergangen Het vuile water wordt hoofdzakelijk via een gemengd stelsel onder vrij verval naar het gemaal in de Vondelstraat geloosd. In Eemlandia wordt vuil- en schoonwater via een verbeterd gescheiden stelsel afgevoerd. Het schone water wordt door een duiker in westelijke richting naar de watergang langs de Westsingel geleid. In het zuidelijk deel van de Veenestraat is een afzonderlijk hemelwaterriool aangelegd naar de watergang langs de Oostelijke Randweg. Binnen het plangebied zijn geen waterbergingsvoorzieningen gepland. Aan de rand van de rand van het plangebied is bij de overstort van de riolering naar het oppervlaktewater langs de Westsingel/Amersfoortseweg wel een randvoorziening noodzakelijk voor de beperking van de vuillast op het openbare water. Het beleid van het Waterschap en de gemeente is er op gericht om, waar mogelijk en haalbaar, schoon hemelwater direct naar het oppervlaktewater af te voeren. Bij reconstructies van wegen wordt bezien of afkoppeling van verhard oppervlak kan plaatsvinden. Wateroverleg Naar aanleiding van het vooroverleg net betrekking tot dit bestemmingsplan heeft op 16 maart 2004 met het Waterschap Vallei & Eem overleg plaatsgevonden in het kader van de Watertoets. Tijdens dit overleg zijn de verschillende punten doorgenomen die in het voorontwerp bestemmingsplan onder de waterparagrafen staan beschreven. In deze paragrafen is onderbouwd weergeven hoe in het plangebied omgegaan wordt met water. Het Waterschap heeft destijds aangeven hiermee in te kunnen stemmen. Verder zijn de inbreidingslocaties binnen het plangebied besproken. Het Waterschap heeft ermee ingestemd dat het aantal en de omvang van de inbreidingslocaties zo beperkt is dat er geen extra open water in het plan gebied opgenomen dient te worden. Op 19 april 2007 is dit bestemmingsplan nogmaals met het Waterschap besproken, vanwege nieuwe inzichten. Het watersysteem van de gemeente Bunschoten is inmiddels doorgerekend. Hieruit blijkt dat Bunschoten wat betreft waterberging niet ruim in z’n jasje zit. In de gemeentelijke watervisie is afgesproken dat alle in– en uitbreidingslocaties waterneutraal moeten worden aangelegd. Waterschap en gemeente bekijken in overleg of deze nieuwe inzichten leiden tot de aanleg van extra waterberging. Uit het overleg van 10 april 2007 blijkt dat er geen extra waterberging in het plangebied of daarbuiten nodig is. Het plangebied zelf heeft geen tekort aan waterberging.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
33 Ook op een hoger schaalniveau is er genoeg ruimte voor water in het direct benedenstrooms gelegen gebied, de stadsweides. De functie van de stadsweides voor waterberging wordt geregeld in de nieuwe Keur van het waterschap. Luchtkwaliteit In het kader van het Besluit luchtkwaliteit 2005 zijn gemeentes verplicht om bij het uitoefenen van bevoegdheden, waaronder bestemmingsplanprocedures, de grenswaarden voor zwaveldioxide (SO2), stikstofdioxide (NO2), stikstofoxide (NO), fijn stof (PM10), lood (Pb), koolmonoxide (CO) en benzeen (C6H6) in acht te nemen. Bij overschrijding of dreigende overschrijding van de grenswaarde neemt de gemeente de maatregelen om deze overschrijding zo spoedig mogelijk te beëindigen dan wel zoveel mogelijk te voorkomen. Deze nieuwe maatregelen kunnen worden vastgelegd in een actieplan. In het kader van het bestemmingsplan is door de gemeente onderzoek uitgevoerd naar de luchtkwaliteit. De resultaten van dit onderzoek zijn als bijlage I bij dit bestemmingsplan gevoegd. Uit dit onderzoek blijkt dat voldaan wordt aan de bepalingen van het Besluit luchtkwaliteit 2005. De grenswaarden voor de diverse stoffen worden niet overschreden. Externe veiligheid (veiligheidsparagraaf) In de Beleidsnota Externe Veiligheid van de provincie Utrecht (juli 2003) zijn de provinciale ambities voor de jaren na 2003 uitgewerkt. Deze zijn hoger dan de wettelijke ondergrens . Voor het plaatsgebonden risico (PR) streeft de provincie naar een kans op overlijden die niet groter is dan één op de honderd miljoen jaar (10-8 per jaar), terwijl ten aanzien van het groepsrisico (GR) de provincie streeft naar 0,1 maal de oriënterende waarde. Op 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid en inrichtingen (Bevi) in werking getreden. In dit besluit worden de normen voor het plaatsgebonden risico en de doorwerking daarvan op het gebied van de ruimtelijke planvorming en bij de vergunningverlening op grond van de wet milieubeheer verankerd, voor zover de risico’s voor de omgeving worden veroorzaakt door inrichtingen. De gemeente onderschrijft de provinciale ambities. Aangenomen wordt dat door het stringent hanteren van de wettelijke regels het ambitieniveau gehaald kan gaan worden. Zo is het Gewest Eemland bezig om bij alle LPG-stations de maximale doorzet van LPG vast te leggen, waardoor voorkomen wordt dat een grotere risicocontour in acht genomen moet worden dan dat voor een goede bedrijfsvoering noodzakelijk is. LPG-tankstation In het kader van dit onderhavige bestemmingsplan is het Bevi relevant vanwege het nabijgelegen LPG-tankstation BP Wijnands gesitueerd aan de Kronkels 3 op het gelijknamige bedrijventerrein. Voor de LPG tankstations worden de waarden voor het plaatsgebonden- en het groepsrisico weergegeven in een ministeriële regeling behorende bij het besluit (Regeling externe veiligheid inrichtingen, Revi). In deze ministeriële regeling zijn afhankelijk van de doorzet, grootte van de installatie en opslagruimte afstandseisen weergegeven voor het plaatsgebonden risico en een maximale dichtheid in het effectgebied voor wat betreft de beoordeling van het groepsrisico.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
34 Voor het LPG-tankstation BP Wijnands geldt dat er een doorzet van het LPG is van minder dan 1.000 m3/jaar. Dit houdt in dat het 10-6 plaatsgebonden risicocontour op 45 m uit het vulpunt ligt en dat de afstand van het vulpunt tot de grens van het invloedsgebied op 150 m ligt. De grens van het invloedsgebied van 150 m ligt voor een deel binnen het plangebied van het bestemmingsplan Bunschoten Zuid / Eemlandia. Binnen de 10-6 plaatsgebonden risicocontour bevinden zich geen kwetsbare objecten conform het Bevi. In het kader van het bestemmingsplan Kronkels Haarburg (Noord)1 voor het bedrijventerrein is een onderzoek2 verricht naar de personendichtheid als gevolg van de op het bedrijventerrein aanwezige Bevi-bedrijven. Hieruit blijkt onder andere dat in het geval van het LPG-tankstation BP Wijnands de oriënterende waarde van personendichtheid (van 109 personen) wordt overschreden; voor BP Wijnands bedraagt dit 202 personen. In algemene zin geldt dat onderzocht zou moeten worden of bijvoorbeeld door interne verplaatsing van het vulpunt c.q. reservoir of andere maatregelen de locatie in overeenstemming met de regelgeving kan worden gebracht. Indien dit niet mogelijk is kan een proces worden opgestart om over te gaan tot intrekking van dat deel van de milieuvergunning van de betreffende inrichting. Echter, omdat het in het geval van het groepsrisico gaat om een oriënterende maatregel, kan hiervan gemotiveerd worden afgeweken. Advies regionale brandweer In het kader van het bestemmingsplan Kronkels Haarburg (Noord) is door de regionale brandweer (VRU voorheen BRUL) geadviseerd om de contouren van de plaatsgebonden risico en/of invloedsgebieden van een groepsrisico bij actualisatie ook op de plankaart van de omringende bestemmingsplannen “Wonen-West” en “Bunschoten Zuid/ Eemlandia” op te nemen voor zover dat betrekking heeft op de aanwezigheid van de contour van het groepsrisico van BP Wijnands. Verantwoording groepsrisico Het VRU merkt in haar advies op dat de verantwoording van het groepsrisico (GR) in elk geval plaats dient te vinden aan de hand van de elementen genoemd in artikel 13 lid 1 onder a t/m e van het BEVI. Aangegeven is dat veel van de elementen van voornoemd artikel in het plan verspreid worden behandeld en er uitgebreid aandacht wordt besteed aan het aspect externe veiligheid. Om deze elementen echter goed te kunnen beoordelen verdient het volgens het VRU aanbeveling om de elementen onder a t/m e in een veiligheidsparagraaf op te nemen. Daarnaast geeft het VRU nog aan dat in de verantwoording van het GR een overweging moet worden opgenomen waarom het LPG tankstation BP Wijnands in het bestemmingsplan Kronkels Haarburg (Noord) positief dient te worden bestemd en sanering ongewenst is. Om tegemoet te komen aan de vragen van het VRU is in de toelichting van het bestemmingsplan Kronkels Haarburg (Noord) een veiligheidparagraaf opgesteld overeenkomstig de opsomming van artikel 13 lid 1 van het BEVI. Deze veiligheidsparagraaf is in bijlage II van deze toelichting integraal opgenomen. Uit de veiligheidsparagraaf blijkt dat het een conserverend bestemmingplan betreft waarbij de verantwoording van het groepsrisico heeft plaatsgevonden voor zover dit 1 2
zie het in procedure zijnde bestemmingsplan Kronkels Haarburg (Noord) interne bijlage externe veiligheid van gewest Eemland, d.d. juni 2006, inclusief aanvullingen door Pouderoyen Compagnons
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
35 de toetsing aan de oriënterende waarde, de beoordeling zelfredzaamheid van de aanwezige personen en de mogelijkheid tot het bestrijden van een ontstane ramp betreft. De kosten gemoeid met de sanering zijn niet onderzocht omdat dit, gelet op het conserverende plan nog niet aan de orde was. Hoewel er geen wettelijke saneringsplicht geldt, is het vooral gezien de overschrijding van het groepsrisico, evenwel wenselijk om het bedrijf te saneren (lees in ieder geval de activiteiten rondom LPG bij BP Wijnands te beëindigen). Het voert nu echter te ver om in het kader van het bestemmingsplan Kronkels Haarburg (Noord) het LPG-vulpunt weg te bestemmen. Wel wordt overwogen om een nader onderzoek te doen naar de saneringsmogelijkheden van de bedrijven welke het groepsrisico bijna of geheel overschrijden. Anticiperend op de uitkomsten is in het bestemmingsplan Kronkels Haarburg (Noord) de mogelijkheid opgenomen om een LPG-vulpunt (en de PR- en GR contouren) van de plankaart te verwijderen. Weg-, water- en railverkeer Voor het gemeentelijke wegennet kan de gemeente op grond van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (WVGS) routes aanwijzen voor het transporteren van gevaarlijke stoffen. Elke vervoerder moet zich hieraan houden. Deze routes moeten aansluiten op de provinciale wegen en rijkswegen die door de provincie en/of het Rijk zijn aangewezen als ‘route gevaarlijke stoffen’. Over de aanwijzing van de routes gevaarlijke stoffen moet dus afstemming plaatsvinden tussen de diverse wegbeheerders. Er is echter geen formele afweging tussen de externe veiligheid en de routering. De gemeente Bunschoten is een van de weinige gemeentes binnen de provincie Utrecht is waar al een routering vastgesteld is. Een route gevaarlijke stoffen loopt over het nabijgelegen bedrijventerrein De Kronkels (Amersfoortseweg-Bisschopssweg-de Kronkels- Ampèreweg-Einsteinweg-Marconiweg). Ten behoeve van een tweetal bedrijven is een ontheffing verleend voor het transport van LPG. Voor BP Wijnands, de Kronkels 3 is ontheffing verleend. De route is vrijwel gelijk aan de eerdergenoemde route gevaarlijke stoffen. Ten behoeve van een LPG-tankstation op de Zuidwenk (buiten het plangebied) is een ontheffing verleend voor 5 m3 LPG. De route is Amersfoortseweg-Oostelijke Randweg. Flora en fauna In dit bestemmingsplan worden geen nieuwe grootschalige ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Het gaat om een bestemmingsplan waarin in hoofdzaak de bestaande situatie is vastgelegd. Slechts op een drietal locaties wordt woningbouw mogelijk gemaakt. Het betreft hier voornamelijk tuinen en erven behorende bij de naastgelegen woningen en grasland. Het plangebied of de directe omgeving is niet aangewezen als vogelrichtlijn gebied. Ook komt het gebied niet voor op de door het ministerie van LNV gemaakte ontwerplijst van Habitatrichtlijngebieden. Tevens komen er (voorzover bekend) geen soorten voor die vallen onder de Habitatrichtlijn. Deze regelingen omtrent de natuurbescherming hebben dus geen gevolgen voor het voorliggende bestemmingsplan. Voorafgaand aan een wijziging van het gebruik ten behoeve van de gewenste woningbouw op de verschillende ontwikkelingslocaties zal nader onderzoek naar eventueel aanwezige ecologische waarden plaatsvinden. Deze “onderzoeksplicht” is opgenomen in de uitwerkings- en wijzigingvoorwaarden in de voorschriften van dit bestemmingsplan.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
36
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
37 4.
JURIDISCHE PLANOPZET
4.1.
Inleiding In het vorige hoofdstuk is naar voren gekomen, in hoeverre de functies in het plangebied verder ontwikkeld zouden kunnen worden. De geformuleerde uitgangspunten zijn reeds zoveel mogelijk vertaald naar de bestemmingsopzet van het plan. Voor zover de vertaling van deze uitgangspunten in de juridische regeling nog uitleg behoeft, wordt deze gegeven in dit hoofdstuk. De bestemmingsregeling dient de bestaande bebouwing en functies te omvatten én, in zekere mate ook gericht te zijn op toekomstige ontwikkelingen. Het plan dient bestaande rechten te waarborgen en de nodige flexibiliteit te bevatten om, binnen duidelijke grenzen, veranderingen mogelijk te maken. Dit heeft geleid tot een bestemmingsplan waarin in vrij ruime mate mogelijkheden als recht, met directe bouwtitel, zijn geboden. Daarnaast wordt her en der de nodige flexibiliteit geboden via met name vrijstellings- en wijzigingsbepalingen (krachtens art. 15 respectievelijk art. 11 WRO). De in het onderhavige plan opgenomen wijzigingsbevoegdheden gaan, naar aard en reikwijdte, het gemeentelijk belang niet te boven, waardoor deze binnengemeentelijk kunnen worden afgehandeld. Bij deze wordt gedeputeerde staten reeds verzocht om bij goedkeuring van dit bestemmingsplan ten aanzien van de wijzigingsbevoegdheden in het bestemmingsplan aan te geven dat wijzigingen hun goedkeuring niet behoeven. Vooraf wordt nog opgemerkt, dat in het bestemmingsplan reeds rekening is gehouden met de Wijziging van de Woningwet en het daarmee samenhangende Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken, welke op 1 januari 2003 in werking is getreden. Het plan bevat in principe geen bepalingen die een beperking vormen ten opzichte van hetgeen in bedoeld Besluit als "vergunningvrij" is aangemerkt. Aldus wordt voorkomen dat bepalingen van het bestemmingsplan buiten toepassing blijven omdat ze bedoelde beperkingen zouden inhouden. Vooraf wordt eveneens opgemerkt, dat in het onderhavige bestemmingsplan geen wezenlijke bouw- en gebruiksmogelijkheden zijn "teruggenomen" ten opzichte van het (voorheen) geldende bestemmingsplan. Het onderhavige plan bevat geen zodanige beperkingen ten opzichte van het (voorheen) geldende plan dat er sprake zou kunnen zijn van een reëel risico van "planschadeclaims" als gevolg van beperkingen. Hierna worden specifieke onderdelen van de juridische regeling nader toegelicht, voorzover deze toelichting behoeven.
4.2.
De bestemmingen Wonen Algemeen De bestaande woningen in het plangebied zijn bestemd tot "Wonen". Binnen de bestemming "Wonen" mogen behalve de woning ook aan- en uitbouwen van de woning, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd. Bij het bestemmen van de wonin-
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
38 gen in het plangebied is aangesloten bij de regeling van het bestemmingsplan “Wonen-West”. Op een aantal plaatsen is nieuwbouw van woningen mogelijk door middel van "inbreiding" mogelijk gemaakt: - een aantal woningen is direct als “Wonen” op de plankaart bestemd op de plankaart. In het bestemmingsvlak staat het maximum aantal nieuwe woningen aangeduid; - drie locaties zijn middels een “uit te werken woonbestemming” bestemd; - voor de bedrijfsvestiging van het bronbemalingsbedrijf aan de Veenestraat is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, die de gemeente in staat stelt de bedrijfsbestemming, na beëindiging van de huidige bedrijfsmatige activiteiten te wijzigen in een woonbestemming. Bedrijfs- en beroepsmatige activiteiten aan huis In de voorschriften behorende bij dit bestemmingsplan is in de woonbestemming, door middel van een vrijstelling, geregeld dat in de woning of bijgebouwen in beperkte mate bedrijfsactiviteiten kunnen worden uitgeoefend. Dat wil zeggen dat de voor deze bedrijfsactiviteiten benutte oppervlakte niet meer mag bedragen dan 15% van de totale vloeroppervlak van de betreffende woning, met een maximum van 40 m² per woning. De vrijstelling is aan voorwaarden verbonden die er zorg voor moeten dragen dat het reeds aanwezige woonkarakter van Bunschoten Zuid en Eemlandia zo veel mogelijk blijft gehandhaafd en dat er geen overlast voor de woonomgeving ontstaat. Het dienen bedrijfsmatige activiteiten te zijn die geen milieuvergunning nodig hebben of milieu-meldingplichtig zijn. Daarnaast is bepaald dat het geen horeca mag betreffen. Detailhandel is enkel toegestaan als een ondergeschikte nevenactiviteit van het betreffende bedrijf. Ten aanzien van verkeers- en parkeerdruk wordt bepaald dat de bedrijfsactiviteit niet mag leiden tot een onevenredige vergroting daarvan in de omgeving. Daarnaast blijft het als recht altijd mogelijk om binnen de woonbestemming een beperkt deel van de woning te benutten voor een “vrij beroep”. Ook hier geldt als bovengrens 15% van de totale vloeroppervlak van de betreffende woning tot een maximum van 40 m². Aanwezige niet-woonfuncties binnen het woongebied Naast de reeds aanwezige en overeenkomstig de huidige functie bestemde vormen van bedrijvigheid komen binnen het woongebied nog enkele vormen van kleinschalige bedrijvigheid voor. Middels specifieke aanduidingen op de plankaart zijn op specifieke locaties vier niet-woonfuncties als ondergeschikte nevenfunctie toegestaan. Het betreft reeds gevestigde bedrijven, die zorgvuldig in de omgeving zijn ingepast. Op de plankaart worden de volgende niet-woonfuncties binnen de bestemming wonen specifiek aangeduid: • Detailhandel (Veenestraat 16 en 66); • Bedrijvigheid (Veenestraat 12, 33 en 60b en De Kleine Pol 28); • Visverwerkingsbedrijf (Veenestraat 20) • Toonzaal en bedrijvigheid (Veenestraat 7) • Fitnessruimte (Veenestraat 11a); • Opslag consumentenvuurwerk (Engelandvaarders 4).
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
39 Bebouwingsmogelijkheden De bouw- en vrijstellingsbepalingen zijn zo opgezet, dat de bestaande woningen in het onderhavige plangebied niet volledig "op slot" gezet worden, maar binnen beperkte marges nog kunnen uitbreiden. Ook voor de nog te ontwikkelen locaties biedt de regeling voldoende mogelijkheden om redelijk flexibel en in aansluiting op het bestaande karakter van de woonwijk nieuwbouw te realiseren Uit te werken woongebied Voor twee van de eerder benoemde potentiële woningbouwlocaties is de bestemming “Uit te werken woongebied” opgenomen. Het betreft: • het binnenterrein tussen de R. van Rijnstraat en de Veensestraat (ten zuiden van de Paulus Potter straat en ten noorden van de basisschool De Ark); • het terrein tussen de Stadsgracht, Cornelis Houtmanstraat, Jan Riebeeckstraat en de Veenestraat; In de geldende bestemmingsplannen hadden de betreffende gronden soortgelijke uit te werken woonbestemmingen. Op de plankaart worden de maximale goot- en bouwhoogtes en het maximale aantal te bouwen woningen voor deze gebieden vermeld. De bebouwing dient qua aard en omvang aan te sluiten bij het karakter van de reeds bestaande woonomgeving. Kantoren De centraal in het plangebied gelegen kantoorvilla met bijbehorende bebouwing heeft deze bestemming gekregen. De waardevolle bebouwing is zoveel mogelijk overeenkomstig het geldende bestemmingsplan Bunschoten Zuid uit 1982 bestemd. Het pand is op de plankaart aangeduid als “waardevolle bebouwing”. Maatschappelijke doeleinden Binnen de bestemming "Maatschappelijke doeleinden" hebben de meeste voorzieningen een algemene bestemming (Ma) gekregen: voorzieningen ter zake van religie, verenigingsleven, cultuur, onderwijs, opvoeding, recreatie, gezondheidszorg, bejaardenzorg en openbare en bijzondere voorzieningen en dienstverlening. Daar wordt een zekere, "vrije" uitwisseling van functies als recht mogelijk gemaakt. Het regelstation aan de Veenestraat wordt via de specifieke code (Mn) nader geregeld. Op de plankaart zijn de bebouwingsmogelijkheden per locatie aangegeven door middel van een bebouwingsvlak, in combinatie met een bebouwingspercentage en andere maten. Bedrijven Het bronbemalingsbedrijf aan de Veenestraat heeft een bedrijfsbestemming gekregen. Ter plaatse is een bedrijf toegestaan dat in de Staat van Bedrijfsactiviteiten bijlage bij de voorschriften- is aangemerkt als categorie 1 of 2. Het betreft bedrijven die naar hun gevolgen voor de omgeving direct naast of op korte afstand van woningen toelaatbaar zijn. De bestemming is voorzien van een vrijstellingsbevoegdheid om per geval een ander soort bedrijf toe te staan dat niet als categorie 1 of 2 (of in het geheel niet) in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomt. Criterium voor toelating is dat het bedrijf, waarvoor vrijstelling wordt gevraagd, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, redelij-
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
40 kerwijs kan worden gelijkgesteld met bedrijven die op de betreffende plaats als recht zijn toegestaan. Wijzigingsbevoegdheid naar wonen Voor het bronbemalingsbedrijf aan de Veenestraat is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het college van B&W in staat stelt om, na beëindiging van de huidige bedrijfsmatige activiteiten, de bestemming te wijzigen in een woonbestemming. Verblijfsdoeleinden Alle wegen zijn – inclusief de daarvan deel uitmakende bermen, rabatstroken, fiets- en voetpaden en parkeerplaatsen – bestemd tot "Verblijfsdoeleinden". Een dergelijke bestemming benadrukt het verblijfskarakter. Binnen deze ruime bestemming zijn herinrichtingmaatregelen mogelijk. Als voorwaarde voor een eventuele herinrichting geldt dat burgemeester en wethouders zoveel mogelijk in overleg treden met belanghebbenden. Groenvoorzieningen Voor zover er in het gebied openbare groenvoorzieningen voorkomen, die niet beschouwd kunnen worden als "bermen, behorende bij wegen", zijn deze als “Groenvoorzieningen” bestemd. Autoboxen De in het plangebied voorkomende autoboxen zijn als zodanig bestemd. Terrein van archeologische waarde (dubbelbestemming) De binnen het plangebied voorkomende gronden die op basis van de Archeologische monumentenkaart (AMK) zijn aangewezen als ‘terrein van archeologische betekenis’ (nr. 12.305), zijn beschermd op grond van de dubbelbestemming “terrein van archeologische waarde” en een bijbehorend stelsel van aanlegvergunningen. 4.3.
Waardevolle bebouwing Op de plankaart is de uit cultuurhistorisch oogpunt in het MIP als “categorie 1 en 2” benoemde waardevolle bebouwing als zodanig aangeduid. De bescherming van de waardevolle karakteristiek en elementen van die bebouwing op zich vindt plaats in het kader van de welstandstoetsing, met name indien er veranderingen aan die bebouwing worden beoogd. De welstandstoetsing vindt dan plaats aan de specifieke, in de Welstandsnota aangegeven criteria. In het bestemmingsplan is geen aanlegvergunning voor het slopen van die bebouwing opgenomen, aangezien daardoor die bebouwing dan in feite dezelfde of zelfs een zwaardere beschermingsgraad zou krijgen als een als zodanig aangewezen rijksmonument. Het plan bevat wél een beschermingsbepaling ten aanzien van de directe omgeving van de waardevolle bebouwing. Die bepaling betreft de bevoegdheid van burgemeester en wethouders om nadere eisen te stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken die in de nabijheid (binnen 10 m) van de als zodanig aangeduide waardevolle bebouwing én de – eveneens op de plankaart aangeduide – rijksmonumenten kunnen worden gebouwd.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
41 5.
MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID In het kader van de bestemmingsplanprocedure van het voorontwerpbestemmingsplan Bunschoten-Zuid/Eemlandia is het vooroverleg krachtens artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) gevoerd en is het in de inspraak geweest. Alle reacties die zijn ingediend zijn verwerkt en beantwoord in een gemeentelijke commentaarnota die het college van burgemeester en wethouders heeft vastgesteld. Deze commentaarnota is vervolgens vervat in dit hoofdstuk. Voordat wordt ingegaan op de ingediende reacties zal in dit hoofdstuk een toelichting op de laatste stand van zaken met betrekking tot de voormalige melkfabriek Eemlandia worden gegeven, vanwege de invloed hiervan op de beantwoording van de ingediende reacties. Vervolgens zal in paragraaf 5.2 worden ingegaan op de resultaten van het overleg ex artikel 10 Bro. Ten slotte worden de resultaten van de inspraak in paragraaf 5.3 beschreven.
5.1.
Inleiding Stand van zaken omtrent voormalige melkfabriek Eemlandia (medio juni 2006) Middels een gemeentelijk persbericht op 26 oktober 2004 en 25 november 2004 en door een brief van 1 september 2005 is voor het laatst in brede zin gecommuniceerd over de onderlinge afspraken tussen de gemeente en het vastgoed ontwikkelingsbedrijf HMV. De gemeente Bunschoten heeft in 1997 een contract afgesloten met HMV voor onder andere de restauratie van het gebouw Eemlandia – in het bijzonder restauratiewerkzaamheden van het voorste gedeelte van het gebouw en de reconstructie van het gebouw tot de situatie van 1963, inclusief heroprichting van de schoorsteen – en de invulling van het terrein ten zuiden van het gebouw. In het contract is vastgesteld dat de restauratie van het gebouw Eemlandia uit drie fasen bestaat: 1. de eerste fase, die al door HMV is gerealiseerd, betrof de restauratie van de ‘pakhuizen’ aan de achterzijde; 2. de tweede fase betreft de restauratie van het voorste gedeelte; 3. de derde fase is erop gericht het pand te reconstrueren tot de situatie van 1963. De afgelopen jaren is er van alles aan gedaan om HMV in beweging te krijgen. In 2002 was de in het contract opgenomen termijn voor de restauratie verstreken. In mei 2002 zijn met HMV nieuwe afspraken gemaakt om de restauratie voor te bereiden en uit te voeren. Toen in 2003 bleek dat HMV zich niet hield aan de in mei 2002 gemaakte afspraken heeft de gemeente zich beraden op juridische stappen. In januari 2004 is er opnieuw een tijdschema aan HMV opgelegd. Daarin moest HMV in de periode van 1 maart tot en met 1 juli 2004 aan alle formele verplichtingen om de restauratie voor te bereiden voldoen. Ook is in dat tijdschema de verplichting opgenomen dat de tweede fase van de restauratie voor 1 januari 2005 moest zijn afgerond en dat de derde fase gerealiseerd moest zijn voor 1 juli 2005. Toen bleek dat HMV zich ook niet aan dat tijdschema hield heeft de gemeente een kort geding tegen HMV aangespannen. De voorzieningenrechter heeft op 25 november 2004 uitgesproken dat HMV de tweede fase van de restauratie van het gebouw Eemlandia moest hebben afgerond voor 1 juli 2005. De derde fase van de restaura-
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
42 tiewerkzaamheden moest voor 1 februari 2006 door HMV zijn uitgevoerd. Daarnaast moest binnen zes weken na 2 december 2004 een monumentenvergunning en een bouwvergunning voor de derde fase van de restauratiewerkzaamheden door HMV zijn aangevraagd. HMV heeft de monumentenvergunning en de bouwvergunning voor de derde fase aangevraagd. Op dit moment wordt het gebouw Eemlandia gerestaureerd. De verwachting is dat deze restauratie binnenkort klaar zal zijn. Omdat de restauratie niet gereed is binnen de door de rechter gestelde termijnen heeft HMV wel dwangsommen aan de gemeente verbeurd. In onze brief van 1 september 2005 staat dat het hoger beroep dat HMV heeft ingesteld tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter op 28 september 2005 zou dienen. Na overleg tussen de gemeente en HMV is dit hoger beroep op verzoek van beide partijen opgeschort. Op dit moment is nog onduidelijk of HMV het hoger beroep alsnog zal doorzetten. Stand van zaken betreffende de invulling van inbreidingslocatie 1 “Eemlandia” Nadat de gemeente in 1997 het contract met vastgoed ontwikkelingsbedrijf had afgesloten is een deel van de vrijkomende gronden met woningbouw ingevuld. Voor de resterende gronden is nog geen keuze gemaakt voor de invulling. In mei 2002 en vervolgens in 2004 zijn, naast afspraken voor de restauratie van de voormalige melkfabriek, ook afspraken gemaakt over de definitieve keuze met betrekking tot de invulling van het resterende gebied ten zuiden van het Eemlandiagebouw (inbreidingslocatie 1). Door de gemeente wordt rekening gehouden met een kantoor-variant en een woningbouwvariant. Zoals eerder is beschreven heeft HMV zich niet aan de overeengekomen tijdschema’s en verplichtingen gehouden. Tot op heden is er nog geen definitieve keuze bekend over de invulling van het braakliggende terrein. De definitieve keuze hangt nauw samen met de mogelijke verplaatsing van het bedrijf Auto Eemlandia, maar heeft ook gevolgen voor de (functionele) sanering van de sterk vervuilde gronden. Aanpassing van begrenzing bestemmingsplangebied De vertraagde restauratie van de voormalige melkfabriek Eemlandia en het feit dat de definitieve invulling van het braakliggende terrein achter de voormalige melkfabriek nog niet bekend is, heeft de afgelopen periode geleid tot een onwenselijke vertraging van het voorliggende bestemmingsplan. Omwille van de voortgang van het bestemmingsplan "Bunschoten zuid / Eemlandia" is besloten om het betreffende gedeelte geen onderdeel meer te laten zijn van dit bestemmingsplan. Deze beslissing heeft de volgende consequenties voor dit bestemmingsplan: • de plangrens wordt aangepast. De braakliggende gronden, tezamen met de voormalige melkfabriek (incl. de bijbehorende gronden), worden buiten het plangebied gelaten (m.a.w. een “witte vlek” op de plankaart). Voor de betreffende gronden blijft daardoor de huidige bestemming uit het geldende bestemmingsplan "Eemlandia" uit 1997 van kracht. • in de voorschriften komt de bestemming "Uit te werken woon-/ kantoorgebied" (artikel 12) te vervallen. In de bestemming "Bedrijven" (artikel 6) komt de nadere bestemming "garagebedrijf" (art 6, lid A onder 2) te vervallen evenals de "wijzigingsbevoegdheid naar kantoren" (art 6, lid D onder 2).
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
43
Dit houdt in dat de reacties uit het vooroverleg en de inspraak met betrekking tot de voormalige melkfabriek Eemlandia en de gelijknamige inbreidingslocatie feitelijk niet meer relevant zijn voor de voortgang van dit bestemmingsplan. Dit laat onverlet dat eventuele nieuwe ontwikkelingen betreffende het Eemlandia-terrein zowel met omwonenden als met ter plaatse gevestigde ondernemers zullen worden gecommuniceerd. Wanneer er overeenstemming is met HMV over de invulling van het Eemlandiaterrein zal een nog nader te bepalen planologisch-juridische procedure moeten worden doorlopen om tot uitvoering over te kunnen gaan. Tijdens deze procedure zijn er uiteraard mogelijkheden om hierop te kunnen reageren. Dit zal te zijner tijd, zoals gebruikelijk, bekend worden gemaakt via een publicatie in de Bunschoter. Bij de beantwoording van de vooroverleg- en inspraakreacties met betrekking tot dit gebied zal verwezen worden naar deze inleiding. 5.2.
Resultaten overleg ex artikel 10 B.r.o. Het voorontwerp bestemmingsplan is d.d. 30 oktober 2003 verzonden aan een reeks van (overheids)instanties koepelorganisaties en nutsbedrijven die bij uitoefening van hun activiteitendirect dan wel indirect met de bestemmingsregeling voor het onderhavige plangebied te maken hebben. De volgende instanties hebben schriftelijk gereageerd: 1. Provincie Utrecht, dienst Ruimte en Groen 2. Hydron - Midden Nederland 3. Inspectie VROM 4. KPN Telecom, Rayon Midden, afdeling UTN Leidingbeheer 5. Waterschap Vallei en Eem 6. Brandweer Bunschoten 7. Rijksdienst voor de Monumentenzorg Een aantal instanties (i.c. het Ministerie van Economische Zaken (regio Noord-West), de Provinciale Utrechtse Welstandscommissie (P.U.W.C.), de Stichting Integratie Gehandicapten Bunschoten, de Bedrijvenkring Bunschoten, de Politie (district Eemlandnoord), de REMU en het Gewest Eemland) is weliswaar aangeschreven, maar heeft niet gereageerd. Hieronder volgt een samenvatting van de vooroverlegreacties, de gemeentelijke beantwoording en de wijze waarop dit in sommige gevallen heeft geleid tot aanpassing van het onderhavige bestemmingsplan. Een kopie van de reacties uit het vooroverleg is als bijlage IV opgenomen bij dit bestemmingsplan.
5.2.1.
Provincie Utrecht, dienst Ruimte en Groen 1. Streekplan De provincie constateert dat het bestemmingsplan in overeenstemming is met het provinciaal ruimtelijk beleid, zoals dat in het streekplan is neergelegd. Antwoord gemeente: De opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
44 2. Planbeoordeling De provincie maakt kenbaar te kunnen instemmen met de gekozen planopzet. Antwoord gemeente: De opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. 3. Nieuwe woningen De provincie constateert dat er op het moment van ter inzage legging slechts concrete bouwplannen zijn voor de bouw van acht eengezinswoningen op locatie 5. Zij verzoekt de gemeente voor de overige locaties, de gewenste invulling nader te concretiseren en daarbij, in het licht van de provinciale visie ‘Oog voor Wonen’, met name aandacht te schenken aan woningdifferentiatie en woonzorgmogelijkheden. Antwoord gemeente: • Locatie 5 komt te vervallen. Zoals uit de algemene inleiding blijkt is de inbreidingslocatie 1 "Eemlandia" niet meer opgenomen in dit bestemmingsplan. • De overige inbreidingslocaties zullen worden ingevuld met vrije sector eengezinswoningen (koopwoningen) aangezien voor dergelijke kleine inbreidingslocaties de bouw van huurwoningen niet exploitabel is. Seniorenwoningen zijn gepland in de inbreidingslocaties Spakenburg-Oost, de Talmastraat en de Oostmaat vanwege de nabijheid van deze locaties bij het centrum met haar voorzieningen. Toch wordt niet uitgesloten dat de inbreidingslocaties 2 t/m 4 tevens met vrije sector seniorenwoningen (koopwoningen) zullen worden ingevuld, mits dit exploitabel is. 4. Archeologie en monumenten De provincie adviseert een aanlegvergunningenstelsel op te nemen voor de gronden tussen de Paulus Potterstraat en De Kleine Pol. De provincie verzoekt om een duidelijkere kaart van de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) met legenda in de toelichting op te nemen. Voor de inbreidingslocaties 1 en 2 bestaat volgens de IKAW kaarten de kans op aanwezigheid van archeologische vindplaatsen. De provincie adviseert deze locaties te laten onderzoeken op archeologische waarden. Wanneer aangetoond kan worden dat de bodem niet wordt verstoord, dan wel volledig verstoord is, is een dergelijk onderzoek niet noodzakelijk. Antwoord gemeente: • In het bestemmingsplan Bunschoten-Stad is voor het terrein dat voorkomt op de AMK (nummer 32B-A53) binnen een agrarische bestemming een aanlegvergunningenstelsel opgenomen. De gronden tussen Paulus Potterstraat en De Kleine Pol hebben een woonbestemming. Er bevinden zich op de betreffende gronden ook woningen. Een aanlegvergunningenstelsel is opgenomen. • Een duidelijkere IKAW kaart is ingevoegd. • Zoals uit de algemene inleiding blijkt is de inbreidingslocatie 1 "Eemlandia" niet meer opgenomen in dit bestemmingsplan De inbreidingslocatie 2 valt binnen de bestemming, respectievelijk ‘‘uit te werken woongebied’. Met toepassing van het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening kan deze bestemming nader worden uitgewerkt met inachtneming van bepaalde uitwerkingsregels. In deze uitwerkingsregels is opgenomen dat eventuele archeologische waarden van de betreffende gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
45 herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. Verder dient een rapport te worden overlegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat volgens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld. De provincie adviseert wat betreft de beschermingsbepaling welke in art 13 staat omschreven, in de toelichting aan te geven dat dit artikel een relatie heeft met de bestemmingen wonen, kantoren en bedrijven. Antwoord gemeente: De toelichting is op dit punt aangevuld. De provincie adviseert om in artikel 13 van de voorschriften te spreken van ‘een Rijksmonument’ in plaats van ‘een monument’. Antwoord gemeente: Zoals uit de algemene inleiding blijkt maakt de monumentale melkfabriek Eemlandia geen deel meer uit van dit bestemmingsplan. Er komen in het plangebied geen andere rijksmonumenten voor. De verwijzing naar de aanduiding “monumenten” wordt in het betreffende voorschrift geschrapt. De opmerking met betrekking tot het aanduiden van de melkfabriek als “rijksmonument’ is in het kader van dit bestemmingsplan niet meer relevant. 5. Milieu De provincie stelt dat voor inbreidingslocatie 5 een verzoek om hogere grenswaarde ingediend moet worden. Antwoord gemeente: Deze inbreidingslocatie is komen te vervallen, dus is het verzoek om hogere grenswaarde niet meer van toepassing. Ter plaatse van het terrein achter de voormalige melkfabriek Eemlandia dient, vanwege ernstige bodemverontreiniging, een saneringsplan ter goedkeuring aan de provincie worden voorgelegd. Antwoord gemeente: Zoals uit de algemene inleiding blijkt is de inbreidingslocatie 1 "Eemlandia" niet meer opgenomen in dit bestemmingsplan. Dit laat onverlet dat zodra de gewenste terreininvulling bekend is, het saneringsplan hierop kan worden afgestemd. Vervolgens zal het plan ter goedkeuring aan de provincie worden voorgelegd. Op het perceel Engelandvaarders 4 vindt opslag van consumentenvuurwerk plaats binnen de bestemming Wonen middels de aanduiding ‘opslag toegestaan’. Uit de toelichting wordt niet duidelijk hoeveel consumentenvuurwerk en gedurende welke periode dit mag worden opgeslagen. Antwoord gemeente: De veiligheidsafstanden die voortvloeien uit het Vuurwerkbesluit zijn in acht genomen. Buiten deze veiligheidsafstanden is volgends de richtlijnen uit het Vuurwerkbesluit
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
46 geen sprake van een risicovolle situatie voor de omgeving. In de afgegeven milieuvergunning wordt verwezen naar de regelgeving welke voortvloeien uit het Vuurwerkbesluit. Er mag maximaal 10.000 kg consumentenvuurwerk worden opgeslagen op het betreffende perceel. Verder mag er maximaal 3 dagen verkoop van consumentenvuurwerk plaats vinden in overeenstemming met het Vuurwerkbesluit. 6. Economische uitvoerbaarheid Het plan is hoofdzakelijk conserverend van aard en kan financieel-economisch uitvoerbaar worden geacht. Antwoord gemeente: De opmerkingen worden voor kennisgeving aangenomen. 7. Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het plan moet nog worden aangevuld met de resultaten van de inspraak. Antwoord gemeente: De opmerkingen worden voor kennisgeving aangenomen. 8. De voorschriften De provincie vraagt toelichting bij de volgende aspecten van de planvoorschriften: • Artikel 1, begripsbepalingen, sub v. Antwoord gemeente: De gemeenteraad van Bunschoten heeft in zijn vergadering van 31 augustus 2000 de nota Prostitutiebeleid Bunschoten vastgesteld. Gekozen is voor een maximaal restrictief beleid. Dit beleid houdt in dat de vestiging van een seksinrichting, een escortbedrijf of een sekswinkel in het belang van: • de openbare orde; • ter voorkoming van overlast; • het woon- en leefklimaat van de inwoners; • het voorkomen dat minderjarigen met het prostitutiebedrijf in aanraking komen, niet plaats mag vinden binnen een straal van 500 meter van een school, een jeugd- of jongerencentrum en een kerk. Op basis van dezelfde motieven mag de vestiging niet plaatsvinden in de directe nabijheid van een horecabedrijf. Met dit laatste wordt voorkomen dat er sprake is van een concentratie van horecabedrijven en prostitutiebedrijven waardoor het gevaar van aantasting van het woon- en leefklimaat en/of de openbare orde cumulatief toeneemt. Gelet op de ligging van de kerken en scholen in het plangebied, zijn er geen mogelijkheden voor de vestiging van seksinrichtingen en dergelijke. Door de provincie is medio 2001 een circulaire verspreid, waarin het toetsingskader van de provincie is aangegeven. Vanuit dit toetsingskader zijn diverse opmerkingen geplaatst bij het door de gemeente Bunschoten vastgestelde en gehanteerde beleid. Wij beraden ons nog over de mate waarin het ruimtelijk beleid hierop dient te worden aangepast. Zolang echter het gemeentelijk ruimtelijk beleid niet wordt gewijzigd, wordt er de voorkeur aan gegeven in het bestemmingsplan het gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van seksinrichtingen uit te sluiten. Dit standpunt komt voort uit de volgende overwegingen:
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
47 • •
het door de provincie opgestelde toetsingskader is geen verplichting de in het bestemmingsplan gehanteerde begrippen zijn afkomstig van de VNG en hebben wel degelijk ruimtelijke relevantie, omdat bijvoorbeeld een seksbioscoop en een seksautomatenhal een andere uitstraling ten opzichte van de omgeving hebben dan vergelijkbare niet-seksinrichtingen, hetgeen tot uitdrukking komt in onder meer andere afbeeldingen/aankondigingen en andere openingstijden; • aantasting van het woon- en leefklimaat is een begrip met ruimtelijke relevantie, hetgeen niet alleen uit de wet- en regelgeving op het gebied van de ruimtelijke ordening blijkt, maar ook uit jurisprudentie; het vastgestelde gemeentelijke prostitutiebeleid dient vertaald te worden in bestemmingsplannen, hetgeen in dit bestemmingsplan is gebeurd. •
Artikel 3, wonen, lid C, onder 1d
Antwoord gemeente: De vrijstellingsbepaling is aangepast conform de opmerkingen. •
Artikel 6, bedrijven, lid C, onder 1b
Antwoord gemeente: De vrijstellingsbepaling is aangepast conform de opmerkingen. •
Artikel 6, bedrijven, lid D, onder 2
Antwoord gemeente: De wijzigingsbevoegdheid is aangepast conform de opmerkingen. •
Artikel 16, gebruik van gronden en bouwwerken, lid 1
Antwoord gemeente: Het gemeentebestuur is mede gelet op de uitspraak van de Rechtbank Arnhem van 26 januari 2004 over raamprostitutie in het Spijkerkwartier in Arnhem van mening dat seksinrichtingen en prostitutie bedrijfsactiviteiten zijn die het woon- en leefklimaat aantasten en overlast veroorzaken. Deze activiteiten horen derhalve, zoals al in de plantoelichting wordt opgemerkt, niet thuis in een woonwijk. 9. De plankaart Het verdient de aanbeveling om in de legenda het woord ‘monument’ te vervangen door Rijksmonument’. Antwoord gemeente: Zoals uit de algemene inleiding blijkt maakt de monumentale melkfabriek Eemlandia geen deel meer uit van dit bestemmingsplan. Er komen in het plangebied geen andere rijksmonumenten voor. De betreffende de aanduiding “monumenten” wordt in de legenda geschrapt. De opmerking met betrekking tot het aanduiden van de melkfabriek als “rijksmonument’ is in het kader van dit bestemmingsplan niet meer relevant.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
48 5.2.2.
Hydron, Midden Nederland Hydron wijst erop dat bij iedere openbare weg waarlangs leidingen en kabels worden gelegd een strook openbare grond dient te worden gereserveerd. Deze strook moet vrij blijven van gesloten verharding en beplanting. Verder wordt er op gewezen dat de grondsamenstelling van de leidingstroken zodanig moet zijn dat leidingen zonder gevaar voor verontreiniging van het drinkwater en aantasting en beschadiging van het leidingmateriaal kunnen worden gelegd en onderhouden. Indien verontreiniging van de bodem geconstateerd wordt bij het (her)leggen van leidingen zullen de extra te maken kosten in rekening worden gebracht bij de gemeente. Verzocht wordt om hier, in verband met de economische uitvoerbaarheid van het plan, bij uitwerking en uitvoering rekening mee te houden. Antwoord gemeente: Bij de aanleg van leidingen zal rekening gehouden worden met de genoemde eisen. Deze eisen zijn echter niet planologisch relevant en horen derhalve niet thuis in een bestemmingsplan.
5.2.3.
Inspectie VROM De VROM-inspectie heeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Antwoord gemeente: Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen.
5.2.4.
KPN Telecom Rayon Midden, afdeling UTN Leidingbeheer Bij nadere uitwerking van het bestemmingsplan verzoekt de KPN rekening te houden met een aantal zaken. Antwoord gemeente: De genoemde zaken waar bij de uitwerking van het bestemmingsplan rekening mee gehouden dient te worden, zijn niet planologisch relevant en horen daarom niet thuis in een bestemmingsplan.
5.2.5.
Waterschap Vallei & Eem Het waterschap verzoekt de waterbeheerders middels de watertoets bij de planvorming te betrekken. Bij inbreidingslocaties dient ook water te worden gecreëerd omdat het verhard oppervlak toeneemt. De waterberging omvat 8 tot 10 % van de toename van het verhard oppervlak. Deze locaties voor water dienen op de plankaart te worden aangegeven. Voorts geeft men aan dat bij inbreidingslocaties en herstructureringsplannen het regenwater zo min mogelijk via het gemengd rioolstelsel afgevoerd dient te worden. Ook dient de verharding zoveel mogelijk te worden afgekoppeld. Antwoord gemeente: Naar aanleiding van bovenstaande reactie heeft op 16 maart 2004 met mw. D.A. Langendijk van het Waterschap Vallei & Eem overleg plaatsgevonden in het kader van de Watertoets. Tijdens dit overleg zijn de verschillende punten doorgenomen die in het voorontwerp bestemmingsplan onder de waterparagrafen ‘water’ op bladzijde 20 en
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
49 ‘waterbeheer’ op bladzijde 30 en 31 van de toelichting staan beschreven. In deze paragrafen is onderbouwd weergeven hoe in het plangebied omgegaan wordt met water. Het Waterschap heeft destijds aangeven hiermee in te kunnen stemmen. Verder zijn de inbreidingslocaties binnen het plangebied besproken. Het Waterschap heeft ermee ingestemd dat het aantal en de omvang van de inbreidingslocaties zo beperkt is dat er geen extra open water in het plan gebied opgenomen dient te worden. Ten slotte wordt opgemerkt dat de gemeente, in samenspraak met onder andere het waterschap, bezig is om een Watervisie 2006 - 2015 op te stellen. In het waterplan wordt een integrale visie geformuleerd om de gebruikswaarde en belevingswaarde van het water in de gemeente te vergroten. De watervisie wordt in een uitvoeringsprogramma vertaald in concrete maatregelen en acties. In de watervisie wordt onder andere aangegeven dat alle in- en uitbreidingslocaties waterneutraal dienen te zijn, Wanneer binnen de inbreidingslocatie geen of onvoldoende ruimte voorhanden is voor berging dan wordt binnen hetzelfde peilvakniveau naar compensatie gezocht. Aanvullend gaat aan de hand van een “afkoppelkansenkaart” bezien worden welke bestaande verharde oppervlakten van de riolering afgekoppeld kunnen worden. Een en ander zal in de toelichting worden aangevuld. 5.2.6.
Brandweer Bunschoten De brandweer heeft de volgende opmerkingen: • Een aantal bedrijven ontbreken in het overzicht van bedrijven. • Een aantal huisnummers is niet correct op de plan- en huisnummerkaart aangegeven. • De brandweer vindt het wenselijk als autobedrijf Simon Flens zich verplaatst naar een gemeentelijk bedrijventerrein, net zoals dit wenselijk wordt geacht voor Auto Eemlandia. • De brandweer heeft behoefte aan meer open water binnen het plangebied. • Wat betreft de vestiging van nieuwe bedrijven in het plangebied adviseert de brandweer alleen nog bedrijven toe te staan in de milieucategorie 1 en niet hoger. Antwoord gemeente: • Niet alle in het plangebied aanwezige bedrijven staan vermeld in het overzicht van bedrijven. Dit komt omdat een groot aantal bedrijven onder de ‘beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis’ vallen. Het betreft hier de zogenaamde vrije beroepen, deze zijn als recht in woningen toegestaan en hoeven niet in het bestemmingsplan genoemd te worden. • De opmerkingen aangaande de huisnummers zijn aangepast. • Simon Flens heeft een milieucategorie 2, op basis waarvan verplaatsing niet nodig wordt geacht. Zoals uit de algemene inleiding blijkt maakt de voormalige melkfabriek Eemlandia (inclusief het daarin bedoelde bedrijf Auto Eemlandia) geen deel meer uit van dit bestemmingsplan. Het al dan niet verplaatsen van dit bedrijf is niet meer relevant voor dit bestemmingsplan. • Wat betreft de behoefte aan meer open water in het plangebied, moet geconstateerd worden dat dit in een conserverend plan als het onderhavige bestemmingsplan, vrijwel onmogelijk is. Bovendien wordt het plangebied aan de zowel de noord- als de oost- en de zuidgrens van het plangebied omgrensd door open wa-
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
50
•
5.2.7.
ter. Bij de herziening van bestemmingsplannen voor woonwijken binnen onze gemeente wordt binnen de bedrijvenbestemming standaard de vestiging van bedrijven in de milieucategorie 1 en 2 mogelijk gemaakt. Binnen de woonbestemming worden enkel bestaande bedrijven aangeduid. De voorschriften worden zodanig aangepast dat ter plaatse van deze aanduiding bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan tot milieucategorie 1 (of wat betreft de gevolgen voor de omgeving daarmee gelijk te stellen).
Rijksdienst voor de Monumentenzorg Het bestemmingsplan geeft de Rijksdienst vanuit het oogpunt van monumentenzorg aanleiding tot het maken van een aantal opmerkingen. Zo vraagt de Rijksdienst ten aanzien van het uit te werken woon-/kantoorgebied ten zuiden van het rijksmonument, de voormalige melkfabriek, of de bouw van maximaal 15 woningen niet aan de hoge kant is ten opzichte van het bebouwingspercentage van 30%. Verder vindt de Rijksdienst het wenselijk als de bebouwing rond de voormalige melkfabriek een industrieel karakter krijgt. Ook zou de Rijksdienst graag in het bestemmingsplan opgenomen zien dat ze betrokken zullen worden bij de uitwerking van het bovengenoemde gebied gezien de directe relatie met het monument. Antwoord gemeente: Zoals uit de algemene inleiding blijkt maakt de monumentale melkfabriek Eemlandia en de aansluitende inbreidingslocatie 1 "Eemlandia" geen deel meer uit van dit bestemmingsplan. De opmerkingen van de Rijksdienst worden op dit moment dus ter kennisgeving aangenomen. Bij de verdere ontwikkeling van het gebied ten zuiden van het Eemlandiagebouw zal de Rijksdienst uiteraard worden betrokken, gezien de directe relatie met het monumentale gebouw.
5.3.
Resultaten Inspraak Het voorontwerp ‘bestemmingsplan Bunschoten Zuid / Eemlandia’ heeft vanaf 2 februari 2005 gedurende vier weken voor een ieder op het gemeentehuis van de gemeente Bunschoten ter inzage gelegen. In deze periode is door de volgende personen een schriftelijke inspraakreactie ingediend: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Dhr. H. van Tricht, namens de vereniging van Scholen met de Bijbel Dr. G. Van Goor, P.C.O. Bunschoten (basisschool De Ark) Dhr. H.A. Voortman, namens de kamer van Koophandel Gooi en Eemland Dhr./Mw. J. Koelewijn, namens Koelewijn bronbemaling BV (Veenestraat 39) Dhr. L. Bolier, namens Auto Eemlandia v.o.f. Sint Nicolaasweg 6/7 Dhr. P. Nieboer (Veenestraat 44, St. Nicolaasweg 1 en 3) Dhr. G. Dijkhuizen (Nijkerkerweg 5) Dhr./Mw. C. de Jong (Rembrandt van Rijnstraat 14g) Dhr./Mw. De Jong (Veenestraat 17a) Dhr. W. de Jong (Veenestraat 17a) Mw. K. de Jong (Veenestraat 17a) Dhr. J. Beukers, namens Beukers Delicatessen (Veenestraat 12) Dhr./Mw. N.J.S. Koeman, namens Joghem’s Theaters beheer B.V. (Veenestraat 31)
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
51 13. 14.
15. 16.
Dhr./Mw. M.V. Lankhorst (Jan Steenstraat 1) Dhr./Mw. J. Kraai (Rembrandt van Rijnstraat 25), Dhr./Mw. J. de Graaf (Rembrandt van Rijnstraat 23), Dhr./Mw. J. Broerze (Rembrandt van Rijnstraat 21), en Dhr./Mw. L. van Dusschoten (Rembrandt van Rijnstraat 19) J.J. Koelewijn (Eemlandia 23), namens meerdere bewoners van het gebied Eemlandia Dhr./Mw. W.J. Buffing (Veenestraat 60)
Bij aanvang de inspraakperiode heeft een informatieavond voor bewoners en overige belanghebbende plaatsgevonden. Het voorontwerp bestemmingsplan is destijds uitvoerig toegelicht. In de bijlage III van dit bestemmingsplan treft u een verslag van deze informatieavond. Hieronder volgt een korte samenvatting van de betreffende inspraakreactie, gevolgd door een gemeentelijke toelichting op hetgeen in deze inspraakreactie wordt gesteld. Waar nodig is aangegeven welke aanpassingen als gevolg van de inspraakreactie aan het ontwerp bestemmingsplan zijn uitgevoerd. Een kopie van de inspraakreacties is als bijlage V opgenomen bij dit bestemmingsplan. 5.3.1.
Vereniging van Scholen met de Bijbel Dr. G. Van Goor, P.C.O. Bunschoten Samenvatting De Vereniging maakt schriftelijk bezwaar tegen: a) het wegbestemmen van een aantal recent aangelegde parkeerplaatsen, vanwege de aanwezige parkeerbehoefte van de buurt en de school en de verkeersveiligheid rondom de school; b) het tot wonen bestemmen van de gronden ten zuiden van de school, die geschikt worden geacht voor toekomstig gebruik door aan de basisschool gelinieerde Brede Schoolactiviteiten, zoals peuterspeelzaal, kinderdagverblijf en voor-, tussenen naschoolse opvang. Antwoord gemeente: a) Wanneer er woningbouw plaats vindt op de gronden aan de Rembrandt van Rijnstraat ten noorden van de nieuwe basisschool De Ark, zullen er inderdaad enkele parkeerplaatsen verdwijnen als gevolg van de inritten die bij deze woningen zullen worden aangelegd. Vóór de bouw van de nieuwe school waren er 21 haakse parkeervakken voor de school aanwezig. Na de bouw van de school is dit aantal uitgebreid tot 23 haakse parkeervakken. Met de bouw van de school zijn er dus 2 extra parkeervakken aangelegd. In de verkaveling van de nieuw te bouwen woningen zal rekening worden gehouden met de bestaande parkeerplaatsen. De inritten voor deze nieuwbouw zullen zo gesitueerd worden dat dit zo min mogelijk ten koste zal gaan van de bestaande parkeergelegenheid. Met de bouw van de woningen zullen er 3 parkeervakken komen te vervallen. Verder zullen de woningen volledig in de eigen parkeerbehoefte gaan voorzien op eigen terrein. De parkeerplaatsen die als gevolg van de nieuwbouw zullen komen te vervallen, zijn inmiddels ten zuiden van het perceel Rembrandt van Rijnstraat nummer 24 ruimschoots gecompenseerd door de aanleg van 10 nieuwe parkeerplaatsen. Per saldo zijn er meer parkeerplaatsen aangelegd dan er nabij
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
52 De Ark zullen komen te vervallen. De parkeerdruk rond basisschool De Ark zal hierdoor aanzienlijk worden verminderd, wat de verkeersveiligheid ten goede zal komen. Ten slotte dient te worden opgemerkt dat bij de bouw van de school is voldaan aan de geldende parkeernorm voor basisscholen. De norm is 0,5 pp per leslokaal en 0,5 pp voor elke niet onderwijzende medewerker. Op basis van deze parkeernormen dienen er 7 parkeerplaatsen voor de betreffende basisschool aanwezig te zijn. Het aantal parkeerplaatsen ter hoogte van de Ark is daarom ruim voldoende. Hierbij dient opgemerkt te worden dat aan de zijde van de Veenestraat ook nog eens 6 parkeerplaatsen in het doodlopende gedeelte van de Frans Halsstraat aanwezig zijn. b) In nauw overleg met het bestuur van Vereniging van scholen met de bijbel Dr. G. van Goor, is overeenstemming bereikt over de situering en grootte van de gebouwde vervangende nieuwbouw van basisschool De Ark evenals de omvang van het bijbehorende schoolterrein. Zie hiervoor onze brief van 13 februari 2003. Het schoolterrein van voor de 10-klassige basisschool heeft een oppervlakte van circa 4.514 m². Met deze oppervlakte is er rekening gehouden mee gehouden dat de school in de toekomst desgewenst met 1 of 2 lokalen, eventueel in het kader van de brede school-gedachte, kan worden uitgebreid. De architect van het schoolgebouw heeft aangegeven dat die mogelijkheid voor de nieuwe school geen probleem vormt. In het kader van het te ontwikkelen onderwijs en jeugdbeleid is een aantal bijeenkomsten geweest met enkele sleutelfiguren (waaronder ook de heer Van Tricht) uit het onderwijs. In deze bijeenkomsten is nagedacht over de landelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op het onderwijs in Bunschoten. Ook is de brede schoolontwikkeling hierbij aan de orde geweest. In de nog vast te stellen nota “Jeugd en Onderwijs” zal dit onderwerp verder worden uitgewerkt. Naar alle waarschijnlijkheid zal deze nota medio 2006 worden vastgesteld. De concept-nota zal uiteraard nog ter inzage worden gelegd. Conclusie: Geen van de genoemde bezwaren/opmerkingen geeft aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. 5.3.2.
Kamer van Koophandel Gooi en Eemland (KvK) Samenvatting a) de KvK voorziet klachten ten gevolge van de nieuwe geluidscontour van het gezoneerde bedrijventerrein en acht het verstandiger binnen deze geluidscontour geen nieuwe woningbouwontwikkelingen toe te staan; b) de KvK ziet een reeks positieve kanten aan het plan, maar attendeert de gemeente op de onwenselijkheid van de mogelijke inperking van de milieuruimte van de in de voormalige Melkfabriek Eemlandia gevestigde bedrijven, in het bijzonder het aanwezige autobedrijf; c) de KvK verzoekt de gemeente in overleg te treden met de in de voormalige melkfabriek gevestigde ondernemers.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
53 Antwoord gemeente: In de Wet geluidhinder is bepaald dat rond industrieterreinen, waarop inrichtingen volgens art. 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer zijn gevestigd of zich mogen vestigen, een geluidzone moet zijn vastgesteld. De geluidzone beoogt een ruimtelijke scheiding aan te brengen tussen industriële activiteiten en geluidsgevoelige functies, zoals wonen en onderwijs, e.d. Bij nieuwe ontwikkelingen op het industrieterrein en in de zone (milieuvergunningverlening aan bedrijven, verkoop van percelen op die industrieterreinen en bij bouw- en sloopvergunningen), dient deze geluidzone in acht te worden genomen. De geluidzone is het gebied tussen de grens van het industriegebied en de zonegrens. De zonegrens is gebaseerd op de berekende 50 dB(A) contour van de op grond van de Wet Milieubeheer aan bedrijven verleende vergunningen. De op grond van de Wet Milieubeheer vergunde totale geluidruimte aan de bedrijven mag op de zonegrens dus niet meer bedragen dan 50 dB(A). De zone vormt een planologisch aandachtsgebied, waarbinnen de regels van de Wgh van toepassing zijn. Bij de vaststelling van de zone is uitgegaan van de vergunde geluidproductie van alle bedrijven met een beperkte uitbreiding in de toekomst. Deze beperkte ruimte is ingecalculeerd, ter voorkoming dat de bedrijven bij vestiging direct in een stand-still situatie worden geplaatst. Wanneer het bestemmingsplan is goedgekeurd en de geluidzone vastgesteld, dan mag de totaal vergunde geluidproductie van de bedrijven niet een zodanige omvang krijgen dat op de zonegrens de waarde van 50 dB(A) wordt overschreden. a) Het doel van de zonegrens voor het industrielawaai en de bijbehorende geluidscontour is een ruimtelijke scheiding aan te brengen tussen woongebieden en werkgebieden. Zonder deze zonering beschikt de overheid niet over een goed instrument om de geluidsbelasting op bijvoorbeeld woningen binnen de perken te houden. Zonder zonering wordt er namelijk per bedrijf gekeken hoeveel geluid er wordt geproduceerd terwijl na vastlegging van de zone de totale geluidsproductie van alle bedrijven samen in beeld is. Door de zonering en het eventueel treffen van geluidswerende voorzieningen bij woningen, kan een onaanvaardbare toename van de geluidsbelasting worden voorkomen. De bedrijven op het gezoneerde bedrijventerrein hebben ieder een milieuvergunning in het kader van de Wet milieubeheer. In deze vergunning zijn geluidsvoorschriften opgenomen waarin is vastgelegd hoeveel geluid een bedrijf maximaal mag produceren als het volledig in werking is. De grens van de geluidzone is een denkbeeldige lijn rond het bedrijventerrein waar alle bedrijven samen een geluidsniveau van 50dB(A) mogen veroorzaken als ze allemaal maximaal in bedrijf zijn. Hierbij is rekening gehouden met een beperkte uitbreiding in de toekomst. Deze lijn (de zonegrens) is doormiddel van computerberekeningen bepaald en is dus een berekende (boekhoudkundige) geluidsgrens die is gebaseerd op de huidige en toekomstige milieuvergunningen van de individuele bedrijven. De gemeente Bunschoten is overeenkomsten aangegaan met de provincie Utrecht en het Gewest Eemland om de nieuwe zonegrens gezamenlijk te gaan ‘bewaken’. Dit betekent dat bij het verlenen van een nieuwe milieuvergunning aan een bedrijf steeds bekeken zal worden of het berekende geluidsniveau op de zonegrens niet zal toenemen. Voor de woningen die in de huidige situatie reeds binnen de nieuw vast te stellen geluidzone zijn gelegen wordt bij de provincie Utrecht een zogenaamde ‘hogere grenswaarde’ aangevraagd. Dit is nodig omdat de berekende waarde voor deze woningen hoger is dan de bovengenoemde 50 dB(A). Ook deze ‘hogere grens-
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
54 waarden’ worden in de toekomst bewaakt. Wanneer er bij de provincie een verzoek voor ‘hogere grenswaarde’ wordt ingediend dient dit vergezeld te gaan van een garantie dat het geluidsniveau in de woon- en slaapkamers van de betreffende woningen ten gevolge van het industrielawaai niet hoger is dan 35 dB(A). Om inzicht te krijgen in de bestaande geluidsisolatie van deze woningen is, in opdracht van de gemeente Bunschoten, door het Raadgevend Ingenieursbureau Metz B.V. uit Giessen een zogenaamd gevelisolatieonderzoek uitgevoerd. Uit een recent uitgevoerd vooronderzoek blijkt dat de woningen die binnen de zonegrens komen te liggen bestaan uit verschillende woningtypes. Het gevelonderzoek zal daarom gericht zijn op de geluidwering van deze verschillende woningtypes. Van ieder type woning is één woning nader worden onderzocht. Op basis van het onderzoek kan worden geconcludeerd, dat het merendeel van de 426 woningen, dat is gelegen binnen de 50 dB(A)-contour van het industrieterrein, beschikken over een voldoende geluidwering om aan de gestelde eisen voldoen. Een 20-tal woningen heeft een onvoldoende geluidwering. Deze woningen (enkele woningen gelegen aan de Amersfoortseweg, Bisschopsweg, Grebbelinie, Johannes Post, Nijkerkerweg, Veenestraat, Verlengde Oostsingel en Zevenhuizerstraat) zijn allen gelegen in de eerstelijns bebouwing rondom het industrieterrein. Deze woningen dienen te worden voorzien van een aanvullende geluidwering. De kosten komen voor rekening van degenen ten behoeve van wie de uitbreiding plaatsvindt. De gemeente zal zich hiervoor in eerste aanleg garant stellen. De geluidscontour voor het industrielawaai is zodanig geprojecteerd dat enerzijds de bedrijven kunnen voortbestaan en tegelijkertijd de woningen binnen de geluidscontour een garantie kan worden gegeven dat op grond van de Wet Milieubeheer vergunde totale geluidruimte aan de bedrijven op de zonegrens dus niet meer mag bedragen dan 50 dB(A). Bovendien zal worden gegarandeerd dat het geluidsniveau in woon- en slaapkamers van zowel de bestaande als de nieuw te bouwen woningen binnen de geluidzone ten gevolge van het industrielawaai niet hoger wordt dan 35 dB(A). Nieuwe woningbouwontwikkelingen binnen de geluidscontour zijn daarom aanvaardbaar, wanneer voldaan wordt aan de voorwaarden van de Wet Geluidhinder. Nieuwe woningbouwontwikkelingen hebben bovendien geen direct beperkende gevolgen voor de bestaande bedrijven op het Bedrijventerreinen-Zuid. b) Zoals uit de algemene inleiding blijkt maakt de voormalige melkfabriek Eemlandia (en daarmee de in het gebouw gevestigde bedrijven) evenals de aansluitende inbreidingslocatie 1 "Eemlandia" geen deel meer uit van dit bestemmingsplan. De opmerking van de Kamer van Koophandel over mogelijke inperking van de milieuruimte van het bedrijf Auto Eemlandia is daarom in het kader van dit bestemmingsplan niet meer relevant. c) Eventuele nieuwe ontwikkelingen betreffende het Eemlandia terrein zullen uiteraard zowel met omwonenden als met ter plaatse gevestigde ondernemers worden gecommuniceerd. Conclusie: Omdat de voormalige melkfabriek Eemlandia geen deel meer uitmaakt van dit bestemmingsplan geven de gemaakte opmerkingen geen aanleiding tot verdere aanpassing van het bestemmingsplan.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
55 5.3.3.
Koelewijn bronbemaling BV (Veenestraat 39) Samenvatting De gemeente wordt namens Koelewijn bronbemaling BV verzocht om middels de wijzigingsbevoegdheid op het desbetreffende bedrijfsperceel een nog nader te bepalen aantal woningen toe te staan i.p.v. het in de voorschriften vermelde aantal van vijf woningen. Antwoord gemeente: Stedenbouwkundige en volkshuisvestelijke overwegingen dragen er aan bij dat de gemeente in dit bestemmingsplan ter plaatse van het bedrijf van Dhr. Koelewijn, oorspronkelijk niet meer dan vijf woningen had voorzien. Bij een nadere beschouwing van deze locatie is geconstateerd dat er mogelijkheden zijn om – afhankelijk van het te realiseren woningtype – meer dan vijf grondgebonden woningen te realiseren. Echter, gezien het dorpse karakter van de omgeving is sterke intensivering van de bebouwing op dit binnenterrein ongewenst. Dit leidt er toe dat op deze locatie niet meer dan maximaal acht grondgebonden nieuwe woningen planologisch en stedenbouwkundig aanvaardbaar worden geacht. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt op dit punt zodanig aangepast dat ter plaatse van het huidige bedrijf in de toekomst, middels een wijzigingsbevoegdheid, acht (i.p.v. vijf) woningen kunnen worden gerealiseerd.
5.3.4.
Auto Eemlandia v.o.f. (Sint Nicolaasweg 6/7) Samenvatting a) Er wordt opgemerkt dat de plantoelichting geen duidelijkheid verschaft over de milieuruimte die op grond van dit bestemmingsplan aan ‘Auto Eemlandia’ wordt geboden. b) De gemeente wordt verzocht middels dit bestemmingsplan voortzetting van de huidige bedrijfsmatige activiteiten mogelijk te maken en de milieuruimte niet in te perken middels nieuwe bestemmingen ter plaatse van het Eemlandia gebouw, of in de directe omgeving daarvan, indien deze bestemmingen de bedrijfsvoering van het autobedrijf beperken, laat staan onmogelijk maken. Antwoord gemeente: Zoals uit de algemene inleiding blijkt maakt de voormalige melkfabriek Eemlandia (en daarmee het in het gebouw gevestigde bedrijf Auto Eemlandia) evenals de aansluitende inbreidingslocatie 1 "Eemlandia" geen deel meer uit van dit bestemmingsplan. De opmerkingen betreffende de milieuruimte of de bedrijfsuitvoering van het betreffende bedrijf zijn daarom in het kader van dit bestemmingsplan niet meer relevant. Conclusie: Omdat de voormalige melkfabriek Eemlandia geen deel meer uitmaakt van dit bestemmingsplan geven de gemaakte opmerkingen geen aanleiding tot verdere aanpassing van het bestemmingsplan.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
56 5.3.5.
Dhr. P. Nieboer (St. Nicolaasweg 1 en 3, Veenestraat 44) Samenvatting a) de gemeente wordt verzocht om dhr. Nieboer als bewoner van de aangrenzende woning (Veenestraat 44) te informeren over gemaakte afspraken tussen HMV en de gemeente betreffende de voormalige Melkfabriek Eemlandia; b) onduidelijk is waarom zijn geluidsstudio in de voormalige melkfabriek (St.Nicolaasweg 1 en 3) niet in het bestemmingsplan wordt genoemd. Antwoord gemeente: a) Wat betreft de stand van zaken over de voormalige Melkfabriek Eemlandia wordt hier kortheidshalve verwezen naar de algemene inleiding. De bewoners worden middels deze beantwoording, in aanvulling op reeds verspreide persberichten en brief, geïnformeerd over afspraken tussen gemeente en HMV. Eventuele nieuwe ontwikkelingen zullen tijdig met de omwonenden worden gecommuniceerd b) Met betrekking tot de geluidsstudio wordt opgemerkt dat uit de algemene inleiding blijkt dat de voormalige melkfabriek Eemlandia (en daarmee de in gebouw gevestigde geluidsstudio) geen deel meer uit van dit bestemmingsplan. De opmerkingen over de milieuruimte of de bedrijfsuitvoering van het betreffende bedrijf zijn daarom in het kader van dit bestemmingsplan niet meer relevant. Conclusie: Omdat de voormalige melkfabriek Eemlandia geen deel meer uitmaakt van dit bestemmingsplan geven de gemaakte opmerkingen geen aanleiding tot verdere aanpassing van het bestemmingsplan.
5.3.6.
G. Dijkhuizen, Nijkerkerweg 5 Samenvatting De gemeente wordt verzocht het op het perceel van dhr. Dijkhuizen aanwezige bijgebouw tot ‘kantoor’ te bestemmen. Antwoord gemeente: Intensivering van de kantoorfunctie is gezien de oorspronkelijke woonfunctie ongewenst. Mede in het perspectief van de voor de Nijkerkerweg karakteristieke extensieve en individuele woonbebouwing, wordt geen medewerking verleend aan de door dhr. Dijkhuizen voorgestelde functiewijziging ter plaatse van het huidige bijgebouw en de bouw van een nieuw bijgebouw elders op het perceel Nijkerkerweg 5. Wij wijzen er overigens op dat Dhr. Dijkhuizen in zijn woning en de daarbij behorende aan- en bijgebouwen een kantoor aan huis gehuisvest heeft conform de vrijstellingsmogelijkheid voor bedrijf- en beroepsmatige activiteiten aan huis, waarbij een kantoor aan huis gehuisvest mag worden ter grootte van 15% van de totale vloeroppervlakte van de woning, met een maximum van 40 m2. Conclusie: Het bestemmingsplan wordt op dit punt niet aangepast.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
57 5.3.7.
Dhr./Mw. C. de Jong (Rembrandt van Rijnstraat 14g) Samenvatting a) de gemeente wordt verzocht om bij ontwikkeling van de middels dit bestemmingsplan mogelijk gemaakte nieuwbouw van drie woningen op het aangrenzende perceel, rekening te houden met de privacy van de familie De Jong. b) De familie de Jong wenst door de gemeente in de gelegenheid te worden gesteld een strook van circa 5 m breed naast de woning van de familie De Jong aan te kunnen kopen . Antwoord gemeente: a) Bij nieuwbouw van de betreffende woningen wordt gestreefd naar een zorgvuldige stedenbouwkundige inpassing waarbij nadrukkelijk rekening wordt gehouden met de omgeving van de nieuwe woningen. Bescherming van de privacy van omwonenden maakt onderdeel uit van de stedenbouwkundige afweging. b) De gemeente acht het niet wenselijk om een strook van circa 5 meter breed aan de familie De Jong te verkopen, gezien de voorgestane stedenbouwkundige invulling van de betreffende inbreidingslocatie. Conclusie: Geen van beide opmerkingen geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan
5.3.8.
Fam. De Jong (Veenestraat 17a) Samenvatting Dhr./Mw. De Jong verzoekt de gemeente om ter plaatse van de bouwmogelijkheid tussen de Rembrandt van Rijnstraat/Veenestraat en basisschool De Ark in plaats van vier woningen, in overeenstemming met een eerder door de gemeente gepresenteerd ontwerp zes nieuwe woningen toe te staan. Antwoord gemeente: De gemeente is van mening dat gezien de karakteristiek van de extensief bebouwde woonomgeving (vrijstaande bebouwing op diepe erven langs de Veenestraat, halfvrijstaande woningen en rijwoningen-in-kort-verband aan de westzijde van de R. van Rijnstraat) verdere intensivering van het tussen liggende binnengebied beperkt dient te blijven. De gemeente acht, gelet op het eerder gepresenteerde verkavelingsvoorstel de realisatie van maximaal zes woningen stedenbouwkundig aanvaardbaar. Conclusie: Het bestemmingsplan is op dit punt zodanig aangepast dat op de desbetreffende locatie, in overeenstemming met eerdere afspraken, maximaal zes woningen kunnen worden gerealiseerd.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
58 5.3.9.
Dhr. W. de Jong (Veenestraat 17a) Samenvatting Dhr. De Jong wenst door de gemeente in de gelegenheid te worden gesteld over te gaan tot aankoop van een bouwkavel naast zijn ouderlijke woning (Veenestraat 17a) of het perceel naast de woning aan de Rembrandt van Rijnstraat 14g. Antwoord gemeente: Een privaatrechtelijk grondtransactie valt buiten de juridische reikwijdte van dit bestemmingsplan en is voor dit bestemmingsplan niet relevant. De desbetreffende bouwkavels zullen in principe worden uitgegeven conform de door de gemeente vastgestelde toewijzingscriteria. Conclusie: De gemaakte opmerking geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan.
5.3.10.
Mw. K. de Jong (Veenestraat 17a) Samenvatting Mw. De Jong wenst door de gemeente in de gelegenheid te worden gesteld over te gaan tot aankoop van een bouwkavel naast haar ouderlijke woning (Veenestraat 17a) of het perceel naast de woning aan de Rembrandt van Rijnstraat 14g. Antwoord gemeente: Een privaatrechtelijk grondtransactie valt buiten de juridische reikwijdte van dit bestemmingsplan en is voor dit bestemmingsplan niet relevant. De desbetreffende bouwkavels zullen in principe worden uitgegeven conform de door de gemeente vastgestelde toewijzingscriteria. Conclusie: De gemaakte opmerking geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan.
5.3.11.
Dhr. J. Beukers, namens Beukers Delicatessen (Veenestraat 12) Samenvatting Dhr. Beukers maakt bezwaar tegen: a) Het ontrekken van de horeca bestemming aan het pand op het perceel Veenestraat 7. b) De wijziging die is gemaakt in vergelijking met het vigerende bestemmingsplan voor het perceel Veenestraat 12. Antwoord gemeente: a) Op grond van een vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 3 WRO is de vestiging van een wijnopslag/-proeflokaal mogelijk gemaakt; de appartementen zijn met behulp van een vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 2 WRO gerealiseerd. Er is nadrukkelijk geen sprake van een horecabestemming. Op deze locatie mogen in
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
59 de huidige situatie circa 5 proeverijen per maand voor een kleine groep gasten (circa 12 personen) worden georganiseerd. Bezoekers kunnen gebruik maken van parkeerplaatsen op het eigen erf. Bij een wijnproeverij is de hoofdactiviteit: wijn proeven. De toegestane activiteit bestaat uit het schenken en proeven van wijn en geen andere (alcoholische) dranken. Er vindt geen detailhandel plaats en de wijn wordt niet bedrijfsmatig verstrekt: • verkoop van wijn, in de vorm van detailhandel, vindt plaats in het filiaal van de onderneming in het centrum van Spakenburg. Er is feitelijk sprake van een toonzaal waarin de goederen (de verschillende wijnen) worden uitgestald. • Wanneer wijn bedrijfsmatig verstrekt wordt is er sprake van een horecaactiviteit waarvoor een drank- en horecavergunning verstrekt dient te worden. Een dergelijke vergunning wordt enkel verstrekt aan een horecaonderneming. Al in eerdere correspondentie met de heer Beukers is door de gemeente al aangegeven dat consumptieve verkoop in de vorm van horeca, ter plaatse van Veenestraat 7 is uitgesloten. b) De woning Veenestraat 12 is in overeenstemming met van het geldende bestemmingsplan conform het huidige gebruik bestemd tot wonen, waarin uitsluitend met vrijstelling beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis zijn toegestaan. Binnen het woongebied komen nog enkele vormen van kleinschalige bedrijvigheid voor. Op grond van specifieke aanduidingen op de plankaart zijn op specifieke locaties vier niet-woonfuncties als ondergeschikte nevenfunctie toegestaan. Het betreft reeds gevestigde bedrijven, die zorgvuldig in de omgeving zijn ingepast. Zo is, in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan, voor de gronden naast Veenestraat 12 op de plankaart de aanduiding “bedrijfsmatige activiteiten toegestaan” opgenomen. Op de betreffende gronden zijn op grond van het voorontwerp-bestemmingsplan activiteiten toegestaan waarvoor geen milieuvergunning is toegestaan en/of die niet meldingplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer. Ten opzichte van het geldende bestemmingsplan is daarmee sprake van een onbedoelde beperking van de gebruiksmogelijkheden. Deze zal in de voorschriften worden gecorrigeerd door binnen de woonbestemming ter plaatse van de aanduiding “bedrijfsmatige activiteiten toegestaan” bedrijven toe te staan tot milieucategorie 1 (of wat betreft de gevolgen voor de omgeving daarmee gelijk te stellen). Op deze wijze is er geen sprake meer van een wezenlijk verschil tussen de vigerende bestemming en de in het onderhavige ontwerp-bestemmingsplan gehanteerde bestemming. Conclusie: De inspraakreactie geeft aanleiding tot aanpassing van de voorschriften en de plankaart: a) op de plankaart wordt ter plaatse van de wijnproeverij op het perceel Veenestraat 7 de aanduiding “Bedrijfsmatige activiteiten toegestaan” verruimd naar “Toonzaal en bedrijfsmatige activiteiten toegestaan”. In de voorschriften wordt de nieuwe aanduiding aan de woonbestemming toegevoegd. Hiermee wordt meer recht gedaan aan de wijnproeverij. b) in de voorschriften binnen de woonbestemming worden de toegestane bedrijfsactiviteiten verruimd ter plaatse van zowel de bestaande aanduiding “Bedrijfsmatige activiteiten toegestaan” als van de nieuwe aanduiding “Toonzaal en bedrijfsmatige
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
60 activiteiten toegestaan”. Ter plaatse van de betreffende aanduidingen worden bedrijfsactiviteiten toegestaan tot milieucategorie 1 ((of wat betreft de gevolgen voor de omgeving daarmee gelijk te stellen). 5.3.12.
Dhr./Mw. N.J.S. Koeman, namens Joghem’s Theaters beheer B.V. (Veenestraat 31) Samenvatting In deze schriftelijke inspraakreactie wordt gesteld dat: a) het voorontwerp bestemmingsplan een verslechtering van de bebouwingsmogelijkheden van zijn/haar cliënte in vergelijking met het vigerende ‘bestemmingsplan Bunschoten Zuid’ tot gevolg heeft; b) ten gevolge van deze verslechtering waardevermindering aan het perceel Veenestraat 31 plaats vindt; c) het voorontwerp bestemmingsplan geen reële uitbreidingsmogelijkheden voor de bedrijfsvoering van zijn/haar cliënte biedt; d) de aanwijzing van de kantoorvilla als ‘waardevolle bebouwing’ levert in feite dezelfde beschermingsgraad op als een Rijksmonument, terwijl er geen sprake is van een Rijksmonument. Bovendien is een beperking van de bebouwingsmogelijkheden door een strakke inkadering van het bebouwingsvlak en door een beperking van het bebouwingspercentage onnodig wanneer ook de beschermingsbepaling voor waardevolle bebouwing wordt opgenomen; e) de beperkende bebouwingsmogelijkheden in strijd zijn met het gelijkheids- en evenredigheidsbeginsel; f) het voorontwerp niet getuigt van een goede ruimtelijke ordening en verzoekt het college in elk geval een ruimer bebouwingspercentage aan het onderhavige perceel toe te kennen, in die zin dat de cliënte in ieder geval in staat wordt gesteld uitbreiding van haar pand te realiseren, overeenkomstig de mogelijkheden daartoe binnen het vigerende bestemmingsplan. g) Het college wordt verzocht de betreffende kantoorvilla niet aan te wijzen als ‘bijzondere bebouwing’. Antwoord gemeente: • Uit nameting is gebleken dat de bebouwingsmogelijkheden ten opzichte van het geldende bestemmingsplan onbedoeld zijn afgenomen. Omdat dit niet de bewuste intentie van de gemeente is geweest worden de bouwmogelijkheden voor het desbetreffende perceel weer in overeenstemming gebracht met het geldende bestemmingsplan. Op de plankaart wordt daartoe het bebouwingsvlak aangepast evenals het aangegeven bebouwingspercentage. • Met betrekking tot de aanduiding van het pand als “waardevolle bebouwing” (hetgeen hier onder ‘bijzondere bebouwing’ wordt verstaan) wordt opgemerkt dat deze tot stand is gekomen op grond van het eerder uitgevoerde Monumenteninventarisatie project (MIP, 1992) van de provincie Utrecht. De betreffende aanwijzing blijft onverminderd van kracht. Binnen de gemeente Bunschoten wordt in nieuwe bestemmingsplannen voor deze monumenten en/of waardevolle bouwwerken een nadere eisen regeling opgenomen ten aanzien van de plaats en afmeting van bouwwerken nabij deze waardevolle bebouwing. De nadere eisenregeling betreft echter niet alleen de gebouwen die binnen het bebouwingsvlak zijn toegestaan; ook aan kleine gebouwen die
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
61 met vrijstelling buiten het bebouwingsvlak mogen worden gebouwd en anderebouwwerken binnen een afstand van 10 m kunnen burgemeester en wethouders eisen stellen ten aanzien van de plaats en afmeting van de betreffende bouwwerken. Het betreft echter geen algemeen verbod, de nadere eisen mogen uitsluitend tot doel hebben om onevenredige aantasting van het zicht op en de landschappelijke inpassing van de betreffende waardevolle bebouwing te voorkomen. Er is dan ook geen sprake van een onevenredige inperking. Conclusie: • De bouwmogelijkheden (c.q. de ligging van het bouwvlak) voor het desbetreffende perceel worden in overeenstemming gebracht met het geldende bestemmingsplan Bunschoten – Zuid uit 1982. • De overige opmerkingen geven geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. 5.3.13.
Dhr./Mw. M.V. Lankhorst (Jan Steenstraat 1) Samenvatting Dhr./Mw. Lankhorst maakt bezwaar tegen de toekenning van de bestemming ‘Verblijfsdoeleinden’ voor een deel van het perceel Jan Steenstraat 1. Hij/zij is van mening dat deze gronden in het vigerende bestemmingsplan ‘Bunschoten Zuid’ overeenkomstig het huidige gebruik de bestemming ‘Wonen’ hebben gekregen. Naast het perceel Jan Steenstraat 23 bestaat volgens Dhr./Mw. Lankhorst een identieke situatie, waar de functie wonen wel is gehandhaafd. Antwoord gemeente: In het vigerende bestemmingsplan zijn desbetreffende gronden bestemd tot ‘voetpad’ evenals het voetpad vanaf de Albert Cuypstraat. Met de betreffende bestemming werd destijds beoogd om het openbare binnenterrein voor eenieder bereikbaar te houden. Op grond van deze gedachte zijn beide paden ook in het nieuwe bestemmingsplan voorzien van een soortgelijke bestemming “Verblijfsdoeleinden”. Het pad naast het perceel Jan Steenstraat nummer 23 is in het onderhavige bestemmingsplan bestemd tot ‘Wonen’, wat in sterke mate overeen komt met de in het vigerende bestemmingsplan opgenomen bestemming ‘Eengezinshuizen in 2 bouwlagen in gesloten bebouwing met bijbehorend erf’. Er is geen aanleiding om de bestemming van de betreffende gronden te veranderen. Conclusie: De opmerking geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan.
5.3.14.
Bewoners Rembrandt van Rijnstraat 19 t/m 25 Samenvatting De bewoners van de betreffende woningen beschouwen de realisatie van woningen, conform de bouwmogelijkheid in het voorontwerp bestemmingsplan, aan de overzijde van de Rembrandt van Rijnstraat als een aantasting van het woongenot en verzoeken de gemeente voor het betreffende perceel de bestemming ‘Maatschappelijke Doeleinden’ uit het vigerende ‘bestemmingsplan Bunschoten Zuid’ over te nemen. Zij leggen de mogelijke aantasting van het woongenot als volgt uit: in de huidige situatie
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
62 geeft het ontbreken van woningen aan de overzijde van de straat meer privacy, staan er vrijwel nooit auto’s voor de deur geparkeerd (hetgeen ook als bijzonder veilig voor overstekende kinderen wordt ervaren) en wordt een school in de avonduren als veel rustiger dan woningen ervaren. Antwoord gemeente: De stelling dat hier sprake is van wezenlijke aantasting van het woongenot wordt door de gemeente niet met de betreffende bewoners gedeeld. De afstand tussen de bestaande en de aan de overzijde van de Rembrandt van Rijnstraat geprojecteerde woningen bedraagt circa 25 m, wat binnen het landelijk-dorpse woonmilieu in Bunschoten als een gangbare en stedenbouwkundig aanvaardbare maat kan worden beschouwd. Bij de inrichting van de openbare ruimte zal, vooral vanwege de nabijheid van de school zeer zorgvuldig worden omgegaan met de verkeersveiligheid voor (spelende) kinderen. Het realiseren van woningen met bijbehorende parkeergelegenheid zal ter plaatse in de Rembrandt van Rijnstraat niet leiden tot een onaanvaardbare verslechtering van de verkeerssituatie en de verkeersveiligheid voor kinderen. Op basis van de gemeentelijk gehanteerde parkeernormen voor nieuwe woningen en de aanvullende parkeergelegenheid die elders in de Rembrandt van Rijnstraat3 is gerealiseerd, kan worden geconcludeerd dat er evenmin een wezenlijke verslechtering van de parkeersituatie zal plaatsvinden ten gevolge van de woningbouw. Gelet op de aard en inrichting van de omgeving, het is tenslotte een woonwijk met een landelijk-dorps woonmilieu, zijn er geen zwaarwegende ruimtelijke bezwaren tegen wijziging van de bestemming ‘bijzondere doeleinden’ (basisschool) en speelterrein (behorend bij de school) naar ‘wonen’. De bouw van woningen draagt bij aan versterking van zowel het lokale woningaanbod als de stedenbouwkundige structuur van de wijk en afronding van de bebouwing langs deze zijde van de R. van Rijnstraat en wordt daarom als een positieve ontwikkeling gezien. Conclusie: De gemaakte opmerkingen geven geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. 5.3.15.
J.J. Koelewijn (Eemlandia 23), namens meerdere (47x) bewoners van het gebied Eemlandia Samenvatting Dhr. Koelewijn heeft bedenkingen bij: a) een kantoorbestemming in drie bouwlagen op het gebied tussen de St. Nicolaasweg en de straat Eemlandia en stelt voor het betreffende terrein te bestemmen voor woningen, water, groen en speelgelegenheid; b) de verschoven geluidsbegrenzing (50 dB(A)-geluidscontour industrielawaai) van het bedrijventerrein De Kronkels en stelt voor de huidige 50 dB(A)-contour te handhaven.
3
Zie ook de gemeentelijke beantwoording op de inspraakreactie van de Vereniging van Scholen met de Bijbel onder “a)” met betrekking tot het parkeeronderzoek
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
63 Antwoord gemeente: a) Zoals uit de algemene inleiding blijkt maakt de voormalige melkfabriek Eemlandia evenals de aansluitende inbreidingslocatie 1 "Eemlandia" geen deel meer uit van dit bestemmingsplan. De opmerkingen de nadere uitwerking van de inbreidingslocatie zijn daarom in het kader van dit bestemmingsplan niet meer relevant. Eventuele nieuwe ontwikkelingen over het Eemlandia-terrein zullen uiteraard zowel met omwonenden als met ter plaatse gevestigde ondernemers worden gecommuniceerd. b) Betreffende de verplaatsing en situering van de geluidscontour wordt kortheidshalve verwezen naar het gemeentelijke antwoord op de inspraakreactie van de Kamer van Koophandel onder “a)”. Conclusie: a) Omdat de inbreidingslocatie 1 “Eemlandia” geen deel meer uitmaakt van dit bestemmingsplan geven de gemaakte opmerkingen geen aanleiding tot verdere aanpassing van het bestemmingsplan. b) De gemaakte opmerking geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. 5.3.16.
W.J. Buffing (Veenestraat 60) Dhr/Mw. Buffing maakt bezwaar tegen het bestemmingsplan, in het bijzonder de bestemmingsregeling voor het pand Veenestraat 60b (vestiging Eerlijk Hout vof), omdat: a) het hier geen ondergeschikte nevenactiviteit binnen de woonbestemming betreft; b) wordt betwijfeld of door het bedrijf ter plaatse aan de bepalingen op het gebied van brandveiligheid en geluidhinder wordt voldaan; c) de regels voor vrijstelling voor ‘beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis’ wordt overschreden. Antwoord gemeente: a) Naast de reeds aanwezige en in overeenstemming met de huidige functie bestemde vormen van bedrijvigheid komen binnen het woongebied nog enkele vormen van kleinschalige bedrijvigheid voor. Middels specifieke aanduidingen op de plankaart zijn op specifieke locaties vier niet-woonfuncties als ondergeschikte nevenfunctie toegestaan. Het betreft reeds langdurig gevestigde bedrijven, die zorgvuldig in de omgeving zijn ingepast. Op de plankaart worden de niet-woonfuncties binnen de bestemming wonen specifiek aangeduid. Dit geldt onder andere voor het houtbewerkingsbedrijf aan de Veenestraat 60a: het bedrijf is conform de ter plaatse uitgeoefende en middels een melding wet milieubeheer toegestane activiteiten bestemd tot “Wonen” en aanvullend aangeduid als “bedrijfsmatige activiteiten toegestaan”. b) De brandveiligheid van het betreffende bedrijf is geen aspect van dit bestemmingsplan; c) De bedoelde regeling (artikel 3 “Wonen”, lid C onder 1a) heeft betrekking op beperkte bedrijfsmatige activiteiten die met vrijstelling binnen elke woning kunnen worden toegestaan. In het geval van Veenestraat 60b is sprake van een bestaand bedrijf. Doordat het betreffende bedrijf in het bestemmingsplan is aangeduid en
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
64 daarmee als recht is toegestaan is van de bedoelde vrijstelling geen sprake. Conclusie De gemaakte opmerking geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. 5.4.
Behandeling door de Provinciale Planologische Commissie (PPC) In de vergadering van 22 maart 2007 heeft de Provinciale Planologische Commissie (PPC) het ontwerp bestemmingsplan "Bunschoten-Zuid / Eemlandia" behandeld. Hieronder volgt de reactie van de PPC, de gemeentelijke beantwoording en de wijze waarop dit heeft geleid tot aanpassing van het onderhavige bestemmingsplan. Een kopie van de reactie van de PPC is als bijlage VI opgenomen bij dit bestemmingsplan. I. Het provinciaal beleid. Het provinciaal ruimtelijk beleid is neergelegd in het streekplan Utrecht. Op de streekplankaart heeft het plangebied de aanduiding "stedelijk gebied". Het bestemmingsplan is hiermee in overeenstemming. II. Planbeoordeling. Het plangebied van het bestemmingsplan "Bunschoten Zuid / Eemlandia" wordt gevormd door de meest zuidoostelijk gelegen woonbebouwing van Bunschoten. In het zuiden is het gebied omsloten door bedrijventerreinen en aan de oostzijde grenst het aan het weidegebied tussen Bunschoten en Nijkerk. Functioneel kenmerkt het plangebied zich door woningbouw en aan de centraal gelegen Veenstraat door kleinschalige bedrijvigheid die is ingepast tussen de woonbebouwing. In het gebied zijn verder twee basisscholen aanwezig, een vrij gelegen kantoorvilla en een terrein dat wordt gebruikt ten behoeve van een bronbemalingsbedrijf. In het plangebied bevinden zich enkele kleine inbreidingslocaties ten behoeve van wonen en twee grotere gebieden waar, met gebruikmaking van een uitwerkingsbevoegdheid, woningbouw gerealiseerd kan worden. Voor het terrein van het bronbemalingsbedrijf bestaan ook plannen voor woningbouw, wat in het bestemmingsplan met een wijzigingsbevoegdheid wordt mogelijk gemaakt. In totaal gaat het om zeventig extra woningen. Voor het overige is het bestemmingsplan voornamelijk conserverend van aard. Het terrein van de voormalige melkfabriek Eemlandia, dat is omsloten door het plangebied, is buiten de werkingssfeer van dit bestemmingsplan gelaten. Zodra de plannen voor deze locatie meer concrete vormen aannemen wordt voor dit gebied een nieuwe planologische procedure doorlopen. Voor het belangrijkste deel is het bestemmingsplan aanvaardbaar. De opmerkingen van de provincie en de andere artikel 10-partners zijn grotendeels conform de reacties overgenomen of ze zijn genoegzaam weerlegd. Wij adviseren u het plan op slechts een gering aantal, hieronder genoemde punten aan te vullen. Externe veiligheid. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen en de bijbehorende Regeling externe veiligheid inrichtingen zijn op 27 oktober 2004 in werking getreden. In het voorontwerpbestemmingsplan van september 2003 was daarom geen tekst hieromtrent opgenomen. In de paragraaf over externe veiligheid in het ontwerpbestemmingsplan ontbreken de provinciale ambitiewaarden: 10-8 voor plaatsgebonden risico en 0,1 maal de oriënta-
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
65 tiewaarde voor groepsrisico (GR). Deze dienen alsnog te worden opgenomen. Ter vergadering heeft u aangegeven dit te zullen doen. Antwoord gemeente: In de Beleidsnota Externe Veiligheid van de provincie Utrecht (juli 2003) zijn de provinciale ambities voor de jaren na 2003 uitgewerkt. Deze zijn hoger dan de wettelijke ondergrens . Voor het plaatsgebonden risico (PR) streeft de provincie naar een kans op overlijden die niet groter is dan één op de honderd miljoen jaar (10-8 per jaar), terwijl ten aanzien van het groepsrisico (GR) de provincie streeft naar 0,1 maal de oriënterende waarde. De gemeente onderschrijft de provinciale ambities. Aangenomen wordt dat door het stringent hanteren van de wettelijke regels het ambitieniveau gehaald kan gaan worden. De tekst van de toelichting zal worden aangepast. Industrielawaai. Enkele insprekers hebben aangegeven tegen de vergroting van de geluidszone rond het industrieterrein Kronkels/Haarbrug (Noord) te zijn. Hun woningen vallen nu binnen de op de bestemmingsplankaart ingetekende zone. Deze insprekers zijn bang dat de bedrijven ten zuidwesten van het plangebied daardoor meer geluid mogen produceren en dat zij er last van zullen ondervinden. Wij adviseren u om de achtergrond van deze wijziging van de zonegrens toe te lichten. De (potentiële) totale geluidbelasting ter plaatse van de woningen wordt hierdoor namelijk juist beperkt. Wellicht is het verhelderend om in dit kader te verwijzen naar het ontwerpbestemmingsplan Kronkels/Haarbrug (Noord). De laatste regel van de tweede alinea op pagina 28 van de toelichting moet zijn: Overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) is niet toegestaan, tenzij een hogere waarde is vastgesteld. Het aangehaalde akoestisch rapport van Adviesbureau De Haan is herzien; bij de aanvraag hogere grenswaarden industrielawaai is de versie van 24 maart 2006 gevoegd. De Bijlage Inrichtingen Wet geluidhinder dient te worden aangepast aan de recente wijziging van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. Antwoord gemeente: Uit de tekst van de toelichting blijkt dat de grens van de geluidszone dient te worden herzien enerzijds om toekomstige ontwikkeling op en uitbreiding van het bedrijventerrein Zuid mogelijk te maken. Daarbij zou in de toelichting vermeld kunnen worden dat de oorspronkelijke zonegrens is verouderd en niet meer aansluit bij de feitelijke situatie. De nieuwe geluidscontour is door middel van computerberekeningen bepaald en is dus een berekende (boekhoudkundige) geluidgrens die is gebaseerd op de huidige en toekomstige milieuvergunningen van de individuele bedrijven. Met de huidige zonegrens wordt voor de bestaande woningen in de kom van Bunschoten (o.a. Eemlandia en Verzetsheldenbuurt) de feitelijke situatie vastgelegd. Dit houdt in de praktijk in dat de nieuwe zonegrens in noordelijke richting opschuift. Door de zonering en het eventueel treffen van geluidswerende voorzieningen bij woningen, kan een onaanvaardbare toename van de geluidsbelasting worden voorkomen. Dit betekent dat bij het verlenen van een nieuwe milieuvergunning aan een bedrijf steeds bekeken wordt of het berekende geluidniveau op de zonegrens niet zal
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
66 toenemen .De gemeente Bunschoten is overeenkomsten aangegaan met de provincie Utrecht en het Gewest Eemland om de nieuwe zonegrens gezamenlijk te gaan ‘bewaken’. De tekst in de toelichting wordt waar nodig verbeterd en aangevuld. De Bijlage Inrichtingen Wet geluidhinder, zoals opgenomen in de bijlage bij de voorschriften, wordt aangepast aan de wijziging van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer van 27 oktober 2006 Bodem Bij de Dienst Water & Milieu van de provincie zijn vier verontreinigingen bekend binnen het bestemmingsplangebied. Het betreft de volgende adressen met daarbij genoemde de bijbehorende UT-code: • Veenestraat 39 Bunschoten UT 031300052; • Abel Tasmanstraat Bunschoten UT 031300048; • Sint Nicolaasweg 34 ('Eemlandia') Bunschoten UT 031300014; • De kleine pol 26 Bunschoten UT 031300064. Bij verdere planontwikkeling dient rekening te worden gehouden met (eventuele) bodemverontreinigingen. In het kader van de gemeentelijke bouwverordening is het verplicht om bodemonderzoek uit te voeren en zo nodig een saneringsplan op te stellen. Indien sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging dient een melding op grond van artikel 28 Wet bodembescherming plaats te vinden alvorens met de sanering kan worden gestart. Deze melding kan worden gestuurd ter attentie van de sector Bodemsanering van de provincie Utrecht. Antwoord gemeente: De opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. Overleg Waterschap. Wij adviseren u voor de volledigheid uw reactie op de opmerkingen van het Waterschap Vallei & Eem in het kader van het artikel 10-overleg en de conclusies uit het overleg dat later gevoerd is, terug te laten komen in de waterparagraaf. Uit het overleg met het waterschap hebben wij begrepen dat destijds door het waterschap is aangegeven dat de inbreidingslocaties van een dusdanige omvang waren dat er geen waterberging binnen het plangebied gerealiseerd hoefde te worden. Het waterschap heeft aangegeven dat inmiddels het watersysteem van de gemeente Bunschoten doorgerekend is en is gebleken dat Bunschoten niet ruim in z'n jasje zit qua waterberging. Daarnaast is er een gemeentelijke watervisie opgesteld waarin is afgesproken dat alle in- en uitbreidingslocaties waterneutraal moeten worden aangelegd, Daarbij heeft het waterschap samen met de gemeente aangegeven dat er een overleg zou komen om te kijken of deze nieuwe inzichten toch zouden leiden tot de aanleg van extra waterberging. Uit dit overleg blijkt dat er geen extra waterberging in het plangebied of daarbuiten nodig is. Het plangebied zelf heeft geen tekort aan waterberging. Ook op een hoger schaalniveau is er genoeg ruimte voor water in het direct benedenstrooms gelegen gebied, de stadsweides. De functie van de stadsweides voor waterberging wordt geregeld in de nieuwe Keur van het waterschap.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
67 Antwoord gemeente: De opmerkingen van het Waterschap Vallei & Eem in het kader van het artikel 10overleg en de conclusies uit het overleg dat later gevoerd is worden verwerkt in de waterparagraaf. De voorschriften. In artikel 10 van de voorschriften is onder E. bepaald dat bij grondwerkzaamheden dieper dan 0,5 meter onder peil een aanlegvergunning is vereist. Dit dient overeenkomstig het "Modelvoorschrift aanlegvergunningen" van de Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek te worden gewijzigd in 0,3 meter. Antwoord gemeente: De betreffende bepaling wordt aangepast. Bij grondwerkzaamheden dieper dan 0,3 m onder peil in gronden met de dubbelbestemming “Terrein van Archeologische waarde” wordt een aanlegvergunning vereist. De plankaart. In de legenda van de plankaart komt de aanduiding "gebied wijzigingsbevoegdheid naar kantoren" voor. Deze wijzigingsbevoegdheid komt echter niet terug in de voorschriften, toelichting of op de plankaart. Vermoedelijk hoort de aanduiding niet thuis in de legenda. Antwoord gemeente: De wijzigingsbevoegdheid is door het “knippen” van de ontwikkelingslocatie Eemlandia uit dit bestemmingsplan komen te vervallen. De plankaart is aangepast echter is de aanduiding per abuis nog niet uit de legenda verwijderd. De plankaart wordt aangepast. Economische uitvoerbaarheid. Het bestemmingsplan is overwegend conserverend van aard. Het plan wordt financieel-economisch uitvoerbaar geacht. Antwoord gemeente: De opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. Maatschappelijke uitvoerbaarheid. Het verslag van de inspraakbijeenkomst en de afhandeling van de inspraakreacties geven ons geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Antwoord gemeente: De opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. III. Conclusie. Met het voorliggende plan kan worden ingestemd. Voorgesteld wordt het plan verder in procedure te brengen. Antwoord gemeente: De opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
68 IV. Toepassing artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Op grond van onze beoordeling adviseren wij gedeputeerde staten voor dit bestemmingsplan een algemene verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening af te geven. Antwoord gemeente: De opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. De verklaring van geen bezwaar is inmiddels ontvangen. Een afschrift van de verklaring is als bijlage VII opgenomen in de toelichting.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
69 6.
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID Het onderhavige bestemmingsplan is in hoofdzaak een conserverend bestemmingsplan. De huidige situatie wordt vastgelegd en planologisch-juridisch geregeld.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
toelichting
bijlagen
i
BIJLAGE I LUCHTKWALITEIT BUNSCHOTEN ZUID / EEMLANDIA
Achtergrond De gemeente Bunschoten is voornemens voor het gebied Bunschoten Zuid / Eemlandia een nieuw bestemmingsplan op te stellen. Het huidige bestemmingsplan is verouderd en mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen binnen nu en tien jaar moeten in het nieuwe bestemmingsplan worden opgenomen. Er zijn geen voornemens tot ingrijpende wijzigingen en /of grootschalige uitbreiding van de woonbebouwing. Daarnaast is het doel van het bestemmingsplan om een conserverende regeling op te stellen waarin de situatie zoals die op dit moment aangetroffen wordt min of meer wordt vastgelegd. Ten behoeve van dit bestemmingsplan dient een bestemmingsplanprocedure te worden doorlopen. In deze notitie wordt, ten behoeve van deze procedure, het aspect luchtkwaliteit nader toegelicht. Omschrijving plan Het plangebied bestaat hoofdzakelijk uit bestaande woongebieden. Het woongebied is nagenoeg volledig volgebouwd. In het plangebied zijn enkele inbreidingen voorzien: – Het binnenterrein tussen de Stadsgracht, Veenestraat, A.Tasman/J. van Riebeekstraat en C. Houtmanstraat; – Binnenterrein tussen de Veenestraat, P. Potterstraat, R van Rijnstraat en een gedeelte van het terrein van voormalige basisschool de Ark; – Gronden ter plaatse van het bronbemalingsbedrijf aan de Veenestraat; In totaal gaat het om de bouw van maximaal 50 woningen. Voor de inbreidingslocaties wordt volstaan met deze luchtkwaliteitstoets. De drie inbreidingslocaties liggen niet aan de doorgaande wegen met een hoge verkeersintensiteiten en zullen na planontwikkeling ook geen substantiele bijdrage leveren aan de verkeersintentsiteit. Verkeer De volgende verkeersbronnen in, of langs, het plangebied zijn van belang voor de toets luchtkwaliteit: – Oostelijke Randweg – Westsingel Doorgaand verkeer komt in de woonwijk nauwelijks voor. Het gehele plangebied is ingericht als 30 km zone. Alleen op de Oostelijke Randweg en de Westsingel (de meest westelijk en oostelijke grens van het plangebied) is 50 km/u toegestaan. Er zijn enkele kleine straten in het plangebied gelegen. De grootte van deze straten is echter zeer beperkt ten opzichte van bovengenoemde straten. Indien bij bovengenoemde wegen wordt voldaan aan de grenswaarden, wordt ook bij de straten met beperktere verkeersstromen voldaan aan de grenswaarden. In de toekomst zal het verkeer op de Oostelijke Randweg toenemen i.v.m. de bouw van een woonwijk ten oosten van Bunschoten (Rengerswetering) Deze verkeerstoename is in de toets meegenomen. Bedrijvigheid Bedrijvigheid binnen het plangebied bestaat voornamelijk uit detailhandel en een klein deel dienstverlenende bedrijven/kantoren en opslag. In de toekomst zal een bestaand bedrijf met milieucategorie 3 zich verplaatsen. Het gaat hierbij om een bronbemalingsbedrijf.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
ii
Aan de St. Nicolaasweg 5/7 is een autoschade- / herstelwerkplaats (milieucategorie 3) gevestigd. Daarnaast is er nog een visverwerkingsbedrijf (milieucategorie 4) aan de Veenestraat 20. De bedrijven leveren geen substantiële bijdrage aan de luchtkwaliteit. Er zijn geen bronnen buiten het plangebied die het plan kunnen beïnvloeden. Beoordelingskader Beoordeling van de luchtkwaliteit vindt plaats aan de hand van het Besluit luchtkwaliteit 2005 en de Meetregeling luchtkwaliteit 2005. Bestuursorganen nemen bij de uitoefening van bevoegdheden die gevolgen voor de luchtkwaliteit kunnen hebben bepaalde grenswaarden voor luchtkwaliteit in acht. Er zijn grenswaarden gesteld voor de stoffen stikstofdioxide (NO2), fijn stof (PM10), zwaveldioxide (SO2), lood (Pb), koolmonoxide (CO) en benzeen. De grenswaarden gelden in zijn algemeenheid, behoudens de werkplek. Aan de grenswaarde van stikstofdioxide hoeft nu nog niet te worden voldaan, maar vanaf 2010. Er vindt een beoordeling plaats voor alle stoffen uit het Besluit luchtkwaliteit 2005. Conform het Besluit luchtkwaliteit 2005 worden concentraties die zich van nature in de lucht bevinden en niet schadelijk zijn voor de gezondheid van de mens bij de beoordeling van de luchtkwaliteit buiten beschouwing gelaten. Volgens de Meetregeling luchtkwaliteit 2005 is er voor PM10 in Bunschoten een aftrek van 4 μg/m3 als jaargemiddelde en van 6 overschrijdingsdagen voor de daggemiddelde concentratie van toepassing (zogenaamde zeezoutcorrectie). Omdat het rekenprogramma CAR-II deze correctie niet uitvoert, dienen deze waarden eenmalig te worden afgetrokken van de berekende resultaten voor PM10. Beïnvloeding luchtkwaliteit in huidige en toekomstige situatie De luchtkwaliteit is de som van de bijdrage door verkeer, industrie en achtergrond. In de nabijheid van het onderhavige plangebied is geen (luchtkwaliteit) relevante industrie aanwezig (grote NO2 en PM10 bronnen). Wel zijn er in de nabijheid verkeerswegen aanwezig, namelijk: – Oostelijke Randweg – Westsingel In de onderhavige situatie, waarbij het plangebied van een nieuw bestemmingsplan wordt voorzien inclusief het planologisch kader voor nieuwe inbreidingslocaties, wordt derhalve de luchtkwaliteit bepaald door de verkeersbijdrage en de heersende achtergrond. Onderbouwing inpasbaarheid van het initiatief De karakterisering van de relevante verkeerswegen zonder ontwikkeling is: Straat 2005
Intensiteit
% vrachtverkeer
Oostelijke Randweg Westsingel
9.580 7.468
Maximaal 5
Straat 2010
Intensiteit
% vrachtverkeer
Oostelijke Randweg Westsingel
10.321 8.045
Maximaal 5
Straat 2015
Intensiteit
% vrachtverkeer
Oostelijke Randweg Westsingel
11.118 8.666
Maximaal 5
Afstand wegas tot rand van de weg in meters 5 5 Afstand wegas tot rand van de weg in meters 5 5 Afstand wegas tot rand van de weg in meters 5 5
(bron: gemeentelijke verkeersmetingen 2004, 2005)
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
iii
Het betreft wegen met normaal, doorgaand verkeer in een stedelijke omgeving (geen “streetcanyon”). Voor de verkeersontwikkeling is gerekend met 1,5% verkeerstoename per jaar (standaard). De karakterisering van de relevante verkeerswegen zal na ontwikkeling van de inbreidingslocaties geen significante bijdrage leveren aan het verkeer in het plangebied. Wel is de verkeerstoename op de Oostelijke Randweg als gevolg van de bouw van de woonwijk Rengerswetering (realisatie 2015) doorberekend. De verkeersbijdrage op de Oostelijke Randweg na deze planontwikkeling is 3412 autoverplaatsingen. (bron: mobiliteitstoets Rengerswetering 2005) Straat 2015
Intensiteit
% vrachtverkeer
Oostelijke randweg
14.530
Maximaal 5
Afstand wegas tot rand van de weg in meters 5
De berekening van deze verkeersbijdrage is als volgt: - 11.118 + 3.412 = 14.530 Opbouw van de CAR berekeningen In opdracht van de Gemeente Bunschoten zijn eerder reeds berekeningen uitgevoerd naar het effect van verkeer op de luchtkwaliteit in Bunschoten. Er zijn berekeningen uitgevoerd voor 2004 (benadering voor 2005), 2010 en 2015. Er is gebruik gemaakt van meerjarige meteo, een (maximaal) percentage van 5% vrachtverkeer en een bomenfactor van 1,25 (worst case). Er is uitgegaan van wegen in een stedelijke omgeving. Daarnaast is een wegtype beschouwd met een meer open karakter. Dit wegtype kan gebruikt worden voor wegen in het buitengebied (behoudens de zone binnen 500 meter van de A1). Het resultaat van de berekeningen is opgenomen in bijlage 1. In de berekening is uitgegaan van vijf meter van de wegas tot de rand van de weg. De woningen in het plangebied staan ruim 25 meter van de Oostelijke Randweg en de Westsingel. Bij de grafieken van PM10 wordt opgemerkt dat hierbij rekening is gehouden met de correctie voor zeezout. De maximale berekende concentraties voor NO2 en PM10 zijn voor de beschouwde jaren: Tabel 1 Maximaal berekende concentraties (inclusief zeezoutcorrectie) NO2 PM10 PM10 jaargemiddelde jaargemiddelde aantal dagen over(μg/m3) (μg/m3) schrijding daggemiddelde waarde 2005 – Oostelijke Randweg 34 27 28 – Westsingel 33 26 27 2010 – Oostelijke Randweg – Westsingel
34 31
25 24
23 20
2015 – Oostelijke Randweg – Westsingel
29 26
23 22
17 16
29
23
17
Oostelijke Randweg na planontwikkeling Rengerswetering
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
iv
Grenswaarden Stof NO2
Grenswaarde
2005
2010
2015
40
40
-
-
200
200
40
40
40
Maximum aantal keer dat 24 uursgemiddelde van 50 μg/m overschreden mag wor- 35
35
35
3
Jaargemiddelde (μg/m ) Plandrempel
50
Uurgemiddelde concentratie die max 18x per kalenderjaar mag worden overschre- 250 3
den (μg/m ) PM10
3
Jaargemiddelde (μg/m ) 3
den
Conclusie Uit deze berekeningen kan worden geconcludeerd dat in het plangebied, op een afstand van 20 meter van de wegas, geen sprake is van overschrijding van grenswaarden van het Besluit luchtkwaliteit 2005 van NO2, PM10, SO2, benzeen, CO en BaP. Ook de toekomstige ontwikkeling van de wijk Rengerswetering (2015) en vervolgens de toename van het verkeer op de Oostelijke Randweg en de Westsingel heeft geen gevolgen voor de luchtkwaliteit.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
v
Bijlage 1 Invoergegevens
Resultaten (zonder zeezoutcorrectie) De resultaten van de berekeningen voor NO2 en PM10 zijn weergegeven in onderstaande figuren. De resultaten voor PM10 zijn niet gecorrigeerd voor zeezout. De berekende concentraties voor de overige componenten (SO2, benzeen, lood en CO) zijn in alle gevallen veel lager dan de grenswaarden van genoemde stoffen. 2004 - concentratie NO2 [microgram/m3] (voor verschillende intensiteiten) 45
NO2 [ g/m3]
40
35
30
25
20 5
10
15
20
25
Afstand tot de wegas (meter)
2500
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
5000
7500
10000
15000
20000
bijlagen
vi
2004 - concentratie PM10 [microgram/m3] (voor verschillende intensiteiten)
PM10 [ g/m3]
35
30
25 5
10
15 Afstand tot wegas (m) 2500
5000
7500
10000
20 15000
25 20000
2004 - Aantal overschrijdingen grenswaarde PM10 [-] (voor verschillende intensiteiten)
Aantal overschrijdingen grenswaarde PM10 [-]
60
50
40
30
20
10
0 5
10
15
20
25
afstand tot wegas (m) 2500
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
5000
7500
10000
15000
20000
bijlagen
vii
2010 - concentratie NO2 [microgram/m3] (voor verschillende intensiteiten) 40
NO2 [ g/m3]
35
30
25
20 5
10
15
20
25
Afstand tot wegas (m) 2500
5000
7500
10000
15000
20000
2010 - concentratie PM10 [microgram/m3] (voor verschillende intensiteiten) 40
PM10 [ g/m3]
35
30
25 5
10
15
20
25
Afstand tot wegas (m) 2500
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
5000
7500
10000
15000
20000
bijlagen
viii
2010 - Aantal overschrijdingen grenswaarde PM10 [-] (voor verschillende intensiteiten)
Aantal overschrijdingen grenswaarde PM10 [-]
60
50
40
30
20
10
0 5
10
15
20
25
Afstand tot wegas (m) 2500
5000
7500
10000
15000
20000
2015 - concentratie NO2 [microgram/m3] (voor verschillende intensiteiten) 35
NO2 [ g/m3]
30
25
20 5
10
15
20
25
Afstand tot wegas (m) 2500
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
5000
7500
10000
15000
20000
bijlagen
ix
2015 - concentratie PM10 [microgram/m3] (voor verschillende intensiteiten)
PM10 [ g/m3]
35
30
25 5
10
15
20
25
Afstand tot wegas (m) 2500
5000
7500
10000
15000
20000
2015 - Aantal overschrijdingen grenswaarde PM10 [-] (voor verschillende intensiteiten)
Aantal overschrijdingen grenswaarde PM10 [-]
60
50
40
30
20
10
0 5
10
15
20
25
Afstand tot wegas (m) 2500
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
5000
7500
10000
15000
20000
bijlagen
x
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xi
BIJLAGE II VERANTWOORDING GROEPSRISICO CONFORM ARTIKEL 13 BESLUIT EXTERNE VEILIGHEID EN INRICHTINGEN Het betreft een integrale weergave van de tekst zoals die is/wordt opgenomen in de toelichting van het in procedure zijnde bestemmingsplan Kronkels Haarbrug (Noord) Allereerst moet worden opgemerkt dat hier (i.c. bestemmingsplan Kronkels Haarbrug (Noord)) sprake is van een conserverend bestemmingsplan waarbij de in het plan benoemde inrichtingen met een extern veiligheidsaspect als bestaand zijn aangemerkt. Een conserverend bestemmingsplan legt de bestaande situatie vast. De vraag die hierbij beantwoord moet worden is of het bij het vaststellen van een conserverend bestemmingsplan om een nieuwe of bestaande situatie gaat. Volgens het BEVI gaat het om een nieuw besluit en moet het dus worden getoetst aan nieuwe situaties. Het Ministerie van VROM heeft besloten om het bevoegde gezag de mogelijkheid te geven om conserverende bestemmingsplannen als bestaande situatie te beschouwen. In die zin dient de verantwoording van het groepsrisico pas vanaf 2010 beschouwd te worden. Ten aanzien van het groepsrisico kan verder nog opgemerkt dat dit geen grenswaarde is, maar een (buitenwettelijke) oriënterende waarde. Een oriënterende waarde geeft het bevoegde gezag een discretionaire bevoegdheid om hiervan gemotiveerd af te wijken. Een dergelijke afwijking wordt ten aanzien van het groepsrisico in ieder geval gemotiveerd aan de hand van de beoordeling van een viertal aspecten, te weten: 1. toetsing aan de oriënterende waarde (BEVI art. 13.1 onder a en b); 2. mogelijkheid tot een ontstane ramp te bestrijden (BEVI art. 13 lid 1d); 3. beoordeling zelfredzaamheid van de aanwezige personen (BEVI art. 13 lid 1e); 4. de kosten gemoeid met de sanering. Hieronder is dit artikelsgewijs samengevat weergegeven. Het BEVI stelt in artikel 13 lid 1; Indien een bevoegd gezag een besluit als bedoeld in artikel 5, eerste tot en met derde lid, vaststelt, wordt in de toelichting op het desbetreffende besluit, behoudens het vierde en vijfde lid in ieder geval vermeld: a. de aanwezigheid en de op grond van dat besluit te verwachten dichtheid van personen in het invloedsgebied van de inrichting of inrichtingen die het groepsrisico mede veroorzaakt of veroorzaken, voor zover het invloedsgebied ligt binnen het gebied waarop dat besluit betrekking heeft, op het tijdstip waarop dat besluit wordt vastgesteld; b. het groepsrisico per inrichting op het tijdstip waarop dat besluit wordt vastgesteld en de bijdrage van de in dat besluit toegelaten en kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten aan de hoogte van het groepsrisico, vergeleken met de kans op een ongeval met 10 of meer dodelijke slachtoffers van ten hoogste 10-5 per jaar, met een kans op een ongeval met dodelijke slachtoffers van te hoogste 10-7 per jaar en met de kans op een ongeval met 1000 of meer dodelijke slachtoffers van ten hoogste 10-9 per jaar: c. indien mogelijk, de maatregelen ter beperking van het groepsrisico die worden toegepast door degene die de inrichting drijft, die dat risico mede veroorzaakt en, indien van toepassing, de voorschriften die zijn of worden verbonden aan de voor die inrichting geldende vergunning, bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer (Wm); d. indien mogelijk, de maatregelen ter beperking van het groepsrisico die in dat besluit zijn opgenomen; e. de voorschriften ter beperking van het groepsrisico die het bevoegde gezag voornemens is te verbinden aan de voor een inrichting ten behoeve waarvan dat besluit wordt vastgesteld, te verlenen vergunning, bedoeld in artikel 8.1 van de Wm; bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xii
f.
de voor- en nadelen van andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico; g. de mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen tot beperking van het groepsrisico; h. de mogelijkheden tot voorbereiding van bestijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval als bedoeld in artikel 1 van de wet rampen en zware ongevallen in de inrichting die het groepsrisico veroorzaakt, waarvan de gevolgen zich uitstrekken buiten die inrichting, en i. de mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van de inrichting die het groepsrisico veroorzaakt, om zich in veiligheid te brengen indien zich in die inrichting een ramp of zwaar ongeval voordoet. Ad a en b Uit onderzoek zoals is opgenomen in de bijlage van dit bestemmingsplan (i.c. bestemmingsplan Kronkels Haarbrug (Noord)) blijkt, gaat het bij de aanwezige te verwachten dichtheid van personen in het invloedsgebied van de inrichtingen die het groepsrisico veroorzaken om de volgende aantallen: Bedrijf Bungas J.A. ter Maten Kodak Polynorm BP Wijnands Texaco 1
* 2 *
OW GR*1 QRA Nvt 7559 5209 109 109
Personen dichtheid 273 Niet bepaald 430 234 202*2 280
Overschrijding OW GR Nee Nee nee nee ja ja
OW GR = Oriënterende waarde van het Groepsrisico Hierbij zijn tevens de te verwachten personen meegenomen in de woonwijk NO gelegen van het tankstation BP Wijnands. Opgemerkt zij dat deze woningen zijn gelegen buiten het invloedsgebied waarop dit besluit betrekking heeft en dus formeel niet hoeven te worden meegenomen.
Zoals eerder geconstateerd is er een overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico voor de LPG-tankstations van Texaco en BP Wijnands. Ad c en e Los van de in het plan (i.c. bestemmingsplan Kronkels Haarbrug (Noord)) opgenomen maatregelen ter beperking van een toename in het groepsrisico zijn er voor individuele inrichtingen nog een aantal bronmaatregelen mogelijk om het groepsrisico te verminderen. Bronmaatregelen hebben altijd de voorkeur vanwege hun effectiviteit ten aanzien van risicoreductie. Er kan daarbij gedacht worden aan de LPG tankstations waarbij de volgende maatregelen kunnen worden getroffen of in onderzoek zijn: 1. doorzetbeperking Door het vastleggen van de doorzet kan worden voorkomen dat het groepsrisico toeneemt als gevolg van het verhogen van de doorzet en daardoor meer toelevering van product. 2. dag versus avond/nacht afleveren Waarneer er in het invloedsgebied sprake is van functies, waarbij mensen alleen overdag aanwezig zijn, kan in de milieuvergunning worden opgenomen dat alleen in de avond/nacht LPG afgeleverd mag worden. 3. verbeterde vulslang Deze scheurbestendige losslang met lekdetectie waarbij tevens een automatische afsluiter met drukverschilmeting wordt aangebracht zorgt voor een aanzienlijke verkleining van de faalkans.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xiii
4. hittewerende coating op de tankwand Door het aanbrengen van een hittewerende coating op de tankwagen krijgt de brandweer meer tijd om een brand in de nabijheid van een tankwagen te blussen. Hiermee wordt de kans op een ‘BLEVE na brand’ verkleind en hebben de hulpverleningsdiensten meer tijd om de omwonenden te evacueren. Voor de beide LPG tankstations is de procedure in het kader van de Wm gestart om de doorzet vast te leggen. Gelet op de huidige stand van zaken qua procedure is aangenomen dat daartegen bij de inrichtingdrijvers geen bezwaar bestaat. Ten aanzien van de onder 2 aangehaalde maatregel is op voorhand aan te nemen dat de aanpassing van het aflevermoment voor het LPG tankstation van Texaco een positief effect heeft op het groepsrisico. Het overleg hiertoe wordt met de inrichtingdrijver opgestart. Voor het LPG tankstation BP Wijnands valt zonder nader onderzoek niet te bepalen in hoeverre wijziging van het aflevermoment tot verbetering van het groepsrisico leidt. Dit omdat de afwezigheid van de personen binnen het plangebied moeten worden afgezet tegen de aanwezigheid van de personen in de woonwijk van het naastbij gelegen plan. De onder 3 en 4 aangehaalde bronmaatregelen zijn momenteel in onderzoek op rijksniveau. De uitkomsten van dat onderzoek dienen vervolgens met de branche vertaald te worden naar de feitelijke invulling van de maatregelen. Ad d en g De hiervoor beschreven inventarisatie betreffende de externe veiligheid in het plangebied heeft zijn weerslag gevonden in een juridische vertaling naar de planvoorschriften. In de handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico (augustus 2004) is voor industrie en bedrijvigheid 1 persoon/werknemer per eenheid per 100 m2 brutovloeroppervlak en voor kantoren is 1 persoon/werknemer per 30 m2 brutovloeroppervlak opgenomen. Door het bebouwingspercentage en de gebouwhoogte niet verder uit te breiden kan ook het aantal personen binnen een invloedsgebied niet verder (officieel) toenemen. Nabij het tankstation aan de Kronkels 3 wordt de mogelijkheid uitgesloten om grootschalige kantoorgebouwen op te richten. In tegenstelling tot de vigerende bestemmingsplanmogelijkheden waarin het perceel volledig met kantoren mocht worden bebouwd, is er slechts ruimte opgenomen voor kleinschalige kantoren in een smalle bebouwingsstrook langs de weg. De personendichtheid binnen het invloedsgebied van het LPG-tankstation aan de Kronkels 3 wordt hiermee zoveel mogelijk ingeperkt. In de juridische regeling staat de scheiding van risicovolle en kwetsbare functies centraal. Hiertoe zijn risicocontouren op de plankaart (i.c. bestemmingsplan Kronkels Haarbrug (Noord) alsmede bestemmingsplan Bunschoten Zuid / Eemlandia) opgenomen. Binnen de plaatsgebonden risicocontouren mogen geen kwetsbare objecten worden opgericht. Daarnaast is ervoor gekozen om uitsluitend de bestaande risicovolle inrichtingen toe te staan binnen het plangebied. De vestiging van nieuwe risicovolle inrichtingen wordt niet wenselijk geacht. Ook is het invloedsgebied voor het groepsrisico op de plankaart (i.c. bestemmingsplan Kronkels Haarbrug (Noord) alsmede bestemmingsplan Bunschoten Zuid / Eemlandia) weergegeven (met name signaleringsfunctie). Ad f Aangezien het hier een conserverend bestemmingplan betreft is onderzoek naar de voor- en nadelen van de andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkeling met een lager groepsrisico niet aan de orde.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xiv
Ad h en i Zoals op pagina 57 van het plan (i.c. bestemmingsplan Kronkels Haarbrug (Noord)) weergegeven heeft de brandweer van de gemeente Bunschoten een rapportage verricht naar de zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid van een calamiteit voor de twee LPG stations en het afvulpunt van propaan. Geconcludeerd wordt dat rond de drie risicobronnen voldoende vluchtwegen aanwezig zijn, die ook voldoende capaciteit beschikken om de vluchtende personen weg te leiden van de risicobron. Ontvluchting via de Ampéreweg zal ook in de toekomst gewaarborgd blijven daar de Ampéreweg als verkeersdoeleiden blijft aangemerkt. Daarnaast kan gesteld worden dat de scenario’s te bestrijden zijn mits snelle blussing van het object dat de tank aanstraalt of koeling van de tank kan worden opgestart. Gelet op de planologische invulling van de gebieden rond de overige risicovolle bedrijven hoeft voor een afwijking van bestrijdingsmogelijkheden zoals hiervoor beoordeeld niet te worden gevreesd. Saneringsmogelijkheden Het vorenstaande overwegende kan worden vastgesteld dat het hier een conserverend bestemmingplan (i.c. bestemmingsplan Kronkels Haarbrug (Noord) alsmede bestemmingsplan Bunschoten Zuid / Eemlandia) betreft waarbij de verantwoording van het groepsrisico heeft plaatsgevonden voor zover dit de toetsing aan de oriënterende waarde, de beoordeling zelfredzaamheid van de aanwezige personen en de mogelijkheid tot het bestrijden van een ontstane ramp betreft. De kosten gemoeid met de sanering zijn niet onderzocht omdat dit, gelet op het conserverende plan nog niet aan de orde was. Het feit dat de bedrijfswoning van BP Wijnands op de rand van de 10-6 contour van de eigen inrichting aanwezig is doet hier echter niets aan af, immers, deze woning wordt in het BEVI niet als kwetsbaar object aangemerkt. Hoewel er op grond van het bovenstaande, geen wettelijke saneringsplicht geldt, is het met name gezien de overschrijding van het groepsrisico, evenwel wenselijk om het bedrijf te saneren (lees in ieder geval de activiteiten rondom LPG bij BP wijnands te beëindigen). Het voert nu echter te ver om het LPG-vulpunt weg te bestemmen. Wel wordt overwogen om (mede gezien de relatief beperkte doorzethoeveelheden van twee LPG-stations welke dicht bij elkaar liggen), met in acht name van de landelijke ontwikkelingen op het gebied van Externe veiligheid, een nader onderzoek te doen naar de saneringsmogelijkheden van de bedrijven welke het groepsrisico bijna of geheel overschrijden. Anticiperend op de uitkomsten is in het bestemmingsplan (i.c. bestemmingsplan Kronkels Haarbrug (Noord) ) de mogelijkheid opgenomen om een LPGvulpunt (en de PR- en GR contouren) van de plankaart te verwijderen.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xv
BIJLAGE III VERSLAG VAN DE OP 15 FEBRUARI 2005 GEHOUDEN INSPRAAKAVOND OVER HET VOORONTWERP-BESTEMMINGSPLAN BUNSCHOTEN-ZUID/ EEMLANDIA Aanwezig: de heren
W. Huijgen, wethouder van ruimtelijke ordening en voorzitter T. Gerritsma, AMER adviseurs mevrouw S.I. Vermeulen, sector Grondgebiedzaken gemeente Bunschoten 13 belangstellenden
De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom. Hij stelt de aanwezigen achter de tafel aan iedereen voor een geeft kort weer hoe de opzet van de inspraakavond zal zijn. Vervolgens krijgt de heer Gerritsma de gelegenheid voor het houden van een presentatie over de inhoud van het voorontwerp-bestemmingsplan Bunschoten-Zuid/ Eemlandia. Ook wordt vermeld dat het bestemmingsplan ook op de website van de gemeente te vinden is. Tijdens de presentatie komen de volgende onderwerpen aan bod: • Uitleg van een bestemmingplan in het algemeen • Beschrijving huidige situatie • Beschrijving nieuwbouwlocaties; o Eemlandia o De Ark o A. Tasmanstraat o Bronbemalingsbedrijf Veenestraat • Archeologische waarden • Geluidscontour industrielawaai • Uitleg van de plankaart en plansystematiek d.m.v. diverse bestemmingen • Uitleg omtrent de uit te werken woonbestemming; • Uitleg omtrent de in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheden; • Uitleg omtrent de verdere procedure. Aansluitend worden de aanwezigen in de gelegenheid gesteld om vragen te stellen over het plan en de gegeven toelichting. Mevrouw Bosman van Auto Eemlandia merkt op dat het Eemlandiagebouw een wijzigingsbevoegheid heeft naar de bestemming ‘Kantoren’. Daarnaast vraagt zij of Auto Eemlandia binnen de bedrijvenbestemming met milieucategorie 1+2 die op het gebouw rust, kan blijven voortbestaan. De heer Gerritsma meldt dat dit is opgelost door een (nadere) bestemming B2g, welke het mogelijk maakt dat het betreffende bedrijf (uit een hogere milieucategorie) binnen de bedrijfsbestemming is toegestaan. Het bedrijf is dus positief bestemd. Voor de huidige bedrijfsvoering heeft het dit bestemmingsplan geen consequenties. Mevrouw Bosman wil het graag schriftelijk bevestigd hebben. De voorzitter meldt dat dit in het bestemmingsplan schriftelijk wordt vastgelegd. De heer Koelewijn vraagt of de geluidszone betekent dat er meer geluidsbelasting is te verwachten ten zuiden van de geluidszone. Hij verwijst ook naar de te hoge geluidsbelasting van Van Halteren en de geluidswal die vervolgens geplaatst werd. De voorzitter legt uit dat de geluidszone een optelling vormt van alle geluidsbelastingen van de bedrijventerreinen samen, maar dat dit niet tot meer geluidsoverlast in de wijk zal leiden. Uit de berekening van de huidige geluidsbelasting blijkt dat deze momenteel al ruim in het plangebied van Bunschoten-Zuid/Eemlandia hoger is dan 50 dB(A).
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xvi
De heer Gerritsma geeft een korte uitleg van de tot standkoming van de geluidszone. Het betreft een optelling van de geluidsbelasting van de bedrijventerreinen De Kronkels, Polynorm en Haarbrug. Ook hij legt uit dat er een procedure ‘Hogere Grens Waarde’ in het kader van de Wet Geluidhinder gevolgd zal moeten worden. De voorzitter wijst de heer Koelewijn erop dat hij ook schriftelijk een inspraakreactie in kan dienen als hij nog meer vragen heeft ten aanzien van de geluidszone die op dit moment niet duidelijk zijn geworden. De heer Koelewijn vraagt hoe de invulling van het terrein ten zuiden van het Eemlandia gebouw zal worden in relatie tot de uit te werken bestemming ‘Wonen /Kantoren’ in combinatie met de 10 meter vrij zicht die vanaf het monument gehouden moet worden. Ook merkt hij op dat de nok 10 meter mag worden wat wel 3 bouwlagen kunnen zijn. De heer Koelewijn vraagt zich af in hoeverre de beperkingen die voortkomen uit het bouwen dicht bij het Eemlandiagebouw betekenen dat er dicht op de woningen van Eemlandia gebouwd zal gaan worden. De heer Gerritsma legt uit dat Burgemeester en Wethouders binnen een afstand van 10m vanaf een waardevol gebouw nadere eisen kunnen stellen. Dit wil niet zeggen dat er niet binnen die straal van 10 meter gebouwd mag worden. De voorzitter legt uit dat de invulling van het gebied ten zuiden van het Eemlandiagebouw op dit moment nog niet bekend is. Wel is duidelijk dat op basis van de uit te werken bestemming ‘Wonen/ Kantoren’ er niet gebouwd mag gaan worden. Er dient eerst een uitwerkingsplan gemaakt te worden in het kader van artikel 11 WRO. Hier is ook een inspraakprocedure aan verbonden. De voorzitter merkt op dat de voorkeur van college uitgaat naar een invulling met woningen. De heer Bosman vraagt naar het Eemlandiagebouw en de restauratie die door HMV moet worden uitgevoerd. De voorzitter zegt dat in het verleden geopteerd werd voor kantoren in zowel het Eemlandiagebouw als het terrein ten zuiden van dit gebouw. Momenteel heeft het college de voorkeur om het terrein ten zuiden van het dit gebouw met woningbouw in te vullen. Eerst dient er een saneringsplan opgesteld te worden. Mevrouw Bosman vraagt of er wel woningen kunnen komen zolang Auto Eemlandia in het Eemlandiagebouw gevestigd is. De voorzitter zegt dat belemmerende bedrijven als Auto Eemlandia eerst uit het gebouw weg moeten voordat woningbouw mogelijk is. Het bedrijf is positief bestemd door middel van de (nadere) bestemming B2g, wat betekent zoals eerder uitgelegd, dat het bedrijf op basis van deze bestemming zijn bedrijfvoering voort kan zetten. Mevrouw Bosman merkt op dat het bedrijf Auto Eemlandia dan weinig toekomstperspectief heeft. De voorzitter meldt dat het bedrijf op basis van het bestemmingsplan kan blijven. HMV zal als eigenaar van het Eemlandiagebouw actie moeten ondernemen als zij over willen gaan tot woningbouw op het terrein ten zuiden van het Eemlandiagebouw. Mevrouw De Graaf vraagt naar de bouwmogelijkheden op de nieuwbouwlocatie van de Abel Tasmanstraat. De voorzitter meldt dat het betreffende terrein de bestemming ‘Uit te werken woongebied’ heeft, net als in het huidige bestemmingsplan. Ook zegt de voorzitter dat er voor dit gebied eerst een uitwerkingspan moet worden gemaakt in het kader van artikel 11 WRO. Er dient een samenhangend plan voor het totale gebied opgesteld te worden. De eigenaren van de betreffende gronden moeten het eerst onderling eens worden, voordat er een plan kan worden opgesteld. De voorzitter verwacht dat dit de eerst volgende jaren niet het geval zal zijn. De heer Ter Beek van het installatiebedrijf aan Veenestraat 33 vraagt of het bedrijf volgens het nieuwe bestemmingsplan mag blijven.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xvii
De voorzitter meldt dat de huidige bedrijfsvoering in het bestemmingsplan niet zal worden belemmerd. De heer Gerritsma legt uit dat het bedrijf positief is bestemd middels een aanduiding in de woonbestemming. De voorzitter wijst de aanwezigen er nogmaals op dat er t/m 3 maart schriftelijk inspraakreacties kunnen worden ingediend. De aanwezigen die hun adresgegevens op de presentielijst hebben geschreven, krijgen het verslag van deze avond toegestuurd. Ten slotte geeft de voorzitter nog een korte toelichting over de te volgen procedure en bedankt iedereen voor zijn/haar aanwezigheid.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xviii
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xv
BIJLAGE III VERSLAG VAN DE OP 15 FEBRUARI 2005 GEHOUDEN INSPRAAKAVOND OVER HET VOORONTWERP-BESTEMMINGSPLAN BUNSCHOTEN-ZUID/ EEMLANDIA Aanwezig: de heren
W. Huijgen, wethouder van ruimtelijke ordening en voorzitter T. Gerritsma, AMER adviseurs mevrouw S.I. Vermeulen, sector Grondgebiedzaken gemeente Bunschoten 13 belangstellenden
De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom. Hij stelt de aanwezigen achter de tafel aan iedereen voor een geeft kort weer hoe de opzet van de inspraakavond zal zijn. Vervolgens krijgt de heer Gerritsma de gelegenheid voor het houden van een presentatie over de inhoud van het voorontwerp-bestemmingsplan Bunschoten-Zuid/ Eemlandia. Ook wordt vermeld dat het bestemmingsplan ook op de website van de gemeente te vinden is. Tijdens de presentatie komen de volgende onderwerpen aan bod: • Uitleg van een bestemmingplan in het algemeen • Beschrijving huidige situatie • Beschrijving nieuwbouwlocaties; o Eemlandia o De Ark o A. Tasmanstraat o Bronbemalingsbedrijf Veenestraat • Archeologische waarden • Geluidscontour industrielawaai • Uitleg van de plankaart en plansystematiek d.m.v. diverse bestemmingen • Uitleg omtrent de uit te werken woonbestemming; • Uitleg omtrent de in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheden; • Uitleg omtrent de verdere procedure. Aansluitend worden de aanwezigen in de gelegenheid gesteld om vragen te stellen over het plan en de gegeven toelichting. Mevrouw Bosman van Auto Eemlandia merkt op dat het Eemlandiagebouw een wijzigingsbevoegheid heeft naar de bestemming ‘Kantoren’. Daarnaast vraagt zij of Auto Eemlandia binnen de bedrijvenbestemming met milieucategorie 1+2 die op het gebouw rust, kan blijven voortbestaan. De heer Gerritsma meldt dat dit is opgelost door een (nadere) bestemming B2g, welke het mogelijk maakt dat het betreffende bedrijf (uit een hogere milieucategorie) binnen de bedrijfsbestemming is toegestaan. Het bedrijf is dus positief bestemd. Voor de huidige bedrijfsvoering heeft het dit bestemmingsplan geen consequenties. Mevrouw Bosman wil het graag schriftelijk bevestigd hebben. De voorzitter meldt dat dit in het bestemmingsplan schriftelijk wordt vastgelegd. De heer Koelewijn vraagt of de geluidszone betekent dat er meer geluidsbelasting is te verwachten ten zuiden van de geluidszone. Hij verwijst ook naar de te hoge geluidsbelasting van Van Halteren en de geluidswal die vervolgens geplaatst werd. De voorzitter legt uit dat de geluidszone een optelling vormt van alle geluidsbelastingen van de bedrijventerreinen samen, maar dat dit niet tot meer geluidsoverlast in de wijk zal leiden. Uit de berekening van de huidige geluidsbelasting blijkt dat deze momenteel al ruim in het plangebied van Bunschoten-Zuid/Eemlandia hoger is dan 50 dB(A).
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xvi
De heer Gerritsma geeft een korte uitleg van de tot standkoming van de geluidszone. Het betreft een optelling van de geluidsbelasting van de bedrijventerreinen De Kronkels, Polynorm en Haarbrug. Ook hij legt uit dat er een procedure ‘Hogere Grens Waarde’ in het kader van de Wet Geluidhinder gevolgd zal moeten worden. De voorzitter wijst de heer Koelewijn erop dat hij ook schriftelijk een inspraakreactie in kan dienen als hij nog meer vragen heeft ten aanzien van de geluidszone die op dit moment niet duidelijk zijn geworden. De heer Koelewijn vraagt hoe de invulling van het terrein ten zuiden van het Eemlandia gebouw zal worden in relatie tot de uit te werken bestemming ‘Wonen /Kantoren’ in combinatie met de 10 meter vrij zicht die vanaf het monument gehouden moet worden. Ook merkt hij op dat de nok 10 meter mag worden wat wel 3 bouwlagen kunnen zijn. De heer Koelewijn vraagt zich af in hoeverre de beperkingen die voortkomen uit het bouwen dicht bij het Eemlandiagebouw betekenen dat er dicht op de woningen van Eemlandia gebouwd zal gaan worden. De heer Gerritsma legt uit dat Burgemeester en Wethouders binnen een afstand van 10m vanaf een waardevol gebouw nadere eisen kunnen stellen. Dit wil niet zeggen dat er niet binnen die straal van 10 meter gebouwd mag worden. De voorzitter legt uit dat de invulling van het gebied ten zuiden van het Eemlandiagebouw op dit moment nog niet bekend is. Wel is duidelijk dat op basis van de uit te werken bestemming ‘Wonen/ Kantoren’ er niet gebouwd mag gaan worden. Er dient eerst een uitwerkingsplan gemaakt te worden in het kader van artikel 11 WRO. Hier is ook een inspraakprocedure aan verbonden. De voorzitter merkt op dat de voorkeur van college uitgaat naar een invulling met woningen. De heer Bosman vraagt naar het Eemlandiagebouw en de restauratie die door HMV moet worden uitgevoerd. De voorzitter zegt dat in het verleden geopteerd werd voor kantoren in zowel het Eemlandiagebouw als het terrein ten zuiden van dit gebouw. Momenteel heeft het college de voorkeur om het terrein ten zuiden van het dit gebouw met woningbouw in te vullen. Eerst dient er een saneringsplan opgesteld te worden. Mevrouw Bosman vraagt of er wel woningen kunnen komen zolang Auto Eemlandia in het Eemlandiagebouw gevestigd is. De voorzitter zegt dat belemmerende bedrijven als Auto Eemlandia eerst uit het gebouw weg moeten voordat woningbouw mogelijk is. Het bedrijf is positief bestemd door middel van de (nadere) bestemming B2g, wat betekent zoals eerder uitgelegd, dat het bedrijf op basis van deze bestemming zijn bedrijfvoering voort kan zetten. Mevrouw Bosman merkt op dat het bedrijf Auto Eemlandia dan weinig toekomstperspectief heeft. De voorzitter meldt dat het bedrijf op basis van het bestemmingsplan kan blijven. HMV zal als eigenaar van het Eemlandiagebouw actie moeten ondernemen als zij over willen gaan tot woningbouw op het terrein ten zuiden van het Eemlandiagebouw. Mevrouw De Graaf vraagt naar de bouwmogelijkheden op de nieuwbouwlocatie van de Abel Tasmanstraat. De voorzitter meldt dat het betreffende terrein de bestemming ‘Uit te werken woongebied’ heeft, net als in het huidige bestemmingsplan. Ook zegt de voorzitter dat er voor dit gebied eerst een uitwerkingspan moet worden gemaakt in het kader van artikel 11 WRO. Er dient een samenhangend plan voor het totale gebied opgesteld te worden. De eigenaren van de betreffende gronden moeten het eerst onderling eens worden, voordat er een plan kan worden opgesteld. De voorzitter verwacht dat dit de eerst volgende jaren niet het geval zal zijn. De heer Ter Beek van het installatiebedrijf aan Veenestraat 33 vraagt of het bedrijf volgens het nieuwe bestemmingsplan mag blijven.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xvii
De voorzitter meldt dat de huidige bedrijfsvoering in het bestemmingsplan niet zal worden belemmerd. De heer Gerritsma legt uit dat het bedrijf positief is bestemd middels een aanduiding in de woonbestemming. De voorzitter wijst de aanwezigen er nogmaals op dat er t/m 3 maart schriftelijk inspraakreacties kunnen worden ingediend. De aanwezigen die hun adresgegevens op de presentielijst hebben geschreven, krijgen het verslag van deze avond toegestuurd. Ten slotte geeft de voorzitter nog een korte toelichting over de te volgen procedure en bedankt iedereen voor zijn/haar aanwezigheid.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xviii
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xix
BIJLAGE IV INGEKOMEN VOOROVERLEGREACTIES 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Provincie Utrecht, dienst Ruimte en Groen Hydron - Midden Nederland Inspectie VROM KPN Telecom, Rayon Midden, afdeling UTN Leidingbeheer Waterschap Vallei en Eem Brandweer Bunschoten Rijksdienst voor de Monumentenzorg
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xx
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xxi
BIJLAGE V INGEKOMEN INSPRAAKREACTIES 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
15. 16.
Dhr. H. van Tricht, namens de vereniging van Scholen met de Bijbel Dr. G. Van Goor, P.C.O. Bunschoten (basisschool De Ark) Dhr. H.A. Voortman, namens de kamer van Koophandel Gooi en Eemland Dhr./Mw. J. Koelewijn, namens Koelewijn bronbemaling BV (Veenestraat 39) Dhr. L. Bolier, namens Auto Eemlandia v.o.f. Sint Nicolaasweg 6/7 Dhr. P. Nieboer (Veenestraat 44, St. Nicolaasweg 1 en 3) Dhr. G. Dijkhuizen (Nijkerkerweg 5) Dhr./Mw. C. de Jong (Rembrandt van Rijnstraat 14g) Dhr./Mw. De Jong (Veenestraat 17a) Dhr. W. de Jong (Veenestraat 17a) Mw. K. de Jong (Veenestraat 17a) Dhr. J. Beukers, namens Beukers Delicatessen (Veenestraat 12) Dhr./Mw. N.J.S. Koeman, namens Joghem’s Theaters beheer B.V. (Veenestraat 31) Dhr./Mw. M.V. Lankhorst (Jan Steenstraat 1) Dhr./Mw. J. Kraai (Rembrandt van Rijnstraat 25), Dhr./Mw. J. de Graaf (Rembrandt van Rijnstraat 23), Dhr./Mw. J. Broerze (Rembrandt van Rijnstraat 21), en Dhr./Mw. L. van Dusschoten (Rembrandt van Rijnstraat 19) J.J. Koelewijn (Eemlandia 23), namens meerdere bewoners van het gebied Eemlandia Dhr./Mw. W.J. Buffing (Veenestraat 60)
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xxii
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xxiii
BIJLAGE VI INGEKOMEN PPC-REACTIE
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xxiv
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
•
provincie i: Utrecht
Provinciale planologische commissie
Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht
Aan:
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunschoten postbus 200 3750 GE Busnchoten-Spakenburg
Datum Kenmerk Uw brief van Uw kenmerk Bijlage
2 april 2007 03REG001459 10 januari 2007 08737
Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl
Onderwerp
ontwerp bestemmingsplan Bunschoten-Zuid / Eemlandia
Geacht college, In onze vergadering van 22 maart 2007 hebben wij het ontwerp bestemmingsplan "Bunschoten-Zuid / Eemlandia" van uw gemeente behandeld. Naar aanleiding daarvan berichten wij u als volgt.
I.
Het provinciaal beleid. Het provinciaal ruimtelijk beleid is neergelegd in het streekplan Utrecht. Op de streekplankaart heeft het plangebied de aanduiding "stedelijk gebied". Het bestemmingsplan is hiermee in overeenstemming.
ll.
Planbeoordeling. Het plangebied van het bestemmingsplan "Bunschoten Zuid / Eemlandia" wordt gevormd door de meest zuidoostelijk gelegen woonbebouwing van Bunschoten. In het zuiden is het gebied omsloten door bedrijventerreinen en aan de oostzijde grenst het aan het weidegebied tussen Bunschoten en Nijkerk. Functioneel kenmerkt het plangebied zich door woningbouw en aan de centraal gelegen Veenstraat door kleinschalige bedrijvigheid die is ingepast tussen de woonbebouwing. In het gebied zijn verder twee basisscholen aanwezig, een vrij gelegen kantoorvilla en een terrein dat wordt gebruikt ten behoeve van een bronbemalingsbedrijf. In het plangebied bevinden zich enkele kleine inbreidingslocaties ten behoeve van wonen en twee grotere gebieden waar, met gebruikmaking van een uitwerkingsbevoegdheid, woningbouw gerealiseerd kan worden. Voor het terrein van het bronbemalingsbedrijf bestaan ook plannen voor woningbouw, wat in het bestemmingsplan met een wijzigingsbevoegdheid wordt mogelijk gemaakt. In totaal gaat het om zeventig extra woningen. Voor het overige is het bestemmingsplan voornamelijk conserverend van aard. Het terrein van de voormalige melkfabriek Eernlandia, dat is omsloten door het plangebied, is buiten de werkingssfeer van dit bestemmingsplan gelaten. Zodra de plannen voor deze locatie meer concrete vormen aannemen wordt voor dit gebied een nieuwe planologische procedure doorlopen. Voor het belangrijkste deel is het bestemmingsplan aanvaardbaar. De opmerkingen van de provincie en de andere artikel 10-partners zijn grotendeels conform de reacties overgenomen of ze zijn genoegzaam weerlegd. Wij adviseren u het plan op slechts een gering aantal , hieronder genoemde punten aan te vullen.
lI"'I N
Het provinciehuis is per openbaar vervoer vanaf Utrecht CS te bereiken via GVU-lijn 11 (richting De Uithof).
o
d o o
Heeft u klachten'? Provinciale klachtencommissie, 030 - 2582449 .
Externe veiligheid. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen en de bijbehorende Regeling externe veiligheid inrichtingen zijn op 27 oktober 2004 in werking getreden. In het voorontwerpbestemmingsplan van september 2003 was daarom geen tekst hieromtrent opgenomen. In de paragraaf over externe veiligheid in het ontwerpbestemmingsplan ontbreken de provinciale ambitiewaarden: 10-8 voor plaatsgebonden risico en 0,1 maal de oriëntatiewaarde voor groepsrisico (OR). Deze dienen alsnog te worden opgenomen. Ter vergadering heeft u aangegeven dit te zullen doen. Industrielawaai. Enkele insprekers hebben aangegeven tegen de vergroting van de geluidszone rond het industrieterrein KronkelslHaarbrug (Noord) te zijn. Hun woningen vallen nu binnen de op de bestemmingsplankaart ingetekende zone. Deze insprekers zijn bang dat de bedrijven ten zuidwesten van het plangebied daardoor meer geluid mogen produceren en dat zij er last van zullen ondervinden. Wij adviseren u om de achtergrond van deze wijziging van de zonegrens toe te lichten. De (potentiële) totale geluidbelasting ter plaatse van de woningen wordt hierdoor namelijk juist beperkt. We1licht is het verhelderend om in dit kader te verwijzen naar het ontwerpbestemmingsplan KronkelslHaarbrug (Noord). De laatste regel van de tweede alinea op pagina 28 van de toelichting moet zijn: Overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) is niet toegestaan, tenzij een hogere waarde is vastgesteld. Het aangehaalde akoestisch rapport van Adviesbureau De Haan is herzien; bij de aanvraag hogere grenswaarden industrielawaai is de versie van 24 maart 2006 gevoegd. De Bijlage Inrichtingen Wet geluidhinder dient te worden aangepast aan de recente wijziging van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. Bodem. Bij de Dienst Water & Milieu van de provincie zijn vier verontreinigingen bekend binnen het bestemmingsplangebied. Het betreft de volgende adressen met daarbij genoemde de bijbehorende UTcode: - Veenestraat 39 UT 031300052; Bunschoten - Abel Tasmanstraat UT 031300048; Bunschoten - Sint Nicolaasweg 34 ('Eemlandia') Bunschoten UT 031300014; - De kleine pol 26 UT 03 1300064. Bunschoten Bij verdere planontwikkeling dient rekening te worden gehouden met (eventuele) bodemverontreinigingen. In het kader van de gemeentelijke bouwverordening is het verplicht om bodemonderzoek uit te voeren en zo nodig een saneringsplan op te stellen. Indien sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging dient een melding op grond van artikel 28 Wet bodembescherming plaats te vinden alvorens met de sanering kan worden gestart. Deze melding kan worden gestuurd ter attentie van de sector Bodemsanering van de provincie Utrecht.
2
Overleg Waterschap. Wij adviseren u voor de volledigheid uw reactie op de opmerkingen van het Waterschap Vallei & Eem in het kader van het artikel 10-overleg en de conclusies uit het overleg dat later gevoerd is, terug te laten komen in de waterparagraaf. Uit het overleg met het waterschap hebben wij begrepen dat destijds door het waterschap is aangegeven dat de inbreidingslocaties van een dusdanige omvang waren dat er geen waterberging binnen het plangebied gerealiseerd hoefde te worden. Het waterschap heeft aangegeven dat inmiddels het watersysteem van de gemeente Bunschoten doorgerekend is en is gebleken dat Bunschoten niet ruim in z'njasje zit qua waterberging. Daarnaast is er een gemeentelijke watervisie opgesteld waarin is afgesproken dat alle in- en uitbreidingslocaties watemeutraal moeten worden aangelegd. Daarbij heeft het waterschap samen met de gemeente aangegeven dat er een overleg zou komen om te kijken of deze nieuwe inzichten toch zouden leiden tot de aanleg van extra waterberging. Uit dit overleg blijkt dat er geen extra waterberging in het plangebied of daarbuiten nodig is. Het plangebied zelf heeft geen tekort aan waterberging. Ook op een hoger schaalniveau is er genoeg ruimte voor water in het direct benedenstrooms gelegen gebied, de stadsweides. De functie van de stadsweides voor waterberging wordt geregeld in de nieuwe Keur van het waterschap. De voorschriften. In artikel 10 van de voorschriften is onder E. bepaald dat bij grondwerkzaamheden dieper dan 0,5 meter onder peil een aanlegvergunning is vereist. Dit dient overeenkomstig het "Modelvoorschrift aanlegvergunningen" van de Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek te worden gewijzigd in 0,3 meter. De plankaart. In de legenda van de plankaart komt de aanduiding "gebied wijzigingsbevoegdheid naar kantoren" voor. Deze wijzigingsbevoegdheid komt echter niet terug in de voorschriften, toelichting of op de plankaart. Vermoedelijk hoort de aanduiding niet thuis in de legenda. Economische uitvoerbaarheid. Het bestemmingsplan is overwegend conserverend van aard. Het plan wordt financieel-economisch uitvoerbaar geacht. Maatschappelijke uitvoerbaarheid. Het verslag van de inspraakbijeenkomst en de afhandeling van de inspraakreacties geven ons geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
111.
Conclusie. Met het voorliggende plan kan worden ingestemd. Voorgesteld wordt het plan verder in procedure te brengen.
3
IV.
Toepassing artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Op grond van onze beoordeling adviseren wij gedeputeerde staten voor dit bestemmingsplan een algemene verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening afte geven. Hoogachtend, De Provinciale Planologische Commissie van Utrecht
Mr. dr. H.l. de
vi clL ~ I .
0
/
tter
4
xxv
BIJLAGE VII
ALGEMENE VERKLARING VAN GEEN BEZWAAR
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xxvi
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xxvii
BIJLAGE VIII BESCHIKKING HOGERE GRENSWAARDEN ZONE KRONKELS/HAARBRUG (NOORD)
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xxviii
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xxix
BIJLAGE IX
INFORMATIEAVOND/HOORZITTING PROCEDURE HOGERE GRENSWAARDE T.B.V BESTEMMINGSPLAN DE KRONKELS-HAARBRUG
Dinsdag 31 oktober 2006 om 20.00 uur in de trouwzaal van het gemeentehuis Bunschoten Aanwezig: de heren
R.A. Gmelig Meyling, gemeente Bunschoten en inleider/voorzitter; W. Metz, Raadgevend ingenieursbureau Metz B.V. J.E.P.M. Reijnen, gemeente Bunschoten en verslag
1 geïnteresseerde bewoner mw. W.M. Stuivenberg-van Halteren, Eemlandia 25.
Gelet op het feit dat deze avond maar één geïnteresseerde aanwezig is, is in overleg met betrokkene besloten de hele presentatie achterwege te laten. In plaats daarvan wordt een korte toelichting op de plannen gegeven. In het verslag van deze avond is wel de volledige tekst van de inleiding op genomen. Wat is de aanleiding voor de hogere waarde procedure? Op dit moment wordt gewerkt aan de herziening van de bestemmingsplannen De Kronkels, Haarbrug en Haarbrug-Noord. Het is de bedoeling dat voor deze bedrijfsterreinen, een nieuw bestemmingsplan ‘De Kronkels/Haarbrug(noord)’ wordt vastgesteld. Onderdeel van deze bestemmingsplanprocedure is het opnieuw vastleggen van de zogenaamde geluidzone. In de Wet geluidhinder is namelijk bepaald dat rond industrieterreinen, waarop A-inrichtingen oftewel zogenaamde grote lawaaimakers zijn gevestigd of zich mogen vestigen, een geluidzone moet zijn vastgesteld. Het plaatselijk gevestigde bedrijf Vebo beton en staal valt onder deze categorie inrichtingen. Op 27 mei 2004 heeft de gemeenteraad reeds een nieuwe voorlopige zonegrens vastgesteld voor het industrieterrein ‘De Kronkels/Haarbrug(noord)’. De nieuwe zone omvat een aanpassing van de oorspronkelijke zone rond ‘De Kronkels’ en ‘Haarbrug’, zoals die door de gemeenteraad is vastgesteld op 24 april 1986. De oorspronkelijke zonegrens is verouderd en sluit niet meer aan bij de feitelijke situatie. Binnen de voorgestelde nieuwe geluidzone zijn met name aan de noordkant (woongebied Eemlandia en Verzetsheldenbuurt) en langs de Amersfoortseweg woningen gelegen, die niet voldoen aan de voorkeurswaarde van 50 dB(A). Voordat de nieuwe geluidzone in het nieuwe bestemmingsplan kan worden opgenomen moet voor deze woningen een hogere geluidwaarde worden aangevraagd bij de provincie. Op grond van de Wet geluidhinder kan een al vastgestelde geluidzone alleen worden aangepast bij een herziening van een bestemmingsplan. Wat is een geluidzone? In het nieuwe bestemmingsplan wordt dus ook de zogenaamde geluidzone opnieuw vastgesteld. De geluidzone vormt een planologisch aandachtsgebied, waarbinnen de regels van de Wet geluidhinder van toepassing zijn. Het doel van de geluidzonering is ruimtelijke scheiding aan te brengen tussen industriële activiteiten en geluidsgevoelige functies, zoals wonen en onderwijs, e.d.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xxx
De bedrijven op het bedrijventerrein hebben ieder een milieuvergunning in het kader van de Wet milieubeheer. In deze vergunning zijn geluidvoorschriften opgenomen waarin is vastgelegd hoeveel geluid een bedrijf maximaal mag produceren als het volledig in werking is. De grens van de geluidzone is een denkbeeldige lijn rond het bedrijventerrein waar alle bedrijven samen een geluidniveau van 50 dB(A) mogen veroorzaken als ze allemaal maximaal in bedrijf zijn. Hierbij is rekening gehouden met een beperkte uitbreiding in de toekomst. Deze lijn (de 50 dB(A) contour) is door middel van computerberekeningen bepaald en is dus een berekende (boekhoudkundige) geluidgrens die is gebaseerd op de huidige en toekomstige milieuvergunningen van de individuele bedrijven. De zonegrens is bepaald aan de hand van deze 50 dB(A) contour. De geluidzone is het gebied tussen de grens van het industriegebied en de zonegrens. De gemeente Bunschoten is overeenkomsten aangegaan met de provincie Utrecht en het Gewest Eemland om de nieuwe zonegrens gezamenlijk te gaan ‘bewaken’. Dit betekent dat bij het verlenen van een nieuwe milieuvergunning aan een bedrijf steeds bekeken zal worden of het berekende geluidniveau op de zonegrens niet zal toenemen. Dit wordt zonebeheer genoemd. Voor de woningen die in de huidige situatie al binnen de nieuw vast te stellen geluidzone zijn gelegen wordt bij de provincie Utrecht een zogenaamde ‘hogere grenswaarde’ aangevraagd. Dit is nodig omdat de berekende waarde voor deze woningen hoger is dan de bovengenoemde 50 dB(A). Ook deze ‘hogere grenswaarden’ worden in de toekomst bewaakt. Bij nieuwe ontwikkelingen op het industrieterrein en in de zone (verlenen van milieuvergunningen aan bedrijven, verkoop van percelen op die industrieterreinen en bij bouw- en sloopvergunningen), dient deze geluidzone in acht te worden genomen. In de zone mag voorts geen geluidgevoelige bebouwing worden opgericht, omdat dan immers de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) wordt overschreden. Slechts onder bijzondere omstandigheden is het mogelijk door toekenning van een hogere grenswaarde binnen de 50 dB(A) contour gevoelige bebouwing op te richten. Hoe is de nieuwe geluidzone tot stand gekomen? In samenwerking met de provincie Utrecht is het oude zonemodel geactualiseerd. In het geactualiseerde model zijn alle wijzigingen in de bedrijfsbezettingen van de genoemde bedrijfsterreinen verwerkt. Naast de feitelijke situatie is ook een model van de situatie 2010 uitgewerkt. In dit model is de door Polynorm gewenste bedrijfsontwikkeling doorgerekend, waarbij in de aanleg van een rondweg op het eigen bedrijfsterrein wordt voorzien. Nadien zijn wijzigingen in de vergunde geluidruimte aan bedrijven verwerkt in het rekenmodel door middel van het voornoemde zonebeheer. Op tekening (geluidzonekaart) is de voorgestelde zonegrens aangegeven en de berekende 50 dB(A) contour op basis van de verleende milieuvergunningen in het kader van de Wet Milieubeheer, alsmede de 55 dB(A) contour. Op de tekening is eveneens de berekende contour op basis van de toekomstig gewenste ontwikkeling bij Polynorm (situatie 2010) aangegeven. De gemeenteraad heeft besloten de zone vast te stellen op basis van de berekening op basis van de berekende situatie 2010. Op basis van het actualiseringonderzoek is de nieuwe zonegrens opgesteld. Bij de opstelling van de nieuwe zonegrens is zoveel mogelijk rekening gehouden met de toekomstige ontwikkelingen van de bedrijven, mede in het licht van de uitwerking van onze Toekomstvisie.
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xxxi
Nieuwe zonering voldoet aan gewenste bedrijfsontwikkeling In het licht van de Toekomstvisie voldoet de nieuwe zone zowel aan de oost-, west- en zuidzijde aan de gewenste bedrijfsontwikkelingen. Met de nieuwe geluidzone wordt rekening gehouden met de toekomstige uitbreiding van de gemeente met industriegrond richting zuiden. Voor Polynorm betekent dit expliciet, dat de huidige beperkingen qua bedrijfsontwikkeling ten opzichte van de huidige zone worden weggenomen. Bij de bepaling van de nieuwe zonegrens is rekening gehouden met het westelijk gelegen stiltegebied. Procedure verzoek hogere grenswaarde Binnen de voorgestelde geluidzone zijn met name aan de noordkant (woongebied Eemlandia en Verzetsheldenbuurt) en langs de Amersfoortseweg woningen gelegen, die niet voldoen aan de wettelijke voorkeurswaarde van 50 dB(A). Voor enkele woningen aan de Amersfoortseweg is het mogelijk een hogere grenswaarde te verkrijgen tot 60 dB(A). Overigens is de belasting van deze woningen als gevolg van het wegverkeerslawaai nog hoger, namelijk tot 70 dB(A). Het verzoek hogere grenswaarde ligt gedurende zes weken ter inzage bij de gemeente. Gedurende deze periode kunnen zienswijzen met betrekking tot de akoestische situatie worden ingediend. Na beoordeling van de zienswijzen kunnen burgemeester en wethouders, Gedeputeerde Staten verzoeken om de hogere grenswaarden. Na toekenning van de hogere grenswaarde kan het bestemmingsplan worden vastgesteld. Wanneer bij de provincie een verzoek voor ‘hogere grenswaarden’ wordt ingediend dient dit vergezeld te gaan van een garantie dat het geluidniveau binnen de geluidgevoelige ruimten van de betreffende woningen ten gevolge van het industrielawaai niet hoger is dan 35 dB(A). Dit is een eis uit de Wet geluidhinder. Om inzicht te krijgen in de bestaande geluidisolatie van deze woningen is, in opdracht van de gemeente Bunschoten, een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Resultaten akoestisch onderzoek Er is een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de bestaande gevelisolatie van 426 woningen, gelegen binnen de directe invloedsfeer van het industrieterrein De Kronkels/Haarbrug(noord). Voor 52 representatieve woningen, die zijn gelegen binnen de toekomstige 50 dB(A) contour is een gevelisolatieonderzoek uitgevoerd. De geluidbelasting ten gevolge van het op het industrieterrein geproduceerde geluid op de gevels van de betreffende woningen is bepaald door middel van het zonemodel. Aan de hand van berekeningen en aanvullende metingen is onderzocht of met de bestaande gevelconstructie voldaan kan worden aan de eis van een maximale binnenwaarde van 35 dB(A) in de geluidgevoelige vertrekken van deze woningen. Op basis van het onderzoek is het volgende vastgesteld: Het merendeel van de 426 woningen die gelegen zijn binnen de toekomstige 50 dB(A) contour van het industrieterrein en dus een geluidbelasting ondervinden die hoger of gelijk is aan 51 dB(A), heeft een voldoende geluidwering om aan de gestelde eisen te voldoen; Een 20 tal woningen heeft een onvoldoende geluidwering. Deze woningen zijn allemaal gelegen in de 1e lijnsbebouwing rond het industrieterrein. Bij de woningen met een onvoldoende geluidwering moeten aanvullende gevelmaatregelen worden aangebracht om aan de eisen uit de Wet geluidhinder te voldoen. De kosten voor deze aanvullende maatregelen worden geraamd op een bedrag van € 142.000, - (incl. BTW). Bij nog eens twee woningen aan de Amersfoortseweg moeten ook maatregelen in de overdrachtsfeer bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen
xxxii
worden getroffen. De kosten zijn geraamd op € 15.000,- (incl. BTW). Hierbij moet men denken aan het aanbrengen van een korte afscherming. De kosten komen voor rekening van de degene ten behoeve van wie de uitbreiding plaatsvindt en waardoor de geluidbelasting op de gevels van de woningen wijzingen. In casu is dit de gemeente. Anderzijds is het redelijk ook een bijdrage van Polynorm te vragen.
Bespreking en zienswijzen Na de toelichting van de heer Gmelig Meyling ontspint zich een korte discussie over de contouren in relatie tot nieuwe industrievestingen. Van de zijde van de gemeente worden nogmaals de volgende zaken duidelijk gemaakt: • Nieuwe af te geven milieuvergunningen worden te allen tijde getoetst aan het zonemodel; • Aan bewoners van woningen binnen de 50 dB(A) contour kan de garantie gegeven worden dat dit echt het maximum is dat wordt toegestaan; • Deze rechten c.q. garantie kan men ontlenen aan het vast te stellen herziene bestemmingsplan; • Alleen aan de zuidzijde van het de zone zit nog ruimte voor enige uitbreiding van bedrijvigheid. Na deze toelichting komen er vervolgens nog een aantal andere zaken aan de orde op het gebied van de milieuwetgeving, te weten: • De geuroverlast van bedrijven als: o Nertsenfarm aan de Groeneweg; o Boboli; o De Graaf’s bakkerijen; o Diverse visrokerijen. Hoe kan deze geurbelasting worden bestreden. De heer Gmelig Meyling zegt toe deze geuroverlast onder de aandacht te zullen brengen bij de afdeling handhaving van het Gewest Eemland. Deze afdeling handhaving zal de bevindingen terugkoppelen met betrokkene. • De ontwikkelingen rond het gebouw Eemlandia roepen vragen op bij de bewoners van de omliggende woningen. Men blijkt het ontbreken van informatie door enerzijds HMV en anderzijds de gemeente Bunschoten, wat voor plannen er zijn of in ieder geval wat de stand van zaken is, als een ernstig gemis te beschouwen. Dit betreft voornamelijk de bewoners van de woningen Eemlandia 1 tot en met 25 (oneven nummers) en de Veenestraat 46 tot en met 58 (even nummers). Bezien zal worden of een nieuwe informatieve brief naar de bewoners kan uitgaan. • In het kader van de voorliggende HGW-procedure worden door mevrouw Stuivenberg geen zienswijzen ingebracht. Niets meer aan de orde zijnde wordt de bijeenkomst rond 21.00 uur afgesloten, met de toezegging dat de gemaakte opmerkingen onder de aandacht van het college zullen worden gebracht. 1 november 2006 Gemeente Bunschoten, Afd. VROM
bestemmingsplan bunschoten zuid / eemlandia
bijlagen