EDL Verkeersinbreuken Gebruikershandleiding

EDL 6.4

EDL Verkeersinbreuken Gebruikershandleiding

December 2009 Peter Bonne Paskal Andries

All rights reserved. This document nor any of its content may not be reproduced and/or published by means of printing, photocopy, microfilm, electronic media or any other way without prior written permission from the publisher. All productnames and trademarks are property of their respective owners. Made and Printed in Belgium ‐ (c) Eurotronics NV, Johan Bonne, 1997‐2009 Eurotronics nv ‐ Industriepark E17/2021 ‐ Scherpeputstraat 14 ‐ 9160 Lokeren tel: 09/340.57.57 fax: 09/340.57.50 www.edlsite.be

Eurotronics nv

Geospatial Technologies

Inhoud Inhoud ..................................................................................................................................................................... 2 Inleiding ................................................................................................................................................................... 3 1.

Doel ............................................................................................................................................................ 3

2.

Voorbereidingen ........................................................................................................................................ 3

Procedure Verkeersinbreuken ................................................................................................................................ 4 1.

Bevraging ................................................................................................................................................... 4

2.

Periode selecteren ..................................................................................................................................... 5

3.

Feiten selecteren ....................................................................................................................................... 6

4.

Extra condities ........................................................................................................................................... 8

5.

Keuze van de locatie .................................................................................................................................. 9

6.

Presentatie van de gegevens ................................................................................................................... 11

6.1.

Presentatie volgens ‘best mogelijke locatie’ ................................................................................... 12

6.2.

Presentatie volgens ‘groepering’ .................................................................................................... 12

6.3.

Basislegendes .................................................................................................................................. 12

6.4.

Geassocieerde Legendes ................................................................................................................. 13

6.5.

Enkele voorbeelden......................................................................................................................... 13

7.

Bereken resultaten................................................................................................................................... 15

7.1.

Bevraging uitvoeren ........................................................................................................................ 15

7.2.

Kaartresultaat .................................................................................................................................. 16

7.3.

De bevragingscondities ................................................................................................................... 16

7.4.

Raadplegen van de PV’s en resultaatgegevens ............................................................................... 17

8.

Verdere verwerking ................................................................................................................................. 19

8.1.

Maak rapport .................................................................................................................................. 19

8.2.

Opslaan nieuwe kaart ..................................................................................................................... 23

8.3.

Exporteer resultaatgegevens .......................................................................................................... 23

8.4.

Exporteer proportionele tijdsverdeling ........................................................................................... 24

9.

Opslaan Bevraging ................................................................................................................................... 26

22‐2‐2010

Handleiding EDL 6.4 © 1997 ‐ 2009 Eurotronics NV, all rights reserved Eurotronics Customer Information ‐ www.edlsite.be

2

Eurotronics nv


Inleiding 1. Doel De EDL Module Verkeersinbreuken heeft als doel de verkeersinbreuken, die worden ingegeven in ISLP, op gestandaardiseerde wijze te visualiseren op kaart en in rapportvorm.

2. Voorbereidingen Alvorens Verkeersinbreuken op te starten, raadpleegt u best eerst de handleiding voor Algemene Bediening van EDL: • Aanloggen (persoonlijk login en paswoord) • Oriëntatie en navigatie op kaart • Locatie opzoeken • Verschalen en verplaatsen van de kaarten • Bedienen van de kaartlagen • Maken van een afdruk

22‐2‐2010


3

Eurotronics nv


Procedure Verkeersinbreuken Om een bevraging op te starten, kiest u links onderaan van de EDL gebruikersinterface de gewenste procedure. Let erop dat u inlogt met een account die toegang heeft tot de bevragingen van de verkeersovertredingen. Indien dit niet het geval is, dan zullen de respectievelijke procedures niet zichtbaar zijn.

1. Bevraging In een eerste stap kan de gebruiker indien gewenst een persoonlijk vooraf bepaalde bevraging kiezen. Als men een bevraging kiest, zijn de volgende stappen in de procedure ingevuld en kan de procedure dus snel worden doorlopen. Het vastleggen van een bevraging kan op het einde van de procedure in stap 9: “opslaan”. De opgeslagen bevraging is bij iedere nieuwe bevraging beschikbaar. In de praktijk zal deze vooral gebruikt worden om terugkerende bevragingen uit te voeren waarbij enkele parameters moet worden gewijzigd. De gebruiker kan een bestaande bevraging ook overschrijven.

Een bevraging kan met behulp van de Verkenner worden verwijderd. Alle bevragingen zijn persoonlijke instellingen gekoppeld aan uw login. Met de Verkenner kan u uw bevragingen kopiëren en aan andere gebruikers doorgeven. Met de toets “Keuzelijsten vernieuwen” worden alle in deze procedure gebruikte keuzelijsten opnieuw aangemaakt.

22‐2‐2010


4

Eurotronics nv


2. Periode selecteren In de tweede stap wordt de periode ingegeven van waaruit de data voor de bevraging wordt gehaald.

1. Kies de gegevensbron. Onder ‘Inbreuken Actueel’ vindt men de ISLP‐gegevens vanaf (normaliter) 1 januari van het lopende jaar tot en met diegene die vóór 7 uur ’s ochtends werden ingegeven. Afhankelijk van de afspraken binnen uw korps kan de startdatum en het startuur variëren. Onder ‘Inbreuken Historiek’ vindt men de ISLP gegevens van voor die datum. Vanaf EDL 6.25 is het mogelijk om gegevens uit de ‘historiek’ databank en de ‘actuele’ databank samen te bevragen. Op die manier kunt u bevragingen uitvoeren die een langere periode beslaan. Standaard noemen we deze bronnen ‘Inbreuken’. De namen van de gegevens zijn configureerbaar door de systeembeheerder en kunnen dus verschillen van de hier gebruikte standaardnamen. 2. Optioneel geeft men een periode aan die men wenst te bevragen: Geen: Men bakent geen periode af. Al de gegevens uit de gegevensbron worden gebruikt. Gisteren: Men kiest ervoor om enkel de gegevens van gisteren (= huidige datum –1) voor de bevraging te weerhouden. Weeknummer: Men kiest voor een periode van 7 dagen (maandag tot zondag) die overeenkomt met het weeknummer. Zorg hierbij dat het jaartal overeenkomt met de gegevensbron. Vinkt men de optie ‘8 weken’ aan dan worden de 7 weken voorafgaand aan het ingegeven weeknummer ook geselecteerd. Deze optie is belangrijk om een achtweken rapport aan te maken (zie: Rapporten). Maand: Kies een maand uit een bepaald jaar. Jaar: Kies een bepaald jaar Datum: Kies een willekeurige datum. U moet deze invullen volgens dd/mm/yyyy formaat. Vrije periode: Kies een begin‐ en einddatum. Het invoegpatroon is hetzelfde als hierboven. Tevens dient u ook een beginuur en einduur aan te geven. De syntax hiervoor is hhmm. U kunt ook kiezen om een dag in de week te selecteren. Dit kan voor elk van de 7 dagen van de week, alsook voor de ‘week’ en het ‘weekend’. Hierbij loopt het weekend van vrijdagavond 22u00 t.e.m. maandagmorgen 05u59. Tenslotte kan men al dan niet kiezen om een “uurvork” aan te geven. Typ de uurvork in met 4 cijfers, bijvoorbeeld als volgt : “1600” ‐ “2200” Opmerkingen: Om te zien of een feit binnen de gekozen periode valt, houdt het programma enkel rekening met de datum laag van het feit. Let er op dat u de opties ook aanvinkt indien u er gebruik van wilt maken. 22‐2‐2010


5

Eurotronics nv


3. Feiten selecteren In de derde stap worden de gebeurtenissen geselecteerd die men op kaart wenst weer te geven. Hierbij kan men kan kiezen tussen operationele informatie of “interpretatieve” informatie. Kiest u voor operatie, dan kunt u de meldingen, interventies en/of aanvankelijke PV’s die in de databank zitten op kaart weergeven. Men kan dit doen door het desbetreffende vakje aan te vinken. De gevraagde gegevens zullen op adresniveau (punten) op de kaart worden weergegeven.

Kiest u voor interpretatie, dan kunt u de verkeersongevallen/inbreuken die in de databank zitten op kaart weergeven, via een interpretatie van de feiten.

De keuze van vertaaltabel bepaalt hoe de feiten in de databank worden vertaald in verschillende feitengroepen (zie algemene handleiding). Via de keuze ‘selecteer groepen’ kan men de feitengroepen selecteren die men op kaart wenst te visualiseren. Een venster toont de groepen die beschikbaar zijn. Standaard staan alle beschikbare groepen geselecteerd.

22‐2‐2010


6

Eurotronics nv


Wanneer u één bepaalde categorie aanklikt zullen de andere groepen niet meer op kaart getoond worden. Met behulp van de ‘control’ toets kan u meerdere categorieën aanduiden.

Ook bij de interpretatie van de feiten heeft men de keuze tussen afhandelingen, interventies en meldingen. Bij een eventuele combinatie zal er worden gekeken naar enerzijds het dossiernummer en anderzijds het element type. De standaardregel bij EDL is één feit per dossier. Wanneer er binnen een dossier een melding én een interventie aanwezig zijn, dan zal bij een gecombineerde bevraging de interventie getoond worden een niet de melding. Voorbeeld Onderstaand ziet u een voorbeeld van een gecombineerde bevraging van afhandelingen en meldingen. De gele bolletjes duiden op inbreuken waarbij geen PV is opgesteld. De rode bolletjes tonen de inbreuken waarbij wel een PV is opgesteld. De eventuele meldingen die bij deze dossiers horen worden niet getoond.

Opmerking: Om meldigen te visualiseren moet de vertaaltabel voorzien zijn van de melding feitcodes. Deze verschillen van de feitcodes van de afhandelingen. Op de EDL kennisdatabank vindt u hieromtrent meer uitleg. 22‐2‐2010


7

Eurotronics nv


4. Extra condities Voor verkeersinbreuken zijn er geen extra condities voorzien!

22‐2‐2010


8

Eurotronics nv


5. Keuze van de locatie In deze stap wordt de locatie gekozen waarbinnen zich de feiten moeten bevinden. U bepaalt dus een geografische beperking: enkel voor de gekozen zone(s) zullen resultaten getoond worden.

Hierbij kan men kan kiezen tussen: straat In de keuzelijst kan men de straat of straten naar keuze selecteren. U krijgt een overzicht van de straten als u ‘straat selecteert en vervolgens op de knop ‘Maak uw keuze’ drukt. zone volgens ... Kies een type van kaart. De lijst van beschikbare kaarten kan geconfigureerd worden. Standaard worden de kaartlagen gemeenten, deelgemeenten meegeleverd. Verder zijn er nog andere kaarten gedefinieerd maar u dient deze zelf te vervolledigen. Deze taak behoort tot het takenpakket van de GIS beheerder. Elke kaart is gebiedsdekkend of toch voor een deel ervan. Druk vervolgens op ‘Maak uw keuze’ om één of enkele gebieden uit de gekozen kaartlaag te selecteren.

22‐2‐2010


9

Eurotronics nv


vrije zone intekenen Met behulp van de Contour Editor kan men één of meerdere vrij in te tekenen zone(s) maken. Alle feiten die binnen deze contour vallen zullen getoond worden.

ZONE TEKENEN: met de linkermuisknop kan men door te klikken een gebied tekenen. Een gebied of object moet minsten drie punten bevatten. Door op de rechtermuisknop te drukken, krijgt men de mogelijkheid om het tekenen te stoppen. Het object is nu getekend en de objectpunten worden duidelijk weergegeven. Het is mogelijk om meerdere objecten te tekenen. ZONE VERWIJDEREN: objecten kunnen verwijderd worden zolang er minstens één object aanwezig blijft. Gebruik hiervoor deze knop en klik op de omlijning van het object dat u wenst te verwijderen. PUNT SELECTEREN EN HET VERPLAATSEN: selecteer het punt dat u wenst te verplaatsen (houd hierbij de linkermuistoets ingedrukt en verplaats het punt naar de gewenste locatie). PUNT TOEVOEGEN: aan zones kunnen zonepunten worden toegevoegd. Gebruik hiervoor deze knop en klik op de plaats in de omlijning van het object waar u het objectpunt wenst toe te voegen. PUNT VERWIJDEREN: objectpunten kunnen worden verwijderd. Gebruik hiervoor deze knop en klik op het objectpunt dat u wenst te verwijderen. KOPIËREN: selecteer een bestaand object (bestaande figuur uit een kaartlaag) en kopieer die met deze toets naar uw contour BEWERKING ONGEDAAN MAKEN GEHELE CONTOUR VERWIJDEREN CONTOUR EDITOR AFSLUITEN

politiezone Als locatie geldt de volledige politiezone.

22‐2‐2010


10

Eurotronics nv


6. Presentatie van de gegevens In deze stap wordt de wijze van presentatie op kaart van de resultaatgegevens gekozen.

De bepaling van de presentatie van de gegevens loopt over 2 stappen met elk een keuzelijst: a. De manier van (al dan niet) groeperen van de resultaten

b.

22‐2‐2010

De instellingen van kleuren en symbolieken


11

Eurotronics nv


6.1.

Presentatie volgens ‘best mogelijke locatie’ Bij deze presentatiemethode worden alle locatie‐parameters van ISLP gebruikt om elke gebeurtenis op een zo goed mogelijke locatie te positioneren op kaart. Het resultaat is een puntenkaart. De kaart wordt getoond met een symbool en/of tekstaanduiding op elke individuele positie. Deze symboliek is de ‘legende’. Voor deze puntenkaart spreken we van een puntlegende.

6.2.

Presentatie volgens ‘groepering’ ‐ contouren Bij deze presentatiemethode worden de gelocaliseerde gebeurtenissen gegroepeerd volgens een indeling van het werkingsgebied. Het resultaat is een zonekaart. Deze kaart wordt getoond met een taart‐diagram centraal in elke zone. Het taart‐diagram geeft kenmerken van de verzamelde gegevens voor elke zone aan. Voor dit type kaart spreken we van een groep legende of pie‐chart legende. Voorbeelden van groeperingen zijn: per wijk, per deelgemeente, per gemeente, per sector, etc. In de bovenste keuzelijst kiest u of en welke groepering u wenst. Deze lijst is niet gelimiteerd, dus kan uitgebreid worden. Via de kaartlaag “bebouwde kom” kan u bijvoorbeeld de snelheidsovertredingen groeperen per bebouwde kom.

‐ densiteit Bij deze manier van presenteren wordt gekeken naar de onderlinge afstand tussen de verschillende feiten. Het resultaat zal een vlekkenkaart zijn. De kleur van deze vlekken zal variëren naargelang de onderlinge nabijheid van de feiten. Een donkere kleur wijst op een grotere concentratie van feiten. Dit type van legende is ideaal voor het bepalen van “hotspots”. Men krijgt een indicatie waar er een ruimtelijke concentratie van feiten is. ‐ straten Een derde type van presentatie bestaat erin gegevens per straat te gaan weergeven. Het resultaat is een lijnenkaart. Deze lijnenkaart toont alle straten waarbij de dikte en/of kleur van de lijnen zullen variëren naargelang het aantal feiten. Straten waarin veel feiten gebeuren, zullen dikker worden weergegeven. Bij deze manier wordt er geen ruimtelijke analyse uitgevoerd. Voor elk weerhouden feit wordt er gekeken naar de straat. Elke straat krijgt op die manier X aantal feiten toegewezen en dit bepaalt de dikte van de lijn die de straat voorstelt. Hou er wel rekening mee dat feiten waarbij geen straat is aangegeven en die geplaatst zijn met behulp van ankerpunten geen invloed hebben op de dikte van de lijnen.

6.3.

Basislegendes Als basislegendes voorziet EDL in eenvoudige weergave van de bevraagde gegevens. Deze zijn zo voorzien dat ze in alle omstandigheden functioneren wanneer u ze kunt selecteren.

22‐2‐2010


12

Eurotronics nv


De keuze van presentatie bepaalt welke legendes er zichtbaar zijn. Wanneer u kiest voor een gegroepeerde presentatie zijn enkel de “groeplegendes” beschikbaar. Op die manier selecteert u altijd een bruikbare legende. Hierdoor verkleint u aanzienlijk de kans op een foute interpretatie van de gegevens.

6.4.

Geassocieerde legendes

De legende heeft als bedoeling de gebeurtenissen duidelijk identificeerbaar weer te geven. Het is dan ook wenselijk dat het korps zichzelf voorziet in een aantal legendes die verschillende fenomenen op onderscheidbare manieren presenteren. Legendes worden geassocieerd met: het type van kaart: punt, lijn of groep de vertaaltabel: de interpretatie van de ISLP Feiten De keuzelijst voor legendes is samengesteld uit de basislegendes en de geassocieerde legendes. Uw EDL functioneel beheerder heeft deze legendes voor u geconfigureerd.

6.5.

Enkele voorbeelden ‐

Presentatie van resultaten op punt niveau. De legende geeft in dit geval het aantal feiten weer (getal in de cirkel) en het type feit (kleurcode). De rode kleur duidt op een ongeval met dodelijk afloop, de blauwe kleur wijst op een ongeval met gewonden.

‐

22‐2‐2010

Presentatie van resultaten op groep niveau. o Figuur 1 geeft in taartdiagrammen het aantal en de types van feiten weer, volgens kleurcode en in verhouding. In dit voorbeeld geeft de grootte van het taartdiagram het totale aantal feiten in die zone weer. Dat totaal is ook als tekst weergegeven. o Figuur 2 toont een presentatie met een andere legende. De vierkanten hebben een oppervlakte van 1 m². De kleurcode geeft aan hoeveel accidenten er gebeurd zijn binnen dit vierkant. o Figuur 3 toont een presentatie volgens densiteit. De donkere kleur wijst op een concentratie van feiten. Het resultaat is te vergelijken met de groeping in figuur 2. Handleiding EDL 6.4 © 1997 ‐ 2009 Eurotronics NV, all rights reserved Eurotronics Customer Information ‐ www.edlsite.be

13

Eurotronics nv


o

Tenslotte is er de presentatie volgens straat. In figuur 4 duiden dikke lijnen met een donkere kleur op meer feiten

Figuur 1

Figuur 2

Figuur 3

Figuur 4

Opmerking: gebruik standaard legendes: Best Practises - Een aantal legendes zijn standaard beschikbaar. Kies voor de juiste legende zodat bij de interpretatie geen misverstanden ontstaan. Standaard worden ongevallen met stoffelijke schade in groen weergegeven en ongevallen met dodelijke afloop worden rood ingekleurd. Raadpleeg de richtlijnen binnen uw korps of vergelijk met collega’s van andere korpsen om tot ‘Best Practises’ te komen. Door dezelfde legendes te gebruiken als uw collega’s vermijdt u interpretatie fouten. - Raadpleeg de EDL Kennisdatabank en het EDL Forum om deze afspraken te maken of de gemaakte afspraken en voorbeelden na te gaan.

22‐2‐2010


14

Eurotronics nv


7. Bereken resultaten 7.1.

Bevraging uitvoeren

Met behulp van de zevende stap wordt het programma gevraagd om de beschikbare gegevens volgens de door u ingegeven parameters (gegevensbron, periode, feittype, enz…) op kaart weer te geven. Dit kan door op “bereken en toon op kaart” te klikken.

Een mogelijk resultaat is hieronder weergegeven:

Op het scherm verscheen ook onderstaand venster.

22‐2‐2010


15

Eurotronics nv


Deze boodschap geeft aan hoeveel feiten er voldoen aan de ingegeven criteria maar niet op de kaart van de politiezone konden gesitueerd worden. In dit voorbeeld gaat het om de aanvankelijke PV’s van de laatste maand. Zes feiten konden hier niet op de kaart van de politiezone worden gelokaliseerd. De redenen hiervoor worden opgeslagen in een logfile. Meestal gaat het hierbij om het ontbreken van een adres. Maar ook nieuwe straten en fouten in de kaart kunnen voor een zogenaamde mismatch zorgen. De logfile kan worden opgeroepen onder de toets ‘Verslag’ in deze stap. Opmerking: betekenis boodschap “Resultaat van de berekening” - Wanneer een bevraging voor een kleiner gebied wordt uitgevoerd (bijv. wijk Koningslo), probeert het programma eerst om al de feiten die voldoen aan de tijdsperiode (bijv. januari) en het feittype (bijv. inbraken) op de kaart van de volledige politiezone te plaatsen. Feiten waarbij dit niet lukt, komen in een zogenaamde mismatch terecht en verschijnen niet op kaart. Pas daarna worden de feiten voor het gevraagde gebied (bijv. wijk Koningslo) weergegeven. Als het programma dus stelt dat bijvoorbeeld 10 feiten niet konden worden gevisualiseerd, kan het best zijn dat een aantal van deze feiten in werkelijkheid in mijn kleiner gebied vallen. Alleen kan het programma dit niet uit de beschikbare adresgegevens afleiden. - Raadpleeg uw beheerder voor het verwerken van deze feedback en het verbeteren van de toepassing. - De EDL Kennisdatabank bevat veel informatie inzake het verbeteren van de matchingkwaliteit.

7.2.

Kaartresultaat

Op de kaart worden alle resultaten in een zo groot mogelijk overzicht getoond. Je kunt de resultaatkaart opslaan of kopiëren door op de kaart met de rechtermuistoets te klikken en de juiste optie uit het menu te kiezen.

Bij het kopiëren kan je aansluitend de kaart plakken in MSWord of MSExcel of een andere toepassing.

7.3.

De bevragingscondities

In stap 7 staat in het tekstveld de samenvatting van de huidige instellingen of bevragingscondities. Met de toets ‘Kopieer’ plaatst u deze in het klembord zodat u met de functie ‘plakken’ (ook CTRL‐V) deze gegevens in een MSWord of MSExcel bestand kan overnemen. Op deze manier kan men op een eenvoudige wijze de bevragingsparameters doorgeven aan collega’s of andere belanghebbenden.

22‐2‐2010


16

Eurotronics nv


7.4.

Raadplegen van de PV’s en resultaatgegevens

De gebruiker kan nu alle resultaat‐objecten op de kaart aanklikken en de ISLP‐gegevens ervan raadplegen. In onderstaand voorbeeld betreft het puntobjecten maar u kunt uiteraard hetzelfde doen met pie‐charts. Hiervoor gaat u als volgt te werk: 1. kies de Select‐tool in de toolbar bovenaan 2. zorg ervoor dat de resultaat‐kaart geactiveerd is 3. klik op een resultaat‐object op de kaart 4. zet het tabblad ‘kaart’ → ‘kaartselectie’ open om de details te lezen 1. Select‐tool 2. Resultaat‐kaart 3. Klik object aan

4. Bekijk in tabblad ‘Kaart’

De lijst van gegevens is rechtstreeks uit ISLP overgenomen. Indien er op die plaats meerdere PV’s zijn gelokaliseerd, dan staan ze allemaal in deze lijst. Indien gewenst kunnen extra velden toegevoegd worden aan bovenstaande lijst. Enige vereiste is dat de data ingegeven is in ISLP. Neem hiervoor contact op met de EDL systeembeheerder. , Met de toetsen rechtsboven kan de schermindeling worden aangepast. Zowel het grafische gedeelte als het gedeelte met de administratieve gegevens (zie onderstaande figuur) kunnen gemaximaliseerd worden. De gegevens die zichtbaar zijn bij het tabblad “kaart”, zijn afhankelijk van de keuze die de gebruiker gemaakt heeft in stap 6, “presentatie van de gegevens”. Wanneer u gekozen heeft voor “best mogelijke locatie” zijn enerzijds de feitgegevens raadpleegbaar en anderzijds de eventuele extra condities, mocht u deze geselecteerd hebben. Via de drop‐down lijst, bij de tekst “Attribuut Tabel” (zie figuur hieronder) kan men de gewenste gegevens zichtbaar maken. Men heeft de keuze uit twee mogelijkheden: • Attributes => Algemene PV gegevens • Extra conditions => De extra condities die bij het PV horen Indien u er voor gekozen heeft om de gegevens te groeperen, kan u kiezen uit vier mogelijkheden: • Attributes => Informatie over de contour die u gebruikt hebt om te groeperen. Bv. naam van de gemeente. • Group attributes => Samenvattende informatie over de data die tot eenzelfde groep behoren • Feit attributes => Algemene PV gegevens. • Extra conditions => Eventuele extra condities die bij het PV horen. 22‐2‐2010


17

Eurotronics nv


Sommige velden vertonen een Hyperlink notatie. In functie van de configuratie in uw korps is het mogelijk om: • Terug te koppelen naar ISLP en het PV/IV/ME in ISLP automatisch op te roepen De ISLP module ‘Afhandelingen’ (of ‘Interventies’ of ‘Meldingen’) dient open te staan in de opstartlijst. • Door te linken naar bijvoorbeeld een archiveringssysteem en daar de ingescande PV te bekijken via uw intranet.

22‐2‐2010


18

Eurotronics nv


8. Verdere verwerking Door het uitvoeren van de stap “bereken en toon op kaart” kan het programma nu extra outputopties aanbieden, namelijk: het exporteren van de gegevens en het aanmaken van rapporten.

8.1.

Maak rapport

Het programma laat toe om van de verkeersinbreuken een aantal standaardrapporten aan te maken. Van de operationele informatie kan men geen rapporten maken. Door op de knop “rapport” te klikken, krijgt men een overzicht van de beschikbare rapporten:

• •

Een “algemeen maandenoverzicht” kan men opmaken indien in stap 2 van de procedure de tijdsperiode van ‐ tot werd ingevuld. Voor een 8‐wekenoverzicht moet men in stap 2 de keuze “Week X met optie 8 Weken” hebben aangevinkt.

22‐2‐2010


19

Eurotronics nv


•

De overige rapporten kan men opmaken indien de feiten werden gegroepeerd per wijk (dus niet op adresniveau weergegeven).

Als men voor een rapport kiest en op “Print” drukt, dan wordt het afdrukvenster geopend.

Men kan er voor opteren om eerst het resultaat te bekijken voordat men het afdrukt. Dit doet men door op de knop “Tonen” te klikken. Onderstaande figuren tonen voorbeelden van rapporten zoals die door EDL worden aangemaakt. rapport – Algemeen wijkenoverzicht

22‐2‐2010


20

Eurotronics nv


rapport – Algemeen maandenoverzicht

rapport – 8‐wekenoverzicht

rapport – Overzicht volgens feiten

22‐2‐2010


21

Eurotronics nv


rapport – Overzicht volgens wijken

rapport – Hotspots voor feiten (voor de weergave moet men een drempel in % bepalen)

rapport – Hotspots in wijken (voor de weergave moet men een drempel in % bepalen)

22‐2‐2010


22

Eurotronics nv


8.2.

Opslaan nieuwe kaart

Het resultaat van de berekening is een nieuwe kaart. Deze kaart kan men opslaan als digitaal kaartbestand om later verder te bekijken en eventueel te verwerken in Orbit GIS. EDL maakt dus een nieuw GIS bestand aan. Indien u bijvoorbeeld niet tevreden bent over een bepaalde legende, kunt u de legende via deze weg aanpassen in Orbit. Zoals vermeld in hoofdstuk 7.2 kan de kaart opgeslagen worden als een beeldbestand. Men heeft ook de mogelijkheid om de kaart te kopiëren in een andere applicatie.

8.3.

Exporteer resultaatgegevens

Met deze functie kan men het resultaat op kaart (de data uit ISLP die als resultaat van de bevraging werd weerhouden) exporteren naar een textbestand. Op die manier kan de data ook gebruikt worden binnen andere programma’s (vb.: Excel). • •

Gebruik ‘Opslaan’ om de resultaatgegevens op te slaan in een textbestand op schijf Gebuik ‘Kopieer’ om deze gegevens op uw klembord te plaatsen zodat je ze met ‘Plakken’ (CTRL‐V) in een andere toepassing kan plaatsen.

TIP: gebruik draaitabellen binnen Excel De exportfunctie kan men gebruiken om gegevens op puntniveau (vb.: interventies) overzichtelijk weer te geven binnen een draaitabel in Excel. Voorbeeldbestanden worden meegeleverd:

22‐2‐2010


23

Eurotronics nv


Opmerking: Bij het kopiëren wordt enkel de lijst van PV‐gegevens gekopieerd. Het klembord laat immers niet toe extra tabellen mee te nemen. Bij het opslaan van de gegevens worden wel alle resultaat‐tabellen meegenomen (bijv. de Extra Condities, Totalen, etc).

8.4.

Exporteer proportionele tijdsverdeling

Met deze functie worden de resultaatgegevens verwerkt volgens de formule van de proportionele tijdsverdeling, zodat een waarde bekomen wordt voor elk uur van de week. Deze gegevens zijn gemaakt om onmiddellijk verwerkt te worden in een daartoe bestemde grafiek in MS Excel (template wordt meegeleverd met EDL):

22‐2‐2010


24

Eurotronics nv


22‐2‐2010


25

Eurotronics nv


9. Opslaan Bevraging In de laatste stap van de procedure kan de gebruiker de bevragingscondities voor hergebruik bewaren onder een naam naar keuze. Bevragingen zijn persoonlijke instellingen gekoppeld aan uw EDL login. Bij een volgend gebruik van de module verkeersmonitoring kan u uw specifieke bevraging terugvinden in stap van de procedure.

Opmerking: Om te navigeren tussen de verschillende stappen kan men de blauwe driehoeken gebruiken maar u kunt ook op een andere manier tewerk gaan. Door te klikken op een naam van een bepaalde stap, naast de bolletjes, komt u direct in deze stap. Zo kunt u bijvoorbeeld na selectie van uw opgeslagen bevraging direct doorklikken naar de stap “Bereken”.

22‐2‐2010


26

EDL Verkeersinbreuken Gebruikershandleiding

Recommend Documents