ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ3556 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 04-05-2011 Datum publicatie 04-05-2011 Zaaknummer 24-000830-08 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2008:BC6525, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie Voor het misdrijf mensenhandel bestaan voor de rechtspraak geen specifieke oriëntatiepunten ten behoeve van de bepaling van de strafmaat. Nu echter sprake is geweest van veelvuldige opgedrongen seksuele contacten die de slachtoffers voor het financieel gewin van verdachte moesten ondergaan en daarnaast ook oplichting is bewezenverklaard, dient een zwaardere gevangenisstraf opgelegd te worden dan de in eerste aanleg opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden. Vindplaatsen Rechtspraak.nl
Uitspraak Parketnummer: 24-000830-08 Parketnummer eerste aanleg: 18-630302-06 en 18-654495-07 Arrest van 4 mei 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van 10 maart 2008 in de oorspronkelijk onder de parketnummers 18-630302-06 en 18-654495-07 afzonderlijk aangebrachte, maar ter terechtzitting in eerste aanleg gevoegde strafzaken, hierna te noemen respectievelijk zaak A en zaak B, tegen: [verdachte], geboren op [1982] te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats], [adres], thans uit anderen hoofde verblijvende in [verblijfplaats], verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. H.W.M. van den Heiligenberg, advocaat te Utrecht. Het vonnis waarvan beroep De rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis, in de gevoegde zaken, wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, beslist op de vorderingen van de benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen opgelegd, zoals in dat vonnis omschreven. Gebruik van het rechtsmiddel De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. Ontvankelijkheid van het hoger beroep Voor zover het onbeperkt ingestelde hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak van het in zaak B onder 2 en 3 ten laste gelegde, kan verdachte daarin niet worden ontvangen. De vordering van de advocaat-generaal De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, dat de vorderingen van de benadeelde partijen zullen worden toegewezen en dat schadevergoedingsmaatregelen zullen worden opgelegd. De beslissing op het hoger beroep Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen. Tenlastelegging Na wijziging van de tenlastelegging in eerste aanleg is aan de verdachte ten laste gelegd dat: zaak A: 1. hij in of omstreeks de periode van 1 december 2005 tot en met 28 februari 2006, in de gemeente [gemeente 1] en/of [gemeente 2] en/of [gemeente 3], in elk geval in Nederland, (telkens) te samen en in vereniging met een ander, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) I A een ander, genaamd [benadeelde 1] door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding danwel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, die [benadeelde 1] heeft/hebben (aan)geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting (in de prostitutie) van die [benadeelde 1] (sub 1), en/of B die [benadeelde 1], door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie, heeft/hebben gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten dan wel onder voornoemde omstandigheden enige handelingen heeft/hebben ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [benadeelde 1], zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van arbeid of diensten (sub 4°), en/of C opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de uitbuiting van die [benadeelde 1] (sub6), en/of D die [benadeelde 1], door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie, heeft/hebben gedwongen dan wel heeft/hebben bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar ([benadeelde 1]) seksuele handelingen met of voor een derde (sub 9)
bestaande die dwang en/of dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die dreiging met geweld en/of die andere feitelijkheid en/of dat misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie en/of dat voordeel trekken (onder meer) hieruit dat verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) - met die [benadeelde 1] een (seksuele) relatie is aangegaan, en/of - tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd dat zij anders was dan andere meisjes en/of dat zij speciaal voor verdachte was, en/of dat hij, verdachte, niet zonder haar kon en/of dat hij, verdachte, die [benadeelde 1] cadeaus gaf en/of alles voor haar, [benadeelde 1], zou doen, en/of - tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd dat hij, verdachte, schadevergoeding moet betalen en/of dat hij, verdachte, veel geld nodig had en/of (vervolgens) tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd dat zij, [benadeelde 1], het maximale bedrag, te weten 5000 euro, moest proberen op te nemen/te krijgen/te lenen en/of dat hij, verdachte, (vervolgens) 4400 euro, althans een groot geldbedrag, van die [benadeelde 1] heeft ontvangen/opgeëist, en/of - tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd dat een vriend van hem, verdachte, was doodgeschoten in verband met cocaïne en/of heroïne, althans drugs, en/of dat die vriend zijn, verdachtes, naam had genoemd en/of dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met Chinezen een deal had gesloten dat als hij, verdachte hen, die Chinezen, geld zou geven, zij hem, verdachte, met rust zouden laten en/of dat zijn, verdachtes, leven op het spel stond en/of dat hij, verdachte, anders vermoord zou worden, - aan die [benadeelde 1] had(den) gevraagd of zij voor hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) in de prostitutie wilde werken, en/of - die [benadeelde 1] heeft/hebben gevraagd twee telefoonabonnementen voor verdachte af te sluiten, en/of - tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd dat als zij ging werken als prostituee verdachtes schuld(en) binnen 4 maanden was/waren afbetaald, en/of - tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd dat zij met zijn, verdachtes, broer, genaamd [medeverdachte], sex moest hebben en/of - die [benadeelde 1] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Als ik een vrouw was dan had ik het allang gedaan. Dat is toch allemaal toneelspel" en/of "Is het niets voor jou? Je kunt er veel geld mee verdienen" en/of " Je hebt het ook met [medeverdachte] gedaan, dus dan kun je het ook wel met een ander doen", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of - tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd dat zij (in de prostitutie) moest worden ingewerkt door een vriend van verdachte en/of zijn mededader(s), en/of - die [benadeelde 1] naar een of meer plaatsten heeft/hebben gebracht/doen brengen, alwaar zij als prostituee moest en/of ging werken, en/of - die [benadeelde 1] al haar verdiensten (in de prostitutie), althans een aanzienlijk deel daarvan, heeft laten afdragen aan verdachte en/of zijn medadader(s) en/of - gedreigd heeft/hebben dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) een filmpje op internet zou(den) plaatsen waarop die [benadeelde 1] te zien is dat zij sex heeft met verdachte, en/of - de werktijden van die [benadeelde 1] heeft/hebben bepaald en/of (werk)instructies heeft/hebben gegeven, en/of - die [benadeelde 1] in een door verdachte en/of zijn mededader(s) gecontroleerde situatie heeft/hebben gehouden; 2. hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2006 tot en met 12 maart 2007, in de gemeente [gemeente 1] en/of [gemeente 3] en/of [gemeente 4], in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, I A
een ander, genaamd [benadeelde 2] door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, die [benadeelde 2] heeft (aan)geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting (in de prostitutie) van die [benadeelde 2] (sub 1), en/of B die [benadeelde 2], door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie, heeft/hebben gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten dan wel onder voornoemde omstandigheden enige handelingen heeft/hebben ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [benadeelde 2], zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van arbeid of diensten (sub 4°), en/of C opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de uitbuiting van die [benadeelde 2] (sub 6), en/of D die [benadeelde 2] door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie, heeft/hebben gedwongen dan wel heeft/hebben bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar ([benadeelde 2]) seksuele handelingen met of voor een derde (sub 9) bestaande die dwang en/of dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die dreiging met geweld en/of die andere feitelijkheid en/of dat misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie en/of dat voordeel trekken (onder meer) hieruit dat verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) - met die [benadeelde 2] een (seksuele) relatie is aangegaan, en/of - tegen die [benadeelde 2] heeft gezegd dat hij van haar hield en/of verliefd op haar was en/of dat hij, verdachte, blij was dat hij, verdachte, haar had leren kennen en/of dat hij, verdachte een cadeaus voor haar had gekocht, en/of - tegen die [benadeelde 2] heeft/hebben gezegd dat hij, verdachte, financiële problemen had en 10.000 euro, althans een groot geldbedrag moest betalen aan zijn, verdachtes advocaat en/of als hij, verdachte, dat niet zou betalen hij, verdachte, gevangenisstraf zou krijgen, en/of - tegen die [benadeelde 2] heeft/hebben gezegd dat zij, de [benadeelde 2], wel achter de ramen kon gaan werken omdat dat goed verdiende, en/of dat hij, verdachte, een vriend had die ook vrouwen achter de ramen had zitten, en/of - aan die [benadeelde 2] had(den) gevraagd of zij voor hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) in de prostitutie wilde werken, en/of - tegen die [benadeelde 2] heeft gezegd dat hun relatie geen zin zou hebben en/of hij de relatie zou stoppen als zij, [benadeelde 2], hem niet zou helpen en/of niet voor hem als prostituee ging werken, en/of - tegen die [benadeelde 2] heeft/hebben gezegd dat zij (in de prostitutie) moest worden ingewerkt door (een) vriend(en) van verdachte en/of zijn mededader(s), en/of - die [benadeelde 2] naar een of meer plaatsten heeft/hebben gebracht/doen brengen, alwaar zij als prostituee moest en/of ging werken, en/of
- de werktijden van die [benadeelde 2] heeft/hebben bepaald en/of aan haar doorgegeven/doorgebeld of door laten geven/bellen en/of die [benadeelde 2] (werk)instructies heeft/hebben gegeven, en/of - die [benadeelde 2] al haar verdiensten (in de prostitutie), althans een aanzienlijk deel daarvan, heeft/hebben laten afdragen aan verdachte en/of zijn medadader(s) en/of - die [benadeelde 2] in een door verdachte en/of zijn mededader(s) gecontroleerde situatie heeft/hebben gehouden; zaak B 1. hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2006 tot en met 1 oktober 2006, in de gemeente [gemeente 4] en/of [gemeente 5], althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde 3], heeft gedwongen tot de afgifte van geld en/of mobiele telefoons, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of tot het aangaan van een of meer schulden bij een of meer telefoonwinkels, en/of welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte (telkens): - tegen die [benadeelde 3] gezegd welk(e) abonnement(en) hij moest afsluiten en/of welke telefoon(s) hij moest uitkiezen, en/of - tegen die [benadeelde 3] heeft gezegd dat hij die telefoons aan hem, verdachte, moest afdragen, en/of - tegen die [benadeelde 3] heeft gezegd dat een tussenpersoon, genaamd [tussenpersoon], de telefoons zou uitboeken en/of administratief zou terugboeken, en/of - tegen die [benadeelde 3] heeft gezegd dat hij, verdachte, bij die tussenpersoon, genaamd [tussenpersoon], zou informeren hoeveel hij, [benadeelde 3], voor de afkoop van de telefoonabonnementen zou moeten betalen, en/of - tegen die [benadeelde 3] heeft gezegd dat hij, [benadeelde 3], had gelogen over de hoeveelheid geld op zijn, [benadeelde 3], rekening en/of dat die [tussenpersoon] de bank- en/of persoonsgegevens van de ouders van die [benadeelde 3] had nagetrokken, en/of - tegen die [benadeelde 3] heeft gezegd dat er in de onderwereld niet kan worden gelogen en/of dat daarom die [tussenpersoon] aan die [benadeelde 3] een boete had opgelegd van 30.000 euro, althans een groot geldbedrag, en/of dat die [tussenpersoon] in de gevangenis zou zitten omdat hij twee jongens had gedood, en/of - tegen die [benadeelde 3] heeft gezegd dat hij, verdachte, zou proberen dat bedrag van 30.000 euro, althans een groot geldbedrag, te verminderen en/of dat [tussenpersoon] hem, verdachte, niets zou doen omdat het zijn vriend was en/of dat [tussenpersoon] bij hem, [benadeelde 3], wel wat zou gaan doen als hij niet zou betalen en/of dat er dan een busje met een groep Joegoslaven hem en/of zijn ouders en/of zus zouden komen ophalen en/of iets aandoen, en/of - tegen die [benadeelde 3] heeft gezegd " Je loopt altijd wel ergens rond, Nederland is klein" en/of " Je gaat de lening die ik heb afgesloten terug betalen"; althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2006 tot en met 1 oktober 2006, in de gemeente [gemeente 4] en/of [gemeente 5], althans in Nederland, meermalen op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een persoon, te weten [benadeelde 3], heeft bewogen tot de afgifte van een of meer mobiele telefoons en/of een of meer geldbedragen, in elk geval van enig goed, en/of tot het aangaan van een of meer schulden, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk
en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan die [benadeelde 3] medegedeeld, - welk(e) telefoonabonnement(en) hij moest afsluiten en/of welke telefoon(s) hij moest uitkiezen, en/of - dat hij die telefoons aan hem, verdachte, moest afdragen, en/of dat hij, [benadeelde 3], een telefoon mocht houden, en/of - dat een tussenpersoon, genaamd [tussenpersoon], de telefoon(s) zou uitboeken en/of administratief zou terugboeken, en/of - dat hij, verdachte, bij die tussenpersoon, genaamd [tussenpersoon], zou informeren hoeveel hij, [benadeelde 3], voor de afkoop van de telefoonabonnementen zou moeten betalen, en/of - dat hij, [benadeelde 3], had gelogen over de hoeveelheid geld op zijn, [benadeelde 3], rekening en/of die [tussenpersoon] de bank- en/of persoonsgegevens van de ouders van die [benadeelde 3] had nagetrokken, en/of - dat er in de onderwereld niet kan worden gelogen en/of dat daarom die [tussenpersoon] aan die [benadeelde 3] een boete had opgelegd van 30.000 euro, althans een groot geldbedrag, en/of dat die [tussenpersoon] in de gevangenis zou zitten omdat hij twee jongens had gedood, en/of - dat hij, verdachte, zou proberen dat bedrag van 30.000 euro, althans een groot geldbedrag, te verminderen en/of dat [tussenpersoon] hem, verdachte, niets zou doen omdat het zijn vriend was en/of dat [tussenpersoon] bij hem, [benadeelde 3], wel wat zou gaan doen als hij niet zou betalen en/of dat er dan een busje met een groep Joegoslaven hem en/of zijn ouders en/of zus zouden komen ophalen en/of iets aandoen, en/of - de volgende woorden " Je loopt altijd wel ergens rond, Nederland is klein" en/of " Je gaat de lening die ik heb afgesloten terug betalen"; waardoor die [benadeelde 3] (telkens) werd bewogen tot afgifte van een of meer mobiele telefoons en/of een of meer geldbedragen en/of tot het aangaan van een of meer schulden (namelijk door het afsluiten van een of meer contracten/abonnementen bij een of meer telefoonwinkels). Vrijspraak Het hof acht niet bewezen dat sprake is geweest van afpersing zoals in zaak B onder 1 primair aan verdachte is ten laste gelegd. Verdachte wordt daarvan vrijgesproken. Bewezenverklaring Het hof acht bewezen dat: zaak A: 1. hij in de periode van 1 december 2005 tot en met 28 februari 2006, in de gemeente [gemeente 1] en [gemeente 2] en [gemeente 3], telkens tezamen en in vereniging met een ander, I A een ander, genaamd [benadeelde 1] door een feitelijkheid of door dreiging met een feitelijkheid en door misleiding, die [benadeelde 1] heeft (aan)geworven, vervoerd en gehuisvest, met het oogmerk van uitbuiting (in de prostitutie) van die [benadeelde 1], en B die [benadeelde 1], door een feitelijkheid of door dreiging met een feitelijkheid en door misleiding, heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, en C opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [benadeelde 1] en
D die [benadeelde 1], door een andere feitelijkheid of door dreiging met een feitelijkheid en door misleiding heeft bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar ([benadeelde 1]) seksuele handelingen met of voor een derde bestaande die feitelijkheid en/of die dreiging met een feitelijkheid en die misleiding en dat voordeel trekken hieruit dat verdachte en/of zijn mededader - met die [benadeelde 1] een relatie is aangegaan, en - tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd dat zij anders was dan andere meisjes en dat hij, verdachte, niet zonder haar kon en dat hij, verdachte, die [benadeelde 1] cadeaus gaf en - tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd dat hij, verdachte, schadevergoeding moet betalen en dat hij, verdachte, veel geld nodig had en vervolgens tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd dat zij, [benadeelde 1], het maximale bedrag, te weten 5000 euro, moest proberen te krijgen en dat hij, verdachte, vervolgens 4400 euro, van die [benadeelde 1] heeft ontvangen, en - tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd dat een vriend van hem, verdachte, was doodgeschoten in verband met cocaïne en heroïne, en dat die vriend zijn, verdachtes, naam had genoemd en dat hij, verdachte, met Chinezen een deal had gesloten dat als hij, verdachte hen, die Chinezen, geld zou geven, zij hem, verdachte, met rust zouden laten en dat zijn, verdachtes, leven op het spel stond en dat hij verdachte anders vermoord zou worden, - aan die [benadeelde 1] had gevraagd of zij voor hem, verdachte, in de prostitutie wilde werken, en - die [benadeelde 1] heeft gevraagd twee telefoonabonnementen voor verdachte af te sluiten, en - tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd dat als zij ging werken als prostituee verdachtes schuld binnen 4 maanden was afbetaald, en - tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd dat zij met zijn, verdachtes, broer, genaamd [medeverdachte], seks moest hebben en - die [benadeelde 1] de woorden heeft toegevoegd: "Als ik een vrouw was dan had ik het allang gedaan. Dat is toch allemaal toneelspel" en "Is het niets voor jou? Je kunt er veel geld mee verdienen" en " Je hebt het ook met [medeverdachte] gedaan, dus dan kun je het ook wel met een ander doen", en - tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd dat zij (in de prostitutie) moest worden ingewerkt door een vriend van verdachte, en - die [benadeelde 1] naar plaatsten heeft gebracht/doen brengen, alwaar zij als prostituee moest en ging werken, en - die [benadeelde 1] al haar verdiensten (in de prostitutie), heeft laten afdragen aan verdachte en - gedreigd heeft dat hij, verdachte, een filmpje op internet zou plaatsen waarop die [benadeelde 1] te zien is dat zij seks heeft met verdachte; 2. hij in de periode van 1 oktober 2006 tot en met 12 maart 2007, in de gemeente [gemeente 1] en [gemeente 3] en [gemeente 4], meermalen, I A een ander, genaamd [benadeelde 2] door een feitelijkheid of door dreiging met een feitelijkheid en door misleiding die [benadeelde 2] heeft (aan)geworven, vervoerd en gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting (in de prostitutie) van die [benadeelde 2], en B die [benadeelde 2], door een feitelijkheid of door dreiging met een andere feitelijkheid en door misleiding, heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, en C
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [benadeelde 2], en D die [benadeelde 2] door een feitelijkheid of door dreiging met een andere feitelijkheid en door misleiding heeft bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar ([benadeelde 2]) seksuele handelingen met of voor een derde bestaande die feitelijkheid of die dreiging met een feitelijkheid en die misleiding hieruit dat verdachte - met die [benadeelde 2] een (seksuele) relatie is aangegaan, en - tegen die [benadeelde 2] heeft gezegd dat hij van haar hield en dat hij, verdachte, blij was dat hij, verdachte, haar had leren kennen en dat hij, verdachte een cadeaus voor haar had gekocht, en - tegen die [benadeelde 2] heeft gezegd dat hij, verdachte, financiële problemen had en 10.000 euro moest betalen aan zijn, verdachtes advocaat en als hij, verdachte, dat niet zou betalen hij, verdachte, gevangenisstraf zou krijgen, en - tegen die [benadeelde 2] heeft gezegd dat zij, de [benadeelde 2], wel achter de ramen kon gaan werken omdat dat goed verdiende, en dat hij, verdachte, een vriend had die ook vrouwen achter de ramen had zitten, en - aan die [benadeelde 2] had gevraagd of zij voor hem, verdachte, in de prostitutie wilde werken, en - tegen die [benadeelde 2] heeft gezegd dat hun relatie geen zin zou hebben en hij de relatie zou stoppen als zij, [benadeelde 2], hem niet zou helpen en niet voor hem als prostituee ging werken, en - tegen die [benadeelde 2] heeft gezegd dat zij (in de prostitutie) moest worden ingewerkt door een vriend van verdachte, en - die [benadeelde 2] naar plaatsten heeft gebracht, alwaar zij als prostituee moest en ging werken, en - die [benadeelde 2] al haar verdiensten (in de prostitutie) heeft laten afdragen aan verdachte; zaak B 1. hij in de periode van 1 juli 2006 tot en met 1 oktober 2006, in de gemeente [gemeente 4] en [gemeente 5], meermalen op verschillende tijdstippen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, een persoon, te weten [benadeelde 3], heeft bewogen tot de afgifte van mobiele telefoons en geldbedragen, en tot het aangaan van schulden, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid aan die [benadeelde 3] medegedeeld, - welke telefoonabonnementen hij moest afsluiten en welke telefoons hij moest uitkiezen, en - dat hij die telefoons aan hem, verdachte, moest afdragen, en/of dat hij, [benadeelde 3], een telefoon mocht houden, en - dat een tussenpersoon, genaamd [tussenpersoon], de telefoons zou uitboeken en administratief zou terugboeken, en - dat hij, verdachte, bij die tussenpersoon, genaamd [tussenpersoon], zou informeren hoeveel hij, [benadeelde 3], voor de afkoop van de telefoonabonnementen zou moeten betalen, en - dat hij, [benadeelde 3], had gelogen over de hoeveelheid geld op zijn, [benadeelde 3], rekening en die [tussenpersoon] de bank- en/of persoonsgegevens van de ouders van die [benadeelde 3] had nagetrokken, en -dat er in de onderwereld niet kan worden gelogen en dat daarom die [tussenpersoon] aan die [benadeelde 3] een boete had opgelegd van 30.000 euro en dat die [tussenpersoon] in de gevangenis zou zitten omdat hij twee jongens had gedood, en - dat hij, verdachte, zou proberen dat bedrag van 30.000 euro te verminderen en dat [tussenpersoon] hem, verdachte, niets zou doen omdat het zijn vriend was en dat [tussenpersoon]
bij hem, [benadeelde 3], wel wat zou gaan doen als hij niet zou betalen en dat er dan een busje met een groep Joegoslaven hem en zijn ouders en zus zouden komen ophalen en iets aandoen, en -de volgende woorden " Je loopt altijd wel ergens rond, Nederland is klein" en " Je gaat de lening die ik heb afgesloten terug betalen", waardoor die [benadeelde 3] telkens werd bewogen tot afgifte van mobiele telefoons en geldbedragen en tot het aangaan van schulden (namelijk door het afsluiten van een of meer contracten/abonnementen bij een of meer telefoonwinkels). Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld in zaak A onder 1 en 2 en in zaak B onder 1 subsidiair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen. Kwalificatie Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven: zaak A feit 1: medeplegen van mensenhandel, meermalen gepleegd; feit 2: mensenhandel, meermalen gepleegd; zaak B feit 1 subsidiair: oplichting, meermalen gepleegd. Strafbaarheid Verdachte is strafbaar. Strafuitsluitingsgronden zijn niet aanwezig. Strafmotivering Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft onder andere door misleiding twee jonge vrouwen er toe gebracht voor hem in de prostitutie te gaan werken. Al het door hen verdiende geld is ingenomen door verdachte. Door aldus te handelen heeft verdachte op mensonterende wijze misbruik gemaakt van zijn slachtoffers die seksuele handelingen met derden dienden te ondergaan voor het financiële gewin van verdachte. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan oplichting. Het hof is van oordeel dat de in eerste aanleg opgelegde straf en de door de advocaat-generaal in hoger beroep gevorderde straf geen recht doen aan de ernst van deze feiten. Voor het misdrijf mensenhandel bestaan voor de rechtspraak geen specifieke oriëntatiepunten ten behoeve van de bepaling van de strafmaat. Nu echter sprake is geweest van veelvuldige opgedrongen seksuele contacten die de slachtoffers voor het financieel gewin van verdachte moesten ondergaan en daarnaast ook oplichting is bewezenverklaard, dient een zwaardere gevangenisstraf opgelegd te worden dan de in eerste aanleg opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden. Mede in aanmerking genomen de na het vonnis van de rechtbank gewijzigde regeling omtrent de voorwaardelijke invrijheidsstelling, is in beginsel een gevangenisstraf van 36 maanden passend. Nu in hoger beroep echter sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn, zal een korting worden toegepast van 10 % op de op te leggen straf. Het hof zal verdachte daarom veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 32 maanden. Benadeelde partijen [benadeelde 1]
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft zich in het geding in eerste aanleg gevoegd en haar vordering tot schadevergoeding is deels (tot een bedrag van € 15.240,-) toegewezen. De voeging ter zake van het toegewezen deel van de vordering duurt in hoger beroep voort. Verdachte heeft de vordering niet inhoudelijk en gemotiveerd betwist. De vordering is toewijsbaar, zulks hoofdelijk, in die zin dat de verdachte jegens de benadeelde partij niet tot vergoeding van dit bedrag is gehouden, voor zover zijn mededader het bedrag reeds heeft voldaan. Verdachte wordt tevens veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd. [benadeelde 2] De benadeelde partij [benadeelde 2] heeft zich in het geding in eerste aanleg gevoegd en haar vordering tot schadevergoeding is deels (tot een bedrag van € 7.750,-) toegewezen. De voeging ter zake van het toegewezen deel van de vordering duurt in hoger beroep voort. Verdachte heeft de vordering niet inhoudelijk en gemotiveerd betwist. De vordering is toewijsbaar. Verdachte wordt tevens veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd. [benadeelde 3] De benadeelde partij [benadeelde 3] heeft zich in het geding in eerste aanleg gevoegd en zijn vordering tot schadevergoeding is deels (tot een bedrag van € 3.873,19) toegewezen. De voeging ter zake van het toegewezen deel van de vordering duurt in hoger beroep voort. Verdachte heeft de vordering niet inhoudelijk en gemotiveerd betwist. De vordering is toewijsbaar. Verdachte wordt tevens veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd. Toepassing van wetsartikelen Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 47, 57, 326 en 273f van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van de bewezen verklaarde feiten. De uitspraak HET HOF, RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP: verklaart de verdachte niet ontvankelijk in zijn hoger beroep, voor zover dit is gericht tegen de vrijspraak ter zake van in zaak B onder 2 en 3 ten laste gelegde; vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende: verklaart het verdachte in zaak B onder 1 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij; verklaart het verdachte in zaak A onder 1 en 2 en in zaak B onder 1 subsidiair ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar; verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als hiervoor vermeld in zaak A onder 1 en 2 en in zaak B onder 1 subsidiair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij; veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van tweeëndertig maanden; beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht; wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 1], wonende te [woonplaats] (zaak A, feit 1), tot een bedrag van vijftienduizend tweehonderdveertig euro, met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken; legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van vijftienduizend tweehonderdveertig euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1], [woonplaats]; beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van honderdelf dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd; bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen; wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 2], wonende te [woonplaats] (zaak A feit 2), tot een bedrag van zevenduizend zevenhonderdvijftig euro; veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken; legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van zevenduizend zevenhonderdvijftig euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2], wonende te [woonplaats]; beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van drieënzeventig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt; bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen; wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 3], wonende te [woonplaats] (zaak B, feit 1 subsidiair), tot een bedrag van drieduizend achthonderddrieënzeventig euro en negentien cent; veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken; legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van drieduizend achthonderddrieënzeventig euro en negentien cent ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 3], wonende te [woonplaats]; beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van achtenveertig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt; bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen. Dit arrest is aldus gewezen door mr. P. Greve, voorzitter, mr. L.T. Wemes en mr. G. Dam, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Mulder als griffier, zijnde mr. Greve buiten staat dit arrest mede te ondertekenen. -