ECLI:NL:GHARL:2014:9416 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 04-12-2014 Datum publicatie: 17-12-2014 Zaaknummer: 21-005710-13 Formele relaties: Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2013:1485 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep
Uitspraak Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 12 juni 2013 met parketnummer 06-850783-12 in de strafzaak tegen
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande. Het hoger beroep De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. Onderzoek van de zaak Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 6 november 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het vonnis waarvan beroep Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het op verschillende onderdelen tot een andere beslissing komt.
Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen. De tenlastelegging Aan verdachte is tenlastegelegd dat: 1 primair hij op meerdere tijdstippen op of omstreeks 17 februari 2010 te Apeldoorn, in elk geval (telkens) in Nederland, (lid 3, onder 1°) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten, [aangever 1] (lid 1, onder 1°) (telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die [aangever 1] en/of (lid 1, onder 4°) (telkens) met één of meerdere van de onder 1° van dit artikel genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie die [aangever 1] heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten en/of onder de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij, verdachte en/of diens mededader(s), wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [aangever 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten, heeft/hebben en/of is/zijn verdachte en/of diens mededader(s)
- terwijl die [aangever 1] drugsverslaafd is geweest en/of - terwijl die [aangever 1] recent in een afkickkliniek had gezeten en/of - terwijl de verstandelijke vermogens van die [aangever 1] beneden gemiddeld zijn en/of - terwijl die [aangever 1] in de auto zit bij verdachte en/of diens mededader(s), tegen die [aangever 1] gezegd dat hij meerdere, althans één, telefoonabonnement(en) moest afsluiten, omdat hij anders problemen zou krijgen en/of - terwijl die [aangever 1] bang was dat hij in elkaar geslagen zou worden en/of dat zijn familie bedreigd zou worden en/of - tegen die [aangever 1] gezegd “Mondje dicht en geen politie, anders komen er problemen”, en/of - tegen die [aangever 1] gezegd dat het/de abonnement(en) en/of contract(en) uit het archief gehaald zou gaan worden en/of - tegen die [aangever 1] gezegd welk adres hij moest opgeven bij de telefoonwinkel(s) en/of - die [aangever 1] (meerdere malen) in de auto vervoerd en/of - met die [aangever 1] naar de Belcompany en/of Hi-winkel en/of T-Mobile en/of Telfort, althans een of meer telefoonwinkel(s) gegaan en/of - (telkens) nadat die [aangever 1] het telefoonabonnement had afgesloten tegen die [aangever 1] gezegd dat hij de tas met de telefoon moest afgeven, - door welke feiten en omstandigheden voor voornoemde [aangever 1] een (afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan hij zich niet heeft kunnen onttrekken en/of ten gevolge waarvan hij geen weerstand aan verdachte en/of diens mededader(s) heeft kunnen bieden en/of - terwijl die [aangever 1] rekeningen van de telefoonmaatschappij(en) heeft ontvangen;
subsidiair hij op meerdere tijdstippen op of omstreeks 17 februari 2010 te Apeldoorn, in geval (telkens) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 1] heeft gedwongen tot de afgifte van meerdere, althans één mobiele telefoon(s) en/of telefooncontract(en), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of tot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere, althans één telefoonabonnement(en) welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of diens mededader(s) - terwijl die [aangever 1] in de auto zit bij verdachte en/of diens mededader(s), tegen die [aangever 1] heeft/hebben gezegd dat hij meerdere, althans één telefoonabonnement(en) moest afsluiten, omdat hij anders problemen zou krijgen en/of - terwijl die [aangever 1] bang was dat hij in elkaar geslagen zou worden en/of dat zijn familie bedreigd zou worden en/of - tegen die [aangever 1] heeft/hebben gezegd “Mondje dicht en geen politie, anders komen er problemen”, althans woorden van gelijke dreigende strekking en/of aard;
meer subsidiair hij op meerdere tijdstippen op of omstreeks 17 februari 2010 te Apeldoorn, in elk geval (telkens) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 1] heeft bewogen tot de afgifte van meerdere, althans één mobiele telefoon(s), in elk geval van enig goed, en/of tot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere, althans één telefoonabonnement(en), hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) met vorenomschreven oogmerk zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - terwijl die [aangever 1] in de auto zit bij verdachte en/of diens mededader(s), tegen die [aangever 1] gezegd dat hij meerdere, althans één telefoonabonnement(en) moest afsluiten, omdat hij anders problemen zou krijgen en/of - terwijl die [aangever 1] bang was dat hij in elkaar geslagen zou worden en/of dat zijn familie bedreigd zou worden en/of - tegen die [aangever 1] gezegd “Mondje dicht en geen politie, anders komen er problemen”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- tegen die [aangever 1] gezegd dat het contract uit het archief gehaald zou gaan worden en/of - tegen die [aangever 1] gezegd welk adres hij moest opgeven bij de telefoonwinkel(s) en/of - (telkens) nadat die [aangever 1] het telefoonabonnement had afgesloten tegen die [aangever 1] gezegd dat hij de tas met de telefoon moest afgeven, - waardoor die [aangever 1] werd bewogen tot afgifte van meerdere, althans één, mobiele telefoon(s) en/of contract(en) en/of het afsluiten van meerdere, althans één, telefoonabonnement(en), - terwijl die [aangever 1] rekeningen van de telefoonmaatschappij(en) heeft ontvangen; 2 primair hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2010 tot en met 18 maart 2010 te Deventer en/of te Apeldoorn, in elke geval (telkens) in Nederland, (lid 3, onder 1°) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten, [aangever 2] (lid 1, onder 1°) (telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die [aangever 2] en/of (lid 1, onder 4°) (telkens) met één of meerdere van de onder 1° van dit artikel genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie die [aangever 2] heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten en/of onder de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden
en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij, verdachte en/of diens mededader(s), wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [aangever 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten, heeft/hebben en/of is/zijn verdachte en/of diens mededader(s) - terwijl die [aangever 2] een verstandelijke beperking heeft met die [aangever 2] besproken dat zij geld nodig had en/of - tegen die [aangever 2] gezegd dat als zij tenminste tien telefoonabonnementen zou afsluiten, zij daar geld voor zou krijgen en/of - tegen die [aangever 2] gezegd dat hij verdachte en/of diens mededader(s) iemand kende(n) die het/de abonnement(en) uit het systeem zou halen en/of - aan die [aangever 2] een adres gegeven dat zij moest opgeven bij de telefoonwinkel(s) en/of - die [aangever 2] vervoerd met de auto en/of - met die [aangever 2] naar KPN en/of Belcompany, althans een of meer telefoonwinkel(s) is gegaan en/of - (telkens) nadat die [aangever 2] een telefoonabonnement had afgesloten het/de contract(en) en/of mobiele telefoon(s) ingenomen en/of - door welke feiten en omstandigheden voor voornoemde [aangever 2] een (afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en/of ten gevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte en/of diens mededader(s) heeft kunnen bieden en/of - terwijl die [aangever 2] een bedrag van 150 euro heeft ontvangen van verdachte en/of diens mededader(s) en/of - terwijl die [aangever 2] wel rekeningen van de telefoonmaatschappij(en) heeft ontvangen; subsidiair hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2010 tot en met 18 maart 2010 te Deventer en/of te Apeldoorn, in elke geval (telkens) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 2] heeft bewogen tot de afgifte
van meerdere, althans één mobiele telefoon(s) en/of contract(en), in elk geval van enig goed, en/of tot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere, althans één telefoonabonnement(en), hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) met vorenomschreven oogmerk zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - tegen die [aangever 2] gezegd dat als zij tenminste tien telefoonabonnementen zou afsluiten, zij daar geld voor zou krijgen en/of - tegen die [aangever 2] gezegd dat hij verdachte en/of diens mededader(s) iemand kende(n) die het/de abonnement(en) uit het systeem zou halen en/of - aan die [aangever 2] een adres gegeven dat zij moest opgeven bij de telefoonwinkel(s), - waardoor die [aangever 2] werd bewogen tot afgifte van meerdere, althans één, mobiele telefoon(s) en/of contract(en) en/of het afsluiten van meerdere, althans één, telefoonabonnement(en), - terwijl die [aangever 2] een bedrag van 150 euro heeft ontvangen van verdachte en/of diens mededader(s) en/of - terwijl die [aangever 2] wel rekeningen van de telefoonmaatschappij(en) heeft ontvangen; 3 primair hij op meerdere tijdstippen op of omstreeks 18 maart 2010 te Deventer en/of te Apeldoorn, in elk geval (telkens) in Nederland, (lid 3, onder 1°) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten, [aangever 3], (lid 1, onder 1°) (telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die [aangever 3] en/of
(lid 1, onder 4°) (telkens) met één of meerdere van de onder 1° van dit artikel genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie die [aangever 3] heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten en/of onder de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij, verdachte en/of diens mededader(s), wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [aangever 3] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten, heeft/hebben en/of is/zijn verdachte en/of diens mededader(s) - aan die [aangever 3] gevraagd of zij geld wilde verdienen en/of - met die [aangever 3] afgesproken en/of - tegen die [aangever 3] gezegd dat zij meerdere, althans één, telefoonabonnement(en) af moest sluiten op haar naam en/of - tegen die [aangever 3] gezegd welk adres zij moest opgeven bij de telefoonwinkel(s) en/of - tegen die [aangever 3] gezegd dat hij verdachte en/of diens mededader(s) iemand kende(n) die de gegevens uit het systeem zou halen en/of - tegen die [aangever 3] gezegd dat ze moest doen wat hij, verdachte, en/of diens mededader(s) zei(den), want anders zouden ze haar huis opzoeken en/of - die [aangever 3] uitgescholden en/of gezegd dat ze de lul zou zijn als ze niet deed wat hij, verdachte, en/of diens mededader(s) wilde(n) en/of dat ze haar wat aan zouden doen en/of - die [aangever 3] (meerdere malen) in de auto vervoerd en/of - met die [aangever 3] naar de KPN en/of de Belcompany, althans een of meer telefoonwinkel(s) gegaan en/of - (telkens) nadat die [aangever 3] een telefoonabonnement had afgesloten het/de contract(en) en/of de mobiele telefoon(s) ingenomen en/of - door welke feiten en omstandigheden voor voornoemde [aangever 3] een (afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en/of
ten gevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte en/of diens mededader(s) heeft kunnen bieden en/of - terwijl die [aangever 3] rekeningen van de telefoonmaatschappij(en) heeft ontvangen; subsidiair hij op meerdere tijdstippen op of omstreeks 18 maart 2010 te Deventer en/of te Apeldoorn, in elk geval (telkens) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 3] heeft gedwongen tot de afgifte van meerdere, althans een, mobiele telefoon(s) en/of contract(en), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of tot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere, althans één telefoonabonnement(en) welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of diens mededader(s) - tegen die [aangever 3] heeft/hebben gezegd dat zij meerdere, althans één, telefoonabonnement(en) af moest sluiten op haar naam en/of - tegen die [aangever 3] heeft/hebben gezegd dat ze moest doen wat hij, verdachte, en/of diens mededader(s) zei(den), want anders zouden ze haar huis opzoeken en/of - die [aangever 3] heeft/hebben uitgescholden en/of tegen die [aangever 3] heeft/hebben gezegd dat ze de lul zou zijn als ze niet deed wat hij, verdachte, en/of diens mededader(s) wilde(n) en/of dat ze haar wat aan zouden doen; meer subsidiair hij op meerdere tijdstippen of omstreeks 18 maart 2010 te Deventer en/of te Apeldoorn, althans in elk geval (telkens) Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 3] heeft bewogen tot de afgifte van meerdere, althans een, mobiele telefoon(s) en/of contract(en), in elk geval van enig goed, en/of tot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere, althans één telefoonabonnement(en), hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) met vorenomschreven oogmerk zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - aan die [aangever 3] gevraagd of zij geld wilde verdienen en/of
- tegen die [aangever 3] gezegd dat zij meerdere, althans één, telefoonabonnement(en) af moest sluiten op haar naam en/of - tegen die [aangever 3] gezegd welk adres zij moest opgeven bij de telefoonwinkel(s) en/of - tegen die [aangever 3] gezegd dat hij verdachte en/of diens mededader(s) iemand kende(n) die de gegevens uit het systeem zou halen en/of - tegen die [aangever 3] gezegd dat ze moest doen wat hij, verdachte, en/of diens mededader(s) zei(den), want anders zouden ze haar huis opzoeken en/of - die [aangever 3] uitgescholden en/of gezegd dat ze de lul zou zijn als ze niet deed wat hij, verdachte, en/of diens mededader(s) wilde(n) en/of dat ze haar wat aan zouden doen, - waardoor die [aangever 3] werd bewogen tot de afgifte van meerdere, althans één, mobiele telefoon(s) en/of contract(en) en/of het afsluiten van meerdere, althans één, telefoonabonnement(en) en/of - terwijl die [aangever 3] wel rekeningen van de telefoonmaatschappij(en) heeft ontvangen; 4 primair hij op of omstreeks 27 januari 2011 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, (lid 3, onder 1°) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten, [aangever 4] (lid 1, onder 1°) (telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die [aangever 4] en/of (lid 1, onder 4°) (telkens) met één of meerdere van de onder 1° van dit artikel genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door
misbruik van de kwetsbare positie die [aangever 4] heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten en/of onder de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij, verdachte en/of diens mededader(s), wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [aangever 4] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten, heeft/hebben en/of is/zijn verdachte en/of diens mededader(s) - via msn aan die [aangever 4] gevraagd of hij gemakkelijk geld wilde verdienen en/of - met die [aangever 4] afgesproken en/of - tegen die [aangever 4] gezegd dat hij 500 euro kon verdienen door zes, althans meerdere, telefoonabonnement(en) af te sluiten en/of vervolgens het/de contract(en) en/of mobiele telefoon(s) aan hem, verdachte, en/of diens mededader(s) af te geven en/of - tegen die [aangever 4] gezegd dat hij, verdachte, en/of diens mededader(s) ervoor zou(den) zorgen dat [aangever 4] naam uit het systeem zou worden verwijderd zodat hij geen rekeningen zou krijgen en/of - tegen die [aangever 4] gezegd dat hij een ander adres moest opgeven dan zijn eigen adres, bij de telefoonwinkel(s) en/of - met die [aangever 4] naar een of meer telefoonwinkel(s) gegaan en/of - (telkens) nadat die [aangever 4] het telefoonabonnement had afgesloten het/de contract(en) en/of mobiele telefoon(s) ingenomen en/of van die [aangever 4] gekregen en/of - terwijl die [aangever 4] een bedrag van 280 euro heeft ontvangen van verdachte en/of diens mededader(s) en/of - terwijl die [aangever 4] wel rekeningen van de telefoonmaatschappij heeft ontvangen; subsidiair hij op meerdere tijdstippen op of omstreeks 27 januari 2011 te Apeldoorn, in elk geval (telkens) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of diens mededader(s) en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 4] heeft bewogen tot de afgifte van meerdere, althans een mobiele
telefoon(s) en/of contract(en), in elk geval van enig goed, en/of tot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere, althans één telefoonabonnement(en), hebbende verdachte en/of diens mededader(s) (telkens) met vorenomschreven oogmerk zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - via msn aan die [aangever 4] gevraagd of hij gemakkelijk geld wilde verdienen en/of - met die [aangever 4] afgesproken en/of - tegen die [aangever 4] gezegd dat hij 500 euro kon verdienen door zes, althans meerdere, telefoonabonnementen af te sluiten en/of vervolgens het/de contract(en) en/of mobiele telefoon(s) aan hem, verdachte en/of diens mededader(s) af te geven en/of - tegen die [aangever 4] gezegd dat hij, verdachte, en/of diens mededader(s) ervoor zou(den) zorgen dat [aangever 4] naam uit het systeem zou worden verwijderd zodat hij geen rekeningen zou krijgen en/of - tegen die [aangever 4] gezegd dat hij een ander adres moest opgeven dan zijn eigen adres, bij de telefoonwinkel(s), - waardoor die [aangever 4] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of - terwijl die [aangever 4] wel rekeningen van de telefoonmaatschappij heeft ontvangen; Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging. Vrijspraak Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 1 meer subsidiair, 2 primair, 3 primair, 3 subsidiair, 3 meer subsidiair en 4 primair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. Overweging over de tenlastegelegde mensenhandel Het hof gaat ervan uit dat, waar aan verdachte ten laste is gelegd het strafbare feit van artikel 273f lid 1 onder ten vierde Wetboek van Strafrecht, aan de termen in de tenlastelegging dezelfde betekenis toekomt als in de delictsomschrijving. Artikel 273f lid 1 van het Wetboek van Strafrecht luidt, voor zover van belang, als volgt: Als schuldig aan mensenhandel wordt met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie gestraft: …
4°. degene die een ander met een van de onder 1° genoemde middelen dwingt of beweegt zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten of zijn organen beschikbaar te stellen dan wel onder de onder 1° genoemde omstandigheden enige handeling onderneemt waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar stelt tot het verrichten van arbeid of diensten of zijn organen beschikbaar stelt. Uit de totstandkomingsgeschiedenis van deze bepaling blijkt dat deze deel uitmaakt van de wetgeving die strekt tot uitvoering van een aantal internationale instrumenten die ertoe strekken uitbuiting te voorkomen en strafbaar te stellen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt niet dat de wetgever aan artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht, in het bijzonder het bepaalde onder ten vierde, een ruimere strekking heeft willen geven. 1 Dat heeft tot gevolg dat de delictsomschrijving en – nu in de tenlastelegging dezelfde woorden zijn gebezigd – de tenlastelegging aldus dienen te worden gelezen dat “uitbuiting” daarvan deel uitmaakt, in die zin dat aan de in de delictsomschrijving (en in de tenlastelegging) voorkomende termen, ‘het verrichten van arbeid of diensten’ een zodanige uitleg wordt gegeven dat het gaat om arbeid en/of diensten die vanwege hun aard (zoals prostitutiewerkzaamheden) en/of omstandigheden waaronder die werkzaamheden worden verricht (bijvoorbeeld geen betaling, lange werkdagen etc.) – in combinatie met een in artikel 273f lid 1 onder 1 genoemd middel – een situatie van uitbuiting opleveren. Naar het oordeel van het hof ligt het – nu de kern van artikel 273f lid 1 onder ten vierde de strafbaarstelling van uitbuiting betreft – meer voor de hand om het vereiste van uitbuiting aan te merken als impliciet bestanddeel en ligt het minder voor de hand om dit aan te merken als voorwaarde voor kwalificatie. 2 In zijn arrest van 27 oktober 2009 (ECLI:NL:HR:2009:BI7099) heeft de Hoge Raad als volgt overwogen: “Het in art. 273a, eerste lid, (oud) Sr voorkomende bestanddeel (oogmerk van) uitbuiting is in de wet niet gedefinieerd, anders dan door de opsomming in het tweede lid van een aantal vormen van uitbuiting, waaronder gedwongen of verplichte arbeid of diensten. Blijkens de (…) memorie van toelichting doelt deze bepaling op een verscheidenheid aan moderne vormen van slavernij, waarbij als voorbeeld wordt genoemd een extreem lange werkweek tegen onevenredig lage betaling onder slechte werkomstandigheden. De vraag of – en zo ja, wanneer – sprake is van 'uitbuiting' in de zin van de onderhavige bepaling, is niet in algemene termen te beantwoorden, maar is sterk verweven met de omstandigheden van het geval. Bij de beantwoording van die vraag komt in een geval als het onderhavige onder meer betekenis toe aan de aard en duur van de tewerkstelling, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengt, en het economisch voordeel dat daarmee door de tewerksteller wordt behaald. Bij de weging van deze en andere relevante factoren dienen de in de Nederlandse samenleving geldende maatstaven als referentiekader te worden gehanteerd. (…)”.
Uit het voorgaande vloeit voort dat een gedraging als het “afsluiten van een telefoonabonnement” niet zonder meer is aan te merken als arbeid of dienst tot het verrichten waarvan iemand wordt gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen. Voor bewezenverklaring is vereist dat op grond van de omstandigheden van het geval uitbuiting komt vast te staan, waarbij onder meer betekenis toekomt aan de aard en duur van de tewerkstelling, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengt en het economisch voordeel dat daarmee door de tewerksteller wordt behaald en dat bij de weging van deze en andere relevante factoren de in de Nederlandse samenleving geldende maatstaven als referentiekader dienen te worden gehanteerd. Het hof zal deze vraag voor elk tenlastegelegd feit afzonderlijk dienen te beantwoorden. Overweging over de tenlastegelegde oplichting Voor het antwoord op de vraag of uit door een verdachte gebezigde leugenachtige mededelingen kan worden afgeleid dat het slachtoffer door een samenweefsel van verdichtsels werd bewogen tot afgifte van een goed, tot het verlenen van een dienst, tot het ter beschikking stellen van gegevens, tot het aangaan van een schuld of tot het teniet doen van een inschuld als bedoeld in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht, komt het aan op alle omstandigheden van het geval. Tot die omstandigheden behoren de vertrouwenwekkende aard, het aantal en de indringendheid van de (geheel of gedeeltelijk) onware mededelingen in hun onderlinge samenhang, de mate waarin de in het algemeen in het maatschappelijk verkeer vereiste omzichtigheid degene tot wie de mededelingen zijn gericht aanleiding had moeten geven de onwaarheid te onderkennen of zich daardoor niet te laten bedriegen en de persoonlijkheid van het slachtoffer (onder meer Hoge Raad 10 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1366). Toepassing voor wat betreft vrijspraken Wat feit 1 primair en subsidiair betreft stelt het hof voorop dat het geen geloof hecht aan de verklaringen van aangever voor zover daarin gesproken wordt van geweld of verbale dreigingen van de kant van verdachte en de medeverdachte. Door verdachten is aan aangever verteld dat hij geld kon verdienen door het afsluiten van telefoonabonnementen en vervolgens aan hen de daarbij behorende telefoons te geven, dat zij die telefoons zouden verkopen en hij een deel van de opbrengst zou krijgen. Ook is hem gezegd dat hij geen rekeningen zou krijgen. Aangever had geld nodig. Hij heeft “meegedaan” door op één dag een vijftal abonnementen af te sluiten en de telefoons aan de verdachten af te geven, waarbij hij bij de telefoonwinkels telkens een verkeerd adres opgaf. Aangever heeft daarvoor geld gekregen. In ieder geval één van de verdachten ging telkens met hem mee. Naar het oordeel van het hof is er in het bijzonder gelet op de aard en duur van de tewerkstelling – voor zover daarvan al kan worden gesproken –, de beperkingen die zij voor
de betrokkene meebrengt en het economisch voordeel dat daarmee door de tewerksteller wordt behaald, in dit geval geen sprake van uitbuiting. [aangever 1]’s activiteiten zijn beperkt gebleven tot het afsluiten van enkele abonnementen op één dag, terwijl van noemenswaardige beperkingen voor hem geen sprake is. Ook uit de overige omstandigheden valt niet af te leiden dat er sprake is van uitbuiting. Het hof acht het onder 1 meer subsidiair tenlastegelegde evenmin bewezen. In het bijzonder is niet bewezen dat [aangever 1] door het gebruik van de vermelde oplichtingsmiddelen is bewogen tot het afsluiten van de telefoonabonnementen. Hij heeft zelf verklaard dat hij daartoe is gebracht door geweld of bedreiging met geweld, maar het hof acht het gebruik van die middelen niet bewezen. Ook uit de verklaringen van de verdachte kan het causaal verband tussen het afsluiten van de telefoonabonnementen en het gebruik van de in de tenlastelegging vermelde middelen niet worden afgeleid. Wat feit 2 primair betreft stelt het hof vast dat de gang van zaken – kort gezegd – als volgt is geweest. [aangever 2] had geld nodig. Zij kwam in contact met verdachte en zijn medeverdachte. Zij zijn naar haar toe gekomen en hebben haar uitgelegd wat zij moest doen en hoe het zou werken. Haar werd gezegd dat ze er geld voor zou krijgen als zij tenminste tien telefoonabonnementen zou afsluiten en de telefoons aan hen zou geven. Ze zou geen abonnementen op haar naam krijgen omdat een vriend die de verdachte en zijn medeverdachte bij een telefoonzaak hadden, die abonnementen uit het systeem zou halen, zo werd haar verteld en dat geloofde ze ook. Ze heeft vervolgens een drietal abonnementen afgesloten, waarbij de verdachten haar begeleidden. Ze heeft 150 euro ontvangen. Naar het oordeel van het hof is er in het bijzonder gelet op de aard en duur van de tewerkstelling – voor zover daarvan al kan worden gesproken –, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengt en het economisch voordeel dat daarmee door de tewerksteller wordt behaald, in dit geval geen sprake van uitbuiting. [aangever 2]’s activiteiten zijn beperkt gebleven tot het afsluiten van enkele abonnementen op één dag, terwijl van noemenswaardige beperkingen voor haar geen sprake is. Ook uit de overige omstandigheden, waaronder haar lage IQ, valt niet af te leiden dat er sprake is van uitbuiting. Wat feit 3 primair en subsidiair betreft stelt het hof vast dat aangeefster wisselend heeft verklaard over de gang van zaken. Het hof acht niet bewezen dat er sprake is geweest van geweld of bedreiging met geweld dan wel met andere feitelijkheden. Aangeefster had geld nodig. Zij heeft op basis van aanwijzingen van de verdachte en zijn medeverdachte op één dag, vergezeld van de verdachten dan wel één van hen, een tweetal telefoonabonnementen afgesloten en de telefoons aan hen gegeven. Zij heeft hier ook geld voor gekregen.
Naar het oordeel van het hof is er in het bijzonder gelet op de aard en duur van de tewerkstelling – voor zover daarvan al kan worden gesproken –, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengt en het economisch voordeel dat daarmee door de tewerksteller wordt behaald, in dit geval geen sprake van uitbuiting. De activiteiten van aangeefster zijn beperkt gebleven tot het afsluiten van enkele abonnementen op één dag, terwijl van noemenswaardige beperkingen voor haar geen sprake is. Ook uit de overige omstandigheden valt niet af te leiden dat er sprake is van uitbuiting. Het hof acht – evenals de rechtbank – het meer subsidiair tenlastegelegde evenmin bewezen. In het bijzonder is niet bewezen dat [aangever 3] door het gebruik van de vermelde oplichtingsmiddelen is bewogen tot het afsluiten van de telefoonabonnementen. Aangeefster heeft immers zelf verklaard niet in het verhaal te geloven dat al haar gegevens uit het systeem van de telefoonwinkel zouden worden gehaald. Wat feit 4 primair betreft overweegt het hof dat aangever is ingegaan op het aanbod van verdachte om telefoonabonnementen af te sluiten en de daarbij verworven telefoons te verkopen. Aangever had geld nodig. Een viertal abonnementen is op één dag afgesloten, terwijl daarnaast ook nog enkele andere winkels zijn bezocht voor het afsluiten van telefoonabonnementen. Verdachte is niet mee naar binnen geweest. Aangever is gezegd dat ervoor zou worden gezorgd dat zijn naam uit het systeem van de provider zou worden gehaald. Aangever heeft voor zijn activiteiten geld ontvangen. Naar het oordeel van het hof is er in het bijzonder gelet op de aard en duur van de tewerkstelling – voor zover daarvan al kan worden gesproken –, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengt en het economisch voordeel dat daarmee door de tewerksteller wordt behaald, in dit geval geen sprake van uitbuiting. De activiteiten van aangever zijn beperkt gebleven tot het afsluiten van enkele abonnementen op één dag en daarnaast mogelijk enkele pogingen daartoe op in totaal twee dagen, terwijl van noemenswaardige beperkingen voor hem geen sprake is. Ook uit de overige omstandigheden, waaronder het verblijf in een afkickkliniek en de omstandigheid dat er sprake zou zijn van begeleid wonen, valt niet af te leiden dat er sprake is van uitbuiting. Bewijs en bewezenverklaring Bewezenverklaring Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelenslechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 subsidiair en 4 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat: 2
subsidiair hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2010 tot en met 18 maart 2010 te Deventer en /of te Apeldoorn, in elke geval (telkens) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander (en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 2] heeft bewogen tot de afgifte van meerdere, althans één mobiele telefoon ( s ) en/of contract(en), in elk geval van enig goed, en /of tot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere, althans één telefoonabonnement ( en ), hebbende verdachte en/of zijn mededader (s) (telkens) met vorenomschreven oogmerk zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - tegen die [aangever 2] gezegd dat als zij tenminste tien telefoonabonnementen zou afsluiten, zij daar geld voor zou krijgen en /of - tegen die [aangever 2] gezegd dat hij verdachte en/of diens mededader (s) iemand kende(n) die het/de abonnement(en) uit het systeem zou halen en /of - aan die [aangever 2] een adres gegeven dat zij moest opgeven bij de telefoonwinkel(s), - waardoor die [aangever 2] werd bewogen tot afgifte van meerdere, althans één, mobiele telefoon ( s ) en/of contract(en) en /of het afsluiten van meerdere, althans één, telefoonabonnement(en), - terwijl die [aangever 2] een bedrag van 150 euro heeft ontvangen van verdachte en/of diens mededader(s) en/of - terwijl die [aangever 2] wel rekeningen van de telefoonmaatschappij(en) heeft ontvangen; 4 subsidiair hij op meerdere tijdstippen op of omstreeks 27 januari 2011 te Apeldoorn, in elk geval (telkens) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of diens mededader(s) en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 4] heeft bewogen tot de afgifte van meerdere, althans een mobiele telefoon ( s ) en/of contract(en), in elk geval van enig goed, en /of tot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere, althans één telefoonabonnement(en ),
hebbende verdachte en/of diens mededader(s) (telkens) met vorenomschreven oogmerk zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - via msn aan die [aangever 4] gevraagd of hij gemakkelijk geld wilde verdienen en /of - met die [aangever 4] afgesproken en/of - tegen die [aangever 4] gezegd dat hij 500 euro kon verdienen door zes, althans meerdere, telefoonabonnementen af te sluiten en/of vervolgens het/de contract(en) en/of mobiele telefoon(s) aan hem, verdachte en/of diens mededader(s) af te geven en/of - tegen die [aangever 4] gezegd dat hij, verdachte, en/of diens mededader(s) ervoor zou (den) zorgen dat [aangever 4] naam uit het systeem zou worden verwijderd zodat hij geen rekeningen zou krijgen en /of - tegen die [aangever 4] gezegd dat hij een ander adres moest opgeven dan zijn eigen adres, bij de telefoonwinkel(s), - waardoor die [aangever 4] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en /of - terwijl die [aangever 4] wel rekeningen van de telefoonmaatschappij heeft ontvangen. Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken. De bewijsmiddelen zullen op de voet van het bepaalde in artikel 365a van het Wetboek van Strafvordering worden uitgewerkt in geval er cassatie wordt ingesteld. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het onder 2 subsidiair bewezen verklaarde levert op: Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd. Het onder 4 subsidiair bewezen verklaarde levert op: Oplichting, meermalen gepleegd. Strafbaarheid van de verdachte Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn. Oplegging van straf en/of maatregel De officier van justitie heeft geëist dat verdachte wordt veroordeeld ter zake van alle primair tenlastegelegde feiten tot een gevangenisstraf van 18 maanden.
De rechtbank Gelderland heeft de verdachte ter zake van de feiten 1 meer subsidiair, 2 subsidiair en 4 subsidiair veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van veertien maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld ter zake van de alle primair tenlastegelegde feiten tot een gevangenisstraf van 20 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Het hof komt tot andere straffen dan waartoe is gerequireerd door de advocaatgeneraal en die welke zijn opgelegd door de rechtbank. Dit houdt in het bijzonder verband met de verschillen in de aard van de bewezen verklaarde feiten, met het aantal bewezen verklaarde feiten en de inschatting van de ernst van de feiten. Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden- dat verdachte enkele personen heeft opgelicht op de bewezen verklaarde wijze. Deze personen hebben als gevolg daarvan in feite meegedaan aan gedragingen waarbij onjuiste gegevens werden gegeven aan telefoonwinkels en waardoor zij uiteindelijk zelf in aanzienlijke financiële problemen zijn gekomen. Het hof houdt er echter ook rekening mee dat de slachtoffers van de acties van verdachte wisten dat zij onjuiste gegevens doorgaven en dat zij dat mede deden om zelf geen rekeningen te krijgen voor de door hen afgesloten telefoonabonnementen. Het hof neemt verder in aanmerking de omstandigheid dat het inmiddels om “oude” feiten gaat. Vordering van de benadeelde partij [aangever 1] De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 7.929,48. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.732,37. Niet is gebleken dat de benadeelde partij zich in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Het hof heeft daarom in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen. De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 1 ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen. Vordering van de benadeelde partij [aangever 2]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 5.136,42. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.284,10. Niet is gebleken dat de benadeelde partij zich in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Het hof heeft daarom in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen. Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 2 subsidiair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen. Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze. Vordering van de benadeelde partij [aangever 3] De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 2.970,82. De benadeelde is in de vordering bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. Niet is gebleken dat de benadeelde partij zich in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd, zodat de vordering thans niet meer aan de orde is. Toepasselijke wettelijke voorschriften Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 47, 57, 63 en 326 van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING Het hof: Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht: Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 1 meer subsidiair, 2 primair, 3 primair, 3 subsidiair, 3 meer subsidiair en 4 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 subsidiair en 4 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij. Verklaart het onder 2 subsidiair en 4 subsidiair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar. Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden . Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 2 (twee) maanden , niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht. Vordering van de benadeelde partij [aangever 1] Verklaart de benadeelde partij [aangever 1] in haar vordering tot schadevergoeding nietontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil. Vordering van de benadeelde partij [aangever 2] Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangever 2] ter zake van het onder 2 subsidiair bewezen verklaarde tot het bedrag van € 1.284,10 (duizend tweehonderdvierentachtig euro en tien cent) bestaande uit € 1.159,10 (duizend honderdnegenenvijftig euro en tien cent) materiële schade en € 125,00 (honderdvijfentwintig euro) immateriële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële en immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2010 tot aan de dag der algehele voldoening. Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil. Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever 2], een bedrag te betalen van € 1.284,10 (duizend tweehonderdvierentachtig euro en tien cent) bestaande uit € 1.159,10 (duizend honderdnegenenvijftig euro en tien cent) materiële schade en € 125,00 (honderdvijfentwintig euro) immateriële schade , bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 22 (tweeëntwintig) dagen hechtenis , met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft. Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële en immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2010 tot aan de dag der algehele voldoening. Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen. Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Aldus gewezen door mr. J.A.W. Lensing, voorzitter, mr. M.L.H.E. Roessingh-Bakels en mr. J.D. den Hartog, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr. L. Gereke, griffier, en op 4 december 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken. mr. M.L.H.E. Roessingh-Bakels is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.