ECLI:NL:GHARL:2014:6938 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 09-09-2014 Datum publicatie: 11-09-2014 Zaaknummer: 21-000531-14 Formele relaties: Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOVE:2014:213, (gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Rechtsgebied: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep
Uitspraak TEGENSPRAAK Promis Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel van 20 januari 2014 met parketnummer 08-700387-12 in de strafzaak tegen [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], wonende te [woonplaats] thans verblijvende in [detentieadres]. Het hoger beroep De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. Onderzoek van de zaak Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 15 juli 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr H. Versluis, naar voren is gebracht. Het vonnis waarvan beroep Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het komt tot een andere bewijsbeslissing – onder meer omdat uit de bewezenverklaring van de rechtbank niet volgt welke feiten van de onder 1 cumulatief tenlastegelegde feiten bewezen zijn verklaard -, een andere
strafoplegging en een andere beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroeptenlastegelegd dat: 1. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2011 tot en met 30 juni 2012 in de gemeente(n) Twenterand en/of Hof van Twente en/althans (elders) in Nederland en/of in Roemenië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen, een of meer (Roemeense) vrouw(en), te weten: - [slachtoffer 1], en/of - [slachtoffer 2], en/of - [slachtoffer 3], geboren op 14 februari 1996, en/of - [slachtoffer 4] * (sub 1) (telkens) door dwang en/of geweld en/of een of meer andere feitelijkheden en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die voornoemde vrouw(en), en/of * (sub. 3) (telkens) (in Roemenië) heeft aangeworven, medegenomen en/of ontvoerd, met het oogmerk die voornoemde vrouw(en) in een ander land (Nederland en/of Duitsland) ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handeling(en) met of voor een derde tegen betaling, en/of * (sub. 5) (telkens) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die vrouw, [slachtoffer 3], enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 3] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl die [slachtoffer 3] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, en/of * (sub. 8) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit één of meer seksuele handeling(en) van een vrouw, [slachtoffer 3]. met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer 3], de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, en/of * (sub. 9) (telkens) door een of meer andere feitelijkheden en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie die voornoemde vrouw(en) heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of zijn
mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van die vrouw(en) met of voor een derde, hierin bestaande dat verdachte tezamen met zijn mededader(s) en/althans alleen (telkens): - gebruik heeft/hebben gemaakt van het geestelijke en/of lichamelijke overwicht dat verdachte en/of zijn mededader(s) over die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] had(den), en/of - ten aanzien van die vrouw(en) die de Nederlandse taal niet (goed) machtig was/waren en/of onbekend was/waren in Nederland en/of onbekend was/waren met de Nederlandse regels en/of wetten en/of gewoonten en/of (bijna) niemand in Nederland kende(n) en/of/aldus zich in een kwetsbare (financiële) positie bevond(en) voornoemde vrouw(en) heeft benaderd en/of heeft laten benaderen voor prostitutie-werkzaamheden, en/of (vervolgens) - die vrouw(en) vanuit Roemenië naar Nederland en/of Duitsland heeft meegenomen/vervoerd en/of gebracht en/of het vervoer van die vrouw(en)vanuit Roemenië naar Nederland heeft geregeld/georganiseerd/betaald, en/of - de/het paspoort(en)/identiteitsbewijs/zen van die vrouw(en) af heeft genomen en/of in bewaring heeft genomen en/of laten nemen, en/of - ten aanzien van die minderjarige [slachtoffer 3] haar ouder(s) heeft misleid door tegenover die ouders aan te geven dat hun minderjarige dochter vanuit Roemenië naar Hongarije zou gaan om daar te werken, en/of - ten aanzien van die minderjarige [slachtoffer 3] ten behoeve van haar uitreis uit Roemenië een notariële akte heeft geregeld en/of laten regelen, en/of - zijn, verdachtes en/of verdachtes mededaders woning/caravan en/of een door verdachte en/of zijn mededader(s) gehuurde (vakantie)woning/ruimte voor het verrichten van prostitutiewerkzaamheden door die vrouw(en) ter beschikking heeft gesteld, en/of - die woning/ruimte(n) waar die vrouw(en) verbleef/verbleven heeft afgesloten, en/of - erotisch getinte foto(’s) van die vrouw(en) heeft gemaakt en/of heeft laten maken en/of (vervolgens) die foto(’s) en/of contactadvertentie(s) van die vrouw(en) op internet heeft gezet en/of laten zetten, en/of - die vrouw(en) (mede via verdachtes en/of verdachtes mededaders escortservice) in contact heeft gebracht en/of laten brengen met klant(en)/derde(n) en/of naar die klant(en)/derde(n) heeft vervoerd of laten vervoeren, en/of - controle heeft uitgeoefend en/of laten uitoefenen op de prostitutie werkzaamheden van die vrouw(en), en/of - de verdiensten van die vrouw(en) voor die prostitutie-werkzaamheden (gedeeltelijk) heeft afgenomen en/of laten afgeven en/of bewaard en/of een schuldrelatie met die vrouw(en) heeft laten ontstaan, en/of - een of meer van die vrouw(en) heeft gestompt en/of geslagen en/of gedreigd te slaan/stompen en/of die vrouw(en) met de dood heeft bedreigd/heeft gedreigd dood te schieten, en/of die [slachtoffer 1] de haren (gedeeltelijk) heeft afgeknipt, en/of - ( betaalde) seks met een of meer van die vrouw(en) heeft gehad; 2. hij op of omstreeks 26 juni 2012, althans in de maand juni 2012 in de gemeente(n) Hof van Twente en/of Twenterand, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, één of meermalen een afbeelding en/of een gegevensdrager (te weten een Samsung tablet, beslagcode B 2.4.2.), bevattende één of meer afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten 8, althans een of meer, foto(s) (telkens) heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit heeft gehad, bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken welke voornoemde seksuele gedraging(en) bestond(en) uit:
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een vrouw die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij die vrouw haar borsten met haar handen ondersteunt, en/of - het laten poseren van (diezelfde) vrouw die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij die vrouw gekleed is in een bikini en/of een negligé en/of een jurk en/of waarbij die vrouw poseert in een erotisch getinte/uitdagende houding en/of (waarbij) die afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft/hebben en/of strekt/strekken tot seksuele prikkeling; 3. hij op of omstreeks 30 juni 2012 te [plaats]. in de gemeente Twenterand, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen van categorie III, te weten een gaspistool (merk Rohm, serienummer [nummer]), voorhanden heeft gehad; 4. hij op of omstreeks 30 juni 2012 te [plaats], in de gemeente Hof van Twente, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen van categorie 1, onder 3, te weten een ploertendoder, voorhanden heeft gehad. Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging. Overweging met betrekking tot het bewijs en (deel)vrijspraken Het standpunt van de advocaat-generaal De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde. Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft betoogd dat verdachte grotendeels dient te worden vrijgesproken van de onder 1 tenlastegelegde mensenhandel. Volgens de raadsman kan verdachte alleen worden veroordeeld ter zake van het onder 1 sub 5 tenlastegelegde ten aanzien van de minderjarige [slachtoffer 3]. Er is naar het oordeel van de raadsman alleen bewijs voor het onder 2 tenlastegelegde wat betreft de foto waarop [slachtoffer 3] met ontbloot bovenlijf staat afgebeeld. De foto's waarop zij gekleed poseert, kunnen volgens hem niet worden aangemerkt als kinderpornografische afbeeldingen. Verder heeft de raadsman zich aangesloten bij het namens de medeverdachte [medeverdachte 2] door mr Y. Moszkowicz gevoerde verweer strekkende tot integrale vrijspraak van het onder 2 tenlastegelegde. Mr Moszkowicz heeft aangevoerd dat op grond van het proces-verbaal van de verbalisant [verbalisant 1] en het proces-verbaal van twee zedenrechercheurs niet kan worden vastgesteld dat de afbeeldingen betrekking hebben op een persoon die "kennelijk" de leeftijd van 18 jaren nog niet bereikt heeft. Volgens mr Moszkowicz staat evenmin vast dat de foto's die de verbalisanten ter beschikking hebben gekregen, dezelfde foto's zijn als de foto's die door het openbaar ministerie ter terechtzitting als stukken van overtuiging zijn overgelegd. De onder 3 en 4 tenlastegelegde feiten kunnen volgens de raadsman worden bewezen. Het oordeel van het hof
Het hof komt tot zijn oordeel op grond van de in de wettelijke vorm opgemaakte processenverbaal en andere wettige bewijsmiddelen die - tenzij anders is vermeld - zijn opgenomen in het dossier van het opsporingsonderzoek "Bahama" dat onder meer bestaat uit de volgende delen: 1. persoonsdossier verdachte [verdachte], p. 1000-1097; 2. persoonsdossier verdachte [medeverdachte 1], p. 2000-3004; 3. persoonsdossier verdachte [medeverdachte 2], p. 3005- 3112; 4. zaakdossier [slachtoffer 1], p. 6001-6538; 5. zaakdossier [slachtoffer 3], p. 7000-7575; 6. zaakdossier [slachtoffer 4], p. 9000-9473; 7. zaakdossier [slachtoffer 2], p. 10000-10595; 8. zaakdossier drugs & wapens, p. 10600-10852; beslagdossier, 11000-11694. Hieronder wordt telkens verwezen naar de doorlopende paginanummering aan de rechterbovenzijde van de stukken in de deeldossiers voor de vindplaats van de bewijsmiddelen. Uit het dossier blijkt het volgende: Feit 1: mensenhandel Op 28 juni 2012 nam [slachtoffer 1] contact op met de politie. Zij vertelde dat [medeverdachte 2] op zondag 24 juni 2012 een meisje van 16 jaar vanuit Roemenië naar Nederland heeft gebracht. Het zou gaan om een meisje uit een arm gezin. Naar aanleiding van het telefoontje werd door de politie actie ondernomen. Het meisje werd op 30 juni 2012 aangetroffen in een stacaravan in [plaats]. In dezelfde caravan werden [verdachte], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aangetroffen. 1 Aangifte en verklaringen [slachtoffer 3] Op 3 juli 2012 deed [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Roemenië 2 ) aangifte. Zij heeft verklaard dat zij op haar dertiende een relatie kreeg met [betrokkene 1], die toen 27 was. Voorheen had hij een relatie met [medeverdachte 2]. Hij en [medeverdachte 2] hebben twee kinderen. 3 Over de feiten verklaart zij als volgt. Ongeveer drie à vier maanden geleden hebben [slachtoffer 3] en [betrokkene 1] geld geleend van [medeverdachte 2]. Zij wilde dit geld terug hebben. [betrokkene 1] zei tegen [slachtoffer 3] dat ze geen geld hadden om de schuld terug te betalen en geen geld om de huur te betalen. [betrokkene 1] zei dat ze naar Nederland moest om te werken. Ze moest met mannen mee om te pijpen en te neuken. [medeverdachte 2] had tegen [betrokkene 1] gezegd dat hij dat tegen aangeefster moest zeggen. [betrokkene 1] vroeg haar om dat werk twee maanden te doen. Omdat aangeefster zoveel van [betrokkene 1] houdt, heeft ze met het voorstel ingestemd. [medeverdachte 2] zei tegen aangeefster dat ze onderweg aan aangeefster zou vertellen wat het werk inhield. [medeverdachte 2] had bedacht dat aangeefster tegen haar ouders zou zeggen dat ze naar Hongarije zou gaan om fruit te plukken. 4 Een week geleden is aangeefster met [betrokkene 1] naar het station in [plaats] (Roemenië) gegaan. Daar ontmoetten ze [medeverdachte 2]. Daar kwam ook de chauffeur. Zij stapte samen met [medeverdachte 2] in de auto. 5
In Nederland zijn ze ergens gestopt en toen werden ze opgehaald door [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte [verdachte]). Zij zag dat [verdachte] en [medeverdachte 2] elkaar op de mond zoenden. Zij en [medeverdachte 2] stapten bij [verdachte] in de auto en ze hebben nog anderhalf uur gereden. Ze kwamen toen bij de caravan, waar ze later door de politie is aangetroffen. In de caravan was een man met de naam [roepnaam medeverdachte 1] (het hof begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 1]). De volgende ochtend zei [medeverdachte 2] dat er foto’s van aangeefster gemaakt moesten worden, zodat klanten haar op internet konden zien. Zij kreeg kleding van [medeverdachte 2] voor de foto’s. Ze kreeg een bikinitopje en een bijpassend broekje. [medeverdachte 2] heeft ook foto van haar blote borsten gemaakt. [medeverdachte 2] zei dat het de bedoeling was dat ze met klanten mee zou gaan om te pijpen en te neuken. Ze zei dat aangeefster het werk niet zonder condoom moest doen. Aangeefster vond het helemaal niet fijn dat ze het werk moest doen. [verdachte] heeft haar identiteitskaart gezien en wist dus dat ze minderjarig was. [verdachte] schreef op een kartonnetje de geboortedatum: [geboortedatum]. De dag nadat de foto’s op internet werden geplaatst, werd er door klanten gebeld. [verdachte] nam de telefoon op. 6 Op vrijdag belde er een klant. [verdachte] pakte de telefoon aan. [verdachte] zei het tegen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 2] zei het tegen aangeefster. [medeverdachte 2] zei tegen aangeefster dat zij zich moest omkleden. [medeverdachte 2] zei dat de klant met aangeefster naar bed wilde. Aangeefster is samen met [verdachte] en [medeverdachte 2] in de auto vertrokken. Ze hebben gewacht op een plek waar veel geparkeerde auto’s stonden. De klant kwam aangereden in een auto. Aangeefster is met [medeverdachte 2] naar de auto toe gelopen. [medeverdachte 2] stapte voorin en aangeefster achterin. De klant gaf het geld aan [medeverdachte 2]. [medeverdachte 2] stapte vervolgens weer uit en ging bij [verdachte] in de auto zitten. De klant reed met aangeefster weg en stopte een eindje verderop. De man wilde dat aangeefster hem ging pijpen. Dat heeft ze gedaan. Daarna werd ze door hem geneukt. Aangeefster vond het verschrikkelijk. 7 Aangifte en verklaringen [slachtoffer 1] Op maandag 28 mei 2012 werd de politie gebeld door ene [roepnaam slachtoffer 1]. Naar aanleiding van een aantal door haar genoemde termen werd onderzoek gedaan in de politiesystemen. Deze [roepnaam slachtoffer 1] bleek [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum] te [plaats] en afkomstig uit Roemenië te zijn. Voorts bleek uit de geraadpleegde systemen dat er op 14 juli 2011 bij de politie anoniem melding was gedaan door een persoon omtrent een Roemeense prostituee. Deze klant was via internetsite Speurders in contact gekomen met een Roemeens meisje. Toen hij belde met het in de advertentie genoemde nummer werd hij te woord gestaan door een man met een Twents accent. Hij kreeg als adres op [adres] [plaats]. Naar aanleiding van deze melding is een controle uitgevoerd op 14 juli 2011 op voornoemd adres. Bij deze controle werd [slachtoffer 1] aangetroffen. Zij was in gezelschap van [medeverdachte 1]. Op 12 april 2012 werd [slachtoffer 1] bij een controle aangetroffen in een recreatiebungalow in [plaats]. Zij was werkzaam als prostituee.
Op 29 mei 2012 vond wederom een telefoongesprek plaats tussen [slachtoffer 1] en de politie. [slachtoffer 1] verklaarde dat ze in Nederland voor [medeverdachte 1] en [verdachte] in de prostitutie heeft gewerkt. Zij was door [medeverdachte 2] naar Nederland gehaald. Deze [medeverdachte 2] werkt voor beide mannen en werft vrouwen voor hen in Roemenië. Elke keer nadat de politie een controle had gedaan staakten [verdachte] en [medeverdachte 1] hun activiteiten op die plek en begonnen dan ergens anders weer met hun prostitutiepraktijken. Op 12 juni 2012 vond er een intakegesprek plaats. Tijdens dit intake gesprek vertelde ze dat de klant € 100 per uur betaal en € 70 per half uur. Volgens afspraak zou ze hier € 30 respectievelijk € 15 aan overhouden. Zij weet dat een vrouw [slachtoffer 2] lang heeft gewerkt voor [verdachte]. 8 Op 8 en 9 oktober 2012 is [slachtoffer 1] in het kader van een rechtshulpverzoek gehoord. Zij verklaarde dat haar thuissituatie in Roemenië slecht is, dat ze ongeveer per dag € 10 te besteden heeft en dat ze drie kinderen heeft. Over de feiten verklaarde ze dat ze door [medeverdachte 2] werd gebeld in de zomer van 2011. [medeverdachte 2] was in Nederland en vertelde dat ze werk had voor [slachtoffer 1]. Een paar dagen later kreeg ze bezoek van twee mannen in Roemenië. Eén daarvan was [verdachte]. Deze mannen waren gestuurd door [medeverdachte 2]. Zij is met die mannen in een auto meegereden naar Nederland. 9 [slachtoffer 1] wist dat ze in Nederland net als [medeverdachte 2] in de prostitutie zou gaan werken. [medeverdachte 2] had de reis georganiseerd en [slachtoffer 1] zou daar later, als ze geld had verdiend, € 200 voor betalen. Zij kwam terecht in [plaats] bij [medeverdachte 1]. Op 18 augustus 2011 is ze teruggegaan naar Roemenië. De tweede keer toen ze naar Nederland ging, kwam ze terecht in [plaats]. Dat was in januari 2012. Het geld dat ze verdiende, legde ze net als [medeverdachte 2] op tafel bij [medeverdachte 1]. Ze heeft een paar keer gezien dat [medeverdachte 1] het geld aan [verdachte] gaf. [slachtoffer 1] is getrouwd met [betrokkene 2], de broer van [betrokkene 1]. [medeverdachte 2] en [verdachte] hebben een relatie. Beiden zijn ze gek op geld. [verdachte] vroeg [medeverdachte 2] om meer meisjes uit Roemenië te brengen. 10 Net als [medeverdachte 2] deed [slachtoffer 1] ook escort. Ze werden gebracht door “[getuige]” (het hof begrijpt: [getuige]) 11 of [verdachte]. Na een escort gaf [slachtoffer 1] het geld meteen aan [verdachte]. [medeverdachte 1] regelde onderdak en plaats om te werken. [verdachte] was de baas. Hij bepaalde of het geld werd verdeeld of niet. Hij kocht levensmiddelen. [verdachte] stelde de prijzen vast. [slachtoffer 1] kreeg € 15 voor elke klant. Het tarief van [slachtoffer 1] was € 100 per uur en € 70 per half uur. Een ander meisje, [slachtoffer 2], kreeg € 110 per uur en € 80 per half uur. [slachtoffer 2] was jonger, 18 jaar. Ook zij moest haar geld afstaan. Het was de bedoeling dat er op vrijdag werd uitbetaald. De ene keer kreeg [slachtoffer 1] € 150 en de andere keer € 200. Eén keer had ze € 380 moeten krijgen, maar dat kreeg ze niet. [verdachte] zei dat ze nog schulden had. [slachtoffer 1] heeft uitgerekend dat ze nog € 2.000 van [verdachte] te goed heeft, als ze uitgaat van € 15 per klant. 12 In april 2012 was er weer een politiecontrole. [medeverdachte 2] heeft haar toen naar huis gestuurd. [slachtoffer 1] heeft in die maand helemaal geen geld ontvangen. [medeverdachte 2] regelde in Roemenië meisjes om in Nederland in de prostitutie te werken. 13 Toen ze in [plaats] was, waren daar ook [medeverdachte 2], [verdachte], [medeverdachte 1], [slachtoffer 2] en [betrokkene 3]. [betrokkene 3] is het broertje van [medeverdachte 2]. [betrokkene 3] en [slachtoffer 2] hebben een dochtertje.
Met [verdachte] heeft [slachtoffer 1] afgesproken dat ze € 15 per klant zou krijgen. De rest was voor hem. [slachtoffer 1] heeft gevraagd of ze € 20 kon krijgen, maar dat kreeg ze niet. 14 [getuige] regelde klanten. Op internet stonden advertenties met foto’s. [verdachte] heeft de foto’s gemaakt, op een stickje gezet en aan [getuige] gegeven. De advertenties van [slachtoffer 1], [medeverdachte 2] en [slachtoffer 2] stonden op internet. De roepnaam van [slachtoffer 2] is [roepnaam slachtoffer 2]. 15 [medeverdachte 1] en [verdachte] zijn vrienden. [verdachte] zag voordeel in [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] had geen familie en kon makkelijk een huis huren voor het werk in de prostitutie. 16 Melding overtreding Algemene Plaatselijke verordening 17 Tijdens een controle op de [adres] in [plaats] op 18 juli 2011 werden [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [slachtoffer 1] aangetroffen. [medeverdachte 1] werd mede gedeeld dat zijn woning werd gebruikt voor illegale prostitutie. [slachtoffer 1] verklaarde dat ze op 27 juni naar Nederland was gekomen. Ze zou 2 a 3 klanten per dag hebben. 18 Verklaring [betrokkene 2] In het kader van de uitvoering van een rechtshulpverzoek werd [betrokkene 2] op 9 oktober 2012 gehoord. Hij verklaarde dat hij getrouwd is met [slachtoffer 1]. [medeverdachte 2] heeft [slachtoffer 1], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] naar Nederland gebracht. [slachtoffer 4] is verstandelijk gehandicapt. In de zomer van 2011 is [slachtoffer 4] naar Nederland gegaan. Ze kwam terug met € 100 of € 150. [slachtoffer 1] is in januari of februari 2012 opnieuw naar Nederland vertrokken. 19 Aangifte [slachtoffer 4] In het kader van een rechtshulpverzoek werd op donderdag 11 oktober 2012 [slachtoffer 4] gehoord. Zij is op het verhoor voorbereid door een psycholoog. Ook werd ze bijgestaan door haar begeleidster/tante omdat zij vaak de vragen niet begrijpt. [slachtoffer 4] verklaarde dat ze één jaar naar de basisschool is geweest. Toen ze 14 was overleden haar ouders en sindsdien woont ze bij haar tante. Ze komen net rond van hun uitkering. [medeverdachte 2] heeft haar meegenomen naar Nederland. In de auto zaten ook twee mannen. In de woning van [roepnaam medeverdachte 1] (het hof begrijpt: [medeverdachte 1]) moest zij van [medeverdachte 2] seksuele handelingen verrichten. Er werden foto’s van haar gemaakt. Als er een man binnen kwam, zag [slachtoffer 4] dat de man geld gaf aan [medeverdachte 2]. [slachtoffer 4] weet niet hoeveel, want ze kan geen geld herkennen. [medeverdachte 2] zei dat [slachtoffer 4] de piemel van de man in de mond of in de vagina moest doen.. [slachtoffer 4] zei dat ze dat niet wilde, alleen in haar vagina. Toen [medeverdachte 2] het geld had ontvangen moest [slachtoffer 4] met de man naar de kamer. In totaal heeft ze met drie mannen seks gehad. Als er mannen kwamen dan ging [medeverdachte 2] mee naar de kamer en vertaalde ze wat de mannen wilden. [slachtoffer 4] zei tegen [medeverdachte 2] dat ze niet wilde, omdat ze menstrueerde. [medeverdachte 2] zei dat ze het toch moest doen. 20 Informatie over en verklaringen van [slachtoffer 2] Op 7 november 2011 kwam er een spoed “M” melding binnen bij de politie. Volgens die melding was er sprake van mensenhandel in [plaats] (gemeente [plaats]). In [plaats] zou prostitutie bedreven worden in een chalet op een camping aan de [adres]. In het chalet zou een
zeer jong meisje werkzaam zijn onder het toeziend oog van een oudere vrouw. Het meisje sprak geen Nederlands en de vrouw die haar leek te bewaken sprak gebrekkig Nederlands. Naar aanleiding van die melding is een controle uitgevoerd op de camping in [plaats]. In het chalet werden [slachtoffer 2], [betrokkene 3], [medeverdachte 2], [medeverdachte 1] en [verdachte] aangetroffen. [medeverdachte 2] vertelde aan de verbalisanten dat zij en haar collega op de camping seks hebben met andere mannen. Met haar collega bedoelt ze [slachtoffer 2]. Een paar weken daarvoor zou [medeverdachte 2] samen met haar collega naar Nederland zijn teruggereisd, aldus [medeverdachte 2] tegen de verbalisanten. [slachtoffer 2] heeft een tatoeage op haar linkerarm met de tekst: ‘[naam]’. 21 Op 12 april 2012 werd door de politie een controle uitgevoerd in een bungalow op een recreatieterrein in [plaats], perceel [adres] 3. De aanleiding van deze controle was dat een vrouw zich aanbood op het internet als prostituee en het vermoeden bestond dat er geen vergunning was. Tijdens de controle werd onder meer [slachtoffer 2] aangetroffen. [slachtoffer 2] is onder begeleiding van [medeverdachte 2] naar het politiebureau gebracht om een verklaring af te leggen. 22 Op 13 april 2012 werd [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum] in [plaats], Roemenië) gehoord door de politie. Zij heeft verklaard dat ze thuis heel arm waren en dat ze niet kan lezen en schrijven. Als kind werd ze niet naar school gebracht. (Tijdens het verhoor wordt door de tolk opgemerkt dat de woordenschat van [slachtoffer 2] zeer beperkt is). [slachtoffer 2] heeft verder verklaard dat ze met haar zus, [medeverdachte 2], naar Nederland is gekomen. Als haar een foto van [medeverdachte 2] wordt getoond, zegt [slachtoffer 2] dat dat haar zus is (het hof begrijpt: haar schoonzus; de man/partner van [slachtoffer 2] is [betrokkene 3]) 23 , waarmee zij naar Nederland is gekomen. 24 Verklaringen [verdachte] Verdachte [verdachte] heeft op 2 juli 2012 bij de politie verklaard dat hij [alias slachtoffer 3] (het hof begrijpt: [slachtoffer 3]) nog geen week kent. Hij heeft haar en [medeverdachte 2] uit [plaats] opgehaald. Hij heeft ze naar [medeverdachte 1] gebracht. 25 Hij heeft een USB-stick waarop onder meer foto’s van [alias slachtoffer 3] staan. Die foto’s waren bedoeld voor de reclame. [alias slachtoffer 3] wilde werken in de prostitutie. Verdachte heeft ook reclame gemaakt voor [slachtoffer 1]. Afgelopen zaterdag heeft hij met zijn tablet foto’s van [alias slachtoffer 3] op het internet gezet. 26 De caravan waarin [medeverdachte 1] verbleef was van verdachte. [alias slachtoffer 3] heeft in die caravan verbleven. Op 5 juli 2012 heeft [verdachte] bij de politie verklaard dat hij van alle meisjes waarvan de foto’s op de USB-stick staan, reclame heeft gemaakt, namelijk voor [medeverdachte 2], [alias slachtoffer 3], [slachtoffer 1], [slachtoffer 4] en [roepnaam slachtoffer 2] (het hof begrijpt: [slachtoffer 2]). 27 [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] heeft hij opgehaald uit Roemenië. [verdachte] maakte teksten bij de advertenties. Hij plaatste de foto’s met de tekst er bij op internet. Ieder meisje kreeg een nieuw telefoonnummer. [verdachte] haalde het simkaartje dan op. [verdachte] bracht ze ook wel eens naar [plaats] voor een escort. 28 Het klopt dat hij een klant aan de lijn heeft gehad voor [alias slachtoffer 3]. Op een parkeerplaats zijn [alias slachtoffer 3] en [medeverdachte 2] samen de auto uitgegaan en naar de andere kant van de parkeerplaats gelopen. 29
Ter zitting van de rechtbank heeft [verdachte] verklaard dat de meisjes € 15 of € 30 per klant kregen. 30 USB-stick, aangetroffen bij [verdachte] Op de USB-stick die in de fouillering van [verdachte] is aangetroffen, bevonden zich foto’s met daarop gedeeltelijk naakt poserende vrouwen. Bij een aantal van die foto’s staat de naam ‘[roepnaam slachtoffer 2]’. 31 Bij een foto waarop een vrouw haar borsten omhoog houdt, staat ook ‘[roepnaam slachtoffer 2]’. 32 Bij een foto waarop de billen van een vrouw zijn te zien, staat ‘[slachtoffer 1]’. 33 Bij een foto waarop een vrouw in bikini is te zien, staat ‘[slachtoffer 4]’. 34 Informatie over en verklaringen van [medeverdachte 1] Naar aanleiding van het verhoor van [medeverdachte 1] op 1 en 2 juli 2012, begonnen verbalisanten te twijfelen aan het geestelijk vermogen van [medeverdachte 1]. Na onderzoek bleek dat [medeverdachte 1] een IQ had van 57. Er werd toen besloten [medeverdachte 1] alleen nog te horen door een gecertificeerde medewerker. 35 [medeverdachte 1] heeft 18 september 2012 bij de politie verklaard dat [verdachte] vrouwen ophaalde voor de prostitutie en dat die vrouwen dan in het door [medeverdachte 1] gehuurde huis kwamen. 36 [verdachte] had bedacht om vrouwen uit Roemenië op te halen. 37 [medeverdachte 1] woonde toen nog in [plaats] aan de [adres]. 38 Als er klanten kwamen, ontving [medeverdachte 1] het geld. Vervolgens gaf hij het geld aan [verdachte]. 39 Aan de [adres] is [medeverdachte 1] gepakt met de prostitutie door de politie. [verdachte] keek toen op internet en vond een huis aan de [adres] in [plaats]. Die woning kwam op naam van [medeverdachte 1]. [verdachte] betaalde een deel van de huur. Ook op de [adres] werden ze gepakt voor prostitutie. Ze gingen toen een andere plekje zoeken voor de vrouwen en kwamen toen in [plaats] terecht. Ook dit huis had [verdachte] op internet gevonden. [medeverdachte 1] had wel eens aangekaart dat hij wilde stoppen met zijn werkzaamheden voor de prostitutie, maar [verdachte] is een maat van hem en [medeverdachte 2] kent hij goed en dan deed hij weer mee. 40 Ook in [plaats] werd hij gepakt. Vervolgens zijn ze naar Duitsland gegaan. Na Duitsland is hij weer teruggegaan naar de [adres] in [plaats], maar ook daar werd hij gepakt. 41 [medeverdachte 1] heeft op 19 september 2012 bij de politie verklaard dat hij aan de [adres] heeft gewoond en dat [medeverdachte 2] en [slachtoffer 1] daar in de prostitutie hebben gewerkt. Toen hij aan de [adres] woonde, werkte [medeverdachte 2] niet in de prostitutie. Wel dat kleintje met het lange haar (het hof begrijpt: [slachtoffer 2]). Zij was ook in [plaats]. Zij is toen ook mee geweest naar het politiebureau. Ook [slachtoffer 1] heeft in [plaats] gewerkt. Toen verdachte aan de [adres] woonde, regelde [medeverdachte 2] dingen voor de meisjes. Ze pakte de telefoon op. Zij liet klanten binnen en pakte het geld aan van de klanten. Omdat de meisjes niet goed Nederlands konden spreken, deed [medeverdachte 2] het woord. 42 [alias slachtoffer 3] heeft vanuit de caravan in [plaats] gewerkt. [medeverdachte 1] wist dat [alias slachtoffer 3] naar Nederland zou komen. [medeverdachte 2] wilde iemand ophalen die in de schulden zat en geld terug moest betalen. 43 Toen [alias slachtoffer 3] er was, wist [medeverdachte 1] dat ze nog geen 18 was. Dat had [medeverdachte 2] verteld. [verdachte] was daar ook bij. 44 [roepnaam slachtoffer 2] (het hof begrijpt: [slachtoffer 2]) is in [plaats] begonnen. Ze werkte ook in [plaats], daarna Duitsland en toen weer [plaats]. 45 Op 17 oktober 2012 heeft [medeverdachte 1] verklaard dat hij met [verdachte] en [medeverdachte 2] had afgesproken om niets te zeggen. Hij is in eerdere verklaringen niet eerlijk geweest. Hij had verklaard dat hij bij [medeverdachte 2] hoorde, omdat ze dat zo hadden afgesproken. [verdachte] had wat met [medeverdachte 2], [medeverdachte 1] niet. [medeverdachte 2] en [verdachte] regelden alles. [verdachte] zette alles op internet.
Via [medeverdachte 2] zijn [verdachte] en hij in Roemenië terecht gekomen. Voordat ze vertrokken wist [medeverdachte 1] dat ze naar Roemenië gingen om twee vrouwen voor de prostitutie op te halen. Hij kent [medeverdachte 2] via [verdachte]. Destijds woonde hij alleen aan de [adres] in [plaats]. [verdachte] en [medeverdachte 2] wilden dat [medeverdachte 2] bij [medeverdachte 1] ging wonen. [medeverdachte 1] kon de huizen huren en dan zouden [verdachte] en [medeverdachte 2] er voor zorgen dat er vrouwen kwamen om in de prostitutie te werken. 46 [medeverdachte 2] kwam bij [medeverdachte 1] in huis. Eerst had ze vakantie en na een paar weken begon ze met prostitutie. Ze begon er al mee voordat [slachtoffer 1] kwam. [medeverdachte 2] maakte schoon en regelde veel voor de meisjes en ze pakte het geld aan. De klanten kwamen aan de [adres] bij [medeverdachte 1] thuis. 47 [verdachte] en [getuige] brachten de prostituees naar klanten. Escort vond plaats vanaf de [adres], [plaats] en de [adres]. [getuige] nam ook de telefoon aan en zette foto’s op internet. [medeverdachte 1] hoorde van [verdachte] dat [getuige] dit deed. 48 In Roemenië gingen ze vrouwen ophalen. [medeverdachte 2] en [betrokkene 1] zouden zorgen voor een vrouw. Ze sliepen in de woning van [medeverdachte 2]. Er kwam toen een vrouw. Zij was in het gezelschap van een oudere vrouw. Die oude vrouw had geldproblemen. De vrouw moest zwaar werk doen van die oude vrouw, zoals houtkloven. Dat hoorde hij van [medeverdachte 2]. [verdachte] en [medeverdachte 2] wilden de vrouw eerst niet mee hebben. Ze was namelijk niet één van de mooiste Uiteindelijk is ze wel meegenomen, omdat het niet lukte om andere vrouwen te regelen. [verdachte] heeft die oude vrouw geld gegeven. De vrouw die meegenomen werd, heeft in [plaats] gewerkt. [medeverdachte 1] kan zich niet meer herinneren dat die vrouw [slachtoffer 4] heette, maar hij herkent haar wel van de foto. [slachtoffer 4] is een goede vrouw, maar ze heeft ze niet allemaal bij elkaar. 49 Je kon wel aan haar gezicht en houding zien dat ze het niet goed heeft in de kop. Van [medeverdachte 2] hoorde hij dat er meerdere klanten waren die klachten over haar hadden. [slachtoffer 4] heeft een paar nachten bij [medeverdachte 1] gelegen. Ze wilde trekken of pijpen. [medeverdachte 1] zei dan dat hij wilde slapen. 50 [slachtoffer 4] had niet veel klanten. Ze konden haar beter gebruiken voor het werk in Roemenië. [verdachte] heeft [slachtoffer 4] naar Roemenië gebracht. Ze kreeg toen aardig wat geld mee. Als [slachtoffer 4] een klant had was [medeverdachte 2] er in het begin bij om uitleg te geven. [slachtoffer 1] heeft het meeste gekregen. Zij is in alle huizen geweest, maar niet op de camping. [medeverdachte 1] is een keer met [slachtoffer 1] in de regiotaxi naar [plaats] geweest. [verdachte] en [medeverdachte 2] waren daar kwaad over. Ze vroegen [medeverdachte 1] hoeveel geld hij had uitgegeven. [medeverdachte 1] vond dat niet eerlijk, omdat zij alles mochten en hij niets. 51 [slachtoffer 1] had veel klanten. [slachtoffer 1] kreeg één keer in de week geld van [verdachte]. 52 [betrokkene 3] was de vriend van [roepnaam slachtoffer 2] (het hof begrijpt: [slachtoffer 2]). [betrokkene 3] had tegen [medeverdachte 2] gezegd dat er niet genoeg geld werd overgemaakt. Hij wilde zelf komen om het in de gaten te houden. Met [medeverdachte 2] was afgesproken dat hij een week zou komen, maar na een paar weken was hij nog niet weg. [medeverdachte 1] zei dat tegen [verdachte], maar [verdachte] zei dat als ze ruzie zouden maken dat [betrokkene 3] alle vrouwen zou meenemen. Toen [betrokkene 3] bij [medeverdachte 1] in huis zat, zaten [slachtoffer 1], [roepnaam slachtoffer 2] en [medeverdachte 2] daar ook. [betrokkene 3] is maanden gebleven. Hij bemoeide zich overal mee en zei wat [medeverdachte 1] moest doen. Hij
schreef ook alles in een schrift op en rekende af met [verdachte]. [betrokkene 3] is in [plaats], [plaats] en Duitsland geweest. 53 [verdachte] kreeg het geld van de klanten. Eén keer in de week rekende hij af met [betrokkene 3]. [betrokkene 3] kreeg het geld voor [roepnaam slachtoffer 2]. [roepnaam slachtoffer 2] zelf ging niet over het geld. Zij had daar niets over te vertellen. [medeverdachte 1] was helemaal geen baas meer in eigen huis. [medeverdachte 1] heeft vaak geklaagd bij [verdachte], maar [verdachte] zei dat ze er niets aan konden doen want dan zouden ze allemaal weggaan. [betrokkene 3] gaf klappen, de meeste aan [roepnaam slachtoffer 2]. Hij commandeerde. 54 [medeverdachte 2] en [verdachte] hadden [medeverdachte 1] nodig om huizen op zijn naam te zetten. 55 Het meeste geld werd overgemaakt naar Roemenië. [medeverdachte 2] had altijd zelf wel geld. Zij kon altijd wel dingen kopen in de winkel. [slachtoffer 1] kon dat volgens [medeverdachte 1] ook wel. 56 Voordat [alias slachtoffer 3] kwam, heeft [verdachte] geld overgemaakt naar [betrokkene 1]. [medeverdachte 2] was toen ook in Roemenië bij [betrokkene 1]. Het geld was voor de reis naar Nederland en voor de ouders van [alias slachtoffer 3]. Het geld dat nodig was voor de notaris en de ID-kaart is door [verdachte] overgemaakt. 57 Verklaringen [getuige] [getuige] is op 19 juli 2012 door de politie gehoord. Zij heeft verklaard dat ze in de zomer 2011 door [verdachte] is gevraagd om de telefoon aan te nemen. Ook werd haar gevraagd door [verdachte] om het internet te verversen. In het begin had ze één telefoon voor twee meisjes en later kreeg ze twee telefoons; per meisje een telefoon. [medeverdachte 2] was op een gegeven moment een soort madam. Zij regelde alles. [getuige] kreeg € 5 per klant. Zij nam de telefoon aan en belde de afspraak door. 58 [getuige] bracht ook wel eens meisjes weg. Ze kreeg dan € 20 per rit. Voor het verversen van het internet had ze een inlogcode en een gebruikersnaam gekregen van [verdachte]. Ze heeft met drie meisjes te maken gehad: [medeverdachte 2], [slachtoffer 1] en een meisje met een litteken van verbranding op haar buik. 59 Op 25 juli 2012 heeft [getuige] verklaard dat het meisje met het litteken op haar buik [roepnaam slachtoffer 2] heet. 60 Op 25 oktober 2012 heeft [getuige] verklaard dat ze vlak voor de zomer van 2011 begonnen is met de telefoontjes. Toen ze begon zaten ze in [plaats] aan de [adres]. Daarna zijn ze naar [plaats] gegaan. Vervolgens naar [plaats], toen naar Duitsland en weer naar [plaats]. 61 De tarieven waren de ene keer € 110 en de andere keer € 100 per uur. Een half uur kostte € 70. [verdachte] of [medeverdachte 2] gaven het aan als de prijs moest worden aangepast. [slachtoffer 4] heeft maar 1 of 2 klanten gehad. [slachtoffer 4] was heel lief, maar ze was niet helemaal 100%. Zij hoorde daar niet thuis. 62 Op een gegeven moment was de zakelijke verhouding tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] gelijkwaardig. [medeverdachte 2] nam op een gegeven moment de telefoontjes aan, maakte de afspraken en regelde alles voor de meisjes. 63 Transactieoverzichten
Van Western Union werden transactieoverzichten ontvangen. 64 Het gaat daarbij om het overmaken van geld van Nederland naar Roemenië. In juni 2012 werd een bedrag van € 1016 overgemaakt waarbij [medeverdachte 2] de ontvanger was. In totaal werd een bedrag van € 3735,50 naar [medeverdachte 2] overgemaakt, meestal door [verdachte]. Door [medeverdachte 2] werd naar verschillende personen in Roemenië in 2011 en 2012 in totaal € 10.299 overgemaakt. 65 Daarvan ging (in juli 2011) € 1386 naar [betrokkene 5]. 66 € 5406,50 ging naar [betrokkene 1]. 67 Vaak werden door [medeverdachte 2] bedragen overgemaakt naar haar moeder [betrokkene 4]. 68 Ook [verdachte] maakte een aantal keren geld over naar [betrokkene 4]. 69 Totaal ontving [betrokkene 4] € 3.855. Oordeel hof Sub 9: financiële uitbuiting van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] Uit de bewijsmiddelen blijkt dat een klant € 110 of € 100 voor een uur moest betalen en € 70 voor een half uur. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat ze van die € 110 of € 100, € 30 kreeg en van die € 70, € 15. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat ze twee à drie klanten per dag had en [medeverdachte 1] heeft verklaard dat [slachtoffer 1] veel klanten had. Gelet hierop acht het hof het aandeel dat [slachtoffer 1] kreeg van het bedrag dat door de klant werd betaald, zodanig laag dat sprake is van een situatie van uitbuiting. [slachtoffer 1] leefde in Roemenië in armoe, moest kinderen onderhouden, sprak geen of slecht Nederlands, was voor haar huisvesting en vervoer afhankelijk van verdachte en/of medeverdachten en bevond zich in een situatie waarin geen sprake was van toezicht door Nederlandse autoriteiten. Zij werkte immers uit het zicht van de gemeente of de politie en op het moment dat de politie tot de ontdekking kwam dat er prostitutie vanuit een bepaald adres werd bedreven, werd een ander adres gezocht. Gelet op de persoonlijke omstandigheden van [slachtoffer 1] kan worden gesteld dat zij zich in een kwetsbare positie bevond. Het gegeven dat verdachte zich niet in een kwetsbare positie bevond en [slachtoffer 1] (mede) van verdachte afhankelijk was als het ging om vervoer en huisvesting, maakt dat verdachte een overwicht had op [slachtoffer 1]. Vanwege dat overwicht kon verdachte bepalen dat [slachtoffer 1] slechts een klein deel kreeg van het geld dat de klant aan haar betaalde. Uit de bewijsmiddelen volgt verder dat verdachte dit feit met een ander of anderen pleegde, zodat sprake is van medeplegen. Het is het hof niet gebleken dat [slachtoffer 2] meer van haar verdiende geld kreeg dan [slachtoffer 1]. Eerder lijkt het er op dat [slachtoffer 2] nog slechter af was dan [slachtoffer 1], nu uit de verklaring van [medeverdachte 1] volgt dat verdachte het aandeel van [slachtoffer 2] gaf aan haar partner [betrokkene 3] en [slachtoffer 2] niets over haar geld had te vertellen. Door het geld niet aan [slachtoffer 2] maar aan [betrokkene 3] te geven bevoordeelde verdachte [medeverdachte 2] ten koste van [slachtoffer 2] en door een groot deel van de verdiensten van [slachtoffer 2] zelf te behouden, bevoordeelde hij zich zelf. Verdachte was in een situatie om dit te doen, omdat hij – mede door de kwetsbare positie van [slachtoffer 2] – een overwicht op haar had. Van [slachtoffer 2] is bekend dat ze geen of slecht Nederlands sprak, niet kon lezen en schrijven, zij nog geen 20 was en zij zowel voor huisvesting als vervoer afhankelijk was van onder andere de verdachte. Verdachte heeft door misbruik van die situatie zich zelf en een ander bevoordeeld. Ook dit feit heeft de verdachte met één of meer anderen gepleegd, zodat sprake is van medeplegen. Uit de bewijsmiddelen volgt dat de minderjarige [slachtoffer 3] één betalende klant heeft gehad. Verdachte is samen met [slachtoffer 3] en [medeverdachte 2] naar de klant gereden. Er is geen reden om te twijfelen aan de verklaring van [slachtoffer 3] dat [medeverdachte 2] het geld in ontvangst heeft genomen. [slachtoffer 3] heeft verklaard dat zij prostitutiewerkzaamheden
verrichtte om een schuld die zij met haar partner aan [medeverdachte 2] had af te lossen. Aldus gaat het hof er van uit dat [medeverdachte 2] dit geld (deels) heeft gehouden. Verdachte heeft door [slachtoffer 3] en [medeverdachte 2] naar de klant te brengen, bewerkstelligd dat [medeverdachte 2] voordeel kon trekken uit de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 3]. Ook als verdachte geen deel heeft gehad van het geld dat door [slachtoffer 3] was verdiend, moet hij hebben geweten (of de aanmerkelijke kans aanvaard) dat [medeverdachte 2] het geld in ontvangst zou nemen en houden, nu verdachte met [medeverdachte 2] samenwerkte met het doel om (gezamenlijk) aan de prostitutiewerkzaamheden van Roemeense vrouwen te verdienen. Ten aanzien van [slachtoffer 4] staat weliswaar vast dat zij een paar klanten heeft gehad, maar is ook verklaard dat zij met een geldbedrag door verdachte is terug gebracht naar Roemenië, zodat onvoldoende is gebleken dat verdachte (of zijn mededader) is bevoordeeld door de werkzaamheden van [slachtoffer 4]. Sub 5: het brengen van een minderjarige tot prostitutie Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte samen met één of meer anderen handelingen heeft ondernomen waardoor [slachtoffer 3] zich beschikbaar heeft gesteld voor seksuele handelingen met een derde tegen betaling. Sub 8: financieel profijt van de prostitutiewerkzaamheden van de minderjarige [slachtoffer 3] Uit de bewijsmiddelen volgt dat [slachtoffer 3] één betalende klant heeft gehad. Verdachte is samen met [slachtoffer 3] en [medeverdachte 2] naar de klant gereden. Er is geen reden om te twijfelen aan de verklaring van [slachtoffer 3] dat [medeverdachte 2] het geld in ontvangst heeft genomen. [slachtoffer 3] heeft verklaard dat zij prostitutiewerkzaamheden verrichtte om een schuld die zij met haar partner aan [medeverdachte 2] had af te lossen. Aldus gaat het hof er van uit dat [medeverdachte 2] dit geld (deels) heeft gehouden. Verdachte heeft door [slachtoffer 3] en [medeverdachte 2] naar de klant te brengen, bewerkstelligd dat [medeverdachte 2] voordeel kon trekken uit de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 3]. Ook als verdachte geen deel heeft gehad van het geld dat door [slachtoffer 3] was verdiend, moet hij hebben geweten (of de aanmerkelijke kans aanvaard) dat [medeverdachte 2] het geld in ontvangst zou nemen en houden, nu verdachte met [medeverdachte 2] samenwerkte met het doel om (gezamenlijk) aan de prostitutiewerkzaamheden van Roemeense vrouwen te verdienen. [slachtoffer 3] was toentertijd nog minderjarig. Er is sprake van eendaadse samenloop met het onder sub 9 bewezenverklaarde voor zover dit ziet op [slachtoffer 3]. Sub 3: het aanwerven van een persoon in het ene land voor prostitutie in het andere land Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte samen met een ander of anderen zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 4] van Roemenië naar Nederland heeft gebracht met als doel om ze in Nederland prostitutiewerkzaamheden te laten verrichten. Verder heeft verdachte [slachtoffer 3] van [plaats] naar [plaats] gebracht, nadat [slachtoffer 3] samen met [medeverdachte 2] van Roemenië naar Nederland was gereisd. Verdachte werkte samen met [medeverdachte 2], die vrouwen in Roemenië wierf voor de prostitutie in Nederland. Derhalve is ook hier sprake van medeplegen. Sub 1: gedragingen erop gericht om personen uit te buiten in de prostitutie Verdachte heeft samen met een ander of anderen zorggedragen voor de werving, huisvesting en het vervoer van [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] met het oogmerk van uitbuiting in de prostitutie. Ten aanzien van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft het hof bij sub 9 aangegeven dat er daadwerkelijk sprake is geweest van een situatie van uitbuiting. Hetzelfde geldt ten aanzien [slachtoffer 3] zoals aangegeven bij sub 5, 8 en 9. Ten aanzien
[slachtoffer 4] overweegt het hof dat uit de bewijsmiddelen volgt dat er bij verdachte sprake was van het oogmerk van uitbuiting, omdat [slachtoffer 4] zich prostitueerde, terwijl zij daartoe werd bewogen als gevolg van het misbruik dat werd gemaakt van haar verstandelijke handicap en het streven van verdachte en medeverdachte(n) er op gericht was te verdienden aan de werkzaamheden van die [slachtoffer 4]. Feit 2: kinderpornografie Op 30 juni 2012 is [slachtoffer 3] aangetroffen in een stacaravan op het terrein van een camping te [plaats], waarop de verdachten [verdachte], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn aangehouden. Bij de doorzoeking van de caravan en de woning van verdachte [verdachte] te [plaats] zijn digitale gegevensvragers inbeslaggenomen, 70 waaronder een Samsung tablet (beslagcode B 2.4.2). 71 Bij de fouillering van verdachte werd een USB-stick (beslagcode F 1.2) in beslag genomen. 72 Op de USB-stick (beslagcode F 1.2) stonden foto's van vrouwen die schaars gekleed of naakt poseren. 73 Op de USB-stick stonden in de map [mapnaam] die als volgt zijn omschreven in het onderzoeksrapport: [slachtoffer 3] op bed, [slachtoffer 3] in lingerie, [slachtoffer 3] in verschillende kleding en [slachtoffer 3] naakt. Blijkens de aanmaakdatum van de bestanden in deze map zijn de daarin opgeslagen foto’s gemaakt op 26 juni 2012. 74 Volgens een geboortecertificaat is [slachtoffer 3] geboren op [geboortedatum]. 75 Uit processen-verbaal van [verbalisant 1] volgt dat er erotische advertentiesites zijn bezocht met de Samsung tablet (beslagcode B 2.4.2) van verdachte [verdachte]. Na opening van de Internet Explorer kwam een advertentie met een foto van [slachtoffer 3] op [website] in beeld. 76 Verdachte [verdachte] heeft de gebruikersnaam en het wachtwoord van de [website] overdragen aan de politie. Nadat verbalisant [verbalisant 1] had ingelogd in de account op [website] zag hij dat er in totaal vijf advertenties met afbeeldingen waren geplaatst. Deze afbeeldingen waren identiek aan de afbeeldingen waarop [slachtoffer 3] zichzelf herkende. 77 De verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] ontvingen kleurenkopieën van acht foto’s en een kopie van het paspoort van het meisje dat op de foto's stond afgebeeld. Het betrof [slachtoffer 3]. Eén van de foto’s werd door de verbalisanten beoordeeld als een kinderpornografische afbeelding. Op deze foto is een jonge vrouw te zien met zwart haar. Haar bovenlichaam is naakt. Zij ondersteunt haar borsten met haar handen. Zij kijkt recht in de camera. Op de overige foto’s is hetzelfde meisje te zien gekleed in een bikini, negligé of jurk in uitdagende poses. 78 Verdachte [verdachte] heeft verklaard dat hij zijn tablet van het merk Samsung meenam naar de camping. Volgens [verdachte] was zijn tablet enkele dagen voor 1 juli 2012 gebruikt door “[alias medeverdachte 2]” en “[alias slachtoffer 3]” - met wie hij respectievelijk verdachte [medeverdachte 2] en aangeefster [slachtoffer 3] bedoelt - om foto’s van elkaar te maken in de caravan. Verdachte [verdachte] heeft de foto’s op de internetsite speurders.nl gezet. 79 Verdachte heeft de foto’s van zijn tablet op de USB-stick gezet. 80 Ter zitting van de rechtbank heeft de verdachte verklaard dat (vlak na de aankomst van [slachtoffer 3]) al in de auto over internet werd gesproken. Verdachte heeft nog gevraagd wat er aan tekst bij moest. [medeverdachte 2] zei: ’21 jaar pijpen en neuken’. [medeverdachte 2] heeft de foto’s gemaakt en verdachte heeft deze op internet gezet. Op die foto’s was [slachtoffer 3] half bloot. Het kan dus wel kloppen dat [slachtoffer 3] op die foto te zien is met ontblote borsten. 81
[slachtoffer 3] heeft op 3 juli 2012 verklaard dat zij een week daarvoor op zondag vanuit Roemenië naar Nederland is vertrokken. Eén dag na haar aankomst in Nederland werden er door [alias medeverdachte 2] (het of begrijpt: [medeverdachte 2]) foto’s van haar gemaakt. Zij kreeg een bikinitopje en een bijpassend broekje. Ook heeft [alias medeverdachte 2] foto’s gemaakt van de blote borsten van [slachtoffer 3]. De foto’s werden gemaakt met een soort van telefoon, maar dan veel groter. 82 Aan [slachtoffer 3] zijn foto’s getoond die zijn aangetroffen op de USB-stick van verdachte [verdachte]. Bij de foto van haar ontblote bovenlijf zegt ze dat ze het verschrikkelijk vond dat die foto werd gemaakt. De foto’s zijn door [alias medeverdachte 2] gemaakt. [alias medeverdachte 2] vertelde hoe ze moest staan. 83 Het hof stelt vast dat de foto's van [slachtoffer 3] zijn gemaakt door verdachte [medeverdachte 2] met de tablet van verdachte [verdachte]. Verdachte [verdachte] heeft verdachte [medeverdachte 2] de tablet gegeven, terwijl hij wist dat er foto’s voor seksadvertenties genomen zouden worden. Beide verdachten konden beschikken over de tablet waarmee de afbeeldingen zijn vervaardigd en waarop de afbeeldingen in eerste instantie zijn opgeslagen. De afbeeldingen zijn vervolgens opgeslagen op de USB-stick, die is aangetroffen in de fouillering van de verdachte. Het hof gaat er van uit dat de acht foto’s waarvan kleurenkopieën aan [verbalisant 2] en [verbalisant 3] zijn verstrekt, waarschijnlijk afkomstig zijn van de bij de verdachte aangetroffen USB-stick, maar in ieder geval zijn vervaardigd met de tablet van verdachte en zich dus ook op tablet bevinden of hebben bevonden. Het hof is van oordeel dat de foto van [slachtoffer 3], waarop zij staat afgebeeld met een ontbloot bovenlichaam, terwijl zij met haar handen haar borsten ondersteunt, in ieder geval een kinderpornografische afbeelding betreft. Toen de foto werd genomen had [slachtoffer 3] de leeftijd van 18 jaren nog niet bereikt. Anders dan door de verdediging is betoogd, is het hof van oordeel dat de minderjarigheid van een afgebeelde persoon niet hoeft te blijken uit de beschrijving van de afbeeldingen, wanneer die minderjarigheid al uit andere bewijsmiddelen blijkt. Naar het oordeel van het hof hebben de verdachten [verdachte] en [medeverdachte 2] deze afbeelding tezamen en in vereniging vervaardigd en in bezit gehad. Feiten 3 en 4 Op 30 juni 2012 zijn twee wapens inbeslaggenomen, te weten een gaspistool (merk Rohm, serienummer [nummer]) en een ploertendoder. Het gaspistool is aangetroffen bij de doorzoeking van verdachtes woning aan de [adres] te [plaats]. De ploertendoder is aangetroffen bij de doorzoeking van de caravan op de camping aan de [adres] te [plaats]. 84 Ter terechtzitting heeft verdachte bekend dat het gaspistool en de ploertendoder voorhanden heeft gehad. Bewezenverklaring Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelenslechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2011 tot en met 30 juni 2012 in de gemeente(n) Twenterand en/of Hof van Twente en/althans (elders) in Nederland en/of in Roemenië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen, een of meer ( Roemeense ) vrouw ( en ) , te weten: - [slachtoffer 1], en /of - [slachtoffer 2], en /of - [slachtoffer 3], geboren op 14 februari 1996, en /of - [slachtoffer 4] * (sub 1) (telkens) door dwang en/of geweld en/of een of meer andere feitelijkheden en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft geworven en/of vervoerd en /of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die voornoemde vrouw(en), en /of Ten aanzien van [slachtoffer 1], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] * (sub. 3) ( telkens ) ( in Roemenië ) heeft aangeworven, medegenomen en/of ontvoerd , met het oogmerk die voornoemde vrouw ( en ) in een ander land (Nederland en/of Duitsland ) ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handeling ( en ) met of voor een derde tegen betaling, en /of Ten aanzien van [slachtoffer 3] * (sub. 5) (telkens) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die vrouw, [slachtoffer 3], enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 3] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl die [slachtoffer 3] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, en /of * (sub. 8) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit één of meer seksuele handeling(en) van een vrouw, [slachtoffer 3], met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer 3], de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, en /of Ten aanzien van [slachtoffer 3], [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], * (sub. 9) (telkens) door een of meer andere feitelijkheden en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie die [slachtoffer 3], [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling ( en ) van die vrouw ( en ) met of voor een derde, hierin bestaande dat verdachte tezamen met zijn mededader(s) en/althans alleen (telkens):
- gebruik heeft/hebben gemaakt van het geestelijke en/of lichamelijke overwicht dat verdachte en/of zijn mededader(s) over die [slachtoffer 3] en /of die [slachtoffer 4] had(den), en /of - - [slachtoffer 1], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] vanuit Roemenië naar Nederland en/of Duitsland heeft meegenomen/vervoerd en/of gebracht en/of het vervoer van die vrouw(en)vanuit Roemenië naar Nederland heeft geregeld/georganiseerd/betaald, en /of - de/het paspoort(en)/identiteitsbewijs/zen van die vrouw(en) af heeft genomen en/of in bewaring heeft genomen en/of laten nemen, en/of - ten aanzien van die minderjarige [slachtoffer 3] haar ouder(s) heeft misleid door tegenover die ouders aan te geven dat hun minderjarige dochter vanuit Roemenië naar Hongarije zou gaan om daar te werken, en/of - ten aanzien van die minderjarige [slachtoffer 3] ten behoeve van haar uitreis uit Roemenië een notariële akte heeft geregeld en/of laten regelen, en/of - zijn, verdachtes en/of verdachtes mededaders woning/caravan en/of een door verdachte en/of zijn mededader(s) gehuurde (vakantie)woning/ruimte voor het verrichten van prostitutiewerkzaamheden door [slachtoffer 1], [slachtoffer 3], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] ter beschikking heeft gesteld, en /of - die woning/ruimte(n) waar die vrouw(en) verbleef/verbleven heeft afgesloten, en/of - erotisch getinte foto ( ’s ) van [slachtoffer 1], [slachtoffer 3], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 2] heeft gemaakt en/of heeft laten maken en /o f ( vervolgens ) die foto ( ’s ) en /of contactadvertentie ( s ) van die vrouw ( en ) op internet heeft gezet en/of laten zetten, en /of - die vrouw ( en ) (mede via verdachtes en/of verdachtes mededaders escortservice) in contact heeft gebracht en/of laten brengen met klant(en)/derde(n) en/of naar die klant(en)/derde(n) heeft vervoerd of laten vervoeren, en /of - controle heeft uitgeoefend en/of laten uitoefenen op de prostitutie werkzaamheden van die vrouw(en), en/of - de verdiensten van [slachtoffer 3], [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] voor die prostitutiewerkzaamheden (gedeeltelijk) heeft afgenomen en/of laten afgeven en/of bewaard en/of een schuldrelatie met die vrouw(en) heeft laten ontstaan, en/of - een of meer van die vrouw(en) heeft gestompt en/of geslagen en/of gedreigd te slaan/stompen en/of die vrouw(en) met de dood heeft bedreigd/heeft gedreigd dood te schieten, en/of die [slachtoffer 1] de haren (gedeeltelijk) heeft afgeknipt, en/of - (betaalde) seks met een of meer van die vrouw(en) heeft gehad; 2. hij op of omstreeks 26 juni 2012, althans in de maand juni 2012 in de gemeente(n) Hof van Twente en/of Twenterand, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer ander en , althans alleen, één of meermalen een afbeelding en/of een gegevensdrager (te weten een Samsung tablet, beslagcode B 2.4.2.), bevattende één of meer afbeelding en van seksuele gedragingen, te weten 8, althans een of meer, foto(s) (telkens) heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en /of in bezit heeft gehad, bij welke vorenbedoelde afbeelding (en) (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken welke voornoemde seksuele gedraging ( en ) bestond ( en ) uit: - het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een vrouw die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij die vrouw haar borsten met haar handen ondersteunt, en/of - het laten poseren van (diezelfde) vrouw die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij die vrouw gekleed is in een bikini en/of een negligé en/of een jurk en/of waarbij die vrouw poseert in een erotisch getinte/uitdagende houding en/of ( waarbij ) die afbeelding (en) ( aldus ) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft /hebben en/of strekt /strekken tot seksuele prikkeling;
3. hij op of omstreeks 30 juni 2012 te [plaats]. in de gemeente Twenterand, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen , een wapen van categorie III, te weten een gaspistool (merk Rohm, serienummer [nummer]), voorhanden heeft gehad; 4. hij op of omstreeks 30 juni 2012 te [plaats], in de gemeente Hof van Twente, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen van categorie 1, onder 3, te weten een ploertendoder, voorhanden heeft gehad. Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde het onder 1 bewezen verklaarde levert op: mensenhandel terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd. het onder 2 bewezen verklaarde levert op: medeplegen van het vervaardigen van een afbeelding en het bezit van een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken. het onder 3 bewezen verklaarde levert op: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie. het onder 4 bewezen verklaarde levert op: handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie. Strafbaarheid van de verdachte Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn. Oplegging van straf en/of maatregel De rechtbank heeft verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren. Door de advocaat-generaal is gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren. De raadsman is van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van maximaal één jaar volstaat. De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Ten aanzien van de strafoplegging gaat het hof uit van de strafdoeleinden, namelijk de vergelding, speciale en generale preventie.
Bij de vergelding gaat het om de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. Ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde zijn daarbij de volgende factoren van belang: Het aantal vrouwen dat is uitgebuit; De periode van uitbuiting; Het aantal uren dat er moest worden gewerkt op een dag; De omstandigheden waaronder er gewerkt moest worden; Het feit dat sprake is van een georganiseerd verband; De positie van de verdachte binnen die organisatie; Het feit dat sprake is van een minderjarig slachtoffer; Het feit dat sprake is van een verstandelijk gehandicapt slachtoffer; De hoeveelheid geld die met de uitbuiting is verdiend en De wijze waarop de slachtoffers zijn bewogen hun geld af te staan. Verdachte heeft er samen met zijn mededader(s) voor gezorgd dat de verstandelijk gehandicapte [slachtoffer 4] en de minderjarige [slachtoffer 3] naar Nederland kwamen en zich daar geprostitueerd hebben. Toen verdachte er achter kwam dat [slachtoffer 3] minderjarig was, heeft hij haar een kartonnetje gegeven met daarop een andere geboortedatum, zodat anderen – als zij die geboortedatum zou noemen of tonen – zouden denken dat ze meerderjarig was. Ten aanzien van [slachtoffer 4] geldt dat uit de verklaringen van meer personen blijkt dat de verstandelijke handicap – ook zonder dat men haar taal sprak of haar goed kende – zichtbaar was. Verdachte heeft haar niettemin meegenomen naar Nederland en in de prostitutie laten werken. Hoewel het in beide gevallen ging om een korte periode en weinig klanten (één klant in het geval van [slachtoffer 3] en een paar klanten in het geval van [slachtoffer 4]), acht het hof deze feiten zeer ernstig en rechtvaardigen deze feiten reeds een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Ten aanzien van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] geldt dat in beide gevallen de uitbuitingsperiode (totaal) een (klein) half jaar heeft geduurd. Onvoldoende is gebleken dat zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] gedurende die periode dagelijks aan het werk waren en op alle dagen dat ze wel werkten veel klanten ontvingen. Ten aanzien van de werkomstandigheden geldt dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] buiten het zicht werkten van de Nederlandse autoriteiten en daardoor ten prooi konden vallen aan misbruik. Hoewel [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] een te groot deel van hun inkomsten afstonden aan verdachte, is niet gebleken dat verdachte er rijk van geworden is. Voor een deel had dat te maken met het feit dat er niet elke dag inkomsten waren en de kosten wel doorbetaald moesten worden en er ‘investeringen’ (zoals de financieringen van de reizen van [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4]) zijn gedaan die niet winstgevend bleken. Voor weer een ander deel had dat te maken met het feit dat verdachte zijn (niet al te grote) winst deelde met of voor een groot deel afstond aan de mededader(s).
Het hof heeft niet kunnen vaststellen dat verdachte of medeverdachte(n) in verband met de uitbuiting geweld heeft gebruikt of de slachtoffers bedreigd heeft met geweld. De feiten werden in georganiseerd verband gepleegd. Verdachte had daarbinnen een leidende rol. Ten aanzien van de overige bewezenverklaarde feiten geldt dat verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte 2] een pornografische afbeelding van het minderjarige slachtoffer hebben vervaardigd en in hun bezit hebben gehad. Verdachte heeft tevens een gaspistool en een ploertendoder voorhanden gehad. Ten aanzien van de speciale preventie geldt dat verdachte aan de ene kant geen inzicht heeft getoond in het kwalijke van zijn gedrag, maar anderzijds niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. Alles afwegende vindt het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaar passend en geboden. De inbeslaggenomen voorwerpen De inbeslaggenomen USB-stick (beslagcode F.1.2), Samsung tablet (beslagcode B.II.4.2), gasalarmpistool en ploertendoder behoren aan de verdachte toe. Deze voorwerpen zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar het onder 1, 2, 3 en 4 bewezenverklaarde misdrijven aangetroffen. Zij zullen worden onttrokken aan het verkeer aangezien zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit van die voorwerpen in strijd is met het algemeen belang en de wet en zij kunnen dienen het begaan van soortgelijke misdrijven. De raadsman heeft het volgende aangevoerd ten aanzien van overige inbeslaggenomen voorwerpen. De tablet met beslagcode B. II.3.11 dient te worden teruggegeven. Die tablet was bij de zoon van verdachte in gebruik. Het staat niet vast dat daarmee strafbare feiten zijn gepleegd. Het in de woning van verdachte aangetroffen geldbedrag van € 800 dient te worden teruggegeven. Ook hiervoor geldt dat er geen enkel verband is met de tenlastegelegde feiten. Voor zover op de auto van verdachte strafrechtelijk beslag rust, dan dient ook de auto te worden teruggegeven. De advocaat-generaal heeft gesteld dat op het geldbedrag van € 800 en de auto van verdachte conservatoir beslag rust. Het hof zal de teruggave gelasten van de Samsung tablet inclusief lader en PC kabel (beslagcode B.II.3.1.1.) aan de rechthebbende, te weten de zoon van verdachte. Op het verzoek tot teruggave van het geldbedrag van € 800 en de auto van verdachte zal het hof niet beslissen, nu op deze voorwerpen conservatoir beslag rust. Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 7.500. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.500. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet
opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen. Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen. Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze. Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 7.500. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.500. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen. Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen. Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze. Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 38.840, bestaande uit € 33.840 aan materiele schade en € 5.000 aan immateriële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 35.840. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering. Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks materiele schade heeft geleden tot een bedrag van € 2.000. Het hof gaat er daarbij van uit dat [slachtoffer 1] in de uitbuitingsperiode van (bijna) zes maanden (in ieder geval) 100 klanten heeft gehad en per klant € 20 te weinig betaald heeft gekregen. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen. Voor het overige is het hof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen. Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis De raadsman heeft verzocht de voorlopige hechtenis van verdachte op te heffen. Het hof zal dit verzoek afwijzen nu tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht korter is dan de duur van opgelegde gevangenisstraf.
Toepasselijke wettelijke voorschriften Het hof heeft gelet op de artikelen 36b, 36c, 36d, 36f, 47, 55, 57, 240b en 273f van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING Het hof: Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht: Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij. Verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar. Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren . Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht. Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: - USB-stick (beslagcode F.1.2) - Samsung tablet (beslagcode B.II.4.2) - ploertendoder - gasalarmpistool Gelast de teruggave aan de rechthebbende van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: - Samsung tablet inclusief lader en PC kabel (beslagcode B.II.3.1.1.)
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 3] ter zake van het onder 1 bewezen verklaarde tot het bedrag van € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij. Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 3], een bedrag te betalen van € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade , bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 25 (vijfentwintig) dagen hechtenis , met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft. Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover mededaders hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer. Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen. Bepaalt dat indien en voor zover de mededaders van de verdachte voormeld bedrag hebben betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichtingen tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 4] ter zake van het onder 1 bewezen verklaarde tot het bedrag van € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij. Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil. Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 4], een bedrag te betalen van € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade , bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 25 (vijfentwintig) dagen hechtenis , met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft. Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover mededaders hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer. Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen. Bepaalt dat indien en voor zover de mededaders van de verdachte voormeld bedrag hebben betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichtingen tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 1] ter zake van het onder 1 bewezen verklaarde tot het bedrag van € 2.000,00 (tweeduizend euro) bestaande uit € 2000,00 (tweeduizend euro) materiële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij. Verklaart de benadeelde partij in haar vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij in zoverre haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil. Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 1], een bedrag te betalen van € 2000,00 (tweeduizend euro) als vergoeding voor materiële schade , bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 30 (dertig) dagen hechtenis , met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft. Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover mededaders hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer. Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen. Bepaalt dat indien en voor zover de mededaders van de verdachte voormeld bedrag hebben betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichtingen tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat. De voorlopige hechtenis Wijst af het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van verdachte. Aldus gewezen door mr J.D. den Hartog, voorzitter, mr A.B.A.P.M. Ficq en mr A.J. Smit, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr R. Hermans, griffier, en op 9 september 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken. Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 9 september 2014. Tegenwoordig: mr J.D. den Hartog, voorzitter, mr A.J. Smit en mr. J.W. Rijkers, raadsheren, mr drs. I.E.W. Gonzales, advocaat-generaal, mr R. Hermans, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen. De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig. De voorzitter spreekt het arrest uit. De voorzitter geeft verdachte kennis, dat daartegen binnen 14 dagen na heden beroep in cassatie kan worden ingesteld. Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.