EC Vent
Gebruikershandleiding
-NL 15-03-2011V.A-002
Inhoudsopgave
1 Waarschuwingen ....................................................................................................................... 1 2 Productbeschrijving.................................................................................................................... 1 2.1 Ruimte-unit ...................................................................................................................... 1 2.1.1 Symbolen op het display.......................................................................................... 3 3 Bediening .................................................................................................................................. 4 3.1 Voorafgaand aan het starten ............................................................................................. 4 3.2 Programmaoverzicht......................................................................................................... 4 3.2.1 Navigatie ................................................................................................................ 4 3.2.2 Gebruikersmenu ..................................................................................................... 4 3.2.3 Gebruikersoverzicht ................................................................................................ 6 3.2.4 Gebruikersmenu Auto-modus .................................................................................. 8 3.2.5 Servicemenu ..........................................................................................................10 3.2.6 Installatie ...............................................................................................................12 3.2.7 Gebruikersinterface.................................................................................................16 3.2.8 Alarmmenu.............................................................................................................18 3.2.9 Temperatuurregeling ...............................................................................................19 3.2.10 CO2 -regeling........................................................................................................21 3.2.11 Vochtregeling ........................................................................................................23 3.2.12 Handbediende regeling..........................................................................................24 3.2.13 Tijdschema ...........................................................................................................26 3.2.14 Drukregeling .........................................................................................................27 3.2.15 DI-regeling............................................................................................................29 3.2.16 Capaciteitsregeling................................................................................................31 3.2.17 Slave-regeling.......................................................................................................33 3.2.18 Regeling verwarmer/koeler ....................................................................................34 3.2.19 Uitgang ................................................................................................................37 3.2.20 Alarminstelling ......................................................................................................39 3.3 Instelvoorbeelden .............................................................................................................40 3.3.1 Drukregeling met buitentemperatuurcompensatie......................................................40 3.3.2 Constant luchtvolume met CO2 -gestuurde geforceerde ventilatie ..............................43 3.3.3 Handmatig ingevoerde, vaste minimale luchtcapaciteit met door vochtigheidsgestuurde geforceerde ventilatie.......................................................45 3.3.4 Vast rpm met aanwezigheidsdetectorregeling ...........................................................46 3.3.5 Vrije koeling met regeling van radiator in ruimte ........................................................48 3.4 Bedrijfsschema´s instellen.................................................................................................50 3.4.1 Instelvoorbeeld .......................................................................................................51
1 Waarschuwingen De volgende waarschuwingen komen in de verschillende hoofdstukken van dit document aan bod.
Gevaar • Controleer of de netvoeding naar de unit is ontkoppeld, voordat onderhouds- of elektrische werkzaamheden worden verricht! • Alle elektrische aansluitingen moeten door een bevoegde installateur en volgens de lokale wet- en regelgeving worden verricht.
2 Productbeschrijving 2.1 Ruimte-unit De ruimte-unit is bedoeld om informatie weer te geven van de geïnstalleerde sensoren en om de gebruiker instellingen te laten invoeren. De ruimte-unit is voorzien van 2 interne sensoren, een temperatuur- en vochtigheidssensor, die de temperatuur en vochtigheid registreren van de ruimte waarin de ruimte-unit is geïnstalleerd. Het is mogelijk om 2 extra sensoren aan te sluiten op het interne aansluitblok. Er kunnen maar liefst 10 ruimte-units tegelijkertijd worden gebruikt.
Let op: De geïnstalleerde ruimte-units kunnen slechts één voor één worden bediend. Het is niet mogelijk om instellingen op twee of meer regelingen tegelijkertijd uit te voeren! De ruimte-unit functioneert alleen wanneer de besturingskast is geïnstalleerd en aangesloten. Zie “Installatie-instructies” voor meer gedetailleerde informatie.
Gebruikershandleiding
EC Vent
1
Systemair AB
Fig. 1 Onderdelen ruimte-unit Positie
Beschrijving
Verklaring
1
Display
Geeft symbolen, menu's en instellingen weer
2
Keuzeschakelaar
Blader door de menulijsten of wijzig instellingen en waarden door de schakelaar naar links of rechts te draaien
3
Bevestigingsknop
Bevestig menukeuzes of instellingen met een druk op de knop
4
Terug-knop
Ga een stap terug in de menuniveaus met een druk op de knop
Gebruikershandleiding
EC Vent
2
Systemair AB
2.1.1 Symbolen op het display Symbool
Beschrijving
Verklaring
Vent-snelheid
Geeft de huidige vent-snelheid aan. De snelheidsinstelling wordt door de gebruiker traploos of in stappen ingesteld. De snelheid wordt ook als percentage van de maximale vent-snelheid weergegeven onderaan het display (geldig bij handbediende modus). Een leeg symbool staat voor een stopgezette ventilator en een volledig gevuld symbool voor de maximale snelheid (100%). De vent-snelheid kan handmatig worden ingesteld met een draai aan de keuzeschakelaar in de handbediende modus.
Temp. ingesteld
Geeft de huidig ingestelde temperatuur aan. Het temperatuurpictogram wordt gekoppeld aan het instelpunt van de verwarmer/koeler. Als er geen controller voor de verwarmer/koeler wordt geactiveerd, geeft het pictogram de instelling van de eerste temperatuurcontroller voor de ventilator aan. Als er geen temperatuurcontrollers in het systeem aanwezig zijn, wordt het temperatuurpictogram niet weergegeven. De temperatuur wordt met stappen van 0,5°C ingesteld en kan handmatig worden gewijzigd met een draai aan de keuzeschakelaar.
Service
Toegang tot het service-/instelmenu met een druk op de bevestigingsknop Log met “1111” in op “Service” en met “2222” op “Instellingen”.
Alarm
Wordt alleen weergegeven indien er een alarm actief is en niet wordt geblokkeerd. Pictogram knippert bij een actief alarm
Selectievakje
Wordt gebruikt om instelbare en ingestelde items te markeren (af- en aangevinkte vakjes).
Gebruikershandleiding
EC Vent
3
Systemair AB
3 Bediening 3.1 Voorafgaand aan het starten Voordat u het systeem start, dient u te controleren of: • de apparatuur is geïnstalleerd volgens de installatie-instructies • de juiste accessoires worden gebruikt voor de beoogde functie • u deze handleiding hebt gelezen en begrepen.
3.2 Programmaoverzicht De programma-interface wordt in drie niveaus onderverdeeld. • Het gebruikersniveau is bedoeld voor gebruik door een willekeurige gebruiker van het systeem. Er kunnen slechts een beperkt aantal parameters worden gewijzigd. • Het serviceniveau is bedoeld voor gebruik door personen met enige kennis van het systeem, bijvoorbeeld een monteur. • Het installatieniveau wordt gebruikt voor geavanceerde instelling en is bedoeld voor installateurs die de startinstellingen van het complete systeem verzorgen.
3.2.1 Navigatie De ruimte-unit heeft twee knoppen en een keuzeschakelaar. • Menuschakelaar (kies functie en blader door menu's) • Bevestigen (knop om keuze te bevestigen) • Terug (knop om in menuniveau terug te gaan) Items in het menu waarmee u een submenuniveau kunt openen, zijn gemarkeerd met >>. Items die naar een menu leiden met instelbare items zijn gemarkeerd met>. Instelbare parameters en waarden in menu´s worden onderstreept. Wanneer u de schakelaar draait, wordt de geselecteerde waarde met een afwijkende achtergrondkleur gemarkeerd. Met de bevestigingsknop kunt u waarden wijzigen. De achtergrond van deze waarden knippert. Nadat een waarde is gewijzigd, moet de wijziging worden bevestigd met de bevestigingsknop. Als de terug-knop wordt gebruikt, keert de waarde terug naar de vorige instelling. Dit gebeurt ook als er 1 minuut lang geen knop wordt ingedrukt. De achtergrondverlichting van het display wordt geactiveerd door een willekeurige invoer van de gebruiker. De achtergrondverlichting gaat na 1 minuut inactiviteit uit, behalve van het instelmenu. De achtergrondverlichting van dit menu brandt altijd. Het wachtwoordmenu heeft een time-out van 15 sec.
3.2.2 Gebruikersmenu In de lijst met regelmodi ziet u de geactiveerde modus. Indien alleen de handbediende modus en een handbediende controller zijn geselecteerd, wordt het menu met de controllermodi niet weergegeven. Het instelmenu van de handbediende controller heeft geen time-out. Het temperatuurpictogram wordt gekoppeld aan het instelpunt van de verwarmer/koeler. Als er geen controller voor de verwarmer/koeler wordt geactiveerd, wordt het pictogram gekoppeld aan de eerste temperatuurcontroller voor de ventilator. Als er geen temperatuurcontrollers in het systeem aanwezig zijn, wordt het temperatuurpictogram niet weergegeven. In het geval van een alarm knippert het pictogram Alarm en wordt er een alarmmelding weergegeven. Als er meer dan één alarm actief is, worden de meldingen beurtelings weergegeven. Onderaan het display wordt de huidige bedrijfsmodus weergegeven. Dit kan zijn: Gebruikershandleiding
EC Vent
4
Systemair AB
• Auto • Boost: 00:30 (teller resterende tijd, in dit voorbeeld is de resterende verhoogde tijd 30 minuten) • Verlengde tijd: 00:30 (teller resterende tijd, in dit voorbeeld is de resterende verlengde tijd 30 minuten) • Weg • Handbediend: (indien de controller traploos wordt ingesteld, wordt het uitgangssignaal van de ventilator in % weergegeven. Als de controller met stappen wordt ingesteld, wordt de geselecteerde stap weergegeven.) De handbediende snelheid wordt weergegeven wanneer een handbediende controller wordt geactiveerd en het systeem in Auto-modus staat.
3.2.2.1 Sluimermodus Indien de sluimermodus is geactiveerd, schakelt het systeem 5 minuten na de laatste invoer van de gebruiker over naar de sluimermodus, behalve wanneer het instelmenu wordt geselecteerd. Wanneer het systeem in de sluimermodus staat, gaat het na een willekeurige invoer van de gebruiker naar het gebruikersmenu. Bij gebruik van een gebruikerswachtwoord wordt er een vraag weergegeven.
3.2.2.2 Bedrijfsmodus Boost: Wanneer u de functie Boost invoert, wordt er een standaardtijd weergegeven en wordt er een tijdveld geselecteerd, dat bewerkt kan worden. (Boost-snelheid is gelijk aan 100% vent-snelheid) Standaardtijd wordt ingesteld in het menu Gebruikersinterface 1. Selecteer een tijd met de keuzeschakelaar en bevestig de tijd. Hierna start de timer. 2. Keer terug naar het hoofdmenu met de terug-knop of time-out. 3. De tekst Boost en de resterende tijd worden onder de schermpictogrammen weergegeven. Verlengde tijd: deactiveert het schema. Indien er geen schema is geprogrammeerd, blijft de functie verborgen. Dezelfde functie en procedure als bij de functie Boost. Weg: activeert de snelheid voor Weg. Wordt geannuleerd bij Boost, Verlengde tijd of Auto-modus. De snelheid voor Weg wordt in het menu Gebruikersinterface ingesteld. Auto: keert terug naar Auto-modus. Handbediend: activeert vaste snelheid met handbediende instelling. Kan in stappen of traploos worden ingesteld. Het menu voor het wijzigen van de snelheid heeft geen time-out. De vent-snelheid kan hoger dan de ingestelde handbediende snelheid zijn, indien een aparte ruimte-unit (tot wel 10 RU's kunnen worden geïnstalleerd) een hoger signaal aan de ventilator afgeeft.
Gebruikershandleiding
EC Vent
5
Systemair AB
3.2.3 Gebruikersoverzicht B
A
Fan Speed <500RPM
12:00 20°C
Monday 12:00 Password
C
xxxx
D Auto
E Auto
F Auto
Password Service Setup xxxx
G
Fig. 2 Gebruikersoverzicht
Gebruikershandleiding
EC Vent
6
Systemair AB
Tabel 1: Verklaringen gebruikersoverzicht Positie
Beschrijving (Figuur 2)
A
Geeft een waarschuwingssymbool met de tekst Vent-snelheid <500 rpm. Geeft aan dat er geen vent-snelheid is ingesteld.
B
Displayoptie sluimermodus. Wordt na 5 minuten inactiviteit weergegeven als de functie is geactiveerd.
C
Gebruikerswachtwoord Wordt weergegeven na een druk op de bevestigingsknop in de sluimermodus (hoofdstuk 3.2.6.1).
D
Symbool heeft meerdere betekenissen: In de handbediende modus (hoofdstuk 3.2.12) verandert het symbool conform de actuele vent-snelheid. In de modus Weg, Auto of Boost wordt het symbool gevuld (bijna leeg, halfvol, vol). Zie voor meer informatie (hoofdstuk 2.1.1 en hoofdstuk 3.2.4).
E
Symbool heeft meerdere betekenissen: Indien er geen temperatuurregeling of verwarmer/koeler wordt gebruikt, is het symbool niet zichtbaar. Indien er een verwarmer/koeler wordt geïnstalleerd, kan het gewenste werkpunt van de verwarmer/koeler hier worden gewijzigd. Als de ventilator wordt geregeld met behulp van een temperatuursensor, kunt u de gewenste temperatuur tussen het max. en min. instelpunt hier wijzigen. Als er een vast instelpunt is geselecteerd, is het symbool zichtbaar maar kunnen er geen wijzigingen worden doorgevoerd (hoofdstuk 2.1.1 en hoofdstuk 3.2.9).
F
Indrukken om de installatiemodus of de servicemodus te openen.
G
Voer het wachtwoord in voor de modus die u wilt openen.
Gebruikershandleiding
EC Vent
7
Systemair AB
3.2.4 Gebruikersmenu Auto-modus
Auto
Away Auto Extended time Boost Manual
Away Auto Extended time Boost Manual
Away Auto Extended time Boost Manual
A
B
Extended time.
Duration 00:30
F
Boost Away Auto Extended time Boost Manual
Away Auto Extended time Boost Manual
Duration 00:30
G
H Fan speed 33% or
I C
Fan step 1
Set temp /Fixed temp set
D Setting
Password Service xxxx
E Fan Speed <500RPM
Fig. 3 Auto-modus
Gebruikershandleiding
EC Vent
8
Systemair AB
Tabel 2: Verklaringen gebruikersmenu Auto-modus Positie A
Menunaam
Beschrijving (Figuur 3)
Weg
Activeert de functie Weg. Zie voor meer informatie (hoofdstuk 3.2.2.2 en hoofdstuk 3.2.7). Annuleert Weg, Tijd verhoogd of Verlengde tijd. De ventilator wordt vervolgens geregeld door de geïnstalleerde sensoren en/of het weekschema. Zie voor meer informatie (hoofdstuk 3.2.2.2 en hoofdstuk 3.2.6.1).
B
Auto
C
Temp. ingesteld/Vaste temp. ingesteld
Wijzigt het instelpunt van de controller van de verwarmer/koeler of de temperatuurgestuurde ventilator.
D
Instelling
Indrukken om de installatiemodus of de servicemodus te openen. Alarm
E
Alarm
F
Verlengde tijd
Activeert de functie Verlengde tijd. Zie voor meer informatie (hoofdstuk 3.2.2.2 en hoofdstuk 3.2.7).
G
Boost
Activeert de functie Boost. Zie voor meer informatie (hoofdstuk 3.2.2.2 en hoofdstuk 3.2.7).
Handbediend
Indien de handbediende modus wordt geselecteerd, kan de ventilator in een traploze modus worden geregeld als deze modus wordt geselecteerd (hoofdstuk 3.2.12).
Ventilatorstap 1
Indien de handbediende modus wordt geselecteerd, kan de ventilator in stappen worden geregeld als deze modus wordt geselecteerd (hoofdstuk 3.2.12).
H
I
Symbool wordt weergegeven bij een actief alarm (hoofdstuk 3.2.8).
Gebruikershandleiding
EC Vent
9
Systemair AB
3.2.5 Servicemenu A • • • •
B
Service Fan set point adjustment Heater / Cooler set point Time and Date SW Version
• • • • •
C
Fan set point Controller 1 Controller name 2 Controller name 3 Controller name 4 Controller name 5 Controller name
Fan set point xxx °C / ppm / %Rh / Pa / l/s
. .
.
• • • •
Service Fan set point adjustment Heater / Cooler set point Time and Date SW Version
• • •
Service Fan set point adjustment Heater /Cooler set point Time and Date
•
SW Version
• • • •
Service Fan set point adjustment Heater/ Cooler set point Time and Date SW Version
Heater /Cooler set point
D
xxx °C
Time and date HH:MM DDD
SW Ver CB Main X.X.X Boot X.X.X String
E
RU X.X.X X.X.X X.X.X
F
Fig. 4 Servicemenu Tabel 3: Verklaringen Positie A
B
C
Menunaam
Beschrijving (Figuur 4)
Afstelling instelpunt ventilator
Het servicemenu biedt u de mogelijkheid om enkele algemene functies te wijzigen.
Naam controller
Selecteer voor welke controllerfunctie u het instelpunt wilt wijzigen. De verschillende controllerfuncties moeten in het installatiemenu worden ingesteld, voordat ze hier worden weergegeven (hoofdstuk 3.2.6).
Instelpunt ventilator
Wijzig het instelpunt van de ventilator, zodat de ventilator altijd op het vooraf ingestelde instelpunt afgaat. Het instelpunt moet binnen het vooraf vastgestelde bereik liggen (zie het hoofdstuk dat hoort bij de gewenste regelmodus).
Gebruikershandleiding
EC Vent
10
Systemair AB
Verklaringen verv. Menunaam
Beschrijving (Figuur 4)
D
Instelpunt verwarmer/koeler
Selecteer het gewenste instelpunt voor de verwarmer/koeler. Indien er geen verwarmer/koeler is geïnstalleerd, wordt deze optie niet weergegeven (hoofdstuk 3.2.18).
E
Tijd en datum
De tijd en datum wijzigen
F
SW-versie
Softwareversie
Positie
Gebruikershandleiding
EC Vent
11
Systemair AB
3.2.6 Installatie 3.2.6.1 Installatie - 1
A • • • • • • • • •
B
Installation Controllers User interface Security Output Alarm Setting Address Adjusting Units Calibration
D
E
F
• • • • • • • • •
Installation Controllers User interface Security Output Alarm Setting Address Adjusting Units Calibration
• • • • • • • • •
Installation Controllers User interface Security Output Alarm Setting Address Adjusting Units Calibration
C
• • • • • • • • •
Controllers Control 1 Control 2 Control 3 Control 4 Control 5 Manual Control Heater/ Cooler Control Time Control DI Control
• • • • • • • • •
Controllers Control 1 Control 2 Control 3 Control 4 Control 5 Manual Control Heater/ Cooler Control Time Control DI Control
• • • • • • •
Control mode Disable Temperature Control CO2 Control Humidity Control Pressure Control Flow Control Slave Control
.
• • •
Security User level Service Level Installation level
User level Change Password Actual XXXX New XXXX
G
• • •
Security User level Service Level Installation level
Service Level Change Password Actual XXXX New XXXX
H
• • •
Security User level Service level Installation level
Installation level Change Password Actual XXXX New XXXX
I
J Fig. 5 Installatie - 1
Gebruikershandleiding
EC Vent
12
Systemair AB
Tabel 4: Verklaringen installatie - 1 Positie A
B
Menunaam
Beschrijving (Figuur 5)
Installatie
Installatie, opties hoofdmenu
Controllers
Regeling 1-5 biedt u de mogelijkheid om de ventilator te laten draaien met behulp van 5 verschillende sensoren, gelijktijdig of afzonderlijk. De ventilator wordt geregeld door de sensor die de ventilator de hoogste uitgang geeft. Selecteert de regelmodus die voor de ventilator wordt gebruikt.
C
Slave-regeling laat toe dat de vent-snelheid wordt geregeld vanaf een hoofdregelsysteem (hoofdstuk 3.2.9, hoofdstuk 3.2.10, hoofdstuk 3.2.11, hoofdstuk 3.2.14, hoofdstuk 3.2.16, hoofdstuk 3.2.17).
Regelmodus
Handbediende regeling – Instellen als u wilt dat de ventilator handbediend wordt geregeld (hoofdstuk 3.2.12). Regeling verwarmer/koeler – Instellen als u EC Vent een verwarmer of koeler wilt laten regelen (hoofdstuk 3.2.18).
Handbediende regeling D
Regeling verwarmer/koeler
Tijdschema - Instellen als u wilt dat de ventilator met een weekschema wordt geregeld (hoofdstuk 3.2.13).
Tijdschema DI-regeling
Digitale regeling – Instellen als u wilt dat de ventilator wordt geregeld met een digitale ingang, bijv. een PIR-sensor (hoofdstuk 3.2.15).
E
F
Gebruikersinterface
Voor het instellen van functies die beschikbaar zijn in het gebruikersmenu. Een uitgeschakelde functie wordt niet weergegeven. De gebruikersinterface van elke ruimte-unit van het systeem moet apart worden ingesteld (hoofdstuk 3.2.7).
Beveiliging
Wijzigt het wachtwoord voor de verschillende niveaus in het systeem. Met het wachtwoord 0000 wordt de wachtwoordvraag uitgeschakeld.
J
Vervolg
Gebruikershandleiding
EC Vent
13
Systemair AB
3.2.6.2 Installatie - 2
J
A
B
C
D
E
• • • • • • • • •
Installation Controllers User interface Security Output Alarm Setting Address Adjusting Units Calibration
• • • • • • • • •
Installation Controllers User interface Security Output Alarm Setting Address Adjusting Units Calibration
• • • • • • • • •
Installation Controllers User interface Security Output Alarm Setting Address Adjusting Units Calibration
• • • • • • • • •
Installation Controllers User interface Security Output Alarm Setting Address Adjusting Units Calibration
• • • • • • • • •
Installation Controllers User interface Security Output Alarm Setting Address Adjusting Units Calibration
Address RU 01
Adjusting FS 15-100%
Board : CB/RU 1/RU 2,,
Internal temp Internal Humidity
xx °C AI1 xxxx °C / ppm / %Rh / Pa / l/s xx %Rh AI2 xxxx°C / ppm / %Rh / Pa / l/s
Units Temperature °C / °F Pressure Pa / In. wg Flow l/s / m3/h / m 3/s / cfm
Calibration Sensor Confirmed T 20,0 N RH 47 N
Fig. 6 Installatie - 2 Gebruikershandleiding
EC Vent
14
Systemair AB
Tabel 5: Verklaringen installatie - 2 Positie
A
Menunaam
Beschrijving (Figuur 6) Uitgang – Biedt de mogelijkheid een uitgangssignaal in te stellen (digitaal/analoog), zoals een alarmuitgang als de vent-snelheid te laag is of een analoog signaal (0-10V) naar een andere ventilator (hoofdstuk 3.2.19).
Alarminstelling
Alarminstellingen - Biedt de mogelijkheid om alarmmeldingen in te stellen (hoofdstuk 3.2.20). B
C
Stelt het adres in voor de specifieke controller. Bij gebruik van meerdere ruimte-units moet elke unit een ander adres hebben.
Adres
Biedt u de mogelijkheid de ventilator handmatig te bedienen terwijl u de waarde kunt zien van de verschillende sensoren die in het systeem worden gebruikt.
Instelling
Uitermate geschikt om de juiste vent-snelheid (in %) te vinden voor een bepaalde luchtcapaciteit of druk. D
Units
Biedt de mogelijkheid om weergegeven units te veranderen.
E
Kalibratie
Biedt de mogelijkheid om de interne temperatuur- en vochtigheidssensor in de ruimte-unit te kalibreren.
Gebruikershandleiding
EC Vent
15
Systemair AB
3.2.7 Gebruikersinterface • • • • •
User interface Sleep mode Boost time Extended time Away Language
• • • • •
User interface Sleep mode Boost time Extended time Away Language
• • • • •
User interface Sleep mode Boost time Extended time Away Language
D
• • • • •
User interface Sleep mode Boost time Extended time Away Language
E
• • • • •
User interface Sleep mode Boost time Extended time Away Language
A
B
C
Sleep mode Sleep mode enable / disable Background Logo / Clock / Temp
Boost time Disable / 00:01-23:59
Extended time Disable / 00:01-23:59
Away Speed off / 15-100 % Enable / Disable
Language English
Fig. 7 Gebruikersinterface
Gebruikershandleiding
EC Vent
16
Systemair AB
Tabel 6: Verklaringen gebruikersinterface Positie
A
B
Menunaam
Beschrijving (Figuur 7)
Sluimermodus
Selecteren als sluimermodus moet worden in- of uitgeschakeld. Indien ingeschakeld, selecteer welke informatie moet worden weergegeven wanneer de ruimte-unit overschakelt naar de sluimermodus (5 min.) (hoofdstuk 3.2.3). Tijd verhoogd biedt de gebruiker de mogelijkheid vanuit het gebruikersmenu (hoofdstuk 3.2.4) de ventilator in te stellen op een vaste snelheid gedurende een bepaalde periode.
Tijd verhoogd
Instellen als u Tijd verhoogd wilt in- of uitschakelen. Indien mogelijk, selecteert u ook de vooraf vastgestelde tijd die de ventilator in de modus Boost moet blijven.
C
Verlengde tijd biedt de gebruiker de mogelijkheid vanuit het gebruikersmenu (hoofdstuk 3.2.4) de Aan-tijd te verlengen die in het hoofdstuk Tijdschema wordt vastgesteld (hoofdstuk 3.2.13) gedurende een bepaalde periode.
Verlengde tijd
Instellen als u Verlengde tijd wilt in- of uitschakelen. Indien mogelijk, selecteert u ook de vooraf vastgestelde tijd die de ventilator moet worden verlengd.
D
Weg
De functie Weg biedt de gebruiker de mogelijkheid om vanuit het gebruikersmenu (hoofdstuk 3.2.4) het systeem in te stellen op een vaste snelheid. U kunt uitsluitend handmatig van de modus Weg overschakelen naar een andere modus.
E
Taal
Stelt de taal in.
Gebruikershandleiding
EC Vent
17
Systemair AB
3.2.8 Alarmmenu
A C E
N Alarm Alarm 1 fan speed <500 RPM Mon 12:00 Alarm active / not active Reset / Block
B D
F
Fig. 8 Alarmmenu Positie
Beschrijving
A
Geeft het aantal actieve alarmmeldingen aan.
B
Geeft de oorzaak van het alarm aan.
C
Geeft de dag van de week en tijd aan waarop het alarm zich voordeed.
D
Geeft aan of het alarm actief is of niet.
E
Reset het alarm als het niet meer actief is, bijv. wanneer de oorzaak van het alarm is verholpen.
F
Het is mogelijk een actief alarm te blokkeren. Een geblokkeerd alarm wordt automatisch na 1 minuut geactiveerd, indien de parameters zijn gecorrigeerd.
Gebruikershandleiding
18
Systemair AB
3.2.9 Temperatuurregeling
A
• • • • •
Temperature Control Sensor Control Function Min/max speed PI setting Set point
B
• • • • •
Temperature Control Sensor Control Function Min/max speed PI setting Set point
• • • • •
Temperature Control Sensor Control Function Min/max speed PI setting Set point
• • • • •
Temperature Control Sensor Control Function Min/max speed PI setting Set point
• • • • •
Temperature Control Sensor Control Function Min/max speed PI setting Set point
C
D
E
Sensor Board: CB/RU 1/RU 2.. Channel: 1/2/3/Int
Control function Higher speed at higher temperature / Lower speed at higher temperature
Min/max speed Max 15-100% Min Off / 15-100%
PI setting P-band xx°C I-time 1-600 sek / off
Set point Range / Fixed Max xxx°C Min xxx°C .
Fig. 9 Temperatuurregeling
Gebruikershandleiding
EC Vent
19
Systemair AB
Tabel 7: Verklaringen temperatuurregeling Positie
A
Menunaam
Beschrijving (Figuur 9) Stelt in waar de temperatuursensor wordt aangesloten en of de interne sensor wordt gebruikt. Indien er een externe sensor wordt gebruikt, kunt u uit 5 verschillende analoge ingangen kiezen: 2 op de ruimte-unit en 3 op de besturingskast.
Sensor
De externe sensor moet van het type PT1000 zijn. B
C
Regelfunctie
Stel in welke regelfunctie u wilt.
Min./max.
Stel vervolgens de min./max. snelheid van de ventilator in. Dit zijn de min./max. snelheid die de ventilator bereikt wanneer deze wordt geregeld door de temperatuurregelfunctie van deze sensor.
snelheid
Stel de gewenste P-band en I-tijd in. D
E
Hogere waarden leveren een langzamere controller en minder gevaar voor trillingen en andersom.
PI-instelling
Stel het gewenste instelpunt in. Het instelpunt kan vast zijn of uit een bereik bestaan. Indien het instelpunt vast is, kan de gebruiker geen wijzigingen doorvoeren vanuit het gebruikers- of servicemenu. Indien het instelpunt een bereik is, kan de gebruiker het instelpunt binnen de limieten wijzigen (hoofdstuk 3.2.4).
Instelpunt
Gebruikershandleiding
EC Vent
20
Systemair AB
3.2.10 CO2 -regeling • • • • •
CO2 Control Sensor Sensor range Min/max speed PI setting Set point
B
• • • • •
CO2 Control Sensor Sensor range Min/max speed PI setting Set point
C
• • • • •
CO2 Control Sensor Sensor range Min/max speed PI setting Set point
D
• • • •
CO2 Control Sensor Min/max speed PI setting Set point
E
• • • •
CO2 Control Sensor Min/max speed PI setting Set point
A
Sensor Board: CB/RU 1/RU 2.. Channel: 1/2/3
Sensor range Min xxxxppm Max xxxxppm
Min/max speed Max 15-100% Min Off / 15-100 %
PI setting P-band xxxxppm I-time 1-600 sek / off
Set point Range / Fixed Max xxxxppm Min xxxxppm
Fig. 10 CO2-regeling
Gebruikershandleiding
21
Systemair AB
Tabel 8: Verklaring CO2-regeling Positie
A
Menunaam
Beschrijving (Figuur 10)
Sensor
Stel in waar de CO2-sensor wordt aangesloten. U kunt uit 5 verschillende analoge ingangen kiezen: 2 op de ruimte-unit en 3 op de besturingskast. Als de CO2 -sensor met een schakelcontact wordt gebruikt, dient u DI-regeling te gebruiken.
B
C
Sensorbereik
Stel het meetbereik van de sensor in.
Min./max.
Stel vervolgens de min./max. snelheid van de ventilator in. Dit is de min./max. snelheid die de ventilator bereikt wanneer de ventilator wordt geregeld door de CO2 -regelfunctie voor deze sensor.
snelheid
Stel de gewenste P-band en I-tijd in. D
E
Hogere waarden leveren een langzamere controller en minder gevaar voor trillingen en andersom.
PI-instelling
Stel het gewenste instelpunt in. Het instelpunt kan vast zijn of uit een bereik bestaan. Indien het instelpunt vast is, kan de gebruiker geen wijzigingen doorvoeren vanuit het gebruikers- of servicemenu. Indien het instelpunt een bereik is, kan de gebruiker het instelpunt binnen de limieten wijzigen (hoofdstuk 3.2.5).
Instelpunt
Gebruikershandleiding
EC Vent
22
Systemair AB
3.2.11 Vochtregeling
A
• • • • •
Humidity Control Sensor Sensor range Min/max speed PI setting Set point
B
• • • • •
Humidity Control Sensor Sensor range Min/max speed PI setting Set point
• • • • •
Humidity Control Sensor Sensor range Min/max speed PI setting Set point
• • • • •
Humidity Control Sensor Sensor range Min/max speed PI setting Set point
• • • • •
Humidity Control Sensor Sensor range Min/max speed PI setting Set point
C
D
E
Sensor Board: CB/RU 1/RU 2.. Channel: 1/2/3/int
Sensor range Min xxx%Rh Max xxx%Rh
Min/max speed Max 15-100% Min Off / 15-100%
PI setting P-band xxx%Rh I-time 1-600sek / off
Set point Range / Fixed Max xxxx%Rh Min xxxx%Rh
Fig. 11 Vochtregeling
Gebruikershandleiding
EC Vent
23
Systemair AB
Tabel 9: Verklaringen vochtregeling Positie
Menunaam
Beschrijving (Figuur 11)
A
Sensor
Stel in waar de vochtigheidssensor wordt aangesloten en of de interne sensor wordt gebruikt. Indien er een externe sensor wordt gebruikt, kunt u uit 5 verschillende analoge ingangen kiezen: 2 op de ruimte-unit en 3 op de besturingskast.
B
Sensorbereik
Stel het meetbereik van de sensor in.
Min./max.
Stel vervolgens de min./max. snelheid van de ventilator in. Dit zijn de min./max. snelheid die de ventilator bereikt wanneer de ventilator wordt geregeld door de vochtregelfunctie van deze sensor.
C
snelheid
Stel de gewenste P-band en I-tijd in. D
Hogere waarden leveren een langzamere controller en minder gevaar voor trillingen en andersom.
PI-instelling
E
Stel het gewenste instelpunt in. Het instelpunt kan vast zijn of uit een bereik bestaan. Indien het instelpunt vast is, kan de gebruiker geen wijzigingen doorvoeren vanuit het gebruikers- of servicemenu. Indien het instelpunt een bereik is, kan de gebruiker het instelpunt binnen de limieten wijzigen (hoofdstuk 3.2.5).
Instelpunt
3.2.12 Handbediende regeling
A • •
Manual Control Mode Setting
• •
Manual Control Mode Setting
B Mode Step/Stepless/Disable
Step Number of step x 1 Off / 15-100% 2 Off / 15-100% 3 Off / 15-100% 4 Off / 15-100% 5 Off / 15-100%
C
or
Min/max speed Max 15-100% Min Off / 15-100 %
E
D
Fig. 12 Handbediende regeling
Gebruikershandleiding
EC Vent
24
Systemair AB
Tabel 10: Verklaringen handbediende regeling Positie A
Menunaam
Beschrijving (Figuur 12)
Modus
Activeert de handbediende regelmodus. Selecteer of u de ventilator handbediend wilt regelen (3 tot 5 stappen) of traploos. De gebruiker kan vervolgens de vent-snelheid overeenkomstig wijzigen vanuit het gebruikersmenu (hoofdstuk 3.2.4).
B
Stap/Traploos/Uitschakelen
C
Instelling
Stel de verschillende instellingen voor de stappen/traploze regelmodus vast.
Stap
Indien u voor handbediende regeling met stappen kiest, stelt u vast hoeveel stappen de handbediende regeling moet krijgen en welke vent-snelheid bij elke stap hoort.
Min./max.
Indien u voor handbediende regeling zonder stappen kiest, stelt u de min./max. snelheid van de ventilator vast, die kan worden verkregen met de handbediende modus.
D
E
snelheid
Selecteer of u de handbediende regelmodus ook wilt uitschakelen. Indien u dit doet, is de functie “Handbediend” in het gebruikersmenu (hoofdstuk 3.2.4) niet zichtbaar.
Gebruikershandleiding
EC Vent
25
Systemair AB
3.2.13 Tijdschema D
A B
F
Schedule Clear Y/N Schedule 1-14 On HH:MM DDD Off HH:MM DDD Fixed Speed / set point xxxx°C / ppm / %Rh / %
C
E Fig. 13 Tijdschema Tabel 11: Tijdschema
Positie
A
Menunaam
Beschrijving (Figuur 13)
Schema
Er kunnen maar liefst 14 verschillende schema´s worden geprogrammeerd. Alle schema´s verwijzen naar controller 1.
B
Aan
Stel in hoe lang het schema in de Aan-modus moet blijven.
C
Uit
Stel in hoe lang het schema in de Uit-modus moet blijven. Stel de dag of periode van dagen in. Kies uit
D
• Ma, Din, Woe, Don, Vri, Zat, Zon, alle dagen van de week
Ma
• Ma-Vrij • Zat-Zon • Elke dag, dus elke weekdag. Stel de vaste snelheid in, die de ventilator moet hebben tijdens bedrijf. Deze instelling heft de instelsnelheid op van de ventilator tijdens bedrijf. E
Let op:
Snelheid
De snelheid kan ook worden uitgeschakeld. Indien u hiervoor kiest, wordt de ventilator uitgeschakeld tussen de geprogrammeerde Aan- en Uit-tijd van het schema. EC Vent
F
Wissen
26
Als u J kiest, wist u Gebruikershandleiding de tijdinstellingen voor het actuele Systemair AB schema.
3.2.14 Drukregeling
A
B
C
D
E
F
• • • • • •
Pressure Control Sensor Sensor range Min/max speed PI setting Set point Set point displacement
• • • • • •
Pressure Control Sensor Sensor range Min/max speed PI setting Set point Set point displacement
• • • • • •
Pressure Control Sensor Sensor range Min/max speed PI setting Set point Set point displacement
• • • • •
Pressure Control Sensor Min/max speed PI setting Set point Set point displacement
• • • • •
Pressure Control Sensor Min/max speed PI setting Set point Set point displacement
• • • • •
Pressure Control Sensor Min/max speed PI setting Set point Set point displacement
Sensor Board: CB/RU 1/RU 2.. Channel : 1/2/3
Min Max
Max Min
Sensor range xxxPa xxxPa
Min/max speed 15-100% Off / 15-100%
PI setting P-band xxxxPa I-time 1-600sek / off
Set point Range / Fixed Max xxxPs Min xxxPs
H
• •
Set point displacement Sensor Setting
• •
Set point displacement Sensor Setting
Control Board Control board AI1/ AI2 /AI3
Set point displacement Start xx °C Stop xx °C Displacement +-xxxxPa
G
I
Fig. 14 Drukregeling
Gebruikershandleiding
EC Vent
27
Systemair AB
Tabel 12: Verklaringen drukregeling Positie
Menunaam
Beschrijving (Figuur 14)
A
Sensor
Stel in waar de druksensor wordt aangesloten. U kunt uit 5 verschillende analoge ingangen kiezen: 2 op de ruimte-unit en 3 op de besturingskast.
B
Sensorbereik
Stel het meetbereik van de sensor in, bijv. 0-200 Pa.
Min./max.
Stel vervolgens de min./max. snelheid van de ventilator in. Dit zijn de min./max. snelheid die de ventilator bereikt wanneer de ventilator wordt geregeld door de drukregelfunctie van deze sensor.
C
snelheid
Stel de gewenste P-band en I-tijd in. D
Hogere waarden leveren een langzamere controller en minder gevaar voor trillingen en andersom.
PI-instelling
Stel het gewenste instelpunt in. Het instelpunt kan vast zijn of uit een bereik bestaan. Indien het instelpunt vast is, kan de gebruiker geen wijzigingen doorvoeren vanuit het gebruikers- of servicemenu. Indien het instelpunt een bereik is, kan de gebruiker het instelpunt binnen de limieten wijzigen (10%-90% van het huidige sensorbereik), (hoofdstuk 3.2.5). E
Bereik instelpunt
Let op: Indien u drukverandering wilt gebruiken, moet de minimale waarde van het instelbereik zo worden afgesteld, dat de gewenste drukverminderingswaarde ook is inbegrepen. Bij een verandering van -50 Pa met een 0–200 Pa-sensor moet de minimale waarde worden verhoogd 20+50 = 70 Pa om het instelpunt van de druk met 50 Pa te laten afnemen.
F
G
Verandering instelpunt
Stel in als het instelpunt van de druk moet worden afgesteld conform de gemeten temperatuur, bijv. als de ventilatie moet worden verminderd door een lage buitentemperatuur. Zie bovenstaande verklaring onder Bereik instelpunt.
Sensor → Besturingskast
Stel in waar de veranderingssensor moet worden aangesloten. Er zijn 3 verschillende analoge ingangen op de besturingskast.
Gebruikershandleiding
EC Vent
28
Systemair AB
Verklaringen drukregeling verv. Positie H
Menunaam
Beschrijving (Figuur 14)
Instelling
Selecteer de verschillende instellingen voor de verandering van het instelpunt. Met start wordt ingesteld vanaf welke temperatuur het instelpunt van de druk begint te veranderen.
I
Met stop wordt ingesteld vanaf welke temperatuur de wijzigingen van het instelpunt de maximale verandering bereiken.
verandering instelpunt
Met verandering wordt de maximale verandering van het instelpunt van de druk ingesteld.
3.2.15 DI-regeling A
• • •
DI Control DI 1 DI 2 DI 3
B
• • •
DI Control DI 1 DI 2 DI 3
C
• • •
DI Control DI 1 DI 2 DI 3
• • • • •
DI control X Input Function NO/NC Delay Enable
• • • • •
DI control X Input Function NO/NC Delay Enable
• • • • •
DI control X Input Function NO/NC Delay Enable
• • • • •
DI control X Input Function NO/NC Delay Enable
• • • • •
DI control X Input Function NO/NC Delay Enable
Board: Channel:
Sensor CB/RU 1/RU 2.. 1/2/3
D
Function Go to fixed speed /Change set point /auto mode New setpoint / speed xxx °C / ppm / %Rh / l/s / or Off / 15-100 %
DI activated if input are Open / Closed
E
F
Delay On HH:MM:SS Off HH:MM:SS
G
Enable
H
Disable/Enable
Fig. 15 DI-regeling Tabel 13: Verklaringen DI-regeling Positie
Menunaam
Beschrijving (Figuur 15)
A
DI 1
Voer de vereiste instellingen voor DI 1 in.
B
DI 2
Voer de vereiste instellingen voor DI 2 in.
C
DI 3
Voer de vereiste instellingen voor DI 3 in. Gebruikershandleiding
EC Vent
29
Systemair AB
Verklaringen DI-regeling verv. Positie
Menunaam
Beschrijving (Figuur 15)
D
Ingang → Sensor
Stel in waar de digitale ingang wordt aangesloten. U kunt uit 5 verschillende digitale ingangen kiezen: 2 op de ruimte-unit en 3 op de besturingskast.
E
Functie → Functie
Selecteer de gewenste actie wanneer de DI actief is.
F
NO/NC → DI geactiveerd als de ingang Open/Gesloten is
Selecteer als de DI normaal is gesloten (NC) of normaal is geopend (NO). Selecteer of u wilt dat de gewenste actie (Positie E) wordt vertraagd vanaf de tijd dat de DI is geactiveerd. 00:00:00 betekent dat de gewenste actie direct start wanneer de DI wordt geactiveerd.
G
Vertraging → Vertraging
H
Inschakelen → Inschakelen
Selecteer ook de tijd die de gewenste actie voortduurt nadat het DI-signaal is gedeactiveerd. 01:00:00 betekent dat de gewenste actie een uur lang voortduurt nadat het digitale signaal is gedeactiveerd. Indien het signaal wordt geactiveerd voordat de timer is afgelopen, wordt de tijd gereset. De bijbehorende DI in- of uitschakelen.
Gebruikershandleiding
EC Vent
30
Systemair AB
3.2.16 Capaciteitsregeling
A
B
C
D
E
F
• • • • • •
Flow Control Sensor Sensor range Min/max speed PI setting Set point Set point displacement
• • • • • •
Flow Control Sensor Sensor range Min/max speed PI setting Set point Set point displacement
• • • • • •
Flow Control Sensor Sensor range Min/max speed PI setting Set point Set point displacement
• • • • • •
Flow Control Sensor Sensor range Min/max speed PI setting Set point Set point displacement
• • • • • •
Flow Control Sensor Sensor range Min/max speed PI setting Set point Set point displacement
• • • • • •
Flow Control Sensor Sensor range Min/max speed PI setting Set point Set point displacement
Sensor Board: CB/RU 1/RU 2.. Channel : 1/2/3
Max Scale
Max Min
Sensor range xxxl/s Linear / exponential
Min/max speed 15-100% Off / 15-100%
P-band I-time
PI setting xxxxl/s 1-600sek / off
Set point Range / Fixed Max xxxxl/s Min xxxxl/s
• •
Set point displacement Sensor Setting
• •
Set point displacement Sensor Setting
G
Control Board Control board AI1 / AI2 / AI3
Set point displacement Start xx °C Stop xx °C Displacement +-xxxxl/s
Fig. 16 Capaciteitsregeling Gebruikershandleiding
EC Vent
31
Systemair AB
H
I
Tabel 14: Verklaringen capaciteitsregeling Positie A
Menunaam
Beschrijving (Figuur 16)
Sensor
Stel in waar de capaciteitssensor wordt aangesloten. U kunt uit 5 verschillende analoge ingangen kiezen: 2 op de ruimte-unit en 3 op de besturingskast. Stel het meetbereik en het type van de sensor in. Selecteer Lineair als er een sensor voor de luchtsnelheid wordt gebruikt.
B
C
Selecteer Exponentieel als er een verschildruksensor is aangesloten op een klep met een vastgestelde k-factor. Gebruik in dit geval de formule Q = k x √∆P, waarbij Q de luchtcapaciteit is, k de k-factor en ∆P het drukverschil, om het bereik van de luchtcapaciteit te bepalen.
Sensorbereik
Min./max.
Stel vervolgens de min./max. snelheid van de ventilator in. Dit zijn de min./max. snelheid die de ventilator bereikt wanneer de ventilator wordt geregeld door de capaciteitsregelfunctie van deze sensor.
snelheid
Stel de gewenste P-band en I-tijd in. D
Hogere waarden leveren een langzamere controller en minder gevaar voor trillingen en andersom.
PI-instelling
Instelpunt
Stel het gewenste instelpunt in. Het instelpunt kan vast zijn of uit een bereik bestaan. Als het instelpunt vast is, kan de gebruiker geen wijzigingen doorvoeren (hoofdstuk 3.2.5).
verandering instelpunt
Stel in als het instelpunt voor de capaciteit moet worden afgesteld conform de gemeten temperatuur, bijv. als de ventilatie moet worden verminderd door een lage buitentemperatuur.
G
Instelling
Stel in waar de veranderingssensor moet worden aangesloten. Er zijn 3 verschillende analoge ingangen op de besturingskast.
H
Sensor → Besturingskast
Selecteer de verschillende instellingen voor de verandering van het instelpunt.
E
F
Met start wordt ingesteld vanaf welke temperatuur het instelpunt van de capaciteit begint te veranderen. I
Met stop wordt ingesteld vanaf welke temperatuur de wijzigingen van het instelpunt de maximale verandering bereiken.
verandering instelpunt
Met verandering wordt de maximale verandering van het instelpunt van de capaciteit ingesteld.
Gebruikershandleiding
EC Vent
32
Systemair AB
3.2.17 Slave-regeling
A
• •
Slave Control Input Min / Max speed
B
• •
Slave Control Input Min / Max speed
Sensor Board: CB/RU 1/RU 2.. Channel: 1/2/3
Max Min
Min/max speed 15-100 % Off / 15-100 %
Fig. 17 Slave-regeling Tabel 15: Verklaringen slave-regeling Positie
A
B
Menunaam
Beschrijving (Figuur 17)
Ingang
Stel in waar het ingangssignaal wordt aangesloten. U kunt uit 5 verschillende analoge ingangen kiezen: 2 op de ruimte-unit en 3 op de besturingskast.
Min./max.
Stel vervolgens de min./max. snelheid van de ventilator in. Dit is de min./max. snelheid die de ventilator bereikt wanneer de ventilator met slave wordt geregeld voor deze sensor.
snelheid
Gebruikershandleiding
33
Systemair AB
3.2.18 Regeling verwarmer/koeler 3.2.18.1 Regeling verwarmer/koeler deel 1
A
• • • • • • • • •
Temperature Control Sensor Output Control Function PI setting Set point Min/max temperature sensor Min/Max temperature Min flow shut off Enable
B
• • • • • • • • •
Temperature Control Sensor Output Control Function PI setting Set point Min/max temperature sensor Min/Max temperature Min flow shut off Enable
• • • • • • • • •
Temperature Control Sensor Output Control Function PI setting Set point Min/max temperature sensor Min/Max temperature Min flow shut off Enable
C
D
E
F
• • • • • • • • •
• • • • • • • • •
Temperature Control Sensor Output Control Function PI setting Set point Min/max temperature sensor Min/Max temperature Min flow shut off Enable
• • • • • • • • •
Temperature Control Sensor Output Control Function PI setting Set point Min/max temperature sensor Min/Max temperature Min flow shut off Enable
Temperature Control Sensor Output Control Function PI setting Set point Min/max temperature sensor Min/Max temperature Min flow shut off Enable
Sensor Board : CB/RU 1/RU 2.. Channel : 1/2/3/Int
Output Control board AO1/AO2 /AO3
Control function Cooling / Heating
PI setting P-band xxx°C I-time 0.1-600 sek / off
Set point Range / Fixed Max xxx°C Min xxx°C
Sensor Board : CB/RU 1/RU 2.. Channel : 1/2/3
G Fig. 18 Regeling verwarmer/koeler - 1 Gebruikershandleiding
EC Vent
34
Systemair AB
Tabel 16: Verklaringen temperatuurregeling Positie
Menunaam
Beschrijving (Figuur 18) Stel in waar de temperatuursensor wordt aangesloten, die als regelsensor zal fungeren.
A
U kunt uit 5 verschillende analoge ingangen kiezen: 2 op de ruimte-unit en 3 op de besturingskast.
Sensor
Deze sensor kan bijvoorbeeld een ruimtesensor zijn. B
Uitgang
Stel in welk uitgangssignaal er wordt gebruikt.
C
Regelfunctie
Stel de gewenste regelfunctie in. Stel de gewenste P-band en I-tijd in.
D
E
F
Hogere waarden leveren een langzamere controller en minder gevaar voor trillingen en andersom.
PI-instelling
Stel het gewenste instelpunt in. Het instelpunt kan vast zijn of uit een bereik bestaan. Als het instelpunt vast is, kan de gebruiker geen wijzigingen doorvoeren (zie hoofdstuk 3.2.5).
Instelpunt
Min./max.
temperatuursensor
Stel in waar de sensor voor min./max. temperatuur wordt aangesloten. U kunt uit 5 verschillende analoge ingangen kiezen: 2 op de ruimte-unit en 3 op de besturingskast. Deze sensor kan bijvoorbeeld een kanaalsensor zijn. Wordt vervolgd in de volgende tabel
G
Gebruikershandleiding
EC Vent
35
Systemair AB
3.2.18.2 Regeling verwarmer/koeler deel 2
G
A
• • • • • • • • •
Temperature Control Sensor Output Control Function PI setting Set point Min/max temperature sensor Min/Max temperature Min speed shut off Enable
B
• • • • • • • • •
Temperature Control Sensor Output Control Function PI setting Set point Min/max temperature sensor Min/Max temperature Min speed shut off Enable
C
• • • • • • • • •
Temperature Control Sensor Output Control Function PI setting Set point Min/max temperature sensor Min/Max temperature Min speed shut off Enable
Min/Max temperature Min No limit / +-xxx°C Max No limit / +-xxx°C
Min speed Shut off No limit / Off / 15-100%
Enable Disable/Enable
Fig. 19 Regeling verwarmer/koeler - 2 Tabel 17: Verklaringen temperatuurregeling Positie
Menunaam
Beschrijving (Figuur 19)
A
Min./max.
Stelt de min./max. temperatuur in. Deze min./max. limiet wordt door de temperatuursensor geregeld, die onder positie F (tabel 16) wordt geïnstalleerd.
B
Min.
C
Inschakelen
temperatuur
Stel de waarde van de vent-snelheid in waarbij de verwarmer/koeler moet uitschakelen.
snelheid uit
Stel in of de functie Verwarmer/Koeler moet worden in- of uitgeschakeld. Vervolg van vorige tabel
G
Gebruikershandleiding
EC Vent
36
Systemair AB
3.2.19 Uitgang • • •
A
• • •
F
G
• • •
Output Out 1 Out 2 Out 3
Output Out 1 Out 2 Out 3
Output Out 1 Out 2 Out 3
• • •
Out 1 Type Event Enable
• • •
Out 1 Type Event Enable
• • •
Out 1 Type Event Enable
• • •
Out 2 Type Event Enable
• • •
Out 2 Type Event Enable
• • •
Out 2 Type Event Enable
• • •
Out 3 Type Event Enable
• • •
Out 3 Type Event Enable
• • •
Out 3 Type Event Enable
B
Type 0-10V/DO
C
Follow Fan speed Offset +- 0-100%
D
E
Fan speed threshold On if Over/Under 10-100 %
Enable Disable/Enable
B
Type 0-10V/DO
C
Follow Fan speed Offset +- 0-100%
D
E
Fan speed threshold On if Over/Under 10-100 %
Enable Disable/Enable
B
C
D
Type 0-10V/DO
Follow Fan speed Offset +- 0-100%
E
Fan speed threshold On if Over/Under 10-100 %
Enable Disable/Enable
Fig. 20 Uitgang Tabel 18: Verklaringen uitgang Positie
Menunaam
Beschrijving (Figuur 20)
A
Uit 1
Instellingen voor uitgang 1
B
Type
Stel het type signaal in: analoog of digitaal.
Gebeurtenis
Indien er een analoog signaal onder positie A is geselecteerd: stel de gewenste offset-waarde in. Als -10% wordt geselecteerd en de hoofdventilator op 80% werkt, wordt het uitgangssignaal 10% minder, dus 70% (7 V).
C
Gebruikershandleiding
EC Vent
37
Systemair AB
Verklaringen uitgang verv. Positie
Menunaam
Beschrijving (Figuur 20)
Inschakelen
Stel in of de uitgangsfunctie voor deze specifieke uitgang wordt in- of uitgeschakeld.
E
Grenswaarde vent-snelheid
Indien een digitaal signaal wordt geselecteerd onder positie A: selecteer op welke vent-snelheid het digitale signaal geactiveerd moet worden. Wanneer de vent-snelheid bijvoorbeeld lager is dan 10%, kan het digitale signaal als een alarm werken.
F
Uit 2
Instellingen voor uitgang 2
G
Uit 3
Instellingen voor uitgang 3
D
Gebruikershandleiding
EC Vent
38
Systemair AB
3.2.20 Alarminstelling A
B
• • • •
Alarm Fan speed Analogue input Digital input Battery
• • • •
Alarm Fan speed Analogue input Digital input Battery
• • • •
C
Alarm Fan speed Analogue input Digital input Battery
Fan speed Min Disable /100-1000 RPM
Analogue alarm Alarm 1 / 2 / 3 Board: CB/RU 1/RU 2.. Channel: 1/2/3/Int Temp / Int Humid < Disable / XXX°C / ppm / %Rh / % / Pa / l/s > Disable / XXX°C / ppm / %Rh / % / Pa / l/s
D
E
• • • •
F
Alarm Fan speed Analogue input Digital input Battery
• •
Digital input Input Function
• •
Digital input Input Function
Sensor Board: CB/RU 1/RU 2.. Channel : 1/2/3/Int
Digital input Alarm if high / low
Battery Yes/No
Fig. 21 Alarminstelling Tabel 19: Verklaringen alarm Positie
Menunaam
Beschrijving (Figuur 21)
A
vent-snelheid
Stel in op welke vent-snelheid (rpm) het alarm voor vent-snelheid afgaat.
B
Analoge ingang
Stel de alarmlimieten in voor de verschillende sensoren die zijn geïnstalleerd.
C
Digitale ingang
D
Ingang
Selecteer waar het digitale signaal wordt aangesloten.
E
Functie
Selecteer wanneer het alarm moet afgaan.
F
Batterij
Stel de alarminstelling in voor de digitale ingangen die zijn geïnstalleerd.
Gebruikershandleiding
EC Vent
39
Systemair AB
3.3 Instelvoorbeelden Hieronder worden enkele voorbeelden beschreven van de meest voorkomende regelingen. Bij alle voorbeelden wordt aangenomen dat de ruimte-unit en de besturingskast zijn geïnstalleerd en aangesloten volgens de installatie-instructies.
3.3.1 Drukregeling met buitentemperatuurcompensatie U wilt dat de ventilator een constante druk houdt in het kanaal en de ingestelde kanaaldruk met 50 Pa wordt verlaagd wanneer de buitentemperatuur zakt naar -10°C of lager. De gebruiker kan de kanaaldruk binnen een vastgesteld bereik instellen. Het moet ook mogelijk zijn de ventilator uit te schakelen met een externe potentiaalvrije schakelaar, zoals een timer. Hier heeft u het volgende voor nodig: • Eén druksensor • Eén temperatuursensor (PT1000) • Eén potentiaalvrije schakelaar (aan/uit), zoals een timer. Voer de installatie volgens de onderstaande procedure uit: 1 Druksensor en temperatuursensor installeren Installeer de druksensor in het ventilatiekanaal en de buitentemperatuursensor. Sluit de druksensor aan op de besturingskast op IN 1 (pos. B) en de temperatuursensor op IN2 (pos. C).
2 Servicepictogram Selecteer het servicepictogram in het venster van het hoofdmenu. 3 Instellingen Selecteer Instellingen om het menu Installatie te openen. 4 Controllers Selecteer Controllers. 5 Regeling 1 Selecteer Regeling 1.
Gebruikershandleiding
EC Vent
40
Systemair AB
6 Druk Ga naar beneden en selecteer Druk. 7 Sensor Selecteer BK (besturingskast) en kanaal 1 door de keuzeschakelaar te draaien en te bevestigen. Op het venster wordt nu BK 1 weergegeven. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 8 Sensorbereik Stel Min. en Max. druk in volgens het bereik van de druksensor, bijvoorbeeld Min 0 Pa en Max 200 Pa. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 9 Min./max. snelheid Stel Min. en Max. snelheid in. Bijvoorbeeld Min. venster met de terug-knop.
15% en Max.
100%. Ga terug naar het vorige
10 PI-instelling Stelt de P-band en I-tijd in. Hogere waarden leveren een langzamere, stabielere regeling op. Aanbevolen instellingen zijn P-band 200 Pa, en I-tijd 60 sec. als er een druksensor met een bereik van 0–200 Pa is geïnstalleerd. 11 Bereik instelpunt Selecteer of het instelpunt vast is of uit een bereik bestaat (tabel 12). Bereik kan worden ingesteld binnen 10–100% van het sensorbereik. Stel de gewenste Min. en Max. druk in (20–180 Pa is standaard). Hiervoor moet de min. waarde worden ingesteld op 70 Pa (zie onderstaande verklaring stap 13 of bovenstaand voorbeeld tabel 12). Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 12 verandering instelpunt/sensor Stelt in op welke AI de temperatuursensor wordt aangesloten op de besturingskast. U kunt kiezen uit I2 en I3, aangezien I1 al door de druksensor wordt gebruikt. Kies I2, omdat de temperatuursensor op IN2 is aangesloten. 13 verandering instelpunt/instelling Stel in tussen welke temperaturen u de drukverandering wilt. Stel Start bijvoorbeeld in op 0,0 °C en Stop op -10 °C. Stel de verandering in op -50 Pa.
Let op: Dit is uitsluitend mogelijk als de waarde van het instelbereik zo wordt afgesteld, dat de gewenste drukverminderingswaarde ook is inbegrepen. Met een verandering van -50 Pa met een 0–200 Pa-sensor moet de minimale waarde worden verhoogd 20+50 = 70 Pa om het instelpunt van de druk met 50 Pa te laten afnemen. Druk op de terug-knop totdat u bij het startvenster van het hoofdmenu komt.
3.3.1.1 Schakel de unit met een externe schakelaar uit. In dit voorbeeld gebruiken we ingangsklemmen op de ruimte-unit om een externe schakelaar (aan/uit) voor het geïnstalleerde systeem aan te sluiten. Gebruikershandleiding
EC Vent
41
Systemair AB
Voer de installatie volgens de onderstaande procedure uit: 1 Sluit de schakelaar aan Sluit een potentiaalvrije schakelaar (aan/uit) aan, bijvoorbeeld een timer, (pos. 1) op I1 en 24V op de ruimte-unit.
2 DI-regeling Ga naar Controllers onder Installatie en scroll omlaag naar DI-regeling. 3 DI1 Selecteer DI1. 4 Ingang Selecteer Ingang. 5 RU 01 Selecteer RU 01 (ruimte-unit nr. 1) en kanaal I1. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 6 Functie Selecteer Functie. 7 Uit Selecteer Vaste snelheid en kies Nieuwe snelheiduit %. 8 NO/NC Ga naar NO/NC en selecteer Gesloten.
Let op: De schakelaar moet voor deze functie worden gesloten. (zie “Verklaringen DI-regeling” (tabel 13) voor meer informatie. Druk op de terug-knop totdat u bij het startvenster van het hoofdmenu komt.
Gebruikershandleiding
EC Vent
42
Systemair AB
3.3.2 Constant luchtvolume met CO2 -gestuurde geforceerde ventilatie U wilt dat de ventilator een constante luchtcapaciteit produceert, die door de gebruiker met de ruimte-unit kan worden ingesteld. Met behulp van een CO2 -sensor die in de ventilatieruimte wordt gemonteerd, moet de ventilator naar de maximale ingestelde snelheid gaan nadat een bepaalde vaste ppm-waarde is bereikt. Hier heeft u het volgende voor nodig: • Eén luchtsnelheidssensor • Eén CO2 -sensor voor wandmontage Voer de installatie volgens de onderstaande procedure uit: 1 Luchtsnelheidssensor en CO2 -sensor installeren Installeer de luchtsnelheidsensor in het ventilatiekanaal en de CO2 -sensor in de ventilatieruimte. Sluit de luchtsnelheidssensor aan op de besturingskast op IN 1 (pos. B) en de CO2 -sensor op RU 1 (I1) op de ruimte-unit.
2 Servicepictogram Selecteer het servicepictogram in het venster van het hoofdmenu. 3 Instellingen Selecteer Instellingen om het menu Installatie te openen. 4 Controllers Selecteer Controllers.
Gebruikershandleiding
EC Vent
43
Systemair AB
5 Regeling 1 Selecteer Regeling 1. 6 Capaciteit Scroll omlaag naar Capaciteit en selecteer deze functie met een druk op de bevestigingsknop, zie overzicht (hoofdstuk 3.2.16). 7 Sensor Selecteer Sensor en vervolgens BK I1. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 8 Sensorbereik Selecteer Sensorbereik en stel de maximale luchtcapaciteit in voor de luchtsnelheidssensor in l/s.
Let op: Het bereik van de analoge luchtsnelheidssensor wordt meestal in m/s vermeld op het etiket van de sensor. U moet de l/s berekenen aan de hand van de daadwerkelijke kanaaldiameter waar de sensor zich bevindt. Een maximale luchtsnelheid van 10 m/s in een rond kanaal van 200 mm levert bijvoorbeeld 314 l/s op volgens de formule A x V x 1000, waarbij A de oppervlakte van de kanaaldoorsnede in m² en V de luchtsnelheid in m/s is. Stel in of de sensorschaal lineair is, d.w.z. als een luchtsnelheidssensor wordt gebruikt, of exponentieel is, waarbij een verschildruksensor wordt aangesloten op een klep (hoofdstuk 3.2.16). Lineair wordt standaard gebruikt. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 9 Min./max. snelheid Stel Min. en Max. snelheid in. Bijvoorbeeld Min.
15% en Max.
100%.
Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 10 PI-instelling Stelt de P-band en I-tijd in. Hogere waarden leveren een langzamere, stabielere regeling op. Aanbevolen instellingen zijn P-band 300 l/s, en I-tijd 10 sec. als er een luchtsnelheidssensor met een bereik van 0–300 l/s is geïnstalleerd. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 11 Bereik instelpunt Stelt het bereik van de luchtcapaciteit in waarbij de gebruiker een constante luchtcapaciteit kan instellen. 10–90% van het sensorbereik is standaard, d.w.z. met een sensorbereik van 0–300 l/s is de standaardinstelling Min. 30 l/s en Max. 270 l/s Indien Vast wordt geselecteerd, zijn de Min. en Max. waarde hetzelfde. De waarde kan niet door de gebruiker worden gewijzigd. Druk op de terug-knop tot u bij het menuvenster komt waarop Capaciteit met een aangevinkt selectievakje wordt weergegeven. 12 Regeling 2 Ga omlaag naar Regeling 2 en bevestig uw keuze.
Gebruikershandleiding
EC Vent
44
Systemair AB
13 CO2 Selecteer CO2 en bevestig uw keuze, zie overzicht (hoofdstuk 3.2.10). 14 Sensor Selecteer RU 01 kanaal I1. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 15 Sensorbereik Stel het ppm-bereik van de CO2 -sensor in, bijvoorbeeld Min.
0 ppm en Max.
2000 ppm.
Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 16 Min./max. snelheid Stel Min. en Max. snelheid in. Bijvoorbeeld Min.
15% en Max.
100%.
Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 17 PI-instelling Stelt de P-band en I-tijd in. Stel P-band 200 ppm in en de I-tijd op Uit, aangezien het instelpunt van de sensor vast is. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 18 Bereik instelpunt Stel het instelpunt in op Vast bij Min. en stelMax. in op 1000 ppm. De ventilator zal de maximale instelsnelheid verhogen binnen het bereik van 900–1100 ppm. Druk op de terug-knop totdat u bij het venster van het hoofdmenu komt.
3.3.3 Handmatig ingevoerde, vaste minimale luchtcapaciteit met door vochtigheidsgestuurde geforceerde ventilatie U wilt dat de gebruiker een vaste min. luchtstroom en een instelpunt voor de vochtigheid binnen een bepaald bereik (20%–50%) kan instellen. De ventilator dient op de vaste min. snelheid te draaien en naar de geforceerde snelheid te gaan die door het instelpunt voor vochtigheid wordt geregeld. Vervolgens dient de ventilator traploos binnen een bepaald bereik te worden bediend. Hiervoor gebruikt u de vochtigheidssensor die in de ruimte-unit is ingebouwd. Voer de installatie volgens de onderstaande procedure uit: 1 Handbediend Ga naar Controllers en scroll omlaag naar Handbediend. Bevestig uw keuze. 2 Modus Selecteer Modus en ga verder door Traploos te kiezen. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 3 Instelling Ga naar Instelling en stel de min. en max. snelheid in op bijvoorbeeld Min. 50 %.
20 % en Max.
Gebruikershandleiding
EC Vent
45
Systemair AB
4 Controllers Ga terug naar Controllers en selecteer Regeling 1. Bevestig uw keuze. 5 Vochtigheid Scroll omlaag naar Vochtigheid en bevestig uw keuze. 6 Sensor Selecteer sensor RU 01 Intern. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 7 Sensorbereik Stel het sensorbereik in op Min.
10% en Max.
90%.
Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 8 Min./max. snelheid Stel Min. en Max. snelheid in. Bijvoorbeeld Min.
15% en Max.
100%.
Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 9 Bereik instelpunt Stel het instelpunt in op Bereik, Min. 20 % en Max. voor de vochtigheid in dit interval selecteren.
50 %. De gebruiker kan nu een instelpunt
Druk op de terug-knop totdat u bij het venster van het hoofdmenu komt.
3.3.4 Vast rpm met aanwezigheidsdetectorregeling U wilt dat de ventilator een constante rpm aanhoudt (in dit geval 40% van de max. snelheid) en de ventilator forceren naar de maximale snelheid (100%) met behulp van een PIR (aanwezigheidsindicator). De ventilator moet met een vertraging van 30 minuten door blijven draaien op de maximale snelheid nadat de aanwezigheidsindicator geen beweging meer detecteert (DI-contact is open). Hier heeft u het volgende accessoire voor nodig: • Eén PIR (aanwezigheidsindicator) Voer de installatie volgens de onderstaande procedure uit:
Gebruikershandleiding
EC Vent
46
Systemair AB
1 PIR (aanwezigheidsindicator) installeren Installeer de PIR (aanwezigheidsindicator) (pos. A) in de ventilatieruimte en sluit deze aan op RU 1 (I1) op de ruimte-unit.
2 Handbediend Ga naar Controllers en scroll omlaag naar Handbediend. Bevestig uw keuze. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 3 Modus Selecteer Modus en ga verder door Traploos te kiezen. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 4 Instelling Ga naar Instelling en stel de min. en max. snelheid in op bijvoorbeeld Min. 40% en Max. De gebruiker kan nu alleen de handbediende snelheid van de ventilator instellen op 40%.
40%.
5 Controllers Ga terug naar Controllers, selecteer DI-regeling en daarna DI1. Bevestig uw keuze. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 6 Ingang Ga naar Ingang en selecteer vervolgens RU 01 I1. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 7 Functie Ga naar Functie en selecteer vervolgens Ga naar Vaste FS en Nieuwe snelheid 100%. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 8 NO/NC Ga naar NO/NC en selecteer Gesloten. De ventilator schakelt nu over naar de ingestelde maximale snelheid wanneer de DI sluit. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop.
Gebruikershandleiding
EC Vent
47
Systemair AB
9 Vertraging Ga naar Vertraging en stel Aan in op 00 : vertraging van 30 minuten ingesteld.
00 :
00 en Uit op 00 :
30:
00. Er is nu een
Druk op de terug-knop totdat u bij het venster van het hoofdmenu komt.
3.3.5 Vrije koeling met regeling van radiator in ruimte Deze toepassing is bedoeld voor het koelen of verwarmen van elektriciteitskasten (telecom). U wilt dat de temperatuur in de kast een minimaal instelpunt van +5°C en een maximaal instelpunt van +23°C heeft. Het lage instelpunt wordt geregeld met een radiator en het hoge instelpunt met het koelen van een ventilator door de interne temperatuursensor van de ruimte-unit. Hier heeft u het volgende accessoire voor nodig: • Eén temperatuursensor (PT1000) Voer de installatie volgens de onderstaande procedure uit: 1 Temperatuursensor installeren Installeer de temperatuursensor die wordt gebruikt voor de regeling van de radiator in de ventilatieruimte en sluit deze aan op de besturingskast op IN 1 (pos. B).
2 Temperatuurregeling koeling Start met de regelfunctie die de vent-snelheid regelt voor het koelen van de ruimte. Het is de bedoeling dat het bovenste instelpunt wordt aangehouden en de ventilator wordt gebruikt wanneer er koeling is vereist. Ga naar Instellingen en selecteer Controllers. 3 Temperatuur Kies Regeling 1 en selecteer Temperatuur. 4 Sensor Ga naar Sensor en selecteer RU 01 Intern. De interne temperatuursensor in de ruimte-unit is nu geselecteerd. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop.
Gebruikershandleiding
EC Vent
48
Systemair AB
5 Regelfunctie Ga naar Regelfunctie en selecteer Koelen. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 6 Min./max. snelheid Ga naar Min./max. snelheid en selecteer Min. Uit en Max. ventilator uitsluitend start wanneer er gekoeld moet worden.
100%. Dit zorgt ervoor dat de
Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 7 PI-instelling Ga naar PI-instelling en selecteer P-band 10°C en I-tijd 60 sec. (standaard). Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 8 Instelpunt Ga naar Bereik instelpunt en selecteer Vast. Stel Max. en Min. in op 23°C. Ga terug naar het menu Installatie door de terug-knop twee keer in te drukken. 9 Warmteregeling Ga naar Verwarmer/Koeler en selecteer Sensor. 10 Sensor Selecteer BK I1. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 11 Uitgang Ga naar Uitgang en selecteer Besturingskast AO1. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 12 Regelfunctie Ga naar Regelfunctie en selecteer Verwarmen. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 13 PI-instelling Ga naar PI-instelling en selecteer P-band 5°C en I-tijd 60 sec. (standaard). Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop. 14 Bereik instelpunt Ga naar Bereik instelpunt, selecteer Vast en 5,0°C. Ga terug naar het vorige venster met de terug-knop.
Gebruikershandleiding
EC Vent
49
Systemair AB
15 Min. snelheid uit Ga naar Min.
snelheid uit en selecteer Geen limiet.
Ga terug naar het hoofdmenu met de terug-knop.
3.4 Bedrijfsschema´s instellen U kunt het weekschema gebruiken als u de ventilator anders wilt laten werken dan controller 1 gedurende een bepaalde periode van de dag, bijv. als u wilt dat het systeem wordt uitgeschakeld op een bepaald tijdstip van de dag of naar een ander instelpunt gaat (geforceerde ventilatie). Het is mogelijk om 14 tijdschema´s voor controller 1 in te stellen. De instellingen van het weekschema heffen de instellingen in de set-up van het systeem of het instelpunt van de gebruiker op.
Let op: Zorg ervoor dat de tijd en datum in het servicemenu zijn ingesteld. In de onderstaande tabel (tabel 20) worden voorbeelden van verschillende mogelijke instellingen weergegeven.
Tabel 20: Voorbeelden bedrijfsschema Voorbeeld
Beschrijving
Aan 07:00 Ma
Het systeem draait van maandag 07:00 tot 16:00 op 50% snelheid.
Uit 16:00 Ma
Als er verder niets in de rest van de 13 mogelijke schema´s wordt ingesteld, keert het systeem voor de rest van de week terug naar de oorspronkelijke instellingen.
Snelheid 50% Aan 07:00 Ma Uit 16:00 Woe Snelheid 50% Aan 19:00 Ma Uit 07:00 Ma
Het systeem draait van maandag 07:00 tot woensdag 16:00 op 50% snelheid. Als er verder niets in de rest van de 13 mogelijke schema´s wordt ingesteld, keert het systeem voor de rest van de week terug naar de oorspronkelijke instellingen. Het systeem wordt op maandag om 19:00 uitgeschakeld tot 07:00 op de volgende maandag. Het systeem blijft dus de hele week uitgeschakeld.
Snelheid uit %
Als er verder niets in de rest van de 13 mogelijke schema´s wordt ingesteld, keert het systeem tussen 07:00 en 19:00 op maandag terug naar de oorspronkelijke instellingen.
Aan 07:00 Ma-Vrij
Het systeem draait van maandag 07:00 tot 16:00 op 50% snelheid. Dit wordt dagelijks herhaald tot vrijdag, de laatste dag van de periode.
Uit 16:00 Ma-Vrij Snelheid 50%
Als er verder niets in de rest van de 13 mogelijke schema´s wordt ingesteld, keert het systeem om 16:00 terug naar de oorspronkelijke instellingen tot 07:00 de volgende dag van deze periode. Daarnaast draait het systeem van vrijdag 16:00 tot maandag 07:00 volgens de oorspronkelijke instellingen.
Aan 19:00 Ma-Vrij Uit 09:00 Ma-Vrij Snelheid uit %
Het systeem wordt op maandag om 19:00 uitgeschakeld tot 09:00 de volgende dag. Conform deze instellingen wordt het systeem ook uitgeschakeld om 19:00 op vrijdag tot 09:00 de volgende maandag. Als er verder niets in de rest van de 13 mogelijke schema´s wordt ingesteld, keert het systeem tussen 09:00 en 19:00 op maandag terug naar de oorspronkelijke instellingen. Dit wordt dagelijks herhaald tot vrijdag. Gebruikershandleiding
EC Vent
50
Systemair AB
Voorbeelden bedrijfsschema verv. Voorbeeld
Beschrijving
Aan 09:00 Zat-Zon
Het systeem draait op zaterdag van 09:00 tot 20:00 op 50% snelheid. Dit wordt op zondag herhaald.
Uit 20:00 Zat-Zon Snelheid 50%
Als er verder niets in de rest van de 13 mogelijke schema´s wordt ingesteld, keert het systeem om 20:00 terug naar de oorspronkelijke instellingen tot 09:00 de volgende dag van deze periode. Daarnaast draait het systeem van zondag 20:00 tot zaterdag 09:00 volgens de oorspronkelijke instellingen.
Aan 21:00 Zat-Zon Uit 09:00 Zat-Zon
Het systeem wordt op zaterdag om 21:00 uitgeschakeld tot zondag 09:00. Conform deze instellingen wordt het systeem ook op zondag om 21:00 uitgeschakeld tot 09:00 de volgende zaterdag.
Snelheid uit %
Als er verder niets in de rest van de 13 mogelijke schema´s wordt ingesteld, keert het systeem tussen 09:00 en 21:00 op zaterdag en zondag terug naar de oorspronkelijke instellingen.
Aan 09:00 Elke dag
Het systeem draait elke dag tussen 09:00–20:00 op 50% snelheid.
Uit 20:00 Elke dag Snelheid 50%
Als er verder niets in de rest van de 13 mogelijke schema´s wordt ingesteld, keert het systeem van 20:00 tot 09:00 op elke dag van deze periode terug naar de oorspronkelijke instellingen.
Aan 21:00 Elke dag
Het systeem wordt elke weekdag tussen 21:00–09:00 uitgeschakeld.
Uit 09:00 Elke dag
Als er verder niets in de rest van de 13 mogelijke schema´s wordt ingesteld, keert het systeem van 09:00 tot 21:00 op elke dag van deze periode terug naar de oorspronkelijke instellingen.
Snelheid uit %
3.4.1 Instelvoorbeeld we houden de instellingen aan van het bovenstaande voorbeeld “Drukregeling met buitentemperatuurcompensatie” (hoofdstuk 3.3.1). In dit voorbeeld met afbeeldingen wilt u de volgende resultaten verkrijgen met het weekprogramma: • Maandag tot vrijdag moet het systeem op maximale snelheid draaien tussen 07:00–09:00 • Maandag tot vrijdag 09:00–18:00 moet het systeem volgens het bovenstaande instelvoorbeeld (hoofdstuk 3.3.1) functioneren met een instelpunt voor de druk dat door de gebruiker is vastgesteld. • Maandag tot vrijdag moet het systeem om 18:00 worden uitgeschakeld. • Op zaterdag en zondag 09:00–22:00 wilt u de ventilator op 30% laten draaien en om 22:00 uitschakelen. Voer de instellingen volgens de onderstaande procedure uit: 1 Instellingen Ga naar het servicepictogram en selecteer Instellingen. 2 Tijdschema Ga naar Controllers en scroll omlaag naar Tijdschema. Door te bevestigen opent u het instelmenu voor schema's.
Gebruikershandleiding
EC Vent
51
Systemair AB
3 Schema 1 Start het programmeren van Schema 1. Stel Aan 07:00 Ma-Vrij, Uit 09:00 Ma-Vrij en Snelheid 100% in. De ventilator draait nu op 100% snelheid tussen 07:00 en 09:00 maandag tot vrijdag, ongeacht de instellingen die tijdens de instelprocedure voor het systeem werden ingesteld of het instelpunt dat de gebruiker heeft ingevoerd. 4 Schema 2 Ga naar Schema 2. Stel Aan 18:00 Ma-Vrij, Uit 07:00 Ma-Vrij en Snelheid Uit % in. De Uit-periode voor het systeem wordt nu gestart om 18:00 en gestopt om 07:00 maandag tot vrijdag. Het systeem staat ook uit van vrijdag 18:00 tot maandag 07:00 nadat dit schema is geprogrammeerd. Aangezien er geen activiteit plaatsvindt tussen 09:00–18:00 maandag tot vrijdag, functioneert het systeem volgens de instelparameters (hoofdstuk 3.3.1) en volgens het instelpunt van de gebruikers tijdens deze periode.
Let op: De Uit-periode moet ook worden vastgesteld met een Aan- en Uit-tijd.
5 Schema 3 Ga naar Schema 3. Stel Aan 09:00 Zat-Zon, Uit 22:00 Zat-Zon en Snelheid 30% in. Het systeem draait op 30% snelheid 09:00–22:00 zaterdag tot zondag. Dit is mogelijk, omdat het tijdschema werd geprogrammeerd na de door schema 2 vastgestelde activiteit. Na 22:00 op zaterdag en zondag keert het systeem terug naar de Uit-modus, aangezien de activiteit vastgesteld in schema 2 opnieuw wordt geactiveerd. Ga terug naar het hoofdmenu met de terug-knop. Het selectievakje van de tijdschemafunctie is aangevinkt wanneer er een actief schema is. Het wordt uitgeschakeld door alle instellingen van elk geprogrammeerd schema te wissen of als er geen actief schema is op dat moment. U kunt schema's het eenvoudigste wissen door Wissen J te selecteren in de rechterbovenhoek van het schemadisplay.
Gebruikershandleiding
EC Vent
52
Systemair AB
Gebruikershandleiding
EC Vent
53
Systemair AB
lastpage
Vestiging Nederland Systemair BV Kilweg 10–16 3336 LL Zwijndrecht Tel: 078 610 73 30 Fax: 078 610 73 35
[email protected] www.systemair.nl Vestiging België Romeinsestraat 6/00.01 B-3001 HEEVERLEE Tel: 016 38 70 80 Fax: 016 38 70 89
[email protected]
Systemair AB behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande kennisgeving de inhoud van deze handleiding te wijzigen en te verbeteren.
Systemair AB Industrivägen 3 SE-739 30 Skinnskatteberg, Sweden Phone +46 222 440 00 Fax +46 222 440 99 www.systemair.com