Onafhankelijk vakblad voor lassen, lijmen en snijden | Nummer 9 - september 2014
In deze editie o.a.
Duplex roestvast staal lassen is niet moeilijk, wel anders
LASTECHNIEK
VOORWOORD - september 2014
Colofon
Karpervissen
www.vakbladlastechniek.nl Uitgave ISSN 0023-8694 Lastechniek wordt uitgegeven in opdracht van het Nederlands Instituut voor Lastechniek (NIL) in samenwerking met het Belgisch Instituut voor Lastechniek (BIL). Redactie Bert de Jong, Fleur Maas, Rolf Mul, Leo Vermeulen, Bart Verstraeten, Margriet Wennekes Eindredactie Margriet Wennekes, Leo Vermeulen (techniek) Uitgever Bert de Jong Advertentie-exploitatie Con-Sell, Rolf Mul T 06 12 50 90 58 - E
[email protected] Redactieadviesraad Paul Barendse, Ruud van Bezooijen, Tim Blok, Leen Dezillie, Rob Helmich, Marcel Hermans, Michel van ‘t Hof, Piet van der Horst, Michael Jak, Pieter Keultjes, Marco Kraaijeveld, Maurice Mol, Ed Mulder, Johan Schelfhorst, Frank Smit, Wil van der Stap, Erik Steenkist, Gregor Tokarenko, Fred Vasquez, Adriaan Visser Adressen Nederlands Instituut voor Lastechniek Postbus 190 - 2700 AD Zoetermeer T 088 018 70 00 - E
[email protected] - www.nil.nl Belgisch Instituut voor Lastechniek vzw Technologiepark 935 - B-9052 Zwijnaarde, België T +32 9 292 14 05 - F +32 9 292 14 01, E
[email protected] - www.bil-ibs.be
André Kouwenberg, Industrial Engineer Marel Stork Poultry Processing:
“Valk Welding manifesteert zich met knowhow op lasgebied”
OPUS communicatie-ontwerp Fruitweg 24 j - 2321 GK Leiden, T 071 589 56 44 - F 071 541 41 50 E
[email protected] Voor het verzenden van grote bestanden kunt u gebruik maken van: https://vakbladlastechniek.wetransfer.com Abonnementen Voor particulieren in Nederland € 62,50 op privé-adres, voor bedrijven in Nederland per abonnement. Voor studenten en senioren geldt in Nederland een speciaal tarief. Voor abonnementen in België kunt u contact opnemen met
[email protected] Prijzen zijn excl. BTW. Lastechniek verschijnt tien keer per jaar en wordt toegezonden aan deelnemers van het Nederlands Instituut voor Lastechniek (NIL) en het Belgisch Instituut voor Lastechniek (BIL) en andere geïnteresseerden en belanghebbenden in de verbindingstechniek. Voor vragen over abonnementen kunt u terecht bij het NIL of het BIL voor België. Het abonnement geldt voor een geheel jaar. Opzeggingen per aangetekend schrijven vóór 1 oktober van het lopende jaar.
André Kouwenberg: “Door de open houding en korte communicatielijnen hebben we in de afgelopen 25 jaar veel vertrouwen opgebouwd in Valk Welding en durfden we de ontwikkeling van een volledig geautomotiseerde productiecel wel aan. Er zijn meerdere systeemintegrators die dat misschien ook zouden kunnen, maar Valk Welding manifesteert zich met haar specifieke kennis op lasgebied steeds meer op deze markt.”
Verzendadres wijzigen? Stuur dan het etiket met verbeterd adres retour. Alle advertentiecontracten worden afgesloten conform de regels voor het Advertentiewezen gedeponeerd bij de rechtbanken in Nederland. Ontwerp en lay-out OPUS communicatie-ontwerp, Leiden. Hoewel de informatie gepubliceerd in deze uitgave zorgvuldig is uitgezocht en waar mogelijk gecontroleerd, sluiten de uitgever en de redactie uitdrukkelijk iedere aansprakelijkheid uit voor eventuele onjuistheden en/of onvolledigheid van de verstrekte gegevens.
Zorgt dat het hele lasproces optimaal verloopt Service, training en parts dicht bij huis
©2014 - Overname van artikelen is slechts mogelijk na verkregen schriftelijke toestemming van de uitgever.
Specialisten op las- en robotgebied Complete systemen uit één hand Maatwerk in programmeer automatisering
Valk Welding tel. 078 69 170 11
[email protected] www.valkwelding.com
Wat is dat toch, met lassen en vissen? We durven er (nog) niks om te verwedden, maar als we alle lassers zouden vragen naar hun grootste hobby, zou vissen met stip op nummer één komen. Vele ‘Lassers van de maand’ hebben deze stelling al bewezen. Desgevraagd bevestigen ze dat ze veel collega’s kennen die ook graag vissen. Ook als je googelt: “lasser hobby vissen” vind je al snel vissende lassers. Doe hetzelfde met “boekhouder hobby vissen”, en de resultaten blijven uit. Maar waar het hem in zit? Heeft het te maken met het contrast tussen vuur en water? Is het de rust en concentratie die je zowel bij het lassen als bij het vissen moet kunnen opbrengen? Hoe dan ook, het blijft fascinerend dat een hobby blijkbaar zo past bij een beroepsgroep. Misschien een idee om naast laswedstrijden ook eens viswedstrijden voor lassers te organiseren? Over laswedstrijden gesproken: tijdens de komende NIL Verbindingsweek, van 4 tot en met 6 november, worden voor de tweede keer de Lage Landen Laswedstrijden voor jonge lassers gehouden. De inschrijvingen zijn inmiddels van start gegaan; meer informatie vindt u verderop in dit blad. Hoewel deze uitgave niet gemaakt is in het kader van een thema, is er deze maand toevallig veel aandacht voor metallurgische onderwerpen. Zo is er het derde vervolgartikel in de reeks over de invloed van legeringselementen op het lasmetaal. Verder vindt u een uitgebreid artikel over de uitkomsten van een bijeenkomst over (het lassen van) duplex roestvaste staalsoorten en een artikel over het vervaardigen van tussenmetalen door middel van explosielassen. Het verbinden van nieuwe materiaalsoorten vraagt om steeds meer gedegen metallurgische kennis van de lasser. Is deze kennis onvoldoende, dan leidt dit onherroepelijk tot lasproblemen, ongeacht de handvaardigheid van de lasser. Op de cover ziet u een trotse en creatieve lasser die deze maand zijn verhaal vertelt in de rubriek “Vaktrots”. Bij het maken van deze uitgave moesten we bij het plannen van het bedrijfsbezoek en het eventuele corrigeren van het artikel rekening houden met de vakantieplannen van de betrokkenen. Wat die plannen waren? Vissen natuurlijk, karpervissen! We wensen u veel leesplezier.
Volg LASTECHNIEK op twitter:
@VBLASTECHNIEK
De makers van Lastechniek
Inhoud #9 september 2014 Bedrijven die op zoek zijn naar een oplossing voor een technisch probleem, kunnen hun vraag neerleggen bij tech-
LASTECHNIEK
nischeoplossing.nl, een online platform dat ondernemers en technici bij elkaar brengt. Deze website, gebaseerd op
wordt uitgegeven door OPUS communicatie-ontwerp in opdracht van het Nederlands Instituut voor Lastechniek in samenwerking met het Belgisch Instituut voor Lastechniek
Ruud Oude Weernink. Opdrachtgevers met een technische vraag schrijven online een wedstrijd uit. Aan die wed-
het populaire concept van crowdsourcing, is een initiatief van de twee jonge werktuigbouwkundigen Tom Kroeze en strijd verbinden ze een prijs voor de beste oplossing. De hoogte van deze bonus bepalen de bedrijven zelf. Technici sturen hun uitgewerkte oplossing in. Na een vooraf bepaalde deadline beoordeelt de opdrachtgever de ingestuurde
www.vakbladlastechniek.nl
oplossingen en beloont de beste oplossing.
36 04 12 16 22 26
Vanuit de verbindingswereld Invloed van legeringselementen op de structuur en eigenschappen van lasmetaal (3) Het lassen van duplex roestvast staal Robots slapen niet bij Auping Laskennis opgefrist 14
Duplex roestvast staal is zo populair omdat het de goede eigenschappen van beide materialen combineert, namelijk een hoge sterkte en een goede corrosiebestendigheid.
30
8
16
34 35 36 38
Het verbinden van staal en aluminium door middel van explosielassen Nieuw leven voor oude robot Willem de Welder Vaktrots Brancheregister
© NobelClad Coverfoto: Robert Koelewijn bij Bronswerk Heat Transfer
30
LASTECHNIEK
BERICHTEN - september 2014
Metaalunie juicht bijscholing leraren toe
LASTECHNIEK
september 2014
EuroBlech 2014 in Hannover
Techniek & Science
Koninklijke Metaalunie is enthousiast over het plan van de regering om extra te investeren in de deskundigheid van leraren. In een brief die minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker op 28 augustus jl. naar de Tweede Kamer hebben gestuurd worden extra investeringen in het onderwijs aangekondigd. Zowel leraren in het mbo als leraren in het primair en voortgezet onderwijs krijgen recht op tijd en geld voor bijscholing.
Metaalunie is bereid om stageplaatsen, workshops en masterclasses te organiseren voor leraren die zich willen bijscholen. Het gaat bij leraren in het basisonderwijs om bijscholing voor het vakgebied Techniek & Science. Om dit goed tot zijn recht te laten komen in het basisonderwijs, moet het zoveel mogelijk geïntegreerd worden in andere vakken. “Dat is een taak van de school en van de leraren”, vindt Van der Leest. “Daarbij kunnen bedrijven in de regio de scholen ook behulpzaam zijn.”
EuroBLECH is het tweejaarlijkse evenement voor de plaatverwerkende industrie, dat dit jaar voor de 23e keer gehouden wordt. Vanaf dinsdag 21 tot en met zaterdag 25 oktober presenteren ongeveer 1500 exposanten uit 40 landen de laatste stand der techniek op het gebied van machines, materialen en systemen. In 2012 bezochten 60.000 professionals de beurs.
Concreet aanbod “Een mooie eerste stap, maar dan moet het ook wel ingevuld gaan worden”, zegt André van der Leest, beleidssecretaris Onderwijszaken van Metaalunie. “Uit ervaringen in de eigen sector blijkt dat alleen geld en tijd beschikbaar stellen niet voldoende is. Er zal een concreet aanbod moeten komen, een actieve vorm van advisering en aanmelding van leraren voor bijscholing.” Dat kan volgens Van der Leest deels via een aanbod vanuit de bestaande cursusinstituten, maar ook door gebruik te maken van kennis en ervaringen vanuit het bedrijfsleven.
Nieuwe uitdaging Voor het beroepsonderwijs in het vmbo en mbo is het zaak om kennis te nemen van de nieuwste technologieën en deze een plaats te geven in het onderwijs. “Met de komst van robots, 3D-printen en vele andere nieuwe hoogwaardige technologieën staat het beroepsonderwijs voor een nieuwe uitdaging”, vindt Van der Leest. www.metaalunie.nl
Nieuwe voorzitter metaalunie Fried Kaanen: Krachtig MKB-industriebeleid hard nodig Fried Kaanen is vanaf 1 september officieel voorzitter van Koninklijk Metaalunie. Hij volgt daarmee Michaël van Straalen op. Kaanen vindt dat er veel kansen liggen voor de Nederlandse maakindustrie en ziet daarbij een belangrijke rol weggelegd voor het MKB in de metaal.
Sneller en slimmer Volgens Kaanen vinden veel belangrijke innovaties hun weg via het MKB-metaal. “Nieuwe technologische ontwikkelingen die op ons afkomen, zoals robotics, 3Dprinting en sensoring, bieden kansen op nog sneller en slimmer ontwerpen, ontwikkelen en produceren. Het MKB-metaal is als geen ander in staat dit soort nieuwe technologieën te implementeren en levert zo een belangrijke bijdrage aan een innovatieve en efficiënte maakindustrie die de concurrentie ook in de toekomst aankan.” Eén van de speerpunten van zijn voorzitterschap is dan ook het bevorderen en stimuleren van procesinnovatie onder de Metaalunieleden.
4
Complete keten De beurs staat bekend om het grote aantal live demonstraties, overzichtelijk verdeeld over vijftien technologische sectoren. Dat maakt EuroBLECH een ideale gelegenheid voor het vinden van geschikte apparatuur en oplossingen-op-maat. EuroBLECH toont de complete keten van de plaatverwerkende technologie, zoals plaatmaterialen, hybride producten, onderdelen uit plaat, handling, snijtoepassingen, lassen en andere verbindingstechnieken, oppervlaktetechnologie, CAD/CAMsystemen, maar ook veiligheid, kwaliteitsborging en R&D.
Praktische informatie EuroBLECH 2014 vindt plaats van 21 tot en met 25 oktober op de Exhibition Grounds in Hannover. Openingstijden: dagelijks van 9.00 tot 18.00 uur; zaterdag 25 oktober van 9.00 tot 15.00 uur. Toegangskaarten zijn online of ter plaatse verkrijgbaar. Een dagticket kost € 28 in de voorverkoop, of € 35 ter plaatse. Studenten betalen € 12 voor een dagticket. www.euroblech.com
5
LASTECHNIEK
BERICHTEN - september 2014
30 oktober 2014: Alles over lijmen op één dag Op donderdag 30 oktober 2014 organiseert Mikrocentrum de eerste editie van Lijmen 2014. Dit nieuwe evenement heeft als doel om onder andere productontwikkelaars, ontwerpers, constructeurs en engineers te informeren over lijminnovaties.
LASTECHNIEK
september 2014
Nieuwe lashelm reguleert zichzelf De optrel e684 is een lashelm die zichzelf volledig automatisch aanpast aan de lichtintensiteit. Daarmee onderscheidt deze lashelm zich van de gebruikelijke lashelmen met ADF (Auto Darkening Filter). De autopilot van de e684, die gebaseerd is op een nieuw ontwikkeld sensorconcept, meet de kracht van de lasboog, waarna de ADFcassette zich automatisch aanpast.
Voordelen lijmtechnologie Naast andere verbindingstechnieken zoals lassen, solderen en mechanische verbindingstechnieken heeft het lijmen inmiddels een goede positie veroverd. In vele takken van industrie maakt men gebruik van de voordelen van het toepassen van lijmtechnologie. Ontwerpvrijheid bij het construeren, een betere corrosiebestendigheid van de verbinding en een grotere demping van mechanische en geluidstrillingen zijn daar voorbeelden van. Daarnaast wordt lijmtechnologie toegepast als oppervlakte-activeringstechniek bij het 3D printen (Additive Manufacturing).
Programma 09:00-09:30 09:30-09:40 09:40-09:50 09:50-10:10 10:10-10:50
10:50-11:20 11:20-12:50 12:50-13:50 13:50-14:00 14:00-15:00 15:00-15:10 15:10-16:00
6
porteur/exporteur van lasaccessoires en persoonlijke beschermingsmiddelen. Jeroen Roeleveld, sales manager bij De Vlamboog: “Lasmachinefabrikanten hebben, met als doel om de productiviteit te verhogen, moderne, state-of-the-art-lasapparaten ontwikkeld voor de productie-industrie. De toename in de productiviteit kan in
trale stand, waardoor de ogen van de lasser minder vermoeid raken. Ook is deze cassette hoekonafhankelijk. Vanuit elke hoek heeft de lasser een scherp, kleurenecht beeld van het werkstuk.
de praktijk echter tegenvallen. Het selecteren van nieuwe parameters aan de toorts verandert de intensiteit van de lasboog. Stijgende en dalende stroomsterktes resulteren in een fellere of zwakkere lichtbron. Hoewel de lassers zijn uitgerust met een automatische lashelm, moeten zij alsnog het lasproces onderbreken om de juiste instellingen van de lashelm te selecteren om zo aan de nieuwe parameters te voldoen. Die onderbrekingen behoren tot het verleden met deze nieuwe volautomatische lashelm.”
Ontvangst Welkom namens locatie Welkom namens Mikrocentrum Opening door de dagvoorzitter Lezingenprogramma met parallel te houden lezingen op het gebied van composieten, mechatronica en kennis Koffie-/theepauze Vervolg lezingenprogramma Lunchpauze Exposanten pitches Vervolg lezingenprogramma Afsluiting door de dagvoorzitter Borrel
Kennis en praktijkvoorbeelden Voor het ontwikkelen van duurzame producten is kennis van lijmverbindingen en de bijbehorende bewerkingsprocessen in toenemende mate van belang. De ontwikkelingen zijn stormachtig, maar er heerst nog veel onbekendheid. Welk lijm moet worden gekozen in relatie tot kostprijs, levertijd, functie, bewerking en vormgeving? Wat zijn de ontwikkelingen in andere toepassingsgebieden? Het Lijmen Event biedt kennis en praktijkvoorbeelden ter inspiratie. De focus van Lijmen 2014 ligt op drie onderwerpen: composieten, mechatronica en kennis vergroten.
Gepatenteerde technologie De e684 is een volledig geautomatiseerde lashelm met een beschermingsniveau van 5 - 13. De helm heeft een ingebouwde 1/1/1/1 ADF-cassette, die beschikt over gepatenteerde Twilight Technology waardoor de cassette niet in een keer, maar geleidelijk teruggaat naar de neu-
Praktische informatie Lijmen 2014 Donderdag 30 oktober 2014 Hilvaria Studio's, Hilvarenbeek Het evenement is gratis toegankelijk voor leden van het Mikrocentrum High Tech Platform. De reguliere toegangsprijs is € 75,- (excl. btw). www.lijm-event.nl
Geen onderbrekingen meer De nieuwe lashelm is een product van de Zwitserse lashelmenfabrikant optrel en is sinds 14 juli verkrijgbaar in Nederland bij lashuizen en technische groothandels. Importeur is De Vlamboog in Hoofddorp, producent en im-
advertentie Evenementen
HAL Evenementenhal Hardenberg - 2, 3 en 4 september 2014
HARDENBERG GORINCHEM VENRAY
Ons evenement.
UW MOMENT.
7
LASTECHNIEK
BERICHTEN - september 2014
Grootste stralingsbunker in de Europoort In Spijkenisse is sinds november 2013 de grootste stralingsbunker in de Europoort operationeel. De bunker, die gebouwd is door de Mistras Group, is 14 meter lang, 8,5 meter breed en 5 meter hoog en is via een grote toegangspoort toegankelijk voor trailers. Dankzij deze faciliteit kunnen gelaste prefab leidingdelen op een efficiënte en flexibele manier radiografisch worden onderzocht. De investering in de stralingsbunker is onderdeel van de strategie van het bedrijf om zich nog meer toe te leggen op het aanbieden van niet-destructief onderzoek (NDO).
LASTECHNIEK
september 2014
Akoestische emissie Een zeer specialistische techniek die Mistras in Spijkenisse beheerst is Akoestische Emissie. “Met gevoelige sensoren ‘luisteren’ we als het ware naar wat er in het materiaal gebeurt. Dit onderzoek geeft bijvoorbeeld een goede indicatie van de conditie van de bodem van een opslagtank, zonder dat deze eerst leeggemaakt hoeft te worden. De techniek heeft echter meer toepassingsmogelijkheden en wordt inmiddels ook gebruikt voor het monitoren van bruggen.”
Nieuwe NILbedrijfsdeelnemers per 30-06 (L t/m V) Leemberg Pijpleidingen B.V. Industrieweg 9 | 2995 BE HEERJANSDAM
www.leemberg.nl Lijmacademie B.V. Ericssonstraat 2 | 5121 ML GILZE RIJEN
Meer NDO
www.lijmacademie.nl
De Mistras Group is een beursgenoteerd, sterk groeiend bedrijf dat zich sinds zijn oprichting in 1978 vooral heeft gespecialiseerd in het uitvoeren van inspecties in de olie- en gasindustrie. Verreweg de grootste klantenkring wordt nog steeds gevormd door raffinaderijen en tankopslag. Herman Schoorlemmer, directeur van Mistras Rotterdam, vertelt dat de sterke groei van het bedrijf voor de helft is toe te schrijven aan acquisities, en voor de andere helft aan het aanboren van nieuwe markten. “In Nederland en België is Mistras in de laatste 6 jaar gegroeid van 6 naar 70 werknemers. De nieuwe grote bunker voor het uitvoeren van radiografisch onderzoek zal naar verwachting bijdragen aan verdere groei van het aandeel niet-destructief onderzoek.”
Mertens Bouwbedrijf B.V. Emmasingel 32 | 6001 BC WEERT
www.mertens-weert.n Metaalwerk Arie Belo B.V. Van Rietlaan 3 | 3461 HW LINSCHOTEN
www.belogroep.nl Quality Protected Seringenplein 17 | 4711 LW SINT WILLEBRORD
www.quality-protected.nl Segeren Metaalwerken B.V.
Geavanceerde NDO-technieken
Watertorenstraat 20 | 4921 XG MADE
Naast de standaardmethoden voor niet-destructief onderzoek (visueel, radiografisch, magnetisch, ultrasoon, enzovoort) biedt Mistras geavanceerde NDO-technieken, zoals Phased Array, ToFD, Ultrasonic Corrosion Mapping en Akoestische Emissie. Schoorlemmer: “Wereldwijd denk ik dat wij wat meer aan geavanceerd NDO doen dan andere bedrijven. We hebben ook in Spijkenisse speciale technieken in huis die andere bedrijven niet hebben, zoals Akoestische Emissie en LSI (Large Structure Inspection), een techniek om heel snel wanddiktes in kaart te brengen.” Voor de olie- en gasindustrie voert Mistras complete inspecties uit van opslagtanks en pijpleidingen, inclusief bijbehorend NDO. “We zijn daarnaast bezig met het invoeren van een intelligente inspectiedatabase in Nederland, zoals dat ook in Amerika is gedaan. Verder hebben we specialisten in huis op het gebied van Corrosion Engineering en Fitness for Service.”
www.segeren.nl
8
Toekomst Schoorlemmer verwacht dat er vanuit een ouder wordende industrie in de toekomst meer behoefte zal zijn aan in-service NDO. “We zullen meer vaste werkzaamheden gaan uitvoeren voor raffinaderijen, maar we zien ook mogelijkheden voor nieuwe markten, zoals het continu monitoren van offshore-windmolenparken en een uitbreiding van werkzaamheden met behulp van Rope Access.” Mistras werkt met veertien Centers of Excellence. “Hier komen vanuit de hele wereld de best beschikbare technieken bijeen voor bepaalde toepassingen. Zo zijn er Centers of Excellence voor onderzoek aan grote opslagtanks, inspectie van pijpleidingen, Rope Access, geautomatiseerd ultrasoon onderzoek, enzovoort. Dat zorgt dat we altijd met de laatste technologie kunnen werken.”
Staalbouw Smid Hoogkerk B.V. Hoendiep 276 | 9745 EK GRONINGEN
www.staalbouw-smid.nl de Staalmeesters B.V. Geijsterseweg 12 | 5861 BL WANSSUM
www.staalmeesters.nl Thermoflor B.V. Sourethweg 17 | 6422 PC HEERLEN
www.thermoflor.com VDL ETG Eindhoven B.V. Achtseweg Noord 5 | 5651 GG EINDHOVEN
www.vdletg.com
www.mistras.nl
9
LASTECHNIEK
BERICHTEN - september 2014 TECHNOLOGY FOR THE WELDER’S WORLD.
Nieuwe bevelmachine met diepte-aanduiding Beveltools, producent van de Bevel Mate® en Bevel Mite® frezen voor het afkanten en afronden van metaal, introduceert de nieuwe Bevel Mate® EBA-12 motor. Naast een vernieuwde kleur heeft de nieuwe bevelmachine een verstelbare kop met een diepte-aanduiding, waarmee de gebruiker de diepte gemakkelijker kan aanpassen.
Drie motoren
Van grijs naar zwart De kleur van de nieuwe Bevel Mate® EBA-12 is veranderd van lichtgrijs naar zwart. Het nieuwe uiterlijk sluit beter aan bij de andere producten van Beveltools. Om het plaatje compleet te maken worden de motoren aangeboden in speciaal daarvoor ontworpen koffers. Beveltools heeft vorig jaar al zijn producten geïntroduceerd op de vakbeurs Fabtech in Chicago. Sindsdien hebben er verschillende productinnovaties plaatsgevonden, waarvan de nieuwe Bevel Mate® EBA-12 en de koffers de meest recente zijn.
“In totaal zijn nu voor de Bevel Mate® drie motoren verkrijgbaar: de Bevel Mate® Basic (700 watt), de Bevel Mate® Premium (1530 watt) en de Bevel Mate® Air, voor gebruik op lucht. De dubbel gelagerde kop maakt de nieuwe Bevel Mate® Premium extra stevig en daarmee betrouwbaarder in het gebruik. De Bevel Mate® is ontworpen voor het zwaardere freeswerk tot een diepte van 12 mm. Voor het lichtere freeswerk, tot een diepte van 5 mm, is de Bevel Mite® geschikt. De frezen zijn verkrijgbaar in R2, R3 en R4 radius voor verfranden en in hoeken van 30, 37,5 en 45 graden. The Bevel Mite® is ook verkrijgbaar in een hoek van 60 graden. Deze nieuwe frezen, gemaakt met een hardheid 92 op de schaal van Rockwell, maken het schuin afsnijden van randen op bijna elk metaal mogelijk. Testresultaten op staal laten zien dat er met deze frezen 150 meter gefreesd kan worden zonder kwaliteitsvermindering”, aldus een woordvoerder. www.beveltools.com
advertentie
Wilt u uw kennis nog verder vergroten? Het NIL organiseert gedurende het jaar workshops over verschillende lastechnische onderwerpen zoals: Aluminium lassen | ASME Sectie IX | Visueel beoordelen van lasverbindingen Lasserskwalificaties volgens NEN-EN-ISO 9606-1 Lasnaadaanduidingen volgens NEN-EN-ISO 2553:2014
Voor meer en actuele informatie over de workshops: www.nil.nl 10
ABIMIG A T INNO-metaal / INNO-assembly B.V. in Eindhoven is gespecialiseerd in het ontwikkelen, ontwerpen en vervaardigen van complexe fijnmechanische onderdelen, mechatronische modules en systemen, van conceptontwikkeling tot gereed product. INNO-metaal draagt zorg voor de onderdelenfabricage. INNO-assembly draagt zorg voor het compleet monteren
Voor elke opdracht het geschikte laspistool.
Wij zijn op zoek voor onze lasafdeling naar een gedreven
lascoördinator of (aankomend) lasspecialist met veel laskennis, die toe is aan een volgende stap. Je hebt in ieder geval een afgeronde MBO-opleiding niveau 3 of 4 nodig richting WTB / metaal of lassen of een afgeronde opleiding IWP of IWS. Je hebt de ambitie om verder te leren en je te ontwikkelen tot volwaardig lasspecialist, IWS.
ABIMIG A T: de beste keuze! ■ Flexibiliteit: de optimale positie en configuratie voor elke opdracht ■ Lichtgewicht: minder belastend voor de lasser ■ Robuust: hoge mechanische sterkte en duurzame slijtonderdelen ■ Krachtig: onovertroffen verhouding gewicht-belastbaarheid ■ Kostenbesparend: forse vermindering van de stilstandtijd
De lasserij, waar deze functie onder valt, heeft 25 medewerkers. Onderstaande taken horen in ieder geval bij de functie: • Je bent DE vraagbaak als het gaat om lassen, voor zowel de afdeling, maar ook binnen het gehele bedrijf en fungeert als lascoördinator. • Je bent nauw betrokken bij nieuwe projecten (op lasgebied) en het uitrollen hiervan. • Je bent de kartrekker van nieuwe (ISO) normeringen en zorgt mede ervoor dat collega’s over de juiste certificaten beschikken, denk aan ISO 14731. • Bestaande producten zullen door je bekeken worden om het lasproces efficiënter te maken. • Bij (nieuwe) werkorders instrueer je lassers over hoe het werk aan te pakken (dit borg je in de werkinstructie). • Bij afkeur ben je degene die dit begeleidt op de afdeling. • Je bent projectleider bij verbeterprojecten. • Je bent in staat tot het doen van procesaudits. • Je doet analyses over het proces en de producten en daar waar nodig voer je verbeteringen door. • Je bent aanspreekpunt voor extern bezoek en leerlingen op de afdeling. • Je zult nauw samenwerken met de chef van de afdeling en je rapporteert direct aan de productiemanager. Ben jij die toplasser met ambities of die WTB-kundige die een echte specialist wilt worden, twijfel dan niet en solliciteer via: Mevr. J. van Gelder, personeelsfunctionaris
[email protected] Voor vragen bel: 040-2629233 11
LASTECHNIEK
september 2014
METALLURGIE - september 2014
Invloed van legeringselementen op de structuur en eigenschappen van Deel 3 - De invloed van mangaan op de mechanische eigenschappen van de las In deel 3 van deze serie (zie ook Lastechniek #2 en #5 2014) wordt de invloed van mangaan op de mechanische eigenschappen van de lasverbinding behandeld. Het betreft het onderzoek van G.M. Evans naar de invloed van mangaan op de structuur en eigenschappen van de met beklede elektroden gemaakte lasverbindingen.
lasmetaal Kerfslagwaarden Om de 20 mm platen te kunnen lassen zijn meerdere lagen nodig. Het gevolg is dat een groot deel van de lasverbinding zal rekristalliseren bij het leggen van de volgende laag. In de kerfslagstaven bedraagt het kolomvormige deel van de structuur niet meer dan 20 %, de rest van de structuur is gerekristalliseerd. Bij het beoordelen van de kerfslagwaarden moet hiermee rekening worden gehouden. Door het grote aandeel van de gerekristalliseerde structuur zullen de kerfslagwaarden hoog uitvallen.
door Theo Luijendijk, TU Delft en Luijendijk Advisering; Fred Neessen en Harm Meelker, Lincoln Electric Nijmegen
E
vans heeft in zijn onderzoek gebruik gemaakt van een plaatdikte van 20 mm en gelast met een nominale warmte-inbreng van 1 kJ/mm. De interpasstemperatuur was daarbij maximaal 150 °C. De trekstaven zijn uit vol lasmetaal vervaardigd.
Treksterkte en rekgrens De structuur en chemische samenstelling van de lasverbinding zijn bepalend voor de mechanische eigenschappen. In figuur 1 zijn de rekgrens en de treksterkte uitgezet als functie van het mangaangehalte. Dit is gedaan voor zowel de lastoestand als na spanningsarm gloeien (2 uur op 580 °C). De invloed van mangaan op de sterkte is overduidelijk; rekgrens en treksterkte nemen toe met toenemend mangaangehalte.
Door het spanningsarm gloeien verandert de helling van de rechte lijn voor de treksterkte meer dan voor de rekgrens en gelden de volgende twee formules:
R0,2 = 311 + 89 Mn
RM = 311 + 98 Mn
Deze formules mogen niet algemeen worden toegepast, omdat deze specifiek gelden voor de gekozen lasomstandigheden. In dit geval meerlagenlassen met beklede elektroden. Voor het OP-lassen bijvoorbeeld zullen andere formules gelden. Wel komt de invloed van mangaan op de sterkte duidelijk tot uiting. In lastoestand zal een verhoging van het mangaangehalte met 0,1 % tot een toename van de rekgrens leiden van ongeveer 10 MPa.
R0,2 = 314 + 108 Mn 12
RM = 394 + 108 Mn
Tabel 1
Invloed van spanningsarm gloeien en rekveroudering bij 100 J
De kerfslagwaarden voor de lastoestand worden als functie van de beproevingstemperatuur weergegeven in figuur 2. Uit deze figuur blijkt dat mangaan de ‘upper shelf’ energie verlaagt. Dit geldt ook na spanningsarm gloeien en na rekveroudering, zie [1]. De overgangstemperatuur van taai naar bros breken wordt door mangaan verlaagd en een optimale conditie wordt bereikt bij een mangaangehalte van ongeveer 1,5 %. Bij hogere mangaangehaltes neemt de overgangstemperatuur weer toe. Wat verder opvalt, is dat de ‘lower shelf’ energie voor het hoogste mangaangehalte hoger ligt dan voor de lagere mangaangehaltes.
In tabel 1 is bij een kerfslagwaarde van 100 J de bijbehorende temperatuur vermeld en is aangegeven in welke mate spanningsarm gloeien en rekveroudering (10 % rek en ½ uur gloeien op 250 °C) de overgangstemperatuur beïnvloedt. Het spanningsarm gloeien heeft nauwelijks invloed op de temperatuur behorende bij een kerfslagwaarde van 100 J, maar rekveroudering heeft een enorme nadelige invloed. Daarbij moet wel bedacht worden dat Evans een rek heeft toegepast van 10 % en dat een rek van 5 % gebruikelijker is, zodat het effect op het verloop van de kerfslagkromme geringer zal zijn dan door hem gemeten. In figuur 3 is de kerfslagwaarde van de rekverouderde lassen uitgezet als functie van de temperatuur. De overgangstemperatuur is weliswaar naar hogere temperaturen verschoven, maar de situatie is nu totaal omgedraaid. De overgangstemperatuur is nu het laagst voor het hoogste mangaangehalte en het hoogst voor het laagste mangaangehalte; een en ander volgt ook uit tabel 1. In de figuren 4 tot en met 6 is het verloop van de kerfslagwaarde voor verschillende temperaturen uitgezet als functie van het mangaangehalte. Voor de lastoestand geldt dat bij kamertemperatuur de kerfslagwaarde afneemt met toenemend mangaangehalte. Bij lagere temperaturen echter, neemt de kerfslagwaarde toe met toenemend mangaangehalte tot een optimum bij circa 1,5 % Mn. Voor de laagste temperatuur van - 70 °C blijft de kerfslagwaarde stijgen met toenemend mangaangehalte. Spanningsarm gloeien heeft slechts een gering positief effect op de kerfslagwaarde. (Vergelijk de figuren 4 en 5.) Wel blijkt nu het optimale mangaangehalte af te hangen van de beproevingstemperatuur. Hoe lager de beproevingstemperatuur des te hoger moet het mangaangehalte zijn voor een optimale kerfslagwaarde. Rekveroudering heeft, zoals al in tabel 1 is aangegeven, een groter effect op de kerfslagwaarde. Voor alle temperaturen ligt de kerfslagwaarde aanzienlijk lager dan voor de lastoestand. Verder is er geen duidelijk optimaal mangaangehalte meer waarneembaar. De kerfslagwaarde neemt vooral bij lagere temperaturen toe met toenemend mangaangehalte.
Figuur 1 Sterkte als functie van het mangaangehalte
De meetresultaten liggen op een rechte lijn en voor de lastoestand wordt de sterkte weergegeven met de volgende twee formules:
LASTECHNIEK
Figuur 2 Kerfslagwaarden voor de verschillende elektroden als functie van de beproevingstemperatuur. A = 0,66 % Mn; B = 1,00 % Mn; C = 1,42 % Mn; D = 1,82 % Mn
Figuur 3 Kerfslagcurven na rekveroudering (10 % rek, ½ uur op 250 °C) A = 0,66 % Mn; B = 1,00 % Mn; C = 1,42 % Mn; D = 1,82 % Mn
13
LASTECHNIEK
METALLURGIE - september 2014
september 2014
COD-proeven niet altijd nodig Het verloop van de COD-waarden als functie van temperatuur en mangaangehalte vertoont goede overeenkomst met het verloop van de kerfslagwaarden. Evans trekt dan ook de conclusie dat de universele Charpy V kerfslagproeven met vertrouwen toegepast kunnen worden voor routinematige classificatie van elektroden. Dure CODproeven zijn dus niet nodig. Voor bestaande constructies echter zijn COD-proeven wel nodig voor evaluatie van ‘fitness for purpose’ en voor het bepalen van de kritische defectgrootte. Het gebruikmaken van een mogelijke correlatie tussen Charpy V en COD-waarden mag alleen als de hoeveelheid rekveroudering in de las gering is. Voorzichtigheid is geboden, omdat deze relatie onder andere afhangt van het type elektrode (slaksamenstelling).
Figuur 4 Invloed van mangaan op de kerfslagwaarde in lastoestand voor verschillende temperaturen
Figuur 5 Invloed van mangaan op de kerfslagwaarde bij verschillende temperaturen na spanningsarm gloeien (2 uur op 580 °C)
COD-waarden
Gunstig effect mangaan
Voor het bepalen van de COD-waarden heeft Evans gebruik gemaakt van proefstukken (20 x 26 cm), die voorzien waren van een mechanische kerf. Geen vermoeiingsscheur zoals gebruikelijk is bij standaard COD-proefstukken. De gepresenteerde waarden kunnen daarom alleen onderling vergeleken worden en zijn in deze samenvatting ook niet vermeld. Wel blijkt dat de invloed van het spanningsarm gloeien en de rekveroudering identiek is aan het verloop van de kerfslagwaarden als functie van het mangaangehalte.
Uit het metallografisch onderzoek blijkt overduidelijk dat met toenemend mangaangehalte de hoeveelheid naaldvormige (aciculaire) ferriet toeneemt ten koste van de proeutectoïdische ferriet en de lamellaire ferrietcomponenten (zijplaatferriet). Verder treedt met toenemend mangaangehalte een verfijning op van de naaldvormige ferriet. Beide effecten werken gunstig uit op de sterkte en taaiheid van de lasverbinding. Mangaan heeft dus een gunstig effect op de sterkte en taaiheid van de lasverbinding. Oplossingsharding en korrelverfijning onder invloed van mangaan resulteren in een sterkteverhoging van 10 MPa per 0,1 % mangaan. Deze sterkteverhoging geldt specifiek voor de gekozen beproevingsomstandigheden: plaatdikte 20 mm, lassen met beklede elektrode via de meerlagentechniek met een warmte-inbreng van 1 kJ/mm. De sterkte van de lasverbinding neemt af door spanningsarm gloeien. De afname wordt groter met toenemend mangaangehalte. Als gevolg van het gloeien treedt carbideprecipitatie op, maar dit heeft voor de gekozen temperatuur en gloeitijd (580 °C, 2 uur) geen secundaire hardingseffecten tot gevolg.
Figuur 6 Invloed van mangaan op de kerfslagwaarde bij verschillende temperaturen na rekveroudering (10 % rek, 2 uur op 250 °C)
14
Upper shelf en lower shelf
LASTECHNIEK
tes. De relatief hoge kerfslagwaarden voor de lassen C (1,42 % Mn) en D (1,82 % Mn) zijn naar alle waarschijnlijkheid het gevolg van de door mangaan veroorzaakte korrelverfijning.
Andere legeringselementen Het onderzoek van Evans toont alleen de invloed van mangaan op de structuur en mechanische eigenschappen van met beklede elektrode gemaakte lassen. Lasmetaal is niet alleen gelegeerd met mangaan; ook andere legeringselementen worden toegevoegd om de structuur en eigenschappen te beïnvloeden. Nikkel, molybdeen en chroom zijn daarvan de meest bekende. In de komende delen van deze artikelenreeks wordt de invloed van andere legeringselementen behandeld. Als eerste zal aandacht worden besteed aan het element silicium. Kortom: wordt vervolgd.
In overeenstemming met andere onderzoeken constateert Evans een verlaging van de ‘upper shelf’ energie met toenemend mangaangehalte. Daarmee contrasterend is de toename van de ‘lower shelf’ energie met toenemend mangaangehalte.
Taai en bros breken In het overgangsgebied tussen taai en bros breken heeft mangaan een optimaal gunstig effect bij een gehalte van circa 1,5 %. Dit ondanks de constante verfijning van de structuur met toenemend mangaangehalte. Het gedrag wordt dus bepaald door de competitieve actie van mangaan op • de verhoging van de rekgrens; • de vergroting van de volumefractie van de naaldvormige ferriet en de korrelverfijnende werking in de vorige laag door de volgende. Spanningsarm gloeien had nauwelijks effect op de resultaten van de kerfslagproef. De te verwachten afname in de taaiheid door carbideprecipitatie wordt gecompenseerd door een tegengesteld mechanisme, bijvoorbeeld een afname van de hardheid van de ferriet. Rekveroudering (10 %, 250 °C, ½ uur) daarentegen induceert een aanzienlijke verbrossing. Voor koolstof-mangaanlasverbindingen wordt algemeen verondersteld en geaccepteerd dat het element stikstof bepalend is voor de afname van de weerstand tegen brosse breuk. Evans twijfelt hier echter aan, het stikstofgehalte voor de hoogste drie mangaangehaltes was namelijk constant. De mate van veroudering moet eerder gekoppeld worden aan mangaan zelf of aan het gecombineerde effect van mangaan en koolstof. Het koolstofgehalte van de lassen was namelijk niet constant, en hoger voor de twee hoogste mangaangehal-
Literatuur 1. G.M. Evans. Effect of Manganese on ther Microstructure and Properties of All-weld-metal Deposits. IIW-Document II-A-432-77. Rectificatie In deel 2 van deze artikelenreeks (zie Lastechniek #5, 2014) is de invloed van het mangaangehalte op de structuur van de sluitlaag besproken. Daarbij werd onderscheid gemaakt tussen de grofkorrelige zone, de zone met stengelkristallen en de fijnkorrelige zone. Per vergissing is onderstaand tekstgedeelte weggevallen in het verschenen artikel. De grofkorrelige zone De invloed van mangaan op de grofkorrelige zone bleek moeilijk te bepalen. Met toenemend mangaangehalte etste de structuur sterker aan. Verder namen de afmetingen van de pro-eutectoïdische ferriet en de gebieden met naaldferriet af met toenemend mangaangehalte. Dus ook een afname van de korrelgrootte in de grofkorrelige zone met toenemend mangaangehalte. Waar de grofkorrelige zone precies begon en eindigde bleek lastig te bepalen, vooral omdat bij meerlagenlassen de diverse lagen elkaar beïnvloeden en de grofkorrelige zones elkaar kunnen kruisen.
15
LASTECHNIEK
DUPLEX ROESTVAST STAAL - september 2014
D
Duplex roestvast staal
lassen
is niet moeilijk; wel anders
De themadag over duplex roestvast staal, die op 5 juni jl. georganiseerd werd door voestalpine Böhler Welding Nederland (vaBW NL), trok veel belangstelling. Diverse onderwerpen rondom duplex roestvaste staalsoorten werden besproken, zoals de ontwikkeling van het materiaal, ferrietmetingen, oppervlaktebehandeling en kwalificeren. Ook het lassen kwam uitgebreid aan bod. door Geri van Krieken en Johan Cobben Detail van een warmtewisselaar uit duplex staal. (Bron: Bronswerk Heat Transfer B.V., Nijkerk.)
16
LASTECHNIEK
september 2014
uplex roestvast staal en zijn varianten krijgen een steeds groter aandeel in de roestvast staalmarkt. Dankzij de hoge rekgrens, waardoor dunner en economischer kan worden geconstrueerd, en de hoge weerstand tegen putvormige corrosie en spanningscorrosie, is dit staal in trek bij de (petro)chemische industrie en in de offshore. Er blijkt veel behoefte te bestaan aan het vergroten van kennis en ervaring op het gebied van het lassen van deze staalsoorten. Nog lang niet alle ins en outs zijn bekend; tegelijkertijd stellen opdrachtgevers steeds strengere eisen aan de corrosiebestendigheid en de mechanische eigenschappen.
Wat is duplex roestvast staal Duplex roestvast staal is metallurgisch gezien een bijzonder materiaal. De naam ‘duplex’ zegt het al: het bestaat uit twee structuren, namelijk een ferrietstructuur (net als in staal) en een austenietstructuur (die we kennen van de roestvast staalsoorten 304 en 316). Duplex roestvast staal is zo populair omdat het de goede eigenschappen van beide materialen combineert, namelijk een hoge sterkte en een goede corrosiebestendigheid. De materiaalfabrikant moet veel moeite doen om een structuur te verkrijgen met een verhouding austeniet/ferriet van 50/50. Naast een juiste chemische samenstelling moet de fabrikant de temperatuurhuishouding goed bewaken tijdens de productie, zodat na de vereiste gloeibehandeling en volledig gecontroleerde snelle afkoeling een eindproduct beschikbaar is met de juiste structuur van 50% ferriet en 50% austeniet. Om deze ‘ingevroren’ structuur, en vooral de austenietfase te stabiliseren, wordt stikstof als legeringselement toegepast.
Duplex generaties De eerste beschrijvingen van duplex legeringen stammen uit 1930, aldus de eerste spreekster tijdens de themadag, de Zweedse Thérèse Sterneland van Avesta Research Centre OUTOKUMPU. Door het hoge koolstofgehalte en daarmee gepaard gaande problemen bij het lassen bleef de toepassing zeer beperkt. Pas begin jaren 70 slaagde men erin een geschikte kwaliteit te maken (denk aan een gecontroleerd koolstofgehalte en legeren met stikstof): de tweede generatie duplex was geboren. We zijn inmiddels toe aan de derde generatie, en tot op de dag van vandaag worden er steeds nieuwe duplex legeringen ontwikkeld. Een voorbeeld is lean duplex, een uitgeklede variant van de bekende 1.4462 maar nu met verlaagd nikkel- en verhoogd mangaan- en stikstofgehalte. Corrosietechnisch is dit materiaal vergelijkbaar met de austenitische kwaliteiten als 304L/316L/317L, maar met de sterkte van een duplex. Verder zijn er de super- en hyperduplex staalsoorten met verhoogd chroom, molybdeen en stikstof (mogelijk wolfraam- en/of kopergelegeerd), met een verhoogde corrosieweerstand. Ook nieuw is een concept voor een beter vervormbare kwaliteit (Transformation Induced Plasticity: TRIP). Figuren 1 en 2 geven een overzicht van de positionering van diverse kwaliteiten roestvast staal. Er worden steeds nieuwe toepassingen voor duplex ontdekt, en zeker niet alleen vanwege het bijzondere uiterlijk ervan. Volgens Sterneland is dat de toekomst: “Think out of the box!” Duplex is niet alleen een goede vervanger voor veel roestvast staallegeringen, maar met innovatief ontwerp kan het ook een alternatief zijn voor aluminium, staal en andere materialen.
Microstructuur van een las in duplex staal. Van links naar rechts basismateriaal warmte-beïnvloede zone – lasmetaal. Lichtere gedeelten: austeniet. Donkere gedeelten: ferriet. (Bron: voestalpine Böhler Welding Austria, Kapfenberg.)
17
LASTECHNIEK
DUPLEX ROESTVAST STAAL - september 2014
september 2014
Round robin onderzoek (vergelijkend onderzoek tussen diverse laboratoria over de wereld) heeft aangetoond dat wanneer precies hetzelfde stukje materiaal door verschillende laboratoria wordt onderzocht, elk laboratorium met een andere uitkomst komt. Dat geeft te denken over de strenge en strikte regels in specificaties.
Kwalificeren van duplex lasverbindingen
Figuur 1 Corrosieweerstand en rekgrens van verschillende austenitische en duplex staalsoorten.
Eisen in specificaties zijn soms lastig te realiseren of zelfs helemaal niet haalbaar, omdat er in sommige gevallen hogere eisen gesteld worden aan de lasverbinding dan door de fabrikant gegarandeerd kunnen worden op het basismateriaal. Geri van Krieken doet dan ook een oproep aan alle lascoördinatoren en lasdeskundigen om kritisch te blijven nadenken. “Ageer tegen onmogelijke eisen en ga in discussie met de klant (hopende dat er technische kennis aanwezig is). Als de eisen nodig zijn in verband met zwaar corrosieve omstandigheden, besteed dan net zoveel aandacht aan de productielassen als aan de lassen voor de kwalificatie.” Strengere eisen zijn niet de oplossing: alleen met technische kennis kan men komen tot geschikte constructies en bruikbare en zinvolle klantspecificaties.
LASTECHNIEK
oxidehuid. Goede normen voor het reinigen, beitsen & passiveren van duplex staal zijn ASTM A380, A967 en BS 7773. Belangrijk bij de behandeling zijn bijvoorbeeld de omgevingstemperatuur, de tijdsduur, goed schoonmaken, enzovoort. Voor het onderhoud van roestvast staal en duplex staal wordt geadviseerd om het materiaal na productie goed te reinigen en het daarna minimaal eenmaal per jaar een oppervlaktebehandeling te geven. Alleen op deze manier behoudt het materiaal een mooi uiterlijk kan de levensduur van de constructie gegarandeerd of zelfs verlengd worden.
Lassen van superduplex Superduplex is een verbeterde variant van duplex roestvast staal. Door het verhoogde chroom-, molybdeen- en met name stikstofgehalte is het materiaal nog beter bestand tegen corrosie en daardoor zeer populair. Superduplex is echter nog gevoeliger voor (las)warmte dan ‘gewoon’ duplex en daardoor kunnen er verschillende problemen ontstaan. Bernd Hoberg (vaBW Germany) en Karl-Heinz Gugimeier (vaBW Austria) laten aan de hand van enkele voorbeelden zien dat hier echter simpele oplossingen voor zijn.
Oppervlaktebehandeling en onderhoud Figuur 2 Sterkte van diverse austenitische en duplex staalsoorten
Ferrietmetingen Plaat- of pijp, zoals aangeleverd door de fabriek, heeft doorgaans een austeniet/ferrietverhouding van 50/50. Wanneer aan dit materiaal gelast wordt, kan deze verhouding veranderen tot wel 10/90. Door het verschuiven van de austeniet/ferrietbalans veranderen ook de eigenschappen van het materiaal, zoals de corrosiebestendigheid en de mechanische eigenschappen. Daarom worden er strenge eisen gesteld aan het ferrietgehalte, al is het bepalen ervan helemaal nog niet zo eenvoudig, betoogt Lars-Ake Bylund van voestalpine Böhler Welding (vaBW) Nordic. Als men het ferrietgehalte wil bepalen met de zogenaamde Ferritscope®, is het belangrijk te beseffen dat de oppervlakteruwheid invloed heeft op de meting: goed kalibreren en ijken zijn vereist om een realistische waarde te verkrijgen. Deze methode is geschikt voor meten op plaat- of pijpmateriaal, maar niet voor het meten van lassen en de warmte-beïnvloede zone.
hankelijk van degene die het onderzoek uitvoert, maar ook de etsing (etsmiddel en tijdsduur) kan van grote invloed zijn. Bij zowel het tellen (Manual Point Counting) als beeldanalyse (Image Analysis) kan de instelling van de witbalans, overbelichting enzovoort, ook invloed hebben op het resultaat.
“Roestvast staal is niet onderhoudsvrij.” Dat is de belangrijkste boodschap van Anders Bornmyr van Avesta Finishing Chemicals. Zoals bekend vormt roestvast staal door de aanwezigheid van chroom een oxidehuid die het onderliggende materiaal beschermt. Deze oxidehuid wordt direct gevormd, en in een natuurlijke atmosfeer duurt het ongeveer 21 dagen voor deze passieve laag op volle dikte is. Een behandeling van beitsen & passiveren versnelt dit proces aanzienlijk. Bedenk wel dat het schoonmaken, beitsen & passiveren van duplex afwijkt van de behandeling van austenitische staalsoorten als 304L en 316L. Dit komt door de aanwezigheid van zowel austeniet maar vooral ferriet in duplex staal. Beide fasen reageren anders op de vorming van de
“Think out of the box!” Duplex is niet alleen een goede vervanger voor veel roestvast staallegeringen, maar met innovatief ontwerp kan het ook een alternatief zijn voor aluminium, staal en andere materialen.
Voor nauwkeurige metingen ontkomt men niet aan microscopisch onderzoek. Dan nog is de ferrietbepaling af-
18
Het verhoogde stikstofgehalte in het basismateriaal en lastoevoegmateriaal kan meer aanleiding geven tot porositeit. Dit probleem kan bij het MIG/MAG-lassen van superduplex beperkt worden door de keuze van het onder andere het juiste gasmengsel, bijvoorbeeld Ar met 20-30 % He en 0,5 % CO2. Met een kleine aanpassing blijft men vaak binnen een gasmengselgroep zoals M12 (EN-ISO 14175), waardoor niet altijd opnieuw gekwalificeerd hoeft te worden. Een gecontroleerde analyse van de lasdraad kan ook bijdragen aan een beter resultaat. Bij gevulde draadlassen kan gelast worden met 100 % CO2 of 80 % Ar + 20 % CO2. Dit kan zonder gevaar voor opkoling vanuit het beschermgas, aangezien de lasdruppel en het vloeibare lasmetaal worden afgeschermd door een slak laag. Hierdoor ontstaat ook een gunstigere inbrandingsvorm met een kleinere kans op bindingsfouten ten opzichte van het lassen met massieve draad met hoog argongehalte. Het gebruik van een pulserende lasboog wordt bij gevulde-draadlassen afgeraden.
Figuur 3 Vergelijking tussen ferrietmetingen via beeldanalyse en via de Ferritscope
De afkoelsnelheid van de las heeft zeer veel invloed op het eindresultaat. Dit betekent dat de juiste lasparameters, lasnaadvoorbewerking, warmte-inbreng en interpass-temperatuur van groot belang zijn. Dankzij de nieuwe ontwikkelingen van massieve draden, gevulde draden en draad-poedercombinaties hoeft het lassen van superduplex tegenwoordig geen enkel probleem meer te zijn (mits men zich aan de spelregels houdt). Dit betekent dat er
19
LASTECHNIEK
DUPLEX ROESTVAST STAAL - september 2014
goede alternatieven zijn voor het klassieke booglassen met beklede elektroden, waar niks mis mee is, maar dat niet altijd even efficiënt is.
EVENEMENTENHAL GORINCHEM 4, 5 en 6 november 2014
Bij het TIG-lassen wordt geadviseerd om niet zonder lastoevoegmateriaal te lassen, omdat dit resulteert in een te hoog ferrietgehalte. Een belangrijke boodschap is dat met stikstofhoudend beschermgas en/of backinggas betere corrosiewaarden gerealiseerd worden. Stikstof voorkomt, c.q. compenseert, het stikstofverlies uit het lasmetaal en de warmte-beïnvloede zone. Bij het lassen van superduplex staalsoorten moet men nog meer bedacht zijn op een juiste warmtebalans; dat geldt zeker voor doorlassingen (bijvoorbeeld in pijpmateriaal). In de praktijk wordt vaak een te dunne laag gelegd als eerste laag. Indien de tweede laag met hogere warmte-inbreng wordt gelast, zal de warmte van de tweede laag de dunne eerste laag volledig beïnvloeden, wat resulteert in een ongewenste structuurbalans met mogelijk ongewenste metallische uitscheidingen. Om dit te voorkomen, moet de eerste laag relatief dik worden aangebracht en de tweede laag wat dunner c.q. ‘kouder’. Deze wijze van lassen wordt ook wel de ‘coldpass’-techniek genoemd (zie figuur 4). Normaal duplex staal heeft een lager legeringsniveau en is minder gevoelig voor dit verschijnsel. Ook duplex aan staal verbinden is heel goed mogelijk. De vraag is hoe en met welk toevoegmateriaal. Kijk goed of overmatching nodig is; wat is de zwakste schakel en waar bevindt zich de las. In de meeste gevallen gebruikt men hetzelfde toevoegmateriaal waarmee ook de duplex-duplexverbindingen worden gelast. Houd er echter rekening
Dé vakbeurs voor de verspanende en niet-verspanende industrie
Figuur 4 Coldpass techniek: lassen met de juiste warmte-inbreng. De onderste methode is de juiste.
mee dat bij een grote opmenging met staal de lasverbinding in een gevarenzone komt: er kan martensietvorming ontstaan met als gevolg verlies van taaiheid en mogelijk scheurvorming. In dit geval gaat de voorkeur uit naar typen lastoevoegmateriaal als 309MoL of 309L.
Hét vakevenement voor de verbindingstechniek door de combinatie van een unieke vakbeurs met het NIL/BIL Symposium
Karl-Heinz Gugimeier geeft een mooie samenvatting van de beschikbare lasprocessen en toevoegmaterialen. Door nieuwe ontwikkelingen kan duplex, lean duplex en superduplex zonder problemen worden gelast met de processen BMBE, MIG/MAG met massieve draad, TIG, MIG/MAG met gevulde draad en zelfs onderpoederlassen (OP-lassen), mits men de spelregels in acht neemt.
Kom in contact met ruim 250 bedrijven en ontdek oplossingen voor uw productieproces. Vraag twee gratis entreebewijzen aan via onderstaande gegevens
WWW.EVENEMENTENHAL.NL/METAVAKNIL-GO
CODE 7140242783 Team duplex v.l.n.r.: Karl-Heinz Gugimeier - vaBW Austria Geri van Krieken Thérèse Sterneland - Avesta Research Centre OUTOKUMPU René Elfering - vaBW Nederland Anders Bornmyr - Avesta Finishing Chemicals Bernd Hoberg - vaBW Germany Jan Hilkes - vaBW Germany Lars-Ake Bylund - vaBW Nordic Johan Cobben - vaBW Nederland
32 20
Evenementen
HAL
HARDENBERG GORINCHEM VENRAY
Interesse in deelname? Evenementenhal Gorinchem T 0183 - 68 06 80 I www.evenementenhal.nl E
[email protected]
Ons evenement.
UW MOMENT.
LASTECHNIEK
AUPING - september 2014
september 2014
LASTECHNIEK
Robots slapen niet bij Auping Met de nieuwe lasrobotlijn die beddenfabrikant Koninklijke Auping in Deventer dit voorjaar in gebruik heeft genomen, is het gelukt de productiestroom met drie weken te verkorten.
Operationeel manager Martijn van Haaf en teamleider staal Peter van Vilsteren bij de lasrobotcellen die in één productielijn staan opgesteld. Om de korte takttijd te halen, worden de vlakke spiraalbodems door twee lasrobots tegelijk afgelast. (linkerpagina)
onderdelen modulair zijn opgebouwd, konden we dat proces omdraaien naar een klantordergestuurde productie, waarbij we in principe alle maten door elkaar kunnen lassen. Maar om de wisseltijden zo kort mogelijk te houden werken we gedurende de dag van breed naar smal (van 140 naar 80 cm breed).”
door Erik Steenkist, fotografie Heidi Borgart
D
e ingebruikname van de nieuwe lasproductielijn waar frames voor de bedbodems worden gelast is onderdeel van de conversieslag die Auping maakt van voorraad- naar een klantordergestuurde productie. Valk Welding leverde zowel de lasrobotcellen als de software en werkte samen met TFT (Tools for Technology) aan de ontwikkeling en bouw van de robotgestuurde lasmallen. De gerobotiseerde laslijn is volledig geoptimaliseerd voor één product en kan alle standaardmaten in enkelstuks door elkaar lassen. Iedere 64 seconden loopt er bij Auping nu een compleet bed van de lijn.
64 seconden De takttijd van 64 seconden wordt voor ieder productieonderdeel aangehouden en heeft ook voor een groot deel het concept van de nieuwe robotlaslijn bepaald. Technisch adviseur Alex Hol van Valk Welding: “Om aan die eis te kunnen voldoen is het nodig om de lasproductie op te delen en daarvoor meerdere cellen in te zetten. Uitgangs-
22
punt was een modulair opgebouwde verstelbare spiraalbodem, bestaande uit langs- en eindbuisprofielen en buisbeugels. Zo’n verstelbare spiraalbodem heeft een rug-, ziten beengedeelte waarvan we hebben voorgesteld die gelijktijdig op 2 x 3 werkstations te lassen. Iedere 64 seconden loopt dus nu zowel een rug-, zit- als beensegment over een lopende band naar een volgende station waar de segmenten onder een scharnierenpers binnen 64 seconden worden samengesteld.”
Conversie naar klantordergestuurde productie De nieuwe manier van produceren op de lasafdeling is onderdeel van de conversie die Auping doormaakt naar een klantordergestuurde productie. Harry Gruben, directeur operations bij Auping: “Tot nu toe produceerden we op voorraad. Daarvoor beschikten we al jarenlang over drie lasrobots die onder andere de zijframes en vlakke spiraalbodems lasten. Die werden aangestuurd met vaste programma’s. Met de nieuwe productlijn waarin alle
Vier standaard lasrobotcellen Voor de lijn waar de verstelbare spiraalbodems worden gelast, werden twee lasrobotcellen geleverd op een H-vormige en twee lasrobotcellen op een C-vormige frameconstructie. De vier cellen staan in een lijn opgesteld, met aan de inputkant de losse onderdelen en aan de andere kant een lopende band die de output verzamelt. Iedere operator bedient steeds twee werkstations, waarbij iedere 64 seconden een segment op één station wordt gelast en op het andere wordt uitgenomen en de onderdelen voor een volgend segment worden opgespannen. Een vijfde lasrobotcel met dubbele lasrobots op een Hframe wordt ingezet voor het lassen van de vaste spiraalbodems. Alex Hol van Valk Welding: “Daar is gekozen voor twee lasrobots, deels vanwege de bereikbaarheid en deels om een compleet frame binnen de takttijd van 64 seconden te kunnen lassen.”
Complexiteit teruggebracht tot eenvoud Aanvankelijk ging Auping uit van het idee dat een lasrobot alle drie de segmenten voor de verstelbare spiraalbodems compleet zou kunnen lassen. Martijn van Haaf, operationeel manager van Auping: “We dachten zelfs aan jig-less welding, om de hoge kosten voor de mallenbouw uit te sparen. Gaandeweg kwamen we erachter dat we de productie daarmee onnodig complex zouden maken en ook de takttijd niet zouden halen. Met de inzet van de standaard lascellen hebben we de complexiteit teruggebracht tot een eenvoudige opzet met een hoge mate van betrouwbaarheid.”
Productiestroom met drie weken verkort Met de nieuwe lasrobotlijn en de overstap naar een klantordergestuurde productie heeft Auping de productiestroom met drie weken kunnen verkorten. Harry Gruben: “Het resultaat is dat we nu complete, op maat gemaakte bedden binnen drie weken bij de consument kunnen leveren. We hebben nu dus geen voorraad meer, waardoor we ruimte en kosten uitsparen, maar daarnaast hebben we de levertijd drastisch kunnen verkorten. Bovendien hebben we met de lasrobotisering een forse verbeteringsslag gemaakt, wat betreft laskwaliteit en efficiency. De verstelbare bedbodems werden tot voor kort met de hand gelast, en die repeterende handelingen hebben we nu geautomatiseerd. Dat maakt ook het werk van de lassers minder eentonig. De handlassers zijn operators geworden, waarbij hun competenties op lasgebied onmisbaar zijn.”
23
LASTECHNIEK
AUPING - september 2014
Automatische start-/ stopfuncties Peter van Vilsteren, teamleider staal bij Auping: “In de nieuwe lijn hebben we meer variatie in materiaaldiktes: dat loopt van 1 mm buis tot 5 mm voor constructiedelen. We maken vooral korte lassen en dat brengt vaak problemen met zich mee. De lasapparatuur moet dat dus wel aankunnen. De Panasonic TA lasrobots, die Valk Welding in zijn lasrobotcellen toepast, zijn daar met de automatische start-/stopfuncties perfect op ingericht. Daarbij hebben we zelf natuurlijk ook voldoende laservaring. We hebben ook zo onze voorkeuren voor voltage, amperage en voortloopsnelheid. Samen met Valk Welding zijn we tot het beste resultaat gekomen.”
Een deel van de vaste spiraalbodems wordt nog met de hand gelast.
Custom Made Robot Software Voor de cellen is Custom Made Robot Software gemaakt, waarin alle verbindingen voor de circa 300 varianten in tabellen zijn vastgelegd. Vanuit de unieke product ID (in de barcode vastgelegd) wordt het hoofdprogramma voor de lasrobot realtime per variant samengesteld en wordt ook de lasmal ingesteld. De operator hoeft alleen maar de onderdelen voor het betreffende segment in de mal te leggen, zoals dat op een beeldscherm bij zijn station wordt weergegeven. Terwijl de lasrobot last, neemt de operator een gelast segment uit de mal van het tegenoverliggende station.
Robotgestuurde mallen Vanwege eerdere succesvol verlopen projecten legde Auping de ontwikkeling en bouw van de mallen neer bij TFT (Tools for Technology) uit Asten. TFT werkte al eerder voor andere projecten met Valk Welding samen. Alle mallen zijn eerst als een 3D model ontworpen en op werking en toegankelijkheid gesimuleerd, waarbij ook rekening is gehouden met de bereikbaarheid voor de lasrobot. De mallen kunnen de losse onderdelen in de verschillende maatvariaties opspannen en positioneren. Zowel de variaties in breedte en lengte van de spiraalbodems als de variaties in ophanging van de motoren voor de verstelbare spiraalbodems. De maatinstelling van de mallen wordt door de robotbesturing bepaald.
24
Meerdere specialisten bij opzet van de lijn betrokken Bij de ontwikkeling en bouw van de nieuwe productielijn voor de verstelbare spiraalbodems waren meerdere gespecialiseerde toeleveranciers betrokken. Naast Valk Welding en mallenbouwer TFT, tekenden Tumakon en Z-Tech Solutions voor de scharnierenpers, ontwikkelde Masèvon Technology de machines voor het twisten van de spiraaldraden en stond het gehele project onder regie van IJssel Technologie.
Workflow verder optmaliseren op nieuwe locatie Harry Gruben: “De hele conversieslag naar een klantordergestuurde productie heeft ook consequenties voor de logistiek en workflow binnen de fabriek. Bedoeling is dat de gelaste frames straks op een lopende band naar de volgende afdeling worden vervoerd, waar de spiraalmatten worden gestretcht en gehecht. Het intern transport loopt nu nog op karretjes, maar zal straks aan elkaar worden gekoppeld. Dat gaan we deze zomer realiseren op een nieuwe locatie op bedrijventerrein ‘De Wetering’, waar we naast bestaande bouw nog 6.000 m2 nieuw bouwen. Dan zijn we ook gelijk af van meerdere losse fabrieken op verschillende locaties. Straks, wanneer alles aan elkaar gekoppeld is, eindigen staalproductie, coating-, hout-, textiel- en matrassenafdeling op de expeditie, waar we een order binnen een week bij de dealer hebben.”
LASTECHNIEK
APPARATUUR VOOR HET MIG/MAG-L AS SEN - september 2014
Laskennis opgefrist 14 Het MIG/MAG-proces is een veelzijdig lasproces dat geschikt is voor het lassen van zowel dunne plaat als dikwandige werkstukken. In aflevering 4 van Laskennis Opgefrist is het principe van het MIG/MAG-lasproces met massieve draad al besproken (Lastechniek 2013, #6 en #7).
Apparatuur voor het MIG/MAG-lassen Diverse namen Het MIG/MAG-proces is in het Amerikaanse taalgebied bekend onder de afkorting GMAW (Gas Metal Arc Welding). Wij gebruiken de term MIG/MAG-lassen, waarbij de afkorting MIG (Metal Inert Gas) alleen correct is bij gebruik van inerte beschermgassen (argon of helium). Bevat het beschermgas actieve componenten zoals koolzuurgas (CO2) en waterstof (H2), dan spreken we over MAG (Metal Active Gas). Ook wordt in de praktijk nog vaak gesproken over CO2-lassen, omdat voor het lassen van staal aanvankelijk vooral koolzuurgas werd toegepast. De huidige ISO- en EN-normen maken onderscheid tussen proces 131 (MIG) en proces 135 (MAG).
ken. De hoeveelheid beschermgas is afhankelijk van de toegepaste lasparameters, de afmeting van het gasmondstuk en het soort beschermgas. De gasdebieten liggen tussen 8 en 20 liter per minuut. Omdat de boogbrandvlek kleiner is dan bij het booglassen met beklede elektroden, is er een groter risico van bindingsfouten in de las. Bij het MIG/MAG-lassen zijn de drie v’s van belang: het proces is gevoelig voor vet, verf en vuil. Roest, maar vooral een walshuid, vragen veel energie, waardoor het uitvloeien van de las niet (voldoende) plaatsvindt. Roest kan verwijderd worden met een staalborstel; een walshuid moet door middel van slijpen of stralen verwijderd worden.
Handvaardigheid en kennis Door het gebruik van zeer dunne lasdraden is de stroomdichtheid op de lasdraad hoog. Dat betekent dat ook de neersmeltsnelheid hoog kan zijn. Om een snel afsmeltende hoeveelheid lasmateriaal goed in een lasnaad te positioneren moet een lasser goed opgeleid zijn. Niet alleen een goede handvaardigheid is belangrijk, maar ook een gedegen kennis van de machine- of parameterinstellingen.
Een belangrijk stuk gereedschap voor een MIG/MAG-lasser is een tang om het einde van de draad op een correcte wijze af te knippen. Wat ook niet mag ontbreken is een bus anti-spatspray. Deze spray voorkomt aanhechting van spatten aan het gasmondstuk en de contacttip. Om storingsvrij te kunnen lassen is regelmatig onderhoud van het laspistool noodzakelijk.
Het MIG/MAG-lasproces De belangrijkste onderdelen van de MIG/MAGlasinstallatie zijn: • de draadaanvoereenheid • het slangenpakket • het laspistool (de lastoorts) • de elektrische bron (het lastoestel) De relatief dunne lasdraad is zowel elektrode als lastoevoegmateriaal en wordt vanaf de haspel aangevoerd door middel van het draadaanvoermechanisme. De boog ontstaat tussen het draadeinde en het werkstuk. De boog en het smeltbad worden beschermd tegen inwerking van de omgevingslucht door een beschermgas. Hierdoor is het mogelijk een onbeklede lasdraad te gebrui-
26
Draadaanvoersystemen De constructie van het draadaanvoermechanisme en de wijze waarop de lasdraad wordt aangevoerd bepalen de stabiliteit van het lasproces en de mogelijkheid om een constante laskwaliteit te leveren. Het mechanisme moet zorgen voor een storingsvrije draadaanvoer. Daarom moet speciaal aandacht worden geschonken aan de draadaanvoerrollen en de draadgeleiders. Er zijn drie soorten draadaanvoersystemen: • draadaanvoersystemen met drukrollen • push-pullsystemen • laspistolen met aangebouwde draadhaspel Het meest gebruikelijke draadaanvoersysteem bestaat uit een stel aanvoerrollen waarbij de ene rol is voorzien van een groef en de andere rol glad is. De veerdruk op de rollen mag niet te groot worden, anders wordt de draad vervormd, wat leidt tot een slechte stroomoverdracht in het contactmondstuk. Bij verkoperde draden zal een te hoge druk op de rollen of het gebruik van gekartelde rollen het risico van beschadiging van de koperlaag verhogen. Door afschilfering van koperdeeltjes kan verstopping optreden in de draadgeleider en het contactmondstuk. Voor een storingvrije aanvoer van zachte draad (zoals aluminium), worden tandemsystemen (met twee sets rollen) aanbevolen, om vervorming van de draad tegen te gaan. Bij dunne aluminium draden, met een kleinere diameter dan 1 mm, wordt bij voorkeur een push-pullsysteem toegepast. Hierbij is een extra set rollen in het laspistool ingebouwd, die meehelpt om de draad door het slangenpakket te trekken. Nadelen van een dergelijk systeem zijn de grotere omvang en een minder goede hanteerbaarheid van het pistool. Kleinere draaddiameters kunnen ook geleverd worden op een kleine spoel die direct op het laspistool wordt bevestigd. Bij kleinere spoelen zijn de draadkosten wel enigszins hoger.
Het slangenpakket
Figuur 1 MAG-installatie
LASTECHNIEK
september 2014
Het slangenpakket met de draadgeleider heeft normaal gesproken een maximale lengte van 5 meter. Om een gelijkmatig draadtransport te kunnen garanderen moet het slangenpakket zo kort en recht mogelijk zijn. Voor grotere lengtes van het slangenpakket kan een tussenstation worden toegepast. De draadgeleider kan zijn vervaardigd uit spiraalvormig gewonden staaldraad voor harde lasdraden (zoals staal) of uit glad PTFE (teflon) voor zachte lasdraden (zoals draden van roestvast staal, titaan, nikkel, aluminium of koper).
Figuur 2 Onderdelen laspistool met slangenpakket
Het laspistool Behalve het geleiden van de draad heeft het laspistool nog twee belangrijke functies, namelijk de overdracht van stroom op de lasdraad en de toevoer van beschermgas. Er bestaan twee typen laspistolen: luchtgekoelde en watergekoelde pistolen. Bij luchtgekoelde pistolen wordt de koeling bereikt doordat veel van het oppervlak van de zwanenhals contact maakt met de omgevingslucht. Alleen bij toepassing van 100 % CO2 als beschermgas kan het beschermgas helpen bij de koeling van het pistool. De gasstroom bij menggassen is zo laag dat deze al warm is voordat het gas het gasmondstuk bereikt; hierdoor is de koelende werking gering. Luchtgekoelde pistolen zijn zwaarder uitgevoerd dan watergekoelde pistolen. In Europa wordt omwille van de hanteerbaarheid vooral met watergekoelde pistolen gelast. De stroom wordt op de lasdraad overgedragen door middel van de contactbuis (contacttip) waarvan de boring iets groter moet zijn dan de draaddiameter. De inwendige diameter voor draaddiameter 1,2 mm varieert bijvoorbeeld van 1,4 tot 1,5 mm. Omdat een te grote opening de stroomoverdracht negatief beïnvloedt, moeten contactbuizen regelmatig worden gecontroleerd en bij te grote slijtage worden vervangen. Contactbuizen van gelegeerd koper (met chroom en zirkoon) zijn harder dan contactbuizen van elektrolytisch koper en ze gaan langer mee, met name bij het openboog- en het pulsbooglassen. Het overgrote deel van de storingen bij het MIG/MAG-lassen ontstaat bij de contacttip, meestal doordat deze niet is vastgedraaid. Een contacttip die niet goed is gemonteerd wordt zeer heet, waardoor de stroomoverdracht maar ook de hardheid snel terugloopt. Gevolg: extreme slijtage en slecht laswerk.
27
LASTECHNIEK
APPARATUUR VOOR HET MIG/MAG-L AS SEN - september 2014
Elektrische bron Het MIG/MAG-lassen wordt voornamelijk uitgevoerd met gelijkstroom (DC+). De elektrische bron heeft een zogenaamde vlakke statische karakteristiek, dat wil zeggen dat de spanning redelijk constant blijft bij wisselende stroomsterkten. Een dergelijke elektrische bron wordt dan ook wel een CP-bron (Constant Potential) of CV-bron (Constant Voltage) genoemd. Op het MIG/MAG-apparaat wordt geen stroomsterkte ingesteld, maar de hoogte van de spanning. Tijdens het lassen blijft deze spanning vrijwel constant, net als de booglengte. De stroomsterkte wordt beïnvloed door de draadaanvoersnelheid en is mede afhankelijk van de ingestelde spanning. De parameters (spanning en draadaanvoersnelheid) worden ingesteld op een ‘vaste’ afstand tussen werkstuk en contacttip, stel 20 mm. Wanneer de lasser de contacttip nu dichter naar het werkstuk brengt, waardoor de afstand bijvoorbeeld 15 mm wordt, dan zal de stroom toenemen door de verminderde weerstand in de draad. De draad smelt daardoor sneller af en er ontstaat weer een evenwicht in de booglengte. Omgekeerd, als de contacttip verder van het werkstuk gaat, bijvoorbeeld 25 mm, zal de stroom minder worden door een grotere weerstand in de draad. De neergesmolten hoeveelheid lasmateriaal blijft hierbij constant; de draadaanvoersnelheid verandert immers niet. Er is een ruim marktaanbod van MIG/MAG-apparatuur in diverse stroombereiken voor toepassingen in diverse industrieën. Voor dunne plaat kan over het algemeen volstaan worden met een apparaat van 200 of 250 ampère, terwijl in een constructie- of offshorebedrijf apparaten nodig zijn van misschien wel 500 ampère. Zoals in aflevering 4 van deze reeks al besproken is, bestaat er onderscheid in de wijze van druppeloverdracht bij het afsmelten van de lasdraad. Zo kennen we de kortsluitboog, de open boog en de pulsboog.
Kortsluitboog De kortsluitboog, het lassen in een laag stroombereik, wordt toegepast voor dunne plaat en voor lassen in positie. Materiaaloverdracht vindt plaats als het draadeinde contact maakt met het smeltbad. Hierdoor ontstaat kortsluiting, waardoor de stroom tijdelijk hoog oploopt en de draad afsmelt. De lasparameters variëren van circa 70 A bij 15 V tot 160 A bij 19 V voor een 1,0 mm draad. Kortsluitbooglassen met dikkere draden dan 1,0 mm heeft om lastechnische en economische redenen niet zoveel zin.
28
Draad ø (mm) 0,6 0,8 1,0 1,2 1,6 Tabel 1
Kortsluitboog Stroom (A) Spanning (V) 30 - 80 15 - 18 45 - 180 16 - 21 70 - 160 17 - 22 100 - 200 17 - 22
Bij het kortsluitbooglassen ontstaat een onrustige boog met veel spatten. Ook zal de boog hard en scherp klinken. Een smoorspoel, meestal een of meerdere uitgangen voor de werkstukkabel op het apparaat, maakt de boog zachter en nagenoeg spatvrij. Bij moderne apparatuur is de smoorspoel digitaal instelbaar. Tussen de kortsluitboog en de open boog bevindt zich een globulair gebied. Dit gebied kenmerkt zich door een zeer grove druppelovergang die soms een kortsluiting maakt en dan weer niet. Ook zijn er veel spatten en is er veel lasrook. Verder ontstaat dan altijd een bruine aanslag op en naast de las en op het pistool. Voor een 1,0 mm draad loopt het globulaire gebied van 160 tot 215 ampère, afhankelijk van het gekozen beschermgas. Dit booggebied wordt in de praktijk weinig toegepast.
Open boog
Pulsboog Bij het pulsbooglassen wordt de druppelafsplitsing geregeld door een zeer hoge maar korte pulsstroom. Deze is zo gekozen dat er altijd maar één druppel per puls van de draad afsmelt en deze druppel is niet groter dan de diameter van de draad. Hierdoor ontstaat een zeer rustige lasboog: nagenoeg spatvrij en met zeer weinig lasrookontwikkeling. Na de pulsstroom volgt de grond- of basisstroom. Parameters zoals pulshoogte, pulsbreedte, basisstroomhoogte en basisstroomtijd hoeven bij de mo-
150 - 250 230 - 300 250 - 400 250 - 500
25 - 33 26 - 35 27 - 35 30 - 40
derne machines niet meer onafhankelijk van elkaar ingesteld te worden. De synergische machines beschikken in het geheugen over kenlijnen waarin de pulsparameters voor een draad-gascombinatie zijn vastgelegd. Met één knop kan men nu van laag naar hoog in het programma. Een tweede knop geeft de mogelijkheid voor een kleine correctie. De pulserende boog maakt het mogelijk om met dikkere draaddiameters vrij laag te lassen. Bij het lassen van roestvast staal en aluminium is pulserend lassen bijna een must. Het MIG/MAG-lassen heeft de laatste jaren vele nieuwe impulsen gekregen door de introductie van nieuwe varianten in de wijze van materiaaloverdracht, zoals de hoogvermogen boog, de korte sproeiboog en de koude boog. Deze varianten zijn uitvoerig besproken in aflevering 4 van Laskennis Opgefrist, deel 2 (Lastechniek 2013 # 7).
Persoonlijke beschermingsmiddelen Bij het MIG/MAG-lassen moet een donkerder lasglaasje worden gebruikt dan bij eenzelfde stroomsterkte bij het lassen met beklede elektroden.
Filternummer MIG zware metalen 10 11 12 13 14 15 Tabel 2
Figuur 4 Druppelovergang bij open boog (sproeiboog)
Open boog Stroom (A) Spanning (V)
Stroom- en spanningswaarden voor diverse draaddiameters bij het kortsluitbooglassen en het lassen met open boog
moet groter zijn dan bij het kortsluitbooglassen. Zo niet, dan raakt de draad af en toe het smeltbad. Kenmerkende lasparameters voor een draad van 1,2 mm liggen tussen 250 A bij 28 V en 400 A bij 35 V. Voor een hoge neersmeltsnelheid moet de stroombron een aanmerkelijk hogere capaciteit hebben: tot 500 A.
Figuur 3 Kortsluitbooglassen
Bij het open booglassen vindt de materiaaloverdracht plaats in de vorm van fijne druppels zonder dat de draad contact maakt met het smeltbad. De hoogte van de lasstroom en de spanning voor het handhaven van een open boog
LASTECHNIEK
september 2014
< 100 100 - 175 175 - 300 300 - 500 > 500
Lasstroom (A) MIG lichte metalen
MAG
< 100 100 - 175 175 - 250 250 - 350 350 - 500 > 500
< 80 80 - 125 125 - 175 175 - 300 300 - 500 > 450
Aanbevolen filternummers bij het MIG/MAG-lassen met verschillende stroomsterkten
Deze aflevering in de rubriek 'Laskennis opgefrist' is een bewerking van 'Job Knowledge for Welders Part 15' uit TWI Connect (TWI Ltd, Cambridge, UK), geactualiseerd in 2014. Met dank aan Piet van der Horst.
29
door Margriet Wennekes, met dank aan Job Visser, Merrem & La Porte BV
E
xplosielassen, ook wel schokgolflassen genoemd, is een specialistisch lasproces voor het vervaardigen van ongelijksoortige verbindingen. De materialen die door middel van dit proces zijn verkregen worden veel toegepast binnen de Nederlandse industrie. In de scheepsbouw worden verbindingsstrippen van een explosielasverbinding tussen aluminium en staal gebruikt als tussenmetaal, om een aluminium opbouw te kunnen verbinden met een stalen casco.
Indirecte methode Smeltlasprocessen zijn in het algemeen niet geschikt om een directe verbinding tot stand te brengen tussen een aluminiumlegering en andere metalen. De belangrijkste reden is dat er door het smelten een opmenging plaatsvindt van aluminium en staal. Dit leidt tot ongewenste structuren met (zeer) slechte mechanische eigenschappen. Om aluminium toch aan een ander metaal te kunnen verbinden door middel van smeltlassen, wordt meestal een indirecte methode toegepast, zoals het gebruik van een verbindingsstrip.
scherven vastgelast zaten aan het geschut. Aangezien er geen sprake was van de extreme warmteontwikkeling die voor gangbare lasprocessen nodig is, werd dit verschijnsel toegeschreven aan de explosieve krachten die op de granaat inwerkten. Deze theorie werd bevestigd in laboratoriumonderzoek. Het duurde tot na de Tweede Wereldoorlog voordat het explosielassen commercieel op grote schaal werd toegepast. Nagenoeg alle metalen kunnen met explosielassen worden verbonden, zoals weergegeven in tabel 1. Het grootste toepassingsgebied van het explosielassen is het lassen van plaatvelden. Kenmerkend voor een explosielasverbinding is het golfvormige patroon van de overgangslaag.
Explosielasproces Het explosielasproces wordt uitgevoerd door gespecialiseerde bedrijven, in het algemeen op een afgelegen locatie. Twee of meer te verbinden metaalplaten worden eerst
Granaatscherven Het enige lasproces waarmee grote oppervlakten staal en aluminium direct aan elkaar verbonden kunnen worden met behoud van uitstekende mechanische eigenschappen is een druklasproces: explosielassen. Het principe van het explosielasproces werd bij toeval ontdekt gedurende de Eerste Wereldoorlog, toen bleek dat granaat-
30
O
O O O
O O O
O O
ongelegeerd staal
gelegeerd staal
O O O O
roestvast staal
O O O O O
aluminium
koperlegeringen
O O O
nikkellegeringen
O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O O
titanium
zilver
O O O O O O O O
goud
tantalium
O
O O O
O O O
O
O O O O
Tabel 1
Materiaalcombinaties die verbonden kunnen worden door middel van explosielassen [1]
kelijke metalen onveranderd. Het product is een bimetalen plaat die wordt verwerkt tot strippen of blokken, om gebruikt te worden in constructies van ongelijksoortige metalen.
voorbewerkt. De platen worden gereinigd en op elkaar gelegd met een bepaalde voorgeschreven tussenruimte, afhankelijk van de metaalsoorten en de materiaaldiktes. Meestal ligt het dunste materiaal bovenaan, en is het iets groter van afmetingen dan het onderliggende basismateriaal. De afmeting van de tussenruimte luistert heel nauw; daarom is het van belang dat de op elkaar te lassen platen zeer vlak zijn. Het materiaal wordt op een stevige ondergrond van zand gelegd, waarna precies genoeg explosieven worden aangebracht om zeker te zijn van een goede verbinding tussen de platen. De extreem hoge druk die bij de explosie ontstaat, zorgt voor het verdampen van oxiden aan het oppervlak. Er is slechts weinig warmteontwikkeling. Soms treedt er plaatselijk harding op, maar in het algemeen blijven de eigenschappen van de oorspron-
Tussenmetalen Het smeltlassen van aluminium aan een ander materiaal met behulp van een tussenmetaal is de enige betrouwbare manier om een kwalitatief goede verbinding tot stand te brengen. De chemische samenstelling van de afzonderlijke metalen van het tussenmetaal is zodanig, dat deze grotendeels overeenkomt met de samenstelling van de te lassen metalen. Voor verschillende toepassingen zijn verschillende tussenmetalen ontwikkeld, die in vele uitvoeringen en vormen verkrijgbaar zijn (zie tabel 2).
Industrie
Toepassing
Combinaties
aluminiumsmelterijen petrochemie industriële gassen voedingsindustrie medische industrie scheepsbouw
elektrische contacten bereiding zuurwater cryogene toepassingen voedselverwerking implantaten opbouw aluminium dekken
Cu/Al/Cu Ti/Ti/staal Al/Ta/rvs Ni/Fe Ni/Ti AlMg/Al/staal
Tabel 2 Figuur 1 Principe van het explosielassen van aluminium en staal [2]
O O O O O O O
niobium
ongelegeerd staal gelegeerd staal roestvast staal aluminium koperlegeringen nikkellegeringen titanium tantalium niobium zilver goud platina kobaltlegeringen magnesium zirkonium
platina
zirkonium
Het verbinden van staal aan aluminium Nederlandse scheepsbouwers zijn vertrouwd met het gebruik van Triclad®, de handelsnaam van de verbindingsstrippen die worden gebruikt om een aluminium opbouw te verbinden met een stalen casco. In de zomereditie van Lastechniek kwam dit al ter sprake bij de artikelen over de scheepswerven in Monnickendam en Moerdijk. In dit artikel gaan we verder in op het produceren van deze verbindingsstrippen door middel van explosielassen en het toepassen van deze producten.
LASTECHNIEK
september 2014
kobaltlegeringen
EXPLOSIEL AS SEN - september 2014
magnesium
LASTECHNIEK
Overzicht van tussenmetalen voor verschillende toepassingen [1] Figuur 2 toont een aantal uitvoeringsvormen van tussenmetalen.
31
LASTECHNIEK
EXPLOSIEL AS SEN - september 2014
september 2014
Er zijn verschillende materiaalcombinaties leverbaar, zoals: • staal (ASTM A516 Gr.55) / aluminium (1050A) / aluminiumlegering (5083 of 5086) • scheepsbouwstaal Gr.D / aluminium (1050A) / aluminiumlegering (5083) • varianten met een tussenlaag van titanium
Over het algemeen mag de tussenlaagtemperatuur bij een aluminium/staalverbinding niet hoger worden dan 450 °C. Boven deze temperatuur bestaat het risico dat de beide metalen loskomen van elkaar als gevolg van het ontstaan van ongewenste intermetallische verbindingen in de overgangslaag.
LASTECHNIEK
Om een goede verbinding tussen aluminium en staal te kunnen garanderen, heeft de producent van Triclad® daarom de volgende richtlijnen opgesteld: • Zorg dat de overgangslaag (interface) tussen het aluminium en het staal onder de 300˚C blijft. Voorwarmen is niet toegestaan. • Vermijd het gebruik van zware lassen; meerdere laslagen in korte runs verdienen de voorkeur. Indien mogelijk is het raadzaam om eerst de aluminium/ aluminium-verbinding tot stand te brengen en pas daarna de staal/staalverbinding. In dit geval kan het aluminium bijdragen om de warmte tijdens het lassen van het staal zo snel mogelijk af te voeren.
Voor de te kiezen breedte van de verbindingsstrip geldt als vuistregel dat de strip vier keer zo breed moet zijn als de dikte van het aluminium dat gelast moet worden. Voor staal geldt een andere vuistregel: de treksterkte van het te lassen staal (in MPa) wordt gedeeld door 80. De uitkomst is de vermenigvuldigingsfactor voor het bepalen van de stripbreedte. Bij een treksterkte van 480 MPa bijvoorbeeld, moet de breedte van de strip ongeveer 6 keer zo groot zijn als de dikte van het te lassen staal.
• Plaats geen lasnaad binnen 3 mm van de aluminium/staal interface (zie figuur 3). • Las nooit over de interface aluminium-staal. • Het gebruik van ‘Tempilsticks’ of gelijkwaardige indicatoren wordt aangeraden om oververhitting te voorkomen, vooral voor de minder ervaren lassers.
Figuur 2 Een aantal uitvoeringsvormen van tussenmetalen [1] a: Hoeklas. Dit soort verbindingen komen we tegen in de ketel- en apparatenbouw en de scheepsbouw. b: Kruisstuk voor het lassen van bijvoorbeeld koper aan aluminium ten behoeve van elektrische aansluitingen. c. Overlapverbinding.
• Triclad® producten kunnen worden gebogen, mits voldaan wordt aan bepaalde regels.
Triclad® Bij het vervaardigen van Triclad® wordt een tussenlaag (interlayer) van commercieel zuiver aluminium toegepast om de kwaliteit van de verbinding te verbeteren. Deze derde laag verklaart ook de handelsnaam. Voor speciale toepassingen wordt in plaats van aluminium een tussenlaag van titanium gebruikt. Elke plaat Triclad® die door middel van explosielassen is vervaardigd, wordt ultrasoon getest op defecten en vlak gemaakt. De standaardgrootte van een ‘moederplaat’ Triclad® is 1,5 bij 4 meter, met een bruikbare grootte van 1,3 bij 3,8 meter. De buitenste randen worden afgesneden en verwijderd, omdat de verbinding aan de uiterste randen van de platen van een mindere kwaliteit is. Ook kan er materiaal weggenomen worden voor destructief onderzoek. Het materiaal wordt vervolgens verwerkt tot verbindingsstrippen en -blokken. De meest toegepaste breedten zijn 16 - 20 - 24 - 25 - en 30 mm.
• Het snijden van de strippen mag alleen met mechanische middelen; gebruik in geen geval gas (autogeen) of plasma.
Figuur 3 Plaats geen lasnaad binnen 3 mm van de aluminium/staal interface
Aandachtspunten bij het lassen van Triclad® In de praktijk ontstaan er nog wel eens problemen bij het verwerken van tussenmetalen. Voor het lassen van deze producten moet de lasser zich goed realiseren dat het lasproces invloed heeft op de explosielasverbinding. Een belangrijk aspect is het effect van de temperatuur op de overgang van de explosief verbonden lagen. Dit bepaalt tevens de minimum afmetingen van de tussenmetalen.
advertentie Evenementen
Dé nationale week voor lassen, lijmen en snijden
Dé vakbeurs voor de verspanende en niet-verspanende industrie
Evenementenhal Gorinchem - 4, 5 en 6 november 2014 32
HAL
HARDENBERG GORINCHEM Ons evenement. VENRAY UW MOMENT.
Bronnen 1. Voorlichtingspublicatie VM 115 Lassen van ongelijksoortige metalen. Vereniging FME-CWM, september 2005 2. Screenview brochure Triclad®, Welding Aluminium to Steel. Merrem & laPorte.
33
LASTECHNIEK
september 2014
ROBOTKUNST - september 2014
Oude robot krijgt nieuw leven Interieurarchitect en productontwerper Sander Klaas van Veen heeft een passie voor vormen en industriële producten. Van afgedankte objecten en materialen maakt hij functionele kunstwerken. Onlangs kreeg hij de kans iets met een oude afgedankte Panasonic robot te doen. Hij maakte er een 2,5 m hoog verlichtingsobject van, dat al direct een prominente plek kreeg op de afgelopen Rotterdam Art Week. door Erik Steenkist
A
lle oude lasrobots die Valk Welding volgens het ‘replacement program’ inruilt, krijgen een laatste rustplaats op het robotkerkhof bij Valk Welding in Alblasserdam. Intussen staan er al bijna honderd robots die ooit dienst hebben gedaan als lasrobot. Door de verouderde techniek passen deze besturingstechnisch niet meer in de huidige productiesystemen. Verschrotten is daarbij niet de eerste optie. Remco Valk: “Uit oogpunt van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen waren we daarom al een tijdje op zoek naar een oplossing de robots op een duurzame manier te kunnen recyclen. De besturingskasten lieten we al door een daarvoor gespecialiseerd bedrijf ontmantelen om de elektronische componenten op een milieubewuste manier af te kunnen voeren. De 6-assige frames krijgen bij ons verder een respectvolle laatste rustplaats. Het idee van Klaas Design om robots als industrieel object een tweede leven te geven, sprak ons dan ook gelijk aan en sluit bovendien perfect aan bij het ECOideas concept van Panasonic.”
Ware schat Voor Sander Klaas heeft zo’n kerkhof met afgedankte robots een geheel andere waarde. “Ik ontdekte een ware schat. Door die robots een nieuwe functie te geven, kan je
34
ze een nieuwe bestemming geven.” Hij kwam met een aantal verrassende ideeën om van de oude robots lampen, parasols, terrasverwarmers, banken enzovoort te maken. Valk Welding was direct enthousiast en bood alle faciliteiten aan, zodat Sander Klaas er meteen mee aan de slag kon.
Robotlamp Hij koos een Panasonic AW 8010 lasrobot uit 1989, één van de eerste modellen uit de succesvolle AW-serie. Hij verwijderde de roest, zorgde ervoor dat drie van de zes assen handmatig versteld konden worden en spoot de robot grijs. Op een sloperij vond hij afgedankte industriële ITHO-ventilatoren en maakte daar lampen van. “Het uiteindelijke resultaat is de RO-ITHO # AW8010, een robot die met een zevental lampen een zee van licht geeft en in meerdere standen kan worden versteld.” Met de robotlamp wist Sander Klaas de aandacht van de organisatoren van de Rotterdam Art Week (RAW-ART 2014) te trekken, waarna de robotlamp een prominente plaats op de art fair kreeg, evenals een aantal andere objecten van Klaas design. “Het volgende robotobject wordt een oude zware handlingrobot die een grote parasol gaat dragen. Die gaat straks een plek op het terras van de nieuwe assemblagehal van Valk Welding krijgen.”
COLUMN
LASTECHNIEK
Woorden tellen ‘Eh’ is in gesproken Nederlands het meest gebruikte woord, maar volgens mij wordt het woordje ‘ja’ bijna evenveel gebruikt. Let maar eens op de vele interviews op tv. Op vragen begint men bijna altijd met ja en dan volgt de rest van het antwoord onderbroken door eh, enzovoort. Weet u dat er meer dan 5000 meest voorkomende woorden zijn? Al die 5000 woorden hebben we voor ons dagelijks gebruik niet nodig. We kunnen volstaan met circa 1500 woorden heb ik wel eens ergens gelezen. Vrouwen gebruiken minder woorden dan mannen, terwijl ze toch wat meer praten dan mannen. In geschreven Nederlands komt van de 5000 meest voorkomende woorden het woordje ‘de’ het meest voor, daarna volgen ‘en’, ‘in’, ‘van’ en ‘op’. De laatste 5 van de 5000 zijn: ’vermaken’, ‘ontbijten’, ‘überhaupt’, ‘telefoneren’ en ‘stenen’. Dit alles staat in een onlangs verschenen woordenboek van twee medewerkers van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie. Wat leert een dergelijke onnuttige bezigheid ons nu? Volgens de samenstellers zou het veel onthullen over onze cultuur. Als dat zo is, dan moet ik toch eens de meest voorkomende woorden in Lastechniek gaan tellen. Dat is wat lastig, dus besloot ik mijn eigen column daarvoor te gebruiken. Het zegt misschien iets over mezelf en over mijn taalgebruik. Voor de zes laatst verschenen columns ben ik met behulp van de pc aan het tellen geslagen. Zes columns is wat weinig, maar onderschat de tijd niet die je daarvoor nodig hebt. Van de totaal 2710 woorden komt meer dan 40 % twee keer of meer voor.
Grappig is dat er dan circa 1500 woorden overblijven die slechts eenmaal worden gebruikt. Het woordje ‘en’ heb ik 126 keer gebruikt, gevolgd door 90 keer ‘een’, 84 maal ‘je’, 71 maal ‘het ‘ en 62 maal ‘van’. Mijn taalgebruik wijkt dus op het woordje ‘en’ wel iets af van de analyses van de twee onderzoekers. Het woordje ‘ik’ komt in mijn columns 33 keer voor, tegen we en wij slechts 15 maal. Moet ik daardoor concluderen dat ik weinig sociaal ben? Dat mag u zelf concluderen. Leuker is om eens te kijken naar de woorden van ons vakgebied zoals ‘lassen’ en ‘lastechnieken’ (4x), ‘stroombronnen’ (0x), ‘NIL’ (14x), ‘vakmensen’ (1x), ‘veiligheid’ (1x), ‘handwerk’ (3x), ‘theorie’ (3x) en ‘praktijk’ (6x). Ik ben dus duidelijk meer een man van de ‘praktijk’ dan van de ‘theorie’, maar het woordje ‘opleiding’ komt 4x voor. Blijkbaar vind ik dat ook belangrijk. Opvallend is dat het NIL 14 keer scoort, maar dat heeft te maken met het onderwerp van de column: “NIL 80 jaar”. Dat heet het zogenoemde wulkenprobleem. Als je over wulken schrijft, dan komt dat woord vaker voor. Ik heb mijn best gedaan. De verdere analyse van Lastechniek laat ik aan de lezer of de redactieraad over.
Lastechniek #10 Medio oktober verschijnt onze speciale Verbindingsweek-uitgave Voor redactionele bijdragen en advertenties kunt u ons bellen 071 589 56 44 of e-mailen:
[email protected] 35
LASTECHNIEK
VAKTROTS - september 2014
september 2014
Gert Blom Creatieve vakman
O
m Gert Blom kun je niet heen. Niet alleen vanwege zijn rijzige gestalte, maar ook omdat de 48-jarige lasser al op zijn zestiende bij Bronswerk begon en er dus een bekende verschijning is. “Toen ik op de LTS lasles kreeg wist ik meteen: dit wordt mijn beroep”, vertelt hij bij de lunch in het bedrijfsrestaurant. En nee, het waren niet de rondvliegende vonken die bij Blom de doorslag gaven. “Het was de docent. Ik weet zijn naam nog, meneer Koelewijn. Een enthousiaste leraar die prachtig kon vertellen hoe mooi het vak is.”
Hij is loyaal en creatief. Gert Blom, al 32 jaar lasser en trouwe werknemer van Bronswerk Heat Transfer in Nijkerk, denkt met het bedrijf mee en kan daarbij soms met verrassende ideeën komen. “Ik kreeg een keer te horen dat ik de meest luie lasser was. Dat bleek dus een compliment.”
door Jaap van Sandijk, fotografie Robert Koelewijn
36
Creatief denkwerk Na de LTS solliciteert Blom bij Bronswerk, dat is gespecialiseerd in oplossingen voor warmtewisselingen. Het bedrijf is met name actief op het gebied van koelers en warmtewisselaars en levert aan onder andere de petrochemische-, gas- en powerindustrie. Het is begin jaren tachtig en er heerst een economische crisis, maar Blom wordt aangenomen. Na twee jaar de leerschool te hebben doorlopen bij Bronswerk, gaat hij in de praktijk aan de slag. Ondertussen sleept Blom het ene na het andere vakdiploma in de wacht en ontwikkelt hij zich tot een specialist in het onderpoederlassen. Een efficiënte manier van werken die hem erg aanspreekt. “In vergelijking met elektrodelassen kun je met de helft van de mensen dubbel zoveel werk doen.”
LASTECHNIEK
Creatief denkwerk Die laatste opmerking is kenmerkend voor Blom. Hij doet graag wat het beste is voor het bedrijf. Toen hij een paar jaar geleden niet kon werken door schouderpijn bedacht de Nijkerker een oplossing waarvan Bronswerk nog steeds profiteert. Op de werkvloer toont Blom vol trots een machine die, geheel gemechaniseerd, het werk van de lasser - letterlijk - uit handen neemt. “Met deze draadloze afstandsbediening”, wijst hij, “kan de lasser heen en weer bewegen, draaien, de lassnelheid instellen en nog veel meer. Het apparaat vervangt de arm van de lasser. Met als groot verschil dat de arm van deze machine niet moe wordt.” Even verderop wijst Blom op een andere oplossing waarvoor hij ook het nodige creatieve denkwerk leverde. “Ik wilde het mogelijk maken om flenzen aan ronde pijpen te lassen zonder om die ronde pijp heen te hoeven lopen”, legt hij uit. “We hebben hiervoor een speciale oplossing, een soort manipulator, ingezet waardoor we toch op de vlakke plaat kunnen werken.” Blom kan soms met verrassende oplossingen komen, beaamt hij. “Maar”, zegt hij bescheiden, “die ideeën ontstaan omdat we hier als werknemer veel eigen inbreng hebben en ook onderling veel overleggen.” Toch is het Blom die, als aanjager en ‘leraar’ binnen zijn groep collega-lassers, vaak aan de basis staat van creatieve oplossingen. En daarvoor krijgt hij veel waardering. Toen hij - alweer zeven jaar geleden - 25 jaar in dienst was van Bronswerk, werd hij bij die gelegenheid feestelijk toegesproken door managing director Sjaak Remmerswaal. “Hij noemde mij de meest luie lasser. Dat was eerst even schrikken”, lacht de lasser, “maar het bleek een compliment. Hij doelde op mijn inbreng bij het bedenken van efficiënte oplossingen.” Terwijl hij zijn rondleiding op de werkvloer vervolgt, zwaait Blom even naar zijn neef en zijn broer, voor wie hij een inspirerend voorbeeld is. “Mijn neef werkt hier sinds kort en mijn broer pas 26 jaar”, grapt hij. Het is overduidelijk dat de trots op zowel werk als bedrijf bij Blom door de aderen stroomt. De vraag hoe hij zijn toekomst ziet, is voor hem dan ook makkelijk te beantwoorden. “Ik wil niets anders dan dit. Ik heb heel veel plezier in mijn werk en nooit last van stress. Wat wil je nog meer?” De werkvloer blijft zijn leven. “Ik heb ook het diploma European Welding Technologist gehaald, op mijn dertigste. Diploma’s zijn belangrijk, dat heb ik van mijn vader meegekregen. Natuurlijk is de kennis die ik tijdens de opleiding heb opgedaan nuttig, maar ik doe verder niets met het diploma. Tussen de documenten zitten…. nee, dat vind ik niks.”
37
LASTECHNIEK ADVIES en CONSULTANCY
Zekeringstraat 33 - 1014 BV Amsterdam T +31 (0)20 556 35 55 E
[email protected] Voorerf 18 - 4824 GN Breda T +31 (0)76 5424 300 E
[email protected] www.element.com Locaties Benelux: Amsterdam, Antwerpen, Beek, Breda, Hengelo, Rotterdam, Veendam.
Exova B.V. Hofweg 5 - 3208 LE Spijkenisse T 0181 61 71 44 E
[email protected] Kap. Nemostraat 12 - 7821 AC Emmen T 0591 61 85 55 E
[email protected] www.exova.com
BRANCHEREGISTER - september 2014
AFZUIGINSTALLATIES EN LUCHTBEHANDELING
Nederman Nederland BV Wiekenweg 33 - 3815 KL Amersfoort Postbus 2646 - 3800 GD Amersfoort T 033 298 81 22 - F 033 298 80 24 E
[email protected] www.nederman.nl
CHEMISCHE METAALOPPERVLAKTEBEHANDELING
Henkel Benelux Adhesive Technologies T +32 (0)2 421 25 59 F +32 (0)2 421 25 99 E
[email protected] www.henkel.nl Henkel is wereldmarktleider op het vlak van oplossingen voor lijmen, afdichten en oppervlaktebehandeling.
KEURINGEN
LASKWALIFICATIES/ CERTIFICERING
LASTOEVOEGMATERIALEN
AIB-Vinçotte Nederland B.V. Takkebijsters 8 - 4817 BL Breda Postbus 6869 - 4802 HW Breda T 076 571 22 88 - F 076 587 47 60 E
[email protected] www.vincotte.nl
LASAPPARATUUR EN ANDERE TOEBEHOREN
Air Liquide Welding Nederland B.V. Rudonk 6b - 4824 AJ Breda Postbus 6902 - 4802 HX Breda T 076 541 00 80 - F 076 541 58 96 E
[email protected] www.airliquidewelding.nl
Zekeringstraat 33 - 1014 BV Amsterdam T +31 (0)20 556 35 55 E
[email protected] Voorerf 18 - 4824 GN Breda T +31 (0)76 5424 300 E
[email protected] www.element.com
Air Liquide Welding Nederland B.V. Rudonk 6b - 4824 AJ Breda Postbus 6902 - 4802 HX Breda T 076 541 00 80 - F 076 541 58 96 E
[email protected] www.airliquidewelding.nl
Locaties Benelux: Amsterdam, Antwerpen, Beek, Breda, Hengelo, Rotterdam, Veendam.
Henkel is wereldmarktleider op het vlak van oplossingen voor lijmen, afdichten en oppervlaktebehandeling.
Henkel Benelux Adhesive Technologies T +32 (0)2 421 25 59 F +32 (0)2 421 25 99 E
[email protected] www.henkel.nl Exova B.V. Hofweg 5 - 3208 LE Spijkenisse T 0181 61 71 44 E
[email protected] Kap. Nemostraat 12 - 7821 AC Emmen T 0591 61 85 55 E
[email protected] www.exova.com
Lastechnische opleidingen, advisering en certificering.
Henkel Benelux Adhesive Technologies T +32 (0)2 421 25 59 F +32 (0)2 421 25 99 E
[email protected] www.henkel.nl
MANIPULATOREN EN MECHANISATIE
Totaalpakket in lastechniek, opleidingen, training en consultancy
Lashuis Haprotech Rooswijkweg 200 1951 MD Velsen-Noord T 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09 E
[email protected] www.hetlashuis.nl
Lashuis Haprotech Rooswijkweg 200 1951 MD Velsen-Noord T 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09 E
[email protected] www.hetlashuis.nl Totaalpakket in lastechniek, opleidingen, training en consultancy
Drachten | Zutphen | Rotterdam Hoofdkantoor Dukdalf 11 - 9206 BE Drachten Postbus 505 - 9200 AM Drachten T 0512 52 40 08 E
[email protected] www.weldmij.com Kwaliteitsmanagement | Lasconsultancy | Inspectie
38
Slijtdelen voor snijprocessen: plasma, autogeen, laser. Slijtdelen voor lasprocessen: MIG, TIG, OP. Las- en snijtoortsen
Lorch Lastechniek B.V. Postbus 5 - 2200 AA Noordwijk T 071 362 56 27 - F 071 362 38 85 E
[email protected] www.lorch.eu
ATTC B.V. Leeuweriklaan 24 - 3704 GR Zeist T 030 225 95 00 - F 030 225 95 01 E
[email protected] www.americantorchtip.eu Slijtdelen voor snijprocessen: plasma, autogeen, laser. Slijtdelen voor lasprocessen: MIG, TIG, OP. Las- en snijtoortsen
Drachten | Zutphen | Rotterdam Hoofdkantoor Dukdalf 11 - 9206 BE Drachten Postbus 505 - 9200 AM Drachten T 0512 52 40 08 E
[email protected] www.weldmij.com Kwaliteitsmanagement | Lasconsultancy | Inspectie
Exova B.V. Hofweg 5 - 3208 LE Spijkenisse T 0181 61 71 44 E
[email protected] Kap. Nemostraat 12 - 7821 AC Emmen T 0591 61 85 55 E
[email protected] www.exova.com
Totaalpakket in lastechniek, opleidingen, training en consultancy Lincoln Electric Smitweld B.V. Nieuwe Dukenburgseweg 20 6534 AD Nijmegen Postbus 253 - 6500 AG Nijmegen T 024 352 29 11 - F 024 352 22 02 E
[email protected] www.lincolnelectric.nl
Totaalpakket in lastechniek, opleidingen, training en consultancy
Lincoln Electric Smitweld B.V. Nieuwe Dukenburgseweg 20 6534 AD Nijmegen Postbus 253 - 6500 AG Nijmegen T 024 352 29 11 - F 024 352 22 02 E
[email protected] www.lincolnelectric.nl
Zekeringstraat 33 - 1014 BV Amsterdam T +31 (0)20 556 35 55 E
[email protected] Voorerf 18 - 4824 GN Breda T +31 (0)76 5424 300 E
[email protected] www.element.com
Lashuis Haprotech Rooswijkweg 200 1951 MD Velsen-Noord T 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09 E
[email protected] www.hetlashuis.nl
Lashuis Haprotech Rooswijkweg 200 1951 MD Velsen-Noord T 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09 E
[email protected] www.hetlashuis.nl
3P Project Services B.V. Nijverheidsweg 4 - 4854 MT Bavel T 0161 43 85 00 - F 0161 43 85 01 E
[email protected] www.3pgroup.com Totaalproject in inspectie, lastechnische ondersteuning en projectmanagement
Henkel is wereldmarktleider op het vlak van oplossingen voor lijmen, afdichten en oppervlaktebehandeling.
LAS- EN SNIJTOORTSEN ATTC B.V. Leeuweriklaan 24 - 3704 GR Zeist T 030 225 95 00 - F 030 225 95 01 E
[email protected] www.americantorchtip.eu
NDO/DO ONDERZOEK
Locaties Benelux: Amsterdam, Antwerpen, Beek, Breda, Hengelo, Rotterdam, Veendam.
Totaalpakket in lastechniek, opleidingen, training en consultancy Lashuis Haprotech Rooswijkweg 200 1951 MD Velsen-Noord T 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09 E
[email protected] www.hetlashuis.nl
Air Liquide Welding Nederland B.V. Rudonk 6b - 4824 AJ Breda Postbus 6902 - 4802 HX Breda T 076 541 00 80 - F 076 541 58 96 E
[email protected] www.airliquidewelding.nl
ONDERHOUD EN NIEUWBOUWINSPECTIE
LIJMEN Magnatech International B.V. De Amer 24 - 8253 RC Dronten T 0321 38 66 77 - F 0321 31 41 65 E
[email protected] www.magnatech-international.com
GEAUTOMATISEERD SNIJDEN
De Groot Lasopleidingen B.V. Weidehek 24 - 4824 AS Breda T 076 541 07 20 - F 076 542 72 95 E
[email protected] www.lasopleidingen.nl
LASTECHNIEK
september 2014
Lincoln Electric Smitweld B.V. Nieuwe Dukenburgseweg 20 6534 AD Nijmegen Postbus 253 - 6500 AG Nijmegen T 024 352 29 11 - F 024 352 22 02 E
[email protected] www.lincolnelectric.nl
MECHANISATIE EN AUTOMATISERING
Materiaal Metingen Testgroep B.V. MME Group Rietdekkerstraat 16 - Ridderkerk Postbus 4222 - 2980 GE Ridderkerk T 0180 48 28 28 - F 0180 46 22 40 E
[email protected] www.mme-group.com
ONDERZOEK LASTOORTSEN MIG
Air Liquide Welding Nederland B.V. Rudonk 6b - 4824 AJ Breda Postbus 6902 - 4802 HX Breda T 076 541 00 80 - F 076 541 58 96 E
[email protected] www.airliquidewelding.nl
ATTC B.V. Leeuweriklaan 24 - 3704 GR Zeist T 030 225 95 00 - F 030 225 95 01 E
[email protected] www.americantorchtip.eu Slijtdelen voor snijprocessen: plasma, autogeen en laser. Slijtdelen voor lasprocessen: MIG, TIG en OP. Las- en snijtoortsen
Dumeta import / export B.V. Marconistraat 26 - 7575 AR Oldenzaal T 0541 53 33 69 - F 0541 53 33 71 E
[email protected] www.dumeta.nl
Exova B.V. Hofweg 5 - 3208 LE Spijkenisse T 0181 61 71 44 E
[email protected] Kap. Nemostraat 12 - 7821 AC Emmen T 0591 61 85 55 E
[email protected] www.exova.com
39
LASTECHNIEK
OPLEIDINGEN EN CURSUSSEN
BRANCHEREGISTER - september 2014
ORBITAAL EN APPARATUUR
ROBOTS EN ROBOTISERING
De Groot Lasopleidingen B.V. Weidehek 24 - 4824 AS Breda T 076 541 07 20 - F 076 542 72 95 E
[email protected] www.lasopleidingen.nl
Lashuis Haprotech Rooswijkweg 200 1951 MD Velsen-Noord T 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09 E
[email protected] www.hetlashuis.nl
Rolan Robotics B.V. De Corantijn 6 - 1689 AP Zwaag Postbus 135 - 1620 AC Hoorn T 0229 24 84 84 - F 0229 27 27 07 E
[email protected] www.rolan-robotics.nl
Lastechnische opleidingen, advisering en certificering.
Totaalpakket in lastechniek, opleidingen, training en consultancy
SNIJDEN
VOORBEWERKINGSAPPARATUUR VOOR PIJP EN PLAAT
Lashuis Haprotech Rooswijkweg 200 1951 MD Velsen-Noord T 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09 E
[email protected] www.hetlashuis.nl Totaalpakket in lastechniek, opleidingen, training en consultancy
WARMTEBEHANDELING Hogeschool Utrecht, Centrum voor Natuur & Techniek en ROC Midden Nederland NIL erkende opleidingen voor alle niveau’s en processen. •
International Welding Engineer (IWE/ LPI)
•
International Welding Technologist (IWT/ MLT)
•
Verkorte combinaties van IWT met Inspectie en
•
Lastechnisch construeren, Workshop lasnormen,
Magnatech International B.V. De Amer 24 - 8253 RC Dronten T 0321 38 66 77 - F 0321 31 41 65 E
[email protected] www.magnatech-international.com
keuring mogelijk. Lasopleidingen MIG/MAG, BMBE, TIG, Autogeen,
PLASMASNIJDEN
ATTC B.V. Leeuweriklaan 24 - 3704 GR Zeist T 030 225 95 00 - F 030 225 95 01 E
[email protected] www.americantorchtip.eu Slijtdelen voor snijprocessen: plasma, autogeen en laser. Slijtdelen voor lasprocessen: MIG, TIG en OP. Las- en snijtoortsen
Laskwalificalties/ certificeringen, SMLT
Ook cursussen op gebied van Materialen, Procestechnologie, Onderhoud & Inspectie, Engineering, Bedrijfskunde (hbo, post-hbo en masterniveau). Meer informatie CvNT Lenneke Kok T 088 481 88 88 E
[email protected] www.cvnt.nl Meer informatie ROC Joost Zijderveld T 030 754 69 03 E
[email protected] bedrijfsopleidingen.rocmn.nl
STIFTLASSEN ATTC B.V. Leeuweriklaan 24 - 3704 GR Zeist T 030 225 95 00 - F 030 225 95 01 E
[email protected] www.americantorchtip.eu Slijtdelen voor snijprocessen: plasma, autogeen en laser. Slijtdelen voor lasprocessen: MIG, TIG en OP. Las- en snijtoortsen
PUNTLASSEN
Laskar Puntlastechniek B.V. Avelingen West 26 - 4202 MS Gorinchem Postbus 3604 - 4200 EB Gorinchem T +31 (0)183 61 88 88 F +31 (0)183 66 61 01 E
[email protected] www.laskar-puntlastechniek.nl
Totaalpakket in lastechniek, opleidingen, training en consultancy
Laskar Puntlastechniek B.V. Avelingen West 26 - 4202 MS Gorinchem Postbus 3604 - 4200 EB Gorinchem T +31 (0)183 61 88 88 F +31 (0)183 66 61 01 E
[email protected] www.laskar-puntlastechniek.nl
Elektrisch voorwarmen en gloeien Inductie verwarmen Stationaire gloeiovens Mobiele gloeiovens Uitdrogen beton / coatings Verhuur / verkoop Advisering
WEERSTANDLASSEN
Automatisering en mechanisering Training, onderhoud en Verhuur
Laskar Puntlastechniek B.V. Avelingen West 26 - 4202 MS Gorinchem Postbus 3604 - 4200 EB Gorinchem T +31 (0)183 61 88 88 F +31 (0)183 66 61 01 E
[email protected] www.laskar-puntlastechniek.nl Puntlas- en Projectielasmachines Rolnaadlas- en Stuiklasmachines
Puntlas- en Projectielasmachines Rolnaadlas- en Stuiklasmachines
Puntlaselektroden | Componenten Stiftlasmachines en bouten
Puntlaselektroden | Componenten Stiftlasmachines en bouten
Automatisering en mechanisering Training, onderhoud en Verhuur
Automatisering en mechanisering Training, onderhoud en Verhuur
40
• • • • • • •
Puntlas- en Projectielasmachines Rolnaadlas- en Stuiklasmachines Puntlaselektroden | Componenten Stiftlasmachines en bouten
Lashuis Haprotech Rooswijkweg 200 1951 MD Velsen-Noord T 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09 E
[email protected] www.hetlashuis.nl
Delta Heat Services B.V. Scheelhoekweg 2 - 3251 LZ Stellendam Postbus 52 - 3250 AB Stellendam T 0187 49 69 40 - F 0187 49 68 40 E
[email protected] www.delta-heat-services.nl
Beschermingg
geefftt Veerrttrouwen e Comfortable bescherming voor lasser De nieuwste aanvulling van het topassortiment laskappen: dee 3M™ Speedglas™ 9100 MP Las- en veiligheidshelm. MultiPurpose, comfortable alles-in-één lasbescherming. Voldoet aan alle vereisten in zeer veeleisende werkomgevingen.
3M™ Speedglas™ 9100 MP Laskap met veiligheidshelm
t)PPHTUFLMBTTFBEFNIBMJOHTCFTDIFSNJOH5) t$PNGPSUBCFMFWFJMJHIFJETIFMN &/
t'MJQVQ4QFFEHMBTMBTmMUFSTNFUEPOLFSLMFVSFO %*/ FOJOTUFMMJOHWPPSIFDIUMBTTFO t&FOHSPPUMJDIUHFCPHFOCFTDIFSNFOEWJ[JFS YDN
t0QUJPOFFM.™ Peltor™ Gehoorkappen &SWBBSIFU[FMGFOWSBBHFFOHSBUJTUFTUBBO
./FEFSMBOE#7oXXX4QFFEHMBTOMo&NBJM.TBGFUZOM!NNNDPNoUFM .#FMHJVN/7oXXX.4BGFUZCFo&NBJM.TBGFUZCF!NNNDPNoUFM