Inspectie van het Onderwijs
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap
ZUYDERZEECOLLEGE(20CR)
RAPPORT VAN EEN INCIDENTEEL ONDERZOEK H3200633
Utrecht, januari 2012
Voorwoord
Dit rapport met kenmerk H3200633 bevat de resultaten van een incidenteel onderzoek naar aanleiding van een anoniem signaal over onregelmatigheden bij het Zuyderzeecollege (BRIN: 20CR). op 14 juli 2011 heeft het bestuur, in het kader van hoor en wederhoor, per e-mail een reactie op het concept-rapport aan de inspectie gezonden. Na verwerking van uw reactie heb ik op 8 september 2011 het rapport vastgesteld en aan u verzonden. Na beraad met het bestuur en de Raad van Toezicht op 1 november 2011 hebben wij besloten het op 8 september 2011 vastgestelde rapport met kenmerk H3140414 in te trekken en een herzien rapport uit te brengen. Uw reactie op het concept rapport van 4 juli 2011 alsmede punten uit het beraad zijn in dit definitieve rapport verwerkt. Dit rapport is vastgesteld door drs. R. Loep RA, Directeur Rekenschap, te Utrecht op 30 november 2011 en zal uiterlijk 5 weken na de vaststelling openbaar worden gemaakt.
INCIDENTEEL ONDERZOEK Naast de uitvoering van onder andere kwaliteitsonderzoeken, zal de inspectie in staat moeten zijn te reageren op incidenten. Op grond van artikel 15 van de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan de inspectie daartoe uit eigen beweging dan wel op aanwijzing van de minister incidenteel onderzoek verrichten. De aanleiding kan bijvoorbeeld zijn berichtgeving in de media, Kamervragen of ernstige klachten van onderwijsdeelnemers of hun ouders. De inspectie is op grond van artikel 19 van het Bekostigingsbesluit w .v.o. bevoegd een onderzoek vanwege de minister in te stellen. Voor een incidenteel onderzoek worden onderzoeksvragen geformuleerd afhankelijk van de aard van het te onderzoeken incident. De onderzoeksopzet en -uitvoering volgen geen vast stramien, maar worden per geval bepaald. In beginsel worden de bevindingen naar aanleiding van een incidenteel onderzoek vastgelegd in een openbaar rapport, tenzij de aard van het onderzoek of de omvang daarvan zich daartegen verze t .
I NHOUD
Voorwoord 3 Samenvatting 7 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Opdracht en werkwijze 9 Aanleidi ng 9 Achtergrond 9 Onderzoeksvragen en werkwijze 9 Afbakening van het onderzoek 10 Ra pportage 10
2
Wet- en regelgeving 11
3 3. 1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Bevindingen 12 Leni ngen aan personeel 12 Len ingen aa n derden 13 Lening aan de directe ur/bestuurder ZC 13 Rekening Courant Stichting Vakopleiding Zuyderzee College 14 Aanschaffingen met bankpas directeur/bestuurder ZC 14 Leerlingenvervoer 15 Rabo ledencertificaten 16 Privaat vermogen 16
4
Conclusies 18
Samenvatting
Bij het Ministerie van OCW is een anoniem signaal binnengekomen van (mogelijke) onregelmatigheden bij het Zuyderzee College te Emmeloord. De inspectie heeft een ond erzoek ing esteld met als doel vast te stellen of binnen de Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs Noordoorstpolder en Lem sterland is gehandeld in strijd met wet- en rege lgeving. De inspectie concludeert dat door de directeur/bestuurder van het Zuyderzee College aan personeel en derden verstrekte leningen alsmede specifieke uitg aven niet zijn toegestaan binnen het kader va n de onderwijswet- en regelgeving en derhalve ni et uit de rijksbekostiging mogen worden betaald. De omvang van de uitstaande leningen en de uitgaven bedraagt in totaa l minder dan het privaat ve rmogen waarover de Samenwerkingsstichting beschikt. In de aanwending van haar privaat ve rm ogen is de Samenwerkingsstichting niet gehouden aan de onderwijswet- en regelgeving. De betreffende uitgaven zijn echter niet ten laste van het privaat vermogen gebracht en de ri sico's op oninbaarheid van lopende leningen zijn niet expliciet in verband gebracht met het privaat vermogen. Voorts komt de inspectie tot de co nclusie dat het ontb reekt aan autorisaties met betrekking tot twee faciliteiten die de directeur/bestuurder ZC geniet. Met betrekking tot de eerste faciliteit, een lening, ontbreekt een vast legging van de leningsvoorwaarden waaronder de aflossing van de lening . Van de tweede faciliteit, het gebruik van een bankpas van de schoo l voor privé aankopen in ruil voor een lagere werktijdfactor, is noch een vastlegging aanwezig in de akte van benoeming noch anderszins. De inspectie concludeert verder dat in het geval verstrekte leningen werden afgelost door het verrichten van overwerk of in het geval overwerk ' in natura ' door het Zuyderzee College we rd uitbetaald, de belastingwetgeving niet is toegepast. Zo heeft over de periode 2006-2010 voor (in natura) uitbetaalde vergoed ingen voor onder meer verricht overwerk, tussen de € 12.0 00 en 07.000 ten onrechte géén brutering en derhalve geen afdracht van belastingen en premies plaatsgevo nden. Ook als de Samenwerkingsstichting over voldoende privaat vermogen beschikt behoort ze de belastingwetgeving na te leven. De inspectie con clud eert ten slotte dat het risicoprofiel verbonden aan de Rabo ledencertificaten die in het bezit zijn va n het bestuur niet past bij de huidige zienswijze va n OCW zoals opgenomen in de Regeling beleggen en belenen. Omdat de certificaten door de Bonifatiu s Mavo zijn aangeschaft voordat de Regeling beleggen en belenen van kracht werd is er geen sprake van onregelmatigheden. De inspectie adviseert het bestuur, gelet op het risicoprofiel van de certificaten, desondanks de wenselijkheid van het aanhouden va n deze certificaten te bezien. In reactie op het concept-rapport heeft het bestuur aangegeven dat de Raad van Toezicht van de Samenwerkingsstichting opdracht heeft gegeven niet gebruteerde beloningen die gebruteerd hadden moeten worden alsnog te bruteren en daarvan melding te maken bij de Belastingdienst.
1
Opdracht en werkwijze
1.1
Aanleiding Bij het Ministerie van OCW is een anoniem signaal binnengekomen van (mogelijke) onregelmatigheden bij het Zuyderzee College te Emmeloord. De inspectie heeft een onderzoek ingesteld met als doel vast te stellen of binnen de Samenwerkingsst ichting Voortgezet Onderwijs Noordoorstpolder en Lemsterland is gehandeld in strijd met wet- en regelgeving .
1.2
Achtergrond Het Zuyderzee College te Emmeloord (brin: 20CR) valt onder de verantwoordelijkheid van de Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs Noordoorstpolder en Lemsterland (Bnr: 41195; hierna: de Samenwerkingsstichting). Het Zuyderzee College is een school voor voortgezet onderwijs. Tot de Samenwerkingsstichting behoort voorts de Bonifatius Mavo te Emmeloord (brin:02KR). Het bestuur van de Samenwerkingsstichting wordt gevormd door de directeur/bestuurder van het Zuyderzee College en de directeur/bestuurder van de Bonifatius Mavo. Het intern toezicht is belegd bij de Raad van Toezicht.
Het Zuyderzee College heeft locaties in Emmeloord en Lemmer. Sinds augustus 2009 biedt het ZC ook lessen Nederlands als tweede taal (NT2-lessen) aan aan nieuwkomers op het asielzoekerscentrum Luttelgeest, waar momenteel 5 lokalen zijn geplaatst. 1.3
Onderzoeksvragen en werkwijze Het onderzoek van de inspectie heeft als doel om vast te stellen of binnen de Samenwerkingsstichting met betrekking tot de in het anonieme signaal vermelde mogelijke onregelmatigheden is gehandeld in strijd met wet- en regelgeving. Het onderzoek is daartoe gericht op de volgende vragen:
1. 2. 3. 4. 5.
Is er sprake van uit rijksbekostiging verstrekte leningen aan personeel van de stichting dan wel aan derden? Is er sprake van andere vormen van financiële ondersteuning van het personeel van de stichting dan wel derden? Is er sprake van uit rijksbekostiging betaald leerlingenvervoer? Is er sprake van onrechtmatige bestedingen in relatie tot directie en/of bestuurders? Is er sprake va n belegging va n tijdelijk overtollige middelen in strijd met de Regeling beleggen en belenen door instelling en voor onderwijs en onderzoek?
Als de Samenwerkingsstichting eigen middelen, niet verkregen uit de rijksbekostiging, heeft aangewend is niet alle wet- en regelgeving op de besteding van toepassing. Derhalve is tevens nagegaan: 6.
Of de Samenwerkingsstichting beschikt over privaat vermogen en hoe dit wordt ingezet voor uitgaven die niet ten laste van de rijksbekostiging mogen worden gebracht.
Pagina 9 van 19
Voor de uitvoering van het onderzoek heeft de inspectie gebruik gemaakt van de volgende werkwijzen en instrumenten: • Onderzoek van de jaarrekening 2009 en de accountantsverklaring; • Onderzoek van de financi ële administratie van de Samenwerkingsstichting tot 31 december 2010; • Gesprekken met de directeur/bestuurder van het Zuyderzee College en de voorzitter van de Raad van Toezicht en • overige uitwisseling van informatie. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode maart - juni 2011. 1.4
Afbakening van het onderzoek De directie Rekenschap is een accountantsa fde ling die in haar handelen gehouden is aan de voorschriften va n de beroepsorganisat ie voor registeraccountants, het NIVRA. De uitgevoerde werkzaamheden zijn verricht in overeenstemming met Standaard 3000, "Assurance opdrach ten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische Ananciële informatie ".
Assurance onderzoek Het onderzoek naar de in de onderzoeksvragen vermelde aspecten is gericht op het verstrekken van een beperkte zekerheid over de rechtmatige en doelmatige besteding van rijksbijdragen. Het verstrekken van de juiste en volledige informatie in het kader van het onderzoek is de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. Het is onze verantwoordelijkheid een assurance-rapport inzake de in paragraaf 1.3 geformuleerde onderzoeksvragen te verstrekken . 1.5
Rapportage In deze rapportage worden de bevindingen en conclusies uit het onderzoek weergegeven. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de wet- en regelgeving die relevant is in het kader van de onderzoeksvragen. In hoofdstuk 3 worden de bevindingen weergegeven en in hoofdstuk 4 de conclusies. Letterlijk overgenomen passages uit wet- en regelgeving of andere documenten zijn cursief gedrukt.
Een concept van dit rapport is in het kader van hoor en wederhoor aan het bevoegd gezag van de Samenwerkingsstichting voorgelegd. De reactie van het bevoegd gezag is in dit rapport verwerkt.
Pag ina 10 van 19
2
Wet- en regelgeving
De inspectie heeft de onderzochte onderdelen voor wat betreft de rechtmatigheid getoetst aan de vigerende wet- en regelgeving. Het betreft de volgende wetten en regelingen : • • • •
Wet op het voortgezet onderwijs (WVO); Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek (regeling van 13 juli 2001 en herzien met ingang van 1 januari 2010); CAO -VO 2008-2010; Wet op de inkomstenbelasting , Wet op de loonbelasting .
Pagina 11 van 19
3
Bevindingen
3.1
Leningen aan personeel Aan diverse personeelsleden van het Zuyderzee College zijn de afgelopen jaren leningen verstrekt. Het betreft een lening in 2011 aan medewerker A, een lening in 2007 aan medewerker B en een lening in 2006 aan medewerker C.
De in 2011 aan medewerker A verstrekte le ning bedraagt € 53 .234 'om vorderingen die derden op de werknemer hebben, te voldoen'. Van de lening is een overeenkomst aanwezig, de afiossing bedraagt € 450 per maand en de rente 2,5%. Ook de eindejaarsuitkeri ng en de helft van netto salarisstijgingen worden gebruikt voor aflossing. Dat betekent dat de aflossingstermijn meer dan 7 jaar bedraagt . De docent is benoemd voor onbepaalde tijd per met een werktijdfactor van 1,00. In de leningsovereenkomst van 27 januari 2011 is onder meer opgenomen: 'het is de werknemer gedurende de looptijd van de aflossingen van de lening bij de werkgever niet toegestaan elders geldleningen aan te gaan zonder voorafgaande toestemming van de werkgever en 'het restant van de vordering van de werkgever op de werknemer wordt direct opeisbaar als de werknemer ontslag neemt bij de werkgever of als hij de afspraken die in deze overeenkomst zijn opgenomen niet nakomt'. De inspectie stelt vast dat de school hiermee maatregelen heeft genomen tegen het niet nakomen van de uit de overeenkomst voortvloeiende betalingsverplichtingen , maar vraagt zich af of risico's daarmee voldoende zijn afgedekt. In 2007 is aan medewerker B ru im € 15.000 geleend . Hiervan zijn jaarlijks mutatieoverzichten van lening en de aflossingen opgesteld. De mutatieoverzichten zijn door betrokkene vo or akkoord ondertekend. Eind 2009 en eind 2010 is voor een bedrag van circa € 4.900 van de len ing afgeboekt voor extra uren. Per eind 2010 is er nog circa € 2.000 restschuld . Medewerker B heeft sinds een benoeming voor onbepaa lde tijd met een werktijdfactor van 1,00. Een deugdelijke registratie van de extra uren kon niet worden overgelegd. In 2006 is aan medewerker C in totaal € 10.973,12 geleend. Jaarlijks is door de administratie een mutatieoverzicht van de lening en de aflossingen opgesteld . De mutatieoverzichten zijn door betrokkene voor akkoord ondertekend. Deze lening was per oktober 2009 geheel afgelost. De directeur/ bestuurder ZC heeft aangegeven dat de leningen zijn verstrekt in het kader van personeelszorg. De betreffende personeelsleden hadden alle in privé te kampen met financië le problem en. Door ze een leni ng te verstrekken ondersteunde de school haar personeel, hetgeen uiteinde lijk weer ten goede van de school komt. Per 31-12-2010 staat voor een bedrag van ruim € 55 .000 open aan bovengenoemde leningen. De inspectie stelt vast dat het verstrekken van leningen aan personeel in strijd is met de WVO. Leningen aan personeel of derden behoren niet tot de bestedingsdoelen zoals genoemd in de wet. Bovendien voldoet het verstrekken van leningen aan personeel of derden ook niet aan de Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek. In deze regeling is bepaald hoe tijdelijk overtollige middelen mogen worden aangewend. Het ve rstrekken van leningen behoort daar niet toe. Administratief gezien is het ontstaan van de leningen én de aflossingen over de jaren heen duidelijk bijgehouden . Van aflossingen die Pagina 12 va n 19
waren gebaseerd op verricht overwerk kan door het ontbreken van een deugdelijke registratie van overwerk, de juistheid niet worden aangetoond. Uitgaven aan personeel die ten laste van de rijksbekostiging worden gebracht zijn slechts toegestaan mits daar werkzaamheden, ten behoeve van het onderwijs, tegenover staan. Dit blijkt in het geval van onderwijzend personeel bijvoorbeeld uit onder meer een akte van aanstelling én het door de school gehanteerde lesrooster. Werkzaamheden die de afspraken in de akte van aanstelling overstijgen dienen om voor bekostiging in aanmerking te worden gebracht aannemelijk gemaakt te worden . Dat is in de hierboven omschreven situatie niet het geval. Verder betreft de bovengenoemde verrekening van extra werk met de openstaande lening feitelijk betalingen voor verrichte werkzaamheden die onder de loon- en inkomstenbelasting va llen en derhalve 'gebruteerd' hadden moeten worden. Dit is ten onrechte niet gebeurd. 3,2
Leningen aan derden In 2008 is aan een ouder een bedrag van ( 3.981,61 geleend omdat de ouder in financië le problemen was geraakt en zich tot de directeur/bestuurder ze wendde. De verstrekte lening stond geboekt op de post debiteuren . Bij de aanvang van het onderzoek waren nog geen aflossingen verricht. De directeur/bestuurder ze heeft aangegeven persoonlijk garant te staan voor de terugbetaling.
De inspectie stelt vast dat het verstrekken va n len ingen aan personeel of derden in strijd is met de WVO. Leningen aan personeel of derden behoren niet tot de bestedingsdoelen zoals genoemd in de wet. Bovendien voldoet het verstrekken van leningen aan personeel of derden ook niet aan de Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek. In deze rege ling is bepaald hoe tijdelijk overtollige middelen mogen worden aangewend. Het verstrekken va n leningen behoort daar niet toe . De inspectie heeft verder vastgesteld dat op 7 april 2011 het gehele bedrag, vanaf de bankrekening van de directeur/bestuurder ze, aan de school is voldaan. 3.3
Lening aan de directeur/bestuurder ze Aan de directeur/bestuurder ze is in januari 2004 een lening va n ( 20 .000 verstrekt. In een brief van februari 2004 vraagt de directeur/bestuurder ze auto risatie voor de compensatie van de negatieve effecten van belastingmaatregelen op zijn reiskostenvergoeding. Uit de mogelijkheden dat ten uitvoer te brengen wordt een rekening-courantconstructie tussen de school en de directeur/bestuurder ze voorgesteld. Die constructie zou de school niets kosten en binnen de begroting blijven . De aanschafkosten van de auto van de directeur/bestuurder ze worden uit deze rekening-courant c.q. lening betaald. Aflossing op de lening gebeurt door af te zien van de reiskostenvergoedingen waarop recht bestaat. De brief is in april 2005, ruim een jaar later, voor akkoord ondertekend door de toenmalige voorzitter van het Bestuur, nu lid van de Raad van Toezicht.
De inspectie stelt vast dat het ontstaan van de lening en de mutaties over de jaren heen duidelijk zijn geadministreerd . De grootste bijboekingen vanaf 2004 hebben te maken met de aanschaf/inruil van een (nieuwe/andere) auto. Dat betreft:
• • • •
(11.000 ( 21.510 (10.000 (16 .815
in in in in
februari 2005; juni 2006; april 2007; december 2009. Pag ina 13 van 19
In de eerste jaren van de overeenkomst worden, zoals vermeld in de brief van februari 2004, de reiskostenvergoedingen in mindering gebracht op de lening . Vanaf januari 2007 is echter sprake van een and er bedrag. De maandelijkse afiossing, (vanaf dan groot € 137,23) betreft de vergoeding voor woon-werkverkeer die vi a de salarisadministratie wordt verwerkt (uitbetaling én inhouding). De vergoedingen voor dienstreizen worden echter niet (meer) in mindering gebracht op de lening. Vanaf 2007 vinden wel extra aflossingen plaats. Daarin is geen regelmatig patroon aanwezig. Een geautoriseerde afspraak ter zake kon niet worden overgelegd. Voorwaarden van de lening waaronder de wijze van afiossing zijn derhalve niet vastgelegd . Het saldo van de lening/rekening-courant met de directeur/bestuurder ZC bedraagt € 46.700 per 31 december 2010. De inspectie stelt vast dat het verstrekken van leningen aan personeel of derden in strijd is met de WVO. Leningen aan personeel of derden behoren niet tot de bestedingsdoelen zoals genoemd in de wet. Bovendien voldoet het verstrekken van leningen aan personeel of derden ook niet aan de Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek. In deze regeling is bepaald hoe tijdelijk overtollige middelen mogen worden aangewend. Het verstrekken van leningen behoort daar niet toe. De in de brief van februari 2004 genoemde neutraliteit van kosten is, zo heeft de directeur/bestuurder ZC aangegeven, ee n inschatting geweest. Een calculatie dienaangaande kon niet worden overgelegd . 3.4
Rekening Courant Stichting Vakopleiding Zuyderzee College De Stichting Vakopleiding Zuyderzee College is opgericht op 10 januari 1989 en heeft tot doel: 'Het bevorderen en het indien nodig daadwerkelijk ter hand nemen van beroepsopleidingen, het (doen) verzorgen van beroepsopleidingen en beroepsoriëntatie, het bevorderen en (doen)verzorgen van stages en het verzorgen van cursussen ........ .'. In het bestuur van de stichting heeft zitting 'a. één lid .... . benoemd .... . uit de directie van de school "Zuyderzee College "; b. de overige leden hebben zitting op persoonlijke titel'. In de jaarrekening 2010 van de Samenwerkingsstichting is een rekening-cou rant vordering opgenome n van € 21.000 op de Stichting Vakopleiding Zuyderzee College. Aangegeven is dat dit bedrag als oplossing voor een tijdelijk liqu iditeitsprobleem uit de private middelen van het Zuyderzee College is overgemaakt. Bij de aanvang van het onderzoek stond het volledige bedrag nog open. De inspectie stelt vast dat een rekening -cou rant positie met als doel (tijdelijke) liquiditeitsproblemen van een andere, eventueel verbonden partij op te lossen kan worden gezien als een lening. Het verstrekken van een lening aan een verbonden partij die niet voldoet aan de vereisten van de Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek is niet toegestaan. De inspectie stelt ve rder vast dat het gehele bedrag op 7 april 2011 op de bankrekening van het Zuyderzee College is teruggestort.
3.5
Aanschaffingen met bankpas directeur/bestuurder ZC De directeur/bestuurder ZC heeft voor eigen gebruik een creditcard en een bankpas van de school. Naast betalingen voor parkeerkosten en restaurants worden hiermee, los van de reguliere bestelprocedure va n het Zuyderzee College, door de directeur/bestuurder ZC ook materiële zaken aangeschaft. De directeur/bestuurder ZC heeft aangegeven een gedeelte van de aanschaffingen voor eigen gebruik te hebben aangeschaft. Bij zijn aantreden in 2002 is met de Raad van Toezicht afgesproken dat naast de aanstelling van 1.0 fte het overwerk van de directeur/bestuurder ZC wordt gecompenseerd door dit privilege toe te kennen . Voor de school zou dit financieel gunstiger uitpakken dan het overwerk via een aanstelling Pagina 14 van 19
boven 1.0 fte uit te betalen . De directeur/bestuurder ZC heeft in de periode 2006 tot en met 2010 met de bankpas voor een bedrag van € 3.150 aan onder meer boeken en elektronica voor privé gebruik aangeschaft. Van de creditcard werd nauwelijks gebruik gemaakt. De inspectie stelt vast dat er geen geautoriseerde vastlegging van bovengenoemde secundaire arbeidsvoorwaarde kon worden overgelegd. Bovendien zijn de aanschaffingen van de directeur/bestuurder ZC, te zien als uitbetalingen in natura, niet via de salarisadministratie verwerkt en er heeft derhalve geen brutering plaatsgevonden. Dat betekent dat voor deze salariscomponent ten onrechte geen loonbelasting en premies zijn ingehouden en afgedragen door het Zuyderzee College . De directeur/ bestuurder ZC heeft aangegeven dat de andere aanschaffingen met zijn bankpas ten behoeve van gebruik in de school zijn gedaan . Het gaat in de periode 2006 tot en met 2010 over een bedrag van circa € 9 .500 . In dit bedrag is begrepen een betaling in mei 2010 van € 2.241 voor dat bestemd is voor medewerker D van de school. is afgeleverd aan het huisadres van de medewerker. De directeur/bestuurder ZC heeft aangegeven dat het een materiële beloning betreft in verband met veel extra werk. In juni 2010 is door de directeur/bestuurder ZC met de bankpas verder een geldopname van ( 5.000 gedaan. Het geld is verstrekt aan de hierboven reeds genoemde medewerker en in een op schrift vastgelegde afspraak wordt overeengekomen dat t erugbetaling zal gebeuren door het verrichten van 330 klokuren overwerk. De medewerker is benoemd voor onbepaalde tijd met een werktijdfactor van Aan dezelfde medewerker is bovendien in september 2010 een bedrag van € 1. 745 betaald. In dat bedrag is, naast een vergoeding , begrepen een vergoed ing van de medewerker. De directeur/ bestuurder ZC heeft aangegeven dat de medewerker vanwege I maar het bedrag daarvoor en voor niet zelf kon opbrengen . De inspectie stelt vast dat voor c.q. aan medewerker D in mei 2010, juni 2010 en vervolgens september 2010 in totaal een bedrag van € 8.986 door het Zuyderzee College is betaald. Voor een deel van dit bedrag (€ 2.241) kon een deugdelijke registratie van het verrichte extra werk niet worden overgelegd. Voor een ander deel (€ 5.000) zou vanaf juni 2010 nog overwerk moeten worden verricht. Deze beide bedragen zijn te beschouwen als een lening met afbetaling door het verrichten van overwerk. Een mutatieoverzicht van de betreffende lening was, in tegenstelling tot de andere leningen aan medewerkers, niet opgesteld. Bij het laatste deel van het totaalbedrag 1.745) is ten bedrage van ( 560 te zien als extra werk. Van de overige (1.185 kan slechts worden geconstateerd dat het een gift betreft en derhalve is sprake van een onverschuldigde betaling. Bovendien is hier sprake van (voor)uitbetaling van loon (in natura). Deels voor vergoeding van reeds verricht (over)werk en deels voor nog te verrichten overwerk. Het uitbetaalde loon (in natura) is niet via de salarisadministratie verwerkt en er heeft geen brutering plaatsgevonden. Dat betekent dat voor de uitbetaalde salarissen ten onrechte geen loonbelasting en premies zijn ingehouden en afgedragen door het Zuyderzee College.
«(
3.6
Leerlingenvervoer In de jaren 2009 en 2010 is bij het Zuyderzee College sprake van uitgaven voor leerlingenvervoer. Het gaat hier om vervoer van leerlingen op één dag per week vanaf de locatie Luttelgeest naar andere locaties van het Zuyderzee College. De Pagi na 15 van 19
leerlingen ontvangen daar onderwijs dat niet op de locatie Luttelgeest kan worden gegeven, omdat de noodzakelijke voorzieningen daar niet aanwezig zijn . Het betreft in Emmeloord technieklessen en in Lemmer lessen persoonlijke verzorging. In 2009 bedraagt het daarmee gemoeide bedrag € 1.600 en in 2010 is dat circa € 10.500. De inspectie stelt vast dat in het VO uitgaven voor leerlingenvervoer niet ten laste van de rijksbekostiging mogen worden gedaan. De situatie dat leerlingen in het VO gedurende de lesdag niet doelmatig zelf de afstand tussen twee locaties van dezelfde school kunnen afleggen wordt als een uitzondering beschouwd. Omdat het vervoer van leerlingen va n het ZC tussen de lokaties Luttelgeest en de lokaties Emmeloord of Lemmer plaatsvindt acht de inspectie die uitzondering hier van toepassing .
3.7
Rabo ledencertificaten De Samenwerkingsstichting belegt haar tijdelijk overtollige liquide middelen. In de jaarrekening 2009 zijn Rabo ledencertificaten met een aankoopwaarde van nominaal € 266.355 opgenomen . Het betreft certificaten van aandelen in Rabobank Ledencertificaten B.V.; het risicoprofiel is vergelijkbaar met dat va n aandelen. De ledencertificaten zij n niet beursgenoteerd maar worden eens per maand verhandeld via een interne markt. De hoofdsom is niet gegarandeerd. De handelswaarde per 31-12-2009 bedraagt € 264.148,40. Het jaar van aankoop is niet geheel duidelijk, maar omdat de certificaten in drie tranches Zijn uitgegeven tegen sterk uiteenlopende uitgiftekoersen moeten de ledencertificaten in het bezit van de Samenwerkingsstichting stammen uit het jaar 2000. In de drie uitgegeven tranches betroffen de uitgiftekoersen namelijk achtereenvolgens € 25 (2000), € 100- 006 (2002) en € 50 (2005). Op grond van de koers per 31-12-2009 (€ 26,20), de koersontwikkeling sinds 2000 en het aantal certificaten in bezit van de Samenwerkingsstichting kan vastgesteld worden dat de aanschaf in 2000 heeft plaatsgevonden. De aanschaf werd gedaan door de Bonifatius Mavo en is in 2008 bij de besturenfusie ingebracht in de Samenwerkingsstichting.
De inspectie merkt op dat de Rabo ledencertificaten vóór het van kracht word en van de Regeling beleggen en belenen zijn aangeschaft. De inspectie stelt vast dat het risicoprofiel verbonden aan deze certificaten niet past bij de huidige zienswijze van OCW zoals opgenomen in de Regeling beleggen en belenen.
3.8
Privaat vermogen De Samenwerkingsstichting beschikte eind 2009 over een private reserve van € 479.086. Het betreft een bestemmingsreserve schoolfonds en opgebouwde reserves uit eigen bijdrage investeringen schoolfonds, boekenfonds en werkweken. Het pri vaat vermogen is over een groot aantal jaren opgebouwd en komt geheel voort uit de Stichting Voortgezet OnderWijS Zuyderzee College . Door de inste llingsaccountant is bevestigd dat reeds in 1997 bovengenoemde reserves in de jaarrekening va n de Stichting Voortgezet Onderwijs Zuyderzee College werden verant woord. Vanaf 2008, het jaar van ingang va n vergoeding schoolboeken door OCW, hebben er geen toevoegingen meer aan de reserves plaatsgevonden. De stand van het privaat vermogen per einde 2010 bedraagt € 463.799 .
De Raad van Toezicht heeft het bestuur gemandateerd per jaar, buiten de begroting om en zonder goedkeuring van de Raad van Toezicht, tot een bedrag van € 50.000 over dit privaat vermogen te beschikken. Boven het jaarbedrag is goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist. De inspectie stelt vast dat het privaat vermogen van de Samenwerkingsstichting, eventueel na goedkeuring door de Raad van Toezicht, kan worden gebruikt voor Pagina 16 van 19
uitgaven waarvan het niet is toegestaan ze ten laste van de rijksbekostiging te brengen. Echter géén van de in de paragrafen 3.1 tot en met 3.5 genoemde uitgaven zijn daadwerkelijk ten laste van de private middelen gebracht. Voor met de leningen verband houdende risico's van oninbaarheid is niet duidelijk gemaakt dat deze, indien ze zich voordoen, gedekt worden met private middelen.
Pag ina 17 van 19
4
Conclusies
De inspectie concludeert dat de in paragrafen 3.1 tot en met 3.5 behandelde leningen en uitgaven niet zijn toegestaan binnen het kader van de onderwijs wet- en regelgeving en derhalve niet uit de rijksbekostiging mogen worden betaald . De omvang va n de uitstaande leningen en de uitgaven bedraagt in totaal minder dan het privaat vermogen waarover de Samenwerkingsstichting beschikt. In de aanwending va n haar privaat vermogen is de Samenwerkingsstichting niet gehouden aan de onderwijswet- en regelgeving. De betreffende uitgaven zijn echter niet ten laste van het privaat vermogen gebracht en de risico's op oninbaarheid van lopende leningen zijn niet expliciet in verband gebracht met het privaat vermogen. Voorts komt de inspectie tot de conclusie dat het ontbreekt aan autorisaties met betrekking tot twee faciliteiten die de directeur/bestuurder ze geniet. Met betrekking tot de eerste faciliteit, een lening, ontbreekt een vastlegging van de leningsvoorwaarden waaronder de wijze van aflossing van de lening . Va n de tweede faciliteit, het gebrUik van een bankpas van de school voor privé aankopen in ruil voor een lagere werktijd factor, is noch een vastlegging aanwezig in de akte van benoeming noch anderszins. De inspectie concludeert verder dat in het geval aan personeel verstrekte leningen werden afgelost door het ve rric hten van overwerk of in het geval overwerk ' in natura ' wordt uitbetaa ld de belastingwetgeving ten onrechte niet is toegepast. Zo heeft over de periode 2006-2010 voor (in natura) uitbetaalde vergoedingen voor onder meer verricht overwerk, tussen de ( 12.000 en (17.000 ten onrechte géén brutering en derhalve geen afdracht van belastingen en premies plaatsgevonden. Ook als de Samenwerkingsstichting over voldoende privaat vermogen beschikt behoort ze de belastingwetgeving na te leven. De inspectie concludeert ten slotte dat het risicoprofiel verbonden aan de Rabo ledencertificaten die in het bezit zijn van het bestuur n iet past bij de huidige zienswijze va n OCW zoals opgenomen in de Regeling beleggen en belenen. Omdat de certificaten door de Bonifatius Mavo zijn aangeschaft voordat de Regeling beleggen en belenen van kracht werd, is er geen sprake van onregelmatigheden. De inspectie adviseert het bestuur, gelet op het risico profiel van de certificaten, desondanks de wenselijkheid van het aanhouden van deze certificaten te bezien. In reactie op het concept-rapport heeft het bestuur aangegeven dat de Raad van Toezicht van de Samenwerkingsstichting opdracht heeft gegeven niet gebruteerde beloningen die gebruteerd hadden moeten worden alsnog te bruteren en daarvan melding te maken bij de Belastingdienst.
Pagina 18 van 19
Addendum In paragraaf 3.5 op pag ina 14 va n dit rapport wordt in de eerste alinea vierde zin ten onrechte gesproken over de Raad van Toezicht. Hier had moeten staan het bestuur.
Pagina 19 va n 19
Postbus 2730 3500 GS UTRECHT
Tevens per telefax: 088 - 669 60 50 en per e-mail: s.sme:et5;(aJ,owimm
Telefoonnummer Faxnummer
In reactie op deze brief
het tOE:gezOIldE:n
'O'r' ........ "
..1"
heeft 2 8 septeml ber
OPlrPQOP,:>rrl
genomen
op de inhoud van het
ODt~nb'aarlIl,a'~"'b'
In de brief van 28
rr .. rH~1",,1"n
'1J1171,(Tll',o-pn
bezwaar was dat het
2011 maakte de
U0L;;:.v,.,. ....'u'-'
bevatte ten
'Xll1'71,(Tl11'CTpn
zien en zich nog
00 .... 1"or.-..h." ..
de inhoud van het .. ~...,.....
zowel bezwaar fundamentele
en tevens op de voor-
zullen beraden
niet had
In . .-....,."".....
reageren.
-":<"ll~a·nnl'a".Lr . .-,rrcc'1"l'"
Ari"
YQn,nn.rt
als de voorgenomen
van 8
20]
waardoor de SamenwerAn,rla'-'''''H',,,,,,,,,,ar'ha had daar-
Met name
hD,~t-""nri
voorgenomen
fi.UH;;:'''''JLJ''.dJUJJ>;:.
'-JU"~"U' ••u , " ' H . . . . n.""b
verzocht om haar
zodat deze aan het In
An,(1p."n","crp
A""~IJ",""J''''
heeft in de
"71,:J·nCHll'I?P
kan worden
brief
zal reageren, dat de
en
op de inhoud van het .. "",.nArt op schrift te
..J<""U~'''.
fiplhpf'hT
de
OP'IJOIIOt1:P
...,.,..n.ro,,,..f1ln.,,ü niet voldaan aan fundamentele voorschriften
lJelan:gnrke onderdelen
in haar brieven van
2.5
Vaststaat echter dat het 201
van 30 november ten Op:llc.me van het
op enkele onderdelen
de in het zou
"''''''''1''\".-1-
r" .......... nrt nee]·ge1e~~ae
alsmede
I''''nl'''.r.f1r'' .....,nArf
van 4
kan onder meer worden gewezen op n""f1nrH.",tT
dat het verstrekken van
aan
met de Wet op het
In
en belenen
inboud /Pfunppn
aan medewerken.
en
2 dat het verstrekken van •..., ..,.uf;.,..... aan
van stelt de ollidel-WlllSlnSjOec:tIe lJe~~telcnrlgsaoele:n
zoals
""''''''CC1"\.,.. "",<>1
gelrlO(~ma
in de wet. Deze
uit deze . ,.'"-',.....
,F-,
op
'-'~""''''''''''-
of derden niet zouden behoren tot de valt zonder nadere
H
niet te
van de onde1rWJ!1SInS1De(;tle niet zonder meer dat
van de Wvo aan een school betaalde "''''',1'-<:>/-'''''" in artikel 32
tC}e~L\C'nn'nF-,
I , .. "aa po..
zou kunnen worden
en
vALJJVJIlUL
leidend bej:!.InSel v""''''F.F;''''''''
3"6
rOI',,,,,,,.-,,,, stelt
en belenen met het oog op dat geen van de .......... "'_""
In de eerste en voor zover van van de
n.n,rl"'''"H111Cn'''''"n,,,,,,'t.t:>
kent
1'11""01"'1<'"0
'tn.~>n
gewag wordt dusverre nog niet
naar aa,nU'UIA'nf? van reJ(ellune
aan de
waarover in het
werd verstrekt uit
r"'r,nArt
al erdat op voorhand
De de
in
Yfllnn,rlY1
brief van 28
3 0
2011 heb ik u namens de
van de
de
uit van onvo,tlei1w'e
en de
"''''",-nArt
ten onrechte
aJ11lenW(~rKmJ~ss;tlChtJlng
onáel'wlllslnSIDe(~tle
lJe\'m(llm~en CT"":'"1',,,jz,,,n
haar eerdere brief van 28
0""..'Ta',....
bestuur Het bestuur
zen
over bestuursstructuren
rh'::'nt,"'nl'r""'"
heeft nog steeds onvoldoende
1fU"n1II1PflP
re!;nSl[er:lCC:OUlnt~mt
administratie
gewezen op
bestuursstructuren. De deze . .,-1"".-. .. ,,",,",,,,-1",,,0> die rele-
heeft betrokken. Zo wordt de raad van
op
22
Vanafdestatutlen\vn;llgln secretaris en
pelt1nJlng;m(~eSIer
nr.,\,pTTl,npr
2005
het bestuur niet meer zelf de ''''..'''''>'1H,:::. ..
aan, maar QelbellrCle dit voortaan door de gelueen1:enlad lid
stuur.
van deze
ct<>h1t,orn1'_'y'7_1_r-, ___ ro
werkzaamheden op basis van een door het
verrichtten de leden van het ......... F'>"" . . P"..., bestuur hun
art)elds<)vt~reenkoms:t, """,'~,"nn
bestuur. De
de arbeidsvoorwaarden werden directeur werd als ge-
1"n.t:>,nrr,,,,
tussen 2002
van deze nelrZ]lemng voorzitter van het r"","'''1,(l;t:>1'~C
stellen
die van
directeur. Het vast-
het alg1emleen bestuur en behoefde de
I:;;;.V\,A..lfi"-'Ul
een raad van bestuur Daarnaast
raad van toezicht deze
te keuren. Alvorens die
C.A.,c>rt'T"'H
Bestuur kan niet 'zo'm4'1m"'/ beschikken 3 6 Deze
rVJllr"'O-r""l"t
vermogen
is ten Op:lICjme van de eerdere versie van het steeds
~n~.~",ri
De
althans
om en
'De Raad van Toezicht zonder
van de Raad van
vaat vermogen te
Conclusies
het
r<:lr,nr.rt
rfllrtn,f»rt
Boven
bevatten u",u'." r
PP1IJnlpt"pRRn'lPI7 n
hD/"tYnrT
van € 50.000 over dit Raad
Daarover heeft
3.2
De
n."'1"YH>y·!.rtrH"T
dat de betreffende
bracht en de risico's op inbaarheid van met het
vermogen, IS op ook niet
l11TnrH1Dn
deze passages wordt daarom
niet ten laste van het ''-'!--'vAI',",,,",
L.. ....' .......,"'1-'
vermogen werden ge-
''''U'''j:~'-'
in verband '"''''''' .... 1c...
Het is
zo dat deze leVUIl/UI::'!H:;'
middelen. Met
UJP,pr("Y~n.,rp
onvoldoende
gellmmCeel~a
in de conclusie niet
,-,V',""".uc>''''
althans niet
althans
moet derhalve luiden dat aan beide
die
omdat de
achteraf voor
niet direct betrokkenen onvoldoende verifieerbaar C'1'1{'t"ll',ncr <>l'C"TU·':>IE",.n
als deze en de daarvoor gaan
toezichthouders verifieerbaar
lE,n,crc,ot',r'ht'"rHT
ook niet
voorwaarden zodat de
we) in alle aBe betrokkenen