Workshop dementie 27 november 2014
Marlon v.d. Wetering en Karen v.d. Weijer
Bram Bram is 53 jaar, heeft een matig verstandelijke beperking en het syndroom van Down. Sinds 10 jaar woont hij in een woonvoorziening van Stichting Philadelphia Zorg. Bram werkt 5 dagen per week bij de groenvoorziening in het dorp. De laatste tijd merken zijn begeleiders een verandering op.
Er is iets niet pluis……. • Bram heeft moeite met het onthouden van nieuwe namen en het uitvoeren van nieuwe opdrachten. • Bram kan zich op het werk minder goed concentreren. • Bram kan schrikken wanneer iemand hem aanraakt. • Hij is minder bezig met hobby's dan voorheen. Als Sara vraagt of hij samen met haar wilt zingen, reageert hij afwijzend. • Bram weet niet goed wanneer bepaalde activiteiten plaatsvinden. • Bram kan onverwacht fel reageren wanneer begeleiding iets aan hem vraagt.
Wat is er aan de hand?
Waarom vroege signalering belangrijk is… Er zijn veel aandoeningen waarvan de symptomen lijken op dementie, maar die het niet zijn. Deze zijn mogelijk wèl te behandelen. Visus en gehoorproblemen Schildklierafwijking Vitamine tekort Depressie Delier (filmpje delier) Traumatische ervaring Medicatie bijwerkingen Overvraging Slaapproblemen Lichamelijke problemen (artrose, blaasontsteking, kiespijn etc.)
10 signalen van beginnende dementie • • • • • • • • • •
Verlies initiatief en interesse Verlies van vaardigheden, met name verslechtering van de zelfzorg Vermindering van het communicatieve vermogen Desoriëntatie in tijd (minder in plaats en persoon) Motorische achteruitgang Geheugenproblemen voor recente gebeurtenissen Incontinentie van urine Dwalen en rusteloosheid Prikkelbaarheid, stemmingswisselingen en labiliteit Spierschokjes
Wat kun je doen?
• Let op de signalen van opvallend en achteruitgang in gedrag. • Maak het bespreekbaar – Betrekken van betrokkenen uit de directe omgeving.
• Vraag tijdig diagnostiek aan.
Zie folder vroeg signalering!
Elke organisatie werkt anders • Hoe gaat het bij jouw organisatie?
Dementie en de vier verschillende fasen
Dementie in de eerste fase Presentatie in het heden • • • • • • • • • • •
Draagkracht vermindert Problemen in nieuwe omgeving Prikkelbaar Angst, onzekerheid, verdrietig Zelfzorg vermindert Spreken wordt onduidelijk Trager in handelingen en veel moe Terugtrekken Specifieke eigenschappen en gedragingen worden sterker Fixatie op vaste afspraken Vastklampen aan vertrouwde personen, plaatsen, rituelen
Dementie in de tweede fase Presentatie in het heden en verleden • • • • • • • • • • • •
Verdere ADL achteruitgang Werktempo wordt zeer traag Paniek/boosheid/agressie/(plotselinge) hevige huilbuien/introvert (Continue) onrust Dwangmatig gedrag / zoeken Denken wordt steeds moeilijker; gevoelens sturen gedrag Tijds- en/of plaats (in nieuwe omgeving) oriëntatieproblemen Overzichtsverlies (het besef van wat je moet doen op een dag) Vermoeidheid neemt meer toe Vervreemding van zichzelf en omgeving Ik-besef en grip op de wereld verdwijnt Vergeetachtigheid (afhankelijk van dementietype, maar meestal korte termijn geheugen)
Een stukje herkenning en erkenning! Video
Eerste fase: Wat kan je doen? Algemeen: Eigenwaarde steunen/vergroten en het trainen van het geheugen in de vorm van tijd, plaats, vaardigheid en persoon • • • • • • • • •
Ondersteun de cliënt in ADL, maar neem deze niet over Niet confronteren met tekortkomingen Stimuleren van activiteiten waar bewoner goed in is Ga geen strijd aan; probeer af te leiden i.p.v. terecht te wijzen Helpen met het benoemen van emoties Neem de tijd voor gesprek Zorg dat je nabij bent; vertel waar je bent Ophalen van goede herinneringen Sluit aan bij het taalgebruik
• Sluit aan bij het taalgebruik: bakje leut, peukie • Ondersteun de cliënt in ADL, maar neem deze niet over: Vertel in stapjes wat je van de ander verwacht bij het douchen. 1 stapje per keer. • Niet confronteren met tekortkomingen: Waarom duurt het zo lang? Vorig keer kon je het wel.
Tweede fase: wat kan je doen? Algemeen: Inspelen op emoties/beleving en houvast bieden aan structuur • • • • • • • • • •
Controleer niet wat de cliënt nog weet Niet vragen, maar informatie geven (Werk)tempo aanpassen Omgevingswereld ordenen Dag structuur Afleiden van sterke emoties Stel gerust, geef nabijheid Gebruik gespreksonderwerpen uit het eigen leven van de cliënt Werk met visuele middelen; duidelijke informatie geven Vergroten van voorspelbaarheid
Voorbeelden • Controleer niet wat de cliënt nog weet: vraag niet naar feiten van wat iemand bijvoorbeeld op een dag heeft gedaan. • Benoem dat de cliënt blij is, dat zij een mooie tekening heeft gemaakt, dat het mooi weer is. • Afleiden van sterke emoties. Keur de emotie niet af. Iemand is niet verantwoordelijk voor zijn gedrag. • Haal de persoon uit de situatie en/of biedt iets nieuws aan wat haar aandacht heeft en welke ze begrijpt.
Vragen?
[email protected] of
[email protected] [email protected]