27
Windows-toepassingen Bij Windows worden een aantal toepassingen standaard bijgeleverd. We denken hierbij aan kleine hulpjes zoals Kladblok, WordPad, Rekenmachine, Zoeken, Configuratiescherm, enz.... 1. Kladblok Kladblok (Notepad) is een kleine editor. Met een "editor" bedoelen we een programma dat toelaat om tekstbestanden aan te maken, te bekijken en te bewerken. Het is echter geen volwaardige tekstverwerker. Met een tekstverwerker kunnen we meer: figuren invoegen, lettertypes aanpassen, de tekst in pagina's verdelen enz.... Dit kunnen we echter niet met Kladblok. Omdat WordPad dezelfde mogelijkheden biedt als Kladblok, maar uitgebreider is, zullen we hieronder WordPad bespreken. 2. WordPad 1. Starten WordPad wordt gestart door achtereenvolgens Start -> Programma's -> Bureau-accessoires -> WordPad te kiezen. 2. Tekst ingeven Nadat het programma gestart is, komen we op een wit blad terecht. Op dit blad vinden we alleen een cursor, een knipperend vertikaal streepje dat de positie aanduidt waar het volgend teken dat we intikken zal terechtkomen. We kunnen nu direct een tekst beginnen intikken: WordPad is een eenvoudig tekstverwerkingsprogramma dat is ontworpen voor alledaagse schrijfwerkzaamheden. Het is veel uitgebreider dan Kladblok of Notepad dat, zoals de naam het zegt een virtueel kladblokje is. WordPad is echter minder uitgebreid dan bijvoorbeeld Word. 3. De cursor verplaatsen Wanneer we een hoeveelheid tekst ingegeven hebben, dan staat onze cursor op het einde. We kunnen de cursor op verschillende manieren verplaatsen naar de passage die we willen door met de muis naar de gewenste plaats te gaan en daar met de linker muistoets te klikken (de tekstcursor verplaatst zich dan naar dezelfde plaats als de muiscursor) of met de pijltjestoetsen kunnen we de cursor één positie naar links, rechts, onder of boven brengen. Je kan deze toetsen ingedrukt houden om de cursor snel te verplaatsen. Als we helemaal rechts zitten, springt de cursor automatisch naar een volgende lijn of Computercursus voor Beginners
Marc Vanneste VEKBA
27
met de toetsen HOME en END verplaatsen we de cursor resp. naar het begin of het einde van de regel. Wanneer de tekst die we ingetikt hebben zó lang is dat hij niet meer op één scherm past, dan verschijnt rechts een schuifbalk of scrollbar. Om naar een stuk tekst te gaan dat daardoor niet zichtbaar is, kunnen we het blokje in de schuifbalk verslepen (erop klikken met de linker muistoets, ingedrukt houden, de muis naar de gewenste positie verplaatsen en dan loslaten) of klikken boven (of onder) het blokje in de schuifbalk of op de PAGE UP- of PAGE DOWN-toets drukken. Om naar het begin of einde van de tekst te gaan gebruiken we resp. CONTROL + HOME of CONTROL + END. 4. Tekst verwijderen Voor kleine stukken tekst: door op DELETE te drukken verwijder je het volgende teken; door op BACKSPACE te drukken het voorgaande karakter. Om grote stukken te verwijderen selecteer je ze eerst. Dit kan met de muis. (Het begin van de tekst aanklikken, de linker muistoets ingedrukt houden, de muis naar het einde van de selectie verplaatsen en dan loslaten.) De hele "selectie" staat nu in het zwart. Maar soms is het handiger de pijltjestoetsen te gebruiken. (De cursor in het begin van de te selecteren tekst zetten, de SHIFTtoets indrukken en ingedrukt houden, met de pijltjestoetsen naar het einde gaan, en dan SHIFT terug loslaten.) Nadat de tekst geselecteerd is, druk je op DELETE om de selectie te verwijderen. Om een woord te verwijderen, klik je het gewoon tweemaal snel na elkaar aan. Het staat nu geselecteerd; door op DELETE te drukken wordt het gewist. Opmerking : indien je iets verwijderd hebt dat eigenlijk niet weg mocht, dan haal je het terug door bij "Bewerken" ("Edit") "Ongedaan maken" ("Undo") te kiezen. 5. Tekst tussenvoegen Om tekst tussen te voegen, verplaats je de cursor naar de positie waar je iets wilt tussenvoegen. Als je nu begint te tikken zijn er twee mogelijkheden: de tekst die je intikt wordt tussengevoegd of de ingetikte tekst overschrijft de bestaande tekst.
Computercursus voor Beginners
Marc Vanneste VEKBA
27
Dit hangt af van de modus waarin het programma staat: invoeg- (insert) of overschrijfmodus (overwrite). Je kan tussen beide modi overschakelen door op de INSERT-toets te drukken. 6. Lijnen tussenvoegen en verwijderen In principe tik je jouw tekst ononderbroken in, dus zonder op ENTER te drukken. WordPad neemt automatisch een volgende lijn. Wil je echter dat een bepaalde zin tegen de linker marge begint, dan druk je toch op ENTER vóór je hem intikt. Op deze manier is het mogelijk een tekst in paragrafen op te splitsen en lijnen open te laten. Een lege lijn die er teveel staat, verwijderen we gewoon door de cursor op die lege lijn te zetten en op DELETE te drukken, of op de volgende lijn en dan op BACKSPACE te drukken. 7. Knippen, kopiëren en plakken Voor alle duidelijkheid zullen we even het onderscheid tussen deze drie zaken uitleggen. Bij "Kopiëren" wordt wat je geselecteerd hebt (bijv. een stuk tekst) op het klembord gezet, en blijft het tevens op de originele positie staan. Door te "Knippen" wordt alles dat we geselecteerd hebben verwijderd van de plaats waar het stond. Het is echter niet verloren, want het staat op het "Klembord" ("Clipboard") en kan dus op een andere plaats terug ingeplakt worden. "Plakken" zorgt ervoor dat de inhoud van het Klembord op de plaats van de cursor ingevoegd wordt. Om een stuk tekst te verplaatsen gaan we dus eerst de te verplaatsen tekst selecteren. (Het selecteren van tekst is gelijkaardig aan wat hierboven bij "Tekst verwijderen" staat.) Dan kiezen we Bewerken (Edit) -> Knippen (Cut). Vervolgens zetten we de cursor op de plaats waar we willen dat alles terechtkomt. Ten slotte kiezen we voor Bewerken -> Plakken (Paste). Analoog kan een stuk tekst gekopieerd worden: Bewerken -> Kopiëren (Copy). Merk op dat de inhoud van het Klembord een onbeperkt aantal keren kan geplakt worden. We kunnen veel sneller werken door van de sneltoetsen of de icoontjes gebruik te maken. Nederlands
Engels
Sneltoets
Icoon
CONTROL Kopiëren
Copy
+C CONTROL
Computercursus voor Beginners
Marc Vanneste VEKBA
27
+ INSERT Knippen
Cut
CONTROL + X CONTROL +V
Plakken
SHIFT +
Paste INSERT
8. Opmaak In WordPad kunnen we een geselecteerd stuk tekst ook in het vet (Bold) of cursief (Italic) zetten of onlijnen (Underline) met de volgende drie knoppen.
Ook het lettertype en de lettergrootte kunnen met behulp van een keuzelijst ingesteld worden.
Tot de meest gebruikte lettertypes behoren Times New Roman, Courier New en Arial. De geselecteerde tekst kan links (de regels beginnen tegen de linkermarge) of rechts (de regels eindigen tegen de rechter marge) uitgelijnd zijn. Of gecentreerd.
3. Paint Met Paint kunnen we op een snelle manier eenvoudige tekeningen aanmaken. Daartoe beschikken we over een aantal werktuigen die links gegroepeerd staan. Met dit werktuig kunnen we lijnen tekenen. Als we dit werktuig aanklikken, dan verschijnt onder de werktuigenbalk een keuzelijst om de gewenste lijndikte te kiezen. Ook kunnen we de kleur voor onze lijn kiezen door onderaan in het palet een kleur met de linker muistoets aan te klikken. Om een rechthoek te tekenen kiezen we dit icoon. Als we een vierkant wensen, dan is de gemakkelijkste manier om te SHIFT-toets tijdens het tekenen ingedrukt te houden. We gaan gelijkaardig te werk om een ovaal of een cirkel te tekenen. Met het potlood kunnen we kleinere zaken tekenen.
Computercursus voor Beginners
Marc Vanneste VEKBA
27
De verfpot laat toe om vlakken op te vullen. Wanneer de gom gebruikt wordt, dan wordt alles op de plaats van de gom vervangen door de gekozen achtergrondkleur. Maar er bestaat ook de mogelijkheid om slechts één kleur weg te gommen: selecteer die kleur als voorgrondkleur, en gom dan met de rechter muistoets. Om beter de details te kunnen zien, maken we gebruik van het vergrootglas. Bepaalde gedeelten kunnen gemakkelijk geknipt, gekopieerd en geplakt worden door ze met behulp van het selectievenster aan te duiden. De kleur waarin deze vijf eerste bewerkingen uitgevoerd worden, wordt bepaald door de voorgrondkleur, gekozen met een linker muisklik in het palet; de achtergrondkleur wordt gekozen door een rechter muisklik.
Een andere mogelijkheid is om deze kleuren niet uit het palet te kiezen, maar met het pipet ("eyedropper").
4. Zoeken Om bepaalde bestanden of mappen terug te vinden, kunnen we gebruik maken van de het programma "Zoeken" ("Find"). We starten dit via Start -> Zoeken (Find) -> Bestanden of mappen (Files and folders). We hebben drie mogelijkheden om een bepaald bestand te gaan zoeken. 1. Zoeken op naam We kennen de naam van het bestand. Dan vullen we op het tabblad "Naam en locatie" de (vermoedelijke) naam in. En we kiezen de plaats waar het (vermoedelijk) staat. Voor de plaats kunnen we best de ganse schijf (bijv. C:) opgeven, dan zijn we zeker van het gewenste resultaat; hebben we een nauwkeuriger vermoeden, dan is het echter niet nodig de ganse schijf af te zoeken en kiezen we de vermoedelijke map. Dit beperkt de zoektijd enigszins. Als we geen zekerheid over de naam hebben, maar we zoeken bijv. een tekstbestand, dan kunnen we als naam bijv. "*.txt" opgeven. Dit betekent zoveel als alle bestanden met als extensie "txt". Of bijv. "toe*.*": dit betekent alle bestanden waarvan de eerste drie karakters "toe" zijn. Als we drie bestanden, bijv. "toepassingen1.txt", "toepassingen2.txt" en "toepassingen3.txt", zoeken, dan kunnen we als naam "toepassingen?.txt" intikken. Dit komt overeen met alle bestanden die als naam "toepassingen" met juist één karakter erna hebben en als extensie "txt". Dit zou inderdaad Computercursus voor Beginners
Marc Vanneste VEKBA
27
"toepassingen1.txt", "toepassingen2.txt" en "toepassingen3.txt" vinden, maar niet "toepassingen10.txt" of "toepassingen1.doc". Het "*"-teken vervangt een willekeurig aantal tekens in een naam; het "?"-teken juist één teken. Dit zijn zogenaamde "wildcards". Voor de volledigheid geven we nog enkele voorbeelden van extensies. Extensie
Bestandstype
TXT
Tekstbestand
DOC
Word-document
XLS
Excel-werkblad
BMP
Bitmap-tekening (bijv. met Paint gemaakt)
GIF
GIF-tekening (bijv. op een Web-pagina)
JPG, JPEG
JPEG-tekening (bijv. op een Web-pagina)
HTM, HTML
HTML-pagina of web-pagina
EXE
uitvoerbaar bestand, programma
COM
DOS-programma
ZIP
ZIP-bestand waarin één of meerdere bestanden in gecomprimeerde vorm opgeslagen zitten
DWG
AutoCAD-tekening
2. Zoeken op datum We kennen de naam van het bestand niet, maar we weten ongeveer hoe oud het is. Van elk bestand in het bestandssysteem wordt bij Windows de datum en het uur van het aanmaken en de laatste wijziging bijgehouden. Tevens wordt de datum waarop het bestand de laatste maal geopend is bijgehouden. Wanneer we een bestand aanmaken (of aanpassen en daarna opslaan), dan verandert de datum en het uur van wijziging. "Zoeken" maakt hiervan gebruik om alle bestanden die sinds een bepaalde periode gewijzigd of aangemaakt zijn terug te vinden. Als we bijv. een bestand in een verkeerde map opgeslagen hebben en bovendien nog de naam vergeten zijn, dan kiezen we het tabblad "Laatste wijziging", klikken het bolletje "tijdens de vorige ... dagen" aan en vullen daar een aantal dagen in. Dit aantal dagen dient natuurlijk een voldoende grote tijdsspanne te zijn. 3. Zoeken op inhoud We weten enkel nog wat er in het bestand stond. Dan kunnen we het bestand nog terugvinden, op voorwaarde dat het tekst bevat. Mogelijke bestanden zijn onder andere: tekstbestanden, documenten en werkbladen; voor tekeningen en bestanden die geen tekst bevatten lukt dit niet. We klikken op het tabblad "Geavanceerd" en vullen in het vak "Met de volgende tekst: " een woord of een zin in, waarvan we denken dat het in het bestand dat we zoeken voorkomt. Natuurlijk kiezen we Computercursus voor Beginners
Marc Vanneste VEKBA
27
een woord of zin waarvan we weten dat het waarschijnlijk niet in andere bestanden voorkomt. Dus niet "de" of "het". De kans dat het woord in het gezochte bestand voorkomt dient zo groot mogelijk te zijn. Daarom geven we bijv. "selecte" in als we zeker zijn dat één of andere vorm van het werkwoord "selecteren" voorkomt in het gezochte bestand. Dan zal onze zoekactie resultaat opleveren van zodra "selecteren", "selecteert" of "selecteerde" voorkomt; echter niet bij het woord "selectie". Dit zoeken op inhoud duurt lang omdat Windows in de bestanden gaat gaan kijken. Daarom dien je liefst niet de ganse C: te doorzoeken, maar alleen de mappen waar het gezochte bestand waarschijnlijk te vinden zal zijn. We kunnen meerdere of alle drie deze zoekwijzen combineren door op de verschillende tabbladen iets in te vullen. Denk bijvoorbeeld eens na hoe je in één keer alle Word- documenten terugvindt die vandaag, gisteren of eergisteren gewijzigd zijn en die het woord "wortel" bevatten. 5. DOS DOS is een verre voorloper van Windows (in feite bevatten Windows 95 en 98 nog steeds stukken code uit het DOS-tijdperk). DOS werkt in tekstmodus; dit houdt in dat je de commando's na de "opdrachtaanwijzer" of "prompt" dient in te tikken. Het merendeel van de zaken die men met de Verkenner kan, kunnen ook via een DOS-venster: verwijderen, verplaatsen, naam wijzigen, kopiëren en bewerken. Het kan soms nuttig zijn om enkele DOS-commandos te kennen: bij het werken met programma's in een DOS-venster of, bij Windows 95 en 98, bij het heropstarten in DOS- modus om bepaalde software te kunnen draaien. Ook bij zware systeemproblemen kan enige DOS-kennis nuttig zijn. o
De Prompt De Prompt is meestal van de vorm "C:\>". De "C:\" drukt uit dat we op de C:-schijf bezig zijn en dat we niet in een map staan, maar helemaal bovenaan. Er had ook "C:\TEMP>" kunnen staan, wat erop zou wijzen dat we in de map "TEMP" op de C:-schijf zitten.
o
Dir Met het "Dir"-commando kunnen we de inhoud van een map bekijken. We kunnen aan dit commando parameters meegeven. Door na de prompt "C:\TEMP>" het commando "dir *.txt" in te tikken worden alle tekstbestanden (txt) in de map "TEMP" weergegeven. "dir *.txt /p /s" zorgt ervoor dat alle tekstbestanden in "C:\TEMP" en de onderliggende mappen ("/s") scherm per scherm ("/p") getoond worden.
Computercursus voor Beginners
Marc Vanneste VEKBA
27
o
Cd "Cd" staat voor "change directory" ("ga naar andere map"). Als de prompt "C:\>" aanwijst en we willen naar de map "TEMP" op de C:schijf gaan, dan tikken we "cd temp" in. De prompt verandert nu in "C:\TEMP>". Willen we terug naar de "root" of het bovenste niveau op de C:-schijf (dus "C:\"), dan tikken we "cd .." in. De ".." staat voor de bovenliggende map.
o
Del Met het "Del"-commando (van "Delete") kunnen bestanden gewist worden.
o
Copy Het "Copy"-commando laat toe om een bestand te kopiëren. "copy a:\*.* c:\temp" kopieert alle bestanden die op de A:-schijf staan (niet deze die in een map staan) naar de map "TEMP" op de C:-schijf.
o
Move "Move" doet ongeveer hetzelfde, maar nu worden de bestanden verplaatst, d.w.z. dat de bronbestanden verwijderd worden.
o
Rename Bestanden kunnen een andere naam krijgen met "Rename". Bijv. "rename appel.txt banaan.txt" zorgt ervoor dat het tekstbestand "appel.txt" voortaan "banaan.txt" zal heten.
o
Mkdir Met dit commando kan je een nieuwe map aanmaken in de huidige map. Als de prompt "C:\TEMP>" aanwijst, dan maken we door "mkdir citroen" een map "CITROEN" die een deelmap van "TEMP" is op de C:-schijf. We zouden in de Verkenner ongeveer het volgende zien.
o
Deltree Het "Deltree"-commando laat toe om een map met alles (bestanden, onderliggende mappen) erin te verwijderen. Stel dat de prompt "C:\TEMP\CITROEN>" toont. Dan kunnen we de map "CITROEN" verwijderen door eerst "cd .." in te tikken. Hierdoor verplaatsen we ons naar de map "TEMP" die boven "CITROEN" ligt. Nu pas kunnen we met "deltree citroen" de map "CITROEN" verwijderen, samen met haar inhoud.
Computercursus voor Beginners
Marc Vanneste VEKBA
27
6. Configuratiescherm
De verschillende elementen worden in onderstaande tabel bondig toegelicht. De onderverdeling van ieder element stemt overeen met de tabs die voorhanden zijn. Niet alle tabs zijn hier vermeld omdat het hier een kennismaking betreft. Aan iedere tab is een dialoogbox gekoppeld welke toelaat bepaalde instellingen te selecteren. Deze instellingen staan vermeld na iedere tab in deze overzichtstabel. We wijzen er bovendien op dat het "Configuratiescherm" afhankelijk is van welke versie van Windows geïnstalleerd is; hier en daar kunnen kleine wijzigingen zijn. De bedoeling is in eerste instantie een overzicht aan te bieden van enkele belangrijke instellingen. Bij het wijzigen van sommige instellingen dient het systeem opnieuw op te starten om de nieuwe instelling te activeren. Landinstellingen
Computercursus voor Beginners
Landinstellingen
Taalkeuze
Getal
Hoe een getal dient afgebeeld
Valuta
Hoe de munteenheid dient voorgesteld Instellen + voorstelling
Marc Vanneste VEKBA
27
Tijd
Instellen + voorstelling
Datum
Instellen + voorstelling
Beeldscherm Achtergrond
Achtergrond en patroon
Schermbeveiliging
Keuze screensaver, wachttijd en wachtwoord
Vormgeving
De kleur, afmetingen en het lettertype van een venster
Instellingen
Kleurenpalet, schermresolutie, type monitor en grafische kaart
Muis Knoppen
Linkse en rechtse knop omwisselen Type muis kiezen
Aanwijzer
Type muiscursor
Toetsenbord Snelheid
De herhaalvertraging en snelheid van een toets
Taal
Laat toe om uit verschillende toetsenborden te kiezen en snel over te schakelen
Beveiliging Wachtwoorden
De wachtwoorden voor Windows en het netwerk instellen of wijzigen
Gebruikersprofielen
Per gebruiker kunnen bepaalde voorkeuren en een afzonderlijk bureaublad ingesteld worden
Datum en tijd
Instellen van de tijdzone, datum en tijd
Netwerk Configuratie
Installeren en wijzigen van netwerkprotocollen Al dan niet delen van printer, bestanden en mappen over het netwerk
Identificatie
Instellen computernaam
Toegangsbeheer
Specificatie van wie toegang heeft op dit toestel
Internet Algemeen
Modems
Post (E-mail)
Computercursus voor Beginners
Instellen van de "homepage" of startpagina Tijdelijke bestanden en historiek (wissen) Om een modem te installeren
Configureren van E-mail
Marc Vanneste VEKBA
27
ODBC 32-bits
Instellen van software voor de uitwisselbaarheid van objecten tussen verschillende toepassingen van Micro$oft
Multimedia
Instellen van audio, video en multimedia
Geluiden
Koppelen van geluiden aan bepaalde boodschappen
Systeem Algemeen
Registratiegegevens en computerspecificaties
Apparaatbeheer
Belangrijke info over wat er geïnstalleerd is en of de installatie correct is
Prestaties
Indicaties over de prestatie
Nieuwe hardware Printers
Toegankelijkheid
Dient voor het installeren van de nodige software (drivers) wanneer nieuwe hardware wordt geïnstalleerd Via deze module worden printers geïnstalleerd en verwijderd. Instelling van de software-instellingen van de printers. Windows configureren zodat motorisch gehandicapten gemakkelijker kunnen werken.
7. Help Via Start -> Help komen we bij de Windows Help terecht. De beste manier om hulp te krijgen over een onderwerp, is om op het tabblad Index een kernwoord waarover we uitleg wensen in te tikken. Terwijl we aan het tikken zijn, verschijnt een lijst met onderwerpen, die wijzigt naargelang we verder tikken of specifieker worden. Uit deze lijst kiezen we het beoogde onderwerp.
Computercursus voor Beginners
Marc Vanneste VEKBA