Versie 11/2001
Bestnr. 75 03 00
Vingerprinttoegangssysteem
Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en vertaalfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden. © Copyright 1995 by CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo Internet: www.conrad.nl E-mail:
[email protected]
Belangrijk! Beslist lezen!
Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikneming en het gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit ontstaan zijn wij niet aansprakelijk. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig!
1.
Introductie
Geachte klant, Hartelijk dank voor de aankoop van dit product. Met dit systeem heeft u een product aangeschaft dat gebouwd werd volgens de huidige stand in de techniek. Dit product voldoet aan de eisen van de geldende Europese en nationale richtlijnen. De conformiteit werd aangetoond en de desbetreffende verklaringen en documenten zijn gedeponeerd bij de fabrikant. Om een optimaal en veilig gebruik van het apparaat te kunnen garanderen, dient u als gebruiker de voorschriften in deze gebruiksaanwijzing in acht te nemen. Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Technische helpdesk: Nederland: Tel. 053 – 428 54 80 ma. t/m do. 8:30 - 20:00 uur vr. 8:30 - 18:00 uur e-mail:
[email protected]
2.
Correcte toepassing
Dit product is een vingerprint-toegangssysteem voor het herkennen van vingerafdrukken voor eenvoudige toegangscontrole. Het vingerprint toegangssysteem bestaat uit een leeseenheid met geïntegreerde vingerprintscanner voor het aanleren / herkennen van vingerafdrukken en een openingseenheid met relaiscontactuitgangen voor het activeren van deuropeners. Met de openingseenheid kan in verbinding met gebruikelijke deuropeners zonder verdere componenten en eenvoudig toegangscontrolesysteem gerealiseerd worden. Het product is bedoeld voor huisgebruik en voor eenvoudige toepassingen in commerciële en openbare bereiken, waarbij niet meer dan enige tientallen vingerafdrukken geregistreerd moeten worden. Dit product is toegelaten voor de aansluiting op wisselspanning van 8 tot 16 V of een gelijkspanning van 6 tot 24 V. Het contact met vochtigheid, b.v. in de badkamer of derg. moet beslist vermeden worden. Het totale systeem is alleen bestemd voor gebruik binnenshuis. Een andere toepassing dan hiervoor beschreven leidt tot beschadiging van dit product. Bovendien zijn hieraan gevaren verbonden, zoals b.v. kortsluiting, brand, elektrische schok enzovoort. Het totale product mag niet veranderd resp. omgebouwd worden!
2
3.
Inhoudsopgave
1. Introductie
2
2. Correcte toepassing
2
3. Inhoudsopgave
3
4. Veiligheidsaanwijzingen
4
5. Beschrijving van de functies Hoe functioneert de vingerherkenning?
4
6. Aansluiting Montageplaatsen Montage van de leeseenheid Openingseenheid Elektrische aansluiting
6 6 7 7 7
7. Sensorbediening en 7-segmentsdisplay Vinger juist plaatsen 7-segments-weergave Aanduiding van de kwaliteit Sensormodi Beheerder / gebruiker Gebruiksmodi Beheerderjumper
9 9 10 10 11 11 12 13
8. Programmering Eerste vinger als beheerder aanleren Vinger aanleren Verdere beheerders aanleren Eerste gebruiker aanleren Verdere gebruiker aanleren Afzonderlijke beheerder wissen Wissen van het totale geheugen (toestand af fabriek herstellen) Afzonderlijke gebruiker wissen
13 14 14 19 20 22 24 25 26
9. Bediening Vinger herkennen
29 29
10. Onderhoud en verwijdering Onderhoud Verwijdering
30 30 31
11. Verhelpen van storingen en tekenverklaring
31
12. Technische gegevens
33
13. Omgevingsvoorwaarden
33
Overzichtstabel
34
3
4.
Veiligheidsaanwijzingen Bij schades die ontstaan door het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op garantie! Wij zijn niet aansprakelijk voor schades die hiervan het gevolg zijn! Bij materiële schade of persoonlijk letsel, die/ dat veroorzaakt wordt door het niet in acht nemen van de veiligheidsbepalingen, zijn wij niet aansprakelijk. In dergelijke gevallen vervalt elk recht op garantie.
Om redenen van veiligheids- en toelatingseisen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het apparaat verboden. Ga naar een vakman of wendt u tot onze Technische helpdesk, als u twijfelt aan de werkwijze, de veiligheid of de aansluiting van het apparaat. Let ook op de veiligheidsbepalingen en gebruiksaanwijzingen van de overige apparaten die op het apparaat aangesloten worden. Laat verpakkingsmateriaal niet achteloos rondslingeren. Plastic folie/ -zakken, piepschuim enz. zouden voor kinderen gevaarlijk speelgoed kunnen zijn. Het apparaat hoort niet in kinderhanden. Het is geen speelgoed In industriële omgevingen dienen de ARBO-voorschriften ter voorkoming van ongevallen voor elektrische installaties en bedrijfsmiddelen te worden opgevolgd. Als u twijfelt aan de correcte aansluiting of u heeft nog vragen die niet in de loop van deze gebruiksaanwijzing beantwoord worden, neem dan contact op met onze Technische helpdesk of met een andere vakman.
5.
Beschrijving van de functies
Met dit systeem kan op heel makkelijke manier een toegangscontrole voor deuren en poorten in verschillende bereiken gerealiseerd worden. De toegangscontrole vindt eenvoudig door de vingerafdruk plaats. De geïntegreerde intelligente sensor leest de vingerafdruk en deze wordt dan door de geïntegreerde beeldverwerkingseenheid met de gegevens verwerkt en geanalyseerd. Bij positieve herkenning wordt een relaiscontact geactiveerd welke b.v. een deuropener aanstuurt. De herkenning van de vingerafdruk vindt plaats op basis van de nieuwste algoritmen voor beeldverwerking, die een tot nu toe nog niet gehaalde verwerkingssnelheid bij een zeer hoge herkenningsbetrouwbaarheid en veiligheid bereiken. Hierbij worden de afzonderlijke vingerlijnen en hun einden en vertakkingen als karakteristieke kenmerken (Minutiae) toegepast. De lees- en openingseenheid communiceren via een speciaal protocol, om een niet bedoelde activering van de relaisuitgangen en hiermede een ongeoorloofde toegang te voorkomen. Doordat elke openingseenheid uitsluitend oor de aan haar toegewezen leeseenheid aangestuurd kan worden, wordt hierdoor een hoge veiligheidsgraad bereikt. De bediening gebeurt op eenvoudige manier via de in de leeseenheid geïntegreerde vingerafdruksensor. De melding gebeurt via een 2-cijferig 7-segments-display. De leeseenheid dient als gebruikerinterface (7-segment-weergave en vingerafdruksensor) en voor het verwerken van de vingerafdrukgegevens (berekening, opslaan en controle). De lees
4
eenheid communiceert met de openingseenheid via een gecodeerd interface. Als er een vingerafdruk herkend wordt, wordt aan de openingseenheid een commando gestuurd om het openingsrelais te activeren. De verificatie van de lees- en openingseenheid gebeurt via een eenduidige identificatie die in beide apparaten opgeslagen is. De openingseenheid communiceert met de leeseenheid en schakelt het openingsrelais, nadat de overeenkomstige commando's van de leeseenheid ontvangen zijn. De openingseenheid verzorgt de leeseenheid met een afgevlakte spanning. Op de openingseenheid bevindt zich de beheerderjumper. Opgrond fysiologische en technische omstandigheden kan een correcte functie van het systeem echter niet onder alle omstandigheden gegarandeerd worden. Eventueel kan het systeem bij bepaalde vingerafdrukken niet toegepast worden. Dit kan het geval zijn, bij b.v. letsel aan de vinger, vingers met minimale kenmerken, extreem gladde huid, bijzonder vlakke vingerlijnen. Eveneens kan in bepaalde situaties een onrechtmatige afwijzing en in een heel enkel geval een verkeerde acceptatie mogelijk zijn. Zo kunnen b.v. letsel, droge huid, vuil, vochtigheid of het verschillend plaatsen van de vingers een herkenning verhinderen en slecht aangeleerde vingers, vingers met weinig analyseerbare kenmerken en vingers die op elkaar lijken in een heel enkel geval tot een foutieve herkenning leiden. Deze eventuele verkeerde functie moet bij het toepassen van het systeem in acht worden genomen. Om die reden moet ook bij een uitval van het systeem het openen van deuren mogelijk zijn. Voor veiligheidskritieke toepassingen mag het systeem alleen in verbinding met extra goedgekeurde veiligheidsinrichtingen gebruikt worden. Een aansprakelijkheid voor schades door een verkeerde functie of systeemuitval moet uitgesloten worden.
5
Hoe functioneert de vingerherkenning? Als eerste, na het plaatsen van een vinger op de sensor, wordt via de sensor een beeld van de vingerafdruk ingelezen.
De ingelezen beelden moeten voor het verder verwerken nog bewerkt worden. De beeldverwerkingsoftware probeert het beeld te bewerken zodat in het beeld alleen nog de vingerlijnen overblijven. De storende beeldelement worden uitgefilterd.
Daarna worden de typerende kenmerken van de vingerafdruk (de zogenoemde Minutiae) bepaald. De aard van de kenmerken (vertakking, wervels, eilanden, ellipsen, etc.) en hun relatieve positie tot elkaar wordt in een zogenoemd template opgeslagen. Dit template is een datareeks, met welke de complete vingerafdruk aan de hand van zijn kenmerken beschreven wordt. Deze is, in tegenstelling tot het beeld welke door de sensor geleverd werd, heel klein. Met de identificatie wordt het template van de actueel ingelezen vingerafdruk vergeleken met de reeds opgeslagen templates. Een bepaald aantal van de vingerkenmerken moet overeenkomen, zodat de vinger als geldig herkend kan worden. Als er niet voldoende kenmerken overeenkomen wordt de vinger als verkeerd afgewezen.
6.
Aansluiting De elektronica binnenin de lees- en openingseenheid is gevoelig voor statische opladingen. Daarom moet men zich voor het aanraken van de geopende module aarden door een geaard voorwerp aan te raken (b.v. een verwarmingslichaam of waterleiding). Loop nooit met de module in de hand over een tapijt! De flexibele verbindingskabel (bruine, licht transparante kleur) tussen de sensor en de printplaat mag niet aangeraakt worden! Let er op, dat zich aan de geplande boorposities geen elektrische leidingen, waterleidingen etc. bevinden.
Montageplaatsen: Het systeem mag niet buitenshuis of in vochtige ruimten toegepast worden. Een installatie is, uit veiligheidsoverwegingen, alleen toegestaan in droge binnenruimtes. Vochtigheid op het apparaat dient door de keuze van de montageplaats vermeden te worden. Let bij de keuze van de opstellingsplaats van uw vingerprint-toegangssysteem er op dat deze niet blootgesteld wordt aan direct zonlicht, trillingen, stof, hitte, kou en vochtigheid. Er mogen zich geen apparaten met sterke magneetvelden in de buurt bevinden.
6
In de nabijheid van de vingerprint-toegangssysteem mogen zich geen apparaten met sterke elektrische velden bevinden zoals mobiele telefoons, zendontvangers, elektrische motoren en dergl. Deze kunnen de werking negatief beïnvloeden. Attentie:
Montage van de leeseenheid Maak de behuizing van de leeseenheid open (vier schroeven op de achterkant losdraaien). De verbindingsleiding (tussen openings- en leeseenheid) door de opening in het onderste gedeelte van de behuizing doorvoeren en daarna de leiding op de leeseenheid aansluiten (zie verderop in de afbeelding voor de elektrische aansluiting). Gebruik een leiding met verschillende kleuren en noteer de bijhorende aansluitAttentie: contacten. Maak de behuizing van de leeseenheid weer dicht. Gebruik de boorgaten van de leeseenheid als boorsjabloon en markeer door de gaten de posities van de boorgaten. Neem de leeseenheid weer weg en boor de bevestigingsgaten. Schroef de leeseenheid met passende schroeven vast. Eventueel pluggen gebruiken. Attentie: Gebruik een geschikte schroevendraaier.
Openingseenheid: Gebruik de boorgaten van de openingseenheid als boorsjabloon en markeer door de gaten de posities van de boorgaten. Neem de openingseenheid weer weg en boor de bevestigingsgaten. Schroef de openingseenheid met passende schroeven vast. Eventueel pluggen gebruiken. Attentie: Gebruik een geschikte schroevendraaier.
Elektrische aansluiting Sluit nu de openingseenheid aan volgens de navolgende afbeelding. Let op een correcte aansluiting tussen de lees- en openingseenheid. Gebruik als stroomvoorziening een wisselspanning van 8 tot 16 V of een gelijkspanning van 6 tot 24 V. Probeer nooit het vingerprint-toegangssysteem op een ander spanning te laten werken. De spanningsbron moet een minimale belastbare stroom van 300 mA kunnen leveren. Zorg dat de spanningsbron nooit overbelast wordt. Let bij het aansluiten van het vingerprint-toegangssysteem er op, dat de aansluitleidingen niet gekneld of door scherpe kanten beschadigd worden. Auto-laadapparaten en speelgoedtrafo's zijn niet geschikt als spanningsbron en kunnen tot beschadiging van de componenten resp. tot het niet functioneren van de module leiden.
7
Bij het niet in acht nemen van deze aanwijzingen kunnen het vingerprint-toegangssysteem of de aangesloten apparaten beschadigd raken. Onderstaande afbeelding laat zien hoe de lees- en openingseenheid aangesloten moeten worden. Als voorbeeld wordt hier een aansluiting op een beltrafo (meestal in de meterkast aanwezig) voor het aansturen van een deuropener gebruikt. Op het relais kan uiteraard ook een andere willekeurige elektrische verbruiker aangesloten worden, indien de aansluitwaarden van het relais niet overschreden worden (max. 48V / 3A).
Schakel de spanningsbron in. De 7-segments-weergave moet oplichten. Na het inschakelen voert het apparaat een zelftest door, waarbij alle segmenten op het display achter elkaar met de wijzers van de klok mee geactiveerd worden. Attentie:
Indien tegen de verwachting in dit niet het geval is of indien een andere fout te herkennen is, schakelt u de voedingsspanning onmiddellijk weer uit en controleert u nog een keer de bedrading of u leest verderop in deze gebruiksaanwijzing de checklist "Verhelpen van storingen".
8
7.
Sensorbediening en 7-segments-weergave De sensor nooit aanraken met voorwerpen die puntig zijn of scherpe kanten bezitten. Behandel de sensor niet met agressieve schoonmaakmiddelen. Druk niet te krachtig op de sensor.
De vinger juist plaatsen
Het systeem werkt des te beter en betrouwbaarder hoe meer kenmerken bij een vinger gelezen kunnen worden. Dit is het geval wanneer de sensor goede beelden levert. Om dit te bereiken moet bij het plaatsen van de vinger enkele punten in acht worden genomen, die navolgend nader omschreven worden. Het apparaat zal u met bepaalde terugmeldingen ondersteunen zodat u met enkele oefeningen optimale resultaten voor de herkenning kunt bereiken. • • •
•
•
•
De vinger zo vlak en breed mogelijk op de sensor plaatsen. (De gehele vinger parallel tot de behuizingbovenzijde houden, niet alleen de vingertop). Plaats de vinger zonder extra druk. Plaats de vinger voor het aanleren en tijdens de herkenning steeds op dezelfde manier op de sensor (zelfde positie, gelijke hoek). Daarmee wordt bereikt dat steeds dezelfde kenmerken geregistreerd worden. Wordt de vinger steeds op een andere manier geplaatst, dan worden bij het aanleren en herkennen verschillende kenmerken gevonden en de vinger zal afgewezen worden omdat niet voldoende overeenkomende kenmerken aanwezig zijn. Plaats de vinger op een manier, zodat zo veel mogelijk kenmerken (vertakkingen van de vingerlijnen, wervels, splitsende lijnen) op de sensor liggen. Bekijk hiertoe uw vinger, voordat deze aangeleerd wordt, om het gebied met de meeste kenmerken te vinden. Meestal is dit iets onder de vingertop. Direct op de vingertop worden meestal heel weinig kenmerken gevonden. Na het vinden van het beste plekje, plaats u de vinger zo dat deze plek precies op de sensor komt te liggen (zie afbeelding hiervoor). De sensor voor en tijdens het aanleren steeds met een zachte doek schoonwrijven, zodat er geen achtergebleven kenmerken van de laatste vinger bij het aanleren overgenomen worden. Bij het aanleren van nieuwe vingers, verwijst het apparaat via het display steeds op een nodige schoonmaak. Tijdens de herkenningsprocédé a.u.b. de sensor schoon houden.
9
• • •
Na de herkenning de vinger niet verticaal omhoog, maar steeds naar beneden via het sensorvlak afhalen. Hierdoor worden eventueel achtergebleven resten en vuil van de sensor verwijdert. Bij een extreem droge huid (b.v. na het handen wassen), de vinger iets bevochtigen. Zeer vochtige vingers droogwrijven voordat deze op de sensor geplaatst wordt. Het systeem werkt het beste wanneer de omstandigheden bij het aanleren en later bij het herkennen hetzelfde zijn (vinger op dezelfde manier geplaatst, sensor schoon, huidtoestand hetzelfde, dezelfde omgevingscondities).
7-segments-aanduiding De weergaven van het 7-segments-display worden in deze beschrijving door speciale symbolen aangeduidt: Voorbeeld:
wordt getoond voor de tekst "A1".
Beheerders worden door een "A" gekenmerkt. Er zijn 9 beheerdergeheugenplaatsen ("A1" "A9"). Gebruikers worden doorlopend van "01" tot "50" genummerd. Een knipperende weergave betekent steeds dat de momenteel aangeduide geheugenplaats nog vrij is. Als de weergave niet knippert, dan betekent dit, dat de geheugenplaats reeds door een vingerafdruk bezet is.
Aanduiding voor de kwaliteit Als een vinger op de sensor geplaatst wordt, dan is de actuele kwaliteit van de ingelezen vinger door horizontale balken op het display te zien. Vinger geplaatst; de kwaliteit is niet voldoende voor herkenning. De vingertop wordt herkend. Vinger geplaatst; de kwaliteit is nog niet voldoende voor herkenning. De vingertop wordt herkend. Vinger juist geplaatst, de kwaliteit is voldoende voor herkenning.
10
Sensormodi De bediening van de leeseenheid gebeurt uitsluitend via de vingerafdruksensor. Om alleen met één bedieningselement een comfortabele bediening mogelijk te maken, werd er gekozen voor twee verschillende invoertechnieken. Vinger volledig op de sensor plaatsen (voor het aanleren, herkennen en wissen van vingerafdrukken) Deze techniek wordt steeds toegepast wanneer de vingerkenmerken (Minutiae) verwerkt moeten worden. Dit geldt vooral bij het aanleren van nieuwe vingers en bij het herkennen van vingerafdrukken voor de toegangscontrole. De vinger moet voor deze techniek juist geplaatst worden. De bedoeling is hierbij dat het systeem zo veel mogelijk vingerkenmerken kan inlezen. Vingertip (voor het wisselen van geheugenplaatsen) Deze techniek wordt toegepast om bij het aanleren en wissen van vingerafdrukken de geheugenplaatsen verder te schakelen. Bij een vingertip is het niet belangrijk dat de vingerkenmerken juist gelezen worden, maar het systeem moet wel herkennen dat de sensor aangeraakt werd (toetsfunctie). Het systeem bepaald aan de hand van de kwaliteit van de gelezen vinger of de vinger volledig op de sensor ligt of alleen een vingertip uitgevoerd werd. Een vingertip kan als volgt doorgevoerd worden: •
De vinger licht of alleen een deel op de sensor plaatsen.
•
Als het display de kwaliteit
of
aanduidt, dan werd de vingertip herkend en de
vinger kan afgehaald worden. Als de weergave een goede herkenningskwaliteit aanduidt .moet de vinger van de sensor afgehaald worden, anders begint een herkenningsprocédé, deze is te herkennen aan de aanduiding (voor identificatie). Bij deze aanduiding werd de vinger te krachtig en te breed op de sensor gelegd. De gelezen kwaliteit van de vingerafdruk was al te groot en het systeem probeert de vinger te analyseren. Een vingertip werd niet herkend. Bij de volgende poging a.u.b. de sensor met een kleiner vingerdeel aanraken.
Beheerder / gebruiker Het systeem maakt onderscheid tussen beheerders en gebruikers. Beheerders kunnen nieuwe gebruiker en beheerder aanleren, of reeds aangeleerde gebruiker en beheerder wissen. Beheerders bezitten alle bevoegdheden. Voor de bediening van het apparaat is minimaal 1 aangeleerde beheerder nodig. Indien u minder dan 10 aangeleerde vingers met het apparaat wilt gebruiken, is het zonder problemen mogelijk om slechts met 1 beheerder te werken. In dit geval bezitten alle gebruiker dezelfde rechten voor het wissen en aanleren. Gebruikers hebben geen bevoegdheden voor het wissen en aanleren van nieuwe gebruiker of beheerder. Gebruikers bezitten alleen het recht om de deur te openen (gebruiker = toegangsrecht).
11
Gebruiksmodi Er zijn drie verschillende gebruiksmodi: Herkenningsmodus:
Herkenning van vingerafdrukken voor de toegangscontrole
Leer- en wismodus:
Aanleren en wissen van gebruikervingerafdrukken
Beheerdermodus:
Aanleren en wissen van beheerdervingerafdrukken
Met de symbolen op het display wordt de actuele modus aangeduid: Beide symbolen uit:
herkenningsmodus
Beide symbolen knipperen: beheerdermodus Rechter symbool knippert:
aanleer- en wismodus
Hoe men de verschillende modi activeert, wordt in de respectieve hoofdstukken beschreven, of zoals in de navolgende afbeelding getoond wordt.
12
Beheerderjumper De beheerderjumper bevindt zich op de openingseenheid en is gekenmerkt met "Master Jmp.". Voor het veranderen van de jumper moet het behuizingsdeksel van de openingseenheid afgeschroefd worden. Als de jumper over beide pinnen geplaatst wordt, wisselt het systeem in de beheerdermodus. Als de jumper alleen over één van de twee stiften wordt gestoken (de andere kant hangt vrij), is de jumper open en het systeem wisselt na een korte periode in de herkenningsmodus.
Schroef na het veranderen van de jumper de behuizing van de openingseenheid weer dicht.
8.
Programmering
Wij raden u aan, dit hoofdstuk eerst volledig door te lezen, voordat u met het aanleren en herkennen van de eerste vingerafdrukken begint. Anders kan het gebeuren dat de aanleerprocédé automatisch met een time-out eindigt, terwijl men nog bezig is de volgende stappen te lezen (time-out betekent, dat de actuele procedure afgebroken wordt, wanneer de sensor ca. 10 sec. niet aangeraakt wordt). Is dit moment bereikt, wordt op het display kort (voor "timeout") aangeduidt en de aanleerprocedure beëindigd. Navolgend wordt het aanleren van een beheerder-vingerafdruk beschreven. Dezelfde vinger wordt vijf keer achter elkaar ingelezen, zodat zo veel mogelijk vingerkenmerken geanalyseert kunnen worden. Indien het aanleren met een vinger niet functioneert, probeer dan een andere vinger. Niet alle vingers zijn geschikt voor een goede vingerherkenning. Vaak zijn er vingers waarmee de herkenning heel goed functioneert en soms zijn er vinger waarmee minder optimale resultaten bereikt worden. Met enige oefening wordt het gebruik echter steeds makkelijker en betrouwbarer. In de bijlage vindt u een tabel, hier kunnen de afzonderlijke geheugenplaatsen met de overeenkomstige namen en vingers van de gebruikers en beheerders genoteerd worden.
13
Eerste vinger als beheerder aanleren Nu kan de eerste vinger aangeleerd worden. In het volgende voorbeeld wordt de eerste beheerder "A1" volgens een stap-voor-stap-handleiding aangeleert. Opmerkingen voor de handleiding: In de kolom "Handelwijze" vindt u aanwijzingen voor de actie die u als gebruiker moet uitvoeren. Die door u uit te voerende acties worden met een speciaal lettertype aangegeven. In de kolom "Betekenis" wordt de actie verklaard. Onder "Aanduiding" worden de eventuele meldingen en weergaven getoond. Handelwijze
Beheerder jumper moet geplaatst zijn.
Betekenis
Na korte tijd wordt in de beheerdermodus gewisseld. De weergave en beide punten knipperen. Dit betekent dat u zich in de beheerdermodus bevindt. "A1" is de eerste geheugenplaats. Het knipperen wijst op een nog vrije geheugenplaats.
Aanduiding
De tekens voor: "Beheerder 1"
Het apparaat bevindt zich nu in de beheerdermodus en is klaar voor het aanleren van de eerste vinger.
Vinger aanleren Alle aanleerprocedures van de beheerders "A1" - "A9" en de gebruikers "01" - "50" worden volgens het schema "Vinger aanleren", dat hieronder als voorbeeld dient, uitgevoerd. De leerprocédé verloopt in verschillende stappen. • • • •
Herkenningstest van de vingerafdruk Schoonmaken van de sensor Inlezen van 5 vingerafdrukken Aanleren van de vingerafdruk
Door deze handelwijze wordt een optimale kwaliteit voor het aanleren gewaarborgd, zodat bij het latere herkennen uitstekende resultaten bereikt kunnen worden. Handelwijze Plaats een vinger op de sensor.
Betekenis
Aanduiding
Herkenningstest: Op het display wordt zo lang de kwaliteit van de ingelezen vingerafdruk getoond (zie boven), tot de kwaliteit voldoende is voor de herkenning. Als dit het geval is, wordt geprobeerd de vinger te identificeren en op het display verschijnt "id".
afk. voor "identificatie"
14
Attentie: De vinger niet weghalen zolang "id" getoond wordt! Dit moet bij het herkennen en aanleren steeds in acht worden genomen. Om een vinger niet twee keer aan te leren wordt de vinger eerst geïdentificeerd en met de reeds opgeslagen vingers vergeleken. Als de actuele geheugenplaats bezet is, begint een normale herkenningsprocedure (zie "Vinger herkennen"). Als de actuele geheugenplaats vrij is en de vinger werd niet herkend begint de aanleerprocedure. Als de actuele geheugenplaats vrij is en de vinger wordt herkend, dan wordt de respectieve geheugenplaats kort getoond ("01" - "50" resp. "A1" - "A9") en het aanleren wordt beëindigd. Neem de vinger van de sensor. Maak de sensor kort met een niet-pluizend doek, b.v. een tissue schoon.
Leg dezelfde vinger opnieuw op de sensor.
Maak de sensor schoon. Omdat een schone sensor bij het aanleren heel belangrijk is, maakt het apparaat nu een pauze in welke u de sensor met een niet-pluizend doek schoonmaakt. Als hulp wordt op het rechter gedeelte een teller getoond, die nu van 5 naar 1 gaat aftellen en links wordt een kleine animatie als toelichting voor het schoonmaken getoond. Tijdens deze "countdown" heeft u de mogelijkheid om van het oppervlak met 2-3 wrijvingen achtergebleven vuil en resten weg te halen. Klaar voor het inlezen van de 1e vingerafdruk: Getoond wordt "L1" om aan te duiden dat het apparaat klaar is om uw vingerafdruk voor de eerste keer in te lezen. Indien langer dan ongeveer 10 sec. geen vinger geplaatst wordt, volgt een time-out, her-
afk. voor: "Learn vinger 1"
kenbaar aan de melding (voor "time-out") en de aanleerprocedure wordt beëindigd. Het aanleren kan hierna opnieuw gestart worden.
15
Laat de vinger op de sensor .
Inlezen van de 1e vingerafdruk: Als de kwaliteit voor een herkenning voldoende is, dan wordt de vinger geanalyseerd en de kenmerken bepaalt, op het display wordt "id" getoond. Attentie: De vinger niet weghalen zolang "id" getoond wordt.
Afk. voor: "identificatie"
Inlezen succesvol: Als het inlezen van de vinger succesvol was, wordt verder geschakeld naar de volgende stap "Schoonmaken van de sensor", de reinigingsprocedure wordt gestart voor het inlezen van de 2. vinger. Inlezen met terugmelding: Is de kwaliteit van de ingelezen vingerafdruk niet optimaal, wordt dit door het apparaat aangeduid: Het aantal kenmerken (Minutiae) van de vingerafdruk is niet voldoende. De herkenningskwaliteit van de vingerafdruk is niet voldoende. In beide gevallen wordt teruggeschakeld naar de stap "Inlezen van de vingerafdruk". Meestal is dan voldoende de sensor nog een keer schoon te maken of de vinger op een andere manier te plaatsen. Als er echter deze melding heel vaak verschijnt, oftewel de sensor gereinigd werd, zal u toch moeten overwegen om een andere vinger voor het inlezen te gebruiken. Wacht tot de time-out geactiveerd is, waardoor de aanleerprocédé beëindigd wordt en begin het aanleren opnieuw met een andere vinger.
16
Herhaal nu de herkenning totdat alle 5 vingerafdrukken aangeleerd zijn.
Nadat op het display "L5" verschijnt, plaatst u dezelfde vinger op de sensor.
Klaar voor het inlezen van de 5e vingerafdruk:
Laat de vinger op de sensor
Inlezen van de 5e vingerafdruk:
Getoond wordt "L5" om aan te duiden dat het apparaat klaar is om uw vingerafdruk voor de vijfde keer in te lezen.
Als de kwaliteit voor een herkenning voldoende is, dan wordt de vinger geanalyseerd en de kenmerken bepaalt, op het display wordt "id" getoond. Attentie: De vinger niet weghalen zolang "id" getoond wordt.
Afk. voor: "Learn vinger 5"
Afk. voor: "identificatie"
Bij tegrugmelding: zie "Inlezen van de 1e vingerafdruk".
17
Nadat op het display "LE" verschijnt haalt u de vinger weg.
Aanleren van de vingerafdruk: Er wordt "LE" aangeduid. De vinger wordt aangeleerd en in het geheugen opgeslagen.
Afk. voor: "Learning"
Het aanleren beëindigen:
Voorbeeld:
Er wordt opnieuw de pas aangeleerde geheugenplaats weergegeven. De weergave knippert niet meer, als teken dat de geheugenplaats nu bezet is.
Admin 1 (beheerder 1)
De vinger is nu succesvol aangeleerd en klaar voor herkenning. Dit is een goede gelegenheid, de naam van de persoon en de aangeleerde vinger te noteren in de overzichtstabel (zie bijlage).
of
Gebruiker 9
Nadat u uw eerste vingerafdruk met succes heeft aangeleerd, kunt u nu diverse functies activeren, b.v. de vinger als proef laten herkennen (vinger gewoon plaatsen tot "id" verschijnt), een verdere vinger aanleren (met een vingertip wisselen naar de eerstvolgende vrije geheugenplaats) of de zo juist aangeleerde vinger in de herkenningsmodus testen (beheerderjumper afhalen, hfdst. 9 "Bediening"). Zodra de eerste vingerafdruk herkend is, wordt in de beheerdermodus een "Relais openen" commando naar de openingseenheid gestuurd, herkenbaar aan een klikkend relaiscontact. Om later bij de herkenningswerking een comfortabele bediening mogelijk te maken is het voor beheerders en gebruikers zinvol om telkens meerdere vingers aan te leren, b.v. de wijsvinger van de linker en rechterhand. Bij de registratie van de vingerafdrukken is de meegeleverde overzichtstabel behulpzaam, hier kunnen de desbetreffende namen en vingers van personen genoteerd worden.
18
Verdere beheerders aanleren Het aanleren van verdere beheerdergeheugenplaatsen wordt na het selecteren van de geheugenplaats hetzelfde uitgevoerd als hiervoor beschreven: Handelwijze
Betekenis
Beheerder jumper moet geplaatst zijn.
Beide tekens knipperen Dit betekend dat u zich in de beheerdermodus bevindt.
Sensor kort aantippen (vingertip)
"A2" is de tweede geheugenplaats en het knipperen wijst op een nog vrije geheugenplaats.
Plaats een vinger op de sensor
Herkenningstest:
Aanduiding
De aanleerprocedure begint.
Ga nu verder zoals hiervoor beschreven onder "Vinger aanleren".
Nadat op het display "L5" verschijnt, plaatst u dezelfde vinger op de sensor.
Klaar voor het inlezen van de 5e vingerafdruk:
Laat de vinger op de sensor
Inlezen van de 5e vingerafdruk:
Getoond wordt "L5" om aan te duiden dat het apparaat klaar is om uw vingerafdruk voor de vijfde keer in te lezen.
Als de kwaliteit voor een herkenning voldoende is, dan wordt de vinger ingelezen en de kenmerken bepaalt, op het display wordt "id" getoond. Attentie: De vinger niet weghalen zolang "id" getoond wordt! Bij terugmeldingen: zie "Inlezen van de 1e vingerafdruk".
Nadat op het display "LE" verschijnt, neemt u de vinger weg.
Aanleren van de vingerafdruk: "LE" wordt getoond. De vinger wordt aangeleerd en in het geheugen opgeslagen.
19
Het aanleren beëindigen: Er wordt opnieuw de geheugenplaats "A2" getoond. De aanduiding knippert niet meer als teken dat de geheugenplaats nu bezet is. Beheerderjumper trekken.
Na korte tijd wordt gewisseld in de herkenningsmodus. U heeft nu de beheerdermodus verlaten en u bent in de herkenningsmodus. Op het display wordt "- -" getoond. Beide punten op het display branden niet meer, als teken dat men zich in de herkenningsmodus bevindt.
Om voor het vingerprint-toegangssysteem verdere beheerders aan te leren herhaald u deze procedure. U moet alleen op letten dat er op het display een vrije geheugenplaats getoond wordt ("A3" tot "A9"). Naar de desbetreffende geheugenplaatsen komt u in de beheerdermodus met een vingertip op de sensor. U heeft 9 beheerder-geheugenplaatsen ter beschikking (A1 tot A9). Wordt bij de geheugenplaats A9 met een vingertip verder geschakeld verschijnt weer geheugenplaats A1. Bijkomend wordt een "relais-openen" commando naar de openingseenheid gestuurd, om een onbedoeld buitensluiten in de beheerdermodus te verhinderen wanneer de leesen openingseenheid b.v. door een deur gescheiden zijn.
Eerste gebruiker aanleren Er kunnen maximaal 50 gebruikers voor de leer- en wismodus aangeleerd worden. Om in deze modus te komen moet minimaal 1 beheerder aangeleerd zijn. In de herkenningsmodus wordt een beheerder 3 keer achter elkaar geïdentificeerd. Handelwijze
Betekenis
Beheerderjumper mag niet geplaatst zijn
Het vingerprint-toegangssysteem bevindt zich in de herkenningsmodus.
Plaats een beheerdervinger op de sensor
Op het display wordt zo lang de kwaliteit van de ingelezen vingerafdruk getoond tot de kwaliteit voldoende is voor de herkenning.
Aanduiding
Als de kwaliteit voldoende is, wordt geprobeerd de vinger te identificeren en op het display verschijnt "id". Attentie: De vinger niet weghalen zolang "id" getoond wordt.
20
Na de eerste succesvolle herkenning wordt meestal een "relais-openen" commando aan de openingseenheid gestuurd na elke verdere herkenning echter niet meer. Laat de vinger op de sensor
Als een beheerdervinger herkend wordt wisselt het display op b.v. "A1" Attentie: De vinger niet weghalen!
Haal de vinger na 3 beheerder herkenningen weg.
Neem de beheerdervinger weg van de sensor.
De weergave en de punt knipperen. Dit betekent dat u in de leer- en wismodus bent. "01" is de eerste geheugenplaats en het knipperen wijst op een nog vrije geheugenplaats.
Plaats een gebruikervinger op de sensor
Herkenningstest: Het aanleren begint.
Ga nu verder zoals beschreven onder "Vinger aanleren". Nadat op het display "L5" verschijnt, plaatst u dezelfde vinger op de sensor.
Klaar voor het inlezen van de 5e vingerafdruk:
Laat de vinger op de sensor
Inlezen van de 5e vingerafdruk:
Getoond wordt "L5" om aan te duiden dat het apparaat klaar is om uw vingerafdruk voor de vijfde keer in te lezen.
Als de kwaliteit voor een herkenning voldoende is, dan wordt de vinger geanalyseerd en de kenmerken bepaald, op het display wordt "id" getoond. Attentie: De vinger niet weghalen zolang "id" getoond wordt. Bij tegrugmeldingen: zie "Inlezen van de 1e vingerafdruk".
21
Nadat op het display "LE" verschijnt haalt u de vinger weg.
Aanleren van de vingerafdruk: Er wordt "LE" aangeduid. De vinger wordt aangeleerd en in het geheugen opgeslagen. Het aanleren beëindigen: Er wordt opnieuw geheugenplaats "01" getoond. De weergave knippert niet meer als teken dat de geheugenplaats nu bezet is. Als er binnen ca. 20 seconden geen geldige vingertip uitgevoerd wordt, schakelt het systeem terug in de herkenningsmodus.
Verdere gebruikers aanleren Aanwijzingen voor het kiezen van de geheugenplaatsen: Met een vingertip kan een actuele geheugenplaats geselecteerd worden. Met een vingertip wordt telkens op de volgende geheugenplaats gewisseld ("01" → "02" → ...). Om het tipwerk te verminderen, biedt het apparaat ondersteuning bij het selecteren van de geheugenplaatsen. Aanduiding bij het wisselen naar de leer- en wismodus: Bij het wisselen van de herkenningsmodus naar de leer- en wismodus wordt automatisch de eerstvolgende vrije geheugenplaats getoond, uitgaande van de geheugenplaats die getoond werd bij het verlaten van de leer- en wismodus. Voorbeelden: Bezette en vrije geheugenplaatsen
Eerste weergegeven geheugenplaats na het wisselen
Alle geheugenplaatsen vrij
Weergave "01"
"01" bezet "02" tot "50" vrij
Weergave "02"
"01" tot "03" bezet "04" tot "09" vrij "10" tot "11" bezet "12" tot "47" vrij "48" tot "50" bezet
Laatste weergave bij het verlaten van de leer- en wismodus was "01", "02" of "03". Weergave "04" Laatste weergave bij het verlaten van de leer- en wismodus was "10", "11" of "12". Weergave "12" Laatste weergave bij het verlaten van de leer- en wismodus was "48", "49" of "50". Weergave "01"
22
Selectie met een vingertip: Bij het selecteren met een vingertip worden vrije geheugenplaatsen overgeslagen. Dat wil zeggen, vanaf de eerste vrije geheugencel van een bereik wordt naar de volgende bezette geheugencel gesprongen. Wordt de laatste geheugencel overschreden, volgd steeds een sprong naar de eerste geheugencel, onafhankelijk of deze bezet is of nog vrij Geheugensteuntje: Bij vrije geheugenplaatsen knippert de aanduiding van de geheugenplaats, als de aanduiding niet knippert is deze geheugenplaats bezet. Het verder schakelen van de geheugenplaatsen door een vingertip gebeurt daarom volgens de regel: Indien actuele geheugenplaats bezet is → spring naar de volgende geheugenplaats Indien actuele geheugenplaats vrij is → spring naar de volgende bezette geheugenplaats Bij de laatste geheugenplaats ("50") → spring naar de eerste geheugenplaats ("01"). Voorbeelden: Bezette en vrije geheugenplaatsen Alle geheugenplaatsen vrij
Weergave geheugenplaatsen Weergave blijft op geheugenplaats "01"
Geheugenplaatsen: "01" bezet "02" tot "50" vrij
"01" → "02" → "01" → "02"
Geheugenplaatsen: "01" tot "03" bezet "04" tot "09" vrij "10" tot "11" bezet "12" tot "47" vrij "48" tot "50" bezet
"01"→"02"→"03"→"04"→"10" →"11"→"12" →"48" → "49" → "50" → "01"
Alle geheugenplaatsen bezet:
"01"→"02"→ "03" → ... → "49" → "50" → "01"
Handelwijze voor het aanleren van verdere gebruikers Het is mogelijk om meerdere gebruikervingers achter elkaar aan te leren. Hiertoe moet na het aanleren van gebruikervinger "01" met een vingertip op de volgende geheugenplaats gesprongen worden. Is deze geheugenplaats nog vrij dan knippert de weergave. Als u vanuit de herkenningsmodus meerdere gebruikers wilt aanleren, volgt u de aanwijzingen onder "Eerste gebruiker aanleren". U moet wel na de herkenning van de beheerdervinger met een vingertip verder springen naar een vrije geheugenplaats. U heeft 50 gebruikergeheugenplaatsen ter beschikking ("01" tot "50"). Let er op, dat na ca. 20 seconden zonder invoer het systeem uit de leermodus terugschakelt naar de herkenningsmodus. Dit wordt kort aangeduid door de weergave
.
23
Wissen van afzonderlijke beheerders Een beheerdergeheugenplaats wordt gewist nadat na de selectie van de geheugenplaats 3x achterelkaar een beheerdervingerafdruk geïdentificeerd werd. Attentie: Deze stap kan niet geannuleerd worden! Voorbeeld voor het wissen van de eerste beheerder ("A1"). Handelwijze
Betekenis
Beheerder jumper moet geplaatst zijn.
Beide punten knipperen Dit betekend dat u zich in de beheerdermodus bevindt.
Plaats de beheerdervinger op de sensor die gewist moet worden.
Op het display wordt zo lang de kwaliteit van de ingelezen vingerafdruk getoond tot de kwaliteit voldoende is voor de herkenning.
Aanduiding
Als de kwaliteit voldoende is, wordt geprobeerd de vinger te identificeren en op het display verschijnt "id". Attentie: De vinger niet weghalen zolang "id" getoond wordt. Na de eerste succesvolle herkenning wordt een "relais-openen" commando aan de openingseenheid gestuurd, na verdere direct opeenvolgende herkenningen echter niet meer.
Nadat de weergave voor de derde keer op "A1" heeft gewisselt, haalt u de vinger weg.
De weergave wisselt op "A1" Het apparaat heeft uw vinger voor de derde keer als beheerder geïdentificeerd.
24
De actuele geheugenplaats wordt gewist. Deze actie kan niet geannuleerd worden. Aansluitend knippert de weergave als teken dat de geheugenplaats weer vrij is. Beheerderjumper trekken.
afk. voor "deleting"
Na korte tijd wordt gewisseld naar de herkenningsmodus. U heeft nu de beheerdermodus verlaten en bent nu in de herkenningsmodus. Op het display wordt "- -" getoond. Beide punten op het display lichten niet meer op, als teken dat men zich in de herkenningsmodus bevindt.
Wissen van het totale geheugen (Standaardinstelling af fabriek herstellen) De standaardinstelling wordt hersteld nadat in de beheerdermodus de beheerdervingerafdruk 10 keer achterelkaar geïdentificeerd werd. Attentie: Deze stap kan niet geannuleerd worden! Handelwijze
Betekenis
Beheerder jumper moet geplaatst zijn.
Beide punten knipperen Dit betekend dat u zich in de beheerdermodus bevindt.
Plaats de beheerdervinger op de sensor
Op het display wordt zo lang de kwaliteit van de ingelezen vingerafdruk getoond totdat de kwaliteit voldoende is voor de herkenning.
Aanduiding
Als de kwaliteit voldoende is, wordt geprobeerd de vinger te identificeren en op het display verschijnt "id". Attentie: De vinger niet weghalen zolang "id" getoond wordt. Na de eerste succesvolle herkenning wordt een "relais-openen" commando aan de openingseenheid gestuurd, na verdere direct opeenvolgende herkenningen echter niet meer.
25
De aanduiding "A1" moet in totaal 10 keer op het 7-segments-display verschijnen. Nadat de weergave voor de tiende keer op "A1" heeft gewisselt, haalt u de vinger weg.
De weergave wisselt op "A1" Het apparaat heeft uw vinger voor de tiende keer als beheerder geïdentificeerd. Alle geheugenplaatsen "A1" - "A9" en "00" "50" worden gewist. De actie kan niet geannuleerd worden. Aansluitend knippert de weergave, als teken, dat de geheugenplaatsen weer vrij zijn.
afk. voor "deleting All"
Beide punten knipperen Dit betekend dat u zich in de beheerdermodus bevindt. "A1" is de eerste geheugenplaats; het knipperen wijst er op dat deze geheugenplaats nog vrij is. Beheerderjumper trekken.
Na korte tijd wordt gewisseld naar de herkenningsmodus. U heeft nu de beheerdermodus verlaten en bent nu in de herkenningsmodus. Op het display wordt "- -" getoond. Beide punten op het display lichten niet meer op, als teken dat men zich in de herkenningsmodus bevindt.
Afzonderlijke gebruikers wissen Een gebruikergeheugenplaats wordt in de leer- en wismodus gewist, nadat na de selectie van de geheugenplaats 3x achterelkaar een beheerdervingerafdruk geïdentificeerd werd. Attentie: Deze stap kan niet geannuleerd worden!
26
Voorbeeld voor het wissen van gebruiker nummer 2 ("2"). Deze gebruiker moet wel eerst aangeleerd zijn. Attentie: Let op de handelwijze voor het selecteren van de geheugenplaatsen, zoals in het voorgaande hoofdstuk beschreven werd. Handelwijze
Betekenis
Beheerderjumper mag niet geplaatst zijn
Het vingerprint-toegangssysteem bevindt zich in de herkenningsmodus.
Plaats een beheerdervinger op de sensor
Op het display wordt zo lang de kwaliteit van de ingelezen vingerafdruk getoond tot de kwaliteit voldoende is voor de herkenning. Als de kwaliteit voldoende is, wordt geprobeerd de vinger te identificeren en op het display verschijnt "id".
Aanduiding
Attentie: De vinger niet afhalen zolang "id" getoond wordt. Laat de vinger op de sensor
Als de beheerdervinger herkend wordt wisselt het display op b.v. "A1" Attentie: De vinger niet weghalen!
Haal de vinger na de 3e beheerderherkenning weg.
De aanduiding en de punt knipperen Dit betekent dat u zich in de leer- en wismodus bevindt. "01" is de eerste geheugenplaats en het knipperen wijst op een nog vrije geheugenplaats. Al naar gelang de bezetting kan de eerst aangeduide geheugenplaats in dit voorbeeld afwijken. Zie hiervoor onder "Aanduiding bij het wisselen in de leeren wismodus".
27
Sensor aantippen (vingertip)
Selecteer met een vingertip de gebruiker die gewist moet worden. Als de gebruiker reeds opgeslagen is, zal de aanduiding niet knipperen.
Plaats een beheerdervinger op de sensor
Op het display wordt zo lang de kwaliteit van de ingelezen vingerafdruk getoond tot de kwaliteit voldoende is voor de herkenning. Als de kwaliteit voldoende is, wordt geprobeerd de vinger te identificeren en op het display verschijnt "id". Attentie: De vinger niet afhalen zolang "id" getoond wordt.
Laat de vinger op de sensor
Als de beheerdervinger herkend wordt wisselt het display op b.v. "A1" Attentie: De vinger niet weghalen!
Haal de vinger na de 3e beheerderherkenning weg. Na de derde herkenning van de beheerdervinger kan deze van de sensor afgehaald worden.
Er wordt "dE" aangeduid. De gebruiker wordt uit het geheugen verwijdert.
28
9.
Bediening
Vinger herkennen Nadat tenminste één beheerder aangeleerd is, kan het apparaat in de identificatiemodus werken. Hier worden de aangeleerde vingers geanalyseerd en de respectieve actie geactiveerd. De voedingsspanning moet hierbij ingeschakeld zijn en de beheerderjumper mag niet geplaatst zijn. Handelwijze
Betekenis
Beheerderjumper mag niet geplaatst zijn
Het vingerprint-toegangssysteem bevindt zich in de herkenningsmodus.
Plaats een aangeleerde vinger op de sensor
Op het display wordt zo lang de kwaliteit van de ingelezen vingerafdruk getoond tot de kwaliteit voldoende is voor de herkenning. Uw vingerprint-toegangssysteem analyseert nu de kenmerken van de vingerafdruk en vergelijkt deze met de reeds opgeslagen vingerafdrukken. Op het display verschijnt "id".
Aanduiding
afk. voor: "identificatie"
Attentie: De vinger niet afhalen zolang "id" getoond wordt. Verwijder de vinger van de sensor
Als een beheerdervinger herkend wordt wisselt het display op b.v. "A1" Admin 1 (beheerder 1) Als een gebruikervinger herkend wordt, verschijnt op het display b.v. "35" De sensor meldt aan de openingseenheid een overeenstemming en laat het relais voor 1 seconde schakelen, zodat u toegang krijgt.
Gebruiker nr. 35
Na de eerste van meerdere succesvolle herkenningen achterelkaar, wordt een "relaisopenen" commando doorgestuurd naar de openingseenheid, dit echter alleen na de eerste en niet na de direct opeenvolgende herkenningen. Om het relais meerdere keren te laten werken, haalt u de vinger na het herkennen er af en plaatst u deze daarna weer terug. Als een vinger niet herkend wordt, zal een "no" getoond worden.
29
Als de sensor vuil is, of de vinger is verkeerd geplaatst, wordt een terugmelding gegeven "E3": het aantal kenmerken (Minutiae) van van de vingerafdruk is te gering
afk. voor:
"no identificatie"
"E7": de herkenningskwaliteit van de vingerafdruk is niet voldoende. Dit is meestal een aanwijzing voor een vuile sensor of vinger. Maak de sensor en vinger schoon of plaats de vinger op een andere manier. Het display toont weer
10.
afk. voor: "terugmelding nr. 3 of 7"
. Het apparaat is klaar voor de volgende herkenning.
Onderhoud en verwijdering
Onderhoud Controleer regelmatig de technische veiligheid van de vingerprint-toegangssysteem en de aangesloten stroombron, b.v. op beschadiging van de aansluitkabel en de behuizing. Als er aangenomen kan worden dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is, dient u het vingerprint-toegangssysteem resp. de netvoeding buiten werking te stellen en te beschermen tegen het per ongeluk in werking stellen door derden. Netstekker uit het stopcontact trekken! U kunt aannemen dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is, als: • het vingerprint-toegangssysteem of de aansluitkabel van netvoedingen zichtbaar beschadigd is • het vingerprint-toegangssysteem of de aangesloten netvoedingen niet meer werken • na langdurige opslag onder ongunstige omstandigheden • na transport onder moeilijke omstandigheden In geval van storing kunnen netvoedingen spanningen van >50 VDC afgeven, die gevaarlijk kunnen worden als de uitgangsspanning van de netvoeding lager is. Voordat u het vingerprint-toegangssysteem of een aangesloten netvoeding schoonmaakt of een onderhoud uitvoert moet u beslist de navolgende veiligheidsaanwijzingen in acht nemen. Bij het openen van afdekkingen of het verwijderen van onderdelen kunnen spanningvoerende delen blootgelegd worden. Voor een onderhoud of reparatie moet het apparaat van alle spanningsbronnen losgekoppeld zijn. Condensatoren in het apparaat kunnen nog geladen zijn, zelfs als het apparaat van alle spanningsbronnen losgekoppeld is Vervang nooit zelf beschadigde netvoeding-aansluitkabels, Verwijder in dit geval deze van het stroomnet en breng het naar een vakman. Een reparatie mag uitsluitend door een vakman uitgevoerd worden die met de daaraan verbonden gevaren resp. met de desbetreffende voorschriften vertrouwd is.
30
De vingerafdruksensor is een zeer modern halfgeleidersensor. Bij het omgaan met de sensor moet het navolgende in acht worden genomen: Maak de sensor meermaals met een droge, zachte doek schoon, zodat de sensor steeds vrij is van vuil (vetresten, oude vingerafdrukken). Hierdoor wordt een optimale functie gewaarborgd.
Verwijdering Verwijder het niet meer te gebruiken apparaat volgens de geldende wettelijke voorschriften.
11.
Verhelpen van storingen en verklaring van de tekens
Aanduiding
E0
E1
E2
E3
E4
Omschrijving Kwaliteitsherkenning mislukt Mogelijke oorzaken: Sensor niet juist aangesloten Sensor defect Geheugen defect Oplossing: Controleer de verbindingskabel naar de sensor Identificatie mislukt Mogelijke oorzaken: Sensor niet juist aangesloten Sensor defect Geheugen defect Oplossing: Controleer de verbindingskabel naar de sensor Aanleren mislukt Mogelijke oorzaken: Sensor niet juist aangesloten Sensor defect Geheugen defect Oplossing: Controleer de verbindingskabel naar de sensor Aanleren mislukt - onvoldoende kenmerken (Minutiae) herkend Mogelijke oorzaken: Vinger heeft te weinig kenmerken Vinger vuil Vinger verkeerd geplaatst Bij het aanleren: eventueel een andere vinger geplaatst dan verwacht Sensor vuil Oplossing: Plaats de vinger zoals beschreven in hoofdstuk "Vinger juist plaatsen" Maak de sensor schoon Aanleren mislukt - niet voldoende vrije geheugenplaatsen Mogelijke oorzaken: Geheugen vol Normaal is de interne geheugenplaats voor 59 vingerafdrukken voldoende. Onder ongunstige omstandigheden (veel vingerafdrukken met zeer veel kenmerken) kan het geheugen vol zijn voordat alle 50 vingerafdrukken opgeslagen zijn. Oplossing: Voordat nieuwe vingers aangeleerd kunnen worden moet eerst geheugen vrijgemaakt worden.
31
E5
E6
E7
-- - # - # --
afwisselend
Geen aanduiding
Wissen van geheugen mislukt Mogelijke oorzaken: Geheugen defect Oplossing: Vervang het apparaat
Verkeerde ID - de openingseenheid meldt, dat de leeseenheid foutieve gecodeerde data stuurt. Mogelijke oorzaken: Verkeerde openingseenheid Openingseenheid defect Verbindingskabel langer dan 100 m Geheugen defect Oplossing: Eventueel zijn er andere openingseenheden op de leeseenheid aangesloten. In dit geval a.u.b. de juiste openingseenheid gebruiken. Verbinding tussen openings- en leeseenheid controleren De herkenningskwaliteit van de vingerafdruk is niet voldoende. Mogelijke oorzaken: Sensor vuil Vinger verkeerd geplaatst Vinger vuil Huid te droog / vochtig Oplossing: Sensor schoonmaken Vinger opnieuw aanleren Vinger plaatsen zoals beschreven in hoofdstuk "Vinger juist plaatsen" Gebruik een andere vinger Vinger schoonmaken Huid bevochtigen / drogen Communicatiefout (beide punten van de weergave knipperen afwisselend) de communicatie tussen de leeseenheid en de openingseenheid is gestoord. De leeseenheid werkt in dit geval normaal, het openen van het relais is echter niet mogelijk. Mogelijke oorzaken: Verbinding onderbroken Verbindingskabel langer dan 100 m Systeem te dicht bij stoorbronnen (televisie, koelkast enz.) Oplossing: Controleer de verbinding tussen openings- en leeseenheid Verwijder de stoorbronnen Time-out: wordt geactiveerd, als ca. 20 s resp. 10 s tijdens aanleren door de gebruiker niets ingevoerd wordt (de sensor niet aanraakt). Het systeem heeft het actuele proces afgebroken. Dit is geen fout, maar een normale handeling van het systeem.
Mogelijke oorzaken: geen stroomverzorging, geen verbinding tussen openings- en leeseenheid Oplossing: Voedingsspanning controleren Verbinding tussen openings- een leeseenheid controleren
32
v o
Vingertip wordt niet herkend
Vinger wordt niet herkend Mogelijke oorzaken: Sensor vuil Vingerafdruk niet aangeleerd Vinger verkeerd geplaatst Vinger heeft te weinig kenmerken Vinger vuil Huid te droog / vochtig Oplossing: Sensor schoonmaken Vinger opnieuw aanleren Vinger plaatsen zoals in hfdst. "Vinger juist plaatsen" beschreven of een andere vinger gebruiken Vinger schoonmaken Huid bevochtigen / drogen Mogelijke oorzaken: Vinger te kort geplaatst Sensor vuil Vinger vuil Huid te droog / vochtig Oplossing: Vinger langer plaatsen Sensor schoonmaken Vinger schoonmaken Huid bevochtigen / drogen
Kwaliteit wordt getoond Mogelijke oorzaken: Sensor vuil oftewel geen vinger Sensor defect geplaatst is
Oplossing: Sensor schoonmaken Verbindingskabel naar de sensor controleren
Andere reparaties dan hiervoor beschreven mogen uitsluitend door een erkend vakman uitgevoerd worden.
12.
Technische gegevens
Voedingsspanning: Stroomverbruik: standby: max. : Relaisuitgang: Relaisbelastbaarheid: Beheerder: Gebruiker: Lengte van de kabel: Afmetingen Leeseenheid: Openingseenheid:
13.
8 V AC tot 16 V AC (sinus effectiefwaarde) of 6 V DC tot 24 V DC ca. 100 mA ca. 300 mA NO / NC 48 V / 3 A 9 50 max. 100 m 60 x 50 x 30 mm 68 x 54 x 24 mm
Omgevingsvoorwaarden
Gebruikstemperatuur: 0 tot +50 °C Relatieve luchtvochtigheid: <90% (niet condenserend)
33
Overzicht van de enkele beheerders en gebruikers Beheerders Nr..
Naam / vinger
Nr.
A1
A6
A2
A7
A3
A8
A4
A9
Naam / vinger
A5 Gebruikers Nr.
Naam / vinger
Nr.
01
26
02
27
03
28
04
29
05
30
06
31
07
32
08
33
09
34
10
35
11
36
12
37
13
38
14
39
15
40
16
41
17
42
18
43
19
44
20
45
21
46
22
47
23
48
24
49
25
50
Naam / vinger
34