VIER EUROPESE
HOOFDSTEDEN WENEN
KRAAMKAMER VAN DE 20e EEUW 1830 - 1918
Zijne Keizerlijke en Koninklijke Apostolische Majesteit, Frans Jozef I (1830 – 1916)
Zijne Keizerlijke en Koninklijke Apostolische Majesteit, Frans Jozef I bij de gratie Gods Keizer van Oostenrijk; Apostolisch koning van Hongarije; Koning van Bohemen, van Dalmatië, Kroatië, Slavonië en Galicië, Lodomerië en Illyrië; Koning van Jeruzalem; Aartshertog van Oostenrijk; Groothertog van Toscane en Krakau; Hertog van Lotharingen en Salzburg, Stiermarken, Karinthië, Krain en Boekovina; Grootvorst van Zevenburgen; Markgraaf van Moravië; Hertog van Opper- en Neder-Silezië, van Modena, Parma, Piacenza en Guastalla, van Auschwitz en Zator, van Teschen, Friuli, Ragusa en Zara; Vorstelijk Graaf van Habsburg en Tirol, van Kyburg, Gorizia en Gradiška; Vorst van Trente en Brixen; Markgraaf van Ober- en Niederlausitz en Istrië; Graaf van Hohenems, Feldkirch, Bregenz, Sonnenberg etc.; Heer van Triëst, van Cattaro en de Windische Mark; Grootwoiwode van het woiwodschap Servië.
Frans Karel Jozef (Wenen 1802 - 1878), aartshertog van Oostenrijk Aartshertogin Sophie Friederike Dorothea Wilhelmine (1805 – 1872)
Ferdinand Karel Leopold Jozef Frans Marcellinus (Wenen 1793 - 1875) was van 1835 tot 1848 als Ferdinand I keizer van Oostenrijk en als Ferdinand V koning van Hongarije. "Ferdinand de Goeiige"
Aartshertog Karel Lodewijk, keizer Frans Jozef, aartshertog Ferdinand Maximiliaan (de latere keizer van Mexico) en aartshertog Lodewijk Victor
"Mij blijft niets bespaard" 29 mei 1857: Sophie Frederika Dorothea sterft op 2-jarige leeftijd in Boeda aan de mazelen; 1867 Maximiliaan, keizer van Mexico wordt gefusilleerd; 1889 dertigjarige zoon Rudolf pleegt zelfmoord; 1896 Karel Lodewijk overlijdt op 62-jarige leeftijd; 1898 Sisi wordt vermoord door de anarchist, Luigi Lucheni; 1914 troonopvolger Frans Ferdinand wordt in Sarajevo vermoord; neef Lodewijk II van Beieren verdrinkt onder dubieuze omstandigheden; schoonzus Sophie komt in Beieren om bij een brand
Anna Nahowski Katharina Schratt
"Ik leef in een kerker, mijn handen zijn geboeid en mijn heimwee wordt steeds sterker, mijn vrijheid drijft steeds verder weg.
Nooit alleen, nooit vrij. De Kroon, voor anderen zou het een vreugde betekenen, voor mij is het een zware last".
In 1843: Londen tweehonderd hotels, Wenen twee (in aantal inwoners 3e stad van Europa) 1825 – 1832: aanleg spoor Linz – Budweis, 127 km. Trein wordt voortgetrokken met paarden Feodale grootgrondbezitters (aristocratie): geen behoefte aan sociale veranderingen, en dus ook niet in industrialisatie en één nationale politiek
Gebrekkige infrastructuur: grote toeristische route van de 19e eeuw loopt langs de Rijn naar Italië
Revolutiejaar 1848: 'lente der volkeren‘ 1848: opstanden in Wenen (maart, oktober) en Hongarije (maart, gevolgd door burgeroorlog en Russische invasie: “de vijand van mijn vijand is mijn vriend”) Aanleiding: wijdverbreide ontevredenheid over het reactionaire, absolutistische regeringssysteem in de Duitse staten sinds het Congres van Wenen (1815)
Hongaar Lajos Kossuth uit kritiek op absolutisme; burgerij biedt petitie aan voor liberale hervormingen (3 maart); rellen op 13 maart; kanselier Metternich treedt af en vlucht; censuur wordt afgeschaft door Ferdinand I op 15 maart; Ferdinand I vlucht in mei; Weense oktoberopstand wordt bloedig neergeslagen; december 1848: Keizer Ferdinand I treedt af en Frans Jozef I treedt aan als nieuwe keizer.
Neo-absolutisme onder Alexander von Bach en Felix zu Schwarzenberg 1848 - 1860
De Weense liberalen 1861 – 1895 Staatshervormingen in 1860 (‘Oktober Diploma’) en 1861 (‘Februari Patent’) Burgerij, liberalen krijgen meer invloed. Benoeming van Anton Ritter von Schmerling tot minister in het kabinet van Aartshertog Reinier.
De Ringstrasse: product van een nieuwe politieke en culturele orde
Drie fasen: 1. Open plekken vóór het begin van de Ringstrasse (jaren ’50) 2. 1861 – 1865: voornaam 3. 1868 – 1873: meer gedifferentieerd
Eerste opzet: absolutistische trekjes
Het Arsenaal: gebouwd als militair museum en garnizoen (vervanging van het oude garnizoen, vernietigd in 1848 tijdens de revolutie). Gebouwd tussen 1850 en 1856. Votivkirche: gebouwd n.a.v. de mislukte aanslag op Frans Jozef I in 1853. Aartshertog Ferdinand Maximiliaan roept de Weense bevolking op geld in te zamelen voor een herdenking aan de wonderbaarlijke redding in de vorm van een kerk. De bouw start in 1856.
Brede straten maken troepenmobiliteit mogelijk (concessie aan militairen)
links van de kaart kleedt ‘Schoonheid’ de Weense maagd aan; tekst linksonder: ‘Verfraaid door Kunst’ rechtsonder staat ‘Sterk door Wet en Vrede’, lees: niet door militair geweld. burgerij aan de macht: uiterlijke schoonheid van de Ring is hét symbool van haar rationalistische ideologie.
Die preisgekrönten Entwürfe zur Erweiterung der inneren Stadt Wien: mit sieben in der Kaiserlich-Königlichen Hof- und Staatsdruckerei in Farbendruck ausgeführten Plänen und einem erläuternden Texte (Wenen, 1859).
Heinrich Ferstel
Rudolf von Eitelberger
‘Hoe hoort Wenen te bouwen’
‘Ringstrasse’, zelfde symbolische lading als ‘Victoriaans’ of ‘Tweede Keizerrijk’ bourgeoisie imiteert de aristocratische bouwstijl maar combineert dit met functionaliteit: adellijk exterieur, betaalbaar en bewoonbaar interieur
middelpunt van de constitutionele regering en hoogstaande (burger)cultuur: politiek, onderwijs, cultuur maatschappelijke scheidingsgordel i.p.v. een militaire uitdrukking van de hoogste waarden van de burgerlijke cultuur Otto Wagner (1841 – 1918) Camillo Sitte (1843 – 1903)
Otto Wagner: ‘Alleen wat praktisch is, is mooi!’ Camillo Sitte: ‘…de stad redden van onze mathematische wereld en van de heerschappij van de straat’
Parlement: klassiek / Grieks
Gemeentehuis: neogotisch
Universiteit: renaissance Burgtheater: vroege barok
Ratjetoe aan stijlen: uitdrukking van de stijlloosheid van de Weense burgerij
Makart-epoche: het barokke Wenen van de bourgeoisie jaren ’70 – ‘80
Hans Makart (1840 – 1884)
Atelier, Gußhausstraße 25
Adele, Gräfin Waldstein-Wartenberg (1874 )
Kroonprinses Stephanie (links, 1881) en ontwerp voor de slaapkamer van Elisabeth (1882) in Villa Hermes (Lainz, bij Wenen)
In 1879 mocht Makart de "Aufzug" (processie, optocht) ter ere van de zilveren bruiloft van keizer Franz Josef en Elisabeth organiseren. Het aanknopen bij de antieke cultuur was een vanzelfsprekende zaak en een veelgebruikt thema in de kunst. Graaf Hans Wilczek (4e van rechts, sponsor van de jachtgroep), Hans Wunderer (2e van links) en Josef Richter (geheel links, neef van de beroemde dirigent)
Navolging: ‘Makartstil’
Eduard Charlemont Julius Victor Berger Hans Zatzka e.a.
Het begin van het einde: liberalen verliezen de macht (1895) Liberalisme gaat aan haar succes ten onder: Marxisme, katholicisme, antisemitisme Nieuwe maatschappelijke krachten: pan-germanisme, Tsjechisch nationalisme, christen-socialisme, sociale democratie en zionisme
Georg von Schönerer, Karl Lueger en Theodor Herzl Nationalistisch en kleinburgerlijk (katholiek) antisemitisme en zionisme
De reactie: Wiener Secession (v.a. 1897)
Opgericht door Gustav Klimt, Koloman Moser, Josef Hoffmann, Joseph Maria Olbrich, Otto Wagner e.a. Afsplitsing (= secessie) van het Wiener Künstlerhaus, waarvan het traditionalisme werd veroordeeld.
‘De tijd haar kunst, de kunst haar vrijheid’
Schilderingen in de universiteit: culturele kwesties worden politiek en politieke kwesties worden cultureel Kritiek: ‘wazige, fantastische constructie’ Klimt loopt professoraat mis
De Beethovententoonstelling, 1902
Beethovensculptuur, Max Klinger
Loos’ oorlogsverklaring aan de ornamentiek ‘Ornament en misdaad’ 1908 (Ornament und Verbrechen): vooruitgang van een cultuur is verbonden met het terugdringen van ornamentiek;
het is een misdaad was om ambachtslieden hun tijd te laten verspillen aan ornamenten die alleen maar het moment dichterbij brengen waarop een voorwerp ouderwets is geworden; de meest primitieve samenlevingen gebruiken veel ornamenten, terwijl de meest geavanceerde geen overbodige ornamenten kennen, of op zijn minst ornamentiek trachten tegen te gaan als die geen zinvol doel heeft.
‘Omwille van de waarheid’: Kokoschka, Schiele en Schönberg
Oskar Kokoschka (1886 – 1980)
Egon Schiele (1890 – 1918)
Arnold (Franz Walter) Schönberg (1874 – 1951)
Het einde van de dubbelmonarchie
Maurice Ravel, ‘La Valse’ “Ik dacht bij dit werk aan een soort apotheose van de Weense wals, waarin zich in mijn gedachten de voorstelling van een fantastische werveling mengde, waaraan niemand zich kan onttrekken….”