U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor SAMSUNG SGH-I320N. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de SAMSUNG SGH-I320N in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen, maat, accessoires, enz.). Uitgebreide gebruiksaanwijzingen staan in de gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing SAMSUNG SGH-I320N Gebruikershandleiding SAMSUNG SGH-I320N Handleiding SAMSUNG SGH-I320N Bedieningshandleiding SAMSUNG SGH-I320N Instructiehandleiding SAMSUNG SGH-I320N
Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG SGH-I320N http://nl.yourpdfguides.com/dref/3966657
Handleiding samenvatting: .......... . . . . 5 HOOFDSTUK 1 Aan de slag Uitpakken . ..... . . . . . . . . Kennismaken met de telefoon De SIM-kaart installeren . . . . De batterij plaatsen . . . . . . . De telefoon opladen . ..... . De telefoon in- of uitschakelen . . . . .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... . . . . . . . . .8 . 9 13 15 16 18 HOOFDSTUK 2 Basisfuncties Het startscherm . . . . . . . . . . ..... . . Het menu Starten . . . .......... . . . Tekst invoeren . . . . . . . ..... ..... . De telefoon aanpassen . . . . . . . . . . . . De toetsen vergrendelen . . . . . . . . . . . Het opstartprogramma . ..... . . . . . . Een geheugenkaart gebruiken . . . . . . . Programma's toevoegen en verwijderen Certificaten beheren . . . . . . . ..... . . Telefooninstellingen terugzetten . . . . . . Online helpteksten . . . . . . . . . . . . . . . SIM AT (SIM Application Toolkit) . . ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ..........
.......... . . . @@. . ..... . . . . . . Verbindingsinstellingen aanpassen . . . . . De telefoon verbinden met een computer Gegevens synchroniseren . . . . . . . . . . . Synchronisatie-instellingen aanpassen . . . ..... .......... .......... ..... ..... . . . . . . . . . @@. .......... ..... Een oproep tot stand brengen . . . . . . Uitgebreide belfuncties . . . . . . . . . . . Een oproep beantwoorden of negeren . Opties tijdens een gesprek . . . . . . . . Overige belfuncties . . . . ..... . . . . . De telefoonfuncties aanpassen . . . . . .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... . . . . . . . . . @@. . . . Internet Explorer WAP browser . . . Pocket MSN . . . . ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... . . . . 73 89 93 97 HOOFDSTUK 6 Organizer Contactpersonen . Agenda . . . . . . . . Belangrijke datum Taken . . . . . . . . . Spraakmemo's . . . Alarm . . . . . . . . . Wereldklok . . . . . . .......... .....
..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... . . 103 110 114 116 118 119 121 HOOFDSTUK 7 Multimedia Camera . . . .......... .......... ..... . . . . 122 Windows Media Player . .......... .......... . 128 Afbeeldingen en video's . . . . ..... .......... . 139 3 HOOFDSTUK 8 Extra programma's Spelletjes . . . . . Calculator . . . . . Smart Converter StopWatch . . . . . Picsel Viewer . . . File Manager . . . SIM Manager . . . Taakbeheer . . . . . .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ..........
.......... ..... ..... .......... .......... ..... . . . . 143 144 145 146 146 150 153 155 HOOFDSTUK 9 Verbinding maken Verzenden via infraroodverbindingen . . . . . . . . . . Verzenden via Bluetooth . .......... ..... . . . Modemverbinding . . .......... .......... . . Verbinding maken met internet of met een netwerk . . . . 157 160 163 164 HOOFDSTUK 10 Problemen oplossen Algemene problemen . . . . .......... . . . . . . . . Problemen met telefoneren . . ..... ..... . . . . . . Problemen met de stroomvoorziening en met opladen Problemen met toepassingen . . . . .......... . . . 171 174 176 179 HOOFDSTUK 11 Kennisgevingen Informatie over SAR-certificering . . ..... . . Kennisgeving voor de Europese Unie . . . . . . Belangrijke veiligheidsinformatie . . . . . . . . . Veiligheidsvoorschriften voor de voedingsbron Verzorging en onderhoud . . . ..... ..... . Gebruiksrechtovereenkomst van Microsoft . . . . . . . . . .......... ..... ..... . . . . 185 186 187 189 190 192 4 Belangrijke veiligheidsinformatie Lees deze richtlijnen zorgvuldig door voordat u de telefoon in gebruik neemt. Wanneer u zich hier niet aan houdt, kan dit tot gevaarlijke en onrechtmatige situaties leiden. Verkeersveiligheid voor alles Gebruik de telefoon niet tijdens het rijden. Parkeer eerst de auto. Uitschakelen bij het tanken Gebruik de telefoon niet bij een tankstation of in de buurt van brandstoffen of chemicaliën. Uitschakelen in een vliegtuig Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische systemen veroorzaken. Het gebruik ervan in vliegtuigen is gevaarlijk en niet toegestaan. Uitschakelen in de nabijheid van medische apparatuur In ziekenhuizen en andere zorginstellingen wordt vaak apparatuur gebruikt die niet bestand is tegen externe radiosignalen. Houd u aan alle geldende regels of voorschriften. Storingen De werking van een mobiele telefoon kan worden verstoord door de radiosignalen van andere apparatuur. 5 Speciale voorschriften Houd u aan speciale voorschriften en zet de telefoon uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon niet is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren. Waterbestendigheid De telefoon is niet bestand tegen water. Zorg ervoor dat de telefoon droog blijft. Stand van de telefoon Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (tegen uw oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als de telefoon is ingeschakeld. Alarmnummer bellen Toets het alarmnummer in en druk op de toets . De telefoon buiten het bereik van kleine kinderen houden Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen. Accessoires en batterijen Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires en batterijen, zoals headsets en datakabels voor de pc. Het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires kan de telefoon beschadigen en kan gevaarlijk zijn. 6 BELANGRIJK: · De telefoon kan ontploffen als u de batterij vervangt door een batterij van een onjuist type. · Gooi oude batterijen weg volgens de geldende richtlijnen. Uw gehoor kan bij langdurige blootstelling aan een hoog volume door een headset worden beschadigd. Deskundige technische service Laat het onderhoud van de telefoon altijd over aan gekwalificeerde technici. Zie "Belangrijke veiligheidsinformatie" op pagina 187 voor meer informatie over veiligheid. Opmerking: Afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft, kunnen de telefoon en accessoires afwijken van de illustraties in deze gebruiksaanwijzing. 7 1 Aan de slag Gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe Smartphone. In dit hoofdstuk vindt u informatie over het instellen van de telefoon, het opladen van de batterijen en de verschillende onderdelen van de telefoon. Uitpakken In de doos vindt u de volgende onderdelen: Telefoon Gegevenskabel voor pc Batterijen Reisadapter Cd-rom's* Referentiehandleiding * Een cd-rom met Microsoft ActiveSync-software, een cd-rom met aanvullende software en programma's en een cd-rom met de gebruikershandleiding in PDF-indeling. Uw Samsung-dealer kan ook de volgende accessoires leveren voor de telefoon: · Oplader/adapter voor in de · Batterijhouder auto · Standaardbatterij · Bluetooth handsfree carkit · Reisadapter · Hoofdtelefoon · Gegevenskabel voor pc · Bluetooth USB-dongle-kit · Bluetoothmono- en -stereoheadset Opmerking: de onderdelen die bij de telefoon worden meegeleverd en de accessoires die verkrijgbaar zijn bij de Samsung-dealer kunnen per land en per provider verschillen. 8 Aan de slag Kennismaken met de telefoon Vooraanzicht Infraroodpoort Oortelefoon Display Volumetoetsen Navigatietoetsen (Omhoog/Omlaag/Links/ Rechts) Rechterfunctietoets Beëindigen/Aan/Uit Terug/Wissen Alfanumerieke toetsen/ Speciale functietoetsen OK-toets Linkerfunctietoets Verzendtoets Startscherm Microfoon 9 Aan de slag Achteraanzicht Cameraflitser Cameralens Snelmenu Toetsenblokkering Cameratoets Externe luidspreker Aansluitpunt
headset Klepje van het batterijcompartiment Aansluiting voor oplader/datakabel 10 Aan de slag De toetsen van de telefoon Toets Beschrijving · Druk hierop om het Snelmenu te openen.
Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG SGH-I320N http://nl.yourpdfguides.com/dref/3966657
· Ingedrukt houden om het toetsenbord te blokkeren. · Druk hierop om het programma Spraakmemo's te openen. · Ingedrukt houden om de camera aan te zetten. · Druk hierop om het volume van de oortelefoon en de luidspreker aan te passen. · Druk hierop om de beltoon uit te schakelen wanneer de telefoon overgaat. Ingedrukt houden om de oproep te weigeren. Druk hierop om de opdracht uit te voeren die boven de toets op het scherm wordt weergegeven. Druk hier op om vanuit een programma over te schakelen naar het startscherm. · Druk hierop om terug te keren naar het vorige scherm. · Druk hierop om de tekens in een tekstinvoerveld te wissen. · Druk hierop om door een lijst te bladeren. · Druk hierop om de cursor in een tekstinvoerveld te verplaatsen. Druk hierop om de selectie of invoer te bevestigen. 11 Aan de slag Toets Beschrijving · Druk hierop om het belscherm te openen. · Druk hierop om te bellen of een oproep te beantwoorden. · Ingedrukt houden om de telefoon aan of uit te zetten. · Druk hierop om het gesprek te beëindigen. ~ Druk hierop om getallen of tekens in te voeren. Druk hierop om in een tekstinvoerveld te schakelen tussen tekens op de bovenste helft van de toetsen en tekens op de onderste helft. Druk hierop om in een tekstinvoerveld te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters. Druk hierop om de tekstinvoerstand te wijzigen. Druk hierop om het profiel Stil vanuit het startscherm in of uit te schakelen. Druk hierop om tekens te wissen. · Druk hierop om de selectie of invoer te bevestigen. · Druk hierop om op een nieuwe regel te beginnen in een tekstinvoerveld. Druk hierop om het programma Berichten te openen. Druk hierop om een komma in te voeren in een tekstinvoerveld. 12 Aan de slag De SIM-kaart installeren Als u bij een provider een abonnement afsluit, ontvangt u een SIM-kaart. Hierop zijn uw abonnementsgegevens (PIN, extra diensten en andere gegevens) opgeslagen. · Houd de SIM-kaart buiten het bereik van kinderen. · De SIM-kaart en de contactpunten hierop zijn zeer gevoelig voor beschadiging of verbuiging. Behandel de kaart dus zeer voorzichtig. · Let erop dat de telefoon is uitgeschakeld voordat u de batterij verwijdert om de SIM-kaart te installeren. De SIM-kaart plaatsen 1. Verwijder het klepje van de batterij. 13 Aan de slag 2. Schuif de SIM-kaart onder de twee uitsteeksels, zoals in de afbeelding is aangegeven, en zorg ervoor dat de goudkleurige contactpunten op de kaart naar beneden zijn gericht. Plaats de batterij. Zie de volgende pagina. De SIM-kaart verwijderen Schuif de SIM-kaart uit de houder, zoals in de afbeelding is aangegeven. 14 Aan de slag De batterij plaatsen De telefoon werkt op een oplaadbare Li-ion-batterij. Gebruik alleen goedgekeurde batterijen en opladers. De batterij plaatsen 1. Verwijder het klepje van de batterij. 2. Plaats de batterij in het batterijcompartiment met de goudkleurige contactpunten naar de bovenkant van de telefoon gericht. 15 Aan de slag 3. Sluit het klepje van de batterij. De batterij uit de telefoon halen 1. Zet de telefoon zo nodig uit door ingedrukt te houden totdat er via een afbeelding wordt aangegeven dat de telefoon wordt uitgeschakeld. 2. Verwijder het klepje van het batterijcompartiment. 3. Haal de batterij uit de telefoon. De telefoon opladen 1. Sluit de connector vaninnengekomen. · : een nieuw voicemailbericht via lijn 1. · : een nieuw voicemailbericht via lijn 2. · : een nieuw voicemailbericht via beide lijnen. 21 Basisfuncties Symbool Beschrijving Wordt weergegeven als u een oproep hebt gemist. Wordt weergegeven als u hebt ingesteld dat inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een andere bestemming. Toegang tot informatie vanuit het startscherm Vanuit het startscherm kunt u: · geplande afspraken weergeven · profielopties wijzigen · ongelezen SMS- of MMS-berichten weergeven U kunt de gegevens van elk item als volgt wijzigen: 1. Druk in het startscherm op de navigatietoetsen om te bladeren naar het item dat u wilt wijzigen en druk op . 2. Bekijk uw afspraken of berichten of wijzig de profielinstelling. Meer informatie over het wijzigen van deze items vindt u in deze handleiding bij de instructies voor elke taak. 3. Druk op of startscherm. om terug te keren naar het 22 Basisfuncties Het startscherm aanpassen U kunt het startscherm aanpassen aan uw voorkeuren. 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Display Beginscherm. 3. Druk op de toets Omhoog of Omlaag om naar een optie te bladeren en druk op de toets Links of Rechts om de instelling te wijzigen. De volgende opties zijn beschikbaar: · Indeling beginscherm: selecteer de gewenste indeling voor het startscherm. · Kleurenschema: selecteer het gewenste kleurenschema voor het startscherm. · Achtergrondafbeelding: selecteer de afbeelding die u wilt gebruiken als achtergrond voor het startscherm. · Time-out: geef op hoe lang wordt gewacht voordat het startscherm weer wordt weergegeven als de telefoon niet wordt gebruikt. 4. Wanneer u klaar bent, drukt u op de functietoets Gereed. Het menu Starten Vanuit het menu Starten hebt u toegang tot alle programma's van de telefoon. Druk in het startscherm op de functietoets Start om het menu te openen. 23 Basisfuncties U kunt de stijl van het menu wijzigen. Druk op de functietoets Start en kies Instellingen Display Menustijl starten. Selecteer vervolgens Rooster of Lijst. Programma's of mappen openen Blader met de navigatietoetsen naar een programma of een map en druk op om het programma of de map te openen. U kunt ook op de cijfertoets drukken die aan het gewenste programma is toegewezen. Schakelen tussen programma's De telefoon kan meerdere taken tegelijk uitvoeren. U kunt meerdere programma's tegelijk uitvoeren en van het ene naar het andere programma overschakelen. Druk in een op om naar het startscherm te gaan. toepassing op Open vervolgens een andere toepassing via Snelstart of het menu Starten. Opmerking: wanneer u een GPRS-verbinding gebruikt en op drukt, wordt de verbinding verbroken. Als u de verbinding wilt behouden, drukt u op of zo vaak als nodig is om naar het startscherm te gaan. Programma's sluiten Via Taakbeheer kunt u geopende programma's beëindigen. 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start, druk op de functietoets Meer en kies Bureau-accessoires. 2. Druk op de functietoets Meer en kies Taakbeheer. 24 Basisfuncties 3. Blader naar een programma en druk op de functietoets Stoppen. Als u alle geopende programma's wilt sluiten, drukt u op de functietoets Menu en selecteert u Alles stoppen. Tekst invoeren De telefoon beschikt over een QWERTY-toetsenbord waarmee u snel en gemakkelijk tekst kunt invoeren. U kunt de tekst net zo invoeren als met het toetsenbord van een computer.
Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG SGH-I320N http://nl.yourpdfguides.com/dref/3966657
Op de onderste helft van de toetsen staan de letters van het alfabet en op de bovenste helft staan cijfers en symbolen. Druk op de toets met het teken dat u wilt invoeren. Druk op om te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters. U kunt de cursor verplaatsen met de navigatietoetsen. Druk op om een teken te verwijderen. U kunt ook de volgende functietoetsen gebruiken: · · · · : tekens verwijderen. : op een nieuwe regel beginnen. : schakelen tussen hoofdletters en kleine letters of de stand Alleen hoofdletters inschakelen. : de tekstinvoerstand wijzigen. U kunt wisselen tussen de ABCstand en de T9-stand, waarbij afhankelijk van de gebruikte toetsen het woord wordt voorspeld. Daarnaast kunt u de 123-stand gebruiken voor het ingeven van letters en de symboolstand voor het invoegen van symbolen. : overschakelen naar de 123-stand voor het ingeven van cijfers. 25 · Basisfuncties De telefoon aanpassen U kunt de instellingen van de telefoon aanpassen aan uw manier van werken. Landinstellingen Via Landinstellingen kunt u de getal-, valuta-, tijd- en datumnotatie voor uw land wijzigen. 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Meer... Meer.. . Landinstellingen. 3. Selecteer de gewenste optie in elk veld. 4. Wanneer u klaar bent, drukt u op de functietoets Gereed. 5. Als u de optie Taal of Landinstellingen hebt gewijzigd, drukt u op de functietoets OK. Vervolgens moet u de telefoon uit- en weer inschakelen om de wijzigingen van kracht te laten worden. Tijd- en datuminstellingen Met de instelling Datum en tijd kunt u de datum, de tijd en de tijdzone instellen. 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Klok en alarmsignalen Datum en tijd. 26 Basisfuncties Opmerking: met Wekker op het scherm Klok en alarmsignalen kunt u instellen dat een alarm op een bepaald tijdstip afgaat. 3. Stel de tijdzone en de huidige datum en tijd in. 4. Wanneer u klaar bent, drukt u op de functietoets Gereed. Opmerking: u kunt de tijd- en datumnotatie wijzigen die worden weergegeven in Landinstellingen. Energiebeheer U kunt de batterij sparen door de uitschakeltijd voor het display en voor de achtergrondverlichting van het toetsenbord en het display aan te passen of door de helderheid van het display aan te passen. 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Meer... Energiebeheer. 3. Selecteer de energie-instellingen: · Hoofdbatterij: hier kunt u de batterijsterkte controleren. · Uitschakeltijd verlichting: hier selecteert u hoe lang de achtergrondverlichting aan moet blijven. Hiermee worden het display en het toetsenbord verlicht. Wanneer u op een willekeurige toets drukt, gaat de achtergrondverlichting aan en blijft deze aan gedurende de opgegeven uitschakeltijd. 27 Basisfuncties · Uitschakeltijd display: hier selecteert u hoe lang de displayverlichting aan moet blijven. In de standbystand wordt na een bepaalde periode de slaapstand ingeschakeld, zodat er weinig stroom wordt verbruikt. · Contrast display: hier kunt u de helderheid van het display aanpassen. 4. Wanneer u klaar bent, drukt u op de functietoets Gereed. Toegankelijkheidsinstellingen U kunt opties configureren om de functies van de telefoon beter toegankelijk te maken. 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Meer... Meer... Toegankelijkheid. 3. Selecteer de gewenste opties. · Lettertype systeem: hier kunt u de tekengrootte voor het scherm instellen. · Time-out bevestiging: hier kunt u de time-out instellen voor een niet-bevestigde actie. · Inkom.-oproepvolume: hier kunt u het volume instellen van de waarschuwingstoon die klinkt wanneer u een gesprek voert. 4. Wanneer u klaar bent, drukt u op de functietoets Gereed. 28 Basisfuncties Geluidsinstellingen U kunt de geluidsinstellingen voor diverse gebeurtenissen op de telefoon instellen. Geluiden en meldingen instellen De telefoon waarschuwt u op verschillende manieren wanneer u iets moet doen, een bericht ontvangt of op de toetsen van de telefoon drukt. Als u bijvoorbeeld een afspraak hebt gepland, wordt u op de volgende manieren gewaarschuwd: · Er wordt een door u gekozen geluid afgespeeld · Het lampje knippert, of · De telefoon trilt U kunt voor elke gebeurtenis een type of een geluid kiezen. 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Geluiden. 3. Selecteer de gebeurtenis waarvoor u een geluid wilt opgeven. 4. Selecteer het herinneringstype of de beltoon. 5. Wanneer u klaar bent, drukt u op de functietoets Gereed. Opmerkingen: · U kunt verbinding maken met internet en beltonen downloaden die een wav- of mid-indeling hebben. · Als u een mp3- of wma-bestand wilt gebruiken als beltoon, moet het bestand zijn opgeslagen in een map in Opslag, Geheugenkaart of My Documents. 29 Basisfuncties Het geluidsprofiel wijzigen Met behulp van profielen kunt u de tonen van de telefoon voor verschillende gebeurtenissen of omgevingen aanpassen en de instellingen vervolgens als een groep toepassen. Het geselecteerde profiel wordt weergegeven in het startscherm. U kunt profielen als volgt wijzigen: 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Profielen. De lijst met profielen wordt geopend. 3. Selecteer het gewenste profiel. Als u Automatisch selecteert, wordt automatisch geschakeld tussen de profielen Normaal en Vergadering, afhankelijk van uw agenda-items. Opmerkingen: · U kunt het profiel snel wijzigen. Druk op en selecteer het gewenste profiel in het Snelmenu. · U kunt het profiel Stil snel in- of uitschakelen door ingedrukt te houden in het startscherm. U kunt profielen als volgt aanpassen: 1. Blader in het scherm Profielen naar het gewenste profiel. 2. Druk op de functietoets Menu en kies Bewerken. 3. Wijzig de instellingen in de gewenste velden. De beschikbare opties zijn afhankelijk van het geselecteerde profiel. 30 Basisfuncties 4. Wanneer u klaar bent, drukt u op de functietoets Gereed. Opmerkingen: · Als u de fabrieksinstellingen van alle profielinstellingen wilt herstellen, drukt u op de functietoets Menu in de lijst met profielen en kiest u Reset naar standaard. · Wanneer u voor het profiel Headset het belsignaal instelt op Stil of Vibrate (Trillen), moet u oproepen handmatig beantwoorden, zelfs als de optie Automatisch beantw. is ingeschakeld. Informatie over de eigenaar Via informatie over de eigenaar wordt de eigenaar of gebruiker van de telefoon geïdentificeerd. Stel uw contactgegevens in voor het geval u de telefoon kwijtraakt. 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Meer... Meer... Info over eigenaar. 3. Vul elk invoerveld in. Als u notities wilt toevoegen, voert u deze in het veld Notities in. 4. Wanneer u klaar bent, drukt u op de functietoets Gereed. 31 Basisfuncties Instelling voor USB-functie U kunt instellen hoe de telefoon functioneert wanneer deze op een computer is aangesloten via een USB-poort.
Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG SGH-I320N http://nl.yourpdfguides.com/dref/3966657
1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Meer.. . Verbindingen USB. 3. Selecteer een van de volgende functies voor USBverbindingen: · ActiveSync: selecteer deze optie als de telefoon moet communiceren via ActiveSync. · Massa-opslag: de telefoon wordt gezien als een extern apparaat voor geheugenopslag. 4. Druk op de functietoets Gereed. Instelling voor foutenrapportage De telefoon heeft een functie voor foutenrapportage die u informeert over fouten in een programma waardoor het telefoonsysteem kan vastlopen. U kunt deze functie in- of uitschakelen. 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Meer... Meer... Foutenrapportage. 3. Selecteer Inschakelen of Uitschakelen en druk op de functietoets Gereed. 32 Basisfuncties Beveiligingsinstellingen Met de opties onder Beveiliging kunt de telefoon en de SIM-kaart beveiligen tegen onbevoegd gebruik. De telefoon vergrendelen U kunt de telefoon vergrendelen met de vergrendelingsfunctie. Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt de telefoon automatisch vergrendeld na een opgegeven inactieve periode. Opmerking: ook als de telefoon is vergrendeld, kunt u oproepen ontvangen. U kunt de telefoon als volgt vergrendelen: 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Meer.. . Beveiliging Apparaat blokkering. 3. Selecteer Bericht indien apparaat niet gebruikt gedurende en kies hoe lang de telefoon inactief moet zijn voordat hij wordt vergrendeld. 4. Blader naar het veld Type wachtwoord en selecteer een wachtwoordtype. · Eenvoudige PIN-code: gebruik de PIN-code die u bij de SIMkaart hebt gekregen. · Alfanumeriek: gebruik een alfanumeriek wachtwoord. Een wachtwoord moet langer zijn dan 7 tekens en ten minste 3 hoofdletters en kleine letters, cijfers of leestekens bevatten. 33 Basisfuncties 5. Geef in het veld Wachtwoord een wachtwoord in. 6. Geef in het veld Bevestig wachtwoord hetzelfde wachtwoord ter bevestiging opnieuw in. 7. Druk op de functietoets Gereed. 8. Druk op de functietoets Ja. Opmerking: u kunt de telefoon ook handmatig vergrendelen door op te drukken en Apparaatblokkering te selecteren in het Snelmenu. U kunt de telefoon als volgt ontgrendelen: 1. Druk in het startscherm op de functietoets Ontgrendelen. 2. Geef het wachtwoord in en druk op de functietoets Gereed. De SIM PIN-code activeren Wanneer de SIM PIN-code is ingeschakeld, moet u de PINcode die bij de telefoon is geleverd telkens invoeren als u de telefoon aanzet of als u de SIM-kaart in een ander apparaat plaatst. Hierdoor kunnen mensen die uw PINcode niet kennen, de telefoon alleen met uw toestemming gebruiken. 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Meer... Beveiliging SIM PIN-code uitschakelen. 3. Geef de PIN-code in en druk op de functietoets Gereed. 34 Basisfuncties De SIM-kaart blokkeren Wanneer SIMblokkering is ingeschakeld, werkt de telefoon alleen met de huidige SIM-kaart. Als u een andere SIMkaart wilt gebruiken, moet u het wachtwoord voor SIMblokkering invoeren. 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Meer.. . Beveiliging SIM-blokkering inschakelen. 3. Geef een wachtwoord voor uw SIM-kaart in en geef het wachtwoord ter bevestiging opnieuw in. 4. Druk op de functietoets Gereed. PIN2-code wijzigen Een PIN2-code wordt gebruikt voor bepaalde functies die de SIM-kaart ondersteunt. U kunt de PIN2-code die bij de SIM-kaart is geleverd wijzigen. 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Meer... Beveiliging PIN2 wijzigen. 3. Geef de huidige PIN2-code in, geef de nieuwe PIN2-code in en geef de nieuwe PIN2-code ter bevestiging opnieuw in. 4. Druk op de functietoets Gereed. 35 Basisfuncties Het blokkeerwachtwoord wijzigen Het is mogelijk om het standaardblokkeerwachtwoord dat u van uw provider hebt gekregen, te wijzigen. 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Meer... Beveiliging Blokkeerwachtwoord. 3. Geef het huidige wachtwoord in, geef het nieuwe wachtwoord in en geef het nieuwe wachtwoord ter bevestiging opnieuw in. 4. Druk op de functietoets Gereed. Sneltoetsen U kunt de cijfertoetsen gebruiken als sneltoetsen om rechtstreeks bepaalde programma's in het menu Starten te openen. Opmerking: u kunt ook telefoonnummers, e-mailadressen of webpagina's in Contactpersonen aan de cijfertoetsen toewijzen als snelkiesnummers. Zie pagina 64 voor meer informatie over het instellen van de snelkeuzelijst. Een toets als sneltoets instellen 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Blader naar het programma waaraan u een toets wilt toewijzen. 36 Basisfuncties 3. Druk op de functietoets Menu en kies Toev. aan Snelkeuzenr.. 4. Geef indien nodig de gewenste naam in het veld Naam in. 5. Selecteer een locatie in het veld Toewijz. toetsenblok en druk op de functietoets Gereed. Opmerking: er zijn maximaal 99 locaties beschikbaar. De locaties 0 en 1 zijn respectievelijk gereserveerd voor de internationale toegangscode "+" en het nummer van de voicemailserver. Een menu openen met een sneltoets Ga in het startscherm op een van de volgende manieren te werk: · Bij een sneltoetsen met één cijfer: houd de cijfertoets ingedrukt. · Bij sneltoetsen met twee cijfers: druk op de eerste cijfertoets en houd vervolgens de laatste cijfertoets ingedrukt. Opmerking: om er zeker van te zijn dat bewerkingen, zoals het verplaatsen of opslaan van bestanden, volledig zijn voltooid, wacht u ten minste 50 seconden voordat u de batterij verwijdert. 37 Basisfuncties De toetsen vergrendelen U kunt de toetsen op de telefoon vergrendelen, zodat u niet een programma start of de telefoon in- of uitschakelt als u per ongeluk op een toets drukt. Houd ingedrukt of druk op en kies Toetsen blokkeren in het Snelmenu om de toetsen te vergrendelen. Als u de toetsenvergrendeling wilt opheffen, drukt u op Ontgrendelen en vervolgens op . Het opstartprogramma Met het opstartprogramma kunt u de programma's in het menu Starten weergeven op type en snel het gewenste programma openen. U opent het opstartprogramma als volgt: Houd ingedrukt in het opstartscherm. Of druk op de functietoets Start, druk op de functietoets Meer en selecteer Bureau-accessoires Program Launcher. Een programma openen 1. Druk in het scherm van het opstartprogramma op de functietoets Groep en kies de gewenste groep. 2. Selecteer het gewenste programma. 38 Basisfuncties Een programma in een groep verplaatsen 1. Blader in het scherm van het opstartprogramma naar het programma dat u wilt verplaatsen. 2. Druk op de functietoets Menu en kies Verplaatsen. 3. Wanneer het geselecteerde programma knippert, verplaatst u het programma naar de gewenste positie met de toets Omhoog of Omlaag. 4. Druk op de functietoets Gereed. Groepen beheren U kunt nieuwe groepen maken, groepen verwijderen of de volgorde van de lijst met groepen wijzigen.
Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG SGH-I320N http://nl.yourpdfguides.com/dref/3966657
1. Druk in het scherm van het opstartprogramma op de functietoets Menu en kies Groep wijzigen. 2. Druk op de functietoets Menu om de volgende opties te gebruiken: · Nieuw: hiermee voegt u een nieuwe groep toe. · Wissen: hiermee kunt u de geselecteerde groep verwijderen. · Naam wijzigen: hiermee kunt u de naam van de groep wijzigen. · Verplaatsen: hiermee kunt u de groep verplaatsen. 3. Wanneer u klaar bent, drukt u op de functietoets Gereed. 39 Basisfuncties Een geheugenkaart gebruiken De telefoon is voorzien van een sleuf voor microSDgeheugenkaarten. Deze worden voornamelijk gebruikt voor het maken van back-ups of voor het overzetten van bestanden en gegevens. Opmerking: gebruik alleen compatibele geheugenkaarten in de telefoon. Bij het gebruik van incompatibele geheugenkaarten, zoals SD-kaarten (Secure Digital), kunnen de kaart, de telefoon en de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen beschadigd raken. Een geheugenkaart plaatsen 1. Schakel de telefoon uit en verwijder het klepje van de batterij en de batterij. 2. Duw de geheugenkaart in de sleuf totdat de kaart vastklikt. De kaart zit goed vast als hij niet uit de telefoon steekt. 3. Plaats de batterij terug en sluit het klepje van de batterij. 40 Basisfuncties Een geheugenkaart verwijderen. Duw op de kaart en laat hem weer los, zodat de kaart loskomt uit de sleuf. Neem de kaart uit de telefoon. Programma's toevoegen en verwijderen Zolang de telefoon voldoende geheugen heeft, kunt u elk programma installeren dat voor de telefoon is gemaakt. Op de website van Microsoft (http://www.microsoft.com/ mobile/smartphone) kunt u veel populaire software voor de telefoon vinden. Programma's toevoegen met ActiveSync Programma's die u vanaf internet hebt gedownload of programma's die op de meegeleverde cd-rom met software staan kunt u installeren door uw telefoon en uw computer te synchroniseren. U moet eerst het type van de telefoon en van de processor nagaan, zodat u weet welke versie van de software u moet installeren. 41 Basisfuncties 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start en kies Instellingen Meer... Meer... Info. Controleer de versie van de telefoon. 2. Download een programma vanaf internet naar uw computer of plaats de cd-rom met het gewenste programma in de computer. Let erop dat het programma is ontworpen voor de telefoon en het processortype van de telefoon. 3. Lees de installatie-instructies, de Leesmij-bestanden of de documentatie van het programma. 4. Sluit de telefoon aan op de computer en zorg ervoor dat ActiveSync is geactiveerd. Zie pagina 48 voor meer informatie over ActiveSync. 5. Dubbelklik op het bestand *.exe op de computer. Als het bestand een installatiebestand is, wordt de installatiewizard gestart. Volg de instructies op het scherm. Nadat de software is geïnstalleerd, wordt de software automatisch overgezet naar de telefoon. Als het bestand geen installatiebestand is, wordt een foutmelding weergegeven. U moet dit bestand met Verkennen in ActiveSync naar de telefoon verplaatsen om het programmabestand naar de map Start Menu in de telefoon te kopiëren. Nadat de installatie is voltooid, kunt u het programma bekijken en openen via het menu Start. 42 Basisfuncties Een programma rechtstreeks vanaf internet toevoegen U moet eerst het type van de telefoon en van de processor bepalen, zodat u weet welke versie van de software u moet installeren. 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start en kies Instellingen Meer.. . Meer... Info. Controleer de versie van de telefoon. 2. Download het programma rechtstreeks vanaf internet naar de telefoon met behulp van Internet Explorer. Let erop dat het programma is ontworpen voor de telefoon en het processortype van de telefoon. 3. Lees de installatie-instructies, de Leesmij-bestanden of de documentatie van het programma. 4. Selecteer het bestand, zoals een *.xip- of *.exebestand. De installatiewizard wordt gestart. 5. Volg de aanwijzingen op het scherm. Nadat de installatie is voltooid, kunt u het programma bekijken en openen via het menu Start. Programma's verwijderen 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Meer... Software verwijd. 3. Selecteer het programma dat u wilt verwijderen. 4. Druk op de functietoets Menu en kies Verwijderen. 43 Basisfuncties 5. Druk op Ja om het verwijderen te bevestigen. 6. Wanneer u klaar bent, drukt u op de functietoets OK. Certificaten beheren Op de telefoon kunt u certificaten met openbare sleutels toevoegen en verwijderen. U kunt de volgende typen certificaten op de telefoon opslaan. · Basis: hiermee kan uw identiteit worden vastgesteld wanneer u zich aanmeldt bij een beveiligd netwerk, zoals een bedrijfsnetwerk. · Persoonlijk: hiermee kan de identiteit worden vastgesteld van servers waarmee u verbinding maakt. Zo wordt voorkomen dat onbevoegde gebruikers toegang krijgen tot uw telefoon en uw gegevens. Certificaten weergeven 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Meer... Beveiliging Certificaten een certificaattype. 3. Selecteer het certificaat als u meer details wilt weergeven. Een certificaat verwijderen 1. Blader in de lijst naar het gewenste certificaat. 2. Druk op de functietoets Menu en kies Verwijderen. 3. Druk op Ja om het verwijderen te bevestigen. 44 Basisfuncties Telefooninstellingen terugzetten U kunt de instellingen van de telefoon terugzetten en alle gegevens die aan het geheugen zijn toegevoegd verwijderen. De standaardinstellingen terugzetten 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Meer.. . Beveiliging Meer... Harde reset. U kunt de telefoon ook aanzetten terwijl u ingedrukt houdt. 3. Geef het initialisatiewachtwoord in en druk op de functietoets Gereed. Het standaardwachtwoord is "1234". 4. Druk ter bevestiging op de functietoets Ja. De instellingen worden teruggezet en de telefoon wordt opnieuw opgestart. Het initialisatiewachtwoord wijzigen U kunt het initialisatiewachtwoord wijzigen om te voorkomen dat de telefooninstellingen door onbevoegden wordt teruggezet. 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Meer... Beveiliging Meer. .. Harde reset wachtwoord. 45 Basisfuncties 3. Geef het oude wachtwoord in, geef het nieuwe wachtwoord in en geef vervolgens ter bevestiging het nieuwe wachtwoord opnieuw in. 4. Druk op de functietoets Gereed. Online helpteksten Online en op de cd-rom die bij de telefoon is geleverd is extra ondersteuningsinformatie voor de telefoon beschikbaar. Voor informatie over: extra programma's die u op de telefoon kunt installeren verbinding maken en synchroniseren met een pc zie: de meegeleverde cd-rom. hoofdstuk 3 in deze gebruikershandleiding of de Help van ActiveSync op uw pc. Klik op het pictogram ActiveSync op de taakbalk van Windows om de Help van ActiveSync weer te geven. http://www.microsoft.com/ mobile/smartphone. de meest recente informatie over de telefoon 46 Basisfuncties SIM AT (SIM Application Toolkit) Dit menu is beschikbaar als u een SIM AT-kaart gebruikt met SAT-menu's (SIM Application Toolkit) en aanvullende diensten, zoals nieuws, weer, sport, ontspanning en plaatsbepaling.
Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG SGH-I320N http://nl.yourpdfguides.com/dref/3966657
Welke diensten beschikbaar zijn, is afhankelijk van de diensten die uw provider biedt. Neem voor meer informatie contact op met uw provider of raadpleeg de instructies bij uw SIM-kaart. 47 3 Synchroniseren Met Microsoft® ActiveSync® kunt u gegevens op uw computer synchroniseren met de gegevens in de telefoon. Tijdens het synchroniseren worden de gegevens in de telefoon vergeleken met de gegevens op de computer en worden de telefoon en de computer beide bijgewerkt met de meest recente gegevens. Met ActiveSync kunt u: · uw contactpersonen, agenda, taken en Postvak IN up-todate houden door de telefoon te synchroniseren met de gegevens van Microsoft Outlook op uw computer. · bestanden kopiëren (in plaats van synchroniseren) van de telefoon naar de computer en andersom. · een synchronisatiemodus selecteren om te bepalen op welk moment de synchronisatie wordt uitgevoerd. · selecteren welke gegevenstypen worden gesynchroniseerd en de hoeveelheid gesynchroniseerde gegevens beheren. WAARSCHUWING · ActiveSync synchroniseert twee apparaten met de meest recente gegevens. Als u na de synchronisatie bepaalde gegevens uit de telefoon verwijdert en de apparaten vervolgens opnieuw synchroniseert, worden de overeenkomstige gegevens ook op de computer verwijderd. Let erop dat u geen belangrijke gegevens verliest. · Als u de telefoon uitzet nadat u met ActiveSync bestanden naar mappen hebt gekopieerd, worden alle bestanden in die mappen verwijderd, met uitzondering van de map Geheugen. Sla belangrijke bestanden daarom op in de map Geheugen, zodat ze niet worden verwijderd. 48 Synchroniseren ActiveSync installeren Voordat u kunt gaan synchroniseren, moet u ActiveSync op uw computer installeren vanaf de meegeleverde cd-rom. U kunt de nieuwste versie van ActiveSync ook downloaden van de website van Microsoft (http://www. microsoft.com). 1. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station van de computer. Of dubbelklik op het installatieprogramma van ActiveSync dat u hebt gedownload. 2. Volg de instructies op het scherm om Microsoft ActiveSync te installeren. Nadat de installatie is voltooid, helpt de wizard Instelling synchronisatie u om de telefoon en de computer met elkaar te verbinden en een synchronisatierelatie in te stellen. 3. Volg de instructies op het scherm. Opmerking: zie pagina 51 voor meer informatie over het verbinden van de telefoon met een computer. Het eerste synchronisatieproces start automatisch wanneer de telefoon met de computer is verbonden. Bekijk na de eerste synchronisatie uw contactpersonen, agenda en taken in de telefoon. U zult zien dat uw gegevens naar de telefoon zijn gekopieerd. 49 Synchroniseren Verbindingsinstellingen aanpassen Als u een verbinding tot stand wilt brengen tussen uw computer en de telefoon, moet u de verbinding(en) die u wilt gebruiken inschakelen in het programma ActiveSync. Standaard worden alle verbindingen ingeschakeld. 1. Selecteer Bestand Verbindingsinstellingen... in het venster van ActiveSync op de computer. 2. Wijzig de verbindingsinstellingen. Als de telefoon niet met de computer is verbonden, klikt u op deze knop om een verbinding tot stand te brengen. 3. Klik op OK. 50 Synchroniseren De telefoon verbinden met een computer U kunt de telefoon met een computer verbinden via een datakabel voor de pc of via de infraroodpoort. Verbinding maken met een datakabel Sluit het ene uiteinde van de datakabel aan op de aansluiting voor de adapter/datakabel aan de rechterkant van de telefoon en het andere uiteinde op de USB-poort op de computer. Opmerking: de USBmodus van de telefoon moet zijn ingesteld voor ActiveSync. Druk op de functietoets Start en kies Instellingen Meer. .. Verbindingen USB. Wijzig de modus. De verbinding wordt tot stand gebracht en het venster van Microsoft ActiveSync wordt geopend. De synchronisatie wordt automatisch gestart. Opmerking: wanneer er een fout optreedt in een USBverbinding, schakelt u de DHCP-clientservice in of schakelt u de firewall of VPN-omgeving uit. 51 Synchroniseren Verbinding maken via de infraroodpoort 1. Schakel de infraroodfunctie op de telefoon in: Druk op de functietoets Start en kies Instellingen Meer.. . Verbindingen Infrarood Inschakelen. 2. Stem de infraroodpoorten op de telefoon en op de computer op elkaar af. Opmerking: als u de infraroodpoort wilt gebruiken, moet het display van de telefoon zijn ingeschakeld. 3. Selecteer Infraroodpoort (IR) in het venster Verbindingsinstellingen van Windows ActiveSync. 4. Druk in het startscherm op de functietoets Start, druk op de functietoets Meer en kies ActiveSync. 5. Druk op de functietoets Menu en kies Verbinding maken via IR. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, wordt weergegeven op de taakbalk van Windows. Opmerking: als de computer geen infraroodpoort heeft, kunt u een USB-IrDA-adapter aanschaffen. 52 Synchroniseren Gegevens synchroniseren Verbind de telefoon met de computer om de synchronisatie te starten. Zie pagina 51 voor meer informatie over het verbinden van de telefoon met de computer. Het scherm van ActiveSync wordt automatisch geopend op de computer en de synchronisatie wordt gestart. De synchronisatiestatus De gegevenstypen die worden gesynchroniseerd Wanneer de synchronisatie is voltooid. blijft de telefoon verbonden met de computer. Als u een wijziging aanbrengt, wordt de synchronisatie automatisch gestart. Als u de synchronisatie wilt starten, drukt u op de functietoets Synchr. in ActiveSync op de telefoon. U kunt de bestandenlijst van de telefoon openen door in het venster van Microsoft ActiveSync op Verkennen te klikken. Vervolgens kunt u snel en gemakkelijk bestanden van de telefoon naar de computer kopiëren en omgekeerd. Opmerking: als u Bluetooth-apparaten wilt synchroniseren met een compatibele pc, hebt u de Bluetooth-stack voor Windows XP Service Pack 2 nodig op uw pc. 53 Synchroniseren Synchronisatieinstellingen aanpassen U kunt diverse instellingen voor synchronisatie met een computer en een server aanpassen en een synchronisatieschema instellen. Eerst moet u de verbinding tussen de telefoon en de computer verbreken. Verwijder de datakabel of verwijder de telefoon uit het infraroodbereik. Pcinstellingen wijzigen 1. Druk in ActiveSync op de telefoon op de functietoets Menu en kies Opties. 2. Markeer Window PC. 3. Druk op de functietoets Menu en kies Instellingen. 4. Wijzig de computernaam, stel in hoe gegevensconflicten tussen de telefoon en de computer worden afgehandeld of stel het type van het gebeurtenislogboek in en druk op de functietoets Gereed. 5. Selecteer de gegevenstypen die u wilt synchroniseren onder de geselecteerde computer. 6. Druk op de functietoets Gereed. Opmerking: zie de Help van ActiveSync voor meer informatie over de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan op de computer en over het wijzigen van synchronisatieopties. 54 Synchroniseren Serversynchronisatie instellen U kunt informatie alleen automatisch synchroniseren als in uw bedrijf Microsoft Exchange Server met Exchange ActiveSync wordt uitgevoerd.
Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG SGH-I320N http://nl.yourpdfguides.com/dref/3966657
Een verbinding met een Exchange-server configureren 1. Druk in ActiveSync op de telefoon op de functietoets Menu en kies Serverbron toevoegen. 2. Geef het serveradres in en selecteer Deze server vereist een beveiligde (SSL)-verbinding om een SSL-protocol te gebruiken voor toegang tot de server. 3. Druk op de functietoets Volgende. 4. Geef uw gebruikersnaam, wachtwoord en domeinnaam voor Microsoft Exchange in. Als u het wachtwoord wilt opslaan, selecteert u Wachtwoord opslaan. 5. Druk op de functietoets Volgende. 6. Selecteer de gegevenstypen die u wilt synchroniseren. 7. Wanneer u klaar bent, drukt u op de functietoets Voltooien. 55 Synchroniseren Het synchronisatieschema wijzigen U kunt de synchronisatie met de Microsoft Exchange-server op twee afzonderlijke tijden plannen. Gebruik het piekurenschema om te synchroniseren tijdens werkuren of andere tijden waarin u grote hoeveelheden e-mail verwacht. Gebruik het dalurenschema om te synchroniseren tijdens de uren waarin u weinig e-mail verwacht. 1. Druk in ActiveSync op de telefoon op de functietoets Menu en kies Schema. 2. Stel de opties in: · Als u periodiek wilt synchroniseren tijdens piekuren, selecteert u een synchronisatiefrequentie in het veld Peak times. · Als u periodiek wilt synchroniseren tijdens daluren, selecteert u een synchronisatiefrequentie in het veld Off-peak times. · Als u het piek- en het dalurenschema wilt gebruiken tijdens roaming, selecteert u Use above settings when roaming. · Als u steeds wanneer u een e-mailbericht verzendt wilt synchroniseren, selecteert u Send outgoing items immediately. · Als u de dagen en de tijden voor piekuren wilt instellen, drukt u op de functietoets Menu en kiest u Peak Times. 3. Wanneer u klaar bent, drukt u op de functietoets Gereed. 56 4 Telefoneren Dit hoofdstuk bevat informatie over alle gespreksfuncties van de telefoon. De telefoonfuncties in- en uitschakelen U kunt op elk gewenste moment de telefoonfuncties uitschakelen en alleen de PDA-functies gebruiken. U kunt de telefoonfuncties ook op elk gewenst moment weer inschakelen. Opmerking: in veel landen bent u wettelijk verplicht de telefoonfuncties uit te schakelen in een vliegtuig. Als u het display van de telefoon uitschakelt, worden de telefoonfuncties niet automatisch uitgeschakeld. U moet daarvoor de draadloze verbinding met het netwerk van uw provider uitschakelen. Als u de telefoonfuncties wilt uitschakelen, drukt u op kiest u Offline-stand. Selecteer Telefoon en kies de instelling Uit. Rechtsboven in het scherm wordt weergegeven. en Als u de telefoonfuncties weer wilt inschakelen, selecteert u Telefoon en kiest u Aan in het scherm Offline-stand. 57 Telefoneren Het belscherm Wanneer u een nummer begint in te toetsen of op drukt, wordt het belscherm geopend. Op het scherm kunt u de laatste nummers die u hebt gebeld en de laatste oproepen die u hebt ontvangen of gemist bekijken. Wanneer u een cijfer invoert, wordt op het belscherm een lijst weergegeven met alle nummers in Contactpersonen en in de belhistorie die dat cijfer bevatten en ook het telefoonnummer dat is toegewezen aan de desbetreffende snelkeuzetoets. Een oproep tot stand brengen U kunt een nummer bellen met behulp van de cijfertoetsen. 1. Geef in het startscherm met de toetsen een nummer in, inclusief het netnummer. 2. Druk op om het nummer te bellen. Tijdens een gesprek wordt de gespreksduur weergegeven. U kunt tijdens een gesprek verschillende gespreksopties gebruiken. Zie pagina 62 voor meer informatie. Als u het volume van de oortelefoon wilt aanpassen, drukt u op om het volume te verhogen of te verlagen. 3. Druk op om de oproep te beëindigen. 58 Telefoneren Uitgebreide belfuncties U kunt iemand bellen vanuit de lijst met contactpersonen, de snelkeuzelijst en de belhistorie. Een nummer kiezen uit de lijst met contactpersonen 1. Druk in het startscherm op de functietoets Contacten. Of druk op de functietoets Start en kies Contactpersonen. 2. Selecteer een contact in de lijst met contactpersonen. 3. Blader naar het gewenste nummer en druk op . Iemand bellen vanuit de snelkeuzelijst De snelkeuzelijst is een lijst met nummers die u vaak belt. Op pagina 64 vindt u meer informatie over het toevoegen van een nummer aan de snelkeuzelijst. U kunt een telefoonnummer dat als snelkiesnummer is opgeslagen bellen door het nummer van de snelkeuzetoets in te geven. Het telefoonnummer dat aan de toets is toegewezen wordt weergegeven op het belscherm. Als u het nummer van de snelkeuzetoets niet weet, kunt u de snelkeuzelijst openen: 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start en druk op de functietoets Meer. 2. Selecteer Bureau-accessoires Snelkeuze. 3. Blader naar het gewenste nummer en druk op . 59 Telefoneren Iemand bellen vanuit de belhistorie 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Oproepen. De lijst met de meest recente oproepen wordt geopend. Opmerking: is voor inkomende oproepen, is voor uitgaande oproepen en is voor gemiste oproepen. Als u alle oproepen wilt weergeven op type, drukt u op de functietoets Menu, selecteert u Filter en selecteert u een categorie in de pop-uplijst. 3. Blader naar het gewenste nummer en druk op . Een internationaal gesprek starten 1. Druk ingedrukt totdat het +-teken wordt weergegeven. Het +-teken vervangt de internationale toegangscode. 2. Toets het volledige telefoonnummer in dat u wilt bellen. Dit bestaat uit het landnummer, het netnummer (zonder de eerste nul) en het telefoonnummer. 3. Druk op . Opmerking: u kunt instellen dat het landnummer of het netnummer voor het nummer wordt toegevoegd wanneer u belt. Zie pagina 70. 60 Telefoneren Een alarmnummer bellen In de telefoon is het alarmnummer 112 vooraf ingesteld. Hiermee kunt u gewoonlijk in elk land het alarmnummer bellen, ook als er geen SIM-kaart in de telefoon is geplaatst, als u zich binnen het servicegebied van een mobiel telefoonnetwerk bevindt. Geef het alarmnummer 112 in en druk op . Opmerkingen: · Bij sommige providers moet er een SIM-kaart in de telefoon aanwezig zijn en in sommige gevallen moet u ook de PINcode invoeren. · Soms hebt u ook toegang tot andere alarmnummers. Uw provider kan andere, lokale alarmnummers op de SIM-kaart hebben opgeslagen. Een oproep beantwoorden of negeren Wanneer u een oproep ontvangt en de telefoon begint te rinkelen of te trillen, afhankelijk van de beltooninstelling, hebt u de volgende mogelijkheden: · Druk op de functietoets Answer of druk op oproep te beantwoorden. om de om de · Druk op de functietoets Ignore of druk op oproep te weigeren. U kunt ook ingedrukt houden. Opmerking: als u een oproep weigert, hoort de beller de bezettoon. Afhankelijk van uw provider kan de beller worden omgeleid naar uw voicemailserver. 61 Telefoneren Opties tijdens een gesprek De telefoon beschikt over een aantal functies die u ook tijdens een gesprek kunt gebruiken. Een gesprek in de wacht zetten Als iemand u probeert te bereiken terwijl u in gesprek bent, wordt een meldingsvenster weergegeven.
Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG SGH-I320N http://nl.yourpdfguides.com/dref/3966657
1. Druk op de functietoets Answer om het tweede gesprek te beantwoorden en het eerste in de wacht te zetten. 2. Druk op de functietoets Swap om heen en weer te schakelen tussen de bellers. 3. Als u het tweede gesprek wilt beëindigen en wilt terugkeren naar het eerste gesprek, drukt u op de functietoets Einde of drukt u op . Telefonisch vergaderen Tijdens een gesprek kunt u bellers uitnodigen voor een telefonische vergadering en met maximaal 5 personen tegelijk een gesprek voeren. 1. Plaats een gesprek in de wacht, bel een tweede nummer en wacht tot deze oproep wordt beantwoord. U kunt ook een tweede inkomende oproep accepteren terwijl u in gesprek bent. 2. Druk op de functietoets Menu en selecteer Vergadering. 62 Telefoneren Als de verbinding voor de vergadering is geslaagd, wordt het woord "Vergadering" bovenaan op het scherm weergegeven. 3. Druk op de functietoets Menu en kies In wacht om de vergaderoproep in de wacht te zetten als u een nieuw gesprek wilt starten of een ander inkomend gesprek wilt beantwoorden. 4. Druk op de functietoets Menu en kies Vergadering als u alle bestaande gesprekken wilt samenvoegen. Als u tijdens een vergaderoproep een privégesprek wilt voeren met een deelnemer, drukt u op de functietoets Menu en kiest u Privé. Selecteer een persoon in de lijst met deelnemers die wordt weergegeven. Een gesprek overschakelen naar een luidspreker Tijdens een gesprek kunt u het geluid overschakelen naar een luidspreker. Als u de stand Speakerphone in een rumoerige omgeving gebruikt, kunt u problemen hebben met het verstaan van uw gesprekspartner. Daarom kunt u in zo'n situatie beter de normale telefoonstand gebruiken. · Houd ongeveer 1 seconde ingedrukt om een luidspreker in te schakelen. · Houd de toets opnieuw ongeveer 1 seconde ingedrukt om de luidspreker uit te schakelen. 63 Telefoneren Overige belfuncties Uw voicemail controleren De eerste locatie in de snelkeuzelijst is standaard toegewezen aan uw voicemailbox. Wanneer u uw SIM-kaart in de telefoon plaatst, wordt het nummer van de voicemailserver van uw provider automatisch herkend en als standaard ingesteld. Als u uw voicemail wilt controleren, houdt u het belscherm. ingedrukt in Opmerking: u kunt het nummer van de voicemailserver bekijken en wijzigen. Zie pagina 70. De snelkeuzelijst beheren U kunt vaakgebruikte telefoonnummers, e-mailadressen of webpagina's in Contactpersonen toewijzen een de snelkeuzetoetsen 2 t/m 99. Op de locaties 0 en 1 in de snelkeuzelijst zijn respectievelijk de internationale toegangscode + en het nummer van de voicemailserver vooraf ingesteld. Opmerking: u kunt geen snelkeuzetoets instellen voor een telefoonnummer dat op de SIM-kaart is opgeslagen. 64 Telefoneren Een contactpersoon toevoegen aan de snelkeuzelijst 1. Druk in het startscherm op de functietoets Contacten. U kunt ook op de functietoets Start drukken en Contactpersonen selecteren. 2. Selecteer een contactpersoon in de lijst. 3. Blader naar een nummer, een e-mailadres of het adres van een webpagina. 4. Druk op de functietoets Menu en kies Toev. aan Snelkeuzenr.. 5. Geef indien nodig de gewenste naam in. 6. Selecteer een locatie in het veld Toewijz. toetsenblok. 7. Druk op de functietoets Gereed. Toegewezen snelkeuzenummers wissen 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start en druk op de functietoets Meer. 2. Selecteer Bureau-accessoires Snelkeuze. 3. Selecteer een nummer in de snelkeuzelijst. 4. Druk op de functietoets Menu en selecteer Verwijderen. 5. Druk op de functietoets Ja als de bevestiging wordt weergegeven. 65 Telefoneren De belhistorie beheren In de belhistorie vindt u de gegevens van alle inkomende, uitgaande en gemiste oproepen en een overzicht van het totale aantal oproepen. Ook kunt u hier zien wanneer een gesprek is gestart en hoe lang het heeft geduurd. U opent de belhistorie als volgt: Druk in het startscherm op de functietoets Start en kies Oproepen. Er wordt een lijst met alle oproepen weergegeven. Selecteer desgewenst de categorie die u wilt weergeven door op de functietoets Menu te drukken en Filter te kiezen. De oproepen zijn ingedeeld in de volgende categorieën: · Geen filter: alle inkomende en uitgaande oproepen in chronologische volgorde. · Gemiste oproepen: alle oproepen die niet zijn beantwoord. · Inkomende oproepen: alle oproepen die op de telefoon zijn binnengekomen. · Uitgaande oproepen: alle uitgaande oproepen. Details van oproepen weergeven · Als u de duur van een oproep en de datum en tijd waarop u de oproep hebt ontvangen of gemaakt wilt weergeven, bladert u naar de gewenste oproep en drukt u op . · Als u gegevens van een contactpersoon wilt weergeven, bladert u naar een contactpersoon, drukt u op de functietoets Menu en kiest u Contactpers. zoeken. 66 Telefoneren · Als u een SMS-bericht wilt verzenden, drukt u op de functietoets Menu en kiest u Send SMS. · Als u een e-mailbericht wilt verzenden naar het e-mailadres in de belhistorie, bladert u naar de contactpersonen, drukt u op de functietoets Menu en kiest u E-mail. · Als u afzonderlijke oproepen wilt verwijderen, drukt u op de functietoets Menu en kiest u Verwijderen. Als u alle oproepen wilt verwijderen, selecteert u Lijst wissen. · Als u een telefoonnummer in een oproep wilt opslaan in Contactpersonen, bladert u naar de gewenste oproep en drukt u op de functietoets Opslaan. Gesprekstellers weergeven In de belhistorie kunt u de duur van uw oproepen weergeven. Deze optie is handig om uw gebruik te schatten. 1. Druk in het scherm van e belhistorie op de functietoets Start en kies Timers weergeven. U kunt de totale gespreksduur, de duur van het laatste gesprek, de duur van de gesprekken die u hebt ontvangen en gemaakt en een totaalteller bekijken. U kunt ook bekijken wanneer u de gespreksduurgegevens op nul hebt gezet. 2. Druk op de functietoets Gereed. U kunt de gespreksduurgegevens, met uitzondering van Oproepgeschiedenis, op elk moment eenvoudig wissen door op de functietoets Menu te drukken en Timers opn. inst. te selecteren. 67 Telefoneren Gesprekskosten weergeven Met deze netwerkfunctie kunt u de gesprekskosten weergeven. De mogelijkheid om gesprekskosten weer te geven is afhankelijk van uw SIM-kaart. Neem voor meer informatie contact op met uw provider. 1. Druk in het scherm van de belhistorie op de functietoets Start en kies Gesprekskosten. 2. Selecteer de gewenste optie. · Kosten laatste gesprek: de kosten van het laatste gesprek dat u hebt gevoerd. · Totale kosten: de totale kosten van alle gesprekken die u hebt gevoerd sinds de kostenteller op nul is gezet. Als de totale kosten hoger worden dan de maximale kosten die zijn ingesteld bij de optie Kostenlimiet instellen, kunt u niemand meer bellen totdat u de teller op nul hebt gezet. · Kostenlimiet: de kostenlimiet die is ingesteld bij de optie Kostenlimiet instellen. · Tellers op nul zetten: hiermee kunt u de kostenteller op nul zetten.
Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG SGH-I320N http://nl.yourpdfguides.com/dref/3966657
· Kostenlimiet instellen: hier kunt u de maximale kosten invoeren die u voor gesprekken toestaat. U kunt bellen zolang de ingestelde kostenlimiet niet wordt overschreden. · Tarief: hier kunt u de kosten per eenheid instellen. Dit tarief wordt gebruikt bij het berekenen van uw gesprekskosten. 3. Wanneer u klaar bent, drukt u op de functietoets Gereed. 68 Telefoneren De telefoonfuncties aanpassen U kunt de instellingen van de telefoonfuncties aanpassen en ook de diensten die u gebruikt en het netwerk waarmee u bent verbonden. Opties voor de telefooninstellingen 1. Druk in het startscherm op de functietoets Start. 2. Selecteer Instellingen Telefoon. 3. Selecteer een menu met instellingen en stel de gewenste opties in. 4. Wanneer u klaar bent, drukt u op de functietoets Gereed. Beschikbare opties · Bandkeuze: hiermee kunt u de netwerkband voor de telefoon selecteren. De telefoon kan werken in de banden GSM 900/1800 en PCS 1900. · Extra tonen: u kunt de verbindingstoon, die u waarschuwt wanneer uw oproep met het systeem wordt verbonden, of de minutenteller, die tijdens een oproep iedere minuut een pieptoon laat horen, in- of uitschakelen. · Gesprek in wachtstand: met deze dienst kunt u een ander gesprek ontvangen wanneer u in gesprek bent. Selecteer Provided call waiting call notifications om deze dienst in te schakelen. 69 Telefoneren · Gesprekopties: u kunt de instellingen voor oproepfuncties aanpassen, zoals een antwoordoptie, toegangsnummers voor voicemail en SMS en automatische belcodes. Beantwoorden met een willekeurige toets: wanneer deze optie is ingeschakeld, kunt u inkomende oproepen beantwoorden door op een willekeurige toets te drukken, behalve op , , en . SIM-contactpersonen weergeven: wanneer deze optie is ingeschakeld, worden de contacten die op de SIM-kaart zijn opgeslagen weergegeven in de lijst met contactpersonen. Telefoonnummer: hiermee kunt u uw eigen telefoonnummer controleren. Voicemailnummer/Servicecentrum tekstberichten: wanneer u de SIM-kaart in de telefoon plaatst, worden de toegangsnummers voor uw voicemail- en SMS-berichten automatisch herkend. Als dat niet gebeurt, kunt u de nummers die u van uw provider hebt gekregen handmatig invoeren. Landnummer/Netnummer: hier kunt u een landnummer of een netnummer invoeren. Dit nummer wordt automatisch toegevoegd voor het nummer dat u belt. · Kanalen: met deze optie instellen of u infoberichten wilt ontvangen en van welke kanalen u infoberichten wilt ontvangen. Kanalen inschakelen: hiermee schakelt u de ontvangst van infoberichten in. Taal: selecteer de taal waarin u infoberichten wilt weergeven. 70 Telefoneren Als u de lijst met kanalen wilt wijzigen, drukt u op de functietoets Menu en kiest u Kanalen bewerken. Druk daarna op de functietoets Menu en kies de juiste opties voor het toevoegen, wijzigen of verwijderen van kanalen. · Netwerken: u kunt instellen dat de telefoon automatisch een netwerk selecteert wanneer u zich buiten uw servicegebied bevindt of zelf een netwerk zoeken en selecteren. Druk op de functietoets Menu om de volgende opties te gebruiken: Nieuw netwerk zoeken: hiermee kunt u zoeken naar alle beschikbare netwerken. U kunt beginnen met zoeken zodra de telefoon zich buiten uw servicegebied bevindt. Netwerk selecteren: hiermee selecteert u een van de beschikbare netwerken. Voorkeursnetwerken: hiermee kunt u een lijst met voorkeursnetwerken instellen. U kunt de prioriteit van de netwerken instellen en handmatig netwerken toevoegen door deze te selecteren in de vooraf ingestelde lijst met netwerken of door een service-identificatiecode in te voeren. Druk op de functietoets Start en kies Instellingen Telefoon Meer... voor meer informatie. · Nummerweergave: wanneer u iemand belt, kan uw nummer wordt weergegeven of verborgen voor degene naar wie u belt. Met deze optie kunt u de weergave van uw beller-ID in- of uitschakelen. · Oproep blokkeren: met deze netwerkdienst kunt u inkomende of uitgaande oproepen blokkeren. Als u deze dienst wilt gebruiken, moet u het blokkeerwachtwoord invoeren dat u van uw provider hebt gekregen. 71 Telefoneren Alle oproepen: u kunt niet bellen en niet gebeld worden. When roaming: u kunt geen oproepen ontvangen als u de telefoon buiten het servicegebied van uw eigen provider gebruikt. Uit: de blokkeerfunctie is uitgeschakeld; u kunt gewoon bellen en oproepen ontvangen. Int's except home: in het buitenland kunt u alleen nummers in het land waar u bent en in uw eigen land bellen. Int'l calls: u kunt geen internationale gesprekken tot stand brengen. · Oproep doorschakelen: met deze netwerkdienst kunt u inkomende gesprekken doorschakelen naar een ander telefoonnummer. Altijd doorschakelen: alle gesprekken worden doorgeschakeld. Geen antwoord: gesprekken worden doorgeschakeld als u niet opneemt. Bezet: gesprekken worden doorgeschakeld als u in gesprek bent. Niet beschikbaar: gesprekken worden doorgeschakeld als de telefoon is uitgeschakeld of als u zich buiten het servicegebied bevindt. Data-oproepen: alle data-oproepen worden doorgeschakeld. · Vaste nummers: wanneer deze optie is ingeschakeld, kunt u uw uitgaande gesprekken beperken tot een bepaald aantal nummers. U kunt alleen de nummers in de FDN-lijst bellen of nummers die beginnen met dezelfde cijfers als een telefoonnummer in deze lijst. 72 5 Berichten, internet en Messenger Berichten In Berichten kunt u de volgende berichten maken, verzenden, ontvangen, bekijken, wijzigen en indelen: · SMS-berichten (tekstberichten) · MMS-berichten (multimediaberichten) · E-mailberichten U opent Berichten als volgt: Druk in het startscherm op de functietoets Start en kies Berichten. Werken met SMS- of MMS-berichten U kunt SMS-berichten van maximaal 160 tekens schrijven. Wanneer u meer dan 160 tekens invoert, wordt het bericht behandeld als een bericht dat uit meerdere delen bestaat. U kunt ook MMS-berichten verzenden of ontvangen. Naast de gebruikelijke tekstinhoud kunnen multimediaberichten ook afbeeldingen, videoclips, geluidsfragmenten of een combinatie hiervan bevatten en uit meerdere pagina's bestaan. MMS ondersteunt ook e-mailadressen, zodat u berichten kunt verzenden van de telefoon naar een e-mailadres en omgekeerd. 73 Berichten, internet en Messenger Een SMS-bericht maken en verzenden 1. Selecteer SMS/MMS in het hoofdscherm van Berichten. 2. Druk op de functietoets Nieuw en kies SMS. 3. Geef in het veld Aan de telefoonnummers van de ontvangers in, gescheiden door puntkomma's. U kunt telefoonnummers uit de lijst met contactpersonen ophalen door op de functietoets Menu te drukken en Geadresseerde toevoegen te selecteren. 4. Druk op de toets Omlaag en stel het bericht samen. Als u een vooraf ingesteld of vaakgebruikt bericht wilt invoeren, drukt u op de functietoets Menu, kiest u Mijn tekst en selecteert u een bericht. 5. Druk op de functietoets Verzenden als het bericht klaar is. Een MMS-bericht maken en verzenden 1.
Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG SGH-I320N http://nl.yourpdfguides.com/dref/3966657
Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)