^ ^ j c
l ! Ui-^oi^/sSé^.osL
VERLENGDE DERDE TOETSING DIJKRING 47 T/M 51 WATERSCHAP RIJN EN IJSSEL ARCADIS
opgesteld: R. Oudkerk en G. de Jonge
üBk^
i
goedgekeurd: R. Koopmans
vrijgegeven: G. de Jonge
~ y ^ t ^ j ^ ^ ^
4 juni 2013 076781983:A - Definitief C03011.000135.0500
Waterschap | ^ Rijn en IJssel W A T E I H H f H : M K M EN O f MAAT
Verlengde derde toetsing Dijkring 47 t/m 51
Inhoud 1
Inleiding
2
Samenvatting
3
;
3 5
2.1
Technisch oordeel
5
2.2
Beheerdersoordeel.....
5
2.3
Veiligheidsoordeel
6
Dijkring 47
7
3.1
7
Drie uitlaten Onderlangs te Arnhem 3.1.1
Inleiding
7
3.1.2
Hoogte (HT)
9
3.1.3
Stabiliteit van constructie en grondlichaam (STCG) en sterkte van de
(waterkerende) construcieonderdelen (STCO)
3.2
4
9
3.1.4
Piping en heave (STPH)
11
3.1.5
Stabiliteit van het voorland (STVL)
11
3.1.6
Betrouwbaarheid sluiting (BS)
11
3.1.7
Conclusie
15
Afvoer regenwater Nieuwe Kade te Arnhem
16
3.2.1
Inleiding
16
3.2.2
Hoogte (HT)
17
3.2.3
Stabiliteit van constructie en grondlichaam (STCG) en sterkte van de
(waterkerende) constructieonderdelen (STCO)
17
3.2.4
Piping en heave (STPH)
17
3.2.5
Stabiliteit van het voorland (STVL)
17
3.2.6
Betrouwbaarheid sluiting (BS)
18
3.2.7
Conclusie
18
Dijkring 48 4.1
:
19
Tweemaal twee putten langs de Liemersweg te Doetinchem
19
4.1.1
Inleiding
4.1.2
Hoogte (HT)
,
19
4.1.3
Stabiliteit van constructie en grondlichaam (STCG) en sterkte van de
20
(waterkerende) constructieonderdelen (STCO)
5
20
4.1.4
Piping en Heave (STPH)
21
4.1.5
Stabiliteit van het voorland (STVL)
21
4.1.6
Betrouwbaarheid sluiting (BS)
21
4.1.7
Conclusie
26
Dijkring 50
27
5.1
27
Effluentleiding Luvata te Zutphen 5.1.1
Inleiding
27
5.1.2
Hoogte (HT)
28
5.1.3
Stabiliteit van constructie en grondlichaam (STCG) en sterkte van de
(waterkerende) construcieonderdelen (STCO)
076781983:A-Definitie!
28
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
1
Verlengde derde toetsing Dijkring 47 t/m 51
5.1.4 5.1.5 5.1.6 5.1.7
Piping en heave (STPH) Stabiliteit van het voorland (STVL) Betrouwbaarheid sluiting (BS) Conclusie
29 29 29 30
6 Overwegingen dijkbeheerder 6.1 Beheerdersoordeel 6.2 Secties zonder eindscore 6.3 Voorziene verbeteringen
31 31 31 31
Bijlage 1
32
0767S1983 A - Oelinirjel
Situatietekening Regenwateruitlaten Onderlangs
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
Verlengde derde toetsing Dijkring 47 t/m 51
Inleiding In de periode 2008-2010 is de derde toetsing op veiligheid van de keringen bij Waterschap Rijn en IJssel uitgevoerd en gerapporteerd aan de Provincie Gelderland. Begin 2011 heeft de Provincie gerapporteerd aan Het Rijk. De door Het Rijk opgestelde Derde Landelijke Rapportage Toetsing (LRT3) is eind 2011 aangeboden bij de Tweede Kamer. Hieruit bleek dat de doelstelling om het percentage 'nader onderzoek' in de tweede ronde minimaal te halveren ruim is gehaald. Het landelijk percentage 'nader onderzoek' is in de derde toetsronde voor de dijktrajecten gedaald van 32% naar 6% en voor de kunstwerken van 49% naar 26%. Om een zo volledig mogelijk dekkend beeld te krijgen is in het Bestuursakkoord Water (april 2011) overeengekomen dat voor het resterend oordeel 'nader onderzoek' de verlengde derde toetsing (LRT3+) wordt uitgevoerd. Deze LRT3+ richt zich op het deel van de primaire keringen waarover in de LRT3 geen toetsoordeel kon worden uitgesproken en daarom het oordeel 'nader onderzoek' heeft gekregen. Er is dus geen sprake van een volledig nieuwe toetsing, maar van een resterende opdracht voor specifieke, soms complexe, situaties met op hoofdlijnen dezelfde toetskaders als voor de LRT3. De score 'nader onderzoek' voor het areaal van het Waterschap Rijn en IJssel bedroeg in de derde toetsronde 1,9 km (1,3%) groene dijk en 7 (10%) kunstwerken. Hierbij is de score 'nader onderzoek' van de niet-waterkerende objecten (NWO's) buiten beschouwing gelaten. De strekkingen groene dijk met 'nader onderzoek' zijn in deze verlengde derde toetsing niet meegenomen, omdat de oorzaak van deze score ligt bij de slechte kwaliteit van de grasmat. Dit is een onderhoudsprobleem. Er is geen adequaat instrumentarium om de bekleding te toetsen. Op basis van de huidige toetsregels kan geen eindoordeel worden gegeven. Verder onderzoek in de graskwaliteit is niet mogelijk, omdat dit al op de meest gedetailleerde methode is bepaald (tellen van wortels in de zode). Ook met een beheerdersoordeel is geen goede onderbouwing te geven om tot een eindoordeel te komen. Investeren in geavanceerde toetsing/onderzoek weegt niet op tegen het verbeteren van de graskwaliteit. Betreffende strekkingen zijn ook niet voor het nHWBP aangemeld. Door middel van aangepast beheer is het mogelijk de kwaliteit van de grasmat te verbeteren en zo in de toekomst de score 'voldoet aan de norm' te behalen. Er zijn geen discrepanties vastgesteld russen de LRT3 en de door het Waterschap gerapporteerde oordelen. De met DGRW overeengekomen opgave voor de verlengde derde toetsing is opgenomen in Tabel 1. totaal nader onderzoek LRT3
zeker wel haalbaar
mogelijk haalbaar
zeker niet haalbaar
discrepantie
1,9 km groene dijk
0 km
0 km
1,9 km
0 km
7 kunstwerken
2 stuks
5 stuks
0 stuks
0 stuks
Tabel 1: Opgave Waterschap Rijn en IJssel verlengde derde toetsing
076781963:A - Definitief
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
Verlengde derde toetsing Dijkring 47 t/m 51
In dit document zijn de nader te beoordelen kunstwerken van Waterschap Rijn en IJssel opgenomen en nader onderzocht, zodat alsnog een score 'voldoet aan de norm' of 'voldoet niet aan de norm' kan worden toegekend. Hierbij is getoetst conform VTV2006. Er komen een zevental kunstwerken aan bod, welke zijn opgenomen in Tabel 2. dijkring
dijkpaal
kunstwerk
Dijkring 47
1+45
Regenwateruitlaat Onderlangs 1
4+50
Regenwateruitlaat Onderlangs 2
6+20
Regenwateruitlaat Onderlangs 3
23+60
Afvoer regenwater Nieuwe Kade
506+90
Putten Liemersweg - Edisonstraat
514+25
Putten Liemersweg - Energieweg
124+20
Effluentleiding Luvata
Dijkring 48
Dijkring 50
Tabel 2: Kunstwerken met score 'nader onderzoek' LRT3
De rapporten van de derde toetsingsronde vormen de basis voor deze verlengde derde toetsing en per kunstwerk is een verwijzing opgenomen.
076781983 A • Definitief
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
Verlengde derde toetsing Dijkring 47 t/m 51
Samenvatting Het veiligheidsoordeel is een afweging tussen het technisch oordeel (TO) en het beheerdersoordeel (BO). In Tabel 3 op de volgende pagina zijn de resultaten van de kunstwerken opgenomen.
2.1
TECHNISCH OORDEEL
Samenvattend geldt voor het technisch oordeel: •
De drie uitlaten Onderlangs (Arnhem dijkring 47) scoren voldoende;
•
De regenwaterafvoer in de Nieuwe Kade (Arnhem, dijkring 47) scoort onvoldoende;
•
De putten in de Liemersweg (Doetinchem, dijkring 48), scoren goed (Dp 506+90) en voldoende (Dp 514+25);
•
De effluentleiding van Luvata (Zutphen, dijkring 50) scoort goed.
2.2
BEHEERDERSOORDEEL
Er zijn geen afwijkende beheerdersoordelen. Daarmee is het veiligheidsoordeel gelijk aan het technisch oordeel.
0767819834-Definitie!
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
Verlengde derde toetsing Dijkring 47 Urn 51
2.3
VEILIGHEIDSOORDEEL
Deelsporen Naam
dijkring
dijkpaal
Code ToetsRap*
HT
ST
BS
TO
Regenwateruitlaat Onderlangs 1
47
1+45
1830
G
V
G
V
voldoet aan de norm
Regenwateruitlaat Onderlangs 2
47
4+50
1829
G
V
G
V
voldoet aan de norm
Regenwateruitlaat Onderlangs 3
47
6+20
1828
V
V
G
V
voldoet aan de norm
Afvoer regenwater Nieuwe Kade
47
23+60
1834
G
0
0
0
voldoet niet aan de norm
Putten Liemersweg - Edisonstraat
48
506+90
1153
G
G
G
G
voldoet aan de norm
Putten Liemersweg - Energieweg
48
514+25
1154
V
G
G
V
voldoet aan de norm
Effluentleiding Luvata
50
124+20
1184
G
G
G
G
voldoet aan de norm
TOTAAL
7 stuks
waarvan:
0 stuks
nader onderzoek
6 stuks
voldoet aan de norm
1 stuks
voldoet niet aan de norm
BO
VO
Tabel 3: Toetsresultaten kunstwerken LRT3+ HT
hoogte
ST
stabiliteit en sterkte
BS
betrouwbaarheid sluiting
TO
technisch oordeel
BO
beheerdersoordeel
VO
veiliglieidsoordeel
*
code conform ToetsRap versie 1.3.0 van 7 juni 2012
076781983 A - Definitief
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
Verlengde derde toetsing Dijkring 47 t/m 51
Dijkring 47 3.1
DRIE UITLATEN ONDERLANGS TE A R N H E M
3.1.1
INLEIDING
De bijbehorende toetsrapportages uit de derde toetsing zijn: •
Derde toetsing Dijkring 47, Arnhemse en Velpsebroek, ARCADIS, 1 juli 2010, 074901503:A!.
•
Derde toetsing Dijkring 47, harde kaden centrum Arnhem, ARCADIS, 1 juli 2010, 074901514:A.
Hierin is aangegeven dat deze uitlaten aanwezig zijn nabij dijkpaal 1+50, 4+50 en 6+50 en dat het riooluitlaten zonder keermiddelen zijn. De uitlaten zijn echter nauwkeuriger ingemeten en bevinden zich bij dijkpaal 1+45, 4+50 en 6+20. Het zijn geen riooluitlaten, maar ze voeren slechts regenwater af vanaf het lager gelegen gebied rondom de Onderlangs te Arnhem. Bovendien zijn er wel keermiddelen aanwezig. De beoordeling i n het toetsrapport was als volgt: Deze overstorten zijn in de inspectie in het najaar van 2009 alleen globaal bekeken, omdat het accent van de inspectie op de grote leidingen lag. Het betreft buizen rond 300 mm beton zonder afsluitmiddelen. De eindscore is, gelet op de beperkte informatie omtrent de sterkte, 'geen oordeel'.
De regenwateruitlaten behoren tot een stelsel van riolering aan de Onderlangs. Er zijn geen verbindingen verder het achterland in. Het water stroomt van een beperkt gebied via straatkolken de riolering in, welke via de drie putten aan de Onderlangs uitmonden in de Nederrijn. Eén streng mondt uit in de overstort Onderlangs, welke geen onderdeel uitmaakt van de verlengde derde ronde (in LRT3 al eindoordeel 'voldoet niet aan de norm' gegeven). Bij de gemeente zijn inmiddels tekeningen van het beheersysteem opgevraagd en er is een inspectie uitgevoerd. Uit de tekeningen en inspectie blijkt dat achter de kering (muur) per uitlaat een put met een terugslagklep aanwezig is. De put is van gepleisterd metselwerk en de klep bevindt zich aan de landzijde. Achter de klep begint het afwateringsstelsel van de gemeente, met op elke circa 20 m een straatkolk. Deze kolk bevindt zich tussen de parkeerplaats en de weg achter de kering. De uitstroom heeft een diameter van rond 300 mm en bestaat uit beton. Alleen het einde van de uitloop bij Dp 1+45 is van PVC. De situatietekening is opgenomen in Bijlage 1.
076781983:A-Definitief
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
Verlengde derde toetsing Difknng 47 t/m 51
In Tabel 4 zijn de verschillende uitlaten en bijbehorende putten benoemd. De codering is overgenomen van het beheersysteem van de gemeente Arnhem. Kunstwerk
Dijkpaal
Code put gemeente
Hoogte BOK instroom [m+NAP]
Hoogte BOK uitstroom [m+NAP]
Hoogte putdeksel binnendijks* [m+NAP]
Regenwateruitlaat 1
1+45
711023
12,07
10,87
14,04
Regenwateruitlaat 2
4+50
711205
12,71
10,87
14,13
6+20
701016
11,88
10,83
14,08
Regenwateruitlaat 3
Tabel 4: Uitlaten Onderlangs * • deze hoogte is afkomstig uit het beheersysteem van de gemeente Arnhem en geverifieerd aan de AHN2.
Een principedoorsnede van de putten is weergegeven in Figuur 1. •
Opvangriool Rijnhotel - Rijngemaal, revisie van tek.nr. Wl.4-316-28, 1980, gemeentewerken Arnhem, Wl.4-316-74 put ' terugslagklep f
kolk (verplaatst)
H£m+
43P> êo* n h*
Z35E=_ ^y^mm**** Ho | n w w » . ^HM-XHÊA
^LHÊÊL
*sm HtmifV* )*»"*m rm | |
Figuur 1: Principedoorsnede putten Onderlangs (boven), opening put (linksonder), opening kolk (rechtsonder)
076781983 A -Definitief
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS | 8
Verlengde derde toetsing Dijkring 47 t/m 51
3.1.2
HOOGTE (HT)
De toetsing van de hoogte verloopt volgens Figuur 7-4.1 van het VTV2006. Er wordt gecontroleerd of de 'kruinhoogte' hoger is dan toetspeil + toeslagen en hoe groot het overslagdebiet is. Wanneer het overslagdebiet kleiner is dan 0,11/m/s (stap 2.2) en de waakhoogte minimaal 0,3 m bedraagt (stap 4), luidt de score 'goed'. Aangezien de put alleen een keermiddel aan de landzijde heeft en de putrand lager ligt dan de kade, is voor de kruinhoogte de hoogte van de put achter de kering aangehouden. Overslag is niet relevant, omdat de put zich achter de gemetselde keerwand bevindt met een waakhoogte van circa 0,75 m ten opzichte van HR2006. Er hoeft in principe alleen te worden getoetst aan de waterstand rekening houdend met enige onzekerheid die normaliter in de waakhoogte is verdisconteerd. Dijkpaal
Kunstwerk
HR2006* [m+NAP]
Hoogte putdeksel [m+NAP]
Kruinhoogtemarge [m]
Regenwateruitlaat 1
1+45
13,74
14,04
0,30
Regenwateruitlaat 2
4+50
13,79
14,13
0,34
Regenwateruitlaat 3
6+20
13,81
14,08
0,27
Tabel 5: Hoogtetoetsing Onderlangs * = overgenomen uit rapportage derde toetsingsronde.
De hoogte van de putdeksels is afkomstig uit het beheersysteem van de gemeente Arnhem. Deze hoogte is gecontroleerd aan de hand van de AHN2. De hoogtedata in het beheersgebied van Waterschap Rijn en IJssel dateren uit 2010. Deze beide gegevens komen goed overeen. Zettingen hoeven volgens de rapportage van de derde toetsingsronde (paragraaf 3.2.2) niet meer verwacht te worden. Er blijkt dat strikt genomen niet wordt voldaan aan de waakhoogte eis uit stap 4 bij dijkpaal 6+20. De toetsing wordt daarom voor deze put vervolgd met stap 5a waarbij geavanceerd wordt beoordeeld of 'onzekerheden in de maatgevende waterstand worden afgedekt door de marge tussen kruinhoogte en toetspeil + toeslagen' (zie pagina 242, VTV2006). De putten bij dijkpaal 1+45 en 4+50 scoren goed. Volgens het Technisch Rapport Ontwerpbelastingen voor het rivierengebied (pagina 38) ligt de onzekerheid in hoogwaterstand in de orde grootte van 0,2 a 0,3 m. De kruinhoogtemarge van de put bij dijkpaal 6+20 valt binnen deze bandbreedte. In het ongunstigste geval is er een hoogtetekort van 3 cm ten opzichte van de putopening. Deze opening is echter afgedekt met een putdeksel. De kleine belasting op de putdeksel zal naar verwachting niet zorgen voor het opdrijven van de putdeksel. Wanneer de deksel toch opdrijft, is de put bij hoogwater goed bereikbaar en kan ervoor gekozen worden om een zandzak op de putdeksel te leggen, zodat geen water op maaiveld kan stromen. De score voldoende wordt toegekend voor HT.
3.1.3
STABILITEIT VAN CONSTRUCTIE EN GRONDLICHAAM (STCG) EN STERKTE VAN DE (WATERKERENDE) CONSTRUCIEONDERDELEN (STCO)
De putten zijn in 1978 aangelegd en in de zomer van 2012 is in opdracht van de Gemeente Arnhem een inspectie door Van de Velden Rioleringsbeheer uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de putten (gepleisterd metselwerk) stabiel zijn; ze hebben gezien de afvoer van schoon hemelwater immers ook weinig te lijden. De leidingen en de put bevinden zich in het grondlichaam dat bestaat uit een talud, een keermuur en een redelijk hoog achterland.
076781983:4 - Definitief
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
Vedengde derde toe^e. O^g^rr^
De stabiliteit van het grondlichaam voldoet aan de norm (rapport derde toetsing harde kaden centrum Arnhem, paragraaf 4.2.4jen daarmee luidt score voor STCC goed. De uitloop richting de rivier vertoont op enkele plaatsen een lichte hoekverdraaüng, maar lijkt wel stabiel. Er is geen reden om aan te nemen dat de sterkte in het geding is. De terugslagklep is van TBS Soest, maar het type en specificaties zijn onbekend.De kleppen zien er op betoog nog goed uit. Er is geen uitgebreide informatie over de staatvan de kleppen.Ook voor de kleppen geldt dat ze hef grootste deel van het jaar droog staan en dat hier alleen schoon regenwater langs stroomt, hogelijk dat de keermiddelen later zijn vervangen of aangebracht want de rand van de buis vertoont meer roest dan de kleppen zelf. De kleppen krijgen circa^mwaterkolom te verduren. Omdat het type en de specificaties onbekend zijn, is niet zeker voor hoeveel meter waterkolom de kleppen zijn ontworpen.Doorgaans zijn dergelijke kleppen ontworpen voor5tof7,5mwaterkolom.Ten opzichte van de opfredende^mwaterkolom hebben de kleppen een aanzienlijke oversterkte.Op basis van expert judgement wordt gesteld dat gezien de verwachte oversterkte, de leeftijd en beperkte achteruitgang, de kleppen nog voldoende sterk zijn voor de optredende belasting. De score voor STCO luidt voldoende.
^ ^ WjËjÊmkjKkWIIIP Figuur 2: Dp 1+45 put met code 711023
3.1.4
PIPING EN HEAVE (STPH)
De score voor piping is voor het kunstwerk niet anders dan voor de keermuur in het algemeen. Deze is overgenomen uit de derde toetsingsronde (paragraaf 4.5.11) en luidt goed vanwege de hoge ligging van het achterland.
3.1.5
STABILITEIT VAN HET VOORLAND (STVL)
De score voor stabiliteit van het voorland is overgenomen uit de derde toetsingsronde (paragraaf 3.7) en luidt goed voor deze kunstwerken.
3.1.6
BETROUWBAARHEID SLUITING (BS)
De toetsing van betrouwbaarheid sluiting verloopt volgens Figuur 7-4.3 van het VTV2006. Voor de eerste controles is het belangrijk of de keermiddelen minstens eenmaal per jaar worden bediend, of de kering buitenbediende tijd normaliter is gesloten en zo niet hoe vaak het open keerpeil (OKP) wordt overschreden. Daarna kan worden vervolgd met een eenvoudige toetsing op aspect A tot en met 0 of met een gedetailleerde toetsing volgens de vier scoretabellen uit de Leidraad Kunstwerken. Zoals al werd omschreven beschikken de uitlaten over één keermiddel in de put. Dit keermiddel bevindt zich echter aan de landzijde, waardoor de put zelf vol kan lopen met water. Alle putten hebben een kruinhoogte van minimaal 0,27 m boven HR2006 en zullen niet overstromen. Wanneer wordt gekeken naar de beoordeling volgens Figuur 7-4.3 wordt begonnen met stap 2.2 en is de 'kering' door de aanwezigheid van de terugslagklep normaliter gesloten. Er wordt vervolgd met stap 3.2: het toetsen aan aspect D volgens de eenvoudige methode. D. Bedrijfszekerheid van de afsluitmiddelen /
Storingen in de normale sluiting moeten kunnen worden opgevangen via een handbediening of via een alternatief sturingssysteem met een noodaggregaat;
x
Er is een tweede onafhankelijke set afsluitmiddelen;
x
Het primaire keermiddel wordt minstens tweemaal per jaar gecontroleerd en minstens eenmaal per jaar volledig getest;
/
Het aanvaring- en aanrijdingrisico is niet bijzonder hoog.
076781983 A-Definitief
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
Vedelde derde toeging 0^dne.4^rr^
Er wordtniet aan aspectOvoldaan, omdat er slecht één keermiddel aanwezig is en omdat het keermiddel niet tweemaal per jaar wordt gecontroleerd en ook niet wordt getest. Oe toetsing wordtvervolgd met stap 4, waar het open keerpeil(OKPj aan de scoretabellen in de Leidraad Kunstwerken wordt getoetst. Faalkans van het kunstwerk t.g.v. een talend atsluitmiddel: OKP:
openkeerpeil
nj:
overschrijding open keerpeil (OKPj
Pns:
kans op niet sluiten
Faalkans van het kunstwerkt.g.v.een talend atsluitmiddel: ^ tnorm:
^ ^ ^ ^ o ^
ontwerp-otnormtrequentie zoals vastgelegd in de Wet op Waterkering^l^lz50
Pta^lz.500 Gezien het heperkte en overzichtelijke gehied dat op de riolering achter de uitlaten zit, is er in dit geval voor gekozen te kijken wat het gevolg is bij niet sluiten van de keerklep. Het OKP wordt in dat geval bepaald bij talen van de terugslagklep en dan is het achterliggende systeem van belang. Het water kan via de kolken de weg op stromen. Oe maaiveldhoogtes van de kolken zijn met hehulp van de tekening uit het beheersysteem van de Gemeente Arru^em gecontroleerd met de gegevens van de AHN2. Als OKP is de hoogte van de laagste kolk aangehouden. Oit is de kolk met code 711030 nabij Op z+45 met een hoogte van NAP+13,49m. Het overschrijden vandie waterstand heett een kans van voorkomen van eens in de 400 jaar(rkm 884, hoogte bijLobith van NAP+17,40menatvoerbijLobith van 14.541 m ^ bron: 8etrekkingslijnenLobith,RWS2010j. Hierbij hoort een te behalen Emin van 1,5. ^
(l^lz.500j^l^400j^l0^
Oe scoretabellen uit de Leidraad Kunstwerken zijn ingevuld (Tabel^t^m Tabel 9j.
076781983:A - Definitief
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
12
Verlengde derde toetsing Di|knng 47 t/m 51
18000 16000
6
7
8
9
Stand Lobith (m +NAP)
10 11 12 -rkm 884 - • - Lobith
13
Figuur 5: Betrekkingslijnen Arnhem
E
£
I
100
Trmgke«rti|d (jamr)
Figuur 6: Werklijnen voor de Rijn bij Lobith
076781983 A - Definitie!
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
Verlengde derde toetsing Dijkring 47 t/m 51
alarmeringssysteem (HAS) stap
score
toelichting
al
1
het primaire alarmsysteem is gebaseerd op een voorspelling (van RWS)
a2
1
de voorspelling vindt minimaal eenmaal per dag plaats (rivierregime)
a3
1
er wordt vanuit gegaan dat dit bij RWS aanwezig is
bi
2
binnen het waterschap worden personen via menselijk handelen gewaarschuwd
b2
1
er is een schriftelijke procedure op organisatieniveau
b3
0
deze procedure wordt niet jaarlijks volledig geoefend
b4
-0,5
er is een terugmeldingsprocedure van de dijkposten naar het actie team (1 schakel)
c
2,5
c = min (a,b) -> a = 3 en b = 2,5 -» c=2,5
d
3
a1 = 2, het secundaire alarmsysteem is gebaseerd op automatische peilregistratie van de waterstand a2 = 1, automatische en continue registratie a3 = 0, er is hier geen permanente dijkbewaking aanwezig om dit te controleren
e
2
b1 = 2 b2 = 0, nee bij uitval van voorspelling RWS moet er geïmproviseerd worden b3 = b4 = 0
f
1
f = min (d,e) - 1 = 1
g
1
Ja, het betreft stedelijk gebied (binnenstad), dus er kan snel gereageerd worden
h
E1 =4,5 E1 = c + f + g = 2,5 + 1 + 1 =4,5
Tabel 6: Scoretabel falen hoogwateralarmeringssysteem uitlaten Onderlangs (Emax = 9)
mobilisatie (MOB) stap
score
toelichting
a1
1
er is geen permanente bemanning aanwezig
a2
0,5
ja, er is een up-to-date mobilisatieregeling
33
0,5
er is een voorwaarschuwingssysteem aanwezig (fasering calamiteiten bestrijdingsplan hoogwater werkt als zodanig)
a4
0,5
er is een terugmeldingssysteem
a5
0,5
deze procedure wordt jaarlijks volledig geoefend
b1
1
er is een duidelijke schriftelijk vastgelegde stand-by regeling
b2
0,5
er is een voorwaarschuwingssysteem voor de stand-by (fasering calamiteiten bestrijdingsplan hoogwater werkt als zodanig)
c
4,5
c = a + b = 3,0 + 1,5 = 4,5
d1
1
er is geen permanente bemanning aanwezig
d2
3
de put met klep/schuif is altijd bereikbaar, de uitlaten niet
e
E2 = 4
E2 = min (c,d) -> c = 4,5 en d = 4 -» E2 = 4
Tabel 7: Scoretabel falen mobilisatie uitlaten Onderlangs (Emax = 4)
076781983 A - Delinirief
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
14
Verlengde derde toetsing Dijkring 47 t/m 51
bedieningsfout (BED) stap
score
toelichting
a1
4
kleppen sluiten automatisch (normaliter gesloten)
a2
n.v.t. (terugmeldingsplicht)
a3
n.v.t. (oefening procedure)
a4
n.v.t. (oefening procedure)
b
n.v.t. (herstel bij bedieningsfouten)
d
n.v.t. (verlichting)
c2
n.v.t. (sleutelbeheer)
c3
n.v.t. (communicatiemiddelen)
d
n.v.t. (mogelijkheid tot herstel)
e
E3 = a1 = 4
E3 = 4
Tabel 8: Scoretabel bedieningsfout uitlaten Onderlangs (Emax = 4)
technische storing (STO) stap
score
toelichting
a1
2
kleppen/schuiven zijn permanent
a2
0
er wordt niet tweemaal per jaar gecontroleerd en wel jaarlijks getest
a3
0
het aanrijdrisico is nihil
b
3
kleppen zitten dicht door de waterdruk
c
2
c = min (a,b) ->a = 2 e n b = 3 - > c = 2
d
0
nee, er is geen ander aandrijvingssysteem
e
2
niet meer dan normale belemmeringen te verwachten
f
0,5
ja, fysieke belemmeringen zijn zichtbaar (bijvoorbeeld afval tussen klep)
g
2
g = min (c+d,e+f) -> c+d = 2 en e+f = 2,5 -» g = 2
h
0
nee, er is geen tweede keermiddel aanwezig
i
E4 = 2
E4=g+h=2+0=2
Tabel 9: Scoretabel falen als gevolg van technische storing uitlaten Onderlangs (Emax = 3,5)
De laagste score voor Emin wordt gehaald bij technische storing en is gelijk aan 2,0. Aangezien de score van Emin minimaal 1,5 dient te zijn, luidt de score goed. Hierbij wordt opgemerkt dat de controle en inspectie nog steeds wel noodzakelijk zijn om minimaal aan te tonen dat de keermiddelen nog aanwezig zijn en functioneel zijn.
3.1.7
CONCLUSIE
De uitlaten bij dijkpaal 1+45, 4+50 en 6+20 scoren alle drie voldoende.
0767819834 - Definitie!
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
15
Verlengde derde toetsing Di|knng 47 t/m 51
3.2
AFVOER REGENWATER NIEUWE KADE TE ARNHEM
3.2.1
INLEIDING
De bijbehorende toetsrapportages uit de derde toetsing zijn: •
Derde toetsing Dijkring 47, Arnhemse en Velpsebroek, ARCADIS, 1 juli 2010, 074901503:A!.
•
Derde toetsing Dijkring 47, harde kaden centrum Arnhem, ARCADIS, 1 juli 2010, 074901514:A.
Hierin is aangegeven dat het de voormalige afvoer van gemaal Lauwersgracht betreft en mogelijk kwam te vervallen. Inmiddels heeft Gemeente Arnhem besloten het kunstwerk nabij Dp 23+60 te willen behouden voor regenwaterafvoer van het voor woningbouw te ontwikkelen Coberco-terrein. De beoordeling i n het toetsrapport was als volgt: Gemeente Arnhem heeft in 2008 een nieuw kunstwerk gemaakt (Ooststraat), waarbij het plan was het oude kunstwerk afvoer Lauwersgracht te laten vervallen Dit oude kunstwerk is niet meegenomen in de inspectie in het najaar van 2009. de gemeente heeft dit kunstwerk alsnog laten zitten en er zijn dus onvoldoende gegevens voor handen. De score luidt 'geen oordeel'. [...] De afvoer scoort met een waakhoogte van 0,70 m 'goed' voor het toetsspoor hoogte.
In de tussentijd is in opdracht van de Gemeente Arnhem door Grontmij een inspectierapport geschreven over deze afvoer. Ook is een tekening van de put beschikbaar en een doorsnede is opgenomen in Figuur 7. • •
VTV-toets Arnhem, Nieuwe Kade Arnhem t.h.v. put 13504, Grontmij, 9 november 2011, 314593 Afsluitkoker riool 0100 (noot: betreft oude maatvoering in centimeters), Nieuwe Kade, gemeentewerken Arnhem, 1972, W-249-62
Het kunstwerk bevindt zich direct achter de hoge kade en bestaat uit een gemetselde put met een putrand tot op straatniveau. De put heeft één schuif aan de waterzijde en een op palen gefundeerde betonnen uitloop naar de rivier. Het maaiveld achter de kade ligt op NAP +13,75 m.
Figuur 7: Doorsnede afvoer Nieuwe Kade (links) en put (rechts)
076781983 A - Definite!
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS | 1 6
Veegde de^e toeing Oij^ng47^^
3.22
HOOGTEN
Het kunstwerk bevindt zich in de harde kade in het centrum van Arnhem en het toetspeil op deze locatie is NAP+14,15m.De kade heett een hoogte van NAP+14,85men de waakhoogte is daarmee gelijk aan 0,70 m. De score voor de hoogte luidde in de rapportage van de derde toetsronde al goed.
323
5TA81L1TE1TVAN CONSTRUCTIE EN G R ^ (WATERKERÉNOE)CONSTRUCTlEONOEROEt.EN(STCO)
Volgens de VTV-toets van Grontmij lijkt de constructie van de put op basis van visuele beoordeling stabiel (er zijn geen scheuren waargenomen, maar de sterkte is niet met berekeningen gecontroleerd). Vooralsnog is er dus vanuit gegaan dat de put zeit stabiel is. Gezien de tekortkomingen op andere onderdelen, zal bet kunstwerk verbeterd moeten worden, en is de sterkte niet met aanvullende berekeningen gecontroleerd. Deze verbetering kan worden meegenomen bij de kadeverbetering op dit traject. In dat werk kan eventueel een nadere beoordeling van de sterkte van de put worden gemaakt op basis van ontwerpvormen. Er kan gezien andere noodzakelijke verbeteringen ook voor worden gekozen om de put geheel te vervangen. De put bevindt zichmeen grondlichaam, in de kade van Arnhem.De stabiliteit van het grondlichaam voldoet niet aan de norm (rapport derde toetsing harde kaden centrum ^rrmem, hoofdstuk 6) en daarmee luidt de score voor STCG onvoldoende. Dit de VT^-toets(rapportage van Grontmij) blijkt dat het kunstwerk over slechts één keermiddel beschikt (spindelschuit). Er is geen terugslagklep langs de rivier ot in de put aanwezig. blijde inspectie (behorende bij de VTV-toetsjbleek dat de riolering onder de lage kade ingroei van wortels vertoont en dat nabij de put een radiale verplaatsing is geconstateerd, waardoor een grotere voeg is ontstaan. Ook in de riolering vanaf de Nieuwe Kade is scheurvorming en wortelingroei geconstateerd. In de VTV-toets werd geadviseerd beide strengdelen te relinen. f^ij de werkzaamheden voor de teruglegging van de lage kade van de Gemeente Arnhem in 2012 is de streng tussen de put en de uitmonding in de lage kade inmiddels verbeterd door een relining. Dit de inspectie bleek ook dat de spindelschuit deels gesloten was en dat de atsluitconstructie niet meer gangbaar was. De score voor STCO luidt onvoldoende.
324
R1R1NC EN HEAVE (STRH)
De score voor piping is voor het kunstwerk niet anders dan voor de keermuur in het algemeen. Deze is overgenomen uit de derde toetsingsronde (paragraaf 4.5.ll)en luidt goed.
3.2.5
STABlt.lTElTVANHETVOORLANO(STVt.)
De score voor stabiliteit van het voorland is overgenomen uit de derde toetsingsronde (paragraat 3.7) en luidt goed voor dit kunstwerk.
076781983:A-Definitief
I
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
Verlengde derde toetsing Dijkring 47 t/m 51
3.2.6
BETROUWBAARHEID SLUITING (BS)
Er is slechts een enkele sluiting aanwezig en deze is bovendien niet meer gangbaar. Een echte afsluiting is derhalve onmogelijk. De score voor BS luidt onvoldoende.
3.2.7
CONCLUSIE
De regenwaterafvoer in de Nieuwe Kade scoort onvoldoende.
076781983 A-Deiimtie!
I
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
18
Verlengde derde toetsing Dijkring 47 t/m 51
Dijkring 48 4.1
T W E E M A A L TWEE PUTTEN LANGS DE LIEMERSWEG TE DOETINCHEM
4.1.1
INLEIDING
Het bijbehorende toetsrapport uit de derde toetsing is: •
Derde toetsing Dijkring 48: Rijn en IJssel, ARCADIS, 1 juli 2010, 074901649:A.
De beoordeling i n het toetsrapport was als volgt: De putten langs de Liemersweg bevinden zich bij Dp 506+90 en Dp 514+25 en beschikken ieder over één spindelschuif. Beide punten liggen in het grondlichaam van de waterkering en scoren daarmee 'goed' op STCG. Van de (staat van de) constructieonderdelen zijn geen gegevens beschikbaar en daarom scoort STCO 'geen oordeel'. De putten scoren 'goed' op STPH, want vanaf Dp 500 is hoog achterland aanwezig. [...] De sluitingsprocedure van deze putten is onbekend. De score luidt 'geen oordeel'. [...] Dé putten scoren met een waakhoogte van 0,73 m (Dp 506+90) en 0,48 m (Dp 514+25) 'goed' en 'voldoende' voor het toetsspoor hoogte.
In de tussentijd is een tekening bij de gemeente Doetinchem met het rioleringsplan opgevraagd, zijn (besteks)tekeningen met situaties en doorsnedes beschikbaar gekomen. Daarnaast zijn de putten en schuiven de afgelopen jaren jaarlijks geïnspecteerd door de gemeente. In deze toetsing zijn de volgende gegevens gebruikt: •
Herberekening De Huet, huidige situatie riolering, Witteveen+Bos, 1999, Dtc93.1.2001
•
Liemersweg deel 2, vanaf rioolwaterzuivering t/m wijnb_Loopgraaf, situatie, openbare werken Doetinchem, 1978, W23_210
•
Liemersweg deel 2, putten no 3024, 3025, 3068 en putten no 3066, 3067, 3068, openbare werken Doetinchem, 1978, W23_220B
' •
Hoogwaterkering Liemersweg, schuif in put 3024 en 3025,1986 Uit Basisrioleringsplan gemeente Doetinchem: tekening Herberekening De Huet, huidige situatie riolering, gemeente Doetinchem, Witteveen en Bos, 12-02-1999, Dtc93.1.2001
•
Afsluitingen t.b.v. hoogwaterkering, Waterschap van de Oude IJssel, 7 december 1978, nummer 1273
De putten liggen in een verholen waterkering met hoog voor- en achterland. Het maaiveld (zowel voorals achterland) heeft een hoogte van of rond toetspeil. Alle putten zijn van prefabbeton en de verbindende leidingen zijn van beton en hebben een diameter van rond 600 mm. In de putten is een gietijzeren spindelschuif aanwezig, type GSAO (TBS Soest) met een diameter van 600 mm.
076781983A -Definitief
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
Verlengde derde toetsing Kjknng 47 t/m 51
referentielijn waterkering I )
buitendijks
- T
5 Figuur 8: Putten bij Liemersweg - Edisonstraat (Dp 506+90) links put 3024 en rechts put 3025, met b.o.k. = NAP +8,37 m
buitendijks
-I
asm «MWL
referentielijn waterkering I
—
---
! # = r r z z ^ ^ ^
Figuur 9: Putten bij Liemersweg - Energieweg (Dp 514+25) links put 3068 en rechts put 3067, met b o k. = NAP +7,27 m
4.1.2
HOOGTE (HT)
De score voor hoogte is overgenomen uit de derde toetsingsronde (paragraaf 4.2). De putten scoren met een waakhoogte van 0,73 m (Dp 506+90) en 0,48 m (Dp 514+25) goed en voldoende voor het toetsspoor hoogte. HR2006*
kruinhoogte
waakhoogte
(m+NAP)
(m+NAP)
(m)
506+90
11,61
12,34
0,73
514+25
11,65
12,13
0,48
dijkpaal
Tabel 10: Hoogtetoetsing putten Liemersweg * = overgenomen uit de rapportage van de derde toetsingsronde
4.1.3
STABILITEIT VAN CONSTRUCTIE EN GRONDLICHAAM (STCG) EN STERKTE VAN DE (WATERKERENDE) CONSTRUCTIEONDERDELEN (STCO)
De prefab betonnen putten bevinden zich in het grondlichaam in een verholen kering (hoog achterland, rapport derde toetsing, paragraaf 3.4) en daarmee luidt de score voor STCG luidt goed. In alle putten is een gietijzeren spindelschuif aanwezig, type GSAO (TBS Soest) met een diameter van 600 mm. Volgens het productblad van de leverancier kunnen deze schuiven 7,5 m waterkolom keren. De putten en schuiven worden jaarlijks geïnspecteerd. De schuiven worden jaarlijks bediend en werken nog goed. Tijdens de inspectie zijn geen sporen van HbS in de putten waargenomen, dus er vindt nauwelijks aantasting plaats. De hoeveelheid corrosie is beperkt en dus wordt ervan uit gegaan dat de schuiven nog zeker driekwart van hun oorspronkelijke sterkte bezitten. De laatste inspectie van de riolering heeft de gemeente in 1994 uitgevoerd. Daarbij zijn geen onvolkomenheden geconstateerd. De constructieve sterkte van de leidingen is niet in het geding. Gezien de leeftijd van de leidingen is dat ook de verwachting. De score voor STCO luidt goed, want de maximaal te verwachten belasting bedraagt 4,4 m waterkolom (HR2006-b.o.k.).
076781983 A - Definitie
1
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
20
Verlengde derde toetsing Di|knng 47 t/m 51
Figuur 10: Liemersweg, put (links) en schuif (rechts)
4.1.4
PIPING EN HEAVE (STPH)
De score voor piping is overgenomen uit de derde toetsingsronde (paragraaf 4.5.10). De putten scoren goed op STPH, want vanaf Dp 500 is hoog achterland aanwezig.
4.1.5
STABILITEIT VAN HET VOORLAND (STVL)
De score voor stabiliteit van het voorland is overgenomen uit de derde toetsingsronde (paragraaf 3.7) en luidt goed voor deze kunstwerken.
4.1.6
BETROUWBAARHEID SLUITING (BS)
De toetsing van betrouwbaarheid sluiting verloopt volgens Figuur 7-4.3 van het VTV2006. Voor de eerste controles is het belangrijk of de keermiddelen minstens eenmaal per jaar worden bediend, of de kering buitenbediende tijd normaliter is gesloten en zo niet hoe vaak het open keerpeil (OKP) wordt overschreden. Daarna kan worden vervolgd met een eenvoudige toetsing op aspect A tot en met 0 of met een gedetailleerde toetsing volgens de vier scoretabellen uit de Leidraad Kunstwerken. Zoals al werd omschreven beschikt iedere onafhankelijke put over één keermiddel. Dat betekent dat elk waterkerend kunstwerk (combinatie van twee putten en een verbindende leidingen) over twee spindelschuiven beschikt. De kering is door de aanwezigheid van de spindelschuiven normaliter geopend (stap 2.2). Er wordt vervolgd met stap 2.3: het bepalen van de overschrijding van het OKP. Hiervoor zijn twee zaken van belang: 1. Achter de waterkerende kunstwerken heeft het rioolstelsel op industrieterrein De Huet twee overstortleidingen die in verbinding staan met de Oude IJssel. Het water wordt per overstort met een RW A-gemaal over een drempel gevoerd naar de Oude IJssel. De drempels hebben een hoogte van NAP + 10,40 m. Bij de uitstroom in de Oude IJssel is per overstort een terugslagklep aanwezig. Als open keerhoogte kan dus NAP +10,40 m worden aangehouden.
076781983 A • Definitie'
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
21
l e n g d e derde toeing O^ng^m^
2. Er zijn afspraken gemaakt over hef sluifpeil tussen hef toenmalige waterschap en de gemeente. Hierin staaf dat de riolering naar rioolgemaal'OeHuet'door hetwaterschap (in samenwerking met de gemeente) moet worden gesloten bij een peil van NAP+H,30m; gemeten bij de oude verkeersbrug in Ooetinchem.Hierbij wordtverondersfeld dat dat het water niet via de RWA-gemalen naar de achterliggende riolering kan stromen (omdat er een pomp tussen zit). Waarschijnlijk is het sluifpeil destijds bepaald op een waterhoogte waarbij het water via straatkolken op het industrieterrein door de waterkerende kunstwerken naar hef achterland kan stromen. Oat gebeurt bij een waterstand van circa NAP+H,60m(hoogte maaiveld Oe Huet).Oan lijkt een sluifpeil van NAP+H,30mveilig, waf als open keerpeil kan worden aangehouden. Om een overschrijdingsfreo^uentie van de standen te Ooetinchem te bepalen, is hef noodzakelijk om naar bijbehorende waterstanden op de Oelderseljssel te Ooesburg te kijken. Oeze zijn te vergelijken met een stand in Lobith, waarmee een overschrijdingsfrec^uenfie is te bepalen. Voor het verval op de Oude Ijssel tussen Ooetinchem en Ooesburg is 0,2maangehouden.Oit blijkt zowel uit de maatgevende waterstanden in HR2006(standen tussen locafieOen 12) als uit waterpeilen onder dagelijkse omstandigheden (meetsysteem H20O van het waterschap). Een waterstand op de Oude Ijssel bij Ooetinchem van respectievelijkNAP+10,40menNAP+ll,30mis dus gelijk aan een waterstand van respectievelijk NAP+10,20menNAP+ll,10mop de Ijssel bij Ooesburg.Voor bovengenoemde situaties gelden de volgende overschrijdingsfreouenties: f. Hef overschrijden van de open keerhoogte heeft een kans van voorkomen van eens in de 4,5 jaar (rkm 901,hoogte bij Lobith van NAP+15,10men afvoer bij Lobith van 8.268 m/s, bron: 8etrekkingslijnen Lobith, RW5 2010). 2. Het overschrijden van het open keerpeil heeft een kans van voorkomen van eens in de 220 jaar (rkm 901,hoogte bij Lobith van NAP+17,20men afvoer bij Lobith van 13.863 m/s, bron: Hetrekkingslijnen Lobith, RW5 2010).
6 7 8 9 Stand Lobith (m +NAP)
10 11 12 rkm 901 - • - Lobith
13
14
IB
16
17
18
Figuur 11: Betrekkingslijnen monding Oude IJssel
076781983 A - Definite!
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
22
Verlengde derde toetsing Di|knng 47 t/m 51
XXX»
I
— l c * * i J001 lot.lt. W O loMI< f 00 lOOOC
VXD i
• ... Figuur 12: Werklijnen voor de Rijn bij Lobith (lichtblauw • open keerhoogte NAl'+10,20m en zwart = open keerpeil NAP+11,10m)
Voor de toetsing betekenen deze overschrijdingsfrequenties: 1. Open keerhoogte: eens per 4,5 jaar -> stap 4 2. Open keerpeil: eens per 220 jaar -> stap 3.1 Voor deze veiligheidstoetsing is besloten niet te rekenen met de open keerhoogte, maar met het open keerpeil. Het sluitpeil is dus gelijk gesteld aan OKP, wat geen standaard werkwijze is. Er is hier echter sprake van een bijzondere situatie, doordat het rioleringsstelsel (gedeeltelijk) onder het stuwpeil van de Oude IJssel ligt. Voor 'verdronken' rioleringsstelsels geldt dat deze ook moeten kunnen functioneren bij hogere buitenwaterstanden. En dit niveau is in 1978 in overleg tussen gemeente en (voormalig) waterschap vastgesteld op NAP +11,30 m. Derhalve wordt de toetsing voortgezet met een open keerpeil van eens in de 220 jaar en is vervolgd met stap 3.1. Hierin wordt aspect A tot en met D van de eenvoudige toetsing worden gecontroleerd. Voor de beoordeling van de onderstaande toetsingsregels geldt: /
=
er wordt voldaan
x
=
er wordt niet voldaan
A. Hoogivater
waarschuwingssysteem
Er dienen twee onafhankelijk van elkaar functionerende waarschuwingssystemen aanwezig te zijn. Daarmee wordt bedoeld dat de belangrijkste faaloorzaken van beide systemen niet gelijk mogen optreden. WRIJ heeft metingen van Rijkswaterstaat (Dienst Oost-Nederland), buitenwaterstanden van een aantal gemalen en de eigen metingen van het binnenwater in H2GO tot haar beschikking;
•/
Indien in het geval van hoogwater via menselijke handelingen andere personen worden gewaarschuwd, dient de procedure daarvoor schriftelijk vastgelegd te zijn.
076781983 A - Definite!
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
23
I •
B. Procedure voor
Verlengde derde toetsing ' Dijkring 47 t/m 51
mobilisatie
Indien de kering niet permanent bemand is, moet worden voldaan aan deze voorwaarden: •S
Er is een procedure aanwezig, waarin staat wie, wanneer en op welke wijze de mobilisatie verzorgt van het bedienend personeel en het ondersteunende technische personeel. Bij WRIJ is een procedure op organisatieniveau aanwezig;
S
Er is een voorwaarschuwings- en een terugmeldingssysteem; Er is een stand-by en vervangingsrooster waarin ieders taak en verantwoordelijkheid zijn vastgelegd.
•S
Er zijn altijd voldoende mensen bereikbaar en inzetbaar;
•S
Alle betrokkenen kennen de procedure en hebben deze voldoende (minstens eenmaal per jaar) geoefend;
•S
Het kunstwerk is ook bij extreme omstandigheden via de dijkkruin goed bereikbaar.
C. Procedure voor sluiting De hoogwater waarschuwing kan leiden tot automatische sluiting of tot sluiting door bedienend personeel. In beide gevallen moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: S
Er is een procedure op organisatieniveau aanwezig voor een niet-automatische sluiting;
x
In de procedure staat in chronologische volgorde wie welke handelingen verricht bij het sluiten en hoe te handelen bij storingen.
S
Eventuele verkeerde handelingen kunnen worden opgemerkt en gecorrigeerd;
•S
De procedure bevat een terugmeldingsplicht;
x
Alle betrokkenen kennen de procedure en hebben deze voldoende (minstens eenmaal per jaar) geoefend;
•S
Relevante delen van de kering zijn verlicht;
S
Het sleutelbeheer is zo geregeld, dat niemand onbedoeld voor een gesloten deur staat;
•S
De communicatie tussen personeel onderling öp de kering, binnen en buiten, is goed mogelijk.
D. Bedrijfszekerheid van de •S
afsluitmiddelen
Storingen in de normale sluiting moeten kunnen worden opgevangen via een handbediening of via een alternatief sturingssysteem met een noodaggregaat;
S
Er is een tweede onafhankelijke set afsluitmiddelen;
x
Het primaire keermiddel wordt minstens tweemaal per jaar gecontroleerd (niet) en
•S
Het aanvaring- en aanrijdingrisico is niet bijzonder hoog.
minstens eenmaal per jaar volledig getest (wel, door de gemeente);
Er wordt niet aan alle aspecten voldaan, omdat de sluitingsprocedure onvoldoende is gedocumenteerd en niet tweejaarlijks wordt gecontroleerd. De toetsing wordt vervolgd met stap 4, waar het open keerpeil (OKP) aan de scoretabellen in de Leidraad Kunstwerken wordt getoetst. Faalkans van het kunstwerk t.g.v. een falend afsluitmiddel: OKP:
open keerpeil
nj:
overschrijding open keerpeil (OKP)
Pns:
kans op niet sluiten
076781983:A - Oefiniüef
Pj
= *c
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
24
Verlengde derde toetsing Dijkring 47 t/m 51
Faalkans van het kunstwerk fnorm:
t.g.v. een falend afsluitmiddel:
Pj
a
< 0,1 * f „
o r m
ontwerp- of normfrequentie zoals vastgelegd in de Wet op Waterkering = 1/1250
Pfa < 1/12.500 De minimaal te behalen Emin is gelijk aan 1,75. •
(l/12.500)/(l/220) = IO-'-?:
De scoretabellen HAS (E=4,5) en MOB (E=4) kunnen voor de putten met de schuiven hetzelfde worden ingevuld als de uitlaten in Arnhem. Bij de scoretabel BED is nu geen gesloten keerklep meer aanwezig, maar een normaliter geopende schuif. Voor STO is wel sprake van een tweede keermiddel. Voor de invulling van de eerste twee tabellen wordt verwezen naar Tabel 6 tot en met Tabel 7 uit paragraaf 3.1.6 en voor de overige scores naar Tabel 11 en Tabel 12. bedieningsfout (BED) stap
score
toelichting
a1
2
bediening niet automatisch, sluitingsprocedure op organisatieniveau aanwezig
a2
0,5
ja, er is een terugmeldingsplicht
a3
0
nee, de procedure is niet bekend bij alle bij de sluiting betrokken personen
a4
0
nee, de procedure wordt niet jaarlijks geoefend
b
1
ja, er zijn mogelijkheden tot herstel bij bedieningsfouten (alle kunstwerken zijn voorzien van eenvoudige keermiddelen, die eenvoudig in een andere stand kunnen worden gezet)
d
1
niet overal verlichting ter plaatse, wel voldoende zaklampen bij dijkposten
c2
1
het sleutelbeheer is goed geregeld
c3
0,5
portofoons zijn bij de dijkposten aanwezig
d
1
in alle gevallen mogelijkheid tot herstel
e
E3 = 3,5
E3 = min (a+b,c+d) -> a+b = 3,5 en c+d = 3,5 -> E3 = 3,5
Tabel 11: Scoretabel bedieningsfout putten Liemersweg (Emax = 4) technische storing (STO) stap
score
toelichting
a1
2
schuiven zijn permanent
a2
0
er wordt tweemaal per jaar gecontroleerd (nee) en jaarlijks getest (ja, door gemeente)
a3
0
het aanrijdrisico is nihil
b
3
dichtzetten van de schuiven geschiedt door middel van handkracht
c
2
c = min (a,b) ->a = 2 e n b = 3 - > c = 2
d
0
nee, er is geen ander aandrijvingssysteem
e
2
niet meer dan normale belemmeringen te verwachten
f
0,5
ja, fysieke belemmeringen zijn zichtbaar (bijvoorbeeld afval tussen klep)
g
2
g = min (c+d,e+f) -> c+d = 2 en e+f = 2,5 -> g = 2
h
1
ja, er is een tweede spindelschuif aanwezig a = 2, b = 3, c = 2, e = 2, h = min(c,e)-1 = 1
i
E4 = 3
E4 = g + h = 2 + 1 = 3
Tabel 12: Scoretabel falen als gevolg van technische storing putten Liemersweg (Emax = 3,5)
076?81983:A - Delinitie!
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
25
Verlengde derde toetsing Dijkring 47 t/m 51
De laagste waarde voor Emin volgt uit de scoretabel voor technische storing en is gelijk aan 3,0. De putten scoren dus goed op betrouwbaarheid sluiting. Hierbij wordt opgemerkt dat de jaarlijkse controle c.q. test van de keermiddelen door de gemeente moet worden gecontinueerd en moet worden vastgelegd in procedures van het waterschap.
4.1.7
CONCLUSIE
De putten in de Liemersweg scoren goed (Dp 506+90) en voldoende (Dp 514+25).
076781983:A-Definite!
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
26
Verlengde derde toetsing Dijkring 47 t/m 51
Dijkring 50 5.1
EFFLUENTLEIDING LUVATA TE ZUTPHEN
5.1.1
INLEIDING
De toetsing van de effluentleiding bij Luvata is opgenomen in een separate memo behorend bij de derde toetsingsronde: •
Toevoeging tweetal kunstwerken, derde toetsingsronde dijkring 50 Zutphen, ARCADIS, 17 augustus 2010, 075040346:A.
De beoordeling i n het toetsrapport was als volgt: Deze leiding is getoetst op hoogte (tabel 4.21 in rapportage dijkring 50) en met een waakhoogte van 0,61 m luidt de score 'goed'. Van het kunstwerk is alleen bekend dat het bij Dp 124+20 aanwezig is, maar niet in welke hoedanigheid (door het ontbreken van aanlégtekeningen en/of een recente inspectie). Het oordeel voor zowel stabiliteit (ST) als betrouwbaarheid sluiting (BS)luidt daarom 'geen oordeel'.
Inmiddels is een aanvullende tekening in de archieven van Luvata en het waterschap gevonden, is een inspectie uitgevoerd en is een aanpassing aan de kruising uitgevoerd (afsluitmiddelen zijn vervangen, onder watervergunning verleend door waterschap). • •
Aanvraag watervergunning, MB Services, 19 januari 2012, Wk3_G.J./G.J./GMB SERVICES.200 Vuilwaterafvoerleiding, [uitmonding dijkskruising zinker rondboring, Svenska Metallverken, 1970, 9884-6
•
Inspectierapport Luvata! GMB Rioleringstechnieken, 2 augustus 2011, 2200-29854
Het betreft asbest-cement leidingen, rond 300 mm. De leiding loopt mee met de vorm van de groene dijk. Buitendijks zijn twee inspectieputten aanwezig met een gekneveld deksel. Oorspronkelijk zat in de eerste put buitendijks (op circa 11 meter uit de buitenteen) een terugslagklep als eerste keermiddel, en in de put in de kruin een schuif als tweede keermiddel. Tijdens de inspectie in 2011 bleek dat de terugslagklep in de eerste put niet meer aanwezig was. Er is voor gekozen om in de bestaande put in de kruin een nieuwe terugslagklep en een nieuwe schuif in de bestaande leiding in te bouwen.
07678I983:A - Definitief
i
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
27
Verlengde derde toetsing Dijknng 47 t/m 51
Figuur 13: Doorsnede leiding Luvata
5.1.2
HOOGTE (HT)
Het toetspeil bij Dp 124+20 is gelijk aan NAP +9,02 m. Met een kruinhoogte van NAP+9,63 m is de waakhoogte gelijk aan 0,61 m en luidt de score voor hoogte goed (zie ook rapport derde toetsronde).
5.1.3
STABILITEIT VAN CONSTRUCTIE EN GRONDLICHAAM (STCG) EN STERKTE VAN DE (WATERKERENDE) CONSTRUCIEONDERDELEN (STCO)
De leidingen en de put bevinden zich in het grondlichaam dat bestaat uit een typische trapeziumvormige dijk. De stabiliteit van het grondlichaam voldoet aan de norm (overgenomen uit rapportage derde toetsingsronde, paragraaf 3.4) en daarmee luidt score voor STCG goed.
^
^
WmÊÈm ' r' -,'
'
'
\ .
Figuur 14: Put bij effluentleiding Luvata
/
m'
m^ 1
In de zomer van 2011 is een inspectie door GMB Rioleringstechnieken uitgevoerd. De camera heeft alleen het deel van de leiding in de uiterwaard geïnspecteerd, omdat de helling van de leiding in de kering te steil was en de camera te zwaar was om mee te trekken. In de leiding in de uiterwaard zijn echter geen onvolkomenheden aangetroffen en hetzelfde wordt aangenomen voor de leiding in de kering (beide asbest cement). In de vergunningaanvraag zijn twee nieuwe keermiddelen in de leiding onder de kruin opgenomen. Het betreft een nieuwe schuif en een klep die zich boven in de kering bevinden. De ontwerpdruk van de keerklep is 6 bar, en voor de schuif 4 bar. De te keren hoogte is het verschil tussen MHW (NAP +9,02 m) en de b o k. van het leidingdeel in de kruin (NAP +8,55 m) en bedraagt dus 0,47 m ofwel circa 0,5 bar. De put is een kleine betonnen put die geen gebreken vertoont (zie Figuur 14). De score voor STCO luidt goed.
076781983 A -Definite
1
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
28
Verien^de^^^ Otjkn^47^51
514
PIPING EN HEAVE
Er wordtvanuit gegaan dat boven de leiding in de uiterwaard dezelfde infredeweersfand aanwezig is als v o o r d e n k boven en benedenst dan voor de dijk.Derhalve is de score overgenomen uit de derde toetsingsronde (paragraaf 3.3.f)en deze luidt goed.
515
5TAf31LlTElTVANHETVDORLANO(STVL)
De score voor sfabilifeitvan hef voorland is overgenomen uit de derde toetsingsronde (paragraaf 3.7) en luidt goed voor dit kunstwerk.
5 1 ^
BETRD0vVf3AARHE10 5L01TlNG(r35)
De toetsing van betrouwbaarheid sluiting verloopt volgens Eiguur7-4.3 van het VTV2006.Voor de eerste controles is het belangrijk of de keermiddelen minstens eenmaal per jaarworden bediend, of de kering buitenbediende tijd normaliter is gesloten en zo niet hoe vaak te open keerpeil (OKP) wordt overschreden. Daarna kan worden vervolgd met een eenvoudige toetsing op aspectAtot en m e f D o f met een gedetailleerde toetsing volgens de vier scoretabellen uit de Leidraad Kunstwerken.
Figuur f5: Doorsnede afsluitmiddelen leiding Luvata
De leiding beschikt in de kruin over een klep (waterzijde) en een schuif (landzijde). De kering is door de aanwezigheid van de klep aan de waterzijde normaliter gesloten. Er hoeft alleen getoetst te worden aan aspect D van de eenvoudige toetsing.
076781983.A-Definitief
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS | 2 9
Verlengde derde toetsing Dijkring 47 t/m 51
D. Bedrijfszekerheid van de •S
afsluitmiddelen
Storingen in de normale sluiting moeten kunnen worden opgevangen via een handbediening of via een alternatief sturingssysteem met een noodaggregaat;
S S
Er is een tweede onafhankelijke set afsluitmiddelen; Het primaire keermiddel wordt minstens tweemaal per jaar gecontroleerd en minstens eenmaal per jaar volledig getest (Luvata voert de controle en test wekelijks uit, omdat anders de afsluiter vast kan komen te zitten wat voor de bedrijfsvoering funest zou zijn);
/
Het aanvaring- en aanrijdingrisico is niet bijzonder hoog.
De leiding van Luvata scoort in de eenvoudige toetsing goed, mits de regelmatige controle door Luvata wordt voortgezet en gedocumenteerd.
5.1.7
CONCLUSIE
De leiding van Luvata scoort goed.
076781983:A* Definitief
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
I
Verlengde derde toetsing Dijkring 47 t/m 51
Overwegingen dijkbeheerder 6.1
BEHEERDERSOORDEEL
Er zijn geen afwijkende beheerdersoordelen. Het beheerdersoordeel volgt het technisch oordeel op.
6.2
SECTIES ZONDER EINDSCORE
Er zijn geen secties zonder eindscore.
6.3
VOORZIENE VERBETERINGEN
Ondanks dat er niet direct aanleiding is tot verbetering, wordt geadviseerd de kleppen van de uitlaten Onderlangs bij de eerste inspectie uitgebreider te controleren en het type vast te stellen. De afvoer regenwater Nieuwe Kade in dijkring 47 bij dijkpaal 23+60 is afgekeurd op een aantal onderdelen. De verbetering van het kunstwerk behelst het zorgen voor voldoende stabiliteit van het grondlichaam waar de put zich in bevindt, en het aanbrengen van twee afsluitmiddelen. Voor het aanbrengen van twee afsluitmiddelen moet de put constructief worden aangepast. Gezien het fietspad en de weg op de hoge kade is hiervoor weinig ruimte in de huidige situatie. Het is aan te bevelen het kunstwerk gelijktijdig met de afgekeurde hoge kade te verbeteren. In dat werk moet dan tevens een nadere beoordeling van de sterkte van de put worden gemaakt op basis van ontwerpnormen. Echter, er kan gezien de andere noodzakelijke verbeteringen en gezien de vereiste werkzaamheden voor de verbetering van de hoge kade, wellicht beter voor worden gekozen om de put geheel te vervangen. De afgekeurde hoge kade is reeds voor het nHWBP aangemeld. Op dit moment is nog niet bekend wanneer geld beschikbaar komt voor de verbetering. Totdat het kunstwerk wordt verbeterd, zal in overleg met de gemeente, de bestaande schuif gangbaar worden gemaakt, zodat het kunstwerk kan worden • afgesloten.
076781983A- Definitief
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
31
Verlengde derde toetsing Dijkring 47 t/m 51
Bijlage 1
Situatietekening Regénwateruitlaten Onderlangs
Op de volgende pagina is de situatietekening met de drie regénwateruitlaten opgenomen.
076781983:A - Definitie'
Waterschap Rijn en IJssel en ARCADIS
32