Software-installatiehandleiding In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u de software via een USB- of netwerkverbinding installeert. • Netwerkverbinding is niet beschikbaar voor de modellen SP 200/200S/203S/203SF/204SF. • Om de draadloze LAN-instelling via Smart Organizing Monitor te configureren, installeert u eerst Smart Organizing Monitor via een USB-aansluiting. Voor details over het configureren van de draadloze LANinstelling, zie de Handleiding voor WiFi-instellingen. Stroomdiagram Het volgende stroomdiagram netwerkverbindingen.
illustreert
de
software-installatieprocedures
via
USB-verbinding Voordat u de software installeert (de benodigde items voorbereiden) (Zie pag. 2) Snelinstallatie voor USB (De software installeren) (Zie pag. 3)
Netwerkverbinding (IPv4-omgeving) Voordat u de software installeert (De benodigde items voorbereiden) (Zie pag. 6) Het type en de methode van IP-adresconfiguratie selecteren (Zie pag. 6) De computer en het apparaat aansluiten (Zie pag. 7) Een netwerkinstellingenlijst afdrukken (Zie pag. 8) Snelinstallatie voor netwerk (De software installeren) (Zie pag. 9) Nadat de software is geïnstalleerd (Het IP-adres controleren) (Zie pag. 13)
Netwerkverbinding (IPv6-omgeving) Voordat u de software installeert (De benodigde items voorbereiden) (Zie pag. 6) Het type en de methode van IP-adresconfiguratie selecteren (Zie pag. 6) De computer en het apparaat aansluiten (Zie pag. 7) Een netwerkinstellingenlijst afdrukken (Zie pag. 8) Het IPv6-adres via Web Image Monitor of het bedieningspaneel configureren (Zie pag. 16 en de gebruikershandleiding ) Snelinstallatie voor netwerk (De software installeren) (Zie pag. 9) Nadat de software is geïnstalleerd (Het IP-adres controleren) (Zie pag. 13)
1
USB-
en
1. De computer aansluiten en de software installeren (USBverbinding) Sluit het apparaat en de computer met de USB-kabel aan en klik vervolgens op [USB-snelinstallatie] om de software te installeren.
CTT177
1. USB-snelinstallatie • SP 200, 200N, 200Nw, 201N, 201Nw Monitor.
Installeer het printerstuurprogramma en Smart Organizing
• SP 200S, 202SN, 203S, 204SN Installeer het printerstuurprogramma, het TWAIN/WIA-stuurprogramma en Smart Organizing Monitor. • SP 203SF, 203SFN, 203 SFNw, 204SF, 204SFN, 204SFNw Installeer het printerstuurprogramma, het TWAIN/WIA-stuurprogramma, het PC-FAX-stuurprogramma en Smart Organizing Monitor.
Voordat u de software installeert Om de software via een USB-verbinding te installeren, zijn een USB-kabel en de meegeleverde cd-rom nodig.
2
Snelinstallatie voor USB De software installeren. • Zet het apparaat pas aan als u hebt gelezen hoe u dit moet doen.
CTT136
• Sluit de USB-kabel niet op het apparaat aan totdat er een melding verschijnt die u daar om vraagt.
CXP122
1. Zorg dat het apparaat uitgeschakeld is. 2. Zet de computer aan. 3. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station.
CXP066
4. Selecteer een taal voor de interface en klik vervolgens op [OK].
3
5. Klik in het cd-rommenu op [USB-snelinstallatie]. 6. Volg de instructies in de installatiewizard. Als er een melding wordt weergegeven om de stroom in te schakelen en de USB-kabel aan te sluiten, doe dan het volgende: • Sluit het apparaat op de computer aan met een USB-kabel.
CTT137
• Zet het apparaat aan.
CTT061
4
2. De computer aansluiten en de software installeren (netwerkverbinding) • Netwerkverbinding is niet beschikbaar voor de modellen SP 200/200S/203S/203SF/204SF. • Ethernet- en wireless LAN-instellingen kunnen niet tegelijkertijd worden ingeschakeld. Sluit het apparaat en de computer met de ethernetkabel aan en klik vervolgens op [Netwerksnelinstallatie (DHCP)] of [Netwerksnelinstallatie (vast IP)] om de software te installeren.
CTT178
1. Netwerksnelinstallatie (DHCP) 2. Netwerksnelinstallatie (vast IP) • SP 200, 200Nw, 201N, 201Nw Installeer het printerstuurprogramma en Smart Organizing Monitor. • SP 202SN, 204SN Installeer het printerstuurprogramma, het TWAIN-stuurprogramma, het WIAstuurprogramma en Smart Organizing Monitor. • SP 203SFN, 203SFNw, 204SFN, 204SFNw Installeer het printerstuurprogramma, het TWAINstuurprogramma, het WIA-stuurprogramma, het PC-FAX-stuurprogramma en Smart Organizing Monitor.
5
Voordat u de software installeert Om de software via een netwerkverbinding te installeren, zijn een ethernetkabel en de meegeleverde cdrom nodig. Om het IP-adres automatisch op te halen, is een router met een ingebouwde DHCP-server vereist.
Het type en de methode van IP-adresconfiguratie selecteren Wat is een IP-adres?
Het IP-adres is een idenfiticatienummer dat aan computers en andere apparaten die op een IP-netwerk zijn aangesloten, is toegewezen. Een IP-adres is een adres om op een netwerk te gebruiken. Er bestaan twee soorten IP-adressen: IPv4 en IPv6. • IPv4-adres Het IPv4-adres bestaat uit vier velden, bijvoorbeeld "192.168.0.113". De eerste drie velden (192.168.0) staan vast en het laatste veld (113) kan variëren.
192.168.0. 113 1
2 CTT179
1. Vast deel 2. Variabel deel Om een netwerk te beheren, hoeft alleen het variabele deel gewijzigd te worden. 1
192.168.0.111
2
3
192.168.0.112
4
192.168.0.113
192.168.0.115 CTT180
1. Router 2. Een andere computer 3. Apparaat 4. Uw computer • IPv6-adres IPv4-adressen raken op vanwege het wijdverbreide gebruik van internet, daarom is IPv6 ontwikkeld als een nieuwe generatie van internetprotocol.
6
Wat is een DHCP-server?
U kunt de instellingen zo configureren dat het IP-adres automatisch van een DHCP-server wordt opgehaald. Alleen met een DHCP-server op het netwerk kan het apparaat automatisch een IP-adres krijgen.
Typen IP-adressen die voor het apparaat kunnen worden geconfigureerd (1) De apparaatinstellingen zo configureren dat het IPv4-adres automatisch wordt opgehaald (2) Het IPv4-adres van het apparaat handmatig configureren (3) De apparaatinstellingen zo configureren dat het IPv6-adres automatisch wordt opgehaald (4) Het IPv6-adres van het apparaat handmatig configureren
De computer en het apparaat aansluiten • Als u de draadloze LAN-instelling gebruikt, ontkoppel dan de ethernetkabel. 1. Sluit de ethernetkabel aan op de ethernetpoort.
CTT138
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op een netwerkapparaat, bijvoorbeeld een hub. 3. Zet de printer aan.
CTT061
7
Een netwerkinstellingenlijst afdrukken Druk voordat u de software installeert, een netwerkinstellingenlijst af zodat u de netwerkinformatie kunt nakijken. • Het kan twee minuten duren om de netwerkinstellingenlijst af te drukken.
Een netwerkinstellingenlijst afdrukken SP 200N, 200Nw, 201N, 201Nw
1. Houd de [Start] knop ingedrukt.
CTT175
Houd de knop twee seconden ingedrukt.
SP 202SN, 203SFN, 203SFNw, 204SFN, 204SN, 204SFNw 1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. 2. Druk op [
] of [
] om [Lijst/rap. afdrukken] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
3. Druk op [
] of [
] om [Lijst netwerkinstel.] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
Een netwerkinstellingenlijst controleren • MAC-adres
Dit is een uniek adres om de hardware te identificeren. • IPv4-configuratie U kunt het IP-adres nakijken. • Bij gebruik van een DHCP-server: U kunt het IPv4-adres controleren dat automatisch door een DHCP-server is toegewezen. • Als het IPv4-adres niet automatisch door de DHCP-server is toegewezen: Het apparaat selecteert automatisch een niet gebruikt IPv4 adres dat begint met "169.254.xxx.xxx" (AutoIP functie). • IPv6-configuratie U kunt het Link-lokale adres controleren. • Bij de modellen SP 200Nw, 201Nw, 203SFNw en 204SFNw dient u, voordat u de draadloze LAN-instelling configureert, de volgende items in "Wi-Fi Status" in de lijst met netwerkinstellingen te controleren.
8
Snelinstallatie voor Netwerk • Bij de modellen SP 202SN, 203SFN, 203 SFNw, 204SFN, 204SN, 204SFNw dient u, voordat het printerstuurprogramma wordt geïnstalleerd, een IP-adres op te geven via het bedieningspaneel. Voor informatie over hoe u dit doet, raadpleegt u "De IP-adresinstellingen wijzigen via het bedieningspaneel (uitsluitend SP 202SN, 203SFN, 203 SFNw, 204SFN, 204SN, 204 SFNw)". • Geef in een IPv6-omgeving een IP-adres op met behulp van Web Image Monitor of het bedieningspaneel voordat u het printerstuurprogramma installeert. Voor informatie over het configureren van het IPv6adres, raadpleegt u "De netwerkinstellingen configureren" en "Web Image Monitor gebruiken" in de gebruikershandleiding. Voor informatie over hoe u de Web Image Monitor start, raadpleegt u "Web Image Monitor opstarten". • Bij de modellen SP 200Nw, 201Nw, 203 SFNw en 204SFNw dient u, om de draadloze LAN-verbinding door middel van WPS te realiseren, de draadloze LAN-instelling eerst te configureren en vervolgens de printer te installeren. Voor details over het configureren van de draadloze LAN-instelling, zie de Handleiding voor WiFi-instellingen.
Selecteer [Netwerksnelinstallatie (Vast IP)] of [Netwerksnelinstallatie (DHCP)] Het te selecteren item hangt af van het type en de methode van IP-adresconfiguratie die in "Het type en de methode van IP-adresconfiguratie selecteren" is geselecteerd. Installeer de software aan de hand van de volgende instructies. (1) De apparaatinstellingen configureren om automatisch een IPv4-adres op te halen [Netwerksnelinstallatie (DHCP)] (2) Het IPv4-adres van het apparaat handmatig configureren [Netwerksnelinstallatie (Vast IP)] (3) De apparaatinstellingen configureren om automatisch een IPv6-adres op te halen [Netwerksnelinstallatie (DHCP)] of [Netwerksnelinstallatie (Vast IP)] (4) Het IPv6-adres van het apparaat handmatig configureren [Netwerksnelinstallatie (Vast IP)]
9
[Netwerksnelinstallatie (DHCP)] of
[Netwerksnelinstallatie (DHCP)] selecteren 1. Zet de computer aan. Sluit alle toepassingen die momenteel actief zijn. 2. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station.
CXP066
3. Selecteer een taal voor de interface en klik vervolgens op [OK]. 4. Klik in het cd-rommenu op [Netwerksnelinstallatie (DHCP)].
CTT193
5. Lees de volledige licentieovereenkomst zorgvuldig door. Indien u hiermee akkoord gaat, klikt u op [Ik ga akkoord met de overeenkomst.] en klikt u vervolgens op [Volgende >]. 6. Selecteer [Een nieuwe printer toevoegen] en klik op [Volgende >]. 7.
Selecteer de printerdetectiemethode en klik dan op [Volgende >]. • Om automatisch naar printers te zoeken, selecteert u [Automatisch naar printers zoeken]. • Om op IP-adres naar printers te zoeken, selecteert u [Zoeken naar printers op IP-adres]. • Om een poort te selecteren of een nieuwe poort op te geven, selecteert u [Selecteer een poort of geef een nieuwe poort op]. Als er een dialoogvenster wordt weergegeven om het poorttype te selecteren, is het raadzaam om de standaard TCP/IP-poort te selecteren.
8. Volg de instructies in de installatiewizard.
10
[Netwerksnelinstallatie (Vast IP)] selecteren 1. Zet de computer aan. Sluit alle toepassingen die momenteel actief zijn. 2. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station.
CXP066
3. Selecteer een taal voor de interface en klik vervolgens op [OK]. 4. Klik in het cd-rommenu op [Netwerksnelinstallatie (Vast IP)].
CTT190
5. Lees de volledige licentieovereenkomst zorgvuldig door. Indien u hiermee akkoord gaat, klikt u op [Ik ga akkoord met de overeenkomst.] en klikt u vervolgens op [Volgende >].
11
6. Voer het MAC- en het IP-adres in en klik vervolgens op [OK]. Om deze items in een IPv6-omgeving op te geven, klikt u op [Annuleren] en gaat u verder bij stap 8.
CTT191
• MAC-adres Voer het MAC-adres in dat op de netwerkinstellingenlijst staat. • IP-adres Voer het IP-adres van de gebruiker in. Het IP-adres van de computer kan bepaald worden met de commando-prompt. Om het IP-adres te zien te krijgen, opent u het commando-prompt, voert u "ipconfig" in en drukt u vervolgens op de [Enter]-toets. Voer het IP-adres van de computer die gebruikt wordt in en pas het variabele deel van het IP-adres aan. • Subnetmasker, standaard gateway-adres Geef het subnetmasker en het standaard gateway-adres op zoals vereist aan de hand van de netwerkomgeving. 7.
Als de procedure succesvol is afgerond, klik dan op [OK]. Als de procedure is mislukt, klik dan op [OK] om terug te keren naar het venster dat in stap 6 is weergegeven. Probeer de instelling opnieuw op te geven. Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg dan "Problemen oplossen" om te controleren of het probleem aan de verbinding ligt of aan wat anders of neem contact op met uw onderhoudsvertegenwoordiger.
8. Selecteer [Een nieuwe printer toevoegen] en klik op [Volgende >]. 9. Selecteer de printerdetectiemethode en klik dan op [Volgende>]. • Om automatisch naar printers te zoeken, selecteert u [Automatisch naar printers zoeken]. • Om op IP-adres naar printers te zoeken, selecteert u [Zoeken naar printers op IP-adres]. • Om een poort te selecteren of een nieuwe poort op te geven, selecteert u [Selecteer een poort of geef een nieuwe poort op]. Als er een dialoogvenster wordt weergegeven om het poorttype te selecteren, is het raadzaam om de standaard TCP/IP-poort te selecteren. 10. Volg de instructies in de installatiewizard.
12
Als de software is geïnstalleerd Een netwerkinstellingenlijst controleren Controleer de netwerkinstellingenlijst om te zien of de geconfigureerde IP-adresinstelling is toegepast. Voor informatie over het afdrukken van de netwerkinstellingenlijst, raadpleeg "Een netwerkinstellingenlijst afdrukken".
13
3. De IP-adresinstellingen wijzigen De IP-adresinstellingen wijzigen via het bedieningspaneel (uitsluitend SP 202SN, 203SFN, 203SFNw, 204SFN, 204SN, 204SFNw) • Bij de modellen SP 203 SFNw en 204SFNw dient u [Draadloos LAN] te selecteren in [LAN-Type] om de draadloze LAN-verbinding te realiseren of [Ethernet] te selecteren in [LAN-Type] om de LAN-verbinding te realiseren.
De apparaatinstellingen zo configureren dat het IPv4-adres automatisch wordt opgehaald 1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. 2. Druk op [ ] of [ ] om [Netwerkinstellingen] te selecteren en druk vervolgens op [OK]. Bij de modellen SP 203 SFNw en 204SFNw dient u, om de draadloze LAN-verbinding te realiseren, [Wi-Fi instellingen] te selecteren in [Netwerkinstellingen]. 3. Druk op [
] of [
] om [IPv4-adres apparaat] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
Netwerkinstellingen IPv4-adres apparaat 4. Druk op [
] of [
] om [DHCP geactiveerd] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
IPv4-adres apparaat DHCP geactiveerd 5. Controleer of [DHCP geactiveerd] is ingesteld op [Aan].
DHCP geactiveerd Aan Als de instelling gewijzigd is, start het apparaat automatisch opnieuw op. Om de wachttijd voor het opnieuw opstarten van het apparaat over te slaan, druk op [Gebruikersinstellingen] 0f de ] knop.
Het IPv4-adres van het apparaat handmatig configureren 1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. 2. Druk op [ ] of [ ] om [Netwerkinstellingen] te selecteren en druk vervolgens op [OK]. Bij de modellen SP 203 SFNw en 204SFNw dient u, om de draadloze LAN-verbinding te realiseren, [Wi-Fi instellingen] te selecteren in [Netwerkinstellingen]. 3. Druk op [
] of [
] om [IPv4-adres apparaat] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
Netwerkinstellingen IPv4-adres apparaat
14
4. Druk op [
] of [
] om [DHCP geactiveerd] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
IPv4-adres apparaat DHCP geactiveerd 5. Druk op [
] of [
] om [Uit] te selecteren en vervolgens op [OK].
DHCP geactiveerd Uit Als u deze instelling wijzigt, start het apparaat zichzelf automatisch opnieuw op voordat de procedure voltooid kan worden. Wacht in dat geval tot het apparaat helemaal is opgestart, herhaal stap 1, 2 en 3 en ga dan verder met de volgende stap. 6. Druk op [
] of [
] om [IP-adres] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
IPv4-adres apparaat IP-adres 7.
Voer het IPv4-adres van het apparaat met de cijfertoetsen in.
IP-adres Druk op [
] om tussen de velden te wisselen.
8. Voer de waarden van alle velden in. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Geef het subnetmasker en het standaard gateway-adres op zoals vereist aan de hand van de netwerkomgeving. Als de instelling gewijzigd is, start het apparaat automatisch opnieuw op. Om de wachttijd voor het opnieuw opstarten van het apparaat over te slaan, druk op [Gebruikersinstellingen] of de [ ] knop. • Voor meer informatie over het configureren van het IPv6-adres, zie de Gebruikershandleiding. • U kunt de netwerkinstellingen niet configureren als het apparaat tegelijkertijd wordt gebruikt (met afdrukken, een fax ontvangen, etc.). Daarom kan het apparaat geen afdruktaken en faxen ontvangen als de netwerkinstellingen op dat moment worden geconfigureerd (dus nadat op [Netwerkinstellingen] is geklikt).
15
De IP-adresinstellingen wijzigen via Web Image Monitor • Bij de SP 200Nw en 201Mw modellen, dient u [Wireless LAN] te selecteren in [LAN-Type] om de draadloze LAN-verbinding te realiseren of [Ethernet] te selecteren in [LAN-Type] om de LAN-verbinding te realiseren.
Web Image Monitor opstarten 1. Start de internetbrowser. 2. Voer "http://(IP-adres van het apparaat)/" in op de adresbalk. • IPv4 adres Voer het IP-adres in dat op de netwerkinstellingenlijst staat. Gebruik een computer via het IP-adres dat op de netwerkinstellingenlijst staat met een aangepast variabel deel. • IPv6-adres Voer het IP-adres in dat op de netwerkinstellingenlijst bij "Link-lokaal adres" staat. Sluit het IP-adres in in vierkante haken: "http:/[fe80:226:73ff:fe47:62e]/". 3. Klik op [Inloggen]. 4. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [Inloggen]. Voer bij de eerste keer inloggen "admin133" als wachtwoord in.
De apparaatinstellingen zo configureren dat het IPv4-adres automatisch wordt opgehaald Controleer of [DHCP] is ingesteld op [Inschakelen] in [IPv4] in Web Image Monitor. Als [DHCP] is ingesteld op [Inschakelen], haalt het apparaat het IP-adres automatisch op.
CTT163
16
Het IPv4-adres van het apparaat handmatig configureren 1. Start Web Image Monitor en log in. 2. Klik op [IPv4]. 3. Stel [DHCP] in op [Uitschakelen].
CTT167
4. Geef het IP-adres op bij [IPv4-adres]. Geef het subnetmasker en het standaard gateway-adres op zoals vereist aan de hand van de netwerkomgeving. 5. Geef indien nodig andere instellingen op. 6. Klik op [OK]. • Voor meer informatie over het configureren van het IPv6-adres, zie de Gebruikershandleiding.
17
De IPv4-adresinstellingen wijzigen via Smart Organizing Monitor Netwerkinstellingen resetten Om het IP-adres te wijzigen als het apparaat is verplaatst of vanwege een andere reden, is het noodzakelijk om de netwerkinstellingen te resetten.
SP 200N, 200Nw, 201N, 201Nw 1. Houd de knop [Taak resetten] ingedrukt en schakel de stroom in.
SP 202SN, 203SFN, 203SFNw, 204SFN, 204SN, 204SFNw 1. Houd de knop [Stop/wis] ingedrukt en schakel de stroom in. Houd de knop vijf seconden ingedrukt. Houd de knop ingedrukt totdat de waarschuwingsledlampjes oplichten. Zodra de reset is afgerond, start het apparaat zichzelf automatisch opnieuw op.
De IP-adresinstellingen wijzigen • Gebruik het bedieningspaneel of Web Image Monitor om het IPv4-adres automatisch op te halen of om het IPv6-adres te configureren. • Om de draadloze LAN handmatig te configureren, verbindt u het apparaat en de computer met een USBkabel. 1. Klik in het [Start]-menu op [Alle programma's]. 2. Klik op [Smart Organizing Monitor for SP xxx Series]. 3. Klik op [Smart Organizing Monitor for SP xxx Series Status]. 4. Klik in het tabblad [Gebruikerstool] op [IP-adresinstelling...]. 5. Voer het MAC- en het IP-adres in. • MAC-adres Voer het MAC-adres in dat op de netwerkinstellingenlijst staat. • IP-adres Voer het IP-adres van de gebruiker in. Het IP-adres van de computer kan bepaald worden met de commando-prompt. Om het IP-adres te zien te krijgen, opent u het commando-prompt, voert u "ipconfig" in en drukt u vervolgens op de [Enter]-toets. Voer het IP-adres van de computer die gebruikt wordt in en pas het variabele deel van het IP-adres aan. • Subnetmasker, standaard gateway-adres Geef het subnetmasker en het standaard gateway-adres op zoals vereist aan de hand van de netwerkomgeving. 6. Klik op [OK]. Als de configuratie is gelukt, wordt het bericht "Het IP-adres is ingesteld." weergegeven. Als de configuratie niet gelukt is, wordt het bericht "IP-adres instellen is mislukt. Probeer het opnieuw." weergegeven. Herhaal in dat geval de stappen vanaf stap 5. 7.
Klik op [OK].
8. Klik op [Afsluiten].
18
4. Problemen oplossen USB-verbinding De USB-kabel is niet juist aangesloten. Controleer of de USB-kabel op de juiste manier is aangesloten en of de ethernetkabel niet beschadigd is. Mogelijk is de cd-rom niet op de juiste wijze geplaatst. Controleer of de cd-rom op de juiste wijze is geplaatst. Controleer ook of de cd-rom niet is beschadigd en of het cd-romstation naar behoren werkt. Andere toepassingen zijn niet afgesloten. Wanneer u software installeert, sluit u alle andere toepassingen. Mogelijk wordt de installatie onderbroken als andere toepassingen open zijn. Sluit ook alle antivirusprogramma's af die actief zijn. Het apparaat is aangezet vóór de installatie. Schakel het apparaat uit en vervolgens weer in en probeer "USB-snelinstallatie" nogmaals uit te voeren.
Netwerkverbinding De ethernetkabel is niet juist aangesloten. Controleer of de ethernetkabel op de juiste manier is aangesloten en dat de ethernetkabel niet beschadigd is. Mogelijk is de cd-rom niet op de juiste wijze geplaatst. Controleer of de cd-rom op de juiste wijze is geplaatst. Controleer ook of de cd-rom niet is beschadigd en of het cd-romstation naar behoren werkt. Het IP-adres van het apparaat is niet geconfigureerd of het apparaat en de computer zijn niet op hetzelfde netwerk aangesloten. Als het apparaat niet op het netwerk wordt weergegeven, is het IP-adres ervan niet geconfigureerd of is het apparaat op een ander netwerk aangesloten dan de computer. Controleer in dit geval het IP-adres en de netwerkconfiguratie van het apparaat. Het apparaat kan het IP-adres niet automatisch ophalen. Controleer of de DHCP-server functioneert. De netwerkinstellingen zijn niet gereset. Om het IP-adres via Smart Organizing Monitor te wijzigen, dienen de netwerkinstellingen te worden gereset. Voor informatie raadpleegt u "Netwerkinstellingen resetten".
19
NL 20
NL
© 2013 M143-8661