SCHOLINGSBELEIDSPLAN

Versie 08-11-2011

SCHOLINGSBELEIDSPLAN 2011-2016

Bespreking in SD-breed 07-02-2011 Bespreking in MT 15-02-2011 Bespreking SD-KTL breed 15-03-2011 Advies MR 21-03-2011 Bespreking door MT 07-11-2011 Advies MR 16-11-2011 Vaststelling in MT

Versie 08-11-2011

1. INLEIDING In de CAO-VO wordt bepaald dat de werkgever in overleg met de MR het meerjarenbeleid met betrekking tot de professionele ontwikkeling van de werknemers formuleert en jaarlijks evalueert. In het meerjarenbeleid dient aandacht te worden besteed aan de ontwikkelingsdoelen van de organisatie en die van de werknemers in hun onderlinge samenhang, en aan de beschikbaar te stellen faciliteiten in tijd en/of geld. Ontwikkelingsdoelen van de organisatie hebben hun basis in de missie en visie en de strategische doelstellingen van de school, verwoord in het strategisch beleidsplan. De doelstellingen in het strategisch beleidsplan worden in de plannen van de bedrijfsonderdelen verder uitgewerkt. Scholing is een instrument dat bijdraagt aan de realisatie van deze doelstellingen. In dit scholingsbeleidsplan wordt voor de komende jaren aangegeven wat die bijdrage inhoudt en hoe die tot stand kan komen:  In paragraaf 2 wordt aangeven welke ontwikkelingsdoelen kunnen worden afgeleid uit het strategisch beleidsplan en uit de plannen van de bedrijfsonderdelen. Deze ontwikkelingsdoelen zijn richtingbepalend voor het scholingsbeleid.  In paragraaf 3 worden de uitgangspunten geformuleerd die Elde College hanteert met betrekking tot het scholingsbeleid.  In paragraaf 4 zijn de regels opgenomen met betrekking tot de scholingskosten en de vergoeding en terugbetaling daarvan.  In paragraaf 5 wordt de procedure voor scholingsaanvragen weergegeven.

2. ONTWIKKELINGSDOELEN a. Ontwikkelingsdoelen vanuit het strategisch beleidsplan De missie van het Elde College is het bieden van uitdagend en inspirerend onderwijs met een grote keuzevrijheid binnen een geborgen klimaat. Om deze missie te kunnen vervullen is een startegisch beleidsplan opgesteld voor de periode 2011-2016. In het beleidsplan zijn vier strategische thema‟s benoemd en per thema is vastgesteld welk deelgebied de hoogste prioriteit geniet. Hieronder worden de thema‟s en prioriteiten samengevat, en wordt aangegeven welke ontwikkeldoelen hiervan kunnen worden afgeleid voor de ontwikkeling van medewerkers.  Thema ‘onderwijskwaliteit’

 Het Elde College zorgt er voor dat de leerlingen hun talenten maximaal ontwikkelen.

Specifieke doelstellingen:

 Leerlingbegeleiding  Kleinschaligheid

Ontwikkeldoelen:

 Docenten zijn in staat de talenten van de leerling te ontwikkelen op cognitief, emotioneel en sociaal gebied.  Docenten beschikken over het vermogen de intrinsieke motivatie van de leerling en diens bereidheid om te blijven leren te stimuleren.  Docenten werken onderling samen en stemmen hun handelen op elkaar af en delen elkaars visie op talentontwikkeling.

Scholingsbeleidsplan 2011-2016 Elde College

Pagina 1

Versie 08-11-2011

 Thema ‘bedrijfsvoering’


Ontwikkeldoelen:

 Thema ‘interne organisatie’

 Het onderwijs is de corebusiness van het Elde College, de bedrijfsvoering zorgt voor de voorwaarden om goed onderwijs te kunnen verzorgen.  Ondersteuning  Continuïteit  Flexibiliteit  In control  Adequate huisvesting  De medewerkers van de verschillende ondersteunende afdelingen werken onderling samen en stemmen hun handelen op elkaar af.  De (0)budgethouders en overige medewerkers voor wie dat noodzakelijk is beschikken over de juiste kennis, vaardigheden en inzicht met betrekking tot beheersing van de financiën.

 Betrokken medewerkers die binnen een professionele cultuur samenwerken en zich willen blijven ontwikkelen


 Pop  Beoordeling  Gesprekkencyclus

Ontwikkeldoelen:

 Alle medewerkers werken blijvend aan hun ontwikkeling.  Het percentage on- of onderbevoegde medewerkers bedraagt maximaal 5%.  Leidinggevenden en collega‟s onderling zijn in staat elkaar op een professionele manier aan te spreken op elkaars functioneren, gedrag en resultaten.

 Thema ‘imago’

 Leerlingen en medewerkers voelen zich thuis


 Eenheid in verscheidenheid  Kleinschaligheid

Ontwikkeldoelen:

 Persoonlijke- en teameffectiviteit

b. Ontwikkelingsdoelen vanuit de beleidsplannen van de bedrijfsonderdelen i. Sector Vmbo/Pro: Binnen de locatie VMBO Schijndel inrichten van een eigen traject van collegiale consultatie en intervisie naar aanleiding van de functioneringsgesprekken.


Pagina 2

Versie 08-11-2011

Binnen de locatie Praktijkonderwijs inrichten van een eigen professionaliseringstraject Elde breed, genaamd de Elde Academie, waarbij medewerkers zich verder kunnen ontwikkelen en specifiek aan hun competenties kunnen werken. ii. Sector Havo/(t)Vwo: In het sectorbeleidsplan 2011-2016 worden de speerpunten scholing voor de komende jaren aangegeven (zie daar). Samengevat richt het scholingsplan van de sector zich in de komende jaren op de volgende thema‟s:  Onderwijs  Professionalisering van de docent en mentor teneinde maximale talentontwikkeling bij de leerling te bereiken (motivatie en leercultuur). Basisvoorwaarden hiervoor zijn “de leerling aan het werk” en “ken je leerling”.  Inrichting en bewaken van de verticale leerlijn.  Toetsing als instrument voor sturing (proces) en beoordeling (niveau).  Begeleiding  De mentor als spil in de begeleiding  Personeel  Versterking van de professionele cultuur onder medewerkers. Het doel is een professionele aanspreekcultuur te bewerkstelligen, waarbij we met name gebruik maken van collegiale consultatie en intervisie (interne expertise mobiliseren)  Onbevoegde of onderbevoegde docenten naar de gewenste bevoegdheid scholen.  Organisatie  Scholing docenten in gebruik van ICT, digitale media en Elektronische Leeromgeving. iii. Bedrijfsvoering: Elke medewerker dient zich continu te blijven ontwikkelen. Dit gebeurt vooral door het reguliere werk goed uit te voeren, alert te zijn op verbeteringen (en deze door te voeren), te leren van anderen binnen en buiten het Elde College. De mate waarin verschilt uiteraard van persoon tot persoon en van de functie. Op individueel niveau moet de scholing aansluiten bij de uitkomsten van de gesprekkencyclus (POP). Ook hier geldt wederom, de mate varieert van persoon tot persoon en van de functie:  Vakkennis/-vaardigheden: de medewerker moet voldoende vakkennis hebben om de functie naar behoren te kunnen uitoefenen (het „hoe‟);  Kennis van de inhoud: de medewerker moet op de hoogte zijn van de up-to-date stand van zaken op het gebied van zijn functie, inzicht in het proces en de afhankelijkheden tussen medewerkers in het proces (het „wat‟/inhoud);  Klant-/servicegericht: de medewerker moet over voldoende sociaal/communicatieve vaardigheden beschikken om de hulpvraag goed te interpreteren c.q. „de vraag achter de vraag‟ te weten zien te komen, meedenken met de klant, adviseren e.d.;  „Assertiviteit‟: de medewerker moet bewaken dat de interne en externe weten regelgeving nagekomen wordt. Dit betekent ook dat de medewerker „nee‟ moet kunnen zeggen, zonder het vorige punt los te laten;  Kennis van de werking van IT-systemen.


Pagina 3

Versie 08-11-2011

Binnen het Orionverband wordt gewerkt aan meer generieke competentieprofielen voor de ondersteunende functies . Deze competentieprofielen leveren input voor de ontwikkelingsgesprekken met medewerkers. Belangrijk is „learning-on-the job‟. Wij leren het meeste van het gewoon doen, feedback ontvangen, verbeteren (leren van anderen) en weer gewoon doen! (Externe) scholing zal alleen worden ingezet bij:  Indiensttreding: een medewerker voldoet nog niet helemaal en wordt daar direct voor bijgeschoold (bijvoorbeeld vak-/inhoudskennis of meer/minder assertiviteit => persoonlijke effectiviteit).  Grote wijzigingen in weten regelgeving: bijvoorbeeld een themadag over fiscale aspecten of iets dergelijks  Grote wijzigingen in het werkproces: bijvoorbeeld een cursus van een nieuw ITsysteem  Verplichte cursussen (bijvoorbeeld BHV of permanente educatie)  Algemene ontwikkeling, loopbaan van de medewerker (werkmotivatie) => dit is meestal „niet-opgedragen scholing‟ 3. UITGANGSPUNTEN SCHOLINGSBELEID Met betrekking tot het scholingsbeleid hanteert het Elde College de volgende uitgangspunten: a. Onder scholing wordt verstaan: alle vormen van om-, bij- en nascholing die de deskundigheid van het personeel verhogen op het gebied van kennis, kunde, vaardigheden en beroepshouding. b. Scholing draagt bij aan de realisatie van de doelstellingen van het Elde College op centraal-, bedrijfsonderdeel- en teamniveau. c. Scholing draagt bij aan een continue ontwikkeling en vernieuwing van de organisatie en het creëren van een klimaat waarbinnen de medewerkers gemotiveerd en met plezier hun functie kunnen uitoefenen. d. Scholing is gericht op de ontwikkeling en groei binnen de eigen functie of op een loopbaanstap naar een andere functie. Dit kan binnen de eigen afdeling zijn, binnen de school of daarbuiten. e. De ontwikkeling van de medewerker komt expliciet aan de orde in de gesprekscyclus. Gemaakte ontwikkelingsafspraken worden vastgelegd en geëvalueerd. f. De medewerker is zelf verantwoordelijk voor zijn persoonlijke ontwikkeling, het op peil houden van zijn bekwaamheden en voor zijn loopbaanplanning. g. Het management vervult hierin een stimulerende rol door structureel aandacht te besteden aan scholing en ontwikkeling op het niveau van de individuele medewerker, het team, het bedrijfsonderdeel en schoolbreed. h. Bij de uitvoering van de scholingsactiviteiten wordt een aanvaardbaar evenwicht nagestreefd tussen noodzakelijkheid van de scholing en lesuitval. i.

Het Elde College houdt een digitaal bekwaamheidsdossier bij van iedere medewerker (de Competentiemonitor).


Pagina 4

Versie 08-11-2011

4. SCHOLINGSKOSTEN Onder scholingskosten wordt verstaan:  Cursus-, trainings-, les- of schoolgelden, inschrijfkosten en/of kosten voor deelname aan examens.  Kosten voor aanschaf van voorgeschreven literatuur, boeken en syllabi die noodzakelijk zijn voor het goed kunnen volbrengen van de studie.  Reiskosten, deze worden vergoed conform de reiskostenregeling.  Verblijfskosten, indien een overnachting vanuit de opleiding als zeer wenselijk wordt beschouwd. In de CAO-VO is bepaald dat de werkgever in overleg met de MR een regeling vaststelt omtrent de voorwaarden waaronder en de wijze waarop scholingsfaciliteiten door de werkgever beschikbaar worden gesteld en in welke gevallen de werknemer gehouden is de scholingskosten terug te betalen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen opgedragen en niet opgedragen scholing. De direct leidinggevende bepaalt of en in welke mate er sprake is van opgedragen of niet opgedragen scholing. Voorwaarde voor toekenning van een vergoeding is een gezamenlijke afspraak tussen leidinggevende en medewerker. Mocht er geen overeenstemming bereikt worden tussen leidinggevende en medewerker dan beslist de directeur. Voor alle scholingsactiviteiten waarvan de kosten meer dan € 500 bedragen dient een studieovereenkomst te worden opgesteld (bijlage 1). a. Opgedragen scholing  Opgedragen scholing betreft scholingsactiviteiten die van noodzakelijk belang zijn voor de uitoefening van de huidige functie (dan wel ter voorbereiding op een toekomstige loopbaan) binnen de school.  Er is sprake van opgedragen scholing in de volgende situaties: o De scholing is gericht op vergroting c.q. aanvulling van kennis, kunde, vaardigheden en beroepshouding van de medewerker zonder welke hij zijn functie niet naar behoren kan uitoefenen en/of het betreft een wettelijk verplichte scholing. De betreffende scholing draagt vanuit het oogpunt van het team en/of de school een onontbeerlijk karakter. De medewerker kan verplicht worden de scholing te volgen. o Scholing in verband met herplaatsing wegens reorganisatie of (dreigende) arbeidsongeschiktheid. o Relevante studiedagen, seminars en congressen.  De kosten van de opgedragen scholing worden 100% vergoed.  De scholingstijd en examenverlof maken deel uit van de normjaartaak (deskundigheidsbevordering).  Reistijd wordt niet gezien als scholingstijd. b. Niet-opgedragen scholing  Van niet-opgedragen scholing is sprake indien: o De scholing bijdraagt aan de professionele ontwikkeling van de medewerker in de huidige functie. o De scholing door de leidinggevende wordt beoordeeld als nuttig en wenselijk voor zowel de medewerker als de organisatie. o De scholing bijdraagt aan een goede functievervulling, maar niet noodzakelijke te noemen is.  De vergoeding voor de kosten van niet-opgedragen scholing kan variëren tussen 20 en 50%, afhankelijk van de afweging schoolbelang versus individueel belang. De leidinggevende beslist hierover.  De scholingstijd en examenverlof maken met hetzelfde percentage als dat van de kostenvergoeding deel uit van de normjaartaak (deskundigheidsbevordering).  Reistijd wordt niet gezien als scholingstijd.


Pagina 5

Versie 08-11-2011

 Het scholings- en examenverlof worden gerealiseerd zonder vermindering van de lestaak. Lerarenbeurs  Bij niet opgedragen scholing kunnen docenten met de Lerarenbeurs (een deel van) de kosten dekken.  Docenten kunnen eenmaal in hun onderwijsloopbaan een „Lerarenbeurs voor scholing‟ aanvragen als zij hun professionele niveau willen verhogen, hun vakkennis willen verbreden of zich willen specialiseren.  De vergoedingen voor collegegeld/cursusgeld bedragen: o Maximaal € 7.000 per jaar voor bachelor- en masteropleidingen, inclusief eventueel premaster of schakel programma (maximaal drie jaar). o Maximaal € 3.500 per jaar voor postinitiële masteropleidingen (maximaal drie jaar). o Maximaal € 3.500 voor korte opleidingen. De lerarenbeurs voor korte opleidingen vervalt vanaf studiejaar 2012-2013.  Daarnaast worden vergoedingen verstrekt voor studiemiddelen en reiskosten. Aan de werkgever kan een vergoeding van maximaal 160 uur voor scholingsverlof worden toegekend (geldt niet voor korte opleidingen).  De urentoekenning ten behoeve van het scholingsverlof moet zichtbaar zijn binnen de normjaartaak. c. Niet-bevoegde medewerker Medewerkers die aangesteld worden in een functie of voor een vak waarvoor zij (nog) niet bevoegd zijn, dragen zelf de kosten van de noodzakelijke scholing, tenzij in de sollicitatieprocedure hierover een andere afspraak gemaakt is. d. Terugbetaling scholingskosten  Bij voortijdige beëindiging van de studie buiten de schuld of het initiatief van de medewerker hoeven de gemaakte scholingskosten niet te worden terugbetaald. Dit is ter beoordeling van de direct leidinggevende.  De medewerker is verplicht tot terugbetaling van de scholingskosten in de volgende situaties: a. Door nalatigheid van de medewerker is de studie niet met goed gevolg afgesloten. b. De studie is onderbroken of afgebroken zonder instemming van de leidinggevende. c. Bij ontslag op eigen verzoek voordat de studie is afgerond. (geldt alleen voor niet-opgedragen scholing). d. Bij ontslag op eigen verzoek binnen een termijn van 3 jaar na afronding van de studie (geldt alleen voor niet-opgedragen scholing): o in het schooljaar volgend op het jaar waarin de studie is voltooid 100% van de lesgelden; o in het tweede schooljaar volgend op het jaar waarin de studie is voltooid 2/3 van de lesgelden: o in het derde schooljaar volgend op het jaar waarin de studie is voltooid 1/3 van de lesgelden.


Pagina 6

Versie 08-11-2011

5. PROCEDURE SCHOLINGSAANVRAGEN a. De medewerker dient een verzoek in bij de direct leidinggevende. b.

De leidinggevende toetst of het scholingsverzoek van de medewerker is opgenomen in de begrootte scholingsactiviteiten van het bedrijfsonderdeel. Is dat niet het geval dan is toestemming van de directeur vereist.

c.

Indien de te verwachten kosten voor de gewenste scholingsactiviteit meer dan € 500 bedragen stellen leidinggevende en medewerker gezamenlijk een studieovereenkomst op (bijlage 1).

d.

In de studieovereenkomst wordt een zo nauwkeurig mogelijke inschatting aangegeven van de te verwachten scholingskosten.

e.

De leidinggevende bepaalt of er sprake is van opgedragen of niet-opgedragen scholing.

f.

In het geval er sprake is van niet-opgedragen scholing bepaalt de leidinggevende het percentage van de vergoeding voor de scholingskosten en de scholingstijd. Dit percentage is 20%, 30%, 40% of 50%, afhankelijk van de afweging schoolbelang versus individueel belang. De leidinggevende beslist hierover. Criteria hierbij zijn: o De bijdrage van de scholing aan het realiseren van het strategisch beleidsplan en het beleidsplan van het betreffende bedrijfsonderdeel. o De invloed van de scholing op de kwaliteit van (de ondersteuning van) het onderwijs. o De bijdrage aan het behoud van (hoog)competente werknemers o Het voldoen aan (wettelijke) verplichtingen door het laten volgen van studie of opleiding.

g.

Indien medewerker en leidinggevende er niet in slagen overeenstemming te bereiken over de (inhoud van de) studieovereenkomst dan beslist de directeur.

h.

De inschrijving voor de scholingsactiviteit kan pas plaatsvinden nadat de volledig ingevulde studieovereenkomst door alle betrokkenen is ondertekend.

i.

De leidinggevende geeft de studieovereenkomst door aan de afdeling P&O voor de verdere (administratieve) afwikkeling.


Pagina 7

Versie 08-11-2011

Bijlage 1: Studieovereenkomst s.v.p. volledig invullen

1. Algemeen Naam en voorletters : __________________________________________________ Geboortedatum

: __________________________________________________

Leidinggevende

: __________________________________________________

2. Activiteit Gewenste activiteit:  Cursus/training (tussen 1 en 5 dagen)  Opleiding (vanaf 5 dagen)  Anders, namelijk : ___________________________________________________ Naam opleiding/cursus

: _____________________________________________

Start

: _____________________________________________

Voltooiing (te verwachten) : _____________________________________________ Totaal aantal uren, dat de werknemer de opleiding volgt: ___ uur.

3. Scholing-uitvoeringsplan  De gewenste activiteit is wel opgenomen in de begrootte scholingsactiviteiten van het bedrijfsonderdeel.  De gewenste activiteit is niet opgenomen in de begrootte scholingsactiviteiten van het bedrijfsonderdeel. De directeur tekent mede deze studieovereenkomst ter instemming.

4. Soort scholing

 Opgedragen scholing

 Niet opgedragen scholing

5. Kosten (schatting) Periode Lesgelden Reiskosten Verblijfskosten Vervangingskosten Diversen

201… € € € € €

201… € € € € €

201… € € € € €

201… € € € € €

Totaal (in geld)

€

€

€

€


Pagina 8

Versie 08-11-2011

6. Tegemoetkoming scholingskosten werknemer Overeengekomen percentage  20%

 30%

 40%

Geldelijke vergoeding

Vergoeding in tijd

 50%

 100% (geldt alleen bij opgedragen scholing) De medewerker verklaart door het tekenen van deze studieovereenkomst akkoord te zijn met de gemaakte afspraken en de eventuele financiële gevolgen. Indien de werknemer een percentage van de kosten zelf bijdraagt, heeft hij/zij met het zetten van de handtekening Elde College gemachtigd het betreffende bedrag in te houden op het salaris. In overleg met de werknemer wordt bepaald in hoeveel termijnen de lesgelden worden ingehouden. De studieovereenkomst wordt opgenomen in het personeelsdossier. De werknemer verklaart tevens bekend te zijn met de inhoud van het Scholingsbeleidsplan 2011-2016 van het Elde College en de daarin opgenomen bepalingen omtrent terugbetaling van de kosten voor niet-opgedragen scholing.

Voor akkoord, Ondertekening werknemer:

Ondertekening leidinggevende:

Datum:

Datum:

Ondertekening directeur: (Alleen indien de gewenste activiteit niet is opgenomen in de begrootte scholingsactiviteiten)

Datum:

De studieovereenkomst ondertekend inleveren bij afdeling P&O.


Pagina 9

SCHOLINGSBELEIDSPLAN

Recommend Documents