Sandoz
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Alprazolam Sandoz 0,25 mg tabletten Alprazolam Sandoz 0,50 mg tabletten Alprazolam Sandoz 1 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Eén tablet bevat 0,25 mg alprazolam. Bevat 97.32 mg lactose monohydraat. Eén tablet bevat 0,50 mg alprazolam. Bevat 97.00 mg lactose monohydraat. Eén tablet bevat 1 mg alprazolam. Bevat 96.53 mg lactose monohydraat. Voor hulpstoffen, zie 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tabletten. Alprazolam Sandoz 0,25 mg tabletten Oblonge witte tablet met een breuklijn en «APZM 0.25» gegraveerd. Alprazolam Sandoz 0,5 mg tabletten Oblonge roze tablet met een breuklijn en «APZM 0.5» gegraveerd. Alprazolam Sandoz 1 mg tabletten Oblonge helderblauwe tablet met een breuklijn en «APZM 1» gegraveerd. De tablet kan in twee gelijke helften worden verdeeld. 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Symptomatische behandeling van angst. Alprazolam slechts gebruiken indien de toestand ernstig is, als de ziekte invaliderend is of indien de toestand bij de patiënt te uitgesproken lijden veroorzaakt. 4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling moet zo kort mogelijk zijn. De arts dient periodiek de noodzaak voor een behandeling met alprazolam te evalueren en na te gaan of de posologie adequaat is in functie van elke patiënt afzonderlijk. De totale behandelingsduur mag niet meer dan 8 tot 12 weken bedragen, met inbegrip van de periode van progressieve vermindering van de dosis. In sommige gevallen kan een behandeling van lange duur noodzakelijk zijn maar dit mag slechts gebeuren na herevaluatie van de toestand van de patiënt. De optimale dosis van alprazolam dient aangepast te worden aan de ernst van de symptomen en aan de individuele respons van elke patiënt. Bij het merendeel van de patiënten, kunnen de angstsymptomen over het algemeen efficiënt behandeld worden met een dosis tussen 0,5 mg en 3 mg per dag, verdeeld over verschillende toedieningen. De maximale dosis van 3 mg per dag mag in geen geval overschreden worden. Patiënten die niet eerder psychotrope geneesmiddelen hebben ingenomen, hebben doorgaans lagere doses nodig dan chronische
Sandoz
alcoholici of patiënten die reeds behandeld werden met kalmeermiddelen, antidepressiva of slaapmiddelen. Om het optreden van ataxie of overdreven sedatie te voorkomen, verdient het aanbeveling om de laagst mogelijke efficiënte dosis te gebruiken. Volwassenen Begindosis*: 0,25 mg tot 0,5 mg, drie keer per dag Dosis*: 0,5 mg tot 3 mg per dag verdeeld over verschillende toedieningen Bejaarde en verzwakte patiënten of patiënten met nier- of leverinsufficiëntie Begindosis*: 0,25 mg, twee of drie keer per dag Dosis*: 0,5 mg tot 0,75 mg per dag verdeeld over verschillende toedieningen; de dosis geleidelijk verhogen indien nodig en indien de gezondheidstoestand van de patiënt dit toelaat. *In geval van ongewenste nevenwerkingen, moet de dosis verminderd worden. Patiënten jonger dan 18 jaar Alprazolam zal niet worden toegediend aan deze specifieke groep patiënten aangezien de gebruiksveiligheid en de efficiëntie ervan nog niet werden aangetoond. Stopzetten van de behandeling De dosis dient geleidelijk te worden afgebouwd. Het verdient aanbeveling om de dagdosis van alprazolam met maximaal 0,5 mg om de drie dagen te verminderen. Bij sommige patiënten is het zelfs noodzakelijk om de dosis nog over een langere periode af te bouwen. 4.3 4.4
Contra-indicaties Myasthenia gravis. Overgevoeligheid voor benzodiazepinen of voor één van de bestanddelen. Ernstige ademhalingsinsufficiëntie. Slaapapnoe syndroom. Ernstige leverinsufficiëntie. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Tolerantie Het slaapverwekkend effect kan verminderen bij langdurige toediening gedurende verschillende weken. Afhankelijkheid Het chronisch gebruik van benzodiazepinen kan leiden tot een toestand van lichamelijke en psychische afhankelijkheid. Het risico op het ontwikkelen van afhankelijkheid neemt telkens toe bij het verhogen van de dosis of bij een toename van de behandelingsduur. Dit risico is des te meer uitgesproken bij patiënten met een voorgeschiedenis van toxicomanie en alcoholisme. In geval van lichamelijke afhankelijkheid, gaat het stopzetten van de behandeling gepaard met dervingsymptomen. Deze symptomen kunnen zijn : hoofdpijn en spierpijn, uitgesproken angst en spanning, slaapstoornissen, agitatie, verwardheid en prikkelbaarheid. In ernstige gevallen merkt men volgende symptomen: depersonalisatie, derealisatie, hyperacousie, verlies van gevoel en gevoel van prikkelingen in de ledematen, overgevoeligheid voor licht, voor geluid en voor aangeraakt worden, hallucinaties en epilepsieaanvallen. De dervingsymptomen kunnen zich gedurende meerdere dagen na het stopzetten van de behandeling voordoen. Rebound angst en spanning
Bij stopzetting van de behandeling met alprazolam kan een voorbijgaand syndroom optreden waarbij de symptomen waarvoor de behandeling met een benzodiazepine (of benzodiazepine-
Sandoz
achtig geneesmiddel) oorspronkelijk is opgestart, in een ernstigere graad kunnen optreden.Dit syndroom kan gepaard gaan met schommelingen in de gemoedstoestand, slapeloosheid en agitatie. Rekening houdend met het feit dat het risico op het optreden van dervingverschijnselen/ rebound fenomeen groter is na een snelle vermindering van de dosis of na het plots stopzetten van de behandeling, verdient het aanbeveling de dosis progressief af te bouwen (dalende dosering). Behandelingsduur De behandelingsduur dient zo kort mogelijk te zijn (zie punt 4.2 Dosering en wijze van toediening) al naargelang het type indicatie, maar in het geval van angst en spanning, mag de behandeling niet langer duren dan 8 tot 12 weken met inbegrip van de periode van progressieve vermindering van de dosis. Het verlengen van de behandeling mag slechts gebeuren na herevaluatie van de toestand van de patiënt. Bij aanvang van de behandeling, is het belangrijk dat men de patiënt ervan op de hoogte brengt dat de behandeling van beperkte duur zal zijn en dat men aan de patiënt duidelijk uitlegt hoe de dosering progressief zal worden verminderd. Het is nodig de patiënten voor te bereiden op de symptomen van het rebound fenomeen om zoveel mogelijk het oncomfortabele karakter van deze symptomen in de fase van het stopzetten van de behandeling te vermijden. Wanneer men benzodiazepinen gebruikt met een kort halfleven, zijn er aanwijzingen dat dervingsymptomen kunnen optreden in het dosisvrije interval, vooral indien het gaat om een hoge dosis. Indien men benzodiazepinen met een lang halfleven gebruikt, moet men onderlijnen dat men liefst niet overschakelt op benzodiazepinen met een kort halfleven omwille van de dervingsymptomen die kunnen optreden. Amnesie Alprazolam kan net als de andere benzodiazepinen, anterograde amnesie veroorzaken. Dit fenomeen treedt meestal meerdere uren na de inname van het geneesmiddel op (zie ook punt 4.8 Bijwerkingen). Psychiatrische en paradoxale reacties Men dient de behandeling te stoppen bij zenuwachtigheid, agitatie, prikkelbaarheid, agressiviteit, nachtmerries, verergering van de slapeloosheid, hallucinaties, psychose, onaangepast gedrag, droomdelirium, en andere gedragsstoornissen. Deze paradoxale reacties treden het meest op bij kinderen en bejaarden. Bijzondere patiëntengroepen Alprazolam zal niet gebruikt worden bij patiënten jonger dan 18 jaar aangezien de gebruiksveiligheid en de efficiëntie ervan nog niet werden aangetoond. Men zal de voorkeur geven aan een behandeling met een lagere dosis dan de gebruikelijke dosering bij bejaarde patiënten (zie punt 4.2 Dosering en wijze van toediening). Bij patiënten die lijden aan chronische ademhalingsinsufficiëntie, valt het aan te bevelen hen een lagere dosis te geven omwille van het risico op onderdrukking van de ademhaling. Benzodiazepinen worden niet aanbevolen voor de behandeling van patiënten met ernstige leverstoornissen aangezien benzodiazepinen het optreden van encefalopathie kunnen bevorderen. Benzodiazepinen zijn niet efficiënt als basisbehandeling van psychoses. In enkele gevallen heeft men manische periodes gerapporteerd bij patiënten die leden aan een latente depressie. Benzodiazepinen zijn niet efficiënt als basisbehandeling van een ernstige depressie en mogen niet alleen gebruikt worden in de behandeling van angst bij een ernstige depressie omwille van het risico op zelfmoord bij deze patiënten. De toediening van alprazolam aan patiënten met een ernstige depressie of aan suïcidale patiënten, maakt gepaste voorzorgsmaatregelen en het voorschrijven van een adequate dosering noodzakelijk. Omwille van het risico op ongewenste anticholinergische effecten moet men de grootst mogelijke voorzichtigheid in acht nemen wanneer men patiënten, die acuut gesloten kamerhoek glaucoom hebben of die hiervoor kunnen voorbestemd zijn, behandeld met benzodiapezinen. Men moet de grootst mogelijke voorzichtigheid in acht nemen wanneer men patiënten, die reeds
Sandoz
antecedenten van alcoholisme of toxicomanie vertonen, behandeld met benzodiazepinen. De tabletten bevatten lactose. Daarom verdient het aanbeveling dat patiënten met een congenitale galactose-intolerantie, patiënten met een tekort aan Lapp lactase of patiënten die lijden aan glucosegalactose malabsorptie, dit geneesmiddel niet nemen. 4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
AF TE RADEN ASSOCIATIES Alcohol: de associatie met alcohol versterkt het sedatief effect van alprazolam. De rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken zal hierdoor gewijzigd zijn. Vermijd het gebruik van
alcohol tijdens de behandeling met alprazolam. Antimycotica: omwille van de farmacokinetische interacties (cytochroom P-450, mechanisme beschreven in VOORZICHTIG TE GEBRUIKEN), wordt het gelijktijdig gebruik met ketoconazol, itraconazol en andere schimmelwerende middelen van het azol-type (inhibitoren van het cytochroom P-450 3A4) niet aanbevolen. IN OVERWEGING TE NEMEN Psychotrope geneesmiddelen: een acute onderdrukking van de werking van het centrale zenuwstelsel kan optreden bij gelijktijdig gebruik van psychotrope geneesmiddelen zoals anti-psychotica (neuroleptica), slaapmiddelen, kalmeermiddelen, antidepressiva, narcotische analgetica, antiepileptica, anesthetica en sedatieve antihistaminica. Nochtans kan de associatie van alprazolam aan narcotische analgetica de euforie versterken en eventueel leiden tot toegenomen psychische afhankelijkheid. Nefazodone, fluvoxamine en cimetidine : rekening houdend met de farmacokinetische interacties (cytochroom P-450, mechanisme beschreven in VOORZICHTIG TE GEBRUIKEN), dient men voorzichtig te zijn wanneer men tegelijkertijd alprazolam en één van deze stoffen gebruikt (inhibitoren van het cytochroom P-450 3A4). Men moet overwegen om eventueel de dosis van alprazolam te verminderen. VOORZICHTIG TE GEBRUIKEN Alprazolam wordt gemetaboliseerd door bepaalde leverenzymen (namelijk het cytochroom P-450 3A4) en de werking ervan neemt dus toe door geneesmiddelen die deze enzymen inhiberen. Alprazolam dient daarom voorzichtig gebruikt te worden bij patiënten die met die geneesmiddelen behandeld worden. Voorzichtigheid is namelijk geboden in geval van gelijktijdige toediening van HIV protease inhibitoren, van fluoxetine, van dextropropoxyfeen, van orale contraceptiva, van sertraline, van diltiazem of van antibiotica uit de groep der macroliden zoals erythromycine en troleandomycine (inhibitoren van het cytochroom P-450 3A4). Digoxine: men heeft een toename in de plasmaspiegels van digoxine opgemerkt bij gelijktijdige toediening van 1 mg alprazolam per dag en dit bij bejaarde patiënten. Daarom moeten patiënten die tegelijkertijd alprazolam en digoxine krijgen nauwkeurig opgevolgd worden om de tekens en symptomen van digoxine toxiciteit op te sporen.
Carbamazepine en sint-janskruid: Door farmacokinetische interacties zou het effect van alprazolam minder kunnen zijn bij patiënten die worden behandeld met carbamazepine of sint-janskruid (cytochroom P-450 3A4-induceerder). De plasmaconcentraties van alprazolam zijn in de eliminatiefase afhankelijk van bepaalde leverenzymen (in het bijzonder cytochroom P-450 3A4) voor het metaboliseren en ze worden dus verlaagd door geneesmiddelen die deze enzymen induceren. Wanneer de behandeling met sint-janskruid plots wordt gestopt, kunnen symptomen van overdosering van alprazolam ontstaan. Spierontspanners: men heeft alle reden om zicht te verwachten aan een toename van het
Sandoz
spierontspannend effect wanneer men alprazolam toedient tijdens een behandeling met een spierontspanner en dit vooral in het begin van de behandeling met alprazolam. Imipramine en desipramine: men heeft gemerkt dat de gelijktijdige toediening van alprazolam (aan een dosering tot 4 mg/dag) en imipramine en desipramine, leidde tot een stijging in de steady state plasmaconcentraties van deze stoffen van respectievelijk 31% en 20%. Met onze huidige kennis kunnen we nog niet bevestigen of deze variaties een klinisch belang hebben. Warfarine: er kon geen enkel effect op de protrombinetijd en op de plasmaspiegels van warfarine worden aangetoond.
Er is geen interactie vastgesteld met propranolol en disulfiram. Geneesmiddelen die CYP3A4 kunnen induceren (zoals rifampicine en fenytoïne), kunnen het effect van alprazolam verminderen. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
We beschikken bij de mens niet over voldoende gegevens over het gebruik van benzodiazepinen tijdens de zwangerschap waardoor we eventuele nefaste gevolgen op de foetus kunnen evalueren. Uit observaties bij de mens blijkt dat het gebruik van dit geneesmiddel gevaarlijk is voor de zwangerschap (foetus en bevalling). Daarom zal dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap slechts gebruikt worden indien het absoluut noodzakelijk is. Artsen die alprazolam voorschrijven aan vrouwen in de vruchtbare leeftijd dienen deze patiënten te verwittigen dat het belangrijk is dat zij de arts raadplegen om eventueel de behandeling te onderbreken als ze denken zwanger te zijn of het willen worden. Wanneer we rekening houden met de farmacologische werking van het geneesmiddel, kan men nevenwerkingen (hypothermie, hypotonie en beperkte onderdrukking van de ademhaling) voorzien bij de pasgeborene. Daarom zal dit geneesmiddel slechts tijdens de bevalling gebruikt worden wanneer het absoluut noodzakelijk is. Bovendien kunnen kinderen waarvan de moeder regelmatig benzodiazepinen gebruikt heeft op het einde van de zwangerschap, dervingsymptomen vertonen in de postnatale periode. Alprazolam wordt uitgescheiden in de moedermelk. Het wordt dus niet aanbevolen om alprazolam toe te dienen aan vrouwen die borstvoeding geven. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Patiënten die een functie uitoefenen waarbij ze continu zeer aandachtig moeten zijn of waarbij ze waakzaam dienen te zijn om te kunnen reageren en een goede beslissing te nemen en mensen die een volledige controle moeten hebben over hun ledematen, moeten ervan verwittigd worden dat hun capaciteiten kunnen beïnvloed worden door de sedatie, door de amnesie, door een gedaald concentratievermogen en door spierzwakte. In geval van onvoldoende slaap, loopt de patiënt een groter risico op een verminderde waakzaamheid.
Patiënten moeten worden ingelicht over dit gevaar en worden aangeraden niet te rijden of machines te bedienen tijdens de behandeling. Deze effecten worden gepotentialiseerd door alcohol (zie rubriek 4.5) 4.8
Bijwerkingen
Symptomen die aangeduid zijn met een asterisk (*) treden vooral op bij aanvang van de behandeling of bij hogere doseringen en verdwijnen meestal na voortgezet gebruik. Endocriene aandoeningen Hyperprolactinemie
Sandoz
Voedings- en stofwisselingsstoornissen Anorexia, toename van de eetlust Psychische stoornissen Concentratiestoornissen, verwardheid*, depressie, psychiatrische en paradoxale stoornissen en afhankelijkheid (zie onderstaande paragrafen) Zenuwstelselaandoeningen Afvlakking van de gevoelens*, verminderde waakzaamheid*, slaperigheid*, hoofdpijn*, duizeligheid*, dystonie, spraakstoornissen. Amnesie (zie onderstaande paragrafen aan het einde van deze rubriek). Oogaandoeningen Gezichtsstoornissen* (zoals dubbel- of wazig zicht), toename van de intra-oculaire druk Hartaandoeningen Tachycardie Bloedvataandoeningen Hypotensie Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen Verstopte neus Maag-darmstelselaandoeningen Constipatie, diarree, nausea, braken, droge mond, speekselvloed, dysfagie Lever- en galaandoeningen Leverfunctiestoornissen, geelzucht Huid- en onderhuidaandoeningen Huidreacties Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen Spierzwakte*, ataxie* Nier- en urinewegaandoeningen Incontinentie, urineretentie Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen Menstruatiestoornissen, verminderd libido Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Vermoeidheid*, gewichtstoename Amnesie De patiënt kan lijden aan anterograde amnesie, zelfs bij toedienen van therapeutische doses en het risico neemt toe bij hogere dosering. De amnesie kan gepaard gaan met onaangepast gedrag (zie ook punt 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik). Depressie Bij voorbeschikte patiënten kan een behandeling met benzodiazepinen een depressie aan het licht brengen die tot op dat ogenblik onopgemerkt was gebleven. Psychiatrische reacties en "paradoxale reacties"
Sandoz
Men heeft reacties genoteerd als zenuwachtigheid, agitatie, prikkelbaarheid, agressiviteit, delirium, woedeaanvallen, nachtmerries, hallucinaties, psychosen, onaangepast gedrag en andere gedragsstoornissen. Kinderen en bejaarden staan meer bloot aan dit soort paradoxale reacties.
Wanneer er paradoxale reacties optreden, moet de behandeling worden stopgezet. Afhankelijkheid Het gebruik van dit geneesmiddel (zelfs aan therapeutische doses) kan leiden tot fysieke afhankelijkheid. Het onderbreken van de behandeling kan dan leiden tot het optreden van dervingsymptomen en tot rebound fenomenen (zie ook punt 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik). Ook kan er psychische afhankelijkheid ontstaan. Gevallen van misbruik werden gemeld. 4.9
Overdosering
Algemene informatie over de toxiciteit Net zoals dit het geval is voor andere benzodiazepinen, zou overdosering het leven van de patiënt niet mogen bedreigen tenzij andere onderdrukkers van het CZS aanwezig zijn (met inbegrip van alcohol). In de behandeling van een overdosering van elk geneesmiddel moet men in het oog houden dat meerdere producten geabsorbeerd kunnen worden. De behandeling dient dan ook in die zin aangepast te worden. Symptomen Overdosering wordt meestal gekenmerkt door een vorm van onderdrukking van het centrale zenuwstelsel en uit zich in een toestand tussen slaperigheid en coma. Indien de overdosering weinig belangrijk is, vinden we als symptomen slaperigheid, verwarring en lethargie. In meer ernstige gevallen merkt men ataxie, hypotonie, hypotensie en onderdrukking van de ademhaling. In zeldzame gevallen werd coma opgemerkt en in heel zeldzame gevallen werden overlijdens gemeld. Behandeling Zo snel mogelijk na inname wordt aanbevolen om de patiënt te laten braken indien hij bij bewustzijn is, of, indien de patiënt bewusteloos is, een maagspoeling uit te voeren en daarbij de luchtwegen te beschermen door intubatie. Als de toestand van de patiënt niet verbetert door de maagspoeling, zal men actieve kool toedienen die, indien nodig, in de maag wordt gelaten en dit in associatie met een laxativum. Wanneer men weet dat grote hoeveelheden van dit geneesmiddel werden geabsorbeerd, kan deze oplossing efficiënt blijken, zelfs na een lange tijd. Geforceerde diurese of hemodialyse is niet efficiënt. Flumazenil kan nuttig zijn als antidotum. Voor patiënten die in coma geraakt zijn, is de behandeling grotendeels symptomatisch. Er dienen maatregelen genomen te worden om eventuele complicaties zoals asfyxie, te wijten aan het feit dat deze patiënten hun tong inslikken of dat ze maaginhoud aspireren, te vermijden. De intraveneuze toediening van vloeistoffen kan nuttig zijn om elk risico op dehydratatie te voorkomen. Indien alprazolam samen met andere sedativa wordt gebruikt, is het belangrijk dat men de vitale functies en meer bepaald de ademhaling, opvolgt.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
ATC-code : N05B A12 Alprazolam is een efficiënt anxiolyticum. Net als andere benzodiazepinen heeft alprazolam naast de anxiolytische eigenschappen, ook sedatieve, slaapverwekkende, spierontspannende en anticonvulsieve eigenschappen.
Sandoz
5.2
Farmacokinetische gegevens
Absorptie Alprazolam wordt snel geabsorbeerd na orale toediening. Na orale toediening is de biodisponibiliteit van het product 80% of meer. De maximale plasmawaarden worden 1 tot 2 uren na orale toediening bereikt. Distributie Na toediening van een éénmalige dosis, zijn de plasmaspiegels rechtstreeks evenredig met de toegediende dosis. Voor een dosis tussen 0,5 mg en 3 mg liggen de maximale gemeten plasmaspiegels tussen 8 en 37 ng/ml. Bij herhaalde toediening van 1,5 mg tot 10 mg/dag varieert de gemiddelde bloedspiegel in de evenwichtstoestand van 18,3 tot 100 ng/ml. In vitro, is alprazolam voor 70% aan serumeiwitten gebonden. Biotransformatie De belangrijkste metabolieten van alprazolam aanwezig in de urine zijn alfa-hydroxy-alprazolam en een derivaat van benzofenone. De belangrijkste plasmametabolieten zijn alfa-hydroxy-alprazolam en 4-hydroxy-alprazolam. Het derivaat van benzofenone is praktisch niet actief. De biologische activiteit van alfa-hydroxyalprazolam is vergelijkbaar met die van alprazolam, terwijl 4-hydroxy-alprazolam ongeveer 10 x minder actief is. De plasmaspiegels van deze metabolieten liggen laag. Hun halfleven lijkt in de zelfde grootteorde te liggen als dat van alprazolam. Deze metabolieten leveren dus slechts een heel kleine bijdrage aan de biologische werking van alprazolam. Eliminatie Het gemiddelde eliminatie halfleven van alprazolam bevindt zich tussen 12 en 15 uren. Alprazolam en de metabolieten worden voornamelijk langs de urine uitgescheiden. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Uit studies die werden uitgevoerd bij ratten die alprazolam gedurende 24 maanden kregen toegediend, bleek dat bij deze ratten een neiging optreedt tot toename van het aantal gevallen van cataract en toename van de vascularisatie van de cornea in functie van het verhogen van de toegediende dosis bij respectievelijk wijfjes en mannetjes. Tijdens een toxiciteitstudie met herhaalde dosering (12 maanden) waarbij hoge doses per os werden toegediend, merkte men bij honden convulsies op. Sommige van deze convulsies hadden het overlijden van het dier tot gevolg. Het is niet bewezen dat deze resultaten ook van toepassing zijn op de mens. Uit studies die werden uitgevoerd bij ratten en muizen naar de cancerogene werking van het geneesmiddel blijkt dat het geneesmiddel geen enkele cancerogene activiteit vertoont.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Natriumdocusaat, natriumbenzoaat, gepregelatiniseerd zetmeel (aardappelzetmeel), microkristallijn cellulose, lactosemonohydraat, magnesiumstearaat en anhydrisch colloïdaal silica. Bovendien voor Alprazolam Sandoz 0,5 mg: erythrosine (E 127) Bovendien voor Alprazolam Sandoz 1 mg: indigotine (E 132)
Sandoz
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing. 6.3
Houdbaarheid
3 jaar. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Niet bewaren boven 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
20, 30, 40, 50 of 60 tabletten in blisterverpakking (PVC/Aluminium). 6.6
Instructies voor gebruik en verwerking
Geen bijzondere vereisten.
7.
REGISTRATIEHOUDER
Sandoz NV Telecom Gardens Medialaan 40 1800 Vilvoorde 8.
REGISTRATIENUMMERS
Alprazolam Sandoz 0,25 mg tabletten: BE242803 Alprazolam Sandoz 0,5 mg tabletten: BE242812 Alprazolam Sandoz 1 mg tabletten: BE242821 9.
AFLEVERINGSWIJZE
Dit geneesmiddel wordt op medisch voorschrift afgeleverd. 10.
DATUM VAN EERSTE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
A. Datum van eerste vergunning: 01.09.2006 B. Datum van hernieuwing van de vergunning: 11.
DATUM VAN DE LAATSTE HERZIENING VAN DE TEKST / GOEDKEURING VAN DE SKP
A. Datum van de laatste herziening van de SKP: 17/12/2007 B. Datum van de laatste goedkeuring van de SKP: 07/2008