SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Vancocin CP 250 mg, capsules
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Vancocin CP 250 mg, capsules, bevatten vancomycinehydrochloride, overeenkomend met 250 mg vancomycine activiteit, gezuiverd volgens een chromatografisch proces (CP). Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Capsules
4. 4.1
KLINISCHE GEGEVENS Therapeutische indicaties
Vancomycine kan oraal worden toegediend voor de behandeling van enterocolitis ten gevolge van stafylokokken en pseudomembraneuze colitis veroorzaakt door Clostridium difficile, ten gevolge van een behandeling met antibiotica. Vancomycine is, indien oraal toegediend, niet effectief bij de bestrijding van andere typen infecties. Het gelijktijdig toedienen van vancomycine voor oraal gebruik met een aminoglycoside wordt gebruikt teneinde het maag-darmkanaal van immuun-gecompromitteerde patiënten te decontamineren. Intraveneuze toediening van vancomycine is niet effectief voor bovenstaande indicaties. Daarom moet vancomycine oraal worden toegediend voor deze indicaties. Vancocin CP 250 mg is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen en kinderen. Officiële richtlijnen betreffende het juiste gebruik van antibiotica dienen in overweging te worden genomen. 4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering Volwassenen De gebruikelijke dosering bij pseudomembraneuze colitis veroorzaakt door Clostridium difficile ten gevolge van antibioticumgebruik bedraagt 500 mg vancomycine oraal om de 6 uur gedurende een periode van 7 tot 10 dagen. De gebruikelijke dosering bij stafylokokken-enteritis bedraagt 500 mg vancomycine oraal om de 6 uur gedurende een periode van 3 tot 5 dagen. Pediatrische patiënten De totale dagdosis bedraagt 40 mg/kg lichaamsgewicht in gelijke fracties over de dag verdeeld. Wijze van toediening
SPC Vancocin CP 250 mg, capsules, februari 2012
1
Te nemen voorzorgen voorafgaand aan gebruik van het geneesmiddel De capsules dienen met een ruime hoeveelheid water te worden ingenomen. 4.3
Contra-indicaties
Vancocin CP 250 mg is gecontra-indiceerd bij patiënten met een bekende overgevoeligheid voor dit antibioticum, of voor één van de overige bestanddelen, zoals vermeld in rubriek 6.1. 4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Vancomycine moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met overgevoeligheid voor teicoplanine in de anamnese omdat de mogelijkheid van kruisovergevoeligheid bestaat. Indien andere ototoxische en/of nefrotoxische antibiotica, met name streptomycine, neomycine, gentamicine, cefaloridine, polymyxine B, colistine, tobramycine of amikacine gelijktijdig met of na het gebruik van vancomycine worden toegediend, is het raadzaam de patiënt zorgvuldig te volgen. Klinisch significante serumconcentraties zijn gerapporteerd bij enkele patiënten na orale inname van meerdere doses vancomycine voor de behandeling van pseudomembraneuze colitis veroorzaakt door Clostridium difficile. Daarom kan bij deze patiënten het controleren van de serumconcentraties zijn aangewezen. Deze patiënten zouden risico kunnen lopen op bijwerkingen die geassocieerd zijn met de intraveneuze toediening van vancomycine. Dit risico is groter als de patiënt tevens een nierfunctiestoornis heeft. Het gebruik van vancomycine kan leiden tot overgroei van niet-gevoelige organismen. 4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdige toediening van vancomycine en anesthetica is in verband gebracht met erytheem, histamine-achtige flushing en anafylactische reacties. Zie ook de rubriek 4.4 “Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik” voor gebruik in combinatie met andere ototoxische en/of nefrotoxische antibiotica, met name streptomycine, neomycine, gentamicine, cefaloridine, polymyxine B, colistine, tobramycine of amikacine. 4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap Over gebruik van deze stof in de zwangerschap bij de mens bestaan onvoldoende gegevens om de mogelijke schadelijkheid te beoordelen. Over de effecten in dierproeven bestaan onvoldoende gegevens om de mogelijke schadelijkheid te beoordelen. In geval van een toegenomen maternale darmpermeabiliteit kan absorptie van orale doses optreden (zie rubriek 5.2 “Farmacokinetische eigenschappen”). Foetale blootstelling en het potentiële risico van foetale en neonatale ototoxiciteit en nefrotoxiciteit kan dan niet worden uitgesloten. Om die reden wordt vancomycine alleen tijdens de zwangerschap toegepast wanneer dit absoluut noodzakelijk is. Borstvoeding Vancomycine gaat over in de moedermelk. Aangezien de mogelijkheid bestaat dat zich bijwerkingen voordoen, moet een beslissing worden genomen ofwel te stoppen met borstvoeding ofwel te stoppen met het geneesmiddel, waarbij rekening moet worden gehouden met het belang van het geneesmiddel voor de moeder. Vruchtbaarheid Geen bijzonderheden. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
SPC Vancocin CP 250 mg, capsules, februari 2012
2
Er zijn geen gegevens bekend over het effect van dit geneesmiddel op de rijvaardigheid en de bekwaamheid om machines te bedienen. Een effect is echter niet waarschijnlijk. 4.8
Bijwerkingen
De volgende bijwerkingen kunnen optreden bij het gebruik van oraal toegediende vancomycine. De frequentie van iedere bijwerking is tussen haakjes weergegeven, waarbij de volgende categorieindeling is gebruikt: zeer vaak (≥1/10) vaak (≥1/100, <1/10) soms (≥1/1.000, <1/100) zelden (≥1/10.000, <1/1.000) zeer zelden (<1/10.000) Infecties en parasitaire aandoeningen Immuunsysteemaandoeningen Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen Bloedvataandoeningen Maagdarmstelselaandoeningen Huid- of onderhuidaandoeningen
Nier- en urinewegaandoeningen Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
• • • • • • • • • • •
• • • • • •
Overgroei met bacteriën of schimmels (vaak) Anafylactische reactie (zelden) Overgevoeligheidsreacties (zelden) Gehoorverlies (soms) Tinnitus (zelden) Bloeddrukdaling (zelden) Overmatig blozen (zelden) Misselijkheid (soms) Pruritus (soms) Huiduitslag (soms) “Red man” syndroom (roodheid (erytheem) op hoofd, hals, borst en rug. Soms gepaard gaande met jeuk, bloeddrukdaling, hijgend of piepend ademhalen en kortademigheid (dyspnoe)) (zelden) Exfoliatieve dermatitis (zelden) Urticaria (zelden) Stevens-Johnson syndroom (zeer zelden) Toxische epidermale necrolyse (zeer zelden) Interstitiële nefritis (zelden) Koorts (soms)
Aangezien absorptie in het bloed kan plaatsvinden na orale toediening van vancomycine, zouden patiënten risico kunnen lopen op bijwerkingen die geassocieerd zijn met de intraveneuze toediening van vancomycine. 4.9
Overdosering
Vancomycine wordt slecht geabsorbeerd na orale toediening. Echter in geval van nierinsufficiëntie en colitis kan accumulatie met hoge serumconcentraties optreden. De incidentie van ototoxiciteit en nefrotoxiciteit kan zijn verhoogd bij patiënten met verhoogde serumconcentraties (> 35 µg/ml 1 uur na infusie of > 10 µg/ml direct voor infusie). Omdat vancomycine hoofdzakelijk wordt geëlimineerd door middel van glomerulaire filtratie, kan accumulatie optreden als de nierfunctie is verminderd door leeftijdsgebonden factoren, de onderliggende aandoening, het gebruik van nefrotoxische middelen (aminoglycosides, cisplatine, amfotericine etc.), of volumedepletie (bijvoorbeeld als gevolg van gelijktijdig gebruik van diuretica). Voor de behandeling wordt ondersteunende zorg geadviseerd en het in stand houden van glomerulaire filtratie. Als een verminderde nierfunctie wordt vermoed dienen
SPC Vancocin CP 250 mg, capsules, februari 2012
3
serumconcentraties te worden gecontroleerd en de dosering aangepast (zie ook rubriek 4.2: “Dosering en wijze van toediening”). Het is niet goed mogelijk vancomycine uit plasma te verwijderen door middel van dialyse. Een verhoogde vancomycineklaring door high-flux hemodialyse, hemofiltratie en hemoperfusie met polysulfon hars is gerapporteerd.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Algemene eigenschappen Vancomycine is een tricyclisch glycopeptide antibioticum, verkregen uit Amycolatopsis orientalis. De ATC-code voor de orale toedieningsvormen van vancomycine is A07AA09 (Antidiarrheals, intestinal anti-inflammatory/anti-infective agents). De bactericide werking van vancomycine in vitro berust in eerste instantie op remming van de celwandsynthese. Tevens tast vancomycine de permeabiliteit van de bacteriële celmembraan aan, terwijl het eveneens de RNA-synthese blokkeert. Breekpunten Breekpunten (CRG): Gevoelig (S): Matig gevoelig (I): Resistent (R):
≤ 4mg/l; 4 mg/l < I ≤ 8 mg/l; > 8 mg/l.
Gevoeligheid GEVOELIG
Resistentiepercentage
Gram-positieve, aërobe Staphylococcus aureus (incl. methicilline resistente stammen)* Staphylococcus epidermidis (incl. methicilline resistente stammen)* Gram-positieve, anaërobe Clostridium difficile* Clostridium sp.*
<1% <1%
0% 0%
RESISTENT Gram-positieve, aërobe Mycobacteriën Gram-negatieve Gram-negatieve bacillen Andere micro-organismen Schimmels * Klinische effectiviteit is aangetoond voor gevoelige isolaten bij geregistreerde klinische indicaties De prevalentie van resistentie kan zowel geografisch als in de tijd variëren. Lokale informatie omtrent resistentie is gewenst in het bijzonder wanneer ernstige infecties behandeld worden. Deze informatie geeft enkel bij benadering een richtsnoer omtrent de kans dat micro-organismen wel of niet gevoelig zijn voor vancomycine.
SPC Vancocin CP 250 mg, capsules, februari 2012
4
Overige informatie Er is geen kruisresistentie tussen vancomycine en andere klassen antibiotica. Kruisresistentie met teicoplanine is gemeld. Methicilline-resistente Staphylococcus aureus is in toenemende mate een probleem, en zeldzame isolaten met een verminderde gevoeligheid voor vancomycine kunnen voorkomen. De geringe resistentie tegen vancomycine (zowel primaire als kruisresistentie) kan veroorzaakt worden doordat vancomycine op meer dan één aangrijpingspunt actief is. De bekende resistentiemechanismen in doelwitpathogenen zijn de volgende: S. aureus met verminderde gevoeligheid is zeldzaam en hierbij kunnen veranderingen in de celwand en overexpressie van penicillinebindende eiwitten (PBP’s) betrokken zijn. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie Na orale toediening wordt vancomycine gewoonlijk niet in het bloed opgenomen. Echter, bij patiënten met (pseudomembraneuze) colitis kan na orale toediening absorptie optreden. Dit kan bij patiënten met gelijktijdige nierfunctiestoornissen leiden tot accumulatie van vancomycine. Eliminatie Na orale toediening worden slechts fracties van de toegediende dosis teruggevonden in de urine. In feces daarentegen worden hoge concentraties vancomycine gevonden (>3100 mg/kg bij doses van 2 g/dag). 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Geen bijzonderheden.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Polyethyleenglycol, gelatine, indigokarmijn (E132), zwart en rood ijzeroxide (E172) en titaandioxide (E171). 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing. 6.3
Houdbaarheid
Twee jaar. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Verpakking van 20 capsules Vancocin CP 250 mg in twee doordrukstrips van PVC/PE/Aclar (polyvinylchloride/polyethyleen/Aclar) met elk 10 capsules. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
SPC Vancocin CP 250 mg, capsules, februari 2012
5
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Eurocept BV Trapgans 5 1244 RL Ankeveen Tel. 035 – 528 83 77
8.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Vancocin CP 250 mg, capsules, is in het register ingeschreven onder RVG 11984.
9.
DATUM VAN GOEDKEURING/VERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning voor Vancocin CP 250 mg, capsules: 16 januari 1989
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE SAMENVATTING
Laatste volledige herziening: 25 februari 2012.
SPC Vancocin CP 250 mg, capsules, februari 2012
6