AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER AUDIO/VIDEO-RECEIVER MIT STEUEREINHEIT RECEPTEUR DE COMMANDE AUDIO/VIDEO GEINTEGREERDE AUDIO/VIDEO-VERSTERKER
RX-8020RBK / RX-8022RSL
A/V CONTROL RECEIVER
CATV/DBS
VCR1
TV
AUDIO
DVD
DVD MULTI
CD
FM/AM
TV/DBS
VIDEO
CDR
PHONO
VCR1
VCR 2
TAPE/MD
SURROUND
DSP
ANALOG DIRECT
BASS BOOST
SOUND
TEST
USB
SURR/DSP ANALOG/DIGITAL OFF
INPUT
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
∗FRONT•L ∗FRONT•R
1
2
3
FM/AM TUNING
MENU
∗CENTER ∗SUBWFR
4
5
6
FM/AM PRESET
ENTER
∗SURR•L ∗SURR•R
DIMMER
8
7/P MUTING
CATV/DBS CONTROL
TV/VIDEO TEXT DISPLAY REC PAUSE
9
∗DIGITALEQ ∗SBACK•L ∗SBACK•R 10
0
+10
RETURN
FM MODE
100+
+
+
DIMMER
FM MODE
PTY SEARCH
TA / NEWS / INFO
DISPLAY MODE
STANDBY
MEMORY
MASTER VOLUME STANDBY/ON
SPEAKERS ON/OFF 1
∗
+
CH/ LEVEL TV VOL
−
−
SURROUND
VOLUME
−
PAUSE
DVD
VCR 1
VCR 2
VIDEO
TV SOUND/DBS
DIGITAL LEVEL ADJUST EQ
ANALOG DIRECT
EFFECT SETTING
BASS BOOST
SOUCE NAME
VIDEO
USB AUDIO
INFO
/REW
DVD MULTI
INPUT ATT
PLAY TA/NEWS/EXIT
MENU
SURROUND / DSP INPUT OFF ANALOG / DIGITAL
DSP
2
SUBWOOFER OUT ON/OFF S-VIDEO
VIDEO
L—AUDIO—R
PHONO
CD
CDR
TAPE/MD
USB AUDIO
FF/
FM/AM CONTROL DOWN UP
PUSH OPEN
SET SLEEP
PTY
PTY SEARCH
SOURCE NAME
PTY
STOP CONTROL
DISPLAY MODE
PHONES
INSTRUCTIONS BEDIENUNGSANLEITUNG MANUEL D’INSTRUCTIONS GEBRUIKSAANWIJZING
For Customer Use: Enter below the Model No. and Serial No. which are located either on the rear, bottom or side of the cabinet. Retain this information for future reference. Model No. Serial No.
LVT0870-004A [E]
RX-8020&8022R[E]COVER_f
1
02.4.18, 6:17 PM
Warnung, Achtung und sonstige Hinweise/ Mises en garde, précautions et indications diverses/Waarschuwingen, voorzorgen en andere mededelingen Achtung –– -Schalter! Den Netzstecker aus der Steckdose ziehen, um die Stromversorgung vollkommen zu unterbrechen. Der Schalter unterbrichet in keiner Stellung die Stromversorgung vollkommen. Die Stromversorgung kann mit der Fernbedienung ein- und ausgeschaltet werden.
Voorzichtig –– schakelaar! Om de stroomtoevoer geheel uit te schakelen, trekt u de stekker uit het stopkontakt. Anders zal er altijd een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ongeacht de stand van de schakelaar. U kunt het apparaat ook met de afstandsbediening aan- en uitschakelen.
Attention –– Commutateur ! Déconnecter la fiche de secteur pour couper complètement le courant. Le commutateur ne coupe jamais complètement la ligne de secteur, quelle que soit sa position. Le courant peut être télécommandé.
ACHTUNG Zur Verhinderung von elektrischen Schlägen, Brandgefahr, usw: 1. Keine Schrauben lösen oder Abdeckungen enternen und nicht das Gehäuse öffnen. 2. Dieses Gerät weder Regen noch Feuchtigkeit aussetzen.
VOORZICHTIG Ter vermindering van gevaar voor brand, elektrische schokken, enz.: 1. Verwijder geen schroeven, panelen of de behuizing. 2. Stel dit toestel niet bloot aan regen of vocht.
ACHTUNG • Blockieren Sie keine Belüftungsschlitze oder -bohrungen. (Wenn die Belüftungsöffnungen oder -löcher durch eine Zeitung oder ein Tuch etc. blockiert werden, kann die entstehende Hitze nicht abgeführt werden.) • Stellen Sie keine offenen Flammen, beispielsweise angezündete Kerzen, auf das Gerät. • Wenn Sie Batterien entsorgen, denken Sie an den Umweltschutz. Batterien müssen entsprechend den geltenden örtlichen Vorschriften oder Gesetzen entsorgt werden. • Setzen Sie dieses Gerät auf keinen Fall Regen, Feuchtigkeit oder Flüssigkeitsspritzern aus. Es dürfen auch keine mit Flüssigkeit gefüllen Objekte, z. B. Vasen, auf das Gerät gestellt werden.
VOORZICHTIG • Zorg dat u de ventilatieopeningen en -gaten niet afsluit. (Als de ventilatieopeningen en -gaten worden afgesloten door bijvoorbeeld papier of een doek, kan er hitte in het apparaat worden opgebouwd.) • Zet geen bronnen met open vuur, zoals brandende kaarsen, op het apparaat. • Wees milieubewust en gooi lege batterijen niet bij het huishoudelijk afval. Lege batterijen dient u in te leveren met het KCA of bij een innamepunt voor batterijen. • Stel dit apparaat niet bloot aan regen, vocht, drupwater of spatwater en plaats geen enkel voorwerp waarin zich een vloeistof bevindt, zoals een vaas, op het apparaat.
ATTENTION Afin d’éviter tout risque d’électrocution, d’incendie, etc.: 1. Ne pas enlever les vis ni les panneaux et ne pas ouvrir le coffret de l’appareil. 2. Ne pas exposer l’appareil à la pluie ni à l’humidité.
ATTENTION • Ne bloquez pas les orifices ou les trous de ventilation. (Si les orifices ou les trous de ventilation sont bloqués par un journal un tissu, etc., la chaleur peut ne pas être évacuée correctement de l’appareil.) • Ne placez aucune source de flamme nue, telle qu’une bougie, sur l’appareil. • Lors de la mise au rebut des piles, veuillez prendre en considération les problèmes de l’environnement et suivre strictement les règles et les lois locales sur la mise au rebut des piles. • N’exposez pas cet appareil à la pluie, à l’humidité, à un égouttement ou à des éclaboussures et ne placez pas des objets remplis de liquide, tels qu’un vase, sur l’appareil.
G-1 RX-8020&8022R[E]SAFETY_f
1
02.4.23, 0:02 PM
Deutsch Voorzichtig: Zorg Voor Goede Ventilatie Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, dient u bij opstelling van het apparaat op de volgende punten te letten: Voorkant: Voldoende ruimte vrij houden. Zijkanten: Minstens 10 cm aan weerszijden vrij houden. Bovenkant: Niets bovenop plaatsen; 10 cm speling geven. Achterkant: Minstens 15 cm ruimte achteraan vrij houden. Onderkant: Opstellen op een egaal horizontaal oppervlak. Bovendien moet er rondom voldoende luchtdoorstroming zijn, zoals in de afbeelding aangegeven.
Nederlands
Attention: Ventilation Correcte Pour éviter les chocs électriques, l’incendie et tout autre dégât. Disposer l’appareil en tenant compte des impératifs suivants Avant: Rien ne doit gêner le dégagement Flancs: Laisser 10 cm de dégagement latéral Dessus: Laisser 10 cm de dégagement supérieur Arrière: Laisser 15 cm de dégagement arrière Dessous: Rien ne doit obstruer par dessous; poser l’appareil sur une surface plate. Veiller également à ce que l’air circule le mieux possible comme illustré.
Abstand von 15 cm oder mehr Dégagement de 15 cm ou plus Minstens 15 cm tussenruimte
RX-8020RBK/ RX-8022RSL
Wand oder Hindernisse Mur, ou obstruction Wand of meubilair
Vorderseite Avant Voorkant
Standhöhe 15 cm oder mehr Hauteur du socle: 15 cm ou plus Standard op minstens 15 cm van de vloer
Boden Plancher Vloer
G-2 RX-8020&8022R[E]SAFETY_f
2
Français
Achtung: Angemessene Ventilation Stellen Sie das Gerät zur Verhütung von elektrischem Schlag und Feuer und zum Schutz gegen Beschädigung wie folgt auf: Vorderseite: Offener Platz ohne Hindernisse. Seiten: Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von den Seiten. Oberseite: Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von der Oberseite. Rückseite: Keine Hindernisse innerhalb 15 cm von der Rückseite. Unterseite: Keine Hindernisse. Auf eine ebene Oberfläche stellen. Zusätzlich die bestmögliche Luftzirkulation wie gezeigt erhalten.
02.5.10, 2:16 PM
Inhoudsopgave Introductie .................................................. 2
Instellen van het geluid .............................. 33
Kenmerken ................................................................................. 2 Voorzorgen ................................................................................. 2
Het invoersignaal dempen ........................................................ 33 Activeren en uitschakelen van Analog Direct .......................... 33 Het basgeluid versterken .......................................................... 34 Het geluid van de subwoofer activeren .................................... 34
Benaming van de onderdelen ......................... 3
Nederlands
Aan de slag ................................................. 5 Voor de installatie ....................................................................... 5 De meegeleverde accessoires ontroleren ................................... 5 De FM- en AM-antenne (voor MG/LG-ontvangst) aansluiten .. 5 De luidsprekers aansluiten ......................................................... 6 Andere apparatuur aansluiten ..................................................... 8 7 Analoge aansluitingen ............................................................ 8 7 Digitale aansluitingen ........................................................... 13 7 USB-aansluiting ................................................................... 14 De netspanningskabel aansluiten ............................................. 15 Batterijen in de afstandsbediening plaatsen ............................. 15
De bediening in een notendop ...................... 16 De stroomtoevoer inschakelen ................................................. 16 Een afspeelbron kiezen ............................................................ 16 Het volume aanpassen .............................................................. 18 De luidsprekers aan de voorzijde selecteren ............................ 18 Alleen Met hoofdtelefoon op luisteren .................................... 18 De invoermodus voor analoge of digitale signalen selecteren .... 19 Het geluid uitzetten (Mute) ...................................................... 20 Veranderen van de helderheid van het display ......................... 20 De Sleep Timer gebruiken ........................................................ 20
Gebruik van Surround- en DSP-modi............. 35 7 De Surround-modi ................................................................ 35 Reproductie met een bioscoopeffect ........................................ 35 Introductie van de surroundfuncties ......................................... 35 7 De DSP-modi ....................................................................... 37 Beschikbare Surround- en DSP-modi in overeenstemming met uw luidsprekeropstelling ............................................. 38 Activeren van de Surroundmodi .............................................. 39 Activeren van de DSP-modi ..................................................... 39
De afspeelmodus DVD MULTI ...................... 40 De afspeelmodus DVD MULTI activeren ............................... 40
Instellen van het geluid .............................. 41 Basisprocedure ......................................................................... 41 Het patroon van de equalizer aanpassen—DIGITAL EQ ........ 42 Instellen van de luidsprekeruitgangsniveaus —LEVEL ADJUST ........................................................... 43 Instellen van de geluidsparameters voor de Surround- en DSP-modi—EFFECT ADJUST ........................................ 45
Het COMPU LINK -afstandsbedieningssysteem ... 46 De belangrijkste instellingen ....................... 21 Basisprocedure ......................................................................... 21 1 Instellen van de luidsprekers .............................................. 22 2 Instellen van kanaalnummer voor reproduceren van multi-kanaal digitale software ..................................... 23 3 Instellen van de luidsprekerafstand .................................... 23 4 Instellen van de lage tonen .................................................. 24 5 Instellen van het dynamisch bereik .................................... 24 6 Instellen van de digitale ingangsaansluitingen (DIGITAL IN) ............................................................. 25 7 Vastleggen van het volumeniveau voor iedere bron .......... 26 8 Tonen van tekstinformatie op het display .......................... 26
Het TEXT COMPU LINK afstandsbedieningssysteem ....................... 47 7 Informatie van CD of MD op het beeldscherm van de TV weergeven .......................................................................... 48 7 CD’s doorzoeken (alleen voor CD-spelers) .......................... 49 7 Informatie over CD’s en MD’s invoeren .............................. 50
Andere apparatuur van JVC bedienen .......... 52 Geluidsapparatuur bedienen ..................................................... 52 Beeldapparatuur bedienen ........................................................ 54
Apparatuur van andere merken bedienen ..... 55 Radiostations ontvangen ............................ 27 Handmatig afstemmen op stations ........................................... 27 Werken met voorkeurzenders ................................................... 27 Een FM-ontvangstmodus selecteren ........................................ 28 Bediening van de tuner met gebruik van het in-beelddisplay .... 29 RDS (Radio Data System) gebruiken om FM-stations te ontvangen ........................................................................... 30 Een programma zoeken met behulp van een PTY-code ........... 30 Tijdelijk naar een radioprogramma van uw keuze overschakelen ..................................................................... 32
Problemen oplossen ................................... 58 Specificaties ............................................. 60
1 NL01-15.RX-8020&22R[E]f
1
5/3/02, 4:13 PM
Introductie Dank u voor de aanschaf van een van onze JVC producten. Lees voor een optimale prestatie van dit toestel de gebruiksaanwijzing even goed door alvorens dit toestel in gebruik te nemen. Bewaar de gebruiksaanwijzing ter referentie.
COMPU LINK afstandsbedieningssysteem
Kenmerken
Dankzij de COMPU LINK afstandsbedieningssysteem kunt u andere JVC audio- en videocomponenten via deze receiver bedienen.
Dolby Digital EX is een nieuw surround coderingsformaat dat als een verlenging van multi-kanaal Dolby Digital wordt geïntroduceerd, en is ontworpen voor het toevoegen van een extra surroundkanaal aan Dolby Digital 5,1-kanaal. Met gebruik van een matrix codering-/decoderingsmethode wordt een extra “surroundachter” kanaalsignaal gecodeerd (en gedecodeerd) in zowel het signaal van het linker- als rechtersurroundkanaal.
TEXT COMPU LINK afstandsbedieningssysteem Het TEXT COMPU LINK afstandsbedieningssysteem werd ontworpen voor het verwerken van de diverse informatie die reeds op tekst CD’s en MD’s is vastgelegd. Met gebruik van deze op de disc vastgelegde informatie kunt u de CD-speler of MD-recorder via deze receiver bedienen.
Nederlands
Dolby Digital EX*
DTS-ES Extended Surround (DTS-ES)** DTS-ES is een ander nieuw formaat, ontworpen door Digital Theater Systems, Inc. waarmee een surroundachterkanaal op basis van DTS Digital Surround wordt toegevoegd.
Dolby Pro Logic II* Dolby Pro Logic II zet alle 2-kanaal stereo-software, met name de Dolby Surround gecodeerde software, in 5-kanaal (plus subwoofer) signalen om. Het reproduceert realistische surroundgeluiden die Dolby Digital 5,1-kanaal dicht benaderen. Dolby Pro Logic II heeft twee modi voor weergave—de Movie modus en de Music modus.
Neo:6** Neo:6 kan realistische surroundgeluidsvelden reproduceren door 2-kanaal stereo-software in 6-kanaal (plus subwoofer) software signalen om te zetten. Neo:6 heeft twee modi voor weergave—Neo:6 Cinema en Neo:6 Music.
DAP (Digital Acoustic Processor) De technologie voor het simuleren van geluidsvelden biedt u een nauwkeurig effect zoals u van de echte bioscoop en theaters gewend bent. Dankzij de high-performance DSP (Digital Signal Processor) en een geheugen met hoge capaciteit, kunt u nu 5,1-kanaal surroundgeluid van 2-kanaal of multikanaal software beluisteren.
Multikanaal virtueel surroundgeluid via de hoofdtelefoon—3D HEADPHONE Het ingebouwde virtuele surroundsysteem voor de hoofdtelefoon is compatibel met multikanaal software, zoals Dolby Digital, DTS Surround, enz. Dankzij nieuwe algoritmes voor signaalverwerking die door de high-performance DSP worden gebruikt, kunt u nu ook via de hoofdtelefoon van een natuurgetrouw surroundgeluid genieten.
Voorzorgen Stroombron • Gebruik altijd de stekker om het netsnoer van de receiver te ontkoppelen. Trek niet aan het snoer zelf. • Raak het netsnoer en de stekker niet met natte handen aan. • Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact indien u de receiver voor langere tijd niet gaat gebruiken.
Ventilatie De in deze ontvanger ingebouwde versterkers met hoog-vermogen wekken hitte op in het toestel. Let voor de veiligheid derhalve op de volgende punten. • Zorg dat er een goede ventilatie rond de receiver is. Door een slechte ventilatie zou het toestel kunnen oververhitten en de receiver worden beschadigd. • Blokkeer de ventilatie-openingen of gaten niet. (De warmte kan mogelijk niet goed worden afgevoerd indien de ventilatieopeningen of gaten door bijvoorbeeld een krant of kleedje worden afgedekt).
Overige • Stop het gebruik van het toestel, trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en raadpleeg de plaats van aankoop indien een metalen voorwerp of vloeistof in het toestel terecht is gekomen. • Stel dit apparaat niet bloot aan regen, vocht, drupwater of spatwater en plaats geen enkel voorwerp waarin zich een vloeistof bevindt, zoals een vaas, op het apparaat. • Demonteer het toestel niet. Er zijn geen door de gebruiker te repareren onderdelen in het toestel. Trek de stekker uit het stopcontact en raadpleeg uw JVC handelaar indien u een probleem met het toestel heeft.
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic” en het dubbel D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. ** “DTS”, “DTS-ES Extended Surround” en “Neo:6” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. *
2 NL01-15.RX-8020&22R[E]f
2
5/3/02, 4:13 PM
Benaming van de onderdelen Lees voor gebruik eerst dit overzicht met de namen van de toetsen en bedieningsknoppen van de ontvanger door. Zie de pagina’s tussen haakjes voor meer informatie.
Vooraanzicht Ontvanger
1
3 4 5 67 8
2
pq w e r
9
t
y u
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
FM/AM TUNING
FM/AM PRESET
FM MODE
DIMMER L
ANALOG STANDBY
C
R
DGTL AUTO
DVD MULTI
MEMORY
DIGITAL
LS
S
TA / NEWS / INFO DISPLAY MODE
TA NEWS INFO
HEADPHONE DIGITAL EQ INPUT ATT ONE TOUCH OPERATION
MASTER VOLUME
RS AUTO MUTING
SB SPEAKERS 1 2
STANDBY/ON
PTY SEARCH
TUNED STEREO RDS
PRO LOGIC
DSP 3D–PHONIC MIDNIGHT MODE
LINEAR PCM SUBWFR LFE
SLEEP VOLUME
SPEAKERS ON/OFF 1
SURROUND
INPUT SURROUND / DSP ANALOG / DIGITAL OFF
DSP
DVD MULTI
DVD
VCR 1
VCR 2
VIDEO
TV SOUND/DBS
DIGITAL LEVEL ADJUST EQ
ANALOG DIRECT
EFFECT SETTING
BASS BOOST
2 INPUT ATT
SOURCE NAME
SUBWOOFER OUT ON/OFF
VIDEO
USB AUDIO
Nederlands
S-VIDEO
L—AUDIO—R
VIDEO
PHONO
CD
CDR
TAPE / MD
USB AUDIO
FM / AM CONTROL DOWN UP
SOURCE NAME
PHONES
i o ; a
s
BA
UD
IO S-V
SH
OP
f
h
g
IDE
O VID
EN
V EO IDE O L—
AU
DIO
—R
1
Als u de VIDEO-ingangen en/of de USB AUDIO-ingangen aan de voorzijde wilt gebruiken, dient u het klepje dat de ingangen beschermt te openen.
3
2
ANALOG
L
C
DGTL AUTO
R
4 56 DVD MULTI
DIGITAL
LS
S
8
PRO LOGIC
1 De toets STANDBY/ON en STANDBY-lampje (16) 2 • De toets SPEAKERS ON/OFF 1 (18) • De toets SPEAKERS ON/OFF 2 (18) 3 De toetsen FM/AM TUNING 5 / ∞ (27) 4 De toets en lampje DSP (39) 5 De toetsen FM/AM PRESET 5 / ∞ (27, 28) 6 De toets SURROUND/DSP OFF (39) 7 De toets FM MODE (28) 8 De toets MEMORY (27) 9 Displayvenster (16) p De toets EFFECT (45) q De toets DIGITAL EQ (egalisatie) (42) w De sensor voor de afstandsbediening (15) e De toets LEVEL ADJUST (44) r De toets DIMMER (20) t De RDS-bedieningstoetsen (30 – 32) PTY SEARCH, TA/NEWS/INFO, DISPLAY MODE y De knop MASTER VOLUME (18) u De toets en lampje ANALOG DIRECT (33) i PHONES -uitgang (18) o De toets SUBWOOFER OUT ON/OFF (34) ; De toets en lampje SURROUND (39) a USB AUDIO -uitgang (14) s VIDEO -ingangen (10) d • De toets INPUT ANALOG/DIGITAL (19) • De toets INPUT ATT (33) f De toetsen en lampje voor het selecteren van een afspeelbron (16, 17, 19, 27, 28, 40) DVD MULTI, DVD, VCR 1, VCR 2, VIDEO, TV SOUND/DBS, PHONO, CD, CDR, TAPE/MD, USB AUDIO, FM/AM
SLEEP VOLUME
$
%
^ &*
De toetsen SOURCE NAME (17) De toetsen CONTROL UP 5/DOWN ∞ (21, 44, 45) De toets SETTING (21) De toets en lampje BASS BOOST (34)
Displayvenster 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 = ~ ! @ # $ % ^ & * (
TA NEWS INFO
AUTO MUTING
# g h j k
0 - =~
HEADPHONE DIGITAL EQ INPUT ATT ONE TOUCH OPERATION
RS
@
9
TUNED STEREO RDS
SB SPEAKERS 1 2
Vooraanzicht Ontvanger
ANALOG indicator (19) Luidsprekerindicators en signaalindicators (17) DGTL (digitaal) AUTO indicator (19) DVD MULTI indicator (40) DSP indicator (18, 37) • PRO LOGIC indicator (36) • PRO LOGIC II indicator (35) 3D-PHONIC indicator (36, 37) MIDNIGHT MODE indicator (24) TUNED indicator (27) STEREO indicator (27, 28) TA/NEWS/INFO indicator (32) RDS indicator (30) ONE TOUCH OPERATION indicator (26) Digitaal signaalformaat indicators (19) SPEAKERS 1/2 indicators (18) Hoofddisplay HEADPHONE indicator (18, 37) DIGITAL EQ (egalisatie) indicator (42) INPUT ATT (demping) indicator (33) SLEEP indicator (20) AUTO MUTING indicator (28) VOLUME niveau-indicator (16, 20)
3
3
7
DSP 3D–PHONIC MIDNIGHT MODE
LINEAR PCM SUBWFR LFE
!
NL01-15.RX-8020&22R[E]f
k
j
Displayvenster
US
PU
d
5/9/02, 12:25 PM
(
A/V CONTROL RECEIVER
1
2 3
4 5
CATV/DBS
VCR1
TV
AUDIO
DVD
DVD MULTI
CD
FM/AM
TV/DBS
VIDEO
CDR
PHONO
VCR1
VCR2
TAPE/MD
USB
SURROUND
DSP
ANALOG DIRECT
BASS BOOST
SURR/DSP ANALOG/DIGITAL OFF
∗FRONT•L ∗FRONT•R
1
6 SOUND
2
∗
4
8
5
∗
6
∗SURR•L ∗SURR•R 8
7/P
u
SUBWFR
ENTER
DIMMER
i
9
∗DIGITALEQ ∗SBACK•L ∗SBACK•R
MUTING
9 CATV/DBS CONTROL
p TV/VIDEO
10
0
+10
RETURN
FM MODE
100+
+
+
+
∗
CH/ LEVEL TV VOL
q w e r
3
y
MENU
CENTER
TEST
7
INPUT
TEXT DISPLAY
−
−
−
PLAY TA/NEWS/EXIT
MENU
REC PAUSE
VOLUME
INFO
/REW
PAUSE
PTY
PTY SEARCH
; a s
FF/
d
SET SLEEP
o
PTY
f
t STOP CONTROL DISPLAY MODE
Displayvenster van afstandsbediening 1
2
1 Display-venster 2 De toetsen (16, 54 – 57) , VCR1 , TV , AUDIO CATV/DBS 3 De toetsen voor het selecteren van een afspeelbron (16, 17, 19, 28, 40) DVD, DVD MULTI, CD, FM/AM, TV/DBS, VIDEO, CDR, PHONO, VCR1, VCR2, TAPE/MD, USB 4 De toets SURROUND (39) 5 De toets DSP (39) 6 De toets ANALOG DIRECT (33) 7 De toets SOUND (34, 42, 44) 8 De toets DIMMER (20) 9 De toets MUTING (20) p De toets CATV/DBS CONTROL (56) q De toets TV/VIDEO (54) w De toets TEXT DISPLAY (48 – 51) e De toets MENU (21, 29, 33, 34, 41) r De toets REC PAUSE (53, 54, 56) t De toets SLEEP (20) y De toets ANALOG/DIGITAL INPUT (19) u De toets SURR (surround)/DSP OFF (39) i • 10 cijfertoetsen voor bediening van tuner (28) • 10 cijfertoetsen voor het aanpassen van het geluid (34, 42, 44) • 10 cijfertoetsen voor de bediening van audio/video-apparatuur (52 – 56) o • De toetsen CH (kanaal) +/– (54 – 56) • De toetsen LEVEL +/– (42, 44) Deze toetsen werken alleen nadat u op een van de cijfertoetsen hebt gedrukt die op de afstandsbediening met een sterretje (*) zijn gemarkeerd. ; De toetsen VOLUME +/– (18) a De toetsen TV VOL (volume) +/– (54, 55) s De toets EXIT (21, 33, 34, 41, 43, 45, 48 – 50) d • De RDS-bedieningstoetsen (30 – 32) • De toetsen voor de bediening van de scherm-menu’s (21, 29, 33, 34, 41 – 43, 45, 48 – 51) • Bedieningstoetsen voor audio/video-apparatuur (52 – 54, 56, 57) f De toets CONTROL (52 – 54)
Displayvenster van afstandsbediening 1 Bedieningsfunctiedisplay van afstandsbediening (16) • De bedieningsfunctie van de afstandsbediening, bijvoorbeeld “DVD”, “CD”, “SOUND”, enz. verschijnt. De nieuw ingestelde bedieningsfunctie wordt na het veranderen op dit display getoond. 2 Signaalzenderindicator • Licht op bij het uitsturen van afstandsbedieningssignalen.
4 NL01-15.RX-8020&22R[E]f
4
5/3/02, 4:13 PM
Nederlands
Afstandsbediening
Afstandsbediening
Aan de slag In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u geluidsapparatuur, beeldapparatuur en luidsprekers op de ontvanger aansluit en hoe u de stroomtoevoer aansluit.
Voor de installatie
De FM- en AM-antenne (voor MG/LGontvangst) aansluiten
Algemeen voorzorgen • Zorg dat uw handen droog zijn. • Schakel alle apparatuur uit. • Lees de gebruiksaanwijzing van alle apparaten die u aan wilt sluiten aandachtig door.
Aansluiten van de FM-antenne
A
A
NN
TE
AN
B
75 FMAXIAL
A
NN
TE
AN
CO
75 FMAXIAL CO
Nederlands
Plaatsing • Plaats de ontvanger op een horizontaal oppervlak dat niet vochtig mag zijn of kan worden. • De omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan –5˚C en niet hoger worden dan 35˚C. • Zorg voor voldoende ventilatie rond de ontvanger. Bij gebrek aan ventilatie kan de ontvanger oververhit en beschadigd raken.
AM T EX
AMP O LO
ANTENNA FM 75 COAXIAL
• Steek geen metalen voorwerpen in de ontvanger. • Laat de ontvanger intact. Verwijder geen schroeven, beschermplaten of onderdelen. • Stel de ontvanger niet bloot aan vochtigheid zoals regen.
Controleer of u in het bezit bent van alle onderstaande accessoires. Deze behoren standaard met de ontvanger te worden meegeleverd. Het getal tussen haakjes geeft het aantal items aan dat u van het type accessoire in uw bezit dient te hebben. • Afstandsbediening (1) • Batterijen (2) • AM-raamantenne (voor MG/LG-ontvangst) (1) • FM-antenne (1)
AM LOOP
De FM-antenne dient horizontaal te worden bevestigd.
Kabel naar de FM-buitenantenne (niet bijgeleverd) AM EXT
A. Gebruik maken van de meegeleverde FM-antenne De meegeleverde FM-antenne kan als tijdelijke antenne dienst doen als u deze aansluit op de uitgang met de markering FM 75 Ω COAXIAL. B. Gebruik van een standaard aansluitstekker (niet bijgeleverd) Op de FM 75 Ω COAXIAL aansluiting kunt u een FM antenne met standaard aansluitekker (IEC of DIN45325) aansluiten.
Opmerking:
Mocht er een item ontbreken, neemt u dan onverwijld contact op met uw leverancier.
Sluit de FM-buitenantenne (niet bijgeleverd) aan indien de ontvangst met de binnenantenne te wensen overlaat. Maak de meegeleverde FM-draadantenne los voordat u een coaxkabel van 75 Ω aansluit. (Dit is het type kabel dat aan buitenantennes wordt gekoppeld.)
5 NL01-15.RX-8020&22R[E]f
AM T EX
FM-antenne (bijgeleverd)
Veiligheid
De meegeleverde accessoires ontroleren
AMP O LO
5
5/3/02, 4:13 PM
Aansluiten van de AM-antenne (MG- /LG-ontvangst) ANTENNA FM 75 COAXIAL
Standaard luidsprekeropstelling
Draai de raamantenne tot de beste ontvangst is verkregen. Middenluidspreker
Subwoofer
AM EXT
AM-raamantenne (voor MG-/LG-ontvangst) (bijgeleverd) Linkervoorluidspreker(s)
Steek de pinnen van de raamantenne in de openingen van de standaard om de AM-raamantenne (voor MG-/LG-ontvangst) gebruiksklaar te maken.
1
2
Rechtervoorluidspreker(s)
3 Rechtersurroundluidspreker
Linkersurroundluidspreker
Eénaderige bedrading voorzien van vinyl-beschermlaag voor gebruik buiten (niet bijgeleverd)
Opmerkingen: • Als de bedrading van de AM-raamantenne (MG/LG) is afgeschermd met een plastic laag, moet u deze zoals in de afbeelding is aangegeven verwijderen. • Zorg dat de bedrading van de antenne niet in aanraking komt met andere uitgangen, draden of de netspanningskabel. Dit kan de ontvangst nadelig beïnvloeden. • Als de ontvangst te wensen overlaat, wordt u aangeraden om een eenaderige bedrading die is voorzien van een vinyl-beschermlaag (niet bijgeleverd) op de uitgang AM EXT aan te sluiten. (Laat de AM-raamantenne (voor MG- /LG-ontvangst) op de ontvanger aangesloten.)
Surroundachterluidspreker(s)
Basisprocedure voor het maken van aansluitingen
1
2
3
4
De luidsprekers aansluiten U kunt de volgende luidsprekers aansluiten: • Twee sets luidsprekers aan de voorzijde voor weergave van normaal stereo-geluid. • Eén set luidsprekers aan de surround voor weergave van het surround sound-effect. • Eén surroundachterluidspreker of één paar surroundachterluidsprekers voor 6,1-kanaal geluidsweergave. • Eén luidspreker in het midden voor een nog betere weergave van het surround sound-effect (waardoor menselijke stemmen beter tot hun recht komen). • Eén subwoofer om het bass-geluid beter tot zijn recht te laten komen.
BELANGRIJK: Nadat u de bovenstaande luidsprekers hebt aangesloten, moet u enkele gegevens over uw luidsprekers en de opstelling ervan registreren om het best mogelijke DSP sound-effect te verkrijgen. Hoe dit in zijn werk gaat, leest u op pagina 22.
1 Snij aan de uiteinden van elke luidsprekerkabel de isolatielaag weg (niet bijgeleverd). 2 Draai de knop tegen de wijzers van de klok in. 3 Steek de luidsprekerkabel in de opening die vrijkomt. 4 Draai de knop met de wijzers van de klok mee. Sluit voor alle luidsprekers (behalve de subwoofer) het ene uiteinde van een luidsprekerkabel aan op de aansluitpunten (+) en (–) op de achterzijde van de ontvanger en het andere uiteinde op de aansluitpunten (+) en (–) van de luidsprekers.
LET OP: Gebruik luidsprekers met de SPEAKER IMPEDANCE die bij de luidsprekeraansluitingen is vermeld.
6 NL01-15.RX-8020&22R[E]f
6
5/3/02, 4:13 PM
Nederlands
AM LOOP
Aansluiten van de voorluidsprekers, midden- en surroundluidsprekers Surround -luidsprekers Rechts / Links
Voorluidsprekers 2 Voorluidsprekers 1 Rechts / Links Rechts / Links
Middenluidspreker
CAUTION : SPEAKER IMPEDANCE 8
Nederlands
+
16
+
+ RIGHT
–
LEFT
RIGHT
CENTER SPEAKER
RIGHT
LEFT
Opmerking:
LEFT
–
– 1
2
SURROUND SPEAKERS
FRONT SPEAKERS
CAUTION : SPEAKER IMPEDANCE 1 OR 2 : 8 16 1 AND 2 : 16 32
Als u wilt kunt u vier luidsprekers aan de voorzijde aansluiten (één set op het aansluitpunt FRONT SPEAKERS 1 en de andere set op het aansluitpunt FRONT SPEAKERS 2).
Over de impedantie van de luidsprekers De vereiste impedantie van de luidsprekers aan de voorzijde hangt af van de vraag of u de aansluitpunten FRONT SPEAKERS 1 en FRONT SPEAKERS 2 tegelijkertijd of slechts een van deze aansluitpunten gebruikt. SITUATIE 1 Wanneer u één set luidsprekers aan de voorzijde aansluit Luidspreker aan de voorzijde 1
Luidspreker aan de voorzijde 1
Eindversterker Links Surroundachterluidsprekers
Rechtst Surroundachterluidsprekers
PRE OUT FRONT CENTER SURR
SURR BACK
L
Gebruik aan de voorzijde luidsprekers met een impedantie van 8 Ω – 16 Ω.
L
R
R SUBWOOFER
SITUATIE 2 Wanneer u twee luidsprekersets aan de voorzijde aansluit Luidspreker aan de voorzijde 2
Indien u “1SPK” heeft gekozen voor het aantal surroundachterluidsprekers (zie pagina 22), moet u de surroundachterluidspreker met de PRE OUT SURR BACK L (links) aansluiting verbinden.
Luidspreker aan de voorzijde 2 Luidspreker aan de voorzijde 1
Luidspreker aan de voorzijde 1
Opmerking:
Aansluiten van een subwoofer U kunt de weergave van de lage tonen met een subwoofer versterken. Verbind de ingangsaansluiting van een subwoofer met eigen circuit middels een snoer met RCA tulpstekker (niet bijgeleverd) met de PRE OUT SUBWOOFER aansluiting op het achterpaneel. PRE OUT FRONT CENTER SURR
Gebruik aan de voorzijde luidsprekers met een impedantie van 16 Ω – 32 Ω.
7
R SUBWOOFER
Subwoofermet eigen circuit
Opmerking: De lage tonen zijn niet-richtinggevoelig. U kunt de subwoofer derhalve op iedere gewenste plaats installeren.
7 NL01-15.RX-8020&22R[E]f
L
R
Aansluiten van de surroundachterluidsprekers Voor een optimale weergave met Dolby Digital EX en DTS-ES Extended Surround (zie pagina’s 35 en 36) moet u de surroundachterluidsprekers via een eindversterker die met de PRE OUT SURR BACK aansluitingen op het achterpaneel is verbonden, met gebruik van RCA tulpstekkers (niet bijgeleverd) aansluiten. Verbind de witte stekker met de linkeraudio-aansluiting en de rode stekker met de rechteraudio-aansluiting.
SURR BACK
L
5/9/02, 11:34 AM
Verrijken van uw audiosysteem
Andere apparatuur aansluiten
Linkervoorluidspreker
Als u kunnen de volgende apparaten op de ontvanger worden aangesloten. Raadpleeg ook de handleidingen die bij de andere apparatuur werden meegeleverd.
Geluidsapparatuur • Draaitafel • CD-speler* • Cassettedeck of
Rechtervoorluidspreker
MD-recorder* Middenluidspreker
• Videorecorder (VCR 1 en VCR 2) • Videocamera • TV* • DBS-tuner* • DVD-speler*
• CD-recorder* Eindversterker
Beeldapparatuur
• Personal Computer (PC)
Nederlands
U kunt deze receiver als voor-versterker (regelaar-versterker) gebruiken indien u eindversterkers middels snoeren met RCA tulpstekkers (niet bijgeleverd) met de PRE OUT aansluitingen op het achterpaneel verbindt. Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang en de rode steker op de rechter audio-uitgang.
* U kunt deze apparatuur aansluiten volgens de methode die in de paragraaf “Analoge aansluitingen” (hieronder) en in de paragraaf “Digitale aansluitingen” (zie pagina 13) staat beschreven.
Eindversterker
Analoge aansluitingen Geluidsapparatuur aansluiten Gebruik voor het aansluiten van geluidsapparatuur kabels met RCA-pinstekers (niet bijgeleverd). Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang en de rode steker op de rechter audio-uitgang. LET OP:
PRE OUT FRONT CENTER SURR
Als u een geluidsversterker zoals een grafische equalizer tussen een afspeelbron en deze ontvanger aansluit, kan de audio-uitvoer van de ontvanger worden vervormd.
SURR BACK
L
L
R
R
Draaitafel
SUBWOOFER
SUB WOOFER
DVD
Draaitafel
CENTER
RIGHT
LEFT
AUDIO
SURR (REAR)
PHONO
Eindversterker
Naar de audiouitgang
CD OUT (REC)
TAPE MD
Als er bij uw draaitafel een aardkabel werd meegeleverd, dient u deze aan te sluiten op de schroef met de aanduiding (H), te vinden aan de achterzijde.
Eindversterker
IN (PLAY) OUT (REC)
CDR IN (PLAY)
Opmerking: Rechtersurroundluidspreker
Linkersurroundluidspreker
Links / Rechtst Surroundachterluidsprekers
Opmerking:
Deze aansluiting geldt voor een draaitafel met een cartridge van het type MM (moving magnet). Draaitafels met een klein verwisselbaar element zoals een MC (bewegende veer) moeten middels een commerciële hoofdversterker of door middel van optransformatie op de ontvanger worden aangesloten. Rechtstreeks aansluiten kan resulteren in een te laag volume.
Indien u “1SPK” heeft gekozen voor het aantal surroundachterluidsprekers (zie pagina 22), moet u de surroundachterluidspreker met de PRE OUT SURR BACK L (links) aansluiting verbinden.
8 NL01-15.RX-8020&22R[E]f
8
5/3/02, 4:13 PM
CD-speler
CD-recorder SUB WOOFER
CENTER
DVD
RIGHT
LEFT
AUDIO SURR (REAR)
CD-recorder
Naar de audio-ingang
Naar de audio-uitgang
PHONO
CD-speler
CD
SUB WOOFER
CENTER
DVD OUT (REC)
TAPE MD
RIGHT
LEFT
AUDIO SURR (REAR)
PHONO
IN (PLAY)
Naar de audio-uitgang
CD
Nederlands
OUT (REC)
CDR
OUT (REC)
IN (PLAY)
TAPE MD IN (PLAY) OUT (REC)
CDR IN (PLAY)
Cassettedeck of MD-recorder
Cassettedeck Naar de audio-ingang
SUB WOOFER
Naar de audio-uitgang
CENTER
RIGHT
LEFT
DVD
AUDIO SURR (REAR)
Indien uw geluidsapparatuur beschikt over een COMPU LINK uitgang of TEXT COMPU LINK -uitgang • Zie ook pagina 46 voor uitgebreide informatie over deze aansluiting en het COMPU LINK -afstandsbedieningssysteem. • Zie ook pagina 47 voor uitgebreide informatie over deze aansluiting en het TEXT COMPU LINK -afstandsbedieningssysteem.
PHONO
CD OUT (REC)
TAPE MD IN (PLAY) OUT (REC)
CDR IN (PLAY)
Naar de audio-ingang
MD-recorder
Naar de audio-uitgang
Opmerking: Op de uitgang TAPE/MD kunt u een cassettedeck of een MD-recorder aansluiten. Als u een MD-recorder op de uitgang TAPE/MD aansluit, moet u de naam van de afspeelbron wijzigen in “MD”. De naam van de afspeelbron wordt op de display weergegeven. Meer informatie treft u aan op pagina 17.
9 NL01-15.RX-8020&22R[E]f
9
5/3/02, 4:13 PM
Beeldapparatuur aansluiten Gebruik voor het aansluiten van geluidsapparatuur kabels met RCA-pinstekers (niet bijgeleverd). Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang, de rode steker op de rechter audio-uitgang, en de gele steker op de video-uitgang. Als uw beeldapparatuur is uitgerust met een S-video-uitgang (Y/C-scheiding) kunt u deze het beste met een S-videokabel aansluiten (niet bijgeleverd). Als u deze beeldapparatuur op de S-video-ingang en S-video-uitgang aansluit, krijgt u een betere beeldkwaliteit, zowel bij weergave als bij opname.
Deze ontvanger is uitgerust met een gewone video-ingang en video-uitgang, en een S-video-ingang en S-video-uitgang voor het aansluiten van beeldapparatuur. Het is niet noodzakelijk zowel de gewone video-ingang als de S-video-ingang aan te sluiten. Onthoud echter dat de videosignalen van de gewone videoingang alleen via de gewone video-uitgangen worden aangeboden, terwijl de videosignalen van de S-video-ingang alleen via de S-video-uitgangen worden aangeboden. Als er dus een opnemend beeldapparaat en een afspelend beeldapparaat via de verschillende video-aansluitpunten op de ontvanger zijn aangesloten, kunt u geen beelden die afkomstig zijn van het afspelende beeldapparaat op het opnemende beeldapparaat opnemen. Bovendien kunt u als de TV en het afspelende beeldapparaat via de verschillende videoaansluitpunten op de ontvanger zijn aangesloten, geen beelden die afkomstig zijn van het afspelende beeldapparaat op de TV bekijken.
Videorecorder Videorecorder S-VHS (of VHS)
A
B
C
E F
VIDEO
AUDIO RIGHT
VIDEO
LEFT
D
S-VIDEO
DVD FRONT
TV SOUND DBS OUT (REC)
VCR1 IN (PLAY) OUT (REC)
VCR2 IN (PLAY)
Å Naar de audio-uitgang voor het linker/ rechter ı Naar de audio-ingang voor het linker/ rechter Ç Naar de gewone video-uitgang Î Naar de S-video-uitgang ‰ Naar de gewone video-ingang Ï Naar de S-video-ingang
MONITOR OUT
A
C
Videorecorder S-VHS (of VHS)
B
E
D
F
Videocamera De video-ingangen op het bedieningspaneel aan de voorzijde (aangeduid met VIDEO) zijn handig als u de apparatuur vaak aansluit. • Bevestig ter bescherming tegen stof de bijgeleverde afdekking voor de voor-aansluitingen indien u de aansluitingen op het voorpaneel niet gebruikt. • Bevestigen van de afdekking VIDEO
USB AUDIO S-VIDEO
VIDEO
VIDEO S-VIDEO
VIDEO
L—AUDIO—R
Naar de audiouitgang
• Verwijderen van de afdekkingren
L—AUDIO—R US
BA
UD
IO
PU
S-VI
SH
OP
EN
DEO VID
VID
EO
EO L—
AU
DIO
Naar de S-video-uitgang Naar de gewone video-uitgang
—R
10 NL01-15.RX-8020&22R[E]f
10
5/3/02, 4:13 PM
Nederlands
BELANGRIJK:
TV en/of DBS-tuner Als u de TV op de AUDIO bussen (TV SOUND/DBS) aansluit, moet u de video-uitgangen NIET op deze videoingangen aansluiten. VIDEO AUDIO RIGHT
VIDEO
LEFT
S-VIDEO
DVD FRONT
TV SOUND DBS OUT (REC)
VCR1 IN (PLAY)
Nederlands
A
OUT (REC)
TV
VCR2 IN (PLAY)
Sluit de TV aan op de uitgang MONITOR OUT als u beelden van andere aangesloten beeldapparaten op de TV wilt kunnen bekijken.
MONITOR OUT
B C
Å Naar de audio-uitgang ı Naar de gewone video-ingang Ç Naar de S-video-ingang
Opmerking: Gebruik een TV die werkt volgens het PAL- of multi-color systeem.
VIDEO AUDIO RIGHT
VIDEO
LEFT
S-VIDEO
DVD FRONT
TV SOUND DBS OUT (REC)
VCR1 IN (PLAY) OUT (REC)
A
VCR2
DBS-tuner
IN (PLAY)
DBS
B
MONITOR OUT
C
Å Naar de audio-uitgang ı Naar de S-video-uitgang Ç Naar de gewone video-uitgang
Opmerking: Wanneer u de DBS-tuner op de uitgang TV SOUND/DBS aansluit, moet u de naam van de afspeelbron die op de display verschijnt wanneer u de DBS-tuner als bron selecteert, wijzigen in “DBS”. Hoe dit in zijn werk gaat, wordt uitgelegd op pagina 17.
11 NL01-15.RX-8020&22R[E]f
11
5/3/02, 4:13 PM
DVD-speler • Als u de DVD-speler met de stereo-stekers aansluit:
VIDEO AUDIO RIGHT
VIDEO
LEFT
S-VIDEO
DVD FRONT
TV SOUND DBS OUT (REC)
VCR1
OUT (REC)
A DVD-speler
VCR2 IN (PLAY)
DVD
B
MONITOR OUT
C
Å Naar de audio-uitgang van de luidsprekers linksvoor en rechtsvoor ı Naar de S-video-uitgang Ç Naar de gewone video-uitgang
• Als u de DVD-speler met de analoge, losse stekers aansluit (5,1kannal-reproductie): DVD-speler DVD
C
B
A
E
D
F
VIDEO SUB WOOFER
CENTER
DVD
RIGHT
LEFT
AUDIO RIGHT SURR (REAR)
PHONO
VIDEO
LEFT
DVD FRONT
TV SOUND DBS
CD
OUT (REC)
OUT (REC)
IN (PLAY)
VCR1
TAPE MD IN (PLAY)
OUT (REC)
VCR2 OUT (REC)
IN (PLAY)
CDR IN (PLAY)
S-VIDEO
MONITOR OUT
Å Naar de uitgang van de subwoofer ı Naar de audio-uitgang van de luidspreker in het midden Ç Naar surroundluidsprekers links/rechts audio-uitgang Î Naar de audio-uitgang van de luidsprekers linksvoor en rechtsvoor ‰ Naar de gewone video-uitgang Ï Naar de S-video-uitgang
12 NL01-15.RX-8020&22R[E]f
12
5/3/02, 4:13 PM
Nederlands
IN (PLAY)
Opmerkingen:
Digitale aansluitingen Deze ontvanger is uitgerust met vier DIGITAL IN-aansluitingen— een digitale coax-aansluiting en drie optische digitale aansluitingen, en de ontvanger heeft een DIGITAL OUT-aansluiting.
Nederlands
BELANGRIJK: • Let er bij het aansluiten van de DVD-speler, digitale TV-tuner of DBS-tuner waarbij u de digitale aansluitpunten gebruikt op dat u de apparatuur tevens aansluit op de video-bus aan de achterzijde. Zonder aansluiting op de video-bus is het niet mogelijk om beelden te bekijken. • Nadat u bovenstaande apparaten op de DIGITAL IN-aansluitingen hebt aangesloten, moet u indien nodig nog de volgende instellingen op de juiste wijze aanbrengen. – Selecteer de juiste instelling voor de digitale ingang van DIGITAL IN. Hiervoor verwijzen we u naar de paragraaf “6 Instellen van de digitale ingangsaansluitingen (DIGITAL IN)” op pagina 25. – Selecteer de juiste digitale invoermodus. Hiervoor verwijzen we u naar de paragraaf “De invoermodus voor analoge of digitale signalen selecteren” op pagina 19.
• De instellingen voor de digitale ingangen van DIGITAL IN zijn in de fabriek als volgt voor de volgende apparaten ingesteld: – DIGITAL 1 (coax): Voor een DVD-speler – DIGITAL 2 (optisch): Voor een CD-speler – DIGITAL 3 (optisch): Voor de digitale TV-tuner – DIGITAL 4 (optisch): Voor een CD-recorder • Als u de CD-speler, de CD-recorder, of MD-recorder met behulp van het COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem wilt bedienen, moet u deze apparatuur ook aansluiten op de manier die wordt beschreven in de paragraaf “Analoge aansluitingen” (zie pagina 9).
Digitale uitgang
CD-recorder
MD-recorder
Digitale ingangen Elk digitaal apparaat kan als volgt worden aangesloten. TV-digitale
Digitale optische kabel (niet bijgeleverd) tussen digitale optische aansluitpunten DBS-tuner DBS
CD-speler
DVD-speler DVD
CD-recorder
MD-recorder
Digitale coaxkabel (niet bijgeleverd) tussen digitale coax-aansluitpunten
Als het desbetreffende apparaat een digitale optische uitgang heeft, moet u dat apparaat met een digitale optische kabel (niet bijgeleverd) aansluiten op de ingang DIGITAL 2 (CD), DIGITAL 3 (TV) of DIGITAL 4 (CDR). Verwijder voor het aanbrengen van een digitale optische kabel eerst het beschermende dopje uit de ingang.
13
DIGITAL OUT
De indeling van het digitale signaal dat via de uitgang DIGITAL OUT wordt uitgevoerd, is gelijk aan de indeling van de invoersignalen. Dit betekent dat wanneer de DTS Digital Surround-signalen worden ingevoerd, er ook DTS Digital Surround-signalen worden uitgevoerd.
DIGITAL IN
DIGITAL 1 (DVD)
DIGITAL 2 (CD)
DIGITAL 3 (TV)
DIGITAL 4 (CDR)
13 NL01-15.RX-8020&22R[E]f
PCM/DOLBY DIGITAL /DTS
Opmerking:
Digitale optische kabel (niet bijgeleverd) tussen digitale optische aansluitpunten
Als het desbetreffende apparaat een digitale coax-uitgang heeft, moet u dat apparaat met een digitale coax-kabel (niet bijgeleverd) aansluiten op de ingang DIGITAL 1 (DVD).
Als de digitale recorder (b.v. een MD-recorder en CD-recorder) is uitgerust met een digitale, optische ingang, dient u deze te verbinden met de uitgang DIGITAL OUT zodat u van digitaal naar digitaal kunt opnemen.
5/3/02, 4:13 PM
USB-aansluiting Deze ontvanger is aan de voorzijde uitgerust met een USB-uitgang. U kunt hierop uw computer aansluiten en geluid via de PC afspelen. Als u uw computer voor de eerste keer aansluit, moet u de onderstaande procedure volgen. • Het is niet mogelijk om signalen of gegevens vanaf de ontvanger naar de computer te zenden.
5. Controleer of de stuurprogrammatuur goed is geïnstalleerd. 1. Open het venster met de naam Control Panel: Klik op [Start] = [Settings] = [Control Panel]. 2. Dubbelklik op [System], klik op [Device Manager] en klik op [Sound, video and game controllers] en [Universal serial bus controllers]. Het onderstaande venster verschijnt. Hierin kunt u zien of de stuurprogrammatuur goed is geïnstalleerd.
BELANGRIJK:
Nederlands
• De computer dient te zijn uitgerust met een CD-ROM-station en het besturingssysteem moet WindowsR 98*, WindowsR Me* (Millennium Edition) of WindowsR XP* zijn en voorbereiden voor CD-ROM. • Ga de BIOS-instellingen van de computer na—de instellingen moeten USB ondersteunen en de IRQ voor USB dient te zijn ingesteld op “AUTO” of een beschikbaar IRQ-nummer.
Hoe u de USB-stuurprogramma’s installeert De onderstaande procedure gaat uit van de engelstalige versie van WindowsR 98. Indien uw (PC) computer een andere versie van het besturingssysteem of een andere taal gebruikt, zullen de aanduidingen op de monitor van uw computer verschillen van de hier getoonde aanduidingen. 1. Zet de computer aan en start WindowsR 98, WindowsR Me of WindowsR XP. Als de computer is ingeschakeld, moet u alle actieve programma’s uitschakelen. 2. Zet de ontvanger aan en druk op het bedieningspaneel aan de voorzijde op de toets USB AUDIO of op de toets USB op de afstandsbediening. De lamp op de toets USB AUDIO op het bedieningspaneel licht op. 3. Sluit de ontvanger met een USB-kabel (niet bijgeleverd) op de computer aan. De computer herkent de verbinding automatisch en het onderstaande venster wordt op het beeldscherm weergegeven.
Opmerking: Welke onderdelen in het venster worden weergegeven, hangt af van de instellingen van uw computer.
6. De geluidsinstellingen van de computer wijzigen. 1. Open Control Panel als u dit venster hebt gesloten: Klik op [Start] = [Settings] = [Control Panel]. 2. Dubbelklik op [Multimedia] en selecteer “USB Audio Device [1]” voor “Playback” van “Audio”. Sluit het venster. Dubbelklik als u een CD vanaf het CD-ROM-station van de computer wilt afspelen op [Multimedia], [CD Music] en schakel het vakje [Enable digital CD audio for this CD-ROM device].
VIDEO
USB AUDIO S-VIDEO
De computer is nu gereed om geluid en beelden via de USB-verbinding af te spelen.
L—AUDIO—R
VIDEO
PC USB-kable (niet bijgeleverd)
Nadat de installatie is voltooid, kunt u de computer als afspeelbron gebruiken. De computer herkent de ontvanger automatisch zodra er een USB-kabel tussen de computer en de ontvanger wordt aangesloten als de ontvanger is ingeschakeld. • Als u de computer niet als afspeelbron gebruikt, dient u de USB-kabel te verwijderen. Als u geluid op de computer wilt afspelen verwijzen we u naar de handleiding van de geluidssoftware die op de computer is geïnstalleerd.
Opmerkingen:
4. Installeer de USB-stuurprogrammatuur. Volg hiertoe de instructies op het scherm.
• Schakel de ontvanger niet uit en verwijder de USB-kabel niet terwijl u de stuurprogrammatuur installeert en gedurende de tijd dat de computer bezig is de ontvanger te detecteren. • Gebruik een zogeheten full speed USB-kabel (revisie 1,0). Gebruik bij voorkeur een snoer van 1,5 meter. • Als uw computer de ontvanger niet herkent, moet u de USB-kabel verwijderen en opnieuw aansluiten. Start Windows opnieuw als dit niet werkt. • De te installeren stuurprogrammatuur wordt alleen herkend als de USB-kabel is aangesloten tussen de ontvanger en de computer. • Het geluid wordt niet goed ten gehore gebracht (haperend of van mindere kwaliteit) als uw computer niet aan de minimale vereisten voldoet of de instellingen niet in orde zijn. • Bevestig ter bescherming tegen stof de bijgeleverde afdekking voor de voor-aansluitingen indien u de aansluitingen op het voorpaneel niet gebruikt. * Microsoft R, WindowsR 98, WindowsR Me en WindowsR XP zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
14 NL01-15.RX-8020&22R[E]f
14
5/3/02, 4:13 PM
De netspanningskabel aansluiten Alvorens de ontvanger op de netspanning aan te sluiten, moet u nagaan of alle benodigde aansluitingen tot stand zijn gebracht. Steek de stekker van de netspanningskabel in een wandcontactdoos.
Nederlands
Houd de netspanningskabel uit de buurt van de aansluitkabels en de antenne. De netspanningskabel kan de ontvangst en de weergave van beelden en geluid negatief beïnvloeden. We raden u aan voor de antenne gebruik te maken van coaxkabel omdat deze kabelsoort de beste bescherming biedt tegen storingen van buitenaf.
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen Voordat u de afstandsbediening kunt gebruiken, moet u eerst de twee meegeleverde batterijen in het daarvoor bestemde batterijenvakje plaatsen. Als u de afstandsbediening gebruikt, moet u deze rechtstreeks op de afstandsbedieningssensor richten die op de ontvanger is aangebracht.
1. Verwijder het deksel van het batterijenvakje aan de achterzijde van de afstandsbediening.
Opmerking: De voorkeursinstellingen zoals kanaal- en geluidsinstellingen kunnen in de volgende gevallen na een aantal dagen zijn gewist: – Wanneer u de stekker eruit haalt. – Wanneer er een stroomstoring optreedt.
LET OP: • Raak de netspanningskabel niet met natte handen aan. • Trek niet aan de netspanningskabel als u die uit de wandcontactdoos wilt verwijderen. Pak de kabel altijd bij de stekker beet en trek de stekker voorzichtig uit het stopcontact zodat de kabel niet kan beschadigen.
2. Plaats de batterijen in het batterijenvakje. Let daarbij op de polen van de batterijen: (+) tegen (+) en (–) tegen (–). R6P(SUM-3)/AA(15F)
3. Plaats het klepje terug op het batterijenvakje.
Gebruikte batterijen:
Als u merkt dat de afstand tot de ontvanger waarover de afstandsbediening goed functioneert afneemt, moet u de batterijen vervangen. Gebruik voor de afstandsbediening twee droge batterijen van het type R6P(SUM-3)/AA(15F).
Opmerking: Stel na het vervangen van de batterijen de fabrikantcode opnieuw in (zie pagina 55).
LET OP: Volg de onderstaande procedures om te voorkomen dat de batterijen gaan lekken of openbreken: • Let bij het plaatsen van de batterijen op de polariteit: (+) tegen (+) en (–) tegen (–). • Gebruik het juiste type batterijen. Batterijen die lijken op het aangegeven type kunnen van een ander voltage zijn. • Vervang beide batterijen altijd tegelijk en niet afzonderlijk. • Stel batterijen nooit bloot aan warmtebronnen of open vuur.
15 NL01-15.RX-8020&22R[E]f
15
5/3/02, 4:14 PM
De bediening in een notendop De volgende bedieningsinstructies gelden doorgaans voor alle typen geluidsapparatuur.
Alvorens de afstandsbediening te gebruiken Hoe u de bedieningsmodus van de afstandsbediening controleert Op de display van de afstandsbediening wordt nadat u op bepaalde toetsen hebt gedrukt de onderstaande informatie weergegeven, zodat u kunt controleren of uw keuze correct is geweest. Als u op een van de toetsen voor het selecteren van een afspeelbron drukt, wordt de naam van de geselecteerde afspeelbron op de display weergegeven. Tekst op de display TUNER CD PHONO TAPE DVD CDR USB TV VCR1 VCR2 VIDEO
Een afspeelbron kiezen Bijv. Als u op de toets CD drukt.
DVD MULTI
L
A/V CONTROL RECEIVER
Het STANDBY-lampje op de voorzijde van de eenheid gaat aan. De naam van de huidige afspeelbron en de Surround-/DSP-modus worden op de display weergegeven.
CDR
TAPE / MD
USB AUDIO
DVD
DVD MULTI
CD
FM/AM
TV/DBS
VIDEO
CDR
PHONO
VCR 1
VCR 2
TAPE/MD
USB
FM / AM
DIGITAL A/V CONTROL RECEIVER
Bijv. Als u op de toets CATV/DBS CONTROL drukt.
STANDBY
STANDBY/ON
STANDBY
STANDBY/ON
AUDIO
Met de afstandsbediening
De naam van de geselecteerde afspeelbron en de huidige Surround-/DSP-modus worden weergegeven ANALOG
Met de afstandsbediening:
.
PHONO
L
C
R
DGTL AUTO
DVD MULTI
LINEAR PCM SUBWFR LFE
Het huidige volumeniveau wordt weergegeven
Druk op de toets AUDIO
CD
TV SOUND/DBS
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde
VOLUME
Druk om de stroomtoevoer uit te schakelen (en de ontvanger in de Standby-modus te zetten), nogmaals op . de toets STANDBY/ON Het STANDBY-lampje licht op.
VIDEO
A/V CONTROL RECEIVER
R
SPEAKERS 1
VCR 2
SOURCE NAME
De naam van de huidige afspeelbron en de Surround-/DSPmodus worden weergegeven ANALOG
VCR 1
toets USB drukt.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde: Het STANDBY-lampje gaat aan. De naam van de huidige afspeelbron en de Surround-/DSPmodus worden op de display weergegeven.
DVD
SOURCE NAME
Bijv. Als u op de
De stroomtoevoer inschakelen .
Druk rechtstreeks op de toets van de gewenste afspeelbron. Het lampje voor de geselecteerde afspeelbron op het bedieningspaneel aan de voorzijde licht op. • De naam van de gekozen bron en de hiervoor gekozen Surround/ DSP-modus worden tevens op de display weergegeven.
A/V CONTROL RECEIVER
Als u op de toets TEXT DISPLAY of MENU drukt voordat u het schermmenu gebruikt of op de toets TEXT COMPU LINK drukt, wordt de vermelding “MENU” op de display weergegeven.
Druk op de toets STANDBY/ON
Er vindt altijd een licht stroomverbruik plaats wanneer de eenheid in standby staat. Als u het stroomverbruik helemaal wilt uitschakelen, moet u de stekker uit het stopcontact verwijderen.
A/V CONTROL RECEIVER
Als u op de toets SOUND drukt voordat u het geluidseffect wijzigt, wordt de vermelding “SOUND” op de display weergegeven.
Als u op de toets CONTROL of CATV/DBS CONTROL drukt voordat u een audio- of videoapparaat bedient die op de ontvanger is aangesloten, wordt de geselecteerde bedieningsmodus van de afstandsbediening op de display weergegeven (zie pagina’s 52 en 55).
Opmerking:
LS
S
RS
SB SPEAKERS 1 2
PRO LOGIC
TUNED STEREO RDS
DSP 3D–PHONIC MIDNIGHT MODE
TA NEWS INFO
HEADPHONE DIGITAL EQ INPUT ATT ONE TOUCH OPERATION AUTO MUTING SLEEP VOLUME
DVD MULTI
Hiermee selecteert u de DVD-speler om digitale video-discs te bekijken als u op de DVD-speler gebruik maakt van de analoge uitvoermodus (5,1kanaal-reproductie). Meer informatie over de afspeelfunctie DVD MULTI leest u op pagina 40. DVD Hiermee selecteert u de DVD-speler. VCR 1 Hiermee selecteert u de videorecorder die op de uitgang VCR 1 is aangesloten. VCR 2 Hiermee selecteert u de videorecorder die op de uitgang VCR 2 is aangesloten. VIDEO Hiermee selecteert u de videorecorder die op de uitgang VIDEO is aangesloten. TV (SOUND)/DBS Hiermee selecteert u het geluid van de TV (of de DBS-tuner). Hiermee selecteert u de draaitafel. PHONO * Hiermee selecteert u de CD-speler. CD * CDR * Hiermee selecteert u de CD-recorder. Hiermee selecteert u het cassettedeck (of de TAPE/MD * MD-recorder). Hiermee selecteert u de computer die op de USB (AUDIO) * USB-uitgang is aangesloten. Hiermee de FM- of AM (MG/LG)-band. FM/AM * • Elke keer wanner u op deze toets drukt, schakelt u heen en weer tussen de FM-band en de AM (MG/LG) -band. Opmerkingen: • Indien u een MD-recorder hebt aangesloten (op de uitgang TAPE/MD), en een DBS-tuner hebt aangesloten (op de uitgang TV SOUND/DBS), moet u de naam van de afspeelbron die op de display wordt weergegeven wijzigen. Zie pagina 17 voor meer informatie. • Als u een van de bronkeuzeknoppen op de afstandsbediening indrukt hierboven aangegeven met een asterisk (*) wordt de ontvanger automatisch ingeschakeld.
16 NL16-20.RX-8020&22R[E]f
16
5/3/02, 4:14 PM
Nederlands
Toets FM/AM CD PHONO TAPE/MD DVD of DVD MULTI CDR USB TV/DBS VCR1 VCR2 VIDEO
Druk om de stroomtoevoer uit te schakelen (en de ontvanger in . de Standby-modus te zetten), nogmaals op de toets AUDIO Het STANDBY-lampje op de voorzijde van de eenheid licht op.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
De naam van een afspeelbron wijzigen
DVD MULTI
Als u aan de achterzijde van de ontvanger een MD-recorder op de uitgang TAPE/MD of een DBS-tuner op de uitgang TV SOUND/ DBS hebt aangesloten, moet u de naam van de bron die op de display wordt weergegeven wijzigen wanneer u de MD-recorder of DBS-tuner als bron selecteert.
DVD
VCR 1
VCR 2
VIDEO
CD
CDR
TAPE / MD
USB AUDIO
TV SOUND/DBS
SOURCE NAME
PHONO
FM / AM
SOURCE NAME
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Met de afstandsbediening:
Als u de naam van de afspeelbron wijzigt van “TAPE” tot “MD”: TAPE / MD 1. Druk op de toets TAPE/MD (SOURCE NAME).
Nederlands
• Controleer dat “TAPE” op de display wordt weergegeven.
L
FM/AM
TV/DBS
VIDEO
CDR
PHONO
VCR 1
VCR 2
TAPE/MD
USB
Als u een beeldapparaat hebt geselecteerd, worden de beelden van het geselecteerde apparaat naar de TV gestuurd tenzij u een ander beeldapparaat selecteert.
Luidspreker- en signaalindicators op het display Aan de hand van de volgende indicators kunt u gemakkelijk zien welke luidsprekers zijn geactiveerd en wat voor een signalen en van welke bron in de receiver komen.
VOLUME
Als u de naam van de afspeelbron wijzigt van “TV” tot “DBS”: TV SOUND/DBS 1. Druk op de toets TV SOUND/DBS (SOURCE NAME). • Controleer dat “TV” op de display wordt weergegeven.
R
VOLUME
SPEAKERS 1
Luidsprekerindicators (wit)
L
Als u de naam van de afspeelbron wilt wijzigen in “TAPE” of “TV”, moet u dezelfde procedure als hierboven omschreven uitvoeren. Druk op de toets SOURCE NAME (TAPE/MD), houdt deze ingedrukt en selecteer “TAPE”, of druk op de toets SOURCE NAME (TV SOUND/DBS), houdt deze ingedrukt en selecteer “TV”.
Opmerking: Ook zonder dat u de namen van de bronnen verandert, kunt u de aangesloten apparatuur gebruiken. Er kunnen zich echter wel enkele ongemakken voordoen. – De vermelding “TAPE” of “TV” verschijnt op de display terwijl u in feite de MD-recorder of DBS-tuner hebt geselecteerd. – Het is niet mogelijk de digitale ingang (zie pagina 19) voor de MD-recorder te gebruiken. – U kunt geen gebruik maken van het COMPU LINKafstandsbedieningssysteem om de MD-recorder te bedienen (zie pagina 46).
Verschillende afspeelbronnen voor beeld en geluid selecteren U kunt naar het beeld van een beeldapparaat kijken en tegelijkertijd naar het geluid van een ander apparaat luisteren. Druk op een van de toetsen voor het selecteren van een afspeelbron —PHONO, CD, CDR, TAPE/MD, USB (AUDIO), FM/AM— terwijl u naar het beeld van een beeldapparaat kijkt bijvoorbeeld beelden die afkomstig zijn van een videorecorder of DVD-speler enz. Het lampje voor de geselecteerde afspeelbron op het bedieningspaneel aan de voorzijde licht op.
C
R
SUBWFR LFE LS
S
RS
SB
SOURCE NAME
2. Druk op de toets SOURCE NAME (TV SOUND/DBS) en houdt deze ingedrukt tot “ASSGN. DBS” op de display wordt weergegeven. L
CD
Opmerking:
R
SPEAKERS 1
ANALOG
DVD MULTI
SOURCE NAME
2. Druk op de toets SOURCE NAME (TAPE/MD) en houdt deze ingedrukt tot “ASSGN. MD” op de display wordt weergegeven. ANALOG
DVD
17
L
C
R
SUBWFR LFE LS
S
RS
SB
Indicators surroundachterluidspreker * De luidsprekerindicators lichten uitsluitend op—: • Indien de overeenkomende luidsprekers op “LARGE” of “SMALL” zijn gesteld (zie “1 Instellen van de luidsprekers” op pagina 22) en tevens voor de huidige gekozen Surround/DSPmodus vereist zijn. *Indien u “1SPK” heeft gekozen voor het aantal surroundachterluidsprekers (zie pagina 22), licht de indicator van de midden-surroundachterluidspreker op. Indien u “2SPK” heeft gekozen, lichten de indicators van de linker- en rechter surroundachterluidspreker op. • Met “SUBWOOFER” op “YES” gesteld, zal SUBWFR oplichten. (Zie “1 Instellen van de luidsprekers” op pagina 22). De signaalindicators lichten op het display op en tonen de binnenkomende signalen. L : • Met de digitale ingang gekozen: Licht op wanneer het signaal van het linkerkanaal wordt ontvangen. • Met de analoge ingang gekozen: Licht altijd op. R : • Met de digitale ingang gekozen: Licht op wanneer het signaal van het rechterkanaal wordt ontvangen. • Met de analoge ingang gekozen: Licht altijd op. C : Licht op wanneer het signaal van het middenkanaal wordt ontvangen. LFE : Licht op wanneer het signaal van het LFE (lage frequentieeffect) kanaal wordt ontvangen. LS : Licht op wanneer het signaal van het linkersurroundkanaal wordt ontvangen. RS : Licht op wanneer het signaal van het rechtersurroundkanaal wordt ontvangen. S : Indien het mono achterkanaalsignaal of 2-kanaal Dolby Surround gecodeerde signaal wordt ontvangen. SB : Licht op wanneer het signaal van het achtersurroundkanaal wordt ontvangen.
Opmerking: Met “DVD MULTI” als bron gekozen, zullen “L”, “C”, “R”, “LFE”, “LS” en “RS” oplichten.
17 NL16-20.RX-8020&22R[E]f
Signaalindicators (rood)
5/3/02, 4:14 PM
Het volume aanpassen
Alleen Met hoofdtelefoon op luisteren
Draai de knop MASTER VOLUME met de wijzers van de klok mee om het volume te vergroten. Draai de knop tegen de wijzers van de klok in om het volume te verkleinen.
MASTER VOLUME
Met de afstandsbediening:
Druk op VOLUME + om het volume te vergroten. Druk op VOLUME – om het volume te verkleinen.
+ VOLUME
−
LET OP: Zet het volume altijd op het minimum niveau alvorens u een bron inschakelt. Als u het volume op het maximum niveau zet, kan de plotselinge geluidsexplosie uw gehoororganen en/of de luidsprekers permanente schade toebrengen.
Het is mogelijk om met de hoofdtelefoon op te luisteren zonder de beide sets luidsprekers uit te schakelen als u de hoofdtelefoon aansluit op de uitgang PHONES op de voorzijde. Als u een hoofdtelefoon wilt gebruiken zonder het geluid via de luidsprekers ten gehore te brengen, dient u beide sets luidsprekers zoals hierlinker omschreven uit te schakelen. HEADPHONE modus Bij gebruik van de hoofdtelefoon, worden de volgende signalen uitgestuurd, ongeacht uw luidsprekerinstellingen: — Voor 2-kanaal software, worden de signalen van de linker- en rechtervoorkanalen direct via de hoofdtelefoon weergegeven. — Voor multi-kanaal software, worden de signalen voor de linker- en rechtervoorkanalen, midden- en surroundachterkanalen teruggemengd en vervolgens via de hoofdtelefoon weergegeven. • Indien een DSP-modus is geactiveerd, kunt u tevens de DSPeffecten gebruiken. “3D H.PHONE” verschijnt op de display en de DSP indicator licht tevens op de display op. (Zie pagina 37.)
Opmerking: Opmerkingen: • Het volumeniveau kan worden ingesteld op waarden tussen “0” (minimaal) en “70” (maximaal). • Als u voor de One Touch-bediening de instelling “ON” opgeeft (zie pagina 26), hoeft u het volumeniveau niet elke keer aan te passen wanneer u een andere afspeelbron selecteert. Het niveau wordt automatisch ingesteld op het opgeslagen niveau.
In de volgende gevallen worden de luidsprekers die met de FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen zijn verbonden uitgeschakeld, ookal zijn beide paren voorluidsprekers geactiveerd. – Indien u “DVD MULTI” als bron kiest. – Indien u een van de Surround/DSP-modi kiest waardoor de midden- en/of surroundluidspreker(s) worden geactiveerd.
LET OP:
De luidsprekers aan de voorzijde selecteren ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde: Als u twee luidsprekersets aan de voorzijde hebt aangesloten, kunt u kiezen van welke set u gebruik wilt maken. Als u de luidsprekers wilt gebruiken die zijn aangesloten op de aansluiting met de aanduiding FRONT SPEAKERS 1, moet u op de toets SPEAKERS ON/OFF 1 drukken zodat de indicator SPEAKERS 1 op het display licht op. Zorg ervoor dat de indicator SPEAKERS 2 niet licht is.
Verlaag het volume: • Alvorens de hoofdtelefoon aan te sluiten of op te zetten, daar een hoog volume zowel de hoofdtelefoon als uw gehoor kan beschadigen. • Alvorens de luidsprekers weer te activeren, daar anders mogelijk een zeer hoog volume via de luidsprekers wordt uitgestuurd.
SPEAKERS ON/OFF 1
2
Als u de luidsprekers wilt gebruiken die zijn aangesloten op de aansluiting met de aanduiding FRONT SPEAKERS 2, moet u op de toets SPEAKERS ON/OFF 2 drukken zodat de indicator SPEAKERS 2 op het display licht op. Zorg ervoor dat de indicator SPEAKERS 1 niet licht is. Als u alle twee de luidsprekersets wilt gebruiken, moet u op de toets SPEAKERS ON/OFF 1 en SPEAKERS ON/OFF 2 drukken zodat zowel de indicators SPEAKERS 1 als SPEAKERS 2 op het display licht op. Als u geen van beide luidsprekersets wilt gebruiken, moet u op de toets SPEAKERS ON/OFF 1 en SPEAKERS ON/OFF 2 drukken zodat zowel de indicators SPEAKERS 1 als SPEAKERS 2 op het display uit zijn. De indicator HEADPHONE licht op en de vermelding “HEADPHONE” wordt op de display weergegeven. • Als u de luidsprekers activeert, wordt de eerder geselecteerde Surround- en DSP-modus ingeschakeld.
NL16-20.RX-8020&22R[E]f
18
18 5/3/02, 4:14 PM
Nederlands
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
De invoermodus voor analoge of digitale signalen selecteren
Nederlands
Als u digitale apparatuur op de digitale uitgangen hebt aangesloten (zie pagina 13), dient u de invoermodus voor deze apparatuur op de juiste wijze in te stellen. U kunt kiezen uit—DGTL AUTO, DGTL DTS of DGTL D.D. Voordat u begint... De instelling voor de digitale ingang (DIGITAL IN) moet overeenkomen met het aangesloten apparaat waarvoor u de digitale invoermodus wilt selecteren (zie “6 Instellen van de digitale ingangsaansluitingen (DIGITAL IN)” op pagina 25). Als de instelling voor de digitale ingang niet juist is, is het niet mogelijk om de invoermodus te wijzigen van analoog in digitaal, zelfs niet als u de procedure hieronder volgt.
1. Druk op de toets voor de afspeelbron waarvoor u de invoermodus wilt wijzigen—DVD, TV (SOUND)/ DBS, CD, CDR of TAPE/MD. Het lampje voor de geselecteerde afspeelbron op het bedieningspaneel aan de voorzijde licht op. DVD MULTI
DVD
VCR 2
VCR 1
VIDEO
TV SOUND/DBS
DVD
DVD MULTI
CD
FM/AM
TV/DBS
VIDEO
CDR
PHONO
VCR 1
VCR 2
TAPE/MD
USB
SOURCE NAME
PHONO
CD
CDR
TAPE / MD
USB AUDIO
FM / AM
DGTL AUTO: Selecteer deze instelling als u de digitale invoermodus wilt selecteren. De ontvanger detecteert het binnenkomende signaal automatisch. De DGTL AUTO indicator licht op het display op en de indicators van het digitale signaalformaat voor de ontvangen signalen lichten tevens op. ANALOG:
Selecteer deze instelling als u de analoge invoermodus wilt selecteren. De indicator ANALOG licht continu op.
Als u “DGTL AUTO” selecteert, gaan onder bepaalde omstandigheden de volgende indicators op de display oplichten: LINEAR PCM : Licht op wanneer Lineaire PCM signalen worden ontvangen. LINEAR PCM : Licht op wanneer de digitale signalen niet worden herkend. DIGITAL : Licht op wanneer Dolby Digital of Dolby Digital EX signalen worden ontvangen. : Licht op wanneer DTS Surround of DTS-ES signalen worden ontvangen. Als er software wordt afgespeeld die is gecodeerd met Dolby Digital of met DTS Digital Surround, kunnen de volgende symptomen optreden: • Het begin van geluid dat wordt afgespeeld, is niet hoorbaar. • Er is ongewenst geluid hoorbaar tijdens het zoeken of overslaan van tracks of onderdelen.
SOURCE NAME
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde
Met de afstandsbediening
Opmerking: Indien “TAPE” als bronnaam voor de TAPE/MD toets is ingesteld terwijl u een MD-recorder gebruikt, werkt deze stap niet. Zie “De naam van een afspeelbron wijzigen” op pagina 17 voor het veranderen van de bronnaam.
2. Druk op de toets INPUT ANALOG/DIGITAL (INPUT ATT)—of ANALOG/DIGITAL INPUT van de afstandsbediening—om de invoermodus te
1. Druk op de toets INPUT ANALOG/DIGITAL (INPUT ATT) of ANALOG/DIGITAL INPUT van de afstandsbediening. • “DGTL AUTO” wordt op de display weergegeven. 2. Druk terwijl “DGTL AUTO” nog op de display wordt getoond op CONTROL UP 5 of DOWN ∞ van het voorpaneel om “DGTL D.D” of “DGTL DTS” te passen. • Elke keer wanneer u op deze toets drukt, veranderen de ingangsmodus als volgt: L
R
DGTL AUTO
DIGITAL VOLUME
SPEAKERS 1
wijzigen.
DGTL AUTO (Digital)
INPUT ANALOG/DIGITAL
ANALOG/DIGITAL
DGTL D.D
(Digital Dolby Digital)
DGTL DTS
INPUT
(Digital)
INPUT ATT
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde
Met de afstandsbediening
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, veranderen de ingangsmodus als volgt: L
R
DGTL AUTO
DIGITAL VOLUME
SPEAKERS 1
DGTL AUTO
ANALOG
(Digital)
Als u “DGTL D.D” of “DGTL DTS” selecteert, gaan onder bepaalde omstandigheden de volgende indicators op de display oplichten: DGTL : Licht altijd op. Als u “DGTL D.D” selecteert: DIGITAL : • Licht op als er Dolby Digital-signalen worden ontvangen. • Het frame knippert als de Dolby Digitalsignalen niet worden herkend. Als u “DGTL DTS” selecteert: : • Licht op als er DTS Digital Surroundsignalen worden ontvangen. • Het frame knippert als de DTS Digital Surround-signalen niet worden herkend.
Opmerking: Als u de stroomtoevoer uitschakelt of een andere afspeelbron selecteert, wordt de instelling voor “DGTL D.D” en “DGTL DTS” geannuleerd en wordt de digitale invoermodus automatisch teruggezet op “DGTL AUTO”.
19 NL16-20.RX-8020&22R[E]f
19
5/3/02, 4:15 PM
Het tijdstip waarop de ontvanger zichzelf moet uitschakelen: Als dit tijdstip aanbreekt, schakelt de ontvanger zichzelf uit.
Het geluid uitzetten (Mute) ALLEEN met de afstandsbediening: Druk op de toets MUTING om het geluid voor alle luidsprekers en de hoofdtelefoon uit te schakelen. De vermelding “MUTING” verschijnt op de display en het volume wordt uitgeschakeld (de indicator voor het volumeniveau gaat uit).
Kijken hoe lang het nog duurt tot de ontvanger zichzelf uitschakelt en het tijdstip van uitschakelen wijzigen: Druk één keer op de toets SLEEP. De resterende tijd tot het tijdstip van uitschakeling verschijnt. De tijd wordt weergegeven in minuten. • Als u het tijdstip van uitschakeling wilt wijzigen, moet u herhaaldelijk op de toets SLEEP drukken. De Sleep Timer uitzetten: Druk herhaaldelijk op de toets SLEEP tot de vermelding “SLEEP 0min” op de display wordt weergegeven. (De indicator SLEEP gaat uit.) • Ook als u de stroom uitschakelt, gaat de Sleep Timer uit.
R
SPEAKERS 1
Bijv. Met “DVD” als bron gekozen.
De volumeindicator dooft.
Als u het volume wilt herstellen, drukt u nogmaals op de toets MUTING. • Door aan de voorzijde aan de knop MASTER VOLUME te draaien of op de afstandsbediening op de toets VOLUME +/– te drukken, wordt het geluid hersteld.
Veranderen van de helderheid van het display
Opnemen van een bron Van analoog naar analoog opnemen U kunt via deze ontvanger van elke analoge bron tegelijkertijd opnames maken op— • het cassettedeck (of de MD-recorder) die op de uitgang TAPE/MD is aangesloten, • de videorecorders die zijn aangesloten op de uitgang VCR1 en VCR 2, en • de CD-recorder die is aangesloten op de CDR-uitgangen —tegelijkertijd.
Van digitaal naar digitaal opnemen U kunt via deze ontvanger van de geselecteerde digitale invoer digitale opnames maken op een digitale recorder die op de uitgang DIGITAL OUT is aangesloten.
U kunt de verlichting van het display dimmen.
Druk op de toets DIMMER.
Opmerkingen:
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de display afwisselend gedimd en opgelicht.
• Analoog naar digitaal en digitaal naar analoog opnemen is niet mogelijk. • Het niveau van het uitvoervolume, de nachtmodus (zie pagina 24), de basversterkingsfunctie (zie pagina 34), de digitale equalizer (zie pagina 42), Surround-modi en DSP-modi (zie pagina 35 tot 39) hebben geen invloed op opnames die u maakt. • Het testtoonsignaal (zie pagina 43 en 44) wordt niet via de uitgang DIGITAL OUT afgegeven.
DIMMER
DIMMER
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde
Met de afstandsbediening
Automatisch geheugen voor basisinstellingen
De Sleep Timer gebruiken Met gebruik van de Sleep Timer kunt u muziek beluisteren terwijl u in slaap valt.
ALLEEN met de afstandsbediening: Druk herhaaldelijk op de toets SLEEP. De SLEEP indicator licht op de display op en de uitschakeltijd verandert met stappen van 10 minuten: ANALOG
L
R
SLEEP VOLUME
SPEAKERS 1
10
SLEEP
20
30
40
50
60
70
80
0 (Geannuleerd) Bijv. Met “DVD” als bron gekozen.
90
Deze receiver legt automatisch de geluidsinstellingen voor iedere bron vast— • wanneer u de stroom uitschakelt, • wanneer u van bron verandert, en • wanneer u de bronnaam instelt (zie pagina 19). Bij het veranderen van bron worden de vastgelegde instellingen automatisch voor de nieuwe bron opgeroepen. Het volgende kan voor iedere bron worden vastgelegd: • Analoog/digitaal ingangsfunctie (zie pagina 19) • Verzwakking voor het ingangssignaal (zie pagina 33) • Analoog Direct (zie pagina 33) • Niveau van de luidsprekerkanalen-uitgang (zie pagina 43 en 44) • Digitale egalisatiepatroon (zie pagina 42) • Geluidsparameters (zie pagina 45) • Keuze van Surround- en DSP-modus (zie pagina’s 38 en 39) • Instelling voor Bass Boost (zie pagina 34)
Opmerkingen: • Met FM of AM (MG/LG) als bron gekozen, kunt u voor beide golfbanden afzonderlijke instellingen maken. • Indien u het volumeniveau samen met de hierboven genoemde instellingen wilt vastleggen, moet u “ONE TOUCH (OPR)” op “ON” stellen (zie pagina 26).
20 NL16-20.RX-8020&22R[E]f
20
5/3/02, 4:15 PM
Nederlands
L
ANALOG
MUTING
De belangrijkste instellingen Bepaalde hieronder beschreven instellingen moet u maken na het aansluiten en opstellen van uw luidsprekers en bepaalde instellingen kunt u maken voor een handigere bediening. • Bij het maken van basisinstellingen dient u bij voorkeur de afstandsbediening te gebruiken zodat u tegelijkertijd het in-beelddisplay op het TV-scherm kunt bekijken. • Dezelfde instellingen kunnen met de toetsen op het voorpaneel worden gemaakt. (Het in-beelddisplay wordt echter niet getoond indien u de toetsen op het voorpaneel gebruikt.) • Het in-beelddisplay verdwijnt indien u gedurende ongeveer 1 minuut geen bedieningen uitvoert. • De display op het TV-scherm is vervormd indien u geen PAL of multi-kleursysteem TV heeft.
Basisprocedure
Nederlands
Bijv. Bij het instellen van de subwooferinformatie Gebruik van het in-beelddisplay (via de afstandsbediening):
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk op de toets MENU.
Voordat u begint... Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
Het menu MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
PLAY TA/NEWS/ EXIT
MENU
INFO
/REW
PAUSE
FF/
SET PTY
PTY SEARCH
1. Druk herhaaldelijk op de toets SETTING tot de vermelding “SUB WOOFER” op de display wordt weergegeven.
PTY
STOP DISPLAY MODE
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, veranderen de instelbare onderdelen als volgt: • Zie pagina’s 22 tot 26 voor details aangaande ieder instelbaar onderdeel (1 tot 8).
Toetsen voor de scherm-menu’s
2. Druk op 5 of ∞ om te verplaatsen naar de vermelding “SETTING” en druk op 2 of 3.
R
VOLUME
SPEAKERS 1
3. Druk op 5 of ∞ om te verplaatsen naar de vermelding “SUBWOOFER.” • Druk herhaaldelijk op ∞ om naar het volgende scherm te gaan. • Druk herhaaldelijk op 5 om naar het voorgaande scherm te gaan.
3
1
SETTING 1 menu
L
ANALOG
Het SETTING 1 menu met instelbare onderdelen verschijnt op het TV-scherm. wijst, wordt tevens op de display • Het onderdeel waarnaar van het toestel weergegeven.
4 5
2
SETTING
SETTING 2 menu
SUB WOOFER:NO (1)
FRONT SPK:LARGE (1)
CNTR SPK:SMALL (1)
SURR SPK:SMALL (1)
SBACK SPK:SMALL (1)
SBACK OUT:2SPK (1)
SURR CH:SURR (1)
EX/ES:AUTO (2)
DIST UNIT:meter (3)
FRONT DIST:3.0m (3)
CNTR DIST:3.0m (3)
SURR DIST:3.0m (3)
SBACK DIST:3.0m (3)
CROSS OVER:100Hz (4)
LFE ATT:0dB (4)
MID NIGHT:OFF (5)
DGTL COAX 1:DVD (6)
2:CD 3:TV 4:CDR (6)
ONE TOUCH:OFF (7)
FL DISP:TEXT (8)
(Terug naar het begin) 6 7 8
SETTING 3 menu Zie pagina’s 22 tot 26 voor details aangaande ieder instelbaar onderdeel (1 tot 8).
4. Druk op 2 of 3 om een instelling te kiezen die u wilt gebruiken. In dit voorbeeld wordt de subwooferinformatie op “YES” gesteld voor weergave van de lage tonen via de subwoofer.
5. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwijnt.
2. Druk op de toets CONTROL UP 5 of DOWN ∞ om een instelling te kiezen die u wilt gebruiken. In dit voorbeeld wordt de subwooferinformatie op “YES” gesteld voor weergave van de lage tonen via de subwoofer. ANALOG
L
R
SPEAKERS 1
21
VOLUME
OPMERKING— • De onderdelen die op het in-beelddisplay en op de display van het voorpaneel in dit gedeelte worden getoond, zijn de basiswaarden bij het verlaten van de fabriek. • Bepaalde onderdelen kunnen niet worden getoond of kunnen niet in overeenstemming met de huidige gekozen instellingen worden ingesteld. (Zie de van toepassing zijnde beschrijvingen voor details.)
21 NL21-26.RX-8020&22R[E]f
CONTROL DOWN UP
5/3/02, 4:16 PM
1 Instellen van de luidsprekers U verkrijgt de best mogelijke surround-sound met de Surroundmodus of de DSP-modus als u de informatie over de opstelling van de luidsprekers in het geheugen registreert (opslaat) nadat alle aansluitingen tot stand zijn gebracht.
7 Aantal surroundachterluidsprekers —S BACK (SBACK) OUT [In-beelddisplay]
[Voorpaneel]
7 Instelling voor de subwoofer—SUBWOOFER [In-beelddisplay]
[Voorpaneel]
2SPK
: Kies indien u 2 surroundachterluidsprekers gebruikt.
1SPK
: Kies indien u 1 surroundachterluidspreker gebruikt.
Kies of u wel of niet een subwoofer heeft aangesloten. YES
: Kies indien u een subwoofer heeft aangesloten.
NO
: Kies indien u geen subwoofer gebruikt.
Opmerking: Indien u “NO” voor de subwoofer heeft gekozen, kunt u SUBWOOFER OUT ON/OFF op het voorpaneel niet gebruiken.
7 Formaat voor de voorluidsprekers, middenluidspreker, surroundluidsprekers en surroundachterluidsprekers–—FRONT SPK, CENTER (CNTR) SPK, SURR SPK, S BACK (SBACK) SPK [In-beelddisplay]
Opmerkingen: • Indien u “NONE” voor de surroundachterluidsprekers heeft gekozen (zie hier links), kunt u deze instelling niet maken. • Indien u “1SPK” heeft gekozen voor het aantal surroundachterluidsprekers, moet u de surroundachterluidspreker met de PRE OUT SURR BACK L (links) aansluiting verbinden.
7 Kiezen van de te gebruiken surroundluidsprekers —SURR CH (OUT) [In-beelddisplay]
[Voorpaneel]
[Voorpaneel]
Kies de te activeren surroundluidsprekers bij weergave van 5,1-multi-kanaal software.
Kies het formaat voor iedere aangesloten luidspreker. LARGE : Kies indien de luidspreker relatief groot is. SMALL : Kies indien de luidspreker relatief klein is. NONE
: Kies indien een luidspreker niet is aangesloten. (Niet kiesbaar voor de voorluidsprekers)
Opmerkingen: • Gebruik het volgende ter referentie bij het instellen. – Kies “LARGE” indien het formaat van de hoornvormige luidsprekerunit in uw luidspreker groter dan 12 cm is, en kies “SMALL” indien het kleiner dan 12 cm is. • Indien u “NO” voor de subwoofer heeft gekozen, kunt u uitsluitend “LARGE” voor de voorluidsprekers kiezen. • Indien u “SMALL” voor de voorluidsprekers heeft gekozen, kunt u niet “LARGE” voor de midden, surround en surroundachterluidsprekers kiezen. • Indien u “SMALL” voor de surroundluidsprekers heeft gekozen, kunt u niet “LARGE” voor de surroundachterluidsprekers kiezen. • Indien u “NONE” voor de surroundluidsprekers heeft gekozen, wordt tevens “NONE” voor de surroundachterluidsprekers ingesteld.
SURR
: Kies wanneer u uitsluitend de linker- en rechtersurroundluidsprekers wilt gebruiken.
SBACK
: Kies wanneer u uitsluitend de surroundachterluidsprekers wilt gebruiken.
SURR+SBK (S+SBK)
: Kies wanneer u zowel de normale surroundluidsprekers als surroundachterluidsprekers wilt gebruiken.
Opmerkingen: • Indien u “NONE” voor de surroundachterluidsprekers heeft gekozen (zie hier links), wordt deze instelling overgeslagen. • Indien u “1SPK” heeft gekozen voor het aantal surroundachterluidsprekers, wordt deze instelling overgeslagen. De signalen voor de surroundkanalen worden via de surroundluidsprekers weergegeven. • Deze instelling wordt genegeerd voor 6,1-kanaal reproductie.
22 NL21-26.RX-8020&22R[E]f
22
5/3/02, 4:16 PM
Nederlands
Kies het aantal aangesloten surroundachterluidsprekers.
2 Instellen van kanaalnummer voor reproduceren van multi-kanaal digitale software—EX/ES [In-beelddisplay]
[Voorpaneel]
3 Instellen van de luidsprekerafstand De afstand vanaf uw luisterplaats tot de luidsprekers is een ander belangrijk element voor een optimaal surroundgeluid met Surround en DSP-functies. U moet derhalve de afstand vanaf uw luisterplaats of stoel tot de luidsprekers instellen. Dit toestel stelt automatisch de vertragingstijd van het geluid van iedere luidspreker in op basis van de instellingen voor de afstand van de luidsprekers. Het geluid van alle luidsprekers bereikt u op deze manier tegelijk. 7 Meeteenheid—DIST UNIT [In-beelddisplay]
Nederlands
U kunt 5,1-kanaal reproductie of 6,1-kanaal reproductie kiezen voor weergave van multi-kanaal (meer dan 5,1-kanaal) digitale software met de instelling voor de surroundachterluidsprekers op “LARGE” of “SMALL” gesteld (zie pagina 22). “AUTO” is de basisinstelling. AUTO : Kies voor het reproduceren van signalen zoals ze oorspronkelijk op of zijn opgenomen. software als • Bij weergave van Dolby Digital EX software (voorzien van de markering), wordt “DOLBY D EX (Dolby Digital EX)” geactiveerd met gebruik van de surroundachterluidspreker(s). • Bij weergave van Dolby Digital 5,1-kanaal software, wordt “DOLBY D (Dolby Digital)” geactiveerd zonder gebruik van de surroundachterluidspreker(s). • Bij weergave van DTS-ES Discrete software (voorzien van markering), wordt “ES DSCRETE (DTS-ES de Discrete)” geactiveerd met gebruik van de surroundachterluidspreker(s). • Bij weergave van DTS-ES Matrix software (voorzien van de markering), wordt “ES MATRIX (DTS-ES Matrix)” geactiveerd met gebruik van de surroundachterluidspreker(s). • Bij weergave van DTS Digital Surround 5,1-kanaal software, wordt “DTS (DTS Digital Surround)” geactiveerd zonder gebruik van de surroundachterluidspreker(s). ON
OFF
: Kies voor het activeren van 6,1-kanaal reproductie met gebruik van de surroundachterluidspreker(s). • Bij weergave van Dolby Digital EX software (voorzien van markering), wordt “DOLBY D EX (Dolby Digital de EX)” geactiveerd met gebruik van de surroundachterluidspreker(s). • Bij weergave van Dolby Digital 5,1-kanaal software, wordt “DOLBY D EX (Dolby Digital EX)” geactiveerd met gebruik van de surroundachterluidspreker(s). De surroundachterkanalen worden gereproduceerd met gebruik van digital matrix processing. • Bij weergave van DTS-ES Discrete software (voorzien van markering), wordt “ES DSCRETE (DTS-ES de Discrete)” geactiveerd met gebruik van de surroundachterluidspreker(s). • Bij weergave van DTS-ES Matrix software (voorzien van de markering), wordt “ES MATRIX (DTS-ES Matrix)” geactiveerd met gebruik van de surroundachterluidspreker(s). • Bij weergave van DTS Digital Surround 5,1-kanaal software, wordt “DTS NEO:6” geactiveerd met gebruik van de surroundachterluidspreker(s). De surroundachterkanalen worden gereproduceerd met gebruik van digital matrix processing. : Kies voor het activeren van 5,1-kanaal reproductie zonder gebruik van de surroundachterluidspreker(s). • Bij weergave van Dolby Digital EX software (voorzien van de markering) of DTS-ES software (voorzien van de markering) worden de surroundachtersignalen gemengd met de surroundsignalen via de surroundluidsprekers weergegeven. • Bij weergave van Dolby Digital of DTS Digital Surround 5,1-kanaal software, wordt het conventionele “DOLBY D” (Dolby Digital)” of “DTS (DTS Digital Surround)” geactiveerd.
Opmerking: Indien u “NONE” voor de surroundachterluidsprekers heeft gekozen (zie pagina 22), kunt u deze instelling niet maken. 6,1-kanaal en 5,1kanaal software worden weergegeven als bij “OFF” wordt beschreven.
Kies de te gebruiken eenheid. meter : Kies voor het instellen van de afstand in cm en meters. feet
: Kies voor het instellen van de afstand in voet.
7 Luidsprekerafstand—FRONT DIST, CENTER (CNTR) DIST, SURR DIST, S BACK (SBACK) DIST [In-beelddisplay]
23
[Voorpaneel]
Stel de afstand vanaf de luisterplaats binnen het bereik van 0.3 m (1 ft) tot 9.0 m (30 ft) met stappen van 0,3 m (1 ft) in.
Opmerkingen: • U kunt geen afstand instellen voor een luidspreker waarvoor u “NONE” (zie pagina 22). • Deze instelling heeft geen effect op de DVD MULTI weergavefunctie.
C L
R 30˚
3,3 m (11 ft) 3,0 m (10 ft) 2,7 m 90˚ (9 ft) 2,4 m (8 ft)
30˚
90˚
2,1 m (7 ft)
LS
RS 60˚
LSB
60˚
RSB
Bijv. Stel voor het hierboven getoonde voorbeeld de luidsprekerafstand als volgt in: FRONT DIST : 3.0 m of 10 ft CENTER (CNTR) DIST : 3.0 m of 10 ft SURR DIST : 2.7 m of 9 ft S BACK (SBACK) DIST : 2.4 m of 8 ft
23 NL21-26.RX-8020&22R[E]f
[Voorpaneel]
5/9/02, 11:05 AM
4 Instellen van de lage tonen Kunt u de gewenste instellingen voor de subwoofer en de lage tonen maken.
5 Instellen van het dynamisch bereik —MID NIGHT [In-beelddisplay]
[Voorpaneel]
7 Drempelfrequentie—CROSSOVER [In-beelddisplay]
[Voorpaneel]
Voor het gebruik van een subwoofer kunt u de drempelfrequentie voor de in gebruik zijnde kleine luidsprekers stellen. Kies uit “80Hz”, “100Hz”, “120Hz” en “150Hz” een van de drempelfrequentieniveaus in overeenstemming met de kleine aangesloten luidspreker. 80Hz
: Kies wanneer de hoornvormige luidsprekerunit van het luidsprekersysteem ongeveer 12 cm is.
100Hz
: Kies wanneer de hoornvormige luidsprekerunit van het luidsprekersysteem ongeveer 10 cm is.
120Hz
: Kies wanneer de hoornvormige luidsprekerunit van het luidsprekersysteem ongeveer 8 cm is.
150Hz
: Kies wanneer de hoornvormige luidsprekerunit van het luidsprekersysteem ongeveer 6 cm is.
Opmerkingen: • Indien u “LARGE” voor alle geactiveerde luidsprekers heeft ingesteld (zie pagina 22), zal deze functie op “OFF” worden gesteld. • De drempelfrequentie heeft geen effect op de DVD MULTI weergavefunctie, All Channel Stereo functie en de 3D HEADPHONE functie.
Kies een van de volgende instellingen: 1
: Kies wanneer u het dynamisch bereik weinig wilt verkleinen. De MIDNIGHT MODE indicator licht op het display op.
2
: Kies wanneer u het dynamisch bereik volledig wilt verkleinen (handig voor ’s avonds of ’s nachts). De MIDNIGHT MODE indicator licht op het display op.
OFF : Kies wanneer u het surroundgeluid met het gehele dynamische bereik wilt beluisteren (er wordt geen effect toegepast). De MIDNIGHT MODE indicator dooft van het display.
Opmerkingen: • De Midnight modus wordt tijdelijk geannuleerd indien Analog Direct in gebruik is. • De Midnight modus kan wel worden ingesteld maar niet voor de DVD MULTI afspeelmodus worden gebruikt.
7 Verzwakker voor het lage frequentie effect—LFE ATT [In-beelddisplay]
[Voorpaneel]
Stel het LFE-niveau in indien de lage tonen worden vervormd tijdens weergave van software die met Dolby Digital of DTS Surround is gecodeerd zodat de vervorming wordt verminderd. Kies een van de volgende instellingen: 0dB
: Selecteer onder normale omstandigheden deze instelling.
−10dB
: Selecteer deze instelling als het bass-geluid vervormd is.
24 NL21-26.RX-8020&22R[E]f
24
5/3/02, 4:16 PM
Nederlands
U kunt met de Midnight modus ook ’s avonds laat een krachtig geluid beluisteren.
6 Instellen van de digitale ingangsaansluitingen (DIGITAL IN) [In-beelddisplay]
[Voorpaneel]
Met “DIGITAL 1 (DGTL COAX 1)” op “CD” gesteld 2: DVD 3: TV (of DBS*) 4: CDR 2: DVD 3: TV (of DBS*) 4: MD** 2: DVD 3: MD** 4: CDR 2: MD** 3: TV (of DBS*) 4: CDR (terug naar het begin)
“ “ “ “
* “DBS” verschijnt indien u de bronnaam van “TV” naar “DBS” heeft veranderd (zie pagina 17). ** Indien u een MD-recorder met de digitale ingangsaansluiting wilt verbinden, moet u de bronnaam van “TAPE” naar “MD” veranderen (zie pagina 17).
Nederlands
Bij gebruik van de digitale ingangsaansluitingen moet u vastleggen welke componenten met welke digitale ingangsaansluitingen zijn verbonden. 7 Digitale coaxiale aansluiting—DIGITAL 1 (DGTL COAX 1) Stel het component in dat met de digitale coaxiale aansluiting (DIGITAL IN 1) is verbonden—DVD, MD**, CDR, TV (of DBS*) of CD.
Opmerking: De instellingen voor de digitale ingangen van DIGITAL IN zijn in de fabriek als volgt voor de volgende apparaten ingesteld: – DIGITAL 1 (coax): Voor een DVD-speler – DIGITAL 2 (optisch): Voor een CD-speler – DIGITAL 3 (optisch): Voor de digitale TV-tuner – DIGITAL 4 (optisch): Voor een CD-recorder
* “DBS” verschijnt indien u de bronnaam van “TV” naar “DBS” heeft veranderd (zie pagina 17). ** Indien u een MD-recorder met de digitale ingangsaansluiting wilt verbinden, moet u de bronnaam van “TAPE” naar “MD” veranderen (zie pagina 17).
7 Digitale optische aansluitingen—DIGITAL 2, DIGITAL 3 en DIGITAL 4 Stel de componenten in die met de digitale optische aansluitingen (DIGITAL IN 2 – 4) zijn verbonden. • Door iedere druk op 2 of 3 van de afstandsbediening of CONTROL UP 5 of DOWN ∞ op het voorpaneel, veranderen de namen van de digitale componenten als volgt: Met “DIGITAL 1 (DGTL COAX 1)” op “DVD” gesteld 2: CD 3: TV (of DBS* ) 4: CDR 2: CD 3: TV (of DBS*) 4: MD** 2: CD 3: MD** 4: CDR 2: MD** 3: TV (of DBS* ) 4: CDR (terug naar het begin)
“ “ “ “
Met “DIGITAL 1 (DGTL COAX 1)” op “MD”** gesteld 2: CD 3: TV (of DBS*) 4: CDR 2: CD 3: TV (of DBS*) 4: DVD 2: CD 3: DVD 4: CDR 2: DVD 3: TV (of DBS*) 4: CDR (terug naar het begin)
“ “ “ “
Met “DIGITAL 1 (DGTL COAX 1)” op “CDR” gesteld 2: CD 3: TV (of DBS*) 4: DVD 2: CD 3: TV (of DBS*) 4: MD** 2: CD 3: MD** 4: DVD 2: MD** 3: TV (of DBS*) 4: DVD (terug naar het begin)
“ “ “ “
Met “DIGITAL 1 (DGTL COAX 1)” op “TV” of “DBS”* gesteld 2: CD 3: DVD 4: CDR “ 2: CD 3: DVD 4: MD** “ 2: CD 3: MD** 4: CDR “ 2: MD** 3: DVD 4: CDR “ (terug naar het begin)
25 NL21-26.RX-8020&22R[E]f
25
5/3/02, 4:16 PM
[In-beelddisplay]
8 Tonen van tekstinformatie op het display —FL DISPLAY (DISP)
[Voorpaneel]
[In-beelddisplay]
[Voorpaneel]
Dit toestel legt diverse instellingen voor iedere bron afzonderlijk in het geheugen vast. (Zie pagina 20). U kunt daarbij tezamen met de andere vastgelegde instellingen het volumeniveau voor iedere bron vastleggen.
Indien u een MD-recorder of CD-speler voorzien van het TEXT COMPU LINK afstandsbedieningssysteem (zie pagina 47) heeft aangesloten, kunt u tekstinformatie als disctitels of fragmentnamen op het display van deze receiver tonen.
Kies een van de volgende instellingen:
Kies een van de volgende instellingen:
ON
NORMAL (NORM)
: De naam van de bron en Surround/DSP-functie worden tijdens weergave getoond.
TEXT
: De tekstinformatie wordt tijdens de weergave getoond.
: Kies voor het afzonderlijk vastleggen van het volumeniveau van iedere bron. (De ONE TOUCH OPERATION indicator licht op het display van het toestel op.) Deze receiver legt het volumeniveau in het geheugen vast— • wanneer de stroom wordt uitgeschakeld, • wanneer u de bronnaam verandert.
OFF
: Kies wanneer u het volumeniveau niet wilt vastleggen.
Opmerking: Ook met “TEXT” gekozen zal de naam van de bron en Surround/DSPfunctie tijdens de weergave worden getoond indien een disc is geplaatst die geen tekstinformatie bevat.
Oproepen van het volumeniveau Met de ONE TOUCH OPERATION indicator opgelicht, wordt het volumeniveau voor de huidige gekozen bron automatisch ingesteld zodra u de bron kiest. Annuleren van One Touch Operation Stel One Touch Operation op “OFF” zodat de ONE TOUCH OPERATION indicator dooft.
26 NL21-26.RX-8020&22R[E]f
26
5/3/02, 4:16 PM
Nederlands
7 Vastleggen van het volumeniveau voor iedere bron—ONE TOUCH OPR (ONE TOUCH)
Radiostations ontvangen U kunt zelf op zoek gaan naar stations, of gebruik maken van de voorkeurfunctie waarmee u meteen op een bepaald radiostation afstemt.
Handmatig afstemmen op stations
Werken met voorkeurzenders
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk op de toets FM/AM om de gewenste omroepband te selecteren (FM of AM—MG: middengolf of LG: lange golf).
FM/AM
Een station als voorkeurzender instellen
Nederlands
Het lampje FM/AM op de toets aan de voorzijde van de eenheid licht op. Er wordt afgestemd op het station waarop de vorige keer in de desbetreffende band was afgestemd. • Elke keer wanneer u op deze toets drukt, schakelt u heen en weer tussen FM en AM (MG/LG). ANALOG
L
TUNED STEREO
R
VOLUME
SPEAKERS 1
2. Druk net zo vaak op de toets FM/AM TUNING 5 of ∞ tot u de frequentie die u zoekt hebt gevonden.
Wanneer een station eenmaal aan een kanaalnummer is toegekend, kunt u snel op dat station afstemmen. Er kunnen in totaal 30 FMzenders en 15 AM-zenders (MG/LG) als voorkeurzenders worden ingesteld.
Voordat u begint... Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u bij stap 2 beginnen.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Stem af op het station dat u als voorkeurzender wilt instellen (zie “Handmatig afstemmen op stations” op de linker kolom). • Als u de FM-ontvangstmodus voor dit station wilt opslaan, moet u nu de FM-ontvangstmodus van uw keuze selecteren. Zie “Een FM-ontvangstmodus selecteren” op pagina 28.
FM/AM TUNING
• Als u op de toets FM/AM TUNING 5 drukt, wordt er een hogere frequentie gekozen. • Als u op de toets FM/AM TUNING ∞ drukt, wordt er een lagere frequentie gekozen.
Opmerkingen:
ANALOG
R
SPEAKERS 1
2. Druk op de toets MEMORY.
ANALOG
• Als u afstemt op een station waarvan de signaalsterkte toereikend is, verschijnt er op de display de indicator TUNED. • Wanneer het station een FM-zender is die in stereo wordt ontvangen, licht ook de indicator STEREO op. • Als u de toets in stap 2 ingedrukt houdt (en daarna loslaat), verandert de frequentie net zolang tot er een station is gevonden.
L
L
R
SPEAKERS 1
TUNED STEREO
VOLUME
MEMORY
TUNED STEREO
VOLUME
De cursor knippert gedurende 10 seconden op de positie voor het kanaalnummer.
3. Druk zolang de positie voor het kanaalnummer knippert op de toets FM/AM PRESET 5 of ∞ om een kanaalnummer te selecteren. ANALOG
L
R
SPEAKERS 1
4. Druk nogmaals op de toets MEMORY wanneer het geselecteerde kanaalnummer op de display knippert.
FM/AM PRESET
TUNED STEREO
VOLUME
MEMORY
Het geselecteerde kanaalnummer stopt met knipperen. Het station is nu een kanaalnummer toegekend. ANALOG
L
R
SPEAKERS 1
TUNED STEREO
VOLUME
5. Herhaal stap 1 tot en met 4 tot u alle stations die u als voorkeurzenders wilt instellen in het geheugen hebt opgeslagen. Een voorkeurzender uit het geheugen verwijderen Als u een nieuw station het kanaalnummer van een bestaande voorkeurzender toekent, wordt de bestaande voorkeurzender uit het geheugen verwijderd.
27 NL27-32.RX-8020&22R[E]f
27
5/3/02, 4:17 PM
Afstemmen op een voorkeurzender
Een FM-ontvangstmodus selecteren
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde: FM/AM
Het lampje FM/AM op de toets aan de voorzijde van de eenheid licht op. Er wordt afgestemd op het station waarop de vorige keer in de desbetreffende band was afgestemd. • Elke keer wanneer u op deze toets drukt, schakelt u heen en weer tussen FM en AM (MG/LG).
2. Druk net zo vaak op de toets FM/AM PRESET 5 of ∞ tot u het kanaal dat u zoekt hebt gevonden.
FM/AM PRESET
• Als u op de toets FM/AM PRESET 5 drukt, wordt er een hoger kanaalnummer gekozen. • Als u op de toets FM/AM PRESET ∞ drukt, wordt er een lager kanaalnummer gekozen.
Als een FM-stereo-uitzending moeilijk is te ontvangen of als er veel ruis wordt ontvangen, het is mogelijk een andere FMontvangstmodus te selecteren wanneer u naar een FM-uitzending luistert. • U kunt voor elk FM-station dat u als voorkeurzender hebt ingesteld de door u gewenste FM-ontvangstmodus in het geheugen opslaan (zie pagina 27).
Druk op de toets FM MODE terwijl u naar een FM-station luistert. • Elke keer wanneer u op deze toets drukt, schakelt de FMontvangstmodus heen en weer tussen “FM AUTOMUTING” en “FM MODE MONO”.
∗SBACK•L
FM MODE
0
FM MODE
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde
Met de afstandsbediening
Met de afstandsbediening:
1. Druk op de toets FM/AM om de gewenste omroepband te selecteren (FM of AM—MG/LG).
FM / AM ANALOG
L
R
TUNED STEREO
AUTO MUTING VOLUME
SPEAKERS 1
Het lampje FM/AM op de toets aan de voorzijde van de eenheid licht op. Er wordt afgestemd op het station waarop de vorige keer in de desbetreffende band was afgestemd. • Elke keer wanneer u op deze toets drukt, schakelt u heen en weer tussen FM en AM (MG/LG).
2. Druk op de 10 cijfertoetsen om een voorkeurzender te selecteren.
BASS BOOST
1
∗FRONT•L ∗FRONT•R 2
ANALOG
L
R
TUNED
3
MENU
TEST
∗CENTER ∗SUBWFR
• Druk voor kanaalnummer 5, op de toets 4 5 6 ENTER met het cijfer 5. ∗SURR•L ∗SURR•R 7/P 8 9 • Druk voor kanaalnummer 15, op +10 ∗DIGITALEQ ∗SBACK•L ∗SBACK•R en daarna op 5. 10 0 +10 RETURN FM MODE 100+ • Druk voor kanaalnummer 20, op +10 en daarna op 10. • Druk voor kanaalnummer 30, op +10, daarna op +10, en tot slot op 10.
Opmerking: U kunt de 10 cijfertoetsen van de afstandsbediening gebruiken om een kanaalnummer te kiezen. Zorg ervoor dat u de cijfertoetsen hebt geactiveerd voor de tuner en niet voor de CD of een andere afspeelbron. (Zie pagina 52.)
SPEAKERS 1
VOLUME
FM AUTOMUTING: Kies normaliter deze stand. Programma’s die in stereo worden uitgezonden, worden in stereo ontvangen. Programma’s die in mono worden uitgezonden, worden in mono ontvangen. De modus kan ook worden gebruikt om statische storingen tussen stations te onderdrukken. Als u deze modus selecteert, licht de indicator AUTO MUTING op de display op. (Basisinstelling) FM MODE MONO: Kies deze stand voor een verbeterde ontvangst (maar het stereo-effect gaat verloren). In de modus hoort u ruis terwijl u op stations aan het afstemmen bent. Als u deze modus selecteert, gaat de indicator AUTO MUTING op de display uit. (De STEREO indicator dooft tevens.)
28 NL27-32.RX-8020&22R[E]f
28
5/3/02, 4:17 PM
Nederlands
1. Druk op de toets FM/AM om de gewenste omroepband te selecteren (FM of AM—MG: middengolf of LG: lange golf).
Bediening van de tuner met gebruik van het in-beelddisplay
7 Vastleggen van voorkeurzenders
1. Druk op de toets MENU. Het menu MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
U kunt de tuner tevens met gebruik van het in-beelddisplay op het scherm bedienen. • Het in-beelddisplay verdwijnt indien u gedurende ongeveer 1 minuut geen bedieningen uitvoert.
2. Druk op 5 of ∞ om te verplaatsen naar de vermelding “TUNER CONTROL” en druk vervolgens op 2 of 3.
7 Bediening van de tuner
3. Stem op de vast te leggen zender af met het TUNER CONTROL menu. Zie “Bediening van de tuner”.
1. Druk op de toets MENU. Het menu MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
PLAY TA/NEWS/ EXIT
MENU
INFO
/REW
PAUSE
FF/
Nederlands
SET PTY
PTY SEARCH
PTY
STOP DISPLAY MODE
Het menu TUNER CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
te verplaatsen naar de 4. Druk op 5 of ∞ om vermelding “PRESET MEMORY” en druk vervolgens op 2 of 3. wordt naar “PRESET CH” verplaatst en het kanaalnummer begint te knipperen.
Toetsen voor de scherm-menu’s
2. Druk op 5 of ∞ om te verplaatsen naar de vermelding “TUNER CONTROL” en druk vervolgens op 2 of 3. Het menu TUNER CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
5. Druk op 2 of 3 om het kanaalnummer te kennen. 6. Druk op de toets SET om de instelling op te slaan. Het geselecteerde kanaalnummer stopt met knipperen.
3. Druk op 5 of ∞ om naar de vermelding van uw keuze te verplaatsen en deze in te stellen of aan te passen. In het menu TUNER CONTROL kunt u de volgende moge lijkheden: BAND PRESET CH
7. Herhaal stap 3 tot en met 6 tot u alle stations die u als voorkeurzenders wilt instellen in het geheugen hebt opgeslagen. 8. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwijnt.
:Hiermee selecteert u de radioband. :Hiermee selecteert u een voorkeurzender. :Hiermee kunt u handmatig op een station afstemmen. :Hiermee selecteert u de FM-ontvangstmodus.* :Zie “Vastleggen van voorkeurzenders” hier rechts.
FREQUENCY FM MODE PRESET MEMORY
Opmerking: * “FM MODE” wordt niet weergegeven wanneer u op een AM (MG/LG) zender heeft afgestemd.
4. Druk op 2 of 3 om het te gebruiken onderdeel te kiezen. 5. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwijnt.
29 NL27-32.RX-8020&22R[E]f
29
5/3/02, 4:18 PM
Dankzij RDS kunnen FM-stations een extra signaal aan hun reguliere uitzendsignaal toevoegen. Zo kunnen deze zenders bijvoorbeeld de naam van het station, alsmede informatie over de aard van het programma (bijvoorbeeld sport of muziek) met het reguliere signaal meezenden. Wanneer u op een FM-station hebt afgestemd dat RDS-gegevens uitzendt, zal de indicator RDS op de display oplichten. Met deze ontvanger kunnen de volgende soorten RDS-signalen worden ontvangen. PS (Stationsnaam): Toont stationsnamen PTY (Programmatype): Toont het genre van het radioprogramma RT (Radiotekst): Toont tekstberichten die het station uitzendt Enhanced Other Network: Zie pagina 32.
Opmerkingen: • RDS-signalen worden niet uitgezonden door AM-stations (MG/LG). • RDS kan gebrekkig of niet functioneren wanneer het station waarop u hebt afgestemd de RDS-signalen niet goed uitzendt of wanneer het ontvangstsignaal te zwak is.
Wat voor een informatie heeft de RDS-service te bieden? De RDS-signalen die door stations worden uitgezonden, kunnen op de display worden weergegeven.
Opmerkingen: • Als u op de afstandsbediening op de toets DISPLAY MODE drukt, moet u ervoor zorgen dat het FM-station ook met de afstandsbediening hebt geselecteerd. Als u dat niet hebt gedaan, zult u merken dat u de tuner niet met de toets DISPLAY MODE kunt bedienen. (Als u op de toets FM/AM drukt, wordt de afstandsbediening voor de bediening van de tuner geactiveerd.) /REW
PTY
STOP
• Als het zoeken plotseling wordt afgebroken, verschijnen de vermeldingen “PS”, “PTY” en “RT” niet op de display. Het is ook mogelijk om de RDS-informatie op het beeldscherm van een TV weer te geven. Om deze functie te kunnen gebruiken, dient u de TV aan te sluiten op de uitgang met de markering MONITOR OUT aan de achterzijde van de eenheid (zie pagina 11) en de invoermodus van de TV in de stand te zetten waarop de ontvanger is aangesloten. • Wanneer de invoermodus van de TV niet klopt (bijvoorbeeld omdat er een andere video-invoermodus of TV-tunermodus is geselecteerd), kan de RDS-informatie niet op het beeldscherm van de TV worden weergegeven. TEXT Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl u naar een DISPLAY FM-station luistert. De volgende informatie wordt op het beeldscherm van de TV weergegeven.
Geselecteerd station Stationsnaam Programmatype Radiotekst
• Licht de indicator RDS op de display . PLAY TA/NEWS/ EXIT
MENU
INFO
/REW DISPLAY MODE
PAUSE
FF/
SET PTY SEARCH
PTY
STOP DISPLAY MODE
Op het bedieningspaneel Met de afstandsbediening aan de voorzijde • Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de weergave op de display. De volgende informatie wordt zichtbaar:
PTY RT
PS (Stationsnaam): Tijdens het zoeken verschijnt de vermelding “PS” op de display en daarna wordt de naam van het station weergegeven. De vermelding “NO PS” verschijnt indien er geen signaal wordt verzonden. PTY (Programmatype): Tijdens het zoeken verschijnt de vermelding “PTY” op de display en daarna wordt het genre van het programma weergegeven. De vermelding “NO PTY” verschijnt indien er geen signaal wordt verzonden. RT (Radiotekst): Tijdens het zoeken verschijnt de vermelding “RT” op de display en daarna worden tekstberichten die het station uitzendt weergegeven. De vermelding “NO RT” verschijnt indien er geen signaal wordt verzonden. Frequentle: De frequentie die wordt ontvangen (niet een service van het RDS-systeem)
Druk om de RDS-informatie van het scherm te verwijderen op EXIT.
30
EXIT
Opmerking: In de volgende gevallen zal het scherm-menu verdwijnen: – Indien de functies 10 minuten niet worden bediend. – Indien u een andere functie bedient dan in deze paragraaf wordt uitgelegd.
Een programma zoeken met behulp van een PTY-code Eén van de voordelen van de RDS-service is dat u een bepaald programma kunt opsporen op de voorgeprogrammeerde kanalen (zie pagina 27) door de PTY-codes op te geven. Een programma zoeken door een PTY-code op te geven Voordat u begint... • De zoekfunctie PTY Search kan alleen worden toegepast op stations die als voorkeurzender zijn ingesteld. • U kunt het zoeken op elk gewenst moment onderbreken door op de toets PTY SEARCH te drukken. • Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen. • Als u de toetsen op de afstandsbediening wilt gebruiken, moet u het FM-station met behulp van de afstandsbediening hebben geselecteerd. Als u dat niet hebt gedaan, zult u merken dat de RDSbedieningstoetsen niet werken. (Door op de toets FM/AM te drukken, wordt de afstandsbediening geactiveerd voor de bediening van de RDS-functie.) /REW FM / AM
PAUSE
FF/
SET PTY
Over tekens die op de display worden weergegeven Als de display PS-, PTY- of RT-signalen weergeeft, gelden de volgende regels voor de tekens. • Er worden geen bijzondere letters op de display weergegeven. Zo kan een “A” bijvoorbeeld een “Å, Ä, Ã, Á, À, of ” aanduiden.
NL27-32.RX-8020&22R[E]f
PTY
DISPLAY MODE
luistert.
PS Frequentle
FF/
PTY SEARCH
De RDS-signalen zichtbaar maken Druk op de toets DISPLAY MODE terwijl u naar een FM-station
PTY
PAUSE SET
FM / AM
PTY SEARCH
PTY
STOP DISPLAY MODE
30 5/3/02, 4:18 PM
Nederlands
RDS (Radio Data System) gebruiken om FM-stations te ontvangen
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk terwijl u naar een FM-station luistert op de toets PTY SEARCH.
PTY-codes PTY SEARCH
None
Die vermelding “PTY SELECT” knippert op de display. CONTROL DOWN UP
2. Druk zolang “PTY SELECT” knippert op de toets CONTROL UP 5/DOWN ∞ tot de gewenste PTY-code op de display wordt weergegeven.
Nederlands
Op de display verschijnen de PTY-codes die nevenstaand worden toegelicht.
3. Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH terwijl de PTY-code die in de vorige stap werd geselecteerd nog op de display staat.
PTY SEARCH
Tijdens het uitvoeren van de zoekopdracht, verschijnen de vermelding “SEARCH” en de geselecteerde PTY-code beurtelings op de display. De ontvanger doorzoekt 30 FM-voorkeurzenders, stopt wanneer het station dat u zoekt is gevonden en stemt automatisch op dat station af. Doorgaan met zoeken nadat het eerste station is gevonden Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH wanneer de eerdergenoemde vermeldingen elkaar knipperend op de display afwisselen. Indien er geen programma wordt gevonden, wordt de vermelding “NOT FOUND” op de display weergegeven.
Met de afstandsbediening:
1. Druk terwijl u naar een FM-station luistert op de toets PTY SEARCH. Die vermelding “PTY SELECT” knippert op de display.
News
TEST
Affairs
Documemt
Info (Informatief)
Folk M (Muziek)
Sport
Oldies
Educate (Educatief)
Nation M (Muziek)
Drama
Country
Culture
Jazz
Science
Leisure
Varied
Travel
Pop M (Muziek)
Phone In
Rock M (Muziek)
Religion
Easy M (Muziek)
Social
Light M (Muziek)
Children
Classics
Finance
Other M (Muziek) Weather
PLAY TA/NEWS/ EXIT
MENU
INFO
/REW
PAUSE
FF/
SET PTY
PTY SEARCH
PTY
STOP DISPLAY MODE
2. Druk zolang “PTY SELECT” knippert op de toets PTY + of PTY – tot de gewenste PTYcode op de display wordt weergegeven.
Alarm !
PLAY TA/NEWS/ EXIT
MENU
INFO
/REW
PAUSE
FF/
SET PTY
Op de display verschijnen de PTY-codes die nevenstaand worden toegelicht.
PTY SEARCH
PTY
STOP DISPLAY MODE
3. Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH terwijl de PTY-code die in de vorige stap werd geselecteerd nog op de display staat. Tijdens het uitvoeren van de zoekopdracht, verschijnen de vermelding “SEARCH” en de geselecteerde PTY-code beurtelings op de display. De ontvanger doorzoekt 30 FM-voorkeurzenders, stopt wanneer het station dat u zoekt is gevonden en stemt automatisch op dat station af.
Wanneer er een nooduitzending (Alarm !-signaal) door een FM-station wordt uitgezonden De ontvanger stemt automatisch af op het desbetreffende station, behalve in de volgende omstandigheden: • Als u naar een station luistert dat geen RDS-signalen uitzendt (alle AM—MG/LG en bepaalde FM-stations). • Als de ontvanger in de Standby-modus staat. Tijdens de ontvangst van een nooduitzending, verschijnt de vermelding “Alarm !” op de display. Het TEST-signaal wordt uitgezonden ten behoeve van het testen van apparatuur en is bedoeld om na te gaan of de ontvanger in staat is een Alarm !-signaal naar behoren te ontvangen. Bij de ontvangst van een TEST-signaal gedraagt de ontvanger zich precies zoals bij de ontvangst van een Alarm !-signaal. Wanneer er een TEST-signaal wordt ontvangen, schakelt de ontvanger onmiddellijk over naar het station dat het TEST-signaal uitzendt. Tijdens de ontvangst van een TEST-signaal wordt de vermelding “TEST” op de display weergegeven.
Doorgaan met zoeken nadat het eerste station is gevonden Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH wanneer de eerdergenoemde vermeldingen elkaar knipperend op de display afwisselen. Indien er geen programma wordt gevonden, wordt de vermelding “NOT FOUND” op de display weergegeven.
31 NL27-32.RX-8020&22R[E]f
31
5/3/02, 4:18 PM
Een andere handige RDS-service draagt de naam “Enhanced Other Network”. Bij ontvangst van een FM-station met de Enhanced Other Network code, dankzij deze service kan de ontvanger tijdelijk van een bepaald bronnen overschakelen naar een radioprogramma van uw keuze (NEWS, TA en/of INFO), behalve in de volgende omstandigheden: • Als u naar een station luistert dat geen RDS-signalen uitzendt (alle AM—MG/LG en bepaalde FM-station en andere bronnen). • Als het laatst ontvangen FM-station een station was dat geen RDS-signalen uitzond. • Als de ontvanger in de Standby-modus staat. Voordat u begint... • De Enhanced Other Network-functie is alleen op voorkeurzenders van toepassing.
Druk op de toets TA/NEWS/INFO tot het genre van uw keuze op de display wordt weergegeven.
SITUATIE 2
Als het FM-station waar u naar luistert een programma uitzendt van het genre dat u hebt geselecteerd
De ontvanger blijft het station waarop u al had afgestemd ontvangen en de indicator voor de ontvangen PTY-code gaat knipperen.
‘ Wanneer het programma is beëindigd, stopt de indicator voor de ontvangen PTY-code met knipperen en blijft nu continu branden. De ontvanger blijft in de Enhanced Other NetworkStandby-modus staan.
Als u niet meer wilt luisteren naar het programma dat door Enhanced Other Network werd geselecteerd Druk nogmaals op de toets TA/NEWS/INFO zodat de indicator van het programmatype (TA/NEWS/INFO) op het display dooft. De Enhanced Other Network functie wordt met de receiver geannuleerd en er wordt weer op de hiervoor ingestelde zender afgestemd.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, veranderen er een andere instelling op de display als volgt: PLAY TA/NEWS/ EXIT
MENU
INFO
/REW
TA / NEWS / INFO
PAUSE
FF/
SET PTY
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde TA:
PTY SEARCH
PTY
Met de afstandsbediening
Verkeersinformatie (Traffic Announcement).
NEWS: Nieuws. INFO:
Informatief programma, in de breedste zin van het woord.
TA
NEWS
INFO
TA/NEWS
NEWS/INFO
TA/NEWS/INFO
TA/INFO
Opmerking: U kunt TA/NEWS/INFO van de afstandsbediening gebruiken na een druk op de toets FM/AM.
SITUATIE 1
Als er geen enkel station is dat een programma uitzendt van het genre dat u hebt geselecteerd
De ontvanger blijft de huidige bron afspelen (geldt voor alle bronnen behalve AM—MG/LG).
‘
Opmerkingen: • Sommige stations zenden Enhanced Other Network-gegevens uit waar deze ontvanger niet mee overweg kan. • Enhanced Other Network functioneert niet met bepaalde FM-zenders die RDS leveren. • Als u in de Enhanced Other Network-Standby-modus een synchrone opname wilt maken (zie pagina 46), wordt de Enhanced Other Network-Standby-modus tijdelijk geannuleerd. De ontvanger keert terug in de Enhanced Other Network-Standby-modus wanneer u de bediening hebt beÎindigd. • De Enhanced Other Network-modus werkt alleen als u een FM-station met de Enhanced Other Network-code ontvangt. (De TA/NEWS/INFO-indicator licht op alser een AM (MG/LG)-zender wordt ontvangen, maar bij deze zenders werkt de Enhanced Other Network-functie niet). • Als u naar een programma luistert waarop met de functie Enhanced Other Network is afgestemd, is het niet mogelijk de toetsen voor het selecteren van een afspeelbron en de toets PTY SEARCH te gebruiken. • Als u naar een programma luistert waarop met de functie Enhanced Other Network is afgestemd, kunt u geen bewerkingen op het beeldscherm.
LET OP: Als de ontvanger onverhoopt heen en weer blijft springen tussen het station waarop de Enhanced Other Network-functie wil afstemmen en de door u geselecteerde bron, moet u op de toets TA/NEWS/INFO drukken om de Enhanced Other Network-functie uit te schakelen. Als u niet op de toets drukt, wordt uiteindelijk afgestemd op het station waarop de ontvanger nu al is afgestemd en verdwijnt de indicator voor het Enhanced Other Network-programmagenre dat op de display knippert.
Wanneer een station een programma gaat uitzenden dat voldoet aan het genre dat u hebt geselecteerd, schakelt de ontvanger automatisch over naar dat station. De indicator voor de ontvangen PTY-code gaat knipperen.
‘ Wanneer het programma is beëindigd, keert de ontvanger terug naar de eerder geselecteerde bron, maar de Enhanced Other Network-Standby-modus blijft in werking. De indicator voor de ontvangen PTY-code stopt met knipperen en blijft nu continu branden.
32 NL27-32.RX-8020&22R[E]f
32
5/3/02, 4:18 PM
Nederlands
Tijdelijk naar een radioprogramma van uw keuze overschakelen
Instellen van het geluid U • • •
kunt als gewenst de volgende geluidsinstellingen in overeenstemming met uw omstandigheden, kamer of bron maken. De in dit gedeelte getoonde onderdelen hebben de basisinstellingen bij het verlaten van de fabriek. Het in-beelddisplay verdwijnt indien u gedurende ongeveer 1 minuut geen bedieningen uitvoert. De display op het TV-scherm is vervormd indien u geen PAL of multi-kleursysteem TV heeft.
Het invoersignaal dempen
Activeren en uitschakelen van Analog Direct
Wanneer het invoersignaal van de afspeelbron te sterk is, treedt er vervorming op. Als dit het geval is, dient u het invoersignaal af te zwakken zodat de vervorming van het geluid verdwijnt. • Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor iedere bron vastgelegd.
Nederlands
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde: INPUT Druk op de toets INPUT ATT (INPUT ANALOG/DIGITAL ANALOG/DIGITAL) en houdt deze ingedrukt zodat de indicator INPUT INPUT ATT ATT op de display oplicht.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de dempingsfunctie ingeschakeld (“ATT ON”) of uitgeschakeld (“NORMAL”).
Het menu MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
ANALOG DIRECT
ANALOG DIRECT
PLAY TA/NEWS/ EXIT
MENU
INFO
/REW
PAUSE
FF/
SET PTY
Druk op ANALOG DIRECT om Analog Direct te activeren. De ANALOG DIRECT indicator op het voorpaneel licht op. • Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt Analog Direct afwisselend uitgeschakeld en geactiveerd. – “A. DIRECT” verschijnt op de display wanneer u Analog Direct activeert.
Met gebruik van het in-beelddisplay (via de afstandsbediening):
1. Druk op de toets MENU.
U kunt geluid beluisteren dat bijna hetzelfde is als het oorspronkelijke geluid van de bron door de diverse geluidsinstellingen zoals bijvoorbeeld het luidsprekeruitgangsniveau (zie pagina 43), egalisatiepatroon (zie pagina 42), Surround- en DSP-modus (zie pagina’s 35 tot 39), Bass Boost (zie pagina 34) en de Midnight modus (zie pagina 24) te negeren. Met Analog Direct geactiveerd, kunt u uitsluitend het volume instellen. • Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor iedere bron vastgelegd.
PTY SEARCH
PTY
STOP DISPLAY MODE
Toetsen voor de scherm-menu’s
2. Druk op 5 of ∞ om naar de vermelding “SOUND CONTROL” te verplaatsen en druk vervolgens op 2 of 3. Het menu SOUND CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op 5 of ∞ om te verplaatsen naar de vermelding “INPUT ATT”.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde
Met de afstandsbediening
Met gebruik van het in-beelddisplay (via de afstandsbediening):
1. Druk op de toets MENU. Het menu MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
2. Druk op 5 of ∞ om naar de vermelding “SOUND CONTROL” te verplaatsen en druk vervolgens op 2 of 3. Het menu SOUND CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op 5 of ∞ om te verplaatsen naar de vermelding “ANALOG DIRECT”.
4. Druk op 2 of 3 om het “ON” of de standaardinstelling te behouden “OFF”. 4. Druk op 2 of 3 om het “ATT ON” of de standaardinstelling te behouden “NORMAL”. De INPUT ATT indicator licht op de display op wanneer “ATT ON” is gekozen.
5. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwijnt.
De ANALOG DIRECT indicator licht op de toets op het voorpaneel op indien Analog Direct is geactiveerd. – “A. DIRECT” verschijnt op de display wanneer u Analog Direct activeert.
5. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwijnt. Opmerkingen:
Opmerkingen: • Deze modus is beschikbaar indien de analoge ingangsaansluitingen worden gebruikt. • Deze modus werkt niet voor de DVD MULTI afspeelmodus.
33 NL33-34.RX-8020&22R[E]f
33
• Analog Direct kan niet worden gebruikt indien de digitale ingangsmodus is geactiveerd. • Analog Direct wordt uitgeschakeld en de hiervoor gekozen geluidsinstellingen worden opgeroepen wanneer u Surround of een DSP-modus activeert. • De Midnight modus kan wel worden ingesteld maar wordt tijdelijk geannuleerd wanneer Analog Direct in gebruik is.
5/3/02, 4:19 PM
Opmerkingen:
Het basgeluid versterken Het is mogelijk om het niveau van het basgeluid te versterken. • Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor iedere bron vastgelegd.
• Deze functie heeft geen gevolgen voor het geluid dat van de luidsprekers aan de achterzijde komt. • De Bass Boost functie wordt tijdelijk geannuleerd wanneer Analog Direct in gebruik is (zie pagina 33).
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde: BASS BOOST
Het geluid van de subwoofer activeren
Het lampje BASS BOOST op de voorzijde van de eenheid licht op. • Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt de basversterkingsfunctie geactiveerd (“BOOST ON”) en gedeactiveerd (“BOOST OFF”).
Het is mogelijk het geluid van de subwoofer te annuleren, als u een subwoofer hebt aangesloten en voor “SUBWOOFER” de instelling “YES” hebt geselecteerd (zie pagina 22). Dit is handig voor als u ‘s nachts naar de subwoofer wilt luisteren.
Met de afstandsbediening:
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk op de toets SOUND.
SOUND
De 10 cijfertoetsen treden in werking voor het wijzigen van het geluid.
2. Druk op de toets BASS BOOST om de basversterkingsfunctie te selecteren.
BASS BOOST
1
Het lampje BASS BOOST op de voorzijde van de eenheid licht op. • Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt de basversterkingsfunctie geactiveerd (“BOOST ON”) en gedeactiveerd (“BOOST OFF”).
Het menu MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
Het menu MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
INFO
/REW
PAUSE
FF/
SET PTY
PTY SEARCH
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt het geluid van de subwoofer gedeactiveerd (“SUBWFR OFF”) of geactiveerd (“SUBWFR ON”).
1. Druk op de toets MENU.
PLAY TA/NEWS/ EXIT
MENU
SUBWOOFER OUT ON/OFF
Met gebruik van het in-beelddisplay (via de afstandsbediening):
Met gebruik van het in-beelddisplay (via de afstandsbediening):
1. Druk op de toets MENU.
Druk op de toets SUBWOOFER OUT ON/OFF om het geluid van de subwoofer te annuleren.
PTY
2. Druk op 5 of ∞ om naar de vermelding “SOUND CONTROL” te verplaatsen en druk vervolgens op 2 of 3. Het menu SOUND CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op 5 of ∞ om te verplaatsen naar de vermelding “SUBWOOFER”.
STOP DISPLAY MODE
Toetsen voor de scherm-menu’s
2. Druk op 5 of ∞ om naar de vermelding “SOUND CONTROL” te verplaatsen en druk vervolgens op 2 of 3. Het menu SOUND CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op 5 of ∞ om te verplaatsen naar de vermelding “BASS BOOST”.
4. Druk op 2 of 3 om het “ON” of de standaardinstelling te behouden “OFF”. 5. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwijnt. Opmerkingen: • U kunt deze functie niet gebruiken indien “NO” voor de subwoofer is gekozen (zie pagina 22). • Indien u “SMALL” voor de voorluidsprekers heeft gekozen, kunt u “OFF” niet voor de subwoofer kiezen ookal is “YES” voor de subwoofer ingesteld (zie pagina 22).
4. Druk op 2 of 3 om het “ON” of de standaardinstelling te behouden “OFF”. De BASS BOOST indicator licht op de toets op het voorpaneel op wanneer Bass Boost wordt geactiveerd.
5. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwijnt.
34 NL33-34.RX-8020&22R[E]f
34
5/3/02, 4:19 PM
Nederlands
Druk op de toets BASS BOOST om de basversterkingsfunctie te selecteren.
Gebruik van Surround- en DSP-modi Dit toestel heeft diverse Surroundmodi en DSP (Digital Signal Processor) modi. Voor een juist gebruik van de Surrounden DSP-modi moeten de voor iedere Surround- en DSP-modus vereiste luidsprekers worden geactiveerd.
■ De Surround-modi Reproductie met een bioscoopeffect In een bioscoop zijn veel luidsprekers aan de muren opgehangen om een imponerend, multi-surroundgeluid te reproduceren dat u via alle richtingen ontvangt. Met gebruik van veel luidsprekers kan de richting en verplaatsing van het geluid goed worden uitgedrukt. De in deze receiver ingebouwde surroundfuncties kunnen bijna dezelfde surroundgeluiden als in een echte bioscoop reproduceren.
Nederlands
Bioscoop
Introductie van de surroundfuncties ■ Dolby Surround Dolby Digital EX* Dolby Digital EX is een nieuw surround-coderingsformaat dat als uitbreiding van multi-kanaal Dolby Digital wordt geïntroduceerd, en is ontworpen voor het toevoegen van een extra surroundkanaal aan Dolby Digital 5,1-kanaal (zie hieronder). Met gebruik van een matrix codering-/decoderingsmethode is een extra “surroundachter” kanaalsignaal gecodeerd (en gedecodeerd) in zowel het signaal van het linker- als rechtersurroundkanaal. In vergelijking met de conventionele Dolby Digital 5,1-kanaal, kan dit nieuwe toegevoegde surroundachterkanaal de beweging van het geluid achter u gedetailleerder reproduceren wanneer u bijvoorbeeld een video bekijkt en beluistert. Daarbij is de lokalisatie van het surroundgeluid stabieler zodat u een nog beter en realistischer surroundgeluidsveld in uw huiskamer krijgt. Gebruik deze modus voor weergave van multi-kanaal geluidssporen van video-software die met Dolby Digital EX ( ) is gecodeerd. • Voor weergave van software die met Dolby Digital EX is gecodeerd, moet u het broncomponent middels de digitale aansluitingen op het achterpaneel van deze ontvanger verbinden. (Zie pagina 13.)
Dolby Digital* Voor het reproduceren van multi-kanaal geluidssporen van software die met Dolby Digital ( ) is gecodeerd. Met de Dolby Digital 5,1-kanaal coderingsmethode (het zogenaamde gescheiden 5,1-kanaal digitale audioformaat) worden signalen voor het linkervoorkanaal, rechtervoorkanaal, middenkanaal, linkerachterkanaal, rechterachterkanaal en LFE-kanaal opgenomen en digitaal gecomprimeerd. (In totaal zijn er dus 6 kanalen, maar het LFE-kanaal wordt als het 0,1 kanaal geteld en vandaar de naam “5,1-kanaal”.) Daar ieder kanaal geheel onafhankelijk van de andere kanalen is, wordt interferentie voorkomen en krijgt u een veel betere geluidskwaliteit met sterkere stereo- en surroundeffecten. • Voor weergave van de met Dolby Digital gecodeerde software moet het broncomponent middels de digitale aansluitingen op het achterpaneel van deze ontvanger zijn verbonden. (Zie pagina 13.) * Dolby Digital software kan grofweg in twee groepen worden verdeeld—multi-kanaal (tot maximaal 5,1-kanaal) en 2-kanaal software. Voor surroundgeluid bij weergave van Dolby Digital 2-kanaal software kunt u Dolby Pro Logic II gebruiken. D I G I T A L
Huiskamer Middenluidspreker
Subwoofer
Linkervoorluidspreker(s)
Rechtervoorluidspreker(s)
Dolby Pro Logic II*
Rechtersurroundluidspreker
Linkersurroundluidspreker
Surroundachterluidspreker(s)
35 NL35-40.RX-8020&22R[E]f
35
Dolby Pro Logic II heeft een nieuw-ontwikkeld multi-kanaal weergaveformaat voor het decoderen van alle 2-kanaal bronnen tot 5-kanaal (plus subwoofer). De matrix-gebaseerde codering/decodering voor Dolby Pro Logic II heeft geen begrenzing voor de drempelfrequentie van de achterste hoge tonen en levert een achter-stereogeluid dat vergelijkbaar is met de conventionele Dolby Pro Logic. Dankzij Dolby Pro Logic II kan een ruimtelijk, breed geluid van het oorspronkelijk opgenomen geluid worden weergegeven zonder toevoeging van extra nieuwe geluiden en vervorming van de tonen. Dolby Pro Logic II heeft twee modi—Movie (voor films) en Music (voor muziek): Pro Logic II Movie (PL II MOVIE)—is uitermate geschikt voor weergave van bronnen die met Dolby Surround zijn gecodeerd en de DOLBY SURROUND markering hebben. U krijgt een geluidsveld dat zeer dicht bij weergave met het gescheiden 5,1-kanaal geluid ligt. Pro Logic II Music (PL II MUSIC)—is geschikt voor reproductie van iedere 2-kanaal stereo muziekbron. U krijgt met deze modus een zeer breed en diep geluid. Voor deze modus kunt u diverse nauwkeurige instellingen naar wens voor het geluid maken. • De PRO LOGIC II indicator licht op de display op indien Dolby Pro Logic II is geactiveerd.
5/9/02, 11:06 AM
■ DTS Digital Surround DTS-ES Extended Surround (DTS-ES)** DTS-ES Extended Surround is een ander nieuw digitaal surroundcoderingsformaat, ontwikkeld door Digital Theater Systems, Inc., waarmee het derde surroundkanaal wordt toegevoegd— surroundachterkanaal. (Zie “Dolby Digital EX” op de vorige pagina.) DTS ES heeft twee verschillende modi—DTS-ES Discrete 6,1 en DTS-ES Matrix 6,1: DTS-ES Discrete 6,1—compatibel met DTS-ES Extended Surround (DTS-ES), dat gescheiden 6,1-kanalen heeft. Gebruik voor weergave van software die met DTS ES ( ) is gecodeerd. DTS-ES Matrix 6,1—is ontworpen voor een extra surroundkanaal aan DTS Digital Surround 5,1-kanaal. Met gebruik van een matrix codering-/decoderingsmethode wordt een extra “surroundachter” kanaalsignaal gecodeerd (en gedecodeerd) in zowel het signaal voor het linker- en rechtersurroundkanaal. Gebruik voor weergave van software die met DTS-ES ( ) is gecodeerd.
DTS Digital Surround** Voor het reproduceren van multikanaal geluidssporen van software ) is gecodeerd. die met DTS Digital Surround ( DTS Digital Surround is een ander discreet 5,1 kanaal digitaal audioformaat voor CD, LD en DVD software. In vergelijking met Dolby Digital heeft het DTS Digital Surround formaat een lagere audiocompressieverhouding. Hierdoor geeft DTS Digital Surround extra diepte en breedte aan het geluid. U zult merken dat het geluid natuurgetrouw, overtuigend en gashelder overkomt. • Om te kunnen genieten van software die met DTS Digital Surround is gecodeerd, moet u het broncomponent met de digitale aansluiting op het achterpaneel van deze receiver verbinden. (Zie pagina 13). Bij gebruik van een surroundmodus wordt geluid via alle aangesloten en geactiveerde luidsprekers weergegeven. • Indien uitsluitend voorluidsprekers zijn aangesloten, wordt de originele JVC 3D-PHONIC processing gebruikt (dat is ontworpen voor weergave van het surroundeffect via uitsluitend de voorluidsprekers). De 3D-PHONIC indicator licht op de display op.
DVD MULTI weergavefunctie
• Om te kunnen genieten van software die met DTS-ES is gecodeerd, moet u het broncomponent met de digitale aansluiting op het achterpaneel van deze receiver verbinden. (Zie pagina 13).
Deze receiver heeft de DVD MULTI weergavefunctie voor het reproduceren van analoog discreet 5,1 kanaal geluid van de DVD-speler of andere apparatuur. U kunt de DVD MULTI weergavefunctie instellen tijdens het bekijken van videosoftware als bijvoorbeeld een DVD met gebruik van de analoge discrete 5,1 kanaal weergavefunctie. • Zie pagina 40 voor het aansluiten en details aangaande de DVD MULTI afspeelmodus.
Neo:6**
Opmerking:
Neo:6 is een nieuw ontwikkelde conversiemethode waarmee alle 2-kanaal software tot 6-kanaal (plus subwoofer) wordt omgezet. Neo:6 heeft twee modi—Neo:6 Cinema (voor films) en Neo:6 Music (voor muziek): Neo:6 Cinema—geschikt voor reproductie van matrix-gebaseerde 2-kanaal software. Neo:6 Music—geschikt voor reproductie van alle 2-kanaal stereomuziek software.
U kunt geen Surround- en DSP-modi kiezen indien “DVD MULTI” als bron voor de weergave is ingesteld.
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic” en het dubbel D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. ** “DTS”, “DTS-ES Extended Surround” en “Neo:6” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. *
Gereproduceerde software en kanalen voor iedere Surroundmodus Surroundmodus
Af te spelen
Dolby Digital EX
Dolby Digital 5,1-kanaal
Dolby Digital EX
Dolby Digital 5,1-kanaal
software Gereproduceerde kanalen Surroundmodus
Af te spelen software Gereproduceerde kanalen
Dolby Pro Logic II
Dolby Surround
Dolby Digital 2-kanaal
Dolby Surround
2-kanaal stereo-software
2-kanaal stereo-software
6,1-kanaal
5,1-kanaal
5-kanaal + (subwoofer)
4-kanaal + (subwoofer)
DTS-ES Discrete 6,1
DTS-ES Matrix 6,1
Neo:6 Cinema
DTS Digital Surround
Neo:6 Music DTS-ES (met Discrete 6,1-kanaal signalen)
DTS-ES (med Matrix 6,1-kanaal signalen)
2-kanaal stereo-software
DTS Digital Surround
6,1-kanaal
6,1-kanaal
6-kanaal + (subwoofer)
5,1-kanaal
36 NL35-40.RX-8020&22R[E]f
36
5/3/02, 4:20 PM
Nederlands
Dolby Surround (Dolby Pro Logic)* Voor het reproduceren van geluidssporen van software die met Dolby Surround ( DOLBY SURROUND ) is gecodeerd. Bij codering met Dolby Surround worden de signalen voor het linkervoorkanaal, rechtervoorkanaal, middenkanaal en surroundkanaal (in totaal 4 kanalen) op 2 kanalen opgenomen. De in deze receiver ingebouwde Dolby Pro Logic decoder decodeert deze signalen van 2 kanalen weer tot de oorspronkelijke signalen voor 4 kanalen—matrix-based multikanaal reproductie, en zorgt voor een realistisch surroundgeluid in uw huiskamer. • De PRO LOGIC indicator licht op het display op wanneer Dolby Pro Logic is geactiveerd.
■ De DSP-modi Stereofunctie voor alle kanalen (ALL STEREO)
Het geluid wat u hoort in een concertzaal, kerk, enz. bestaat uit het directe geluid en het indirecte geluid—de snelle reflecties en reflecties via de achterkant en achtermuren. Het directe geluid bereikt uw gehoor zonder reflecties, dus direct. De indirecte geluiden daarentegen worden vertraagd door de afstand tot het plafond en de muren (zie de afbeelding hieronder). Deze directe en indirecte geluiden zijn de belangrijkste elementen van de akoestische surroundeffecten. Met de DAP-modi krijgt u een realistisch geluidsveld omdat deze modi de indirecte geluiden aan het normale geluid toevoegen.
Deze functie kan een groter stereo-geluidsveld reproduceren met gebruik van alle aangesloten (en geactiveerde) luidsprekers. All Channel Stereo kan worden gebruikt wanneer de voor- en surroundluidsprekers met deze receiver zijn verbonden, ongeacht of de midden- en/of surroundachterluidsprekers wel of niet zijn aangesloten.
Nederlands
De DAP-modi (Digital Acoustic Processor)
Reflecties via achterkant
Vroege reflecties
Directe geluiden
Geluid dat met normale stereo wordt gereproduceerd
U kunt de volgende DAP-functies gebruiken voor een weergave met een akoestisch geluidsveld in uw huiskamer. HALL 1:
Zorgt voor een helder vocaal geluid en geeft het gevoel van een grote concerthal (met een capaciteit van circa 1 000 stoelen).
HALL 2:
Zorgt voor een helder vocaal geluid en geeft het gevoel van een kleine concerthal (met een capaciteit van circa 300 stoelen). Geeft het gevoel van een sociëteit met een laag plafond waarin levende muziek wordt gespeeld.
LIVE CLUB:
DANCE CLUB: Geeft een dreunende bass. PAVILION:
Geeft het ruimtelijke gevoel van een paviljoen met een hoog plafond.
Geluid dat met All Channel Stereo wordt gereproduceerd
JVC Theater Surround Voor een realistischer geluidsveld in uw huiskamer kunt u JVC Theater Surround gebruiken.
3D HEADPHONE modus THEATER 1:
Reproduceert het geluidsveld van een groot theater (met een capaciteit van circa 1 000 stoelen).
THEATER 2:
Reproduceert het geluidsveld van een klein theater (met een capaciteit van circa 300 stoelen).
Bij gebruik van een DAP-modus of JVC Theater Surround wordt geluid via alle aangesloten en geactiveerde luidsprekers weergegeven. • Indien uitsluitend voorluidsprekers of voor- en middenluidsprekers zijn aangesloten, wordt de originele JVC 3D-PHONIC processing gebruikt (dat is ontworpen voor weergave van het surroundeffect via uitsluitend de voorluidsprekers). De 3D-PHONIC indicator licht op de display op.
Met deze receiver krijgt u ook via de hoofdtelefoon een akoestiek alsof er 5 luidsprekers worden gebruikt, met signaalprocessing-algoritmes—3D HEADPHONE modus. De processor combineert alle kanalen, uitgezonderd het LFE kanaal, in twee gecodeerde kanalen. Door zowel SPEAKERS ON/OFF 1 en SPEAKERS ON/OFF 2 uit te schakelen en vervolgens op DSP, 3D HEADPHONE te drukken, wordt de modus geactiveerd, ongeacht het type software dat wordt weergegeven. U kunt ook via de conventionele stereo-hoofdtelefoon natuurgetrouwe geluiden beluisteren. De DSP en HEADPHONE indicators lichten tevens op.
37 NL35-40.RX-8020&22R[E]f
37
5/3/02, 4:20 PM
Beschikbare Surround- en DSP-modi in overeenstemming met uw luidsprekeropstelling De beschikbare Surround- en DSP-modi zijn verschillend afhankelijk van hoeveel luidsprekers met deze ontvanger worden gebruikt. Controleer dat de luidsprekerinstellingen juist zijn gemaakt (zie pagina 22). • Zie pagina 39 voor het activeren en kiezen van Surround- en DSP-modi.
Voorluidspreker
Voorluidspreker
TV Middenluidspreker
Surroundluidspreker
Surroundluidspreker
Surroundachterluidspreker
Surroundachterluidspreker
Surroundachterluidspreker*
Beschikbare Surroundmodi Dolby Digital EX software : DOLBY D EX* Dolby Digital 5,1-kanaal software : DOLBY D* : DOLBY D EX** DTS-ES software : ES DSCRETE* ES MATRIX* DTS 5,1-kanaal software : DTS* : DTS NEO:6** 2-kanaal software : PL II MOVIE, PL II MUSIC PRO LOGIC, NEO:6CINMA NEO:6MUSIC
Beschikbare DSP-modi THEATER 1 THEATER 2 HALL 1 HALL 2 LIVE CLUB DANCE CLUB PAVILION ALL STEREO
Nederlands
Luidsprekeropstelling 6 of 7 luidspreker
* Met “1SPK” voor de surroundachterluidspreker gekozen (zie pagina 22).
5 luidspreker Voorluidspreker
Voorluidspreker
TV Middenluidspreker
Surroundluidspreker
Surroundluidspreker
4 luidspreker Voorluidspreker
Voorluidspreker
TV
Surroundluidspreker
Surroundluidspreker
3 luidspreker Voorluidspreker
Voorluidspreker
TV Middenluidspreker
2 luidspreker Voorluidspreker
Voorluidspreker
TV
Dolby Digital EX software : DOLBY D Dolby Digital 5,1-kanaal software : DOLBY D DTS-ES software : DTS DTS 5,1-kanaal software : DTS 2-kanaal software : PL II MOVIE, PL II MUSIC PRO LOGIC, NEO:6CINMA NEO:6MUSIC
THEATER 1 THEATER 2 HALL 1 HALL 2 LIVE CLUB DANCE CLUB PAVILION ALL STEREO
Dolby Digital EX software : DOLBY D Dolby Digital 5,1-kanaal software : DOLBY D DTS-ES software : DTS DTS 5,1-kanaal software : DTS 2-kanaal software : PL II MOVIE, PL II MUSIC PRO LOGIC, NEO:6CINMA NEO:6MUSIC
THEATER 1 THEATER 2 HALL 1 HALL 2 LIVE CLUB DANCE CLUB PAVILION ALL STEREO
Dolby Digital EX software : DOLBY D Dolby Digital 5,1-kanaal software : DOLBY D DTS-ES software : DTS DTS 5,1-kanaal software : DTS 2-kanaal software : PL II MOVIE, PL II MUSIC PRO LOGIC, NEO:6CINMA NEO:6MUSIC
THEATER 1 THEATER 2 HALL 1 HALL 2 LIVE CLUB DANCE CLUB PAVILION
Dolby Digital EX software : DOLBY D Dolby Digital 5,1-kanaal software : DOLBY D DTS-ES software : DTS DTS 5,1-kanaal software : DTS 2-kanaal software : PL II MOVIE, PL II MUSIC
THEATER 1 THEATER 2 HALL 1 HALL 2 LIVE CLUB DANCE CLUB PAVILION 3D H.PHONE
TV
Opmerkingen: * U kunt deze modi kiezen door “EX/ES” op “AUTO” (basisinstelling) te stellen indien de surroundachterluidsprekers op “LARGE” of “SMALL” zijn gesteld (zie pagina’s 22 en 23). ** U kunt deze modi kiezen door “EX/ES” op “ON” te stellen indien de surroundachterluidsprekers op “LARGE” of “SMALL” zijn gesteld (zie pagina’s 22 en 23).
38
NL35-40.RX-8020&22R[E]f
38
5/3/02, 4:20 PM
Activeren van de Surroundmodi De beschikbare Surroundmodi zijn verschillend afhankelijk van hoeveel luidsprekers met deze ontvanger worden gebruikt. Controleer dat de luidsprekerinstellingen juist zijn gemaakt (zie pagina 22).
1. Stel de analoge of digitale ingangsmodus in voor de bron die u wilt gebruiken en start de weergave. Kies de digitale ingangsmodus (zie pagina 19) voor weergave van multi-kanaal digitale software.
2. Druk op SURROUND om de Surroundmodus te activeren. • Het SURROUND lampje op de toets op het voorpaneel licht op.
Nederlands
SURROUND
• Indien de Surroundmodus wordt uitgeschakeld tijdens weergave van multi-kanaal digitale software, worden de signalen voor alle kanalen gemengd en via de voorluidsprekers (en via de subwoofer indien aangesloten en de juiste instelling hiervoor is gemaakt— “YES”) weergegeven. U kunt tevens de digitale egalisatiepatronen, de luidsprekeruitgangsniveaus en bepaalde geluidsparameters instellen. Zie “Instellen van het geluid” op pagina’s 41 tot 45 voor details.
Activeren van de DSP-modi 1. Kies de gewenste bron en start de weergave.
SURROUND
2. Druk op DSP om de DSP-modus te activeren. Op het bedieningspaneel Met de afstandsbediening aan de voorzijde • Bij weergave van multi-kanaal digitale software wordt een passende Surroundmodus gekozen in overeenstemming met de door u gemaakte instellingen. Zie “2 Instellen van kanaalnummer voor reproduceren van multi-kanaal digitale software” op pagina 23 voor details. Indien “AUTO” (basisinstelling) is gekozen voor de “EX/ES” instelling, worden de op pagina 38 getoonde Surroundmodi geactiveerd. • Bij weergave van andere software—analoog, Lineair PCM, Dolby Digital 2-kanaal—wordt de laatst gekozen Surroundmodus geactiveerd. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de Surroundmodus als volgt: • Meer dan 3 luidsprekers*
De laatst gekozen DSP-modus wordt geactiveerd. • Het DSP lampje op de toets op het voorpaneel licht op. DSP
Op het bedieningspaneel Met de afstandsbediening aan de voorzijde • Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert de DSP-modus als volgt: THEATER 1 = THEATER 2 = HALL 1 = HALL 2 = LIVE CLUB = DANCE CLUB = PAVILION = ALL STEREO* =(Terug naar het begin) * “ALL STEREO” kan worden gekozen indien de surroundluidsprekers op “LARGE” of “SMALL” zijn gesteld (zie pagina 22).
PL II MOVIE = PL II MUSIC = PRO LOGIC = NEO:6CINMA = NEO:6MUSIC = (Terug naar het begin)
• 2 luidsprekers* PL II MOVIE “ PL II MUSIC * Zie tevens de luidsprekeropstelling op pagina 38.
Annuleren van de Surroundmodus Druk op SURROUND/DSP OFF op het voorpaneel of op SURR/DSP OFF van de afstandsbediening zodat “SURR OFF” op de display verschijnt. De Surround- en DSP-modi zijn nu uitgeschakeld. Het SURROUND lampje op de toets op het voorpaneel dooft. SURROUND/DSP OFF
SURR/DSP
DSP
Annuleren van de DSP-modus Druk op SURROUND/DSP OFF op het voorpaneel of op SURR/DSP OFF van de afstandsbediening zodat “SURR OFF” op de display verschijnt. De Surround- en DSP-modi zijn nu uitgeschakeld. Het DSP lampje op de toets op het voorpaneel dooft. U kunt tevens de digitale egalisatiepatronen, de luidsprekeruitgangsniveaus en bepaalde geluidsparameters instellen. Zie “Instellen van het geluid” op pagina’s 41 tot 45 voor details.
OFF
Opmerking: Op het bedieningspaneel aan de voorzijde
Met de afstandsbediening
Indien Analog Direct wordt geactiveerd bij gebruik van de analoge ingangsmodus (zie pagina’s 19 en 33) wordt de huidige gekozen Surround- en/of DSP-modus tijdelijk uitgeschakeld.
Beschikbare Surround- en DSP-modi voor ieder ingangssignaal Modus
Surround uit (stereo)
Signalen
Beschikbare Surroundmodus
DAPmodi
JVC Theater All Channel 3D Headphone headphone Surround Stereo
Dolby Digital EX (6,1-kanaal)
䡬
Dolby D EX
䡬
䡬
䡬
䡬
䡬
(5,1-kanaal)
䡬
Dolby D, Dolby D EX*
䡬
䡬
䡬
䡬
䡬
(2-kanaal)
䡬
PL II MOVIE, PL II MUSIC, PRO LOGIC, NEO:6CINMA, NEO:6MUSIC
䡬
䡬
䡬
䡬
䡬
䡬
(DTS-) ES DSCRETE, DTS
䡬
䡬
䡬
䡬
䡬
ES Matrix (6,1-kanaal)
䡬
(DTS-) ES MATRIX, DTS
䡬
䡬
䡬
䡬
䡬
(5,1-kanaal)
䡬
DTS, DTS NEO:6*
䡬
䡬
䡬
䡬
䡬
Lineair PCM
䡬
PL II MOVIE, PL II MUSIC, PRO LOGIC, NEO:6CINMA, NEO:6MUSIC
䡬
䡬
䡬
䡬
䡬
Analoog
䡬
PL II MOVIE, PL II MUSIC, PRO LOGIC, NEO:6CINMA, NEO:6MUSIC
䡬
䡬
䡬
䡬
䡬
DTS Digital Surround ES Discrete (6,1-kanaal)
* U kunt deze modi kiezen door “EX/ES” op “ON” te stellen indien de surroundachterluidsprekers op “LARGE” of “SMALL” zijn gesteld (zie paginan 22 en 23).
39 NL35-40.RX-8020&22R[E]f
39
5/3/02, 4:20 PM
De afspeelmodus DVD MULTI Deze ontvanger voorziet in de afspeelmodus DVD MULTI waarmee de analoge uitvoermodus van de DVD-speler kan worden gerealiseerd. Voordat u een DVD-schijf afspeelt, is het raadzaam eerst nog eens de handleiding die bij de DVD-speler werd geleverd door te nemen. Verbind de DVD-speler met de analoge gescheiden uitgangsaansluitingen (Å – ‰) voor gebruik van de DVD MULTI afspeelmodus.
DVD-speler DVD
E
D
F
Nederlands
C
B
A
VIDEO SUB WOOFER
CENTER
DVD
RIGHT
LEFT
AUDIO RIGHT SURR (REAR)
PHONO
VIDEO
LEFT
S-VIDEO
DVD FRONT
TV SOUND DBS OUT (REC)
CD
Å Naar de uitgang van de subwoofer ı Naar de audio-uitgang van de luidspreker in het midden Ç Naar surroundluidsprekers links/rechts audio-uitgang Î Naar de audio-uitgang van de luidsprekers linksvoor en rechtsvoor ‰ Naar de gewone video-uitgang Ï Naar de S-video-uitgang
VCR1 OUT (REC)
IN (PLAY)
TAPE MD
OUT (REC)
IN (PLAY)
VCR2 OUT (REC)
IN (PLAY)
CDR IN (PLAY)
MONITOR OUT
De afspeelmodus DVD MULTI activeren 1. Druk op de toets DVD MULTI tot de vermelding “DVD MULTI” op de display wordt weergegeven. Het lampje DVD MULTI op de toets op het voorpaneel en de DVD MULTI indicator licht op.
U kunt tevens de digitale egalisatiepatronen en luidsprekeruitgangsniveaus instellen. Zie “Instellen van het geluid” op pagina’s 41 tot 44 voor details. • De testtoon wordt niet via de luidsprekers uitgestuurd voor het instellen van de luidsprekeruitgangsniveaus indien u DVD MULTI kiest.
DVD MULTI
DVD MULTI
Opmerkingen: Op het bedieningspaneel aan de voorzijde
Met de afstandsbediening
2. Selecteer de analoge, discrete uitvoermodus op de DVD-speler en start het afspelen van een DVD.
• Midnight Mode kan niet voor de DVD MULTI afspeelmodus worden gebruikt (zie pagina 24). • Als u een hoofdtelefoon gebruikt, wordt het geluid van linksvoor en rechtsvoor via de hoofdtelefoon afgespeeld. • Als u “DVD MULTI” als afspeelbron selecteert, worden de Surround- en DSP-modus geannuleerd en werken de toetsen SURROUND en DSP niet.
• Raadpleeg ook de handleiding die bij de DVD-speler werd geleverd.
40 NL35-40.RX-8020&22R[E]f
40
5/9/02, 11:06 AM
Instellen van het geluid U kunt na het maken van de basisinstellingen de geluidsparameters naar wens instellen. • Schakel de TV in voor het instellen van het geluid zodat u de diverse in-beelddisplays op het scherm kunt bekijken. • Met de toetsen op het voorpaneel of de afstandsbediening, zonder gebruik van het in-beelddisplay, kunt u tevens dezelfde instellingen maken. (Het in-beelddisplay kan niet worden getoond.) • Het in-beelddisplay verdwijnt indien u gedurende ongeveer 1 minuut geen bedieningen uitvoert. • De display op het TV-scherm is vervormd indien u geen PAL of multi-kleursysteem TV heeft.
Basisprocedure U kunt het geluid tevens instellen zonder de menu’s op het TV getoond. Zie de betreffende beschrijvingen hierna. Gebruik van het in-beelddisplay (via de afstandsbediening):
1. Druk op de toets MENU. Het menu MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV. PLAY TA/NEWS/ EXIT
MENU
INFO
Nederlands
/REW
PAUSE
FF/
SET PTY
PTY SEARCH
PTY
STOP DISPLAY MODE
Toetsen voor de scherm-menu’s
2. Druk op 5 of ∞ om 2 of 3.
naar de vermelding “SOUND CONTROL” te verplaatsen en druk vervolgens op
Het menu SOUND CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op 5 of ∞ om naar “DIGITAL EQ (Egalisatie)”, “LEVEL ADJUST” of “EFFECT ADJUST” te stellen onderdeel te verplaatsen en druk vervolgens op 2 of 3. 4. Druk op 5 of ∞ om
naar het in te stellen onderdeel te verplaatsen. DIGITAL EQ (Egalisatie) menu (zie pagina 42)
SOUND CONTROL menu
LEVEL ADJUST menu (zie pagina 43)
EFFECT ADJUST menu (zie pagina 45)
5. Druk op 2 of 3 om een geluidsparameter in te stellen. 6. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwijnt. • U kunt geen geluidsinstellingen maken indien Analog Direct is geactiveerd. • De hierboven met de in-beelddisplays getoonde instellingen tonen de basisinstellingen bij het verlaten van de fabriek. • Bepaalde onderdelen kunnen niet worden getoond of kunnen niet worden ingesteld. (Zie de betreffende beschrijvingen in dit gedeelte.)
41 NL41-45.RX-8020&22R[E]f
41
5/3/02, 4:21 PM
Het patroon van de equalizer aanpassen —DIGITAL EQ
CONTROL DOWN UP
2. Druk herhaaldelijk op de toets CONTROL UP 5 of DOWN ∞ om de frequentieniveau aan te passen.
De indicator DIGITAL EQ op de display licht op. • Het frequentieniveau verandert met 2 dB, van –8 dB tot +8 dB.
Het is mogelijk om het patroon van de equalizer aan uw eigen wensen aan te passen. • Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor iedere bron vastgelegd.
3. Herhaal stap 1 en 2 als u het andere frequentieniveau aan te passen.
Met gebruik van het in-beelddisplay (via de afstandsbediening):
Met de afstandsbediening: Voordat u begint... Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u bij stap 2 beginnen.
2. Druk op 5 of ∞ om die u wilt passen.
naar de frequentie te gaan
3. Druk op de toets 2 of 3 om het gewenste frequentieniveau aan te passen. De indicator DIGITAL EQ op de display licht op. • Het frequentieniveau verandert met 2 dB, van –8 dB tot +8 dB.
4. Herhaal stap 2 en 3 als u het andere frequentieniveau aan te passen.
Als u liever een plat patroon van de equalizer hebt, Dient u in stap 3 alle frequentieniveaus in te stellen op “0dB”. De indicator DIGITAL EQ op de display gaat uit.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde: Voordat u begint... Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen. DIGITAL EQ
• Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere frequentie met het niveau geselecteerd, als volgt:
EQ 63Hz
EQ250Hz
EQ 1kHz
en bijbehorend niveau
en bijbehorend niveau
en bijbehorend niveau
EQ16kHz
EQ 4kHz
en bijbehorend niveau
en bijbehorend niveau
• “0dB” is de basisinstelling voor iedere frequentie.
De vermelding “SOUND” wordt op de display van de afstandsbediening weergegeven. • De 10 cijfertoetsen treden in werking voor het wijzigen van het geluid.
2. Druk herhaaldelijk op de DIGITAL ∗DIGITALEQ 10 EQ (Egalisatie) toets totdat de in te RETURN stellen frequentie wordt weergegeven. De vermelding “EQ” wordt op de display van de afstandsbediening weergegeven. • Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere frequentie met het niveau geselecteerd, als volgt:
5. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwijnt.
1. Druk herhaaldelijk op de DIGITAL EQ (Egalisatie) toets totdat de in te stellen frequentie wordt weergegeven.
SOUND
1. Druk op de toets SOUND.
LEV ADJU
EQ 63Hz
EQ250Hz
EQ 1kHz
en bijbehorend niveau
en bijbehorend niveau
en bijbehorend niveau
EQ16kHz
EQ 4kHz
en bijbehorend niveau
en bijbehorend niveau
• “0dB” is de basisinstelling voor iedere frequentie.
3. Druk herhaaldelijk op de toets LEVEL + of – om de frequentieniveau aan te passen.
+
∗
CH/ LEVEL
De indicator DIGITAL EQ op de display licht op. • Het frequentieniveau verandert met 2 dB, van –8 dB tot +8 dB.
−
4. Herhaal stap 2 en 3 als u het andere frequentieniveau aan te passen. Als u liever een plat patroon van de equalizer hebt, Dient u in stap 3 alle frequentieniveaus in te stellen op “0dB”. De indicator DIGITAL EQ op de display gaat uit.
Opmerkingen: • U kunt de digitale egalisatiepatronen niet instellen indien Analog Direct is geactiveerd. • De digitale egalisatiepatronen hebben uitsluitend effect op het geluid van de voorluidsprekers.
42 NL41-45.RX-8020&22R[E]f
42
5/3/02, 4:21 PM
Nederlands
Als u liever een plat patroon van de equalizer hebt, Dient u in stap 2 alle frequentieniveaus in te stellen op “0dB”. De indicator DIGITAL EQ op de display gaat uit.
1. Roep het DIGITAL EQ (Egalisatie) menu op (zie pagina 41).
Instellen van de luidsprekeruitgangsniveaus —LEVEL ADJUST U kunt de uitgangsniveaus van de luidsprekers instellen. De testtoon kan tevens via iedere luidspreker, uitgezonderd de subwoofer, worden uitgestuurd om te controleren dat de balans van de uitgangsniveaus bij gebruik van de Surroundmodi juist is. • Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor iedere bron vastgelegd. • U hoort geen testtoon indien u de toetsen op het voorpaneel gebruikt voor het instellen van het uitgangsniveau voor de Surroundmodus.
Met gebruik van het in-beelddisplay (via de afstandsbediening): Het is tevens mogelijk om instellingen te maken zonder het gebruik van de testtoon. U kunt in dat geval de hieronder beschreven stappen 2, 3 en 7 overslaan.
1. Roep het LEVEL ADJUST menu op (zie pagina 41).
Nederlands
7 Instelbare luidsprekers U kunt de uitgangsniveaus van de volgende luidsprekers vanaf –10 dB tot +10 dB (“0 dB” is de basisinstelling): SUBWFR
: Kies voor het instellen van het uitgangsniveau van de subwoofer.
FRONT L (FRNT L) : Kies voor het instellen van het uitgangsniveau van de linkervoorluidspreker. CENTER
: Kies voor het instellen van het uitgangsniveau van de middenluidspreker.
FRONT R (FRNT R): Kies voor het instellen van het uitgangsniveau van de rechtervoorluidspreker. SURR R
: Kies voor het instellen van het uitgangsniveau van de rechtersurroundluidspreker.
S BACK R (SBK R) *: Kies voor het instellen van het uitgangsniveau van de rechtersurroundachterluidspreker. S BACK L (SBK L) : Kies voor het instellen van het of S BACK* uitgangsniveau van de linkersurroundachterluidspreker. SURR L
: Kies voor het instellen van het uitgangsniveau van de linkersurroundluidspreker.
Opmerkingen: * Indien u “1SPK” voor de surroundachterluidspreker heeft gekozen (zie pagina 22), verschijnt “S BACK” in plaats van “S BACK (SBK) L” en “S BACK (SBK) R”. Er wordt geen testtoon via de rechter-surroundachterluidspreker uitgestuurd.
• Indien u “NO” of “NONE” voor een luidspreker heeft gekozen (zie pagina 22), kunt u het uitgangsniveau voor de overeenkomende luidspreker niet instellen. • De uitgangsniveaus voor de middenluidspreker en linker- en rechtersurroundluidsprekers kunnen voor de DVD MULTI afspeelmodus worden ingesteld, ookal heeft u “NONE” voor de luidsprekers ingesteld. • De uitgangsniveaus voor de luidsprekers, met uitzondering van het niveau voor de subwoofer, kunnen niet worden ingesteld indien Analog Direct is geactiveerd.
2. Druk op 5 of ∞ om te verplaatsen naar de vermelding “TEST TONE”. 3. Druk op 2 of 3 om “ON” te stellen om te controleren dat u geluid via alle luidsprekers met hetzelfde niveau kunt horen. De testtoon wordt in de volgende volgorde via de luidsprekers uitgestuurd (uitsluitend indien de luidsprekers zijn geactiveerd): FRONT L (Linkervoorluidspreker) = CENTER (Middenluidspreker) = FRONT R (Rechtervoorluidspreker) = SURR R (Rechtersurroundluidspreker) = S BACK R (Rechter-Surroundachterluidspreker)* = S BACK L (Linker-Surroundachterluidspreker) of S BACK (Surroundachterluidspreker)* = SURR L (Linkersurroundluidspreker) = (Terug naar het begin) * Indien u “1SPK” voor de surroundachterluidspreker heeft gekozen (zie pagina 22), verschijnt “S BACK” in plaats van “S BACK L” en “S BACK R”. Er wordt geen testtoon via de rechter-surroundachterluidspreker uitgestuurd.
4. Druk op 5 of ∞ om naar de in te stellen luidspreker te passen. 5. Druk op 2 of 3 om het luidsprekeruitgangsniveau in te stellen (–10 dB tot +10 dB). 6. Herhaal stappen 4 en 5 voor het instellen van de uitgangsniveaus van de andere luidsprekers. 7. Druk na het instellen op 5 of ∞ om naar “TEST TONE” te verplaatsen en kies dan “OFF”. 8. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwijnt. Opmerkingen: • Indien u “NO” of “NONE” voor een luidspreker heeft gekozen (zie pagina 22), wordt er geen testttoon via de overeenkomende luidspreker uitgestuurd. • Het uitgangsniveau voor de subwoofer kan niet worden ingesteld met gebruik van de testtoon. Kies “OFF” voor “TEST TONE” wanneer u het uitgangsniveau voor de subwoofer wilt instellen. • De testtoon wordt niet via de luidsprekers uitgestuurd wanneer DVD MULTI is gekozen.
43 NL41-45.RX-8020&22R[E]f
43
5/3/02, 4:21 PM
Met de afstandsbediening: Voordat u begint... Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u bij stap 2 beginnen.
5. Druk nogmaals op SOUND en herhaal vervolgens stappen 3 en 4 voor het instellen van de uitgangsniveaus van de andere luidsprekers.
Het is tevens mogelijk om instellingen te maken zonder het gebruik van de testtoon. U kunt in dat geval de hieronder beschreven stappen 2 en 6 overslaan.
6. Druk nogmaals op de toets TEST om het weergeven van de testtoon te stoppen.
1. Druk op de toets SOUND.
Opmerkingen:
TEST
4
MENU
De testtoon wordt in de volgende volgorde via de luidsprekers uitgestuurd (uitsluitend indien de luidsprekers zijn geactiveerd): FRNT L (Linkervoorluidspreker) = CENTER (Middenluidspreker) = FRNT R (Rechtervoorluidspreker) = SURR R (Rechtersurroundluidspreker) = SBK R (Rechter-Surroundachterluidspreker)* = SBK L (Linker-Surroundachterluidspreker) of S BACK (Surroundachterluidspreker)* = SURR L (Linkersurroundluidspreker) = (Terug naar het begin) * Indien u “1SPK” voor de surroundachterluidspreker heeft gekozen (zie pagina 22), verschijnt “S BACK” in plaats van “SBK L” en “SBK R”. Er wordt geen testtoon via de rechtersurroundachterluidspreker uitgestuurd.
3. Kies de in te stellen luidspreker. ∗FRONT•L ∗FRONT•R
De naam van de gekozen luidspreker 2 3 MENU verschijnt even op de display van de ∗CENTER ∗SUBWFR afstandsbediening. 5 6 ENTER • Druk voor het kiezen van de ∗SURR•L ∗SURR•R linkervoorluidspreker op FRONT•L. 8 9 “FRL” verschijnt op de display van Q SBACK•L SBACK•R ∗ ∗ de afstandsbediening. 0 +10 • Druk voor het kiezen van de FM MODE 100+ middenluidspreker op CENTER. “CTR” verschijnt op de display van de afstandsbediening. • Druk voor het kiezen van de rechtervoorluidspreker op FRONT•R. “FRR” verschijnt op de display van de afstandsbediening. • Druk voor het kiezen van de rechtersurroundluidspreker op SURR•R. “SURRR” verschijnt op de display van de afstandsbediening. • Druk voor het kiezen van de rechter-surroundachterluidspreker op SBACK•R. “SBKR” verschijnt op de display van de afstandsbediening. • Druk voor het kiezen van de linker-surroundachterluidspreker op SBACK•L. “SBKL” verschijnt op de display van de afstandsbediening. • Druk voor het kiezen van de linkersurroundluidspreker op SURR•L. “SURRL” verschijnt op de display van de afstandsbediening.
Opmerking: Indien u “1SPK” voor de surroundachterluidspreker heeft gekozen (zie pagina 22), moet u op SBACK•L drukken om het uitgangsniveau van de surroundachterluidspreker in te stellen.
44
4
MENU
• Indien u “NO” of “NONE” voor een luidspreker heeft gekozen (zie pagina 22), wordt er geen testttoon via de overeenkomende luidspreker uitgestuurd. • Het uitgangsniveau voor de subwoofer kan niet met ∗SUBWFR 6 de testtoon worden ingesteld. Voor het instellen van het uitgangsniveau voor de subwoofer, drukt u op SOUND, SUBWFR en vervolgens op LEVEL + of – om het uitgangsniveau in te stellen (–10 dB tot +10 dB). (“S-WFR” verschijnt op de display van de afstandsbediening.) Maak de instelling bij voorkeur terwijl u het geluid van de af te spelen bron beluistert. • De testtoon wordt niet via de luidsprekers uitgestuurd wanneer DVD MULTI is gekozen.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde: U kunt tevens de toetsen op het voorpaneel voor het instellen van de uitgangsniveaus voor de luidsprekers gebruiken. Met gebruik van de toetsen op het voorpaneel wordt er echter geen testtoon uitgestuurd. U moet de instellingen derhalve maken terwijl u het geluid van de af te spelen bron beluistert. Voordat u begint... Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
1. Druk herhaaldelijk op LEVEL ADJUST om de in te stellen luidspreker te passen.
L
LEVEL ADJUST
• Door iedere druk op de toets veranderen de onderdelen als volgt: SUBWFR (Subwoofer) = FRNT L (Linkervoorluidspreker) = CENTER (Middenluidspreker) = FRNT R (Rechtervoorluidspreker) = SURR R (Rechtersurroundluidspreker) = SBK R (Rechter-Surroundachterluidspreker)* = SBK L (Linker-Surroundachterluidspreker) of S BACK (Surroundachterluidspreker)* = SURR L (Linkersurroundluidspreker) = (Terug naar het begin) * Indien u “1SPK” voor de surroundachterluidspreker heeft gekozen (zie pagina 22), verschijnt “S BACK” in plaats van “SBK L” en “SBK R”.
2. Druk op de toets CONTROL UP 5 of DOWN ∞ om het uitvoerniveau van de luidspreker aan te passen (–10 dB tot +10 dB).
CONTROL DOWN UP
3. Herhaal stappen 1 en 2 voor het instellen van de uitgangsniveaus van de andere luidsprekers.
+
∗
CH/ LEVEL
−
44 5/3/02, 4:21 PM
Nederlands
2. Druk op TEST om te controleren dat het geluidsniveau van alle luidsprekers gelijk is.
NL41-45.RX-8020&22R[E]f
TEST
SOUND
De vermelding “SOUND” wordt op de display van de afstandsbediening weergegeven. • De 10 cijfertoetsen treden in werking voor het wijzigen van het geluid.
4. Druk op de toets LEVEL + of – om het uitvoerniveau van de luidspreker aan te passen (–10 dB tot +10 dB).
SOUND
Instellen van de geluidsparameters voor de Surround- en DSP-modi —EFFECT ADJUST
Met gebruik van het in-beelddisplay (via de afstandsbediening):
1. Roep het LEVEL ADJUST menu op (zie pagina 41).
U kunt de geluidsparameters voor de Surround- en DSP-modi naar wens instellen. • Na het maken van de instelling wordt deze voor iedere bron vastgelegd. 7 Instelbare parameters U kunt de volgende parameters instellen:
Nederlands
Voor Surround, DAP, JVC Theater Surround en All Channel Stereo (met de middenluidspreker aangesloten) CENTER TONE : Voor het instellen van de toon van de (CTR TONE) middenluidspreker. Door een hoger nummer wordt de dialoog helderder zodat het geluid van stemmen van zacht naar scherp veranderd. (Kies normaliter “3”. Instelbereik: 1 tot 5)
De parameters die niet kunnen worden ingesteld voor de huidige gekozen Surround- of DSP-modi, worden overgeslagen.
2. Druk op 5 of ∞ om naar de in te stellen parameter te verplaatsen. 3. Druk op 2 of 3 om de parameter in te stellen.
Voor DAP-modi en JVC Theater Surround
4. Herhaal stappen 2 en 3 voor het instellen van de andere parameters.
EFFECT LEVEL : Voor het instellen van het DAP(EFFECT) effectniveau. Door een hoger nummer wordt het DAP-effect sterker. (Kies normaliter “3”. Instelbereik: 1 tot 5)
5. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwijnt.
ROOM SIZE (ROOMSIZE)
: Voor het instellen van het virtuele kamerformaat. Door een hoger nummer wordt het interval tussen reflecties verhoogd zodat het lijkt alsof u in een grotere ruimte bent. (Kies normaliter “3”. Instelbereik: 1 tot 5)
LIVENESS
: Voor het instellen van de levendigheid. Door een hoger nummer wordt het dempingsniveau van de tijd van reflecties verlaagd zodat de akoestiek van “dood” naar “levendig” veranderd. (Kies normaliter “3”. Instelbereik: 1 tot 5)
Opmerking: U kunt het effectniveau uitsluitend instellen bij gebruik van een DAP-modus met de 3D-PHONIC indicator opgelicht.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde: Voordat u begint... Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen. EFFECT SETT
1. Druk herhaaldelijk op EFFECT om een in te stellen parameter te kiezen. • Elke keer wanneer u op de toets drukt, veranderen de onderdelen als volgt: EFFECT = ROOMSIZE = LIVENESS = CTR (midden) TONE = PNRAMA (panorama) = C (midden) WIDTH = DIMENSION = (Terug naar het begin)
Alleen voor Pro Logic II Music PANORAMA (PNRAMA) regeling
: Kies “ON” voor een “ingepakt” geluid met een effect van zijmuren. (Basisinstelling: “OFF”)
CENTER WIDTH : Voor het instellen van de lokalisatie van het middenkanaal tussen de middenluidspreker (CWIDTH) en de linker-/rechterluidsprekers. Door een hoger nummer wordt het geluid van het middenkanaal meer naar de linker- en rechterluidsprekers verplaatst. (Kies normaliter “3”. Instelbereik: OFF en 1 tot 7) DIMENSION
De parameters die niet kunnen worden ingesteld voor de huidige gekozen Surround- of DSP-modi, worden overgeslagen.
2. Druk op CONTROL UP 5 of DOWN ∞ om de geluidsparameters in te stellen.
3. Herhaal stappen 1 en 2 voor het instellen van de andere parameters.
: Voor het instellen van de richting van het geluid. Door een hoger nummer wordt het geluid meer van voren naar achteren verplaatst. (Kies normaliter “4”. Instelbereik: 1 tot 7)
Opmerking: De parameters die niet kunnen worden ingesteld voor de huidige gekozen Surround- of DSP-modi, worden overgeslagen.
45 NL41-45.RX-8020&22R[E]f
45
CONTROL DOWN UP
5/3/02, 4:21 PM
Het COMPU LINK -afstandsbedieningssysteem Met het COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem kunt u geluidsapparatuur van JVC bedienen via de afstandsbedieningssensor van de ontvanger.
CD-speler CD-recorder Cassettedeck of MD-recorder
Automatische selectie van de afspeelbron Als u op een aangesloten geluidsapparaat of op de afstandsbediening 3) drukt, activeert de van dat apparaat op de afspeeltoets Play (3 ontvanger dat apparaat automatisch en schakelt het in. Als u daarentegen een nieuwe bron op het paneel aan de voorzijde van de ontvanger of met de afstandsbediening selecteert, begint het geselecteerde apparaat meteen te spelen. In beide gevallen blijft de bron die op het moment van uw keuze al was geselecteerd nog enige seconden zonder geluid doorspelen. Stroom automatisch aan-/uitschakelen (standby): alleen mogelijk bij een COMPU LINK-3- en COMPU LINK-4 De aangesloten apparatuur wordt automatisch in- of uitgeschakeld (in standby gezet) als de ontvanger wordt in- of uitgeschakeld. Als u de ontvanger inschakelt, wordt het apparaat dat eerder is geselecteerd ook automatisch ingeschakeld. Als u de ontvanger uitschakelt, worden de aangesloten apparaten tevens uitgeschakeld (in standby gezet). Synchrone opnames maken Synchroon opnemen houdt in dat het cassettedeck (of MD-recorder) automatisch begint op te nemen wanneer er een CD wordt gestart.
COMPU LINK – 4 (SYNCHRO)
Als u een synchrone opname wilt maken, gaat u als volgt te werk:
1. Plaats een cassette in het cassettedeck (of een MD-schijf in de MD-recorder), en een CD in de CD-speler. Draaitafel
Opmerkingen: • Er zijn vier versies van het COMPU LINK afstandsbedieningssysteem. Deze ontvanger is uitgerust met het vierde systeem—COMPU LINK-4. Ten opzichte van de vorige versie—COMPU LINK-3 is aan deze versie een systematische bediening van de CD-recorder toegevoegd. • Als uw geluidsapparatuur over twee COMPU LINK -uitgangen beschikt, kunt u zelf bepalen welke u kiest. Als uw geluidsapparatuur over één COMPU LINK -uitgang beschikt, moet u die zodanig aansluiten dat het het laatste apparaat in de reeks aangesloten apparaten is. (Bijvoorbeeld de draaitafel of CD-speler in de illustratie hierboven). • Als u het cassettedeck of de MD-recorder met het COMPU LINK -afstandsbedieningssysteem wilt bedienen, moet u erop letten dat de juiste naam van de afspeelbron is geselecteerd. (Zie pagina 17.) • Raadpleeg ook de handleidingen van de geluidsapparatuur die u op de ontvanger aansluit.
Met dit afstandsbedieningssysteem kunt u de onderstaande vier functies uitvoeren.
2. Druk op het cassettedeck (of MD-recorder) tegelijkertijd op de opnametoets (¶) en op de pauzetoets (8). Het cassettedeck (of MD-recorder) is nu voorbereid om op te nemen. Als u niet tegelijkertijd op de opnametoets (¶) en de pauzetoets (8) drukt, kunt u geen synchrone opname maken.
3. Druk op de CD-speler op de afspeeltoets (3). De ontvanger schakelt over naar de bron die u selecteert en zodra het afspelen begint, start het cassettedeck (of MD-recorder) de opname. Als het afspelen stopt, onderbreekt het cassettedeck (of MD-recorder) het opnemen door in de pauzestand te gaan staan. Na circa 4 seconden zal het opnemen worden beëindigd.
Opmerkingen: • Tijdens het maken van een synchrone opname, kunt u niet overschakelen naar een andere bron. • Als tijdens het maken van een synchrone opname de stroom van een van de geluidsapparaten uitvalt of wordt uitgeschakeld, kan het zijn dat het COMPU LINK -afstandsbedieningssysteem niet meer naar behoren functioneert. In zo’n geval moet u de opname weer van voren af aan starten.
Op afstand bedienen van JVC-apparatuur via de afstandsbedieningssensor van de ontvanger Andere geluidsapparaten die op de ontvanger zijn aangesloten, kunnen met de afstandsbediening van de ontvanger worden bediend. Richt de afstandsbediening rechtstreeks op de sensor van de ontvanger. Een nadere uitleg treft u aan op pagina 52 en 53.
46 NL46-51.RX-8020&22R[E]f
46
5/3/02, 4:22 PM
Nederlands
Om van dit afstandsbedieningssysteem gebruik te maken, moet u de geluidsapparatuur van JVC niet alleen op de COMPU LINK (SYNCHRO)-4 ingangen van de ontvanger aansluiten (zie afbeelding), maar ook gebruik maken van kabels met RCA-pinstekers (zie pagina’s 8 en 9). • Zorg ervoor dat de stekkers van de netspanningskabels van de geluidsapparatuur uit het stopcontact zijn verwijderd alvorens u deze apparaten op de ontvanger aansluit. Steek de stekkers pas weer in het stopcontact nadat alle verbindingen tot stand zijn gebracht.
Het TEXT COMPU LINK -afstandsbedieningssysteem Het TEXT COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem is een uitvinding die is ontwikkeld om gebruik te kunnen maken van de tekstinformatie die ligt opgeslagen op CD’s (CD Text*) en MD’s. De CD-speler en MD-recorder kunnen met behulp van deze informatie en het TEXT COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem via de ontvanger worden bediend.
Aansluitingen:
Functies:
Om dit afstandsbedieningssysteem te kunnen gebruiken, dient u de CD-speler en/of MD-recorder volgens de onderstaande procedure aan te sluiten.
Met dit afstandsbedieningssysteem kunt u de onderstaande functies uitvoeren.
Nederlands
1. Als u de stekker van de netspanningskabel van de CD-speler, MD-recorder en deze ontvanger in het stopcontact hebt gestoken, moet u die eerst verwijderen. 2. Sluit de CD-speler, MD-recorder en de ontvanger als volgt aan op de COMPU LINK-uitgangen en TEXT COMPU LINK-uitgangen. 1) COMPU LINK-uitgangen: Gebruik kabels met ministekers (mono) (deze kabels zijn niet meegeleverd).
Informatie van CD of MD op het beeldscherm van de TV weergeven Informatie die op de CD ligt opgeslagen zoals de naam van de zanger(es) en de titel van de CD worden op het beeldscherm van de TV weergegeven. (Titels van tracks worden alleen weergegeven indien een CD Text is geselecteerd.) CD’s doorzoeken: Alleen voor CD-spelers Met dit afstandsbedieningssysteem kunt u CD’s doorzoeken op de naam van een zanger(es), de titel van een CD en het genre muziek. Met deze zoekfunctie kunt u heel gemakkelijk de CD of zanger(es) vinden waar u naar op zoek bent.
Informatie over CD’s en MD’s invoeren CD-speler
MD-recorder
Als uw CD-speler of MD-recorder is uitgerust met een geheugenfunctie is het mogelijk om de onderstaande informatie voor gewone geluids-CD’s en -MD’s op te slaan en op het beeldscherm van een TV weer te geven. • Voor CD’s :Naam van de uitvoerend artiest, titel en het muziekgenre • Voor MD’s :Titel en titels van songs
COMPU LINK – 4 (SYNCHRO)
*Wat is een CD Text? 2) TEXT COMPU LINK-uitgangen: Gebruik kabels met mini-stekers (stereo) (deze kabels zijn niet meegeleverd).
In een CD Text ligt informatie opgeslagen over de CD, zoals de titel van de CD, de naam van de zanger(es), dirigent, enzovoort.
Opmerkingen: CD-speler
MD-recorder
TEXT COMPU LINK
3. Sluit de CD-speler, MD-recorder en deze ontvanger zoals beschreven (zie pagina 9). Maak daarbij gebruik van de kabels met RCA-pinstekers. 4. Steek de stekkers van de netspanningskabels van de bovengenoemde apparaten weer in het stopcontact. 5. Moet u eerst de randapparatuur inschakelen en daarna de ontvanger.
• Als uw geluidsapparatuur over twee COMPU LINK-uitgangen beschikt, kunt u zelf bepalen welke u kiest. Als uw geluidsapparatuur over één COMPU LINK-uitgang beschikt, moet u die zodanig aansluiten dat het het laatste apparaat in de reeks aangesloten apparaten is. (Dit is bijvoorbeeld het geval bij de CD-speler in de afbeelding hiernaast.) • Als uw geluidsapparatuur over twee TEXT COMPU LINK-uitgangen beschikt, kunt u zelf bepalen welke u kiest. Als uw geluidsapparatuur over één TEXT COMPU LINK-uitgang beschikt, moet u die zodanig aansluiten dat het het laatste apparaat in de reeks aangesloten apparaten is. (Dit is bijvoorbeeld het geval bij de CD-speler in de afbeelding hiernaast.) • “TEXT COMPULINK SOURCE NOT CONNECTED” verschijnt in de volgende gevallen in het weergavevenster: – Wanneer de verbindingen die links zijn uitgelegd niet correct zijn gemaakt. – Wanneer u probeert de TEXT COMPU LINK-functie vier seconden na het inschakelen van verbonden apparatuur te gebruiken. Dit is geen storing van de eenheid. • Raadpleeg ook de handleidingen van de CD-speler en MD-recorder die u op de ontvanger aansluit.
BELANGRIJK: Als u nadat u de andere apparatuur hebt aangesloten eerst de ontvanger inschakelt in plaats van eerst de andere apparatuur, zult u merken dat het TEXT COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem niet goed functioneert. Mocht dit gebeuren, dan raden we u aan de volgende stappen te volgen: 1. Schakel alle apparatuur uit, ook de ontvanger. 2. Schakel de aangesloten apparatuur in. 3. Schakel de ontvanger in.
47 NL46-51.RX-8020&22R[E]f
47
5/3/02, 4:22 PM
Om dit afstandsbedieningssysteem te kunnen gebruiken, dient u de TV aan te sluiten op de uitgang MONITOR OUT aan de achterzijde van de ontvanger (zie pagina 11) en de invoermodus van de TV in de juiste stand te zetten voor de ontvanger waarop die is aangesloten. Zorg ervoor dat u de CD-speler of MD-recorder die is uitgerust met het TEXT COMPU LINKafstandsbedieningssysteem hebt aangesloten. Als dit niet is gebeurd, kunt u deze functies niet gebruiken.
Toetsen voor de scherm-menu’s (op de afstandsbediening)
A/V CONTROL RECEIVER
Als u op de toets TEXT DISPLAY drukt, wordt “MENU” op de display weergegeven. CATV/DBS
VCR1
TV
AUDIO
DVD
DVD MULTI
CD
FM/AM
TV/DBS
VIDEO
CDR
PHONO
VCR1
VCR2
TAPE/MD
SURROUND
DSP
USB
SURR/DSP ANALOG/DIGITAL OFF
ANALOG DIRECT
BASS BOOST
SOUND
TEST
INPUT
∗FRONT•L ∗FRONT•R
1
2
3
MENU
∗CENTER ∗SUBWFR
4
5
∗
DIMMER
7/P MUTING
CATV/DBS CONTROL
TV/VIDEO TEXT DISPLAY REC PAUSE
6
ENTER
SURR•L
8
∗
SURR•R
9
∗DIGITALEQ ∗SBACK•L ∗SBACK•R 10
0
+10
RETURN
FM MODE
100+
+
+
+
∗
CH/ LEVEL TV VOL
−
−
TEXT DISPLAY
/REW
PAUSE
INFO
VOLUME
−
/REW
PLAY TA/NEWS/ EXIT INFO
MENU
PLAY TA/NEWS/ EXIT
MENU
PAUSE
FF/
SET
FF/
1 De naam van de afspeelbron: CD of MD 2 Selecteer of en druk vervolgens op de toets SET om een andere CD of MD te stellen. 3 Nummers en titels van de tracks. naar een track-nummer verplaatst, kunt u met • Als u 2 of 3 andere informatie over de track weergeven. Elke keer dat u op de toets drukt, springt u heen en weer tussen de titel van de track en de naam van de zanger(es). (Als u op de toets SET drukt, begint de track te spelen.) naar voren) en 4 Selecteer deze vermelding (verplaats druk op de toets SET om naar het venster DISC SEARCH te gaan (zie pagina 49). naar voren) en 5 Selecteer deze vermelding (verplaats druk op de toets SET om naar het venster TITLE INPUT te gaan (zie pagina 50). 6 Dit verschijnt alleen als er een CD-tekst is geselecteerd. 7 Informatie over de CD of MD, zoals de naam van de zanger(es), dirigent, genre muziek. naar voren) en op Als u deze vermelding selecteert ( 2 of 3 drukt, kunt u de informatie over de CD of MD wijzigen. Elke keer dat u op deze toets drukt, verandert de informatie (zie “Opmerking over 7”). of en druk op de toets SET om een 8 Selecteer andere track te stellen. 9 De toetsen en bijbehorende functies die u in dit venster kunt gebruiken. Welke informatie op het beeldscherm wordt weergegeven, naar voren). Zie hangt af van wat er is geselecteerd ( “Opmerking over 9”.
SET SLEEP
PTY SEARCH PTY
PTY
PTY
PTY SEARCH PTY
STOP CONTROL
Opmerking over 7:
DISPLAY MODE
STOP
DISPLAY MODE
Informatie van CD of MD op het beeldscherm van de TV weergeven
Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl de vermelding “CD” of “MD” als afspeelbron op de display wordt weergegeven. Het venster met informatie over de CD of MD verschijnt op het beeldscherm van de TV.
De volgende informatie wordt op het beeldscherm weergegeven: • Voor CD’s met CD Text—titel van de CD, artiest, genre, song writer, componist, arrangeur, en andere tekstinformatie. Alleen opgenomen informatie kan worden weergegeven. Als er geen gegevens zijn, wordt de vermelding “NO DATA” weergegeven. • Voor MD’s—titel van de MD Als er geen gegevens zijn, wordt de vermelding “NO DATA” weergegeven.
Opmerking over 9: Met de toets SET kunt u bijvoorbeeld het afspelen in gang zetten (PLAY), naar het volgende venster gaan (ENTER) en selecties maken (ENTER).
Om het scherm Disc Information te verlaten Druk op de toets EXIT.
Opmerkingen: • Het scherm-menu verdwijnt onder de volgende omstandigheden: – als er ongeveer 10 minuten geen handelingen zijn verricht. – als u een andere handeling verricht dan in dit deel van de handleiding wordt beschreven. • Om de MD-recorder met behulp van het TEXT COMPU LINKafstandsbedieningssysteem te bedienen, moet u de naam van de afspeelbron op de display wijzigen van “TAPE” in “MD”. (Zie pagina 17.) • In het scherm-menu kunnen geen tekens met accenten worden weergegeven.
48 NL46-51.RX-8020&22R[E]f
48
5/9/02, 11:07 AM
Nederlands
Bedyening:
CD’s doorzoeken (alleen voor CD-spelers) Een CD zoeken op de naam van een zanger(es):
1. Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl de vermelding “CD” als afspeelbron op de display wordt weergegeven. Het scherm Disc Information verschijnt op de TV.
Nederlands
2. Druk op 5 of ∞ om te verplaatsen naar de vermelding “SEARCH” en druk vervolgens op de toets SET. Het venster DISC SEARCH verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op 5 of ∞ om te verplaatsen naar de vermelding “PERFORMER” en druk vervolgens op de toets SET. Het venster PERFORMER SEARCH verschijnt op het beeldscherm.
4. Druk op 5 / ∞ / 2 / 3 om vóór de positie van het eerste teken te plaatsen van de zanger(es) waar u naar wilt zoeken. Druk vervolgens op de toets SET. Als u een onjuist teken hebt ingevoerd en dit wilt herstellen, moet u op 5 / ∞ / 2 / 3 drukken, vóór de positie van het juiste teken plaatsen en vervolgens op de toets SET drukken.
Een CD zoeken op titel:
1. Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl de vermelding “CD” als afspeelbron op de display wordt weergegeven. Het scherm Disc Information verschijnt op de TV.
2. Druk op 5 of ∞ om te verplaatsen naar de vermelding “SEARCH” en druk vervolgens op de toets SET. Het venster DISC SEARCH verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op 5 of ∞ om te verplaatsen naar de vermelding “DISC TITLE” en druk vervolgens op de toets SET. Het venster DISC TITLE SEARCH verschijnt op het beeldscherm.
4. Druk op 5 / ∞ / 2 / 3 om vóór de positie van het eerste teken te plaatsen van de CD-titel waar u naar wilt zoeken. Druk vervolgens op de toets SET. Als u een onjuist teken hebt ingevoerd en dit wilt herstellen, moet u op 5 / ∞ / 2 / 3 drukken, vóór de positie van het juiste teken plaatsen en vervolgens op de toets SET drukken.
Opmerking: Het is niet mogelijke te zoeken met bijzondere tekens als @, # of $.
Opmerking: Het is niet mogelijke te zoeken met bijzondere tekens als @, # of $.
5. Druk nogmaals op de toets SET. De zoekfunctie treedt in werking. Vervolgens verschijnt het venster SEARCH RESULT op het beeldscherm met de naam van een zanger(es).
6. In het venster SEARCH RESULT kunnen de volgende handelingen worden verricht: • Andere informatie over de CD zichtbaar maken: Druk op te verplaatsen naar een doorzochte CD en druk 5 of ∞ om vervolgens op 2 of 3. Elke keer dat u op 2 of 3 drukt, schakelt u heen en weer tussen de naam van de zanger(es) en de titel van de CD. • Een CD afspelen en naar het venster met informatie over te de CD gaan (zie pagina 48): Druk op 5 of ∞ om verplaatsen naar een doorzochte CD en druk vervolgens op de toets SET. • Informatie over CD’s zichtbaar maken die niet in het venster passen (als er als gevolg van de zoekopdracht meer dan 5 CD’s worden gevonden): Moet u op 5 of ∞ drukken tot deze op het beeldscherm verschijnen.
5. Druk nogmaals op de toets SET. De zoekfunctie treedt in werking. Vervolgens verschijnt het venster SEARCH RESULT op het beeldscherm met de CD-titel.
6. In het venster SEARCH RESULT kunnen de volgende handelingen worden verricht: • Andere informatie over de CD zichtbaar maken: Druk op te verplaatsen naar een doorzochte CD en druk 5 of ∞ om vervolgens op 2 of 3. Elke keer dat u op 2 of 3 drukt, schakelt u heen en weer tussen de naam van de titel en de zanger(es) van de CD. • Een CD afspelen en naar het venster met informatie over te de CD gaan (zie pagina 48): Druk op 5 of ∞ om verplaatsen naar een doorzochte CD en druk vervolgens op de toets SET. • Informatie over CD’s zichtbaar maken die niet in het venster passen (als er als gevolg van de zoekopdracht meer dan 5 CD’s worden gevonden): Moet u op 5 of ∞ drukken tot deze op het beeldscherm verschijnen. • Terug gaan naar het venster DISC TITLE SEARCH: Druk op de toets EXIT.
• Terug gaan naar het venster PERFORMER SEARCH: Druk op de toets EXIT.
49 NL46-51.RX-8020&22R[E]f
49
5/9/02, 11:07 AM
1. Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl de vermelding “CD” als afspeelbron op de display wordt weergegeven. Het scherm Disc Information verschijnt op de TV.
2. Druk op 5 of ∞ om te verplaatsen naar de vermelding “SEARCH” en druk vervolgens op de toets SET. Het venster DISC SEARCH verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op 5 of ∞ om te verplaatsen naar de vermelding “GENRE” en druk vervolgens op de toets SET. Het venster GENRE SEARCH verschijnt op het beeldscherm.
4. Druk op 5 of ∞ om vóór de positie van het eerste teken te plaatsen van het genre waar u naar wilt zoeken. Druk vervolgens op de toets SET. Als u genres wilt weergegeven die u nog niet hebt bekeken, moet u op 5 of ∞ drukken tot deze op het beeldscherm worden weergegeven. De zoekfunctie treedt in werking. Vervolgens verschijnt het venster SEARCH RESULT op het beeldscherm met de zoekresultaten.
5. In het venster SEARCH RESULT kunnen de volgende handelingen worden verricht: • Andere informatie over de CD zichtbaar maken: Druk op 5 of ∞ om te verplaatsen naar een doorzochte CD en druk vervolgens op 2 of 3. Elke keer dat u op 2 of 3 drukt, schakelt u heen en weer tussen de naam van de titel en de zanger(es) van de CD. • Een CD afspelen en naar het venster met informatie over te de CD gaan (zie pagina 48): Druk op 5 of ∞ om verplaatsen naar een doorzochte CD en druk vervolgens op de toets SET.
Informatie over CD’s en MD’s invoeren Voor de CD-speler met de disc-geheugenfunctie: De geheugenfunctie voor CD’s en MD’s kan via deze ontvanger worden gebruikt. Informatie van normale muziek-CD’s zoals de naam van de zanger(es), de titel van een CD en het genre muziek wordt opgeslagen in het geheugen dat in de CD-speler is ingebouwd. Voor meer informatie over het geheugen van de CD-speler verwijzen we u naar de handleiding die bij de CD-speler werd meegeleverd. • De naam van de zanger(es), de titel en het genre muziek staan meestal in de CD Text. Als er echter geen genre in de CD Text van een CD staat, kunt u die desgewenst zelf invoeren.
Opmerking: Het is wel mogelijk titels in te voeren in het venster TITLE INPUT, maar het is niet mogelijk deze titels op te slaan in een CD Text.
Voorbeeld: Voer de volgende informatie in voor Disc 1 Naam van de zange(es): “MICHAEL” CD’s titel: “MY FAVORITE”
1. Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl de vermelding “CD” als afspeelbron op de display wordt weergegeven. Het scherm Disc Information verschijnt op de TV.
2. Druk op 5 of ∞ om te verplaatsen naar de vermelding “TITLE INPUT” en druk vervolgens op de toets SET. Het venster TITLE INPUT/ PERFORMER verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op 5 / ∞ / 2 / 3 om vóór de positie van het eerste teken te plaatsen dat u wilt invoeren. Druk vervolgens op de toets SET om het geselecteerde teken in te voeren. • Als de CD een CD Text is, moet u nu naar stap 5 gaan zonder de naam van de zanger(es) in te voeren. Als u kleine letter wilt invoeren, moet u op 5 / ∞ / 2 / 3 drukken om naar te verplaatsen en vervolgens op de toets SET drukken. Als u weer hoofdletters wilt invoeren, moet u op 5 / ∞ / 2 / 3 naar te verplaatsen en vervolgens op de drukken om toets SET drukken.
Zie verder op de volgende pagina.
• Informatie over CD’s zichtbaar maken die niet in het venster passen (als er als gevolg van de zoekopdracht meer dan 5 CD’s worden gevonden): Moet u op 5 of ∞ drukken tot deze op het beeldscherm verschijnen. • Terug gaan naar het venster GENRE SEARCH: Druk op de toets EXIT.
50 NL46-51.RX-8020&22R[E]f
50
5/3/02, 4:22 PM
Nederlands
Een CD zoeken op genre:
4. Herhaal stap 3 tot u een naam hebt ingevoerd (maximaal 32 tekens).
Nederlands
Als u een spatie wilt invoeren, moet u op 5 / ∞ / 2 / 3 drukken naar en druk om vervolgens op de toets SET. Een onjuist ingevoerd teken corrigeren: te verplaatsen naar + of =, 1) Druk op 5 / ∞ / 2 / 3 om en druk vervolgens op de toets SET tot u het onjuist ingevoerde teken hebt geselecteerd. te verplaatsen naar , en 2) Druk op 5 / ∞ / 2 / 3 om druk vervolgens op de toets SET als u het onjuist ingevoerde teken wilt wissen. te verplaatsen naar de positie 3) Druk op 5 / ∞ / 2 / 3 om vóór het correcte teken en druk vervolgens op de toets SET om dit teken in te voeren.
5. Druk op 5 / ∞ / 2 / 3 te verplaatsen om naar de vermelding “DISC 1: MICHAEL (in dit voorbeeld)” en druk vervolgens op de toets SET. Het venster TITLE INPUT/ DISC TITLE verschijnt op het beeldscherm.
6. Voer de titel van de CD in. Volg hiertoe stap 3 en 4. • Als de CD een CD Text betreft, moet u nu naar de volgende stap gaan zonder een titel in te voeren.
7. Druk op 5 / ∞ / 2 / 3 te verplaatsen om naar de vermelding “DISC 1: MY FAVORITE (in dit voorbeeld)” en druk vervolgens op de toets SET. Het venster TITLE INPUT/ DISC 1 GENRE verschijnt op het beeldscherm.
8. Druk op 5 of ∞ om te verplaatsen naar het genre van uw keuze en druk vervolgens op de toets SET. Het scherm Disc Information verschijnt op het beeldscherm. Als u genres wilt zien die u nog niet hebt bekeken, moet u op 5 of ∞ drukken tot deze op het beeldscherm verschijnen.
Voor de MD-recorder: Het is mogelijk om informatie zoals de titels en namen van zangers of zangeressen op de MD te zetten. Het is alleen mogelijk een track een titel te geven als u die track hebt geselecteerd. • Als u een gecombineerd CD-MD-deck hebt, is het ook mogelijk om de informatie over zangers en zangeressen, titels, muziekgenres, enzovoort, van normale muziek-CD’s op te slaan in het geheugen van het gecombineerde CD-MD-deck. (Volg hiertoe de procedure die staat beschreven in “Voor de CD-speler met de disc-geheugenfunctie” op pagina 50.) • Als u de titel wijzigt van een muziekstuk of MD die uit meer dan 32 tekens bestaat, worden de tekens na het 32e teken uit de titel gewist.
1. Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl de vermelding “MD” als afspeelbron op de display wordt weergegeven. Het scherm Disc Information verschijnt op de TV.
2. Druk op 5 of ∞ om te verplaatsen naar de vermelding “TITLE INPUT” en druk vervolgens op de toets SET. Het venster DISC TITLE INPUT verschijnt op het beeldscherm.
3. Voer de titel in. Zie stap 3 en 4 in “Voor de CD-speler met de discgeheugenfunctie”. • Er kunnen maximaal 32 tekens voor de titel van de MD worden ingevoerd.
4. Druk op 5 / ∞ / 2 / 3 naar de titel van om de MD te verplaatsen die u zojuist hebt ingevoerd en druk vervolgens op de toets SET. De titel van de MD wordt nu in het geheugen opgeslagen en het venster SONG TITLE INPUT voor de geselecteerde track verschijnt op het beeldscherm. • U kunt nu een titel voor de geselecteerde track invoeren.
5. Voer de titel van het liedje in. Zie stap 3 en 4 in “Voor de CD-speler met de disc-geheugenfunctie”. • Er kunnen maximaal 32 tekens voor de titel van de track worden ingevoerd.
6. Druk op 5 / ∞ / 2 / 3 om te verplaatsen naar de titel van de track die u zojuist hebt ingevoerd en druk vervolgens op de toets SET. De titel van de track wordt nu in het geheugen opgeslagen en het venster met informatie over de disc verschijnt weer op het beeldscherm.
51 NL46-51.RX-8020&22R[E]f
51
5/3/02, 4:22 PM
Andere apparatuur van JVC bedienen
Geluidsapparatuur bedienen BELANGRIJK: Om geluidsapparatuur van JVC met deze afstandsbediening te kunnen bedienen: • Moet u de geluidsapparatuur van JVC niet alleen aansluiten op de COMPU LINK (SYNCHRO)-uitgangen (zie pagina 46) maar ook gebruik maken van kabels met RCA-pinstekers (zie pagina’s 8 en 9). • Moet u de afstandsbediening rechtstreeks op de afstandsbedieningssensor van de ontvanger richten. • Als u de toetsen op het bedieningspaneel aan de voorzijde of de menufuncties gebruikt om een afspeelbron te selecteren, kunt u het desbetreffende apparaat niet met de afstandsbediening bedienen. Als u een afspeelbron met de afstandsbediening wilt bedienen, moet u het desbetreffende apparaat met behulp van de afstandsbediening selecteren. • Om het cassettedeck of de MD-recorder met het COMPU LINKafstandsbedieningssysteem te bedienen, moet u de naam van de afspeelbron correct instellen (zie pagina 17). • Raadpleeg ook de handleiding van het apparaat dat u met de afstandsbediening wilt bedienen.
A/V CONTROL RECEIVER
CATV/DBS
VCR1
TV
AUDIO
DVD
DVD MULTI
CD
FM/AM
TV/DBS
VIDEO
CDR
PHONO
VCR1
VCR2
TAPE/MD
USB
SURROUND
DSP
ANALOG DIRECT
BASS BOOST
SOUND
TEST
SURR/DSP ANALOG/DIGITAL OFF
INPUT
∗FRONT•L ∗FRONT•R
1
2
3
MENU
∗CENTER ∗SUBWFR
4
5
6
ENTER
DIMMER
∗SURR•L ∗SURR•R
MUTING
∗DIGITALEQ ∗SBACK•L ∗SBACK•R
8
7/P
0
+10
RETURN
FM MODE
100+
+
+
CATV/DBS CONTROL
TV/VIDEO TEXT DISPLAY
9
10
∗
+
CH/ LEVEL TV VOL
−
−
PLAY TA/NEWS/ EXIT
MENU
REC PAUSE
VOLUME
−
INFO
/REW
PAUSE
FF/
SET SLEEP
PTY
PTY SEARCH
PTY
STOP CONTROL DISPLAY MODE
Opmerking: Indien u op een van de bronkeuzetoetsen drukt, verschijnt de bedieningsmodus op de displayvenster. De afbeelding hierboven toont bijvoorbeeld dat de afstandsbediening nu voor bediening van CD gereed is. Toets FM/AM CD CDR PHONO TAPE/MD CONTROL (herhaaldelijk)* SOUND
Tekst op de display TUNER CD CDR PHONO TAPE TAPE VCR1 CDR CDDSC SOUND
* Door herhaaldelijk op CONTROL te drukken, kunt u “VCR1”, “TAPE”, “CDR” of “CDDSC” als bron kiezen.
NL52-60.RX-8020&22R[E]f
52
Tuner In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten: FM/AM : Hiermee schakelt u heen en weer tussen FM en AM (MG/LG). Nadat u op de toets FM/AM hebt gedrukt, kunt u de volgende handelingen verrichten: 1 – 10, +10 : Met deze cijfertoetsen kunt u een voorkeurzender selecteren. Druk voor kanaalnummer 5 op de toets met het cijfer 5. Druk voor kanaalnummer 15 op +10 en daarna op 5. Druk voor kanaalnummer 20 op +10 en daarna op 10. FM MODE : Hiermee wijzigt u de FMontvangstmodus. PTY SEARCH : Hiermee kunt u met een PTY-code naar een radioprogramma laten zoeken. PTY +/– : Hiermee selecteert u een PTY-code. TA/NEWS/INFO : Instellen van programmas voor de Enhanced Other Network-functie. DISPLAY MODE : Hiermee toont u de RDS-signalen. Bediening van het geluid (Versterker) In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten: SURROUND : Activeren en kiezen van Surroundmodi. DSP : Activeren en kiezen van DSP-modi. SURR/DSP OFF : Uitschakelen van Surround- en DSP-modi. Nadat u op de toets SOUND hebt gedrukt, kunt u de volgende handelingen verrichten: FRONT•L en dan LEVEL +/–: Instellen van het uitgangsniveau voor de linkervoorluidspreker. “FRL” verschijnt op de display. FRONT•R en dan LEVEL +/– : Instellen van het uitgangsniveau voor de rechtervoorluidspreker. “FRR” verschijnt op de display. CENTER en dan LEVEL +/– : Instellen van het uitgangsniveau voor de middenluidspreker. “CTR” verschijnt op de display. SURR•L en dan LEVEL +/– : Instellen van het uitgangsniveau voor de linkersurroundluidspreker. “SURRL” verschijnt op de display. SURR•R en dan LEVEL +/–: Instellen van het uitgangsniveau voor de rechtersurroundluidspreker. “SURRR” verschijnt op de display. SBACK•L en dan LEVEL +/–: Instellen van het uitgangsniveau voor de linker-surroundachterluidspreker. “SBKL” verschijnt op de display. SBACK•R en dan LEVEL +/–: Instellen van het uitgangsniveau voor de rechter-surroundachterluidspreker. “SBKR” verschijnt op de display. SUBWFR en dan LEVEL +/–: Instellen van het uitgangsniveau voor de subwoofer. “S-WFR” verschijnt op de display. DIGITAL EQ en dan LEVEL+/– : Instellen van de audioband en het frequentieniveau. “EQ” verschijnt op de display. TEST : Activeren of uitschakelen van de testtoon. BASS BOOST : Activeren of uitschakelen van de Bass Boost functie. Opmerking: Druk nadat u het geluid hebt aangepast op de toets voor het selecteren van een afspeelbron of druk om de geselecteerde bron met de 10 cijfertoetsen van de afstandsbediening te kunnen bedienen. Als u dit niet doet, kunt u de afspeelbron niet met de 10 cijfertoetsen bedienen.
52 5/9/02, 12:38 PM
Nederlands
Met de afstandsbediening van deze ontvanger kunnen ook andere audio- en beeldapparaten van JVC worden bediend omdat de signalen die voor het bedienen van andere JVC-apparaten nodig zijn standaard in de afstandsbediening zijn ingebouwd.
CD-speler Nadat u op de toets CD hebt gedrukt, kunt u de volgende handelingen verrichten met een CD-speler: 3 PLAY 4 ¢ 7 STOP 8 PAUSE
Nederlands
1 – 10, +10
:Hiermee start u het afspelen. :Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of vorige) track. :Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track. :Hiermee stopt u het afspelen. :Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets 3 PLAY om het afspelen te hervatten. :Met deze cijfertoetsen kunt u een track selecteren. Druk voor track 5 op de toets met het cijfer 5. Druk voor track 15 op +10 en daarna op 5. Druk voor track 20 op +10 en daarna op 10. Druk voor track 30 op +10, daarna op +10 en tot slot op 10.
CD-wisselaar Als u net zo vaak op de toets CONTROL hebt gedrukt tot “CDDSC” op de display is verschenen, kunt u de volgende handelingen verrichten met een CD-wisselaar: 3 PLAY 4 ¢ 7 STOP 8 PAUSE 1 – 6, 7/P
:Hiermee start u het afspelen. :Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of vorige) track. :Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track. :Stoppen van weergave of opname. :Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets 3 PLAY om het afspelen te hervatten. :Hiermee selecteert u het nummer van een CD die in de wisselaar is geplaatst.
Nadat u op de toets CD hebt gedrukt, kunt u de volgende handelingen verrichten met een CD-wisselaar: 1 – 10, +10
:Met deze cijfertoetsen kunt u een track selecteren. Druk voor track 5 op de toets met het cijfer 5. Druk voor track 15 op +10 en daarna op 5. Druk voor track 20 op +10 en daarna op 10. Druk voor track 30 op +10, daarna op +10 en tot slot op 10.
Voorbeeld: • CD-nummer 4 en track-nummer 12 selecteren en deze track afspelen. 1. Druk herhaaldelijk op de toets CONTROL tot de vermelding “CDDSC” op de display wordt weergegeven, en druk vervolgens op 4. 2. Druk op de toets CD en druk vervolgens op +10 en 2.
Draaitafel Nadat u op de toets PHONO hebt gedrukt, kunt u de volgende handelingen verrichten met een draaitafel: 3 PLAY 7 STOP
:Hiermee start u het afspelen. :Hiermee stopt u het afspelen.
CD-recorder Nadat u op de toets CDR hebt gedrukt (of de vermelding “CDR” hebt geselecteerd nadat u herhaaldelijk op de toets CONTROL hebt gedrukt), kunt de volgende handelingen verrichten met een CD-recorder: 3 PLAY 4 ¢ 7 STOP 8 PAUSE
:Hiermee start u het afspelen. :Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of vorige) track. :Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track. :Stoppen van weergave of opname. :Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets 3 PLAY om het afspelen te hervatten.
1 – 10, +10
REC PAUSE
:Met deze cijfertoetsen kunt u een track selecteren. Druk voor track 5 op de toets met het cijfer 5. Druk voor track 15 op +10 en daarna op 5. Druk voor track 20 op +10 en daarna op 10. Druk voor track 30 op +10, daarna op +10 en tot slot op 10. :Door een druk op deze toets wordt de opnamepauzemodus geactiveerd. Druk nogmaals op deze toets en dan op 3 PLAY om de opname voort te zetten.
Opmerking: Voor het activeren van de bovenstaande toetsen kunt u de toets CDR of CONTROL gebruiken. Als u op de toets CDR drukt, wordt tevens de afspeelbron gewijzigd. Als u op de toets CONTROL drukt en “CDR” selecteert, verandert de afspeelbron niet.
Cassettedeck Nadat u op de toets TAPE/MD hebt gedrukt (of de vermelding “TAPE” hebt geselecteerd nadat u herhaaldelijk op de toets CONTROL hebt gedrukt), kunt de volgende handelingen verrichten met een cassettedeck: 3 PLAY REW FF 7 STOP 8 PAUSE REC PAUSE
:Hiermee start u het afspelen. :Hiermee spoelt u de cassette van rechts naar links. :Hiermee spoelt u de cassette van links naar rechts. :Stoppen van weergave of opname. :Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets 3 PLAY om het afspelen te hervatten. :Door een druk op deze toets wordt de opnamepauzemodus geactiveerd. Druk nogmaals op deze toets en dan op 3 PLAY om de opname voort te zetten.
Opmerkingen: • Als u een cassettedeck gebruikt, dient u de naam van de bron die op de uitgang TAPE/MD is aangesloten wijzigen zodat deze correct is (zie pagina 17). • Voor het activeren van de bovenstaande toetsen kunt u de toets TAPE/MD of CONTROL gebruiken. Als u op de toets TAPE/MD drukt, wordt tevens de afspeelbron gewijzigd. Als u op de toets CONTROL drukt en “TAPE” selecteert, verandert de afspeelbron niet.
MD-recorder Nadat u op de toets TAPE/MD hebt gedrukt (of de vermelding “TAPE*” hebt geselecteerd nadat u herhaaldelijk op de toets CONTROL hebt gedrukt), kunt u de volgende handelingen verrichten met een MD-recorder: 3 PLAY 4 ¢ 7 STOP 8 PAUSE REC PAUSE
:Hiermee start u het afspelen. :Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of vorige) track. :Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track. :Stoppen van weergave of opname. :Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets 3 PLAY om het afspelen te hervatten. :Door een druk op deze toets wordt de opnamepauzemodus geactiveerd. Druk nogmaals op deze toets en dan op 3 PLAY om de opname voort te zetten.
Opmerkingen: • Als u een MD-recorder gebruikt, dient u de naam van de bron die op de uitgang TAPE/MD is aangesloten wijzigen zodat deze correct is (zie pagina 17). • Voor het activeren van de bovenstaande toetsen kunt u de toets TAPE/MD of CONTROL gebruiken. Als u op de toets TAPE/MD drukt, wordt tevens de afspeelbron gewijzigd. Als u op de toets CONTROL drukt en “TAPE*” selecteert, verandert de afspeelbron niet. * Door “TAPE” te kiezen kunt u de MD-recorder bedienen.
53 NL52-60.RX-8020&22R[E]f
53
5/3/02, 4:23 PM
Videorecorder 1 (Videorecorder aangesloten op de VCR 1-ingang.) In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten:
BELANGRIJK: Voor bediening van JVC videocomponenten met deze afstandsbediening: • Sommige videorecorders van JVC kunnen twee soorten besturingssignalen ontvangen—code “A” en code “B”. Voor u de afstandsbediening gaat gebruiken, dient u de besturingscode van de eerste Videorecorder 1 in te stellen op code “A”. — Indien u tevens een andere JVC videorecorder aansluit op de VCR 2 of VIDEO -uitgang, moet u de afstandsbedieningscode op “B” stellen. (Deze afstandsbediening kan geen bedieningssignalen van code “B” uitsturen). • Bij gebruik van de afstandsbediening, richt de afstandsbediening recht naar de afstandsbedieningssensor op het aangesloten component, dus niet naar de receiver.
VCR1
:Hiermee schakelt u de Videorecorder 1 aan/uit (Videorecorder aangesloten op de VCR 1ingang.).
Nadat u op de toets VCR1 hebt gedrukt (of de vermelding “VCR1” hebt geselecteerd nadat u herhaaldelijk op de toets CONTROL hebt gedrukt), kunt u de volgende handelingen verrichten met een VCR 1 (Videorecorder aangesloten op de VCR 1-ingang.): 1 – 9, 0 3 PLAY REW FF 7 STOP 8 PAUSE REC PAUSE
A/V CONTROL RECEIVER
CH +/–
:Hiermee selecteert u de kanalen op de videorecorder. :Hiermee start u het afspelen. :Hiermee spoelt u een videoband terug. :Hiermee spoelt u een videoband vooruit. :Stoppen van weergave of opname. :Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets 3 PLAY om het afspelen te hervatten. :Door een druk op deze toets wordt de opnamepauzemodus geactiveerd. Druk nogmaals op deze toets en dan op 3 PLAY om de opname voort te zetten. :Hiermee selecteert u een ander kanaal op de videorecorder.
Opmerking: CATV/DBS
VCR1
TV
AUDIO
DVD
DVD MULTI
CD
FM/AM
TV/DBS
VIDEO
CDR
PHONO
VCR1
VCR2
TAPE/MD
USB
SURROUND
DSP
ANALOG DIRECT
BASS BOOST
SOUND
TEST
Voor het activeren van de bovenstaande toetsen kunt u de toets VCR1 of CONTROL gebruiken. Als u op de toets VCR1 drukt, wordt tevens de afspeelbron gewijzigd. Als u op de toets CONTROL drukt en “VCR1” selecteert, verandert de afspeelbron niet.
DVD-speler Nadat u op de toets DVD of DVD MULTI hebt gedrukt, kunt u de volgende handelingen met de DVD-speler verrichten:
SURR/DSP ANALOG/DIGITAL OFF
INPUT
∗FRONT•L ∗FRONT•R
1
2
3
MENU
∗CENTER ∗SUBWFR
4
5
3 PLAY 4
6
ENTER
∗SURR•L ∗SURR•R
DIMMER
8
7/P MUTING
∗DIGITALEQ ∗SBACK•L ∗SBACK•R 10
0
+10
RETURN
FM MODE
100+
+
+
+
CATV/DBS CONTROL
TV/VIDEO TEXT DISPLAY
9
∗
CH/ LEVEL TV VOL
−
−
7 STOP 8 PAUSE
VOLUME
−
PLAY TA/NEWS/ EXIT
MENU
REC PAUSE
¢
INFO
/REW
PAUSE
FF/
SET SLEEP
PTY
PTY SEARCH
:Hiermee start u het afspelen. :Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of vorige) kapittel. :Hiermee gaat u naar het begin van de volgende kapittel. :Hiermee stopt u het afspelen. :Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets 3 PLAY om het afspelen te hervatten.
Nadat u op de toets DVD of DVD MULTI hebt gedrukt, kunt u deze toetsen gebruiken om de DVDspeler te bedienen.
PTY
STOP CONTROL DISPLAY MODE
Toets VCR1 DVD of DVD MULTI TV/DBS CONTROL (herhaaldelijk)*
Tekst op de display VCR1 DVD TV
VCR1 CDDSC
TAPE CDR
* Door herhaaldelijk op CONTROL te drukken, kunt u “VCR1”, “TAPE”, “CDR” of “CDDSC” als bron kiezen.
3
∗CENTER
MENU
∗SUBWFR
5
6 ENTER
∗SURR•L
Voor meer informatie over de bediening van de DVD-speler verwijzen we u naar de handleiding van de DVD-speler.
Indien u op een van de bronkeuzetoetsen drukt, verschijnt de bedieningsmodus op de displayvenster. De afbeelding hierboven toont bijvoorbeeld dat de afstandsbediening nu voor bediening van VCR 1 gereed is.
∗FRONT•R
2 TEST
4
Opmerking:
Opmerking:
∗FRONT•L
8
TV In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten: TV TV VOL +/– TV/VIDEO
:Hiermee schakelt u de TV aan/uit. :Hiermee kunt u het volume aanpassen. :Hiermee stelt u de invoermodus in (op TV of VIDEO).
Nadat u op de toets TV/DBS hebt gedrukt, kunt u de volgende handelingen verrichten met een TV: CH +/– 1 – 9, 0, 100+ RETURN
:Hiermee gaat u naar een ander kanaal. :Hiermee kunt u een ander kanaal selecteren. :Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen het kanaal dat de vorige keer was geselecteerd en het kanaal dat nu is geselecteerd.
54 NL52-60.RX-8020&22R[E]f
54
5/9/02, 11:09 AM
Nederlands
Beeldapparatuur bedienen
Nederlands
Apparatuur van andere merken bedienen De afstandsbediening die bij deze ontvanger wordt geleverd, kan ook besturingssignalen verzenden naar TV’s, CATV-converters, DBS-tuners, videorecorders, en DVD-speler van andere fabrikanten. U moet hiertoe wel een wijziging inbrengen in de instelling van de afstandsbediening. De standaardinstelling van JVC moet worden gewijzigd in een instelling die geschikt is om apparatuur van het andere merk te bedienen.
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezen die geschikt zijn om een TV van ander merk te bedienen
Voor meer informatie over de bediening van apparatuur van andere merken verwijzen we u naar de handleiding die bij die apparatuur wordt meegeleverd. Om apparatuur van een andere fabrikant met de afstandsbediening van JVC te bedienen, dient u eerst de fabrikantcode voor de TV, CATV-converter, DBS-tuner, videorecorder in te stellen en DVD-speler.
3. Voer de fabrikantcode in met behulp van de cijfertoetsen 1–9 en 0.
Nadat u de batterijen van de afstandsbediening hebt vervangen, dient u de codes van de fabrikanten opnieuw in te stellen.
1. Druk op de toets TV
en houd de toets ingedrukt.
2. Druk op de toets TV/DBS. “CALL” verschijnt op de display van de afstandsbediening.
U vindt de code in de onderstaande lijst.
4. Laat de toets TV
weer los.
De volgende toetsen kunnen worden gebruikt om de TV te bedienen: TV TV VOL +/– TV/VIDEO
:Hiermee schakelt u de TV aan/uit. :Hiermee kunt u het volume aanpassen. :Hiermee stelt u de invoermodus in (op TV of VIDEO).
Nadat u op de toets TV/DBS hebt gedrukt, kunt u de volgende handelingen verrichten met een TV: A/V CONTROL RECEIVER
CH +/– 1 – 10, 0, 100+ (+10)
CATV/DBS
VCR1
TV
AUDIO
DVD
DVD MULTI
CD
FM/AM
TV/DBS
VIDEO
CDR
PHONO
VCR1
VCR2
TAPE/MD
USB
SURROUND
DSP
ANALOG DIRECT
BASS BOOST
SOUND
TEST
SURR/DSP ANALOG/DIGITAL OFF
INPUT
∗FRONT•L ∗FRONT•R
1
2
3
MENU
∗CENTER ∗SUBWFR
4
5
6
ENTER
∗SURR•L ∗SURR•R
DIMMER
8
7/P MUTING
10
0
+10
RETURN
FM MODE
100+
+
+
CATV/DBS CONTROL
TV/VIDEO TEXT DISPLAY
9
∗DIGITALEQ ∗SBACK•L ∗SBACK•R
∗
+
CH/ LEVEL TV VOL
−
−
−
PLAY TA/NEWS/ EXIT
MENU
REC PAUSE
VOLUME
INFO
/REW
PAUSE
FF/
SET SLEEP
PTY
PTY SEARCH
PTY
STOP CONTROL DISPLAY MODE
Opmerkingen: • Raadpleeg ook de handleiding die bij uw TV werd geleverd. • Het is mogelijk dat niet alle hierboven beschreven functies met uw TV kunnen worden gebruikt. • Indien u voor uw TV niet met de cijfertoetsen van kanaal kunt veranderen, moet u de CH +/– toetsen voor het kiezen van kanalen gebruiken.
5. Probeer nu uw TV-toestel te bedienen door op de toets TV te drukken. Als uw TV nu aan- of uitgaat, hebt u de goede fabrikantcode ingevoerd. Als er voor uw merk TV meerdere fabrikantcodes in de lijst staan vermeld, raden we u aan elke code te proberen tot u er een hebt gevonden die werkt. Fabrikant
Code
00*, 02, 13, 14, 47, 74 AKAI 01, 02 BLAUPUNKT 03, 04, FISHER 01, 05 GRUNDIG 03, 06, 07 HITACHI 08, 09, 10, 49 IRADDIO 02 ITT/NOKIA 11, 12 LOEWE 06, 15, 16 MAGNAVOX 08, 17, 49 METS 50, 51, 52, 53 MITSUBISHI 08, 18, 19, 20 MIVAR 21 NORDMENDE 22, 23 OKANO 15 PANASONIC 24, 25, 26, 27 76 PHILIPS 15, 17, 28, 75 JVC
Opmerking: Indien u op een van de bronkeuzetoetsen drukt, verschijnt de bedieningsmodus op de displayvenster. De afbeelding hierboven toont bijvoorbeeld dat de afstandsbediening nu voor bediening van TV gereed is. Toets TV/DBS CATV/DBS CONTROL VCR1 DVD of DVD MULTI
Tekst op de display TV CATV VCR1 DVD
:Hiermee gaat u naar een ander kanaal. :Hiermee kunt u een TV-kanaal selecteren. De toets 10 fungeert als ENTER-toets als u bij uw TV na het selecteren van een kanaal op ENTER moet drukken.
Fabrikant
Code
QUELLE
52, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 65, 66, 67 RCA/ 08, 24, 29, 30, PROSCAN 31, 48 SABA 32, 33, 68, 69, 70 SAMSUNG 06, 08, 16, 34, 35, 49 SANYO 01, 05 SCHNEIDER 02, 15, 36 SHARP 37, 38, 77 SONY 39 TELEFUNKEN 40, 41, 42, 69 THOMSON 71, 72 TOSHIBA 37, 43, 44 ZENITH 45, 46 *Basisinstelling
De fabrikantcodes kunnen zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd. Als de code is gewijzigd, kunt u het desbetreffende apparaat niet met behulp van deze afstandsbediening bedienen.
55 NL52-60.RX-8020&22R[E]f
55
5/3/02, 4:23 PM
1. Druk op de toets CATV/DBS ingedrukt.
en houd de toets
2. Druk op de toets CATV/DBS CONTROL. “CALL” verschijnt op de display van de afstandsbediening.
3 Voer de fabrikantcode in met behulp van de cijfertoetsen 1–9 en 0. De codes staan in de onderstaande lijst.
4. Laat de toets CATV/DBS
weer los.
De volgende toetsen kunnen worden gebruikt om de CATV-converter of de DBS-tuner te bedienen: CATV/DBS CH +/– 1 – 10, 0, 100+ (+10)
:Hiermee schakelt u de CATVconverter of DBS-tuner aan/uit. :Hiermee gaat u naar een ander kanaal. :Hiermee kunt u een kanaal selecteren. De toets 10 fungeert als ENTERtoets als u bij uw CATV-converter of DBS-tuner na het selecteren van een kanaal op ENTER moet drukken.
Opmerking: Raadpleeg ook de handleiding die bij uw CATV-converter of DBS-tuner werd geleverd.
5. Probeer nu uw CATV-converter of DBS-tuner te bedienen door op de toets CATV/DBS te drukken. Als uw CATV-converter of DBS-tuner nu aan- of uitgaat, hebt u de goede fabrikantcode ingevoerd. Als er voor uw merk CATV-converter of DBS-tuner meerdere fabrikantcodes in de lijst staan vermeld, raden we u aan elke code te proberen tot u er een hebt gevonden die werkt.
Opmerking: Het is niet mogelijk om de CATV-converter en de DBS-tuner tegelijk te gebruiken.
Voor DBS-tuner Fabrikant
Code
JVC AMSTRAD BLAUPUNKT ECHOSTAR GOLDSTAR GRUNDIG HIRSHMANN INSTRUMENT ITT/NOKIA KATHREIN NEC ORBITECH PHILIPS RCA SAMSUNG SCHWAIGER SIEMENS SONY TECHNISAT
56*, 57, 67 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49 30 50, 51, 67 31 32, 33 48, 52, 53, 54, 55 68 34 52, 58, 59, 60, 61, 62, 63 35, 36 48 37, 38 65 39, 40 61, 64 41, 42 66 48 *Basisinstelling
Voor CATV-converter Fabrikant
Code
GENERAL INSTRUMENT 06, 07, 08, 09, 10, 11, 12, 13, 14, 29 HAMLIN/REGAL 01, 02, 03, 04, 05 JERROLD 06, 07, 08, 09, 10, 11, 12, 13, 14 OAK 15, 16, 17 PANASONIC 18, 19, 20 PIONEER 21, 22 SCIENTIFIC ATLANTA 23, 24, 25 TOCOM 26 ZENITH 27, 28 De fabrikantcodes kunnen zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd. Als de code is gewijzigd, kunt u het desbetreffende apparaat niet met behulp van deze afstandsbediening bedienen.
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezen die geschikt zijn om een videorecorder van een ander merk te bedienen
1. Druk op de toets VCR1 ingedrukt. 2. Druk op de toets VCR1.
en houd de toets
“CALL” verschijnt op de display van de afstandsbediening.
3. Voer de fabrikantcode in met behulp van de cijfertoetsen 1–9 en 0. De codes staan in de lijst op de volgende pagina.
4. Laat de toets VCR1
weer los.
De volgende toetsen kunnen worden gebruikt om de videorecorder te bedienen: :Hiermee schakelt u de videorecorder VCR1 aan/uit. Nadat u op de toets VCR1 hebt gedrukt, kunt u de volgende handelingen verrichten met een videorecorder: CH +/– :Hiermee kunt u een ander TV-kanaal op de videorecorder. 1 – 10, 0, 100+ (+10) :Hiermee kiest u TV-kanalen. De toets 10 fungeert als ENTER-toets als u bij uw videorecorder na het selecteren van een kanaal op ENTER moet drukken. 3 PLAY :Hiermee begint u het afspelen. REW :Hiermee spoelt u een videoband terug. FF :Hiermee spoelt u een videoband vooruit. 7 STOP :Stoppen van weergave of opname. 8 PAUSE :Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets 3 PLAY om het afspelen te hervatten. REC PAUSE :Door een druk op deze toets wordt de opnamepauzemodus geactiveerd. Druk nogmaals op deze toets en dan op 3 PLAY om de opname voort te zetten.
Opmerking: Raadpleeg ook de handleiding die bij de videorecorder werd geleverd.
5. Probeer nu uw videorecorder te bedienen door op de toets VCR1 te drukken. Als uw videorecorder nu aan- of uitgaat, hebt u de goede fabrikantcode ingevoerd. Als er voor uw merk videorecorder meerdere fabrikantcodes in de lijst staan vermeld, raden we u aan elke code te proberen tot u er een hebt gevonden die werkt.
56 NL52-60.RX-8020&22R[E]f
56
5/3/02, 4:23 PM
Nederlands
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezen die geschikt zijn om een CATV-converter of DBS-tuner van ander merk te bedienen
Fabrikant
Code
Nederlands
JVC AIWA BELL & HOWELL BLAUPUNKT CGM EMERSON FISHER FUNAI GE GOLDSTAR GOODMANS GRUNDIG HITACHI LOEWE MAGNAVOX MITSUBISHI NEC NOKIA NORDMENDE ORION PANASONIC PHILIPS PHONOLA RCA/PROSCAN SABA SAMSUNG SANYO SHARP SIEMENS SONY TELEFUNKEN TOSHIBA ZENITH
00*, 26, 27, 28, 29, 58 01, 02 03 04, 05 06, 07 08, 10, 11, 12, 64, 65 03, 14, 15, 16, 17 01 18, 19, 20 07 13, 21 06, 22 18, 23, 24, 25, 66 07, 21 04, 19, 24 30, 31, 32, 33, 34, 35 26, 27 03, 36 38 09 19, 24, 39, 40 04, 19, 21, 24, 41, 42 21 04, 18, 19, 23, 24, 43, 44, 45 38, 46 45, 47, 59, 61, 62, 63 03, 48, 49 37, 50 03, 51 52, 53, 54 55, 60 43, 44 56, 57 *Basisinstelling
De fabrikantcodes kunnen zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd. Als de code is gewijzigd, kunt u het desbetreffende apparaat niet met behulp van deze afstandsbediening bedienen.
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezen die geschikt zijn om een DVD-speler van een ander merk te bedienen
1. Druk op de toets AUDIO ingedrukt.
Nadat u op de toets DVD of DVD MULTI hebt gedrukt, kunt u deze toetsen gebruiken om de DVDspeler te bedienen.
6
8
Raadpleeg ook de handleiding die bij de DVD-speler werd geleverd.
5. Probeer de DVD-speler te bedienen met behulp van een van de bovenstaande toetsen. • VERGEET NIET voordat u op een van de bovenstaande toetsen drukt de DVD-speler in te schakelen. Als er voor uw merk DVD-speler meerdere fabrikantcodes in de lijst staan vermeld, raden we u aan elke code te proberen tot u er een hebt gevonden die werkt.
Fabrikant JVC DENON PANASONIC PHILIPS PIONEER RCA SAMSUNG SONY TOSHIBA YAMAHA
Code 00*, 02 01 03 13 04, 05, 06 07 08 09 10 11, 12 *Basisinstelling
De fabrikantcodes kunnen zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd. Als de code is gewijzigd, kunt u het desbetreffende apparaat niet met behulp van deze afstandsbediening bedienen.
en houd de toets
weer los.
:Hiermee start u het afspelen. :Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of vorige) kapittel. :Hiermee gaat u naar het begin van de volgende kapittel. :Hiermee stopt u het afspelen. :Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets 3 PLAY om het afspelen te hervatten.
57 57
∗SUBWFR
Opmerking:
Nadat u op de toets DVD of DVD MULTI hebt gedrukt, kunt u de volgende handelingen verrichten met een DVD-speler:
NL52-60.RX-8020&22R[E]f
3 MENU
5
Voor meer informatie over de bediening van de DVD-speler verwijzen we u naar de handleiding van de DVD-speler.
De codes staan in de onderstaande lijst.
7 STOP 8 PAUSE
4
Opmerking:
3. Voer de fabrikantcode in met behulp van de cijfertoetsen 1–9 en 0.
¢
2 ∗CENTER
TEST
ENTER
“CALL” verschijnt op de display van de afstandsbediening.
3 PLAY 4
∗FRONT•R
∗SURR•L
2 Druk op de toets DVD.
4. Laat de toets AUDIO
∗FRONT•L
5/3/02, 4:23 PM
Problemen oplossen Un deze tabel staat een overzicht van enkele veelvoorkomende problemen en gangbare oplossingen die vaak in de praktijk blijken te werken. Mocht u een probleem tegenkomen dat u niet kunt oplossen, neemt u dan contact op met een JVC-service center bij u in de buurt. MOGELIJKE OORZAAK
OPLOSSING
De display licht niet op.
De netspanningskabel is niet aangesloten.
Steek de netspanningskabel in het stopcontact. (Zie pagina 15.)
De luidsprekers geven geen geluid.
De kabels van en naar de luidsprekers zijn niet aangesloten.
Controleer de kabels van en naar de luidsprekers en sluit deze indien nodig opnieuw aan. (Zie pagina 6 tot 8.)
De toetsen voor SPEAKERS ON/OFF 1 en SPEAKERS ON/OFF 2 zijn niet goed ingesteld.
Druk beide SPEAKERS ON/OFF 1 en SPEAKERS ON/OFF 2 in de juiste stand. (Zie pagina 18.)
Er is een verkeerde bron geselecteerd.
Selecteer de juiste bron.
De functie Mute is ingeschakeld.
Druk op de toets MUTING om deze functie uit te schakelen. (Zie pagina 20.)
Er is een verkeerde invoermodus geselecteerd (analoog of digitaal).
Selecteer de juiste invoermodus (analoog of digitaal). (Zie pagina 19.)
De aansluitingen zijn verkeerd.
Controleer de aansluitingen. Zie pagina 8 tot 12 voor analoge aansluitingen. Zie pagina 13 voor digitale aansluitingen. Zie pagina 14 voor USB-aansluitingen.
De kabels naar de luidsprekers zijn niet goed aangesloten.
Controleer de kabels naar de luidsprekers en sluit deze indien nodig opnieuw aan. (Zie pagina 6 tot 8.)
De balans is zodanig ingesteld dat slechts één van de luidsprekers geluid weergeeft.
Pas de balans aan. (Zie pagina 43).
De ontvanger, computer of USB-kabel is elektrisch geladen.
Schakel de ontvanger uit en daarna weer aan, en start de computer en de geïnstalleerde toepassingen opnieuw op.
Het USB-apparaat is niet op de computer geselecteerd.
Selecteer “USB Audio Device [1]” voor “Playback” van “Audio” (zie pagina 14). Raadpleeg ook de handleiding van de computer.
Het selectievakje “Mute” op de computer is ingeschakeld.
Ga na of het volume niet te laag is afgesteld. Raadpleeg ook de handleiding van de computer.
Er is ongewenst geluid te horen als de computer geluid via de USB-kabel afspeelt.
Er is sprake van sterke elektromagnetische storing, bijvoorbeeld veroorzaakt door een TV.
Verplaats de TV uit de buurt van het apparaat dat de elektromagnetische storing veroorzaakt.
Het geluid van de computer dat op de USB-kabel is aangesloten wordt haperend ten gehore gebracht.
De computer is overbelast door het gebruik van andere programma’s.
Sluit toepassingen die u niet gebruikt.
Een voortdurende ruis of gesis bij de ontvangst van FM-stations.
Het ontvangen signaal is te zwak.
Sluit een FM-buitenantenne aan of neem contact op met uw leverancier. (Zie pagina 5.)
Het station is te ver weg.
Selecteer een ander station.
U gebruikt een verkeerde antenne.
Neem contact op met uw leverancier om na te gaan of u wel de juiste antenne gebruikt.
Er is slechts één luidspreker die geluid geeft.
Er komt geen geluid van de computer die met een USB-kabel is aangesloten.
De antenne is niet goed aangesloten.
Controleer de aansluitingen. (Zie pagina’s 5 en 6.)
Sporadisch krakende geluiden bij de ontvangst van FM-stations.
Ontstekingsgeluiden van auto’s en bromfietsen.
Plaats de antenne verder weg van de openbare weg.
U hoort onbedoeld geluid.
Er is geen aardlekkabel (H) aangesloten op het aansluitpunt (H) aan de achterzijde.
Sluit de kabel aan op het aansluitpunt (H) aan de achterzijde.
Een “huilend” geluid bij het afspelen van grammofoonplaten.
De draaitafel bevindt zich te dicht in de buurt van de luidsprekers.
Plaats de luidsprekers uit de buurt van de draaitafel.
Geen geluidseffect, bijvoorbeeld van Surround- en DSP-modus en digitale egalisatie.
Analog Direct is geactiveerd.
Schakel Analog Direct uit. (Zie pagina 33.)
6,1-kanaal reproductie onmogelijk voor Dolby Digital EX of DTS ES software.
De software of instelling is niet voor Dolby Digital EX of DTS ES geschikt.
Speel software af die de of markering heeft. Stel “EX/ES” op “AUTO”. (Zie pagina 23.)
Zie verder op de volgende pagina.
58 NL52-60.RX-8020&22R[E]f
58
5/3/02, 4:24 PM
Nederlands
PROBLEEM
PROBLEEM
MOGELIJKE OORZAAK
OPLOSSING
De luidsprekers zijn overbelast als gevolg van een te hoog volume.
1. Druk op de toets STANDBY/ON op het bedieningspaneel aan de voorzijde om de ontvanger uit te zetten. 2. Stop het afspelen van het apparaat. 3. Zet de ontvanger weer aan en pas het volume aan.
De luidsprekers zijn overbelast als gevolg van kortsluiting bij de uitgangen van of naar de luidsprekers.
Druk op het paneel aan de voorzijde van de ontvanger op en controleer de kabels de toets STANDBY/ON van en naar de luidsprekers. Als “OVERLOAD” niet verdwijnt, moet u de stekker uit het stopcontact verwijderen en daarna weer in het stopcontact steken. Als de kabels van en naar de luidsprekers geen kortsluiting veroorzaken, raden we u aan contact op te nemen met uw leverancier.
Het lampje STANDBY gaat aan nadat u de stroom hebt ingeschakeld, maar daarna schakelt de ontvanger zichzelf uit (gaat weer in standby).
De ontvanger ontvangt een te hoog voltage.
Druk op de toets STANDBY/ON aan de voorzijde van de ontvanger om deze uit te schakelen. Verwijder de stekker uit het stopcontact en neem contact op met de dealer.
De afstandsbediening doet het niet.
Er is een obstakel tussen de afstandssensor op de ontvanger en de afstandsbediening.
Verwijder het voorwerp.
De batterijen zijn (bijna) op.
Vervang de batterijen. (Zie pagina 15.)
Er is een verkeerde bedieningsmodus voor de afstandsbediening geselecteerd.
Selecteer de juiste bedieningsmodus voor de afstandsbediening. (Zie pagina’s 52 tot 54.)
Nederlands
De vermelding “OVERLOAD” begint te knipperen op de display.
De afstandsbediening werkt niet zoals de bedoeling is.
59 NL52-60.RX-8020&22R[E]f
59
5/3/02, 4:24 PM
Specificaties
Specificaties en ontwerp kunnen zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd.
Versterker Uitvoervermogen: Bij Stereo-werking:
Gevoeligheid/impedantie video-input: 100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in 8 Ω bij 1 kHz, met totaal maximaal 0,8% aan harmonische vervorming (IEC268-3/DIN).
Kanaal midden:
Surroundkanalens:
S-video:DVD, VCR 1, VCR 2, VIDEO, TV SOUND/DBS: (Y: luminance): 1 V(p-p)/75 Ω (C: chrominance, burst):0,286 V(p-p)/75 Ω
Bij Surround-werking: Kanalen voor:
Gewone video:DVD, VCR 1, VCR 2, VIDEO, TV SOUND/DBS: 1 V(p-p)/75 Ω
100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in 8 Ω bij 1 kHz, met totaal maximaal 0,8% aan harmonische vervorming. 100 W, min. RMS, aangedreven in 8 Ω bij 1 kHz met totaal maximaal 0,8% aan harmonische vervorming. 100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in 8 Ω bij 1 kHz, met totaal maximaal 0,8% aan harmonische vervorming.
Niveau video-output: Gewone video:VCR 1, VCR 2, MONITOR OUT: 1 V(p-p)/75 Ω S-video:VCR 1, VCR 2, MONITOR OUT: (Y: luminance):
1 V(p-p)/75 Ω
(C: chrominance, burst):0,286 V(p-p)/75 Ω Synchronisatie:
Negative
Signaal/ruis-verhouding:
45 dB
Kleurensysteem:
PAL
Nederlands
Kanalen voor:
Video
Audio Gevoeligheid/impedantie audio-input (1 kHz): PHONO (MM): 2,5 mV/47 kΩ DVD, VCR 1, VCR 2, VIDEO, TV SOUND/DBS, CD, CDR, TAPE/MD: 200 mV/47 kΩ Audio-input (DIGITAL IN)* : Coax:DIGITAL 1 (DVD):
0,5 V(p-p)/75 Ω
Optisch:DIGITAL 2 (CD), DIGITAL 3 (TV), DIGITAL 4 (CDR): –21 dBm tot –15 dBm (660 nm ±30 nm) * Heeft betrekking op Linear PCM, Dolby Digital en DTS Digital Surround (met sampling-frequentie—32 kHz, 44,1 kHz, 48 kHz). USB:
Revisie 1,0, full-speed (met samplingfrequentie—32 kHz, 44,1 kHz, 48 kHz)
Niveau audio-output: PRE OUT:
1,0 V
Opname-uitgangsniveau: VCR 1, VCR 2, CDR, TAPE/MD: 200 mV Digitale uitgang:Optisch: DIGITAL OUTPUT: Signalgolflengte: 660 nm Uitgangsniveau: –21 dBm tot –15 dBm Signaal/ruis-verhouding (’66 IHF/DIN): PHONO: 70 dB/66 dB DVD, VCR 1, VCR 2, VIDEO, TV SOUND/DBS, CD, CDR, TAPE/MD: 92 dB/67 dB
FM-tuner (IHF) Afstembereik:
87,50 MHz tot 108,00 MHz
Bruikbare gevoeligheid:
Mono:
17,0 dBf (1,95 µV/75 Ω)
50 dB stiltegevoeligheid:
Mono: Stereo:
21,3 dBf (3,2 µV/75 Ω) 41,3 dBf (31,5 µV/75 Ω)
Signaal/ruis-verhouding (IHF A-klasse): Mono: Stereo: Totale harmonische vervormi: Mono: Stereo:
78 dB bij 85 dBf 73 dB bij 85 dBf 0,4% bij 1 kHz 0,6% bij 1 kHz
Stereo-scheiding bij REC OUT:35 dB bij 1 kHz Afwisselend kanaalgevoeligheid:45 dB: (±400 kHz) Frequentierespons:
AM (MG/LG)-tuner Afstembereik:
30 Hz tot 15 kHz: (+0,5 dB, –3 dB)
MG:522 kHz tot 1 629 kHz LG:144 kHz tot 288 kHz
Bruikbare gevoeligheid:
Raamantenne 400 µV/m
Signaal/ruis-verhouding:
50 dB (100 mV/m)
Frequentierespons (8 Ω): PHONO:
20 Hz tot 20 kHz (±1 dB)
DVD, VCR 1, VCR 2, VIDEO, TV SOUND/DBS, CD, CDR, TAPE/MD: 20 Hz tot 100 kHz (+1 dB, –3 dB) USB:
20 Hz tot 20 kHz (+1 dB, –3 dB)
RIAA Phono-equalisat:
±1,0 dB (20 Hz tot 20 kHz)
Basversterking:
+6 dB ±1,0 dB bij 100 Hz
Algemeen Vereiste vermogen:
AC 230V
, 50 Hz
Stroomverbruik:
210 W/280 VA (tijdens werking) 2 W (in Standby-modus)
Afmetingen (B x H x D):
435 mm x 156,5 mm x 425 mm
Gewicht:
11,8 kg
60 NL52-60.RX-8020&22R[E]f
60
5/9/02, 11:10 AM
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
V
GE, FR, NL
RX-8020&8022R[E]COVER_f
J
2
02.4.18, 6:17 PM
C
0205NHMMDWJEIN