Exodus 4:18 -26 /Lucas 2:21 / Romeinen 2:28,29 (40-dagentijd 2010, Brouwershaven) Voor de kinderen: Rozen hebben doornen (ik heb rozen meegenomen) Kijk maar. Vind je ze mooi? Maar ze hebben ook doornen, zie je dat? Voel maar… Rozen hebben doornen, zeggen we dan. Weet je wat dat betekent? Alles wat mooi is heeft ook een minder mooie kant. Je kunt zeggen: Alles wat mooi is, kost ook moeite. Mooi en moeite – dat zijn woorden die op elkaar lijken maar ook bij elkaar horen. In deze tijd voor Pasen denken we eraan dat het mooie van geloof in God ook moeite kost. Als je van iemand houdt mag je daar ook wel wat voor over hebben, iets weggeven – met een groot woord heet dat een offer. Daarom krijgen jullie van mij allemaal een roos, maar… ik wil dat je die roos ook weer weggeeft, bijvoorbeeld aan je moeder, of je vader, of je oma… Want ja, rozen hebben doornen.
----------
Meditatie: Bloedbruidegom Beste Mozes, wat een bizar verhaal over jou is dit! Er staan heel veel vreemde verhalen in de bijbel. Die zien we nogal eens over het hoofd. We willen ze misschien liever niet zien. Ze zijn weerbarstig, niet op onze maat gesneden. Ze zijn te primitief, of te wreed, of te bloederig… Te onbegrijpelijk – en wij willen alles zo graag begrijpen. Ook dit verhaal over jou, Mozes, is ver van ons bed. Het staat haaks op ons gecultiveerde Godbeeld. Daarom schrijf ik je nu maar een brief. Want dit verhaal uitleggen zou ik zomaar niet durven. En in een brief kan ik vragenderwijs een poging wagen. Dit verhaal, het moet wel heel oud zijn. Het is vast een overlevering uit heel vroege tijden, een zwerfsteen literatuur, een volksverhaal dat verteld werd rond het ritueel van de besnijdenis. Ja, het moet wel heel oud zijn, want de besnijdenis uitvoeren met een scherpe steen, dat doet toch wel heel primitief aan. Je moet er toch ook niet aan denken… De dichter die de verhalen over jou heeft samengesteld, Mozes, moet een reden hebben gehad om dit oude verhaal in te vlechten in zijn eigen kunstwerk, dat vol zit met woordspelingen en duistere beelden. Ik ga zoeken naar de dubbele bodems en de mogelijke betekenis ervan in ons leven. Wat is toch de reden, Mozes, dat de Ene “jou zocht te doden”? De God nota bene die jij net had leren kennen als de verborgen aanwezige in ons leven dat die God zich op de weg naar Egypte aan jou manifesteert als een vijand??
Daar staat ons verstand bij stil, Mozes, dat de God die bevrijding belooft, jou blijkbaar probeert te doden!! Wat een raar zinnetje… Dat kunnen wij niet aan. En dat er dan ook nog zo nodig bloed moet vloeien, met die vreemde term: Bloedbruidegom… Wat een duistere, bijna griezelige naam, die jouw geliefde Tsippora jou geeft. Ja, het is duistere poëzie, Mozes. Help ons een beetje op weg, wil je? Zegt het misschien iets over het te lieve Godbeeld dat wij koesteren? Ja, het is maar een vraag… Hebben wij God vastgespijkerd op het gepolijste hout van onze consumptiecultuur, onze verwendheid? Is onze God ongevaarlijk geworden - een tandeloze tijger? Doet het heilige ons niet langer huiveren, maar halen wij de schouders op: Ach, het is God maar. Betekent het dat mensen van nu alles te goedkoop willen? Ook de meest kostbare dingen, zoals er rozen zonder doornen zijn en druiven zonder pitten? Liefde zonder pijn, zonder zelfverloochening, zonder offer…? Mijn gedachten gaan die richting uit, Mozes. Want het is toch zo, dat liefde, ook Gods liefde, offers vraagt? Het is toch zo dat Gods liefde ons helemaal wil, ons hebben wil met huid en haar?! En zelfs met voorhuid en al… Is dat het misschien wat met dit zinnetje bedoeld wordt: De Ene zocht Mozes te doden…? Dat God jou hebben wou met alles erop en eraan, zoals een minnaar zijn geliefde naar zich toe zuigt en in zijn armen houdt en platdrukt en vermorzelt van liefde. Zoals vuur dat om zich heen grijpt en alles in bezit neemt…
Maar wie eenmaal iets heeft ontdekt van dat heilige vuur, die wil alleen maar meer, toch? Die wil alles wel prijsgeven om deel uit te maken van dat vuur, het vuur dat God is… Opgaan in dat vuur - dat mag ons wel iets kosten, niet dan, Mozes? Daar ga je mank van lopen als Jacob na de nacht van zijn worsteling met God. Dat laat littekens na. Want de liefde vraagt van je dat je gesnoeid wordt, dat er in je gesneden wordt - dat is de prijs. De roos heeft doornen. Alles wat mooi is mag moeite kosten. Dat maakt het alleen maar mooier. Mag dat de symbolische betekenis zijn van besnijdenis zijn, Mozes? Dat het ons iets mag kosten? Dat het groeien van het heilige in ons leven niet anders kan dan door het snoeien van ons ik? Want liefde – dat is een bloedbruidegom. Liefde is ook offer. Dat is waarbij we stilstaan in de 40-dagentijd. We zien het, Mozes, bij die nieuwe Mozes, eeuwen na jou: Jezus. Ook zijn leven begint met een besnijdenis. Dat is zijn eerste kruisiging, denk je ook niet, Mozes? En dan snap jij ook wel wat Paulus later uitlegt: Dat het niet gaat om uiterlijke tekenen of rituelen, maar om de verinnerlijking daarvan. Dat we onze ziel, onze geest, ons hart, mogen “besnijden” om ruimte te maken voor de liefde, de Geest van God. Een middeleeuwse mystica, Marguerite Porète, die behoorde tot de stroming van “de broeders en zusters van de vrije Geest” streefde zelfs naar “de vernietiging van de ziel”. Dat had ze er graag voor over om de liefde van God deelachtig te worden.
Die andere middeleeuwse mysticus, Meister Eckhart, zei het minder plastisch, maar het komt op hetzelfde neer: “Ons ik mag uit zichzelf treden opdat God in ons God kan worden.” Dat zijn zinnen om over na te denken in onze tijd van zelfontplooiing en individualisme, vind je ook niet, Mozes? Misschien is het voor ons te hoog gegrepen, verwend als wij zijn – wij zoeken in spiritualiteit immers liever “Happinez” dan pijn en offers? Maar, Mozes, help ons dan, leer ons dan op z’n minst om onszelf te relativeren, om onszelf te kunnen lachen, nu en dan buiten onszelf te gaan staan en ons ik te zien als een deeltje van het grote geheel. Leer ons dat rozen mooier zijn als het ons moeite kost ze te plukken, dat liefde rijker is als ze ons ook iets van ons vraagt. Leer ons dat Jezus zelf een bloedbruidegom is… Amen.
28 februari 2010, liturgie rond Ex. 4:18-26, Lucas 2:21, Rom. 2:28,29 - Welkom en mededelingen - Intochtpsalm: Psalm 25:1,2 - We buigen en zwijgen voor het heilige… - Bemoediging: Onze hulp in de naam van de Eeuwige, die hemel en aarde gemaakt heeft. - Groet: De vrede van Christus met allen, amen. - Drempelgebed - Zingen: Psalm 25:3,4 - Kyriëgebed - Kyriëlied: Gez. 174 - Gebed bij de opening van de Schriften - Zingen: Zomaar te gaan… (lied 477:1,2,3 Evang. Liedb.) - Voor de kinderen: Rozen hebben doornen - Zingen: Gez. 172:1 - Lezing: Exodus 4:18-26 (Naardense bijbel) - Zingen: Gez. 172:2 - Lezing: Lucas 2:21 / Romeinen 2:28,29 - Zingen: Gez. 172:3 - Meditatie: Bloedbruidegom… - Orgelspel - Zingen: Gez. 172:4 - Gebeden - Collecte
- Slotlied: Gez. 487 - Zegen: Zegene u allen de Eeuwige / almachtig in liefde / Vader, Zoon en heilige Geest / amen.