Colofon
Informatie
‘s-Gravenhage, maart 2007
Directoraat-Generaal voor Energie en Telecom Bezuidenhoutseweg 30 Postbus 20101 2500 EC ‘s-Gravenhage Internet: www.ez.nl
Extra exemplaren kunt u bestellen via www.ez.nl of door te bellen naar 0800-6463951.
Publicatienummer: 07 ET 10
Dit is een publicatie van het Ministerie van Economische Zaken.
Randstad 380 kV hoogspanningsverbinding Wateringen-Zoetermeer Richtlijnen voor het milieueffectrapport
Randstad 380 kV hoogspanningsverbinding Wateringen – Zoetermeer Richtlijnen voor het milieueffectrapport
Inleiding Hierbij stellen wij de richtlijnen vast voor het milieueffectrapport ten behoeve van de Randstad 380 kV verbinding Wateringen-Zoetermeer. In deze richtlijnen is aangegeven welke aspecten behandeld moeten worden in het milieueffectrapport (MER) voor deze nieuwe hoogspanningsverbinding, en op welke wijze dat moet gebeuren. De onafhankelijke Commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) heeft op 26 juni jl. advies uitgebracht voor de vast te stellen richtlijnen. Het bevoegd gezag heeft ervoor gekozen dit advies in zijn geheel over te nemen; het advies is daarom hierna integraal overgenomen. Het advies van de Commissie m.e.r. was met name gericht op die onderwerpen die in het MER een nadere of andere uitwerking of aanpak behoeven dan was voorgesteld in de “Startnotitie Randstad 380 kV verbinding Wateringen-Zoetermeer” 1. Daarom geldt, voor alle onderwerpen die niet in het advies van de Commissie m.e.r. genoemd worden, de in de startnotitie voorgestelde aanpak als richtlijn voor het MER. De Commissie m.e.r. heeft zich bij het vaststellen van haar advies mede gebaseerd op de zienswijzen die zijn ontvangen naar aanleiding van de startnotitie. Deze heeft van 3 april tot en met 17 mei jl. ter inzage gelegen. Ruim 2900 personen en instanties hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid een zienswijze in te dienen op de startnotitie, wat heeft geleid tot 690 verschillende inspraakreacties. De insprekers hebben aandacht gevraagd voor diverse (milieu)aspecten die in de milieueffectrapportage zouden moeten worden betrokken. Met name de gevolgen voor de mens en de leefomgevingskwaliteit maar ook bijvoorbeeld de effecten van de hoogspanningsverbinding op vogels en landschap werden daarbij veel genoemd. Ook de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten heeft op ons verzoek advies uitgebracht. Advies en zienswijzen hebben zich vertaald in deze richtlijnen, waarin voor de diverse milieuaspecten aandacht wordt gevraagd. In het milieueffectrapport moet overeenkomstig deze richtlijnen een compleet inzicht worden verschaft in de effecten van de hoogspanningsverbinding op haar omgeving. ’s-Gravenhage, 8 juli 2007 De Minister van Economische Zaken,
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Maria J.A. van der Hoeven
Dr. Jacqueline Cramer
1
“Randstad 380 kV hoogspaningsverbinding Wateringen-Zoetermeer. Startnotitie voor de milieueffectrapportage”, Ministerie van Economische Zaken en Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, maart 2007 (publicatienummer EZ 07 ET 04)
Richtlijnen voor het milieueffectrapport Als richtlijnen voor het milieueffectrapport “Randstad 380 kV verbinding Wateringen-Zoetermeer” neemt het bevoegd gezag het advies, dat de Commissie voor de milieueffectrapportage daartoe op 26 juni jl. heeft uitgebracht2, in zijn geheel over. Dit advies is hierna integraal opgenomen. Aanvullend geldt, voor alle onderwerpen die niet in het advies van de Commissie m.e.r. genoemd worden, de in de startnotitie voorgestelde aanpak als richtlijn voor het MER
2
“Randstad 380 kV hoogspanningsverbinding Wateringen-Zoetermeer. Advies voor richtlijnen voor het milieueeffectrapport”, Commissie voor de milieueffectrapportage, 26 juni 2007 (rapportnummer 1915-49)
5
Randstad 380 kV hoogspanningsverbinding Wateringen-Zoetermeer Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 26 juni 2007 / rapportnummer 1915-49
Aan de Minister van Economische Zaken Postbus 20101 2500 EC DEN HAAG
uw kenmerk ET/EM / 7049078
uw brief 18 april 2007
ons kenmerk 1915-47/Zw/hb
onderwerp Advies voor richtlijnen voor het MER Randstad 380 kV hoogspanningsverbinding Wateringen-Zoetermeer
doorkiesnummer (030) 234 76 24
Utrecht, 26 juni 2007
Geachte Minister, Met bovengenoemde brief stelde u de Commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) in de gelegenheid een advies voor richtlijnen uit te brengen voor een milieueffectrapport (MER) ten behoeve van de besluitvorming over Randstad 380 kV hoogspanningsverbinding Wateringen-Zoetermeer. Overeenkomstig artikel 7.14 van de Wet milieubeheer (Wm) bied ik u hierbij het advies van de Commissie aan. De Commissie hoopt met haar advies een constructieve bijdrage te leveren aan de totstandkoming van de richtlijnen voor het MER. Zij zal graag vernemen hoe u gebruik maakt van haar aanbevelingen. Dit houdt in dat de Commissie graag de vastgestelde richtlijnen krijgt toegestuurd. Hoogachtend,
drs. L. van Rijn-Vellekoop Voorzitter van de werkgroep m.e.r. Randstad 380 kV hoogspanningsverbinding Wateringen-Zoetermeer
Postadres Bezoekadres
Postbus 2345 3500 GH UTRECHT Arthur van Schendelstraat 800 Utrecht
telefoon (030) 234 76 66 telefax (030) 233 12 95 e-mail
[email protected] website www.commissiemer.nl
Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Randstad 380 kV hoogspanningsverbinding Wateringen-Zoetermeer
Advies op grond van artikel 7.14 van de Wet milieubeheer voor het milieueffectrapport over Randstad 380 kV hoogspanningsverbindinig WateringenZoetermeer, uitgebracht aan de Minister van Economische Zaken door de Commissie voor de milieueffectrapportage; namens deze de werkgroep m.e.r. Randstad 380 kV hoogspanningsverbindinig Wateringen-Zoetermeer, de secretaris
de voorzitter
drs. R.A.A. Zwiers
drs. L. van Rijn-Vellekoop Utrecht, 26 juni 2007
INHOUDSOPGAVE 1.
HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES.................................................... 1
2.
ACHTERGROND EN BESLUITVORMING............................................ 1 2.1 2.2 2.3
3.
VOORGENOMEN ACTIVITEIT EN ALTERNATIEVEN.......................... 2 3.1 3.2 3.3 3.4
4.
Achtergrond, probleemstelling en doel............................................ 1 Beleidskader ................................................................................... 2 Te nemen besluit(en)....................................................................... 2 Algemeen ........................................................................................ 2 Alternatieven .................................................................................. 2 Referentie ....................................................................................... 3 Meest milieuvriendelijk alternatief.................................................. 4
MILIEUASPECTEN............................................................................ 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Effecten tijdens de aanlegfase......................................................... 4 Landschap, archeologie en cultuurhistorie ..................................... 4 Natuur ............................................................................................ 5 Gezondheid..................................................................................... 5 Bodem en water.............................................................................. 6 Woon- en leefmilieu ........................................................................ 6
5.
VERGELIJKING VAN ALTERNATIEVEN ............................................ 6
6.
LEEMTEN IN MILIEU-INFORMATIE .................................................. 6
7.
EVALUATIEPROGRAMMA................................................................. 6
8.
VORM, PRESENTATIE EN SAMENVATTING VAN HET MER............... 7
BIJLAGEN 1. Brief van het bevoegd gezag d.d. 18 april 2007 waarin de Commissie in de gelegenheid wordt gesteld om advies uit te brengen 2. Kennisgeving in Staatscourant. nr. 65 d.d. 2 april 2007 3. Projectgegevens 4. Lijst van inspraakreacties en adviezen
1.
HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES TenneT, de beheerder van het landelijke hoogspanningsnet, wil in de Randstad een nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding aanleggen die Wateringen, via Zoetermeer verbindt met Beverwijk. Het tracé en de uitvoeringswijze van de verbinding worden bepaald door de Minister van Economische Zaken (EZ) in samenspraak met de Minister van Volkhuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). Dit gebeurt in twee aparte procedures: eerst wordt de procedure doorlopen voor het traject Wateringen-Zoetermeer (de “Zuidring”), en daarna (met een gedeeltelijke overlap) het traject Zoetermeer-Beverwijk (de “Noordring”). Dit advies van de Commissie van de m.e.r. gaat over het traject WateringenZoetermeer. Ten behoeve van de besluitvorming over het tracé en de uitvoeringswijze wordt een besluit-MER opgesteld1. In dit richtlijnenadvies geeft de Commissie aan welke informatie het MER moet bevatten. De Commissie constateert dat ten tijde van het opstellen van dit advies de PKB Randstad 380 kV hoogspanningsleiding nog niet is vastgesteld door de Eerste- en Tweede Kamer. Als belangrijkste aspecten voor de beschrijving van het MER, ziet de Commissie: de benadering en concretisering van het initiatief als een regionale ruimtelijke ontwerpopgave waarin het verband tussen de hoogspanningsverbinding en het landschap op verschillende schaalniveaus wordt uitgewerkt en een daaruit ontwikkeld voorkeursalternatief met een navolgbare onderbouwing van de gemaakte keuzes; een beschrijving van de effecten op landschaps-, natuur- en gezondheidswaarden; een mma op grond van overwegingen ten aanzien van landschappelijke kwaliteit, effecten op natuurwaarden, effecten op woon- een leefomgeving en effecten in de aanlegfase. Element van het mma is een geoptimaliseerde landschappelijke inpassing in de Groenblauwe Slinger; een zelfstandig leesbare samenvatting. In de volgende hoofdstukken geeft de Commissie weer welke informatie in het MER moet worden opgenomen. De Commissie bouwt in haar advies voort op de startnotitie. Dat wil zeggen dat dit advies niet zelfstandig leesbaar is, maar in combinatie met de startnotitie moet worden gelezen.
2.
ACHTERGROND EN BESLUITVORMING
2.1
Achtergrond, probleemstelling en doel Volgens de startnotitie is de nieuwe verbinding nodig om in de toekomst voldoende capaciteit te bieden voor elektriciteitstransport. Geef aan op grond van welke (milieu-)overwegingen in de PKB Randstad 380kV-verbinding gekozen
1
Voor technische informatie over de m.e.r.-procedure en de rol van de Commissie wordt verwezen naar bijlage 3.
1
wordt voor het traject Wateringen-Zoetermeer. In de startnotitie wordt de gevolgde procedure beschreven. Dit kan overgenomen worden in het MER.
2.2
Beleidskader De startnotitie bevat al een uitgebreide opsomming van beleidskaders. Geef aan welke randvoorwaarden voortkomen uit de voor dit initiatief relevante ruimtelijke plannen/programma’s, zowel op regionaal, provinciaal als nationaal niveau, en licht dit waar mogelijk toe met goed leesbaar kaartmateriaal.
2.3
Te nemen besluit(en) In de startnotitie wordt ingegaan op de verschillen en overeenkomsten tussen de Rijksprojectenprocedure en de Rijkscoördinatieregeling. Dit kan in het MER worden overgenomen. Beschrijf daarnaast: welke besluiten in samenhang met het tracébesluit genomen moeten worden om het initiatief doorgang te laten vinden; welke informatie, bevindingen en randvoorwaarden een rol spelen bij de watertoets; of, en zo ja waar, ontheffingen nodig zijn op grond van de Flora- en faunawet (paragraaf 4.3).
3.
VOORGENOMEN ACTIVITEIT EN ALTERNATIEVEN
3.1
Algemeen Het initiatief zal onderdeel uitmaken van de nationale hoofdinfrastructuur en is in die zin vergelijkbaar met de grote waterwerken en het hoofdwegennet. Het initiatief vindt plaats in een regio waar verstedelijking en landschapsontwikkeling de afgelopen en de komende jaren de toon zetten.
3.2
Beschrijf waar het initiatief verenigbaar is met andere bestaande ruimtelijke plannen en voornemens of zelfs kansen biedt voor kwaliteitsverbetering, dan wel daarmee conflicteert. Beschrijf de mogelijkheden om geconstateerde knelpunten, bijvoorbeeld de totstandkoming van de Groenblauwe Slinger, op te lossen en betrek daarbij de mogelijkheid om deze via synergie versneld te realiseren. Geef aan welke knelpunten of mogelijkheden realisatie van het voornemen oplevert voor toekomstige (ruimtelijke) ontwikkelingen. Geef dit aan voor zowel bovengrondse als ondergrondse aanleg. Geef op kaart de toekomstige water- en moerasstructuur aan. Gebruik bij deze punten (actueel) kaartmateriaal van voldoende detaillering.
Alternatieven In de PKB wordt gesteld dat hoogspanningsverbindingen in beginsel bovengronds worden aangelegd, maar dat daarvan kan worden afgeweken in land-
2
schappelijk en ecologisch kwetsbare gebieden, in geval van ontwerptechnische beperkingen en/of vanwege bestaande regelgeving. De startnotitie deelt de Zuidring op in vijf deeltrajecten. Per deelgebied wordt gezocht naar een optimale inpassing van de hoogspanningsverbinding. Per deelgebied worden zowel bovengrondse als ondergrondse mogelijkheden onderzocht. Deze in de startnotitie beschreven benadering van het optimaliseren van deeltrajecten heeft als risico dat het leidt tot landschappelijke ‘verrommeling’. Maak duidelijk hoe met deze benadering de landschappelijke eenheid gewaarborgd kan worden. De landschappelijke kwaliteit is een belangrijk aandachtspunt. Het initiatief zal de komende vijftig jaar het landschappelijke aanzien van het gebied (mede) bepalen en het vindt plaats in een verstedelijkt gebied waar landschappelijke waarden schaars zijn. Benader het initiatief als een regionale ruimtelijke ontwerpopgave waarin het verband tussen de hoogspanningsverbinding en het landschap op verschillende schaalniveaus wordt uitgewerkt. Ontwikkel daarbij integrale alternatieven, waarbij landschappelijke eenheid als eerste uitgangspunt genomen wordt en werk op basis daarvan verdere varianten en het voorkeursalternatief uit met mitigatie van milieu- en gezondheidseffecten. Omdat per deelgebied al een ondergrondse variant wordt onderzocht past bij de te onderzoeken alternatieven, naast een integraal alternatief met een volledig bovengrondse, tevens een alternatief met een (zo volledig mogelijke) ondergrondse aanleg van de Zuidring. Bovengrondse aanleg Beschrijf aan welke technische specificaties voldaan moet worden voor succesvolle toepassing van de M-compactmast. Beschrijf hun mogelijke milieueffecten (bijvoorbeeld ten aanzien van de fundaties of ten aanzien van het aantal draadslachtoffers) en vergelijk deze met de standaard 380 kV-mast en de vier-circuit 150/380 kV combinatiemast. Geef de mogelijkheden om hoogspanningsmasten ook voor andere doeleinden te gebruiken. Ondergrondse aanleg Voor de ondergrondse aanleg van hoogspanningsverbindingen (wisselstroom) zijn bovengrondse componenten nodig (voor blindstroomcompensatie, condensatorbanken, smoorspoelen etc.). Beschrijf een geoptimaliseerde opstelling van de benodigde componenten bij een (zo volledig mogelijke) ondergrondse aanleg in de landschappelijk en ecologisch hoog gewaardeerde gebiedsdelen. Ga in op het gebruik van nieuwe alternatieve technieken (met name gelijkstroom). Ga in op de voor- en nadelen van de aanleg middels het graven van sleuven en gestuurde boringen en de keuze voor één van beide technieken in relatie tot gebiedseigenschappen en flexibiliteit in tracékeuzes.
3.3
Referentie Als referentiesituatie dient de huidige situatie genomen te worden inclusief de autonome ontwikkeling. Betrek bij de autonome ontwikkeling de landschappelijke en recreatieve inrichtingsvoornemens en de ecologische doelen die zijn opgenomen voor de ‘Groenblauwe Slinger’. Geef de huidige en toekomstige relevante vogelbewegingen weer.
3
3.4
Meest milieuvriendelijk alternatief Het meest milieuvriendelijke alternatief (mma) moet uitgaan van de beste bestaande mogelijkheden ter bescherming en/of verbetering van het milieu en binnen de competentie van de initiatiefnemer liggen. Motiveer de keuze voor het onderliggende alternatief voor het mma, namelijk ondergrondse of bovengrondse aanleg of een mengvorm. Betrek hierbij de overwegingen ten aanzien van de landschappelijke kwaliteit, effect op natuurwaarden, effecten op woon- een leefomgeving en effecten in de aanlegfase. Belangrijke elementen voor verdere optimalisatie van het mma zijn:
mogelijkheden voor landschapsversterkende maatregelen om de effecten van hoogspanningsleidingen in evenwicht te brengen met belangrijke landschapskenmerken; extra inspanningen boven de reeds voorgenomen maatregelen om schade aan natuurwaarden (zoals draadslachtoffers) te voorkomen of te mitigeren; maatregelen om de 0,4 micro-Tesla zone van het initiatief te verkleinen; mogelijkheden om de uitvoering van de Groenblauwe Slinger te versterken/versnellen. Onderzoek bijvoorbeeld de mogelijkheid om door graafwerkzaamheden werk-met–werk te maken met de toekomstige waterstructuur in de Groenblauwe Slinger of over de stroken met zakelijk recht openbare fiets- of wandelroutes aan te leggen.
Hoewel geen verplicht onderdeel voor het MER adviseert de Commissie (globaal) inzicht te geven in de investerings- en exploitatiekosten van de verschillende alternatieven en varianten.
4.
MILIEUASPECTEN De startnotitie gaat al uitgebreid in op de te onderzoeken milieueffecten. Onderzoek in aanvulling daarop de volgende effecten.
4.1
Effecten tijdens de aanlegfase Beschrijf de effecten van de alternatieven tijdens de aanlegfase op: geluidhinder en verkeersoverlast; landschap en natuur; bodem en grondwater.
4.2
Landschap, archeologie en cultuurhistorie Maak met behulp van visualisaties de effecten van de verschillende alternatieven op het onder- en achterliggende landschap inzichtelijk. Ga daarbij in op de belevingswaarde van het initiatief als nationaal infrastructureel element. Beschrijf en visualiseer de spanning tussen: het karakter van het initiatief als nationale infrastructuur en het beeld dat daar bij hoort en de regionale landschappelijke structuur die wordt doorsneden.
4
Maak, waar van toepassing, de effecten inzichtelijk op cultuurhistorische en archeologische waarden.
4.3
Natuur Gebiedsbescherming Beschrijf de mogelijke invloed van het voornemen (zowel in positieve als negatieve zin) op bestaande beschermde natuurgebieden waaronder de in de omgeving aanwezige Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (Eendenkooi Schipluiden, Zuidpolder van Delfgauw, Ackerdijkse Plassen en Bergboezem Oude Leede). Door de realisatie van de Groenblauwe Slinger verandert de omgeving sterk: geef aan hoe het voornemen zich manifesteert in de toekomstige moerassen, bossen en wateren en maak hierbij gebruik van visualisaties. Het initiatief kan invloed hebben op een kwetsbaar gebied ook al is het niet hierin gelegen (externe werking). Maak onderscheid tussen de verschillende gebieden en geef hiervan de status aan. Ga in op de voor het gebied geldende instandhoudingsdoelstellingen dan wel ontwikkelingsdoelstellingen. Geef aan voor welke doeltypen en/of doelsoorten mogelijk knelpunten gaan optreden. Geef voor vogeltrekroutes weer voor welke vogelrichtlijn- en doelsoorten mogelijk knelpunten gaan optreden. Maak een schatting van de hoeveelheid draadslachtoffers in de huidige en toekomstige situatie. Mocht op grond van objectieve gegevens niet uit te sluiten zijn dat significante gevolgen mogelijk zijn op op afstand gelegen Natura 2000-gebieden (bijvoorbeeld op de in de omgeving foeragerende lepelaars van Voornes Duin), dan is een passende beoordeling nodig op grond van de Natuurbeschermingswetgeving. Hoewel het niet verplicht is (indien van toepassing) de passende beoordeling in het MER uit te voeren adviseert de Commissie dan in ieder geval de oriëntatiefase in het MER op te nemen. Soortenbescherming Op grond van de Flora- en faunawet (Ffw) is een aantal planten- en diersoorten beschermd. Ga na of het initiatief zal leiden tot in de Ffw genoemde verboden gedragingen. Indien dat het geval is, zal een ontheffing op grond van artikel 75 Ffw moeten worden aangevraagd. Geef aan in welke mate een gedragscode, voor het verrichten van werkzaamheden aan individuele masten, bij kan dragen aan consistentere soortenbescherming (bijvoorbeeld overal op dezelfde wijze rekening houden met het vogelbroedseizoen).
4.4
Gezondheid Uit diverse inspraakreacties blijkt dat er bij omwonenden grote bezorgdheid bestaat over de gezondheidseffecten van het initiatief. Daarom adviseert de Commissie hier in het MER diepgaand op in te gaan. Geef aan of er gezondheidseffecten te verwachten zijn als gevolg van de blootstelling aan het magnetische veld veroorzaakt door het initiatief (zowel bij bovengrondse als ondergrondse aanleg) en zo ja welke. Beschrijf voor alle alternatieven de 0,4 micro-Tesla zone. Beschrijf wat in dit verband verstaan wordt onder ‘langdurig verblijf’ en betrek hierbij de mate van overschrijding van de 0,4 micro-Tesla zone. Geef ter vergelijking het gangbare niveau van de achtergrondblootstelling weer.
5
4.5
Geef aan wat bekend is over de werking van het nieuwe type mast en welke mitigerende maatregelen getroffen worden indien het masttype niet aan de verwachtingen voldoet. Geef aan of, en zo ja in welke mate het initiatief als barrière kan werken. Beschouw hierbij ook de mogelijke invloed van de risicoperceptie op de gezondheid van omwonenden in het algemeen en op hun recreatieve activiteiten in het bijzonder en ga daarbij uit van bestaande informatie.2
Bodem en water Beschrijf de effecten op de bodem en het grondwater van de verschillende alternatieven, tegen de achtergrond van de gedifferentieerde gebiedseigen opbouw van bodem en grondwaterprofielen (bijvoorbeeld veenpolders, droogmakerijen, kades en boezemwater). Geef aan in hoeverre grondverbetering noodzakelijk is met gebiedsvreemde grond of materialen.
4.6
Woon- en leefmilieu Aanleg van een bovengronds hoogspanningstracé door deze gebieden staat volgens veel insprekers op gespannen voet met de gerealiseerde kwaliteiten. Ga in het MER hier op in en geef aan op basis van bestaande inzichten in welke mate het initiatief het woongenot kan aantasten.3
5.
VERGELIJKING VAN ALTERNATIEVEN Voor de onderdelen “vergelijking van alternatieven”, heeft de Commissie naast de vereisten uit Wm art 7.10 geen aanbevelingen.
6.
LEEMTEN IN MILIEU-INFORMATIE Geef aan in hoeverre sprake is van leemten in milieu-informatie zoals het nieuwe masttype, draadslachtoffers en de wetenschappelijke onzekerheid over de gezondheidsrisico’s die samenhangen met elektromagnetische velden en draadslachtoffers.
7.
EVALUATIEPROGRAMMA Geef in het MER een aanzet tot een evaluatieprogramma. Ga daarbij in op de gevolgen voor: landschappelijke kwaliteit; natuurwaarden, waaronder gevolgen voor de vogelstand; gezondheid; recreatie.
2
3
Zie bijvoorbeeld. ‘Hinder door milieufactoren en de beoordeling van de leefomgeving in Nederland’, RIVM rapport 815120001 / 2004. Zie bijvoorbeeld: ‘Van fysieke kenmerken naar landelijke schoonheid’, Alterra, rapport 718, 2003 en ‘Landschap Idols’, Alterra rapport 1402, 2006.
6
8.
VORM, PRESENTATIE EN SAMENVATTING VAN HET MER De samenvatting is het deel van het MER dat vooral wordt gelezen door besluitvormers en insprekers. Daarom verdient dit onderdeel bijzondere aandacht. De samenvatting moet als zelfstandig document leesbaar zijn en een goede afspiegeling zijn van de inhoud van het MER. Centraal in de samenvatting staan: De gevolgen voor landschap, recreatie en natuurwaarden; De gevolgen voor gezondheid; De verschillen tussen ondergrondse en bovengrondse aanleg voor gezondheid, recreatie, landschap, ecologie, en financiën. Gebruik recent kaartmateriaal met duidelijke legenda en goed leesbare topografische namen.
7
BIJLAGEN bij het advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Randstad 380 kV hoogspanningsverbinding Wateringen-Zoetermeer (bijlagen 1 t/m 4)
BIJLAGE 1 Brief van het bevoegd gezag d.d. 18 april 2007 waarin de Commissie in de gelegenheid wordt gesteld om advies uit te brengen
BIJLAGE 2 Kennisgeving van de startnotitie in Staatscourant nr. 65 d.d. 2 april 2007
BIJLAGE 3 Projectgegevens Initiatiefnemer: TenneT Bevoegd gezag: de Minister van Economische Zaken Besluit: Besluit tot vaststelling van het tracé Categorie Gewijzigd Besluit m.e.r. 1994: C24 Activiteit: Aanleg, wijziging of uitbreiding van het tracé van een bovengrondse hoogspanningsleiding in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een leiding met: 1. een spanning van 220 kilovolt of meer, en 2. een lengte van 15 kilometer of meer. Procedurele gegevens: kennisgeving startnotitie: 2 april 2007 richtlijnenadvies uitgebracht: 26 juni 2007 Bijzonderheden: Als belangrijkste aspecten voor de beschrijving van het MER, ziet de Commissie: de benadering en concretisering van het initiatief als een regionale ruimtelijke ontwerpopgave waarin het verband tussen de hoogspanningsverbinding en het landschap op verschillende schaalniveaus wordt uitgewerkt en een daaruit ontwikkeld voorkeursalternatief met een navolgbare onderbouwing van de gemaakte keuzes; een beschrijving van de effecten op landschaps-, natuur- en gezondheidswaarden; een mma op grond van overwegingen ten aanzien van landschappelijke kwaliteit, effecten op natuurwaarden, effecten op woon- een leefomgeving en effecten in de aanlegfase. Element van het mma is een geoptimaliseerde landschappelijke inpassing in de Groenblauwe Slinger; een zelfstandig leesbare samenvatting. Samenstelling van de werkgroep: drs. S.R.J. Jansen prof. ir. E.A.J. Luiten drs. C.C.D.F. van Ree drs. L. van Rijn-Vellekoop (voorzitter) dr. F. Woudenberg Secretaris van de werkgroep: drs. R.A.A. Zwiers
BIJLAGE 4 Lijst van inspraakreacties en adviezen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55
4 eensluidende reacties ontvangen, 5 eensluidende reacties ontvangen,
Tuinvereniging De Vrije Tuinder, DELFT Gemeente Delft, College van B&W, DELFT
43 eensluidende reacties ontvangen, (waarvan 2 reacties mede namens 2 personen)
56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116
Eendenkooi Delfgauw, Plas van Ruyven, 's-GRAVENHAGE (mede namens: Stichting Eendenkooi Delfgauw) Vereniging Natuurmonumenten, 's-GRAVELAND
2 eensluidende reacties ontvangen, 2 eensluidende reacties ontvangen,
Vogelwacht Delft e.o., DELFGAUW
117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175
ProRail, ROTTERDAM
Stichting Commissie Natuur en Milieu Delft, DELFT Kopersvereniging Viletta,bestuur, ZOETERMEER
N.V. Nederlandse Gasunie, WADDINXVEEN
Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker,bestuur, PIJNACKER
176 177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 188 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201 202 203 204 205 206 207 208 209 210 211 212 213 214 215 216 217 218 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228 229 230 231 232 233 234 235 236
2 eensluidende reacties ontvangen, 32 eensluidende reacties ontvangen, (waarvan 8 reacties mede namens 10 personen)
2 eensluidende reacties ontvangen,
237 238 239 240 241 242 243 244 245 246 247 248 249 250 251 252 253 254 255 256 257 258 259 260 261 262 263 264 265 266 267 268 269 270 271 272 273 274 275 276 277 278 279 280 281 282 283 284 285 286 287 288 289 290 291 292 293 294 295
Gemeente Den Haag, College van B&W, 's-GRAVENHAGE 2 eensluidende reacties ontvangen,
vervallen reactie, Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, afdeling Regio Delft, DELFT
Ruseler NVM Makelaars Lansingerland, BERKEL EN RODENRIJS
vervallen reactie,
296 297 298 299 300 301 302 303 304 305 306 307 308 309 310 311 312 313 314 315 316 317 318 319 320 321 322 323 324 325 326 327 328 329 330 331 332 333 334 335 336 337 338 339 340 341 342 343 344 345 346 347 348 349 350 351 352 353 354 355
Belangenvereniging Huiseigenaren Tanthof Delft, DELFT
Stadsgewest Haaglanden,Dagelijks bestuur, 's-GRAVENHAGE
212 eensluidende reacties ontvangen, (waarvan 13 reacties mede namens 15 personen)
356 357 358 359 360 361 362 363 364 365 366 367 368 369 370 371 372 373 374 375 376 377 378 379 380 381 382 383 384 385 386 387 388 389 390 391 392 393 394 395 396 397 398 399 400 401 402 403 404 405 406 407 408 409 410 411 412 413 414 415
163 eensluidende reacties ontvangen, (waarvan 13 reacties mede namens 16 personen + 1 handtekeningenactie met 7 handtekeningen)
NV Golf Exploitatie Maatschappij Schipluiden (GEMS), Raad van Commissarissen, DELFT
416 417 418 419 420 421
Gemeente Midden-Delfland, College van B&W, SCHIPLUIDEN
422 423 424 425 426 427 428 429 430 431 432 433 434 435 436 437 438 439 440 441 442 443 444 445 446 447 448 449 450 451 452 453 454 455 456 457 458 459 460 461 462 463 464 465 466 467 468 469
Bewonersvereniging De Vijvers Wateringse Veld, 's-GRAVENHAGE Verenigde Administratiekantoren voor VVE Beheer BV,Vereniging van Eigenaars De Waaier, RIJSWIJK ZH Gemeente Lansingerland, College van B&W, BERKEL EN RODENRIJS 23 eensluidende reacties ontvangen, (waarvan 9 reacties mede namens 9 personen) Leefbaar3B, gemeenteraadsfractie, BLEISWIJK (mede namens: Vereniging van huiseigenaren, Munnikenweg te Berkel en Rodenrijs) vervallen reactie, 20 eensluidende reacties ontvangen, (waarvan 1 reactie mede namens 1 persoon) 8 eensluidende reacties ontvangen, 8 eensluidende reacties ontvangen,
Midden-Delfland Vereniging, SCHIPLUIDEN (mede namens: Agrarische Natuurvereniging Vockestaert en De Stichting Midden-Delfland is Mensenwerk)
Vervallen reactie,
470 471 472 473 474 475 476 477 478 479 480 481 482 483 484 485 486 487 488 489 490 491 492 493 494 495 496 497 498 499
Dienst Landelijk Gebied Regio West, Reconstructiecommissie Midden Delfland, 's-GRAVENHAGE
Stichting Schaderegelingskantoor voor Rechtsbijstandverzekering, ZOETERMEER (namens:
Vervallen reactie,
EBH Advocaten, DELFT (namens:
500 501 502 503 504 505 506 507 508 509 510 511 512 513 514 515 516 517 518
4 eensluidende reacties ontvangen,
519 520 521 522 523 524 525 526 527 528 529 530 531 532 533 534 535 536 537 538 539 540 541 542 543 544 545 546 547 548 549 550 551 552 553 554 555 556 557 558 559 560 561 562 563 564 565 566 567 568 569 570 571 572 573 574 575 576 577 578 579
LTO Noord Advies, RIJSWIJK ZH (namens: Kopersvereniging Residentie Groenhorst Zoetermeer, ZOETERMEER
Belangenplatform Tanthof Delft, DELFT
Vereniging van eigenaren Het Slot, DELFT (mede namens: 16 bewoners)
Nederlandse Wind Energie Associatie NWEA, UTRECHT LTO Noord Advies, HAARLEM (namens:
Stichting Sportpark Tanthof-Zuid, Bestuur, DELFT IVN-afdeling Delft, DELFT
580 581 582 583 584 585 586 587 588 589 590 591 592 593 594 595 596 597 598 599 600
Oliveo Handbal, Bestuur, PIJNACKER
5 eensluidende reacties ontvangen, 4 eensluidende reacties ontvangen,
Gemeente Pijnacker-Nootdorp, College van B&W, PIJNACKER
601 602 603
Gemeente Zoetermeer,College van B&W, ZOETERMEER (mede namens:
604
Agro Adviesburo, NAALDWIJK (namens:
605
Agro Adviesburo, NAALDWIJK (namens:
606 607 608 609 610 611 612 613 614 615 616 617 618 619 620 621 622 623 624 625 626 627 628 629 630 631 632 633 634
3 eensluidende reacties ontvangen, 3 eensluidende reacties ontvangen, 14 eensluidende reacties ontvangen, 6 eensluidende reacties ontvangen, 3 eensluidende reacties ontvangen, 3 eensluidende reacties ontvangen, 3 eensluidende reacties ontvangen, 7 eensluidende reacties ontvangen, 4 eensluidende reacties ontvangen, 3 eensluidende reacties ontvangen, 3 3 3 3
eensluidende reacties eensluidende reacties eensluidende reacties eensluidende reacties
ontvangen, ontvangen, ontvangen, ontvangen,
635 636 637 638 639 640 641 642 643 644 645 646 647 648 649 650 651 652 653 654 655 656 657 658 659 660 661 662 663 664 665 666 667 668 669 670 671 672 673 674 675 676 677 678 679 680 681 682 683 684 685 686 687 688 689 690 691 692 693
4 eensluidende reacties ontvangen, Bedrijvenschap Harnaschpolder, Dagelijks bestuur, DELFT (mede namens: de voorzitter van het dagelijks bestuur Bewonerscomité Tegen Hoogspanningsmasten, PIJNACKER
Milieuraad Pijnacker, Bestuur, PIJNACKER Tennisvereniging Tanthof Delft, DELFT
Natuur- en Vogelwacht "ROTTA", Bestuur, BLEISWIJK
Panoni Worldwide, BERKEL EN RODENRIJS (mede namens: Recreatieschap Midden Delfland, Dagelijks bestuur, SCHIEDAM IBM Nederland BV, AMSTERDAM
694 695 696
Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM), AMERSFOORT
Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Randstad 380 kV hoogspanningsverbinding Wateringen-Zoetermeer
TenneT, de beheerder van het landelijke hoogspanningsnet, wil in de Randstad een nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding aanleggen die Wateringen, via Zoetermeer verbindt met Beverwijk. Het tracé en de uitvoeringswijze van de verbinding worden bepaald door de Minister van Economische Zaken (EZ) in samenspraak met de Minister van Volkhuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). Dit gebeurt in twee aparte procedures: eerst wordt de procedure doorlopen voor het traject WateringenZoetermeer (de “Zuidring”), en daarna (met een gedeeltelijke overlap) het traject Zoetermeer-Beverwijk (de “Noordring”). Dit advies van de Commissie van de m.e.r. gaat over het traject Wateringen-Zoetermeer. ISBN: 978-90-421-2120-1
rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten
Ministerie van Economische Zaken Energiemarkt
Postbus 20101 2500 EC Den Haag
Ons kenmerk
Uw brief/kenmerk
U07-297\ER
l mei 2007 ET/E M/7054333
Onderwerp
Bijlage(n)
Datum
Stortnotitie Randstad 380 kV hoogspanningsverbinding Wateringen-
Geen
l juni 2007
Zoetermeer
Geüchte Hartelijk dank voor het toezenden van een tweetal exemplaren van deStartnotitie Randstad 380 kV hoogspanningsverbinding Wateringen-Zoetermeer. U vraagt de RACM, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Wet van 21 december 2006 tot wijziging van onder meer de Wet Milieubeheer, u te adviseren omtrent de richtlijnen die het bevoegd gezag dient vast te stellen voor het Milieueffectrapport. In de Startnotitie wordt aangegeven op welke wijze de effecten van de voorgenomen ingreep per tracéalternatief zullen worden beoordeeld. Wat de RACM betreft gebeurt dit voor de cultuurhistorische belangen (w.o. de archeologische) op een wijze waarop deze belangen goed tegen andere belangen zijn af te wegen. Met betrekking tot de vast te stellen richtlijnen heb ik dan ook geen opmerkingen. In de toetsingsfase wil ik graag zien hoe de beoordeling en afweging daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
Postbus 1600 3800 BP Amersfoort T 033-42 17 421 F 033-42 17 799
[email protected] www.racrn.nl
RACM Amersfoort Kerkstraat l 3811 CV Amersfoort T 033-42 27 777 F 033-42 27 799
RACM Lelystad Oostvaordersdijk 01-04 8244 PA Lelystad T 0320-269 700 F 0320*269750
RACM Zeist Broederplein 41 3703 CD Zeist T030-6983211 F 030-69 16 189
1/2
Ons kenmerk
U07-297\ER Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten de directeur, namens deze.
Consulent Planvorming en RO regio West
2/2
Colofon
Informatie
‘s-Gravenhage, maart 2007
Directoraat-Generaal voor Energie en Telecom Bezuidenhoutseweg 30 Postbus 20101 2500 EC ‘s-Gravenhage Internet: www.ez.nl
Extra exemplaren kunt u bestellen via www.ez.nl of door te bellen naar 0800-6463951.
Publicatienummer: 07 ET 10
Dit is een publicatie van het Ministerie van Economische Zaken.
Randstad 380 kV hoogspanningsverbinding Wateringen-Zoetermeer Richtlijnen voor het milieueffectrapport