Ontwikkelingsbiologie In vitro fertilisatie Bij in vitro fertilisatie (IVF) worden eicellen buiten het lichaam bevrucht door spermacellen. Een bevruchte eicel ontwikkelt zich en wordt vervolgens meestal in een meercellig stadium, bijvoorbeeld in het morulastadium, in de baarmoeder geïmplanteerd. In afbeelding 4 zijn drie embryonale stadia, waaronder de morula, weergegeven. afbeelding 4
bron:T.W. Sadler, Langman’s medische embryologie, Utrecht/Antwerpen, 1988, 3031 1.
Wat is de functie van de zogenaamde “zona pellucida”?
De voorkeur voor implantatie van embryo’s in het morulastadium berust op de mening dat andere stadia minder geschikt zijn voor implantatie. 2. Noem een reden waarom men een bevruchte eicel minder geschikt vindt voor implantatie in de baarmoeder. En noem een andere reden waarom men een blastula minder geschikt vindt voor implantatie in de baarmoeder.
Voortplantingsstelsels 3. De mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen kennen een verschillende embryonale ontwikkeling. Toch zijn er zgn. homologieën aan te wijzen. a. Welk mannelijk geslachtsorgaan is homoloog aan de clitoris bij vrouwen. Maak onderscheid tussen de glans clitoridis en de corpus clitoridis (lichaam van de clitoris). b. Hoe noemen we de geslachtsorganen die zich ontwikkelen uit de zgn. gonaden bij mannen en bij vrouwen?
Hormonen De mannenpil Uit Australië werd een andere verrassende doorbraak in het onderzoek naar de mannenpil gemeld. Een onderzoeksinstituut had 55 paren onderzocht die alleen de mannenpil als anticonceptie gebruikten. Geen van de vrouwen raakten zwanger. Verder onderzoek wordt verricht naar onder andere de optimale dosering. Zoals de ‘vrouwenpil’ de eisprong voorkomt, zo moet de mannenpil de aanmaak van spermacellen verhinderen. De productie hoeft niet helemaal stopgezet te worden, als er minder dan een miljoen spermacellen per milliliter worden gemaakt, zijn andere anticonceptiemiddelen overbodig. De spermatogenese wordt vanaf de puberteit aangedreven door de hypothalamus. Dit orgaan produceert GnRH, het hormoon dat de hypofyse aanzet tot het afgeven van gonadotrope hormonen. Deze hormonen zetten op hun beurt de testes aan tot de productie van spermacellen en van testosteron. Bij de eerste proeven werd de spermatogenese stilgezet door het toedienen van een overdosis testosteron. Maar dat gaf veel bijwerkingen, zoals acné en gewichtstoename. Als alternatief werd progesteron gebruikt dat dezelfde remmende werking op de afgifte van GnRH heeft als testosteron. Dit hormoon werd bij de mannen in de proef als onderhuids implantaat aangebracht. Daarnaast werd nog een geringe dosis testosteron toegediend, vier of vijf injecties per jaar. Bij de proefpersonen werd progesteron toegediend en niet oestradiol. 4 Leg uit wat bij deze proef het nadeel van gebruik van oestradiol zou zijn. 5 Leg uit waarom, vanwege de werking van progesteron, ook regelmatig een dosis testosteron moest worden toegediend aan de proefpersonen uit de tekst.
Menstruatiecyclus Bij vrouwen treden veranderingen op van de lichaamstemperatuur in verband met de menstruatiecyclus. Bij de ovulatie stijgt de lichaamstemperatuur licht. Een vrouw heeft een cyclus van 28 dagen.
bron: eindexamen havo 1993
In het diagram is de lichaamstemperatuur van een vrouw van 10 april tot 10 mei weergegeven, telkens 's ochtends voor het opstaan gemeten. 6 Op welke dag in april of mei begon haar menstruatie? A op 15 april B op 23 april C op 7 mei D op 17 april
Koeien als draagmoeder
7
8
Meestal krijgt een koe slechts één kalfje per jaar. Van erg 'goede' koeien wil men graag veel kalveren hebben. Door middel van een speciale techniek kan dat worden bereikt. Door toediening van een hormoon is het mogelijk om in een koe meer dan één eicel tegelijk te laten rijpen. Vervolgens wordt via kunstmatige inseminatie (KI) sperma in de baarmoeder gebracht, waarna bevruchting van de eicellen in de eileiders van de koe plaatsvindt. Op het moment dat de embryo's in de baarmoeder aankomen, wordt deze gespoeld en worden de embryo's opgevangen. Deze embryo's worden dan in andere koeien ingebracht waar ze zich verder ontwikkelen. Bij de volgende vragen kun je je BINAS gebruiken, waarbij je er van uit mag gaan dat de werking van hormonen bij runderen overeenkomt met die bij de mens. # A B C D
Welk hormoon kan, na kunstmatige toediening, het rijpen van meer eicellen tegelijk bevorderen? FSH LH oestradiol progesteron
Als het baarmoederslijmvlies van een koe waarin een embryo wordt ingebracht in de juiste conditie is, zal het embryo zich innestelen. # Welk hormoon zorgt er vervolgens voor dat het ingenestelde embryo niet met het baarmoederslijmvlies wordt afgestoten? A FSH B LH C oestradiol D progesteron
9. Van 100 vrouwen wordt het progesteron-gehalte van het bloed bepaald. 60 vrouwen blijken een relatief hoog progesteron-gehalte te bezitten: groep I. 40 vrouwen blijken een relatief laag progesteron-gehalte te bezitten: groep II. Van welke van beide groepen is met zekerheid iets te zeggen over het al dan niet zwanger zijn? A De vrouwen van groep I zijn zwanger.
B De vrouwen van groep I zijn niet zwanger. C De vrouwen van groep II zijn zwanger. D De vrouwen van groep II zijn niet zwanger. Vrouwen kunnen bij zichzelf de borsten onderzoeken op de aanwezigheid van een bobbeltje dat mogelijk het begin van kanker is. In een bepaalde periode van de menstruatiecyclus zijn vaak ook bobbeltjes in de borst te voelen die geen vormen van kanker zijn. Daarom is het van belang dat het onderzoek van de eigen borsten op een vast tijdstip in de menstruatiecyclus wordt gedaan. 10. In welke periode van de menstruatiecyclus kan dit vaste tijdstip het beste worden gekozen? Leg je antwoord uit met behulp van onder meer Binas tabel 86 C 11. De werking van de pil (merk Trigynon) berust op twee hormonen: levonorgestrel en ethinylestradiol. Welke twee menselijke hormonen bootsen zij na? 12. Het gele lichaam produceert o.a. progesteron. Het embryo produceert hCG. De productie van deze hormonen wordt op een gegeven moment overgenomen door een ander orgaan. Welk orgaan is dit en wanneer wordt de hormoonproductie overgenomen?
De geboorte
Foetale bloedsomloop In de tabel is de doorstroomsnelheid gegeven van het bloed in enkele delen van de bloedsomloop van een foetus. doorstroomsnelheid bloed in mL min-‐1 kg-‐1 lichaamsgewicht bovenste holle ader 78 onderste holle ader 182 rechterkamer 169 longaders (samen) 13 13 Hoeveel milliliter bloed stroomt per minuut vanuit de linkerkamer direct in de
aorta bij een ongeboren baby met een gewicht van 3 kilogram? A 91 B 104 C 156 D 273 E 312 Gedurende de groei van de foetus is een ongestoorde ontwikkeling van het zenuwstelsel, met name van de hersenen, essentieel. Daarvoor is een goede aanvoer van zuurstof een vereiste. 14 Op welke manier wordt bij de foetus de zuurstofvoorziening van de hersenen bevoordeeld ten opzichte van die van andere organen? A Doordat de halsslagaders aftakken van de aorta vóór de plaats waar longslagader en aorta met elkaar verbonden zijn. B Doordat de halsslagaders meer bloed uit de rechterkamer ontvangen dan uit de linkerkamer.
C Doordat de halsslagaders tezamen een grotere doorsnede hebben dan de
aorta. D Doordat het bloed in de halsslagaders niet met zuurstofarm bloed gemengd is. Na de geboorte van een baby past de bloedsomloop zich aan aan de nieuwe situatie. De weerstand in de longvaten vermindert en daarmee die in de rechter harthelft. De spieren in de linkerharthelft worden sterker. Als het foramen ovale dan niet volledig sluit, kan er bloed van de linker naar de rechter boezem stromen. Enkele afwijkingen zijn: 1 een hogere bloeddruk dan normaal in de longslagader; 2 een lagere pO2 dan normaal in de longslagader. Welke van deze afwijkingen kan of welke kunnen een gevolg zijn van het onvolledig sluiten van het foramen ovale? A geen van beide B alleen 1 C alleen 2 D zowel 1 als 2 15
Geboorteregeling en SOAs 16. 17. 18.
Waarom is coïtus interruptus een onbetrouwbare manier van anticonceptie? Leg het verschil uit tussen de termen AIDS, HIV en Seropositief. Er worden veel antibiotica voorgeschreven aan AIDS patienten. Hoe komt het dat deze antibiotica niet voor genezing van AIDS kunnen zorgen?