Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie T.a.v.: de heer M.J.M. Verhagen Postbus 20101 2500 EC ’s-GRAVENHAGE Ref.: 2011/VNMI-17 Betreft: projectvoorstellen Green Deal Zoetermeer, 30 mei 2011 Geachte heer Verhagen, Langs deze weg ontvangt u van de Vereniging Nederlandse Metallurgische Industrie (VNMI) en de Algemene Vereniging van Nederlandse Gieterijen (AVNeG) een voorstel voor drie Green Deal projecten. Deze drie projecten zijn onderdeel van de VNMI/AVNeG Routekaart 2030, waarin plannen
zijn
ontwikkeld
voor
een
50%
energiezuinigere
basismetaalindustrie
en
metaalgieterijen. De projectvoorstellen zijn in eerdere stadia besproken en afgestemd met VNONCW. De VNMI en de AVNeG zijn er van overtuigd dat deze drie projecten een aanzienlijke energiebesparing kunnen opleveren. Het betreft de volgende drie projecten: -
vloeibaar aluminiumtransport; gietlooploos gieten, en toepassen duurzame energie.
Aard van de projecten Het project vloeibaar aluminiumtransport betreft het implementeren van de mogelijkheden van transport van vloeibaar aluminium in de regio’s Noord-Nederland, Noord-Brabant en Limburg. De potentiële energiebesparing op het elektriciteits-intensieve verwarmingsproces van aluminium is circa 3%. Het project gietlooploos gieten (ook wel: ‘low pressure sand casting’) betreft een nieuwe manier van metaalgieten, waarbij geen gebruik meer wordt gemaakt van aangiettrechters en gietlopen. Hierdoor kan, afhankelijk van het specifieke product en de werkwijze, tot 30% energiebesparing worden bereikt. Het project toepassen duurzame energie behelst een duurzame energievoorziening, waarbij een deel van de bestaande externe elektriciteitsvoorziening wordt vervangen door een installatie voor windenergie en een installatie voor biomassa. Het uiteindelijke aandeel duurzame elektriciteit wordt op termijn ingeschat op 20%, met een daarbij te realiseren besparing van 12 PJ.
1
Rol van de overheid Bij het project vloeibaar aluminiumtransport wordt van de Rijksoverheid verzocht om ondersteuning om de terugverdientijd van de investeringen te bekorten (nu: vijf jaar). In nauwe samenwerking met de provincie Groningen is in 2010 reeds door de betrokken bedrijven een subsidieaanvraag ingediend bij het Waddenfonds, maar die is (zeer onverwachts) niet door de procedurele toets heen gekomen. Bij het project gietlooploos gieten wordt van de Rijksoverheid verzocht ondersteuning te bieden voor een haalbaarheidsonderzoek naar de toepassing op systemen in de ijzergieterij (DISA) en het maken van een proefopstelling voor dit nieuwe model metaalgieterij in samenwerking met de AVNeG, de betrokken bedrijven en onderzoeksinstellingen. Bij het toepassen van duurzame energie wordt van de Rijksoverheid gevraagd zich in te spannen voor het ontstaan van een leveringsaanbod, waarin de relatieve kleinverbruikers uit de branches voldoende duurzame energie wordt aangeboden tegen competitieve prijzen. Slotopmerking In de bijlagen bij deze brief treft u nadere details aan over deze drie projectvoorstellen. Vanzelfsprekend zijn de VNMI en de AVNeG graag bereid uw Ministerie nadere toelichting te verschaffen over deze projecten en eventuele andere projecten uit de Routekaart. Wij zien uit naar uw, hopelijk positieve, reactie. Met vriendelijke groet, Vereniging Nederlandse Metallurgische Industrie,
ir. W.J.H.M.B. Hamers voorzitter Algemene Vereniging van Nederlandse Gieterijen,
ir. G.A. Duit voorzitter Bijlagen: projectvoorstellen Green Deal
2
Bijlage bij brief met kenmerk 2011/VNMI-17
Green deal projectvoorstel: vloeibaar aluminiumtransport In de sector zijn diverse bedrijven bezig met het onderzoeken van de mogelijkheden van transport van vloeibaar aluminium. We geven hier een beschrijving van een initiatief in NoordNederland. Ook de bedrijven E-max en Brabant Alucast zijn in hun regio bezig met het onderzoeken van deze innovatie. In Delfzijl zijn op het Metal Park Delfzijl een drietal aluminiumbedrijven gevestigd. Dit zijn Roba Metals Delfzijl (RMD), KBM Master Alloys (KBM) en Aluminium Delfzijl (Aldel). Roba Metals Delfzijl (RMD) is een omsmelter van aluminiumscrap. KBM Master Alloys (KBM) produceert aluminium voorlegeringen en AlTiB-draad, waarmee de fysieke eigenschappen van het aluminium kunnen worden versterkt. Aluminium Delfzijl (Aldel) is een aluminiumsmelter. De drie bedrijven werken gezamenlijk aan een project met de volgende drie onderdelen:
Het vloeibaar transporteren van aluminium: Door aluminium vloeibaar uit te wisselen wordt in de keten van de drie bedrijven twee smeltprocessen vermeden. Hiermee realiseren de bedrijven een grote reductie in milieuemissies en energiegebruik. Het uiteindelijke doel van het project is het opzetten van een landelijk netwerk voor het vloeibaar beleveren van gebruikt aluminium aan afnemers van RMD in een straal tot 300 km. De exacte afstand is afhankelijk van de technische mogelijkheid.
Het verhogen van het gebruik van secundair aluminium: RMD levert het naastgelegen Aldel voorgelegeerd aluminium in de juiste kwaliteit en volumes. In het project worden de mogelijkheden onderzocht om de hoeveelheid secundair aluminium dat Aldel inzet te verhogen.
Het verhogen van het rendement van het smelten van aluminium scrap: in de huidige ovens gaat bij het omwerken van scrap tot 10% van het omgesmolten aluminium verloren. In dit project onderzoekt RMD of het materiaalrendement bij het recyclen en omsmelten van scrap verhoogd kan worden door modernisering van de smeltovens.
Om bovengenoemde vernieuwingen te realiseren zijn investeringen nodig in transportsystemen en aanpassingen in productieprocessen en ovens. Er zijn risico’s en onzekerheden verbonden aan deze investeringen. De belangrijkste risico’s zijn: Omschakeling naar just in time werkwijze zal forse aanpassingen vragen van de huidige bedrijfsvoering. Onduidelijkheid marktontwikkeling: de productievolumes in de metallurgische industrie zijn de afgelopen 2 jaar meer dan gehalveerd. Het is thans niet duidelijk hoe de markt zich zal herstellen de komende tijd. Fluctuerende aluminium- en energieprijzen: de aluminium- en energieprijzen vertonen een sterke schommeling de afgelopen jaren. Beide prijzen hebben een belangrijke impact op de marges van RMD en ook op de aantrekkelijkheid voor Aldel om secundair aluminium in te zetten in plaats van primair aluminium.
3
Bijlage bij brief met kenmerk 2011/VNMI-17 Grote afhankelijkheid Aldel: RMD is sterk afhankelijk van afname van vloeibaar aluminium door Aldel. De bovengenoemde onzekerheden samen met de terugverdientijd van de investeringen van meer dan 5 jaar maken dat het project zonder subsidie van de overheid niet levensvatbaar is. Voor het project is dit voorjaar in nauwe samenwerking met de provincie Groningen door de drie
betrokken
bedrijven
een
subsidieaanvraag
ingediend
bij
het
Waddenfonds.
De
subsidieaanvraag is echter (zeer onverwachts) niet door de procedurele toets heen gekomen.
Acties Vloeibaar Aluminium Huidig verbruik insmelten aluminium 16,6 PJ/jaar Inschatting mogelijke efficiency verbetering: 2,8% Daarbij te realiseren besparing: 0,5 PJ 2011 - 2017
De bedrijven en de provincie Groningen overleggen over mogelijke vervolgstappen.
Het project wordt door de brancheorganisatie VNMI voorgesteld als onderdeel van de ‘Green Deal’.
Green deal projectvoorstel: Gietlooploos gieten (Low Pressure Sand Casting) Bij het traditionele gietproces wordt gebruik gemaakt van aangiettrechters en gietlopen. In dit kanaal in de mal blijft na stolling veel materiaal achter. Dit materiaal maakt geen deel uit van het product en wordt dus als recyclaat beschouwd. Afhankelijk van het product en de werkwijze, kan dit oplopen tot meer dan 50% van het materiaal. Veel kostbare energie is gebruikt om dit materiaal te smelten. Door het gietproces anders in te richten, waardoor het vloeibare materiaal van onder in de mal wordt gebracht en de gietloop af te stoppen, kan het nog vloeibare materiaal terug stromen in de gietoven. Hierdoor wordt bespaard op de energie die nodig is om dit materiaal opnieuw te smelten en op de kosten van het smelten zelf. Op basis van studies wordt ingeschat dat de (gemiddelde) energie-efficiëntie op het smelten verbetert met 30%. Daarnaast komt deze manier van gieten de kwaliteit van het eindproduct ten goede. Met deze technologie is het mogelijk dunnere wanddiktes te gieten, waardoor lichtere producten mogelijk worden. Bij een alleen maar toenemende klantvraag naar lichtere producten levert dit een belangrijk voordeel in de markt.
4
Bijlage bij brief met kenmerk 2011/VNMI-17
Figuur 6: Het proces Low Pressure Sand Casting. Voor het gieten van aluminium is de techniek op kleine schaal bewezen. In twee Nederlandse gieterijen, MGG en Eurotech, wordt deze met groot succes toegepast. Aan de universiteit van Duisburg zijn succesvolle proeven uitgevoerd met het lagedrukgieten van ijzer. IJzergieten is niet fundamenteel anders dan aluminium gieten, maar door de hogere temperatuur waarmee gewerkt wordt zijn de eisen die aan de procesinstallaties en de materialen die in die installaties worden toegepast aanzienlijk hoger. Voor het ijzergieten is het van belang zo snel mogelijk inzicht te krijgen in de technische belemmeringen. Het uitvoeren van de laatste proeven moet daartoe afgerond worden zodat de technische vraagtekens worden weggenomen en het vertrouwen in de techniek wordt gesterkt. De invoering van een dergelijke omslag in het bestaande productieproces vergt wel veel afstelling voordat het moeiteloos volcontinu kan draaien. Wanneer de nieuwe techniek parallel aan de oude kan functioneren wordt het risico op uitval lager. Bovendien biedt het de ruimte om eerst te experimenteren met de nieuwe techniek, voordat wordt overgegaan tot daadwerkelijke invoering. Acties Low Pressure Sand Casting Huidig energieverbruik gieterijen: 2,7 PJ/jaar Inschatting mogelijke efficiency verbetering: 27% Daarbij te realiseren besparing: 0,7 PJ 2011 - 2017 AVNeG en bedrijven voeren een haalbaarheidsonderzoek uit naar de toepassing op systemen in de ijzergieterij (DISA), en zoeken hiervoor financiële ondersteuning. AVNeG en bedrijven maken in samenwerking met onderzoeksinstellingen een pilotopstelling voor een ijzergieterij, en zoeken hiervoor financiële ondersteuning. 2018 - 2022
De ijzergieterij bedrijven nemen besluiten over de toepassing van deze methoden gebaseerd op de uitkomsten van het onderzoek en de te verwachten terugverdientijd.
5
Bijlage bij brief met kenmerk 2011/VNMI-17
Green deal projectvoorstel: Toepassen duurzame energie De metallurgische industrie en gieterijen beschouwen opwekking van duurzame energie als één van de opties voor verdere verduurzaming van de sectoren. De brancheorganisaties hebben ECN opdracht gegeven onderzoek te doen naar de verwachte kosten en baten van een omschakeling naar de hernieuwbare elektriciteitsopties: zon, wind en biomassa op de korte en lange termijn. De belangrijkste conclusie uit dit onderzoek is dat tot 2020 grootschalig investeren in hernieuwbare energiebronnen geen economische onderbouwing heeft. De verwachting is dat na 2020 grootschalige opwekking van duurzame energie een goed alternatief wordt in Nederland. Tot 2020 is er in Nederland een situatie van overcapaciteit op basis van niet-duurzame energie. Tot 2020 kan kleinschalige lokale opwekking van duurzame energie een optie zijn voor de bedrijven in de metallurgische industrie en gieterijen. In de sector zijn diverse bedrijven bezig met het onderzoeken van de mogelijkheden voor het inzetten van duurzame energie tegen concurrerende prijzen. Onderstaand voorbeeld geeft aan dat er mogelijkheden zijn onder zeer specifieke omstandigheden. Meerdere bedrijven vanuit de metallurgische en chemische industrie, bijvoorbeeld Nedstaal, Climax, Luvata en de Metal Valley bedrijven zijn in hun regio bezig met het onderzoeken van deze innovatie. Voor Nyrstar en AkzoNobel is een duurzame energievoorziening uitgewerkt, het zogenaamde DAAN-project1. Deze installatie bestaat uit de volgende componenten:
Windenergie
Biomassa
Het geïnstalleerd vermogen bedraagt in deze opzet: 50MW Biomassa en 90 MW wind. Het principe is dat bedrijven een deel van de project risico’s overnemen waardoor het basisbedrag verlaagd kan worden. Op deze manier kan er een voor de industrie een internationaal concurrerende prijs ontstaan terwijl er geen meerkosten zijn voor de overheid. Het concept is gebaseerd op de SDE regeling en de carbon leakage compensatie. Deze oplossingen bieden zowel het bedrijfsleven als de overheid de mogelijkheid om zelfs in een periode van overschot aan niet duurzame energie toch te werken aan projecten waarin volledige duurzame energie modellen worden toegepast.
1
Zie voor meer informatie over dit project http://www.transitiepraktijk.nl/nl/experiment/example/daan-arrangement-voorenergie-intensieve-bedrijven .
6
Bijlage bij brief met kenmerk 2011/VNMI-17 Toepassing van lokale kleinschalige energie bij meerdere bedrijven in de sector kan een optie worden onder de volgende randvoorwaarden:
De overheid moet samen met het betreffende bedrijfsleven overeenstemming zien te bereiken over de aard, de omvang en de toekenningmethode van de subsidies voor energieproductie.
Binnen het betreffende bedrijf moet de internationale directie akkoord gaan met kostprijs regeling voor de lange termijn, waarbij prijsdalingen onder het 2011 basisniveau niet worden vergoed.
Er moet voldoende belangstelling zijn bij de energie bedrijven om deze stroomvoorzienig te leveren
Het bedrijf moet zich verplichten tot lange termijn contracten.
CO2 leakage compensatie
Acties duurzame energie Huidig elektriciteitsverbruik (Nyrstar Budel, Akzo Nobel): 60 PJ/jaar Inschatting mogelijk aandeel duurzame elektriciteit: 20% Daarbij te realiseren besparing: 12 PJ
2011 - 2017
VNMI, AVNeG en FME nemen deel aan de werkgroep ‘duurzame energie’ die dit brancheoverstijgende thema verder gaat uitwerken. De bevindingen uit het DAAN-project en de geformuleerde randvoorwaarden worden daarbij ingebracht en de discussie met de overheid wordt gestart. Idealiter worden enkele pilotprojecten met geïnteresseerde bedrijven uit de branche gestart, zowel met de bedrijven die deelnemen aan het MEE convenant als die deelnemen aan het MJA convenant. De overheid wordt gevraagd zich in te spannen voor het ontstaan van een leveringsaanbod, waarin de relatieve kleinverbruikers uit de branches voldoende duurzame energie wordt aangeboden tegen competitieve prijzen. De bedrijven nemen besluiten over de toepassing van deze methoden gebaseerd op de uitkomsten van het onderzoek en de te verwachten terugverdientijd.
7