LeesWijzer Met voorbeeldkaarten uit de Heemstede 2012 toepassing
Januari 2013 © Object Vision BV
Leeswijzer WoonZorgWelzijn Verkenner
Pagina 1
Introductie De WoonZorgWelzijn Verkenner (WZWV) is een instrument dat de Vraag naar en het Aanbod van Woon-, Zorg- en Welzijnsvoorzieningen letterlijk in kaart brengt. De resultaten van het instrument worden gebruikt ter ondersteuning van gebiedsgericht beleid. De WoonZorgWelzijn Verkenner wordt beschikbaar gesteld onder CC-SA-BY-NL-30 voorwaarden. De in deze Verkenner gebruikte GeoDMS software is beschikbaar onder GNU/GPL voorwaarden (UK). Voor meer informatie over de Verkenner, neemt u gerust contact op met dhr van der Beek, Object Vision BV (http://www.objectvision.nl) In deze leeswijzer worden voorbeelden gebruikt uit een toepassing in Heemstede. De Verkenner wordt per toepassing aangepast aan de lokale context. Zo kunnen de leeftijdgrenzen van doelgroepen, de relevante sociaal-economische indicatoren, de gekozen type voorzieningen, de maximale loopafstanden e.d. variëren. De ervaring leert echter dat, ondanks de lokale invullingen, de essentie van de studie bij de meeste toepassingen overeind blijft, waardoor deze leeswijzer ook voor andere toepassingen goed bruikbaar is.
Dia’s deel I VraagZijde Dia 2, Wonen, Zorg en Welzijn Verkenner Model: Deze dia geeft schematisch aan hoe de verschillende kaartbeelden aan elkaar relateren. De essentie van een studie met de Verkenner is de confrontatie van Vraag en Aanbod op een relevant ruimtelijk schaalniveau. Voor de doelgroep die gebruik maakt van Woon-, Zorg- en Welzijnsvoorzieningen speelt mobiliteit vaak een belangrijke rol. Het aanbod van voorzieningen sluit alleen goed aan op de vraag als dit aanbod goed bereikbaar is, denk daarbij aan veilige looproutes met afstanden van maximaal 400 tot 800 meter, afhankelijk van de specifieke doelgroep. Om de vraag in kaart te brengen worden demografische en sociaal-economische indicatoren op een gedetailleerd schaalniveau berekend en gevisualiseerd. In deel 2, Dia’s Aanbodzijde, wordt vervolgens de woningvoorraad en de bereikbaarheid van voorzieningen in kaart gebracht en worden relaties gelegd tussen Vraag en Aanbod.
Leeswijzer WoonZorgWelzijn Verkenner
Pagina 2
Dia 4, Demografie Gemeente t.o.v. Regio & Nederland Deze dia geeft een grafische weergave van de demografische verdeling van de gemeente t.o.v. de regio en Nederland. De dia illustreert het belang van Wonen, Zorg en Welzijn beleid in de gemeente, met name ook naar de toekomst toe. Naast ouderen is dit beleid vanzelfsprekend ook van belang voor andere doelgroepen als gehandicapten, qua aantallen vormen ouderen echter verreweg de grootste groep.
Dia 5, Percentage 65 plussers per wijk t.o.v. het Nederlands Gemiddelde In deze dia is het percentage 65 plussers per wijk met een kleur aangeven. Wijken die ongeveer op het Nederland gemiddelde liggen zijn geel weergeven. Hoe groener hoe lager dit percentage, hoe roder hoe hoger. De wijken zijn niet als hele vlakken ingekleurd, alleen de woningen hebben de wijkkleur gekregen. Dit om te voorkomen dat grote ingekleurde vlakken die nauwelijks bebouwd zijn het beeld vertekenen. De dia is opgenomen als eerste stap naar een ruimtelijk inzicht in de spreiding van de doelgroep. Het presenteren van gegevens op wijk/buurtniveau sluit goed aan op veel bronnen (zoals CBS en gemeentelijke data) die beschikbaar zijn op dit schaalniveau. Voor het domein Wonen, Zorg en Welzijn is dit ons inziens echter een nogal grof schaalniveau, zie dia 6.
Dia 6, Wijk Concept Deze dia illustreert waarom een analyse op buurt /wijkniveau minder geschikt is voor dit beleidsdomein. Redenerend vanuit de individuele bewoner, wordt zijn concept van buurt of wijk niet bepaald door een administratieve gebiedsindeling. Voor de bewoner is het uitgangspunt zijn/haar woonlokatie en een gebied daarom heen wat voor hem/haar goed bereikbaar is, de zogenoemde habitat. Deze habitat wordt kleiner naarmate de mobiliteit afneemt. De dia laat met de rode gebieden habitats zien van twee bewoners. Duidelijk is dat deze gebieden nauwelijks een relatie hebben met de administratieve buurt/wijkgrenzen. Voorzieningen die in de Leeswijzer WoonZorgWelzijn Verkenner
Pagina 3
administratieve buurt liggen hoeven niet goed bereikbaar te zijn en andersom zijn voorzieningen in andere administratieve buurten/wijken deels wel goed bereikbaar. Voor een beeld van de dichtheid van een totale doegroep dient data geaggregeerd te worden. Voor een goed inzicht in de spreiding van de doelgroep, kan deze aggregatie het beste worden uitgevoerd op basis van de individuele habitats, om zo het in de vorige alinea geschetste probleem van een administratieve gebiedsindeling als aggregatie te voorkomen. De resultaten van de aggregaties op basis van de individuele habitats zijn in de volgende dia’s weergegeven, uitgesplitst naar verschillende leeftijdsgroepen. Dia 7, Dichtheid 0-19 jarige Dia 7 is de eerste dia in een serie die de dichtheid van specifieke doelgroepen weergeeft. De klassificatie loopt van wit/lichtgeel voor gebieden met een lage tot rood/ donkerrood voor gebieden met een hoge dichtheid. De bron voor de dichtheden in deze kaart is de Gemeentelijke Basis Administratie. Daaruit is af te leiden hoeveel personen in de doelgroep op een (adres)lokatie wonen. Over de gemeente wordt een raster gelegd van kleine cellen (5 bij 5 meter). Per cel wordt geteld hoeveel van de personen uit de doelgroep in een cel wonen. Om de habitats mee te nemen, wordt iedere cel vervolgens beschouwd als het centrum van een gebied met een straal van 200 meter en worden alle personen van alle cellen in dit gebied opgeteld. Het totaal aantal personen wordt ten slotte uitgedrukt in een dichtheidsmaat, in dit geval het aantal personen per ha. Het resultaat is een kaart die een helder inzicht geeft in de ruimtelijke spreiding van de doelgroep en die niet wordt beinvloed door de administratieve gebiedsindeling. Dia’s 8 en 9 tonen vergelijkbare kaarten voor de doelgroepen 20-64 en 65 plus. Dia 10 toont net als dia 9 de dichtheid 65 plussers, maar nu zonder de 65 plussers in WoonZorg voorzieningen (denk aan verzorgingshuis, verpleegtehuis), om zo een beeld te geven van de zelfstandig wonende ouderen. Dia 11, Ontwikkeling dichtheid 65 plussers Deze animatie dia toont een projectie van de doelgroep 65 plussers in de komende jaren. Uitgangspunt hierbij is dat inwoners waar mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen in de eigen woonomgeving, een centraal uitgangspunt voor veel beleid op het gebied van Wonen, Zorg en Welzijn. De 65 plussers van 2013 is dan dus de 64 plusser van nu. Niet voor iedereen is weggelegd dat hij/zij ook een jaar ouder wordt. Leeftijd en het geslacht bepalen de kans
Leeswijzer WoonZorgWelzijn Verkenner
Pagina 4
dat iemand een volgend levensjaar haalt. De overlevingskansen worden meegenomen in de projectie op basis van sterftetabellen van het CBS. De volgende correcties worden vervolgens uitgevoerd: 1. Op nieuwbouw lokaties waarvan de plannen tamelijk hard zijn en waarvan bekend is wanneer er hoeveel woningen gebouwd gaan worden, wordt ingeschat worden hoeveel 65 plussers er komen te wonen. 2. Voor een deel van de populatie zal het zelfstandig wonen op een gegeven moment niet meer mogelijk zijn. Zij zullen toch verhuizen naar een WoonZorg voorziening. Dit wordt gemodelleerd door, in dit scenario de huidige capaciteit van deze voorzieningen in stand te houden. Ieder overlijden in een WoonZorg voorzieningen wordt dus weer ingevuld door een nieuwe bewoner. De herkomst lokaties van deze bewoners zijn niet bekend, aangenomen wordt dat deze uit de gemeente komen. 3. Per wijk of gemeente wordt de model projectie bij elkaar opgeteld en gerelateerd aan een bekende wijk of gemeente prognose (bijvoorbeeld van het CBS of van een gemeente zelf). Dit leidt tot een correctiefactor die wordt gebruikt om de model projectie voor iedere cel aan te passen, opdat de model projectie op het niveau van de wijk/gemeente overeen komt met een bekende wijk/gemeente prognose. Met deze correctiefactor wordt de migratie tussen wijken en/of gemeentes gemodelleerd en wordt ervoor gezorgd dat de projectie goed aansluit bij andere gebruikte projecties.
Dia 12, Dichtheid 65 plussers 2025 Deze dia toont het resultaatbeeld van de projectie van dia 11 voor 2025.
Dia 13, Dichtheid 65 plussers 2025, Scenario 35 % instroom Deze dia toon het resultaatbeeld van de projectie van dia 11 voor 2025 onder een andere aanname. Op basis van historiche gegevens is bepaald dat van de instroom naar WoonZorg voorzieningen 35% in de ZZP 1 t/m 3 categorie valt. De aanname voor deze dia is dat deze groep niet meer instroomt en dus zelfstandig blijft wonen. Het effect hiervan is dat hoge dichtheden in de (buurt) Leeswijzer WoonZorgWelzijn Verkenner
Pagina 5
van de WoonZorg voorzieningen afnemen en het aantal zelfstandig wonende ouderen versrpeid over de gehele gemeente toeneemt. Doordat dit laatste effect zich over de gehele gemeente uitspreid is dit in de kaart nauwelijks waarneembaar. Naast de demografische opbouw zijn ook andere huishoudens/sociaal-economische factoren van belang die bepalend zijn voor de gezondheidssituatie en de zorgvraag. Dia 14, Huishoudenstype per 6ppc Alleenstaanden hebben minder mantelzorg in de directe omgeving dan gezinnen. De verwachting bestaat dat zij daarom sneller een beroep doen op de ‘formele’ zorg. Het huishoudenstype is daarmee een indicator voor zorgvraag. Deze dia toont de ruimtelijke spreiding van verschillende huishoudenstypes. Het huishoudenstype, is net als de andere sociaaleconomische indicatoren, beschikbaar voor een 6 positie postcode gebied. Dit betreft alle woningen die eenzelfde 6 positie postcode als adres hebben. Gemiddeld betreft dit 10 à 15 woningen.
Dia 15, Fiscaal Maandinkomen per 6ppc Deze dia toont het fiscaal inkomen per 6 positie postcode gebied (zie dia 14). Het fiscaal maandinkomen is berekend aan de hand van de inkomensbronnen werknemer, zelfstandige, uitkering en pensioen die een persoon over december 2008 had. Het inkomen is een indicator voor zorgvraag. Zo heeft het CBS een relatie gelegd tussen een hoog inkomen en een langere gezonde levensverwachting.
Dia 16, Opleidingsniveau per 6ppc Net als bij inkomen heeft het CBS ook een relatie aangetoond tussen het opleidingsniveau en een (gezonde) levensverwachting. Dia 16 toont opleidingsniveaus in drie categorieën per 6 positie postcode gebied (zie dia 14).
Leeswijzer WoonZorgWelzijn Verkenner
Pagina 6
Dia 17, Autobezit per 6ppc De laatste sociaal-economische indicator is het autobezit per 6 positie postcode gebied (zie dia 14). Deze indicator is relevant omdat bereikbaarheid van voorzieningen op loopafstand met name een knelpunt vormt als de mogelijkheid om te kunnen beschikken over een auto minder is.
Dia 18, Sociaal Economische Score Deze dia combineert de dia’s 14, 15, 16 en 17 tot één beeld van de Sociaal Economische Score per 6 positie postcode gebied (zie dia 14). Veel eensgezinshuishoudingen met een laag inkomen, een laag opleidingsniveau en een laag autobezit leiden tot gebieden met een lage sociaal economische score (oranje/rode kleuren in de kaart). De verwachting bestaat dat de zorgvraag in deze gebieden relatief hoog zal zijn. Grotere gezinnen met hogere inkomens, een hoger opleidingsniveau en een hoog autobezit leiden tot gebieden met een hoger sociaal economische score (licht- en donkergroene kleuren in de kaart).
Dia 19, Vraagkaart 2012 De uiteindelijke vraagkaart voor 2012 wordt bepaald door dia 10 (dichtheid 65 plussers in 2012) te combineren met dia 18 (de Sociaal Economische Score). In deze kaart duidt een hoge dichtheid 65 plussers in 2012 en een lage sociaal economische score op een hoge verwachte vraag (oranje/rode kleuren in de kaart) Een lage dichtheid 65 plussers en een hoge sociaaleeconomische score duidt op een lage verwachte zorgvraag (licht- en donkergroene kleuren in de kaart).
Leeswijzer WoonZorgWelzijn Verkenner
Pagina 7
Dia 20, Vraagkaart 2025 Deze dia is vergelijkbaar met dia 19. De Sociaal Economische Score (dia 18) is nu echter gecombineerd met de dichtheid 65 plus conform de model projectie in 2025 (dia 12). De kaart geeft aan waar in 2025 de verwachte zorgvraag hoog (oranje/rood) en laag (licht- en donkergroen) zal zijn.
Leeswijzer WoonZorgWelzijn Verkenner
Pagina 8
Dia’s deel II AanbodZijde Dia 2, Woningen2012 Fysieke geschiktheid Deze dia toont in de kleuren groen en geel het bezit van de woningbouwverenigingen dat door hen getypeerd is als fysiek geschikt voor de doelgroep. Daar de verschillende woningbouwverenigingen hun eigen klassificaties hanteren, is per vereniging aangeven hoe zij het begrip ‘geschikt’ labellen. Voor de koopsector is er geen centrale bron voor dergelijke gegevens. Om toch ook van deze sector een beeld te schetsen wordt gebruikt gemaakt van de gemeentelijke registratie voor de Onroerende Zaak Belasting (WOZ). Deze registratie bevat informatie over de totale woningvoorraad van de gemeente, waaronder ook een typering van het soort object. Hieruit is de volgende selectie gemaakt:
Benedenwoning FlatWoning Appartement Bejaarden Appartement Penthouse Maisonnette
De selectie is gemaakt daar dit om woningen gaat die waarschijnlijk tenminste gelijkvloers zijn. De woningen behorend tot deze selectie zijn in de kaart in het oranje weergegeven. Dia 3, Woonvoorzieningen 2012 Ouderen In deze dia worden de specifieke WoonVoorzieningen voor ouderen in kaart gebracht. Deze voorzieningen zijn hier getypeerd naar zorgcentra, zorgwoningen en serviceflats.
Leeswijzer WoonZorgWelzijn Verkenner
Pagina 9
Dia 4, Woonvoorzieningen 2012 Gehandicapten en Psychiatrie In deze dia worden de specifieke WoonVoorzieningen voor gehandicapten en psychiatrische patiënten (naar aanbieder) in kaart gebracht.
Dia 5, Supermarkten In de volgende set van dia’s worden voorzieningen in kaart gebracht die als relevant worden ervaren voor het langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Dit gaat met name om voorzieningen met een haalfunctie en een substantiële gebruiksfrequentie. Begonnen wordt met de voorziening die door de doelgroep over het algemeen als belangrijkste wordt voorziening, de supermarkt. Per voorzieningtype worden eerst de lokaties inclusief labels weergegeven. Hieruit kan echter nog onvoelde worden geconcludeerd of deze voorzieningen ook goed bereikbaar zijn. Daarom toont de volgende dia de nabijheid naar het voorzieningtype.
Dia 6, Nabijheid Supermarkten In deze kaart worden dezelfde supermarkt lokaties als in dia 5 getoond, maar nu met de totale woningvoorraad van de gemeente, gekleurd naar de loopafstand tot de dichtsbijzijnde supermarkt. Lichtgroen wil zeggen op een loopafstand tot maximaal 200 meter, oplopend tot rood voor woningen die meer dan 800 meter van de dichtsbijzijnde supermarkt gelegen zijn. Het begrip loopafstand wordt geoperationaliseerd door de afstand over de weg te berekenen. Hiermee wordt dus rekening gehouden met het feit dat de route die afgelegd wordt van huis naar supermarkt niet bijvoorbeeld door de tuin van de buurman of door het water van een kanaal loopt, maar over stoepen en bruggen. Loopafstanden over de weg kunnen substantieel afwijken van hemelsbrede afstanden. Ze geven een betere indicatie van de Leeswijzer WoonZorgWelzijn Verkenner
Pagina 10
feitelijke afstanden. Met de Verkenner worden deze afstanden voor iedere woning van de gemeente naar de verschillende voorzieningtypes berekend en in kaarten weergegeven. De dia’s 7 tot en met 13 zijn dia’s als 5 en 6, voor andere voorzieningtypen die de doelgroep als relevant worden beschouwd, te weten:
Halte Openbaar Vervoer Ontmoetingcentrum (met aanbod van activiteiten, gericht op onmoeting en/of eenzaamheidspreventie) Huisarts Bank/Pinautomaat
Dia 14, Voorzieningen op Peil Deze dia combineert de nabijheidskaarten 6, 7, 9, 11 en 13. Voor de donkergroene woningen gelt dat er een Supermarkt, een halte Ov Halte, een Ontmoetingcentrum, een Huisarts en een Bank of Pinautomaat op maximaal 400 meter loopafstand gelegen zijn. Voor de blauwe woningen geldt dat er tenminste één van genoemde voorzieningen verder gelegen is dan 400 meter lopen, maar niet verder dan 800 meter. Voor de rode woningen geldt dat er tenminste één van de genoemde voorzieningen verder dan 800 meter lopen gelegen is. Rondom de groene en de blauwe woningen worden vervolgens outlines in dezelfde kleur getekend. Deze outlines geven de zogenoemde voorzieningen op peil gebieden aan en worden in de volgende dia’s gebruikt om relaties te leggen met andere kaartlagen.
Dia 15, Voorzieningen op Peil & Fysieke geschiktheid Deze dia relateert de gebieden uit dia 14 met de fysieke geschiktheid van de woningen uit dia 2. Voor de twee kleine groene gebieden geldt dat alle woningen hierbinnen op maximaal 400 lopen meter gelegen zijn van de bij dia 14 genoemde voorzieningen. Uit de kaart en de tabel blijkt dat maar een klein deel van de geschikte woningvoorraad binnen deze gebieden valt. Het blauwe gebied geeft aan voor welke woningen de genoemde voorzieningen op maximaal 800 meter zijn gelegen. Een substantieel deel van de fysiek geschikte woningvoorraad is in dit gebied gesitueerd.
Leeswijzer WoonZorgWelzijn Verkenner
Pagina 11
Dia’s 16, 17 en 18 zijn vergelijkbaar aan dia 15, waarbij relaties gelegd worden tussen de voorzieningen op peil gebieden en respectievelijk de WoonVoorzieningen voor ouderen (dia 3), de WoonVoorzieningen voor Gehandicapten en Psychiatrische patiënten (dia 4) en nieuwbouwplannen voor woningbouw. Met deze relatiekaarten wordt een goed beeld gegeven in hoeverre bestaande en geplande WoonVoorzieningen gunstig gesitueerd zijn t.o.v. het huidige voorzieningenaanbod.
Dia 19, Voorzieningen op Peil & Vraagkaart 2012 Met deze dia wordt de relatie gelegd tussen Vraag en Aanbod in de huidige situatie. De gebieden van dia 14 worden gelegd over de vraagkaart 2012 (dia 19 van deel I Vraagzijde). Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt of de woningen met een hogere vraag (oranje/rode woningen) in de huidige situatie gunstig gesitueerd zijn ten op zichte van de relevante voorzieningen (voorzieningen op peil gebieden). Dia 20 is vergelijkbaar aan dia 19, alleen nu met de relatie naar de vraagkaart voor 2025 (dia 20 van deel I Vraagzijde). Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt of de woningen met een hogere vraag (oranje/rode woningen) in de toekomst (2025) gunstig gesitueerd zijn ten op zichte van de relevante voorzieningen (voorzieningen op peil gebieden).
Dia 21, Voorzieningen op Peil & Vraagkaart 2025 -> Aandachstgebieden Deze dia neemt dia 20 als uitgangspunt. Die gebieden waarvoor geldt dat er in 2025 een hoge vraag wordt verwacht (oranje en rode woningen) maar die niet in een voorzieningen op peil gebied vallen, worden gedefinieerd als aandachstgebieden. Deze gebieden worden met een rode outline aangegeven. Per gebied refereert een nummer aan een rij in de tabel. In de tabel wordt aangegeven wat de karakteristieken zijn voor het aandachstgebied. Zo is in het voorbeeld te zien dat in gebied I de aanwezigheid van een huisarts en een pinautomaat een knelpunt zijn om het gebied als “voorzieningen op peil” te kunnen karakteriseren. De aandachtsgebieden zijn met name bedoeld als agendapunten om een onderbouwd gesprek aan te gaan met betrokkenen. Of de knelpunten in de praktijk ook zo worden ervaren, of dat er wellicht andere knelpunten zijn is iets dat ook uit dergelijke gesprekken moet blijken. De kaarten vormen hiervoor een visuele en kwantitatieve onderbouwing.
Leeswijzer WoonZorgWelzijn Verkenner
Pagina 12
Dia 23, Additionele analyse: Looproutes naar supermarkt De bereikbaarhied van voorzieningen wordt naast de af te leggen afstand ook bepaald door de aard van de looproute. Deze looproutes dienen veilig, obstakelvrij en goed toegankelijk zijn. Om inzicht te geven in de looproutes naar relevante voorzieningen zijn de kaarten 23 t/m 27 opgenomen. Uitgangspunt is hierbij de nabijheidsanalyses. Per voorzieningtype is de loopafstand van iedere woning naar de dichtsbijzijnde voorziening van het gekozen type over de weg berekend. Hiervoor berekent de Verkenner een kortste route. Deze route bestaat uit een aantal wegsegmenten, die belopen moeten worden om de voorziening te bereiken. In deze kaart zijn alle wegsegmenten weergegeven, waarbij geteld is door hoeveel van de inwoners van de gemeente het segment belopen wordt op de route van woning naar voorziening. Zo ontstaat een beeld waarbij de blauwe en rode dikkere wegsegmenten naar voren komen als de belangrijke segmenten voor veel inwoners om de voorziening te bereiken. Uitgaande van een beperkt budget voor het veilig en obstakelvrij maken van de publieke ruimte, kunnen deze kaarten bruikbaar zijn bij de prioritering hiervan.
Leeswijzer WoonZorgWelzijn Verkenner
Pagina 13