KMO-Milieunieuwsbrief
Informatie over milieu, ruimtelijke ordening, energie en mobiliteit Elektronische nieuwsbrief voor het netwerk van Stichting Leefmilieu vzw/KBC en voor UNIZO-leden Jaargang 2, nummer 4, mei 2002
Inhoud Beleid Ontwerp Vlaams Milieubeleidsplan 2003-2007 Benchmarking van België op milieugebied Nieuw ontwerp-K.B. inzake facturatie van steenkool en gasolie Mogelijke effecten van beleidsmaatregelen op CO2-uitstoot Wetgeving Pesticidengebruik openbare besturen Praktijk Overgangscursus milieucoördinator B naar A Oriënterende bodemonderzoeken weldra duurder? Ecoscore: een digitaal model voor milieuzorg bij gezinnen IFEST Technology Partnering Agenda Infosessies milieu
Beleid Ontwerp Vlaams Milieubeleidsplan 2003-2007 Het openbaar onderzoek over het nieuwe ontwerp-Milieubeleidsplan werd afgerond op 15 juni 2002. Tot die datum kon elke burger of organisatie opmerkingen over het ontwerp-Plan indienen bij het gemeentebestuur of via internet (www.milieubeleidsplan.be). Naast het ontwerp-Plan kan via deze website ook een samenvattende brochure aangevraagd worden. Het milieubeleidsplan legt “de strategie, doelstellingen en prioriteiten van het Vlaamse milieubeleid vast” voor een periode van vijf jaar. Het thans voorbereide plan gaat in op 1 januari 2003. Het Plan zelf is een turf van 431 bladzijden, weinig toegankelijk voor de modale burger en de modale ondernemer in Vlaanderen. Het is té technocratisch en té ambtelijk en bevat veel ballast en herhalingen. Het is te beschouwen als het resultaat van een intern proces binnen de Milieuadministratie, het is een Plan van ambtenaren, de overheid heeft er zich op geen enkele manier over uitgesproken. Blijkbaar is er voor gekozen om het ambtenaren-Plan onmiddellijk in openbaar onderzoek te laten gaan, en de resultaten van het openbaar onderzoek af te wachten vooraleer duidelijke prioriteiten te stellen. Het Milieubeleidsplan kondigt op verschillende plaatsen bijkomende maatregelen en administratieve verplichtingen aan, terwijl er nergens gesproken wordt over de nochtans beloofde afbouw van de administratieve rompslomp, de vermindering van de papierberg en vereenvoudigde procedures (o.m. via e-government). Zo vermeldt het Milieubeleidsplan bv. “maatregelen voor rationeel energiegebruik” die zouden opgelegd worden aan alle ondernemingen, een “energiebesparingsplan op bedrijfsniveau” en een wettelijk verplicht “geurbestrijdingsplan” voor “bedrijven “die geurhinder kunnen veroorzaken”. Het mag uiteraard niet bij papieren verplichtingen blijven, bovendien blijft de vraag hoe dit te rijmen valt met de belofte in het Vlaams Regeerakkoord om de regelgeving met 25% te verminderen, als er niet tegelijkertijd maatregelen aangekondigd worden die de administratieve lasten substantieel verminderen? In dit lijvig Milieubeleidsplan was minstens één hoofdstukje met maatregelen voor bv. internetgebruik bij vergunningsprocedures, e-government voor electronische afhandeling van formaliteiten, én afbouw van nodeloze (én reeds eerder overgemaakte) bijlagen bij vergunningsdossiers op zijn plaats geweest. Het Milieubeleidsplan stelt verplichte maatregelen voor, maar maakt nergens een allusie op de economische en technische haalbaarheid van deze maatregelen. Bij wijze van voorbeeld kunnen we hier verwijzen naar het Hoofdstukje Integraal Waterbeleid waar men spreekt over “aanpassingen aan vergunningen”, “vergunningen per zuiveringsgebied systematisch herzien”, “afkoppeling” en “hergebruik van behandeld afvalwater”. Deze maatregelen kunnen opgelegd worden aan bedrijven als bv. “de ecologische draagkracht van de waterloop” dat noodzaakt.
Sommige van die maatregelen garanderen niet langer rechtszekerheid voor de ondernemingen. Financiering van de acties? Nergens in het ontwerp-Plan is aangegeven wat de vereiste financiële middelen zijn om de acties te financieren die nodig zijn om de doelstellingen te halen. Dit is een belangrijke tekortkoming. Via persberichten kon vernomen worden dat de Minister het jaarlijks vereist extra budget raamt op circa 200 miljoen euro. Vraag blijft dan hoe dat budget bij elkaar zal gebracht worden, via algemene middelen, via heffingen, ….?? Het was correcter geweest om in het Plan zelf aan te geven dat de vooropgezette acties en doelstellingen ook extra geld kosten, en dat de samenleving dat op één of andere manier zal moeten financieren. Men moet aan de bevolking durven zeggen dat realisatie van de acties (veel) extra geld kost!
Benchmarking van België op milieugebied Het federal planbureau heeft op 15 juni 2001 een tweede benchmarkingrapport uitgegeven ‘Benchmarking the framework conditions : A systematic test for Belgium’. In deze studie wordt het investeringsklimaat in België vergeleken met de ons omringende landen. Eén van de onderzochte aspecten is de milieufactor. Men baseert zich bij de analyse op OESO-rapporten (OECD Environmental Data Compendium (1999) en OECD (1998), Environmental Performance Review of Belgium) Het rapport komt, weliswaar op basis van cijfers uit 1998, tot volgende bevindingen: o De CO2-emissie vermindert, maar is relatief tot het GDP (global domestic production) gezien hoger dan in de ons omringende landen. o België behoort tot de westerse landen die het meest zoetwater gebruiken in verhouding tot de beschikbare voorraden. Dit heeft te maken met de hoge bevolkingsdichtheid en de ontoereikende aanvulling van de voorraden i.r.t. het verbruik. o De productie van huishoudelijk afval is relatief laag. Het recyclagepercentage van glas ligt hoog, dat van papier en karton is ondermaats t.o.v. de andere onderzochte landen. Dit gegeven is wellicht niet meer correct gelet op de toegenomen druk (cf. aanvaardingsplicht). o De uitgaven van de publieke sector voor bestrijding en controle van verontreiniging is met 0,71% van het GDP relatief laag. Dit heeft wellicht te maken met het feit dat de uitgaven van lokale overheden niet werden meegerekend terwijl die toch substantieel zijn. o België scoort dan weer goed als het om uitgaven op het vlak van R&D i.v.m. milieubescherming gaat.
Nieuw ontwerp-K.B. inzake facturatie van steenkool en gasolie Federaal staatssecretaris Olivier Deleuze lanceerde een ontwerp van Koninklijk Besluit inzake de facturatie van steenkool en gasolie voor verwarming. Op die manier wil hij meer voorlichting geven en de bewustmaking van de consument op vlak van energieverbruik aanzwengelen. Via het verschaffen van nauwkeurige en
vergelijkbare informatie zou de consument moeten aangezet worden tot meer rationeel omgaan met energie, zodat hij onrechtstreeks bijdraagt tot een beter leefmilieu. Rationeel energieverbruik behoort evenwel tot de bevoegdheid van de gewesten. Die gewesten nemen ook maatregelen ter bevordering van rationeel energiegebruik, er is dus een gevaar van bevoegdheidsconflict. De verschillende bevoegdheidsechelons zouden meer coherent overleg moeten plegen zodat interferenties in de initiatieven vermeden worden. Overlappingen, tegenstellingen en onverenigbaarheden zullen de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen en de rechtszekerheid van de betrokken subjecten niet ten goede komen. Algemeen is het zo dat de betrokken sector zich steeds heeft geschaard achter het principe van rationeel energiegebruik en bereid is dit principe verder te promoten en concrete acties hieromtrent te organiseren. Reeds in het verleden heeft de sector van de vaste brandstoffen, via de vzw Auraco (Association pour l’utilisation rationelle du charbon), talrijke initiatieven ondernomen om de consument aan te sporen rationeel met energie om te gaan. Ook wat de vloeibare brandstoffen betreft, heeft de sector via de vzw Informazout (Informatiecentrum voor vloeibare brandstoffen) en Cedicol (Centre d’études pour les combustibles liquides) talrijke initiatieven ontplooid in het kader van het rationeel energiegebruik. Voorbeelden hiervan zijn de creatie van het OPTIMAZ-label voor stookinstallaties, de verspreiding van talrijke brochures over rationeel energiegebruik (met diverse praktische tips), de invoeging van een specifiek hoofdstuk over rationeel energiegebruik op de website van Informazout (http://www.informazout.be), talrijke info-avonden voor installateurs centrale verwarming over rationeel energiegebruik en milieuzorg, invoering van strengere productnormen … enz. Het ontwerp-KB, dat onvoldoende rekening houdt met de specificiteit van de sector, en waaromtrent geen overleg gepleegd werd met de sector, komt dan ook aan als weinig doordacht en weinig efficiënt om de doelstelling te halen. Het individualiseren van de verplichting de consument te informeren over en aan te zetten tot rationeel energiegebruik zal leiden tot een belangrijke meerkost voor de brandstoffenhandelaar, die geconfronteerd wordt met belangrijke investeringen voor de aanpassing van de software (met het oog op de uitsplitsing op de factuur van de door de overheid opgelegde bijdragen), stijgende verzendingskosten (brochures), …enz. In dit kader moet worden opgemerkt dat deze meerkost, ingevolge het Programmacontract (dat een maximumprijs vastlegt voor de verkoop van minerale oliën), niet kan worden verrekend in de prijs aan de consument. Bovendien houdt het ontwerp van KB in geen enkel opzicht rekening met de collectieve inspanningen die door de sector worden verricht met het oog op een rationeel energiegebruik. Bij verschillende zaken die verplicht vermeld moeten worden op de factuur kan men zich afvragen of ze wel enig effect kunnen genereren. Zo kan de verplichte vermelding van de graaddagen op de factuur, voor wat betreft de levering van vloeibare brandstoffen, slechts zinvol zijn als de consument kennis heeft van het exact aantal liter dat hij het voorbije jaar heeft gebruikt. In de praktijk is dit praktisch onmogelijk, daar naast de aangekochte (geleverde) hoeveelheid ook rekening moet worden gehouden met de in de opslagtank aanwezige (rest)hoeveelheid stookolie.
Dit impliceert dat de voorraad bij de aanvang en op het einde van het stookseizoen zou moeten opgemeten worden. Praktische uitvoering van het ontwerp-K.B. zal in elk geval problemen veroorzaken daar in de praktijk niet altijd een factuur wordt opgemaakt, maar ook gebruik wordt gemaakt van leveringsnota’s.
Mogelijke effecten van beleidsmaatregelen op CO2-uitstoot Het Federaal Planbureau heeft in december 2001 studie gepubliceerd over de mogelijke effecten van diverse fiscale en niet-fiscale maatregelen op de uitstoot van CO2. In de studie wordt eerste de evolutie geraamd van de CO2-, CH4- en N2O-emissies tot het jaar 2012 bij ongewijzigd beleid. Die projectie is gebaseerd op de meest recente macro-economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau, die ten behoeve van deze studie werden verlengd met de periode 2007-2012. Vervolgens worden de effecten nagegaan van de introductie van een CO2-heffing op de Belgische economie. Twee scenario’s worden onderzocht: o een heffing die oploopt tot 14,1 euro per ton CO2 o een CO2-heffing die tussen 2002 en 2010 geleidelijk oploopt tot 32,1. De opbrengst van die belasting zou worden gebruikt om een aantal andere verplichte heffingen te verminderen. Tot slot wordt de impact van niet-fiscale maatregelen in de strijd tegen de klimaatverandering ingeschat. Het gaat om betaalbare, algemeen beschikbare technologieën, die echter om diverse redenen niet spontaan worden aangewend door gezinnen en ondernemingen (ook niet wanneer een CO2-heffing wordt ingevoerd). België zal haar CO2-emissies met naar schatting 25 megaton moeten reduceren, wil het zijn engagementen nakomen. Met een CO2-heffing van maximum van 14,1 euro per ton CO2, dalen de CO2emissies met ongeveer 7 megaton in 2010 tot op een niveau van 118,4 megaton. Dit is veel, maar nog een stijging van 10% t.o.v. de emissies van 1990. Dus ruim onvoldoende om de doelstelling in het kader van het Kyoto-protocol te bereiken, nl. een daling van 7,5 % voor 2008-2012 van de totale broeikasgasemissies t.o.v. 1990. Wanneer de CO2-heffing maximaal 32,1 euro per ton CO2 zou bedragen, dalen de CO2 emissies met 12,5 megaton. Dat is eveneens onvoldoende; het emissieniveau zou immers nog altijd 5 % hoger liggen dan in 1990. Daarom zijn bijkomende maatregelen dus nodig. Men schat dat de heffing van maximaal 14,1 euro per ton CO2 gecombineerd met tal van niet-fiscale maatregelen de CO2-emissies met 13,7 megaton kan doen dalen in 2010. Dit betekent met een CO2-uitstoot van 109 megaton toch al een benadering van de doelstelling voor de vermindering van de CO2-uitstoot (99,5 megaton CO2-emissies). De integrale studie kan geraadpleegd worden op of gedownload worden van de website van het federaal planbureau (klik links op ‘pdf-publicatie).
Wetgeving Pesticidengebruik openbare besturen Op 31 januari 2002 werd in het Belgisch Staatsblad een decreet gepubliceerd dat het gebruik van pesticiden door openbare besturen reglementeert. Vanaf 1 januari 2004 geldt voor alle openbare besturen in Vlaanderen een totaal verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen in openbare parken, plantsoenen, bermen, natuur- en bosgebieden en op terreinen die de overheid zelf gebruikt. Enkel in geval van ernstige bedreigingen voor de mens of plagen, en waar geen alternatieve bestrijdingsmethodes mogelijk zijn, kan de Vlaamse Regering nog afwijkingen verlenen. Daarvoor dient men een aanvraag te richten aan de Vlaamse Minister voor Leefmilieu. Het decreet bepaalt ook dat openbare besturen uiterlijk voor 1 juni 2003 een reductieprogramma voor bestrijdingsmiddelen moeten voorleggen, daarin moet ook vermeld worden hoe het verbod zal opgevangen worden. Het decreet is niet alleen van belang voor gemeenten, provincies, …. maar voor alle publiekrechterlijke rechtspersonen, zo bv. ook voor polderbesturen.
Praktijk Overgangscursus milieucoördinator B naar A Vlarem II voorziet in een overgangscursus voor milieucoördinator B naar A. Tot deze overgangscursus kan men worden toegelaten als men geslaagd is voor een opleiding milieucoördinator B. Voor zover we hebben kunnen achterhalen is op dit ogenblik alleen de Stichting Bedrijfsmanagement (SBM) in Kortrijk erkend voor het geven van een dergelijke overgangscursus. SBM is ook erkend voor de opleiding niveau A. Het eerste jaar geldt eveneens als opleiding niveau B. Het tweede jaar van de opleiding niveau A is zo opgevat dat ze in aanmerking komt als overgangsjaar van B naar A. Meer info: SBM, Doorniksesteenweg 220, 8500 Kortrijk, contactpersoon Philippe Herman, tel. (Brugge!) 050/40 30 90, e-mail:
[email protected].
Oriënterende bodemonderzoeken weldra duurder? Oriënterende bodemonderzoeken die vanaf 1 september 2002 worden ingediend, zullen wellicht een stuk duurder gaan worden. Aanleiding zijn nieuwe richtlijnen terzake van OVAM. Het vooronderzoek wordt uitgebreid met o.m. een doorlichting van de aanwezige Vlarem- en Vlarebo-activiteiten. De veldwerkstrategie wordt gedetailleerder wat in de meeste gevallen zal leiden tot meer boringen en meer peilbuizen. Ook worden de vereiste analyses (welke parameters te onderzoeken?) gekoppeld aan de aanwezige Vlarebo-rubrieken.
Ecoscore: een digitaal model voor milieuzorg bij gezinnen
Einde vorig jaar lanceerde Ecolife het project Ecoscore. Doel van het project was dat 100 gezinnen zich voor 100 dagen zouden engageren om milieuvriendelijker te leven en zo een oppervlakte van 100 voetbalvelden zouden besparen op de ecologische voetafdruk van de groep. Een duurzame ecologische voetafdruk zou 1,92 ha per persoon bedragen. Dit is de oppervlakte die men mag gebruiken om in zijn behoefte te voorzien. Het wereldgemiddelde bedraagt 2,85 hectaren. De gemiddelde Belg heeft een voetafdruk van 6,54 hectaren. Een Amerikaan heeft 12,3 hectaren per persoon nodig. In India en Afrika schommelt de ecologische voetafdruk rond 1 hectare. Het noorden moet met andere worden sterk inbinden. De deelnemers kregen bij Ecoscore ondersteuning via internet. Door het invoeren van gegevens werd de ecologische voetafdruk van het deelnemend gezin vastgesteld. Een hele reeks tips ondersteunden de deelnemers bij het nemen van concrete acties. De verkleining van de ecologische voetafdruk werd automatisch berekend na het ingeven van de genomen maatregelen. Op 10 februari werd het eerste Ecoscoreproject afgesloten. Aanstaande zondag 16 juni wordt de uitslag van het tweede project bekendgemaakt. Meer info: Ecolife, Steven Vroman, Blijde Inkomststraat 109, 3000 Leuven, tel. 016/23 26 49, website: www.ecoscore.be.
IFEST Technology Partnering Zoekt u partners om uw technologie of onderzoeksresultaat Europees te verspreiden? Of bent u juist op zoek naar een passende technologische oplossing? De IFEST Technology Partnering Meetings zijn hiervoor het ideale forum. Ze worden voor de tweede maal georganiseerd door IWT-IRC Vlaanderen, in samenwerking met de 68 andere leden van het IRC-netwerk, het grootste technologietransfertnetwerk ter wereld. Europese bedrijven en onderzoekscentra die innovaties in de milieusector zoeken of aanbieden, worden hier, op basis van vooraf vastgelegde afspraken, als potentiële zakenpartners bij elkaar gebracht voor een eerste gesprek. Thema van deze editie is, aansluitend bij de beurs, Afval- en Emissiepreventie. U kan deelnemen door vooraf een samenwerkingsprofiel in te dienen, en zo uw eigen technologievraag of -aanbod promoten. Alle profielen verschijnen in een catalogus, die beschikbaar is op de website van IRC-Vlaanderen en in een papieren versie. Via het IRC netwerk bereikt u organisaties over heel Europa. U kan rekenen op absolute discretie, want de profielen verschijnen anoniem in de catalogus. Op basis van de reacties op de catalogus worden individuele afspraken vastgelegd, die elk ongeveer 30 min duren. De afspraken gaan door op 24 en 25 oktober, op een speciaal forum op Ifest. U kan ook deelnemen zonder profiel, wanneer u de catalogus aanvraagt, en afspraken maakt met de bedrijven achter de profielen die u interesseren. Indienen van profielen, raadplegen of aanvragen van de catalogus, aanvragen van afspraken gebeurt bij voorkeur online via de website www.iwt.be/ircevents/, waar u
ook uitgebreide informatie over het event vindt. Indienen van technologievragen- en aanbiedingen kan tot 20 augustus 2002. Aanvragen van afspraken kan tot 30 september 2002. Wacht niet tot het laatste moment! Van zodra uw profiel wordt goedgekeurd, verschijnt het in de on-line catalogus. Voor meer informatie kan u ook steeds terecht bij IWT-IRC Vlaanderen, op het telefoonnummer 02/209.09.39 of via e-mail :
[email protected].
Agenda Infosessies milieu Stichting Leefmilieu organiseert samen met enkele partners een reeks van vier studienamiddagen voor milieuverantwoordelijken en milieucoördinatoren. De eerste sessie is achter de rug. De drie sprekers lichtten de (recent doorgevoerde en verwachte) wijzigingen toe in het bodemsaneringsdecreet, het Vlarem en Vlarea. Wie geïnteresseerd is in de slides, kan deze tegen betaling van 25
Stichting Leefmilieu. Bestellen kan via e-mail (
[email protected]). Volgende onderwerpen staan nog op het programma: o Sessie 2: Milieuaansprakelijkheid: de vervuiler betaalt … meer en meer (26.09.02) o Sessie 3: CO2- en energieproblematiek: gevolgen en opportuniteiten voor het Vlaamse bedrijfsleven (25.10.02 – op de IFEST-beurs) o Sessie 4: Update milieuwetgeving en milieuadministratie (12.12.02) U kan het uitgebreide programma van deze komende informatiesessies raadplegen op de website van Stichting Leefmilieu: http://www.stichtingleefmilieu.be/KMO/KMO.htm (klik links op ‘infosessies’).
Deze elektronische KMO-Milieunieuwsbrief van Stichting Leefmilieu vzw/KBC en UNIZO verschijnt in principe 10 maal per jaar (maandelijks met uitzondering van juli en augustus). Het is een gratis informatiekanaal over de milieuactualiteit die relevant is voor zelfstandige ondernemers en kleine en middelgrote ondernemingen. Overname van teksten is toegestaan op voorwaarde van bronvermelding. De Nieuwsbrief is louter informatief. De redactie kan niet aansprakelijk gesteld worden voor onjuiste gegevens. In geen geval zijn UNIZO of de Stichting Leefmilieu/KBC aansprakelijk voor enige schade, van welke aard ook, die het directe of indirecte gevolg is van handelingen en/of beslissingen die (mede) gebaseerd zijn op de info in deze elektronische nieuwsbrief. Stichting Leefmilieu/KBC, Eiermarkt 8, 2000 Antwerpen UNIZO, Unie van Zelfstandige Ondernemers, Studiedienst, Spastraat 8, 1000 Brussel Abonnement Abonneren kan: automatisch via de Stichting Leefmilieu-website:
www.stichtingleefmilieu.be/KMO/KMO-Nieuwsbrief_abo.htm door te mailen naar Ines David, UNIZO Studiedienst,
[email protected]