3
Kanaaltemperatuurregelaar
332
RLM162
met 2 uitgangen DC 0...10 V
Kanaaltemperatuurregelaar voor regeling van inblaaslucht of afzuiglucht in eenvoudige ventilatie- en luchtbehandelingsinstallaties. Compacte constructie. Twee analoge besturingsuitgangen DC 0…10 V voor verwarmen en/of koelen Toepassing Installaties: • Kleine ventilatie- en luchtbehandelingsinstallaties • Zones in ventilatie- en luchtbehandelingsinstallaties met centrale luchtbehandeling Gebouwen: • Kleinere gebouwen met eigen luchtbehandeling • Grote gebouwen met decentrale luchtbehandeling Ruimten: • Utiliteitsgebouwen met geschikte referentieruimte • Afzonderlijke ruimten (b.v. vergaderlokalen, scholingsruimten) Besturing: • Servomotoren voor verwarmingsafsluiters • Servomotoren voor koelafsluiters • Servomotoren voor luchtkleppen • Triacregelaars voor elektrische luchtverwarmers
CE1N3332nl 01.2007
Siemens Building Technologies HVAC Products
Functies Hoofdfunctie
• Regeling van de inblaas- of afzuigluchttemperatuur (P of PI) door modulerend besturen van het waterzijdige en/of luchtzijdige corrigerend orgaan met de werkrichting van de besturingssignalen naar keuze voor verwarmen en/of koelen.
Verdere functies
• • • • • • •
Buitentemperatuurcompensatie Minimum begrenzing van de inblaasluchttemperatuur Instelling gewenste waarde Correctie gewenste waarde Omschakeling gewenste waarde door extern contact Lastafhankelijk contact (b.v. voor het inschakelen van een 2e trap) Testbedrijf als ondersteuning bij de inbedrijfstelling
Bestelling Voor de bestelling moet de typeaanduiding RLM162 worden opgegeven.. Apparatencombinaties Servomotoren en besturingsapparaten moeten voldoen aan de volgende gegevens: • Besturingsingang: modulerend, DC 0...10 V • Bedrijfsspanning: AC 24 V Voor aanvullende functies zijn de volgende apparaten toepasbaar: Apparaat Ruimtetemperatuurregelaar (als min. begrenzer) Buitentemp. opnemer (voor buitentemp. compensatie) Afstandinstelpotmeter (schaal 0…50 °C) Ander schaalbereik–5…+5 K voor afstandinstelpotmeter
Type RLA162 QAC22 BSG21.1 BSG-Z
App. blad N3331 N1811 N1991 N1991
Techniek Toepassing
• • • •
Enkeltraps verwarmen Enkeltraps koelen Tweetraps verwarmen Enkeltraps verwarmen en enkeltraps koelen
Temperatuurregeling Instellingen
Ingesteld moeten worden: • Gewenste temperatuurregeling inblaas- of afzuiglucht • Werkrichting: de twee besturingsuitgangen Y1 en Y2 kunnen als volgt werken: − alleen verwarmen: de besturingsuitgang Y2 blijft ongebruikt − verwarmen + verwarmen: de beide besturingsuitgangen hebben dezelfde werkrichting en werken in volgorde − alleen koelen: de besturingsuitgang Y2 blijft ongebruikt − verwarmen en koelen: de besturingsuitgangen hebben een tegengestelde werkrichting: de dode zone bedraagt vast 1,5 K • Regelgedrag: voor de aanpassing aan het regeltraject zijn vier mogelijkheden beschikbaar: − P-gedrag, geschikt voor temperatuurregeling van de afzuiglucht − PI-gedrag met een vaste integratietijd van 600 s (SLOW), geschikt voor temperatuurregeling van de afzuiglucht − PI-gedrag met een vaste integratietijd van 180 s (MEDIUM), geschikt voor temperatuurregeling van de inblaaslucht − PI-gedrag met een vaste integratietijd van 60 s (FAST), geschikt voor temperatuurregeling van de inblaaslucht met een snel regeltraject
2/10 Siemens Building Technologies HVAC Products
Kanaaltemperatuurregelaar RLM162
CE1N3332nl 01.2007
Y
Y 10 V
10 V
Y1
Y1
Xp
Xp
Y 10 V Y1
Y2
Y1
0 Xp
Verwarmen Q Xp Xdz Y1, Y2
Y2
Y 10 V
3331D01
Regeling
• P-band. De P-band van de besturingsuitgang Y1 is instelbaar. Voor Y2 geldt: − met werkrichting verwarmen is de P-band voor Y2 even groot als voor Y1 − met werkrichting koelen is de P-band voor Y2 half zo groot als voor Y1 De RLM162 vergelijkt de luchtkanaaltemperatuur met de ingestelde waarde. Bij een afwijking vormt de regelaar een besturingssignaal in het bereik DC 0…10 V, en veroorzaakt een verandering van de klepstand van 0…100 %. Het besturingssignaal is proportioneel met de afwijking (P-regeling) c.q. de verwarmings- of koellast (PI-regeling).
Q
0 Xp
Q Q
Koelen
0
Xp
Tweetraps verwarmen
0 Xdz ½Xp
Q
Verwarmen en koelen in volgorde
Verw.- of koellast c.q. afwijking P-band Dode zone Besturingssignaal Verwarmen Koelen
Buitentemperatuurcompensatie
Door het aansluiten van een buitentemperatuuropnemer wordt de actuele gewenste waarde, afhankelijk van de buitentemperatuur, verschoven. Naar keuze zijn er twee bereiken: LOW en HIGH; binnen het gekozen bereik vindt de compensatie plaats volgens vaste waarden. Afhankelijk van de werkrichting werkt de compensatie als volgt:
Wintercompensatie
Wintercompensatie (werkrichting verwarmen): Als de buitentemperatuur daalt van 5 °C naar 0 °C, dan wordt de gewenste waarde met 2 K (LOW) c.q.. 4 K (HIGH) verhoogd. Beneden een buitentemperatuur van 0 °C blijft hij constant op dit niveau. Zomercompensatie (werkrichting koelen): Als de buitentemperatuur stijgt van 23 °C naar 35 °C, wordt de gewenste waarde modulerend met 5 K (LOW) c.q. 10 K (HIGH) verhoogd. Boven een buitentemperatuur van 35 °C blijft hij constant op dit niveau.
wN + 2 K
3331D02
LOW
wN 0
5
TA [°C]
w wN + 10 K
HIGH
wN + 5 K
LOW
wN 22 TA w wN
Minimum begrenzing van de inblaasluchttemperatuur
HIGH
3331D03
Zomercompensatie
w wN + 4 K
35
TA [°C]
Buitentemperatuur Actuele gewenste waarde Nominale gewenste waarde
In ruimte- of afzuigluchttemperatuurregelingen kan de temperatuur van de inblaaslucht minimaal worden begrensd. De RLM162 wordt daarvoor ingezet als begrenzer. Het stuursignaal DC 0…10 V wordt aan de ruimte- c.q. afzuigluchttemperatuurregelaar (RLA162 c.q. RLM162) aan klem Z9 toegevoerd. Bij een groot aanbod van vreemde warmte in de referentieruimte, voorkomt de minimum begrenzing, dat de inblaasluchttemperatuur te sterk daalt.
3/10 Siemens Building Technologies HVAC Products
Kanaaltemperatuurregelaar RLM162
CE1N3332nl 01.2007
10 V Z9
Y [V]
Yt
10 Z9 0V
TL
TL
T [°C]
T [°C]
Y [V]
Y [V]
Yt
Y1
10 V Yt
Z9
Y2
Y2
Y1
Z9 0V
0V TL Xp
Xp
T [°C]
Tweetraps verwarmen Min. begrenzing, op Y1 en op Y2 werkzaam T TL Xp
3331D10
Koelen Min. begrenzing van de geregelde temperatuur door max. begrenzing van het koelvermogen
3331D09
Verwarmen Min. begrenzing van de geregelde temperatuur
10 V
Geregelde temperatuur Begrenzingstemperatuur P-band
Y Yt Z9
TL 2Xp
T [°C]
Verwarmen en koelen in volgorde Min. begrenzing, op Y1 en op Y2 werkzaam
Besturingssignaal van de regelaar Gesimuleerd besturingssignaal Signaal vanaf begrenzer op klem Z9
Is de regelaar slecht toegankelijk, dan kan een afstandinstelpotmeter BSG21.1 worden aangesloten (klemmen R1–M). Daarmee kan de gewenste waarde op afstand worden ingesteld. Er zijn twee mogelijkheden; daarbij is steeds per regelaar één van beide mogelijk. Stand gewenste waarde instelling De instelschuif voor de gewenste waarde instelling moet op EXT staan De instelschuif voor de gewenste waarde instelling mag niet op de stand EXT staan
Omschakeling gewenste waarde (D1)
Yt
10 V Z9
0V
Verstelling gewenste waarde op afstand
3333D04
3331D08
Y [V]
Verstelling De gewenste waarde kan versteld worden De op de schuif ingestelde gewenste waarde kan –5 K…+5 K worden verschoven
De gewenste waarde wordt door het sluiten van een potentiaalvrij contact op klemmen D1-M omgeschakeld. Het omschakelen dient voor de besparing van energie. - Werkrichting verwarmen: de gewenste waarde wordt gereduceerd - Werkrichting koelen: de nominale gewenste waarde wordt verhoogd Voorbeelden: − nachtverlaging; omschakeling door een schakelklok − verlaging tijdens buiten gebruik: omschakeling door aanwezigheidsmelder De reductie c.q. verhoging op de gewenste waarde is instelbaar met een instelschuif. .
Omschakeling verwarmen-koelen (D2)
De omschakeling van het besturingssignaal Y1 geschied door het sluiten van een potentiaalvrij contact aan de klemmen D2–M. Deze digitale ingang D2 is alleen in de bedrijfstoestand „Enkeltraps verwarmen” actief (schakelaar 1 en 2 = ).
Voorbeeld
Tweepijps installatie met omschakeling (dezelfde afsluiter voor verwarmen in de winter en koelen in de zomer), omschakeling d.m.v. hand of door een thermostaat in de aanvoer verwarmen/koelen.
4/10 Siemens Building Technologies HVAC Products
Kanaaltemperatuurregelaar RLM162
CE1N3332nl 01.2007
• Indien gewenst kan bij het omschakelen van verwarmen naar koelen een potentiaalvrij contact worden aangesloten op klemmen D1–M, om de gewenste waarde te verhogen (zie hiervoor alinea „Omschakeling gewenste waarde (D1)“).
Enkeltraps resp. koelen
Als de verwarmings- c.q. koellast het instelbereik van uitgang Y1 overschrijdt, dan berekent de regelaar een intern besturingssignaal Y2. Dit wordt echter niet aan de uitgang Y2 toegevoerd, maar werkt op het schakelcontact. Als het interne stuursignaal 90% van zijn bereik heeft bereikt, schakelt het contact AAN; bij 60% schakelt het UIT.
Y 1
.
3332D02
De schakeluitgang (klemmen Q13-Q14) maakt het mogelijk, een installatie-element afhankelijk van de verwarmings- c.q. koellast te schakelen. Met een potmeter kan het schakelpunt van het relais worden ingesteld. Er zijn daarbij 2 mogelijkheden: • In bij 5 % / Uit bij 0 %, of • In bij 90 % / Uit bij 60 %.
3332D01
Schakelcontact
Y 1
Y2
Y1
Y2
Y1
0
0 w
Enkeltraps verwarmen Q w Y
w
Q
Q
Enkeltraps koelen
verwarmings- resp. koellast gewenste waarde Stuursignaal aan uitgang Y1 resp. Y2
3332Z01
Voorbeeld: Modulerend sturen van de verwarmingsafsluiter met stuursignaal Y1 en In-/Uitschakelen van koelmachine met Q13–Q14
Y 1
3332D04
Het schakelcontact wordt via het besturingssignaal Y1 bestuurd. Als de verwarmingslast (warmtebehoefte) 90 % van het instelbereik van uitgang Y1 overschrijdt, schakelt het contact IN; bij 60 % schakelt het UIT. 3332D03
Tweetraps verwarmen resp. verwarmen en koelen
Y 1 Y1 Y2
Y2 Y1 0
0 w
Q
Tweetraps verwarmen Q w Y
w
Q
Verwarmen en koelen
Verwarmings- resp. koellast Gewenste waarde Stuursignaal aan uitgang Y1 resp. Y2 5/10
Siemens Building Technologies HVAC Products
Kanaaltemperatuurregelaar RLM162
CE1N3332nl 01.2007
3332Z02
Voorbeeld: Modulerend besturen van de verwarmingsafsluiter met besturingssignaal Y1 en aan/uitschakelen van een koelmachine via Q13–Q14
.
3332Z03
Voorbeeld: Modulerend besturen van de verwarmingsafsluiter met besturingssignaal Y1 en behoefteafhankelijk aan-/uitschakelen van de verwarmingspomp via Q13–Q14
Testbedrijf
De regeling is uitgeschakeld; de instelknop voor de gewenste waarde werkt als standgever. Hiermee kan het corrigerend orgaan (c.q. beide corrigerende organen) in iedere willekeurige stand worden gebracht; het instelbereik van de gewenste waarde wordt het instelbereik. Een lichtdiode geeft het testbedrijf aan.
Uitvoering Het apparaat bestaat uit een huis met deksel, dat alle bedieningselementen bevat, een montageflens en de opnemer. Het huis van kunststof bevat de regelelektronica en alle bedieningselementen. Deze zijn alleen toegankelijk na het verwijderen van het deksel. Aan de voorkant bevinden zich de schuif voor de instelling van de gewenste waarde, evenals een lichtdiode voor de bedrijfsweergave: • LED brandt: normaal bedrijf • LED knippert: testbedrijf De navolgende bedieningselementen bevinden zich achter het deksel: 3
4
5 3332P02
2
1 6
1 Lichtdiode (LED) 2 Dipschakelaars 3 Instelschuif voor verhoging resp. verlaging van de gewenste waarde 4 Instelpotmeter voor het schakelpunt van relais Q13–Q14 5 Instelpotmeter voor de P-band 6 Instelschuif voor de gewenste waarde
Alle functie-instellingen worden uitgevoerd via een DIP-Switch-Blok met zes schuifschakelaars:
6/10 Siemens Building Technologies HVAC Products
Kanaaltemperatuurregelaar RLM162
CE1N3332nl 01.2007
Functie
1
2
Bedrijfswijze
3
4
5
6 Werking Verwarmen en koelen in volgorde Tweetraps verwarmen Alleen koelen Alleen verwarmen
Regelgedrag
P-gedrag PI, integratietijd = 600 s (SLOW) PI, integratietijd = 120 s (FAST) PI, integratietijd = 180 s (MEDIUM)
Testbedrijf
Testbedrijf Normaal bedrijf
Buitentemperatuurcompensatie
HIGH LOW
Aanwijzingen voor de projectering Als de bedrijfsspanning voor de regelaar wegvalt, wordt het corrigerend orgaan automatisch gesloten c.q. in de nulstand gebracht. Bij het apparaat is een handleiding voor montage en installatie gevoegd.
Aanwijzingen voor de montage De regelaar wordt direct op het luchtkanaal gemonteerd. Er moet rekening worden gehouden met de plaatselijke voorschriften. Afhankelijk van de regeling is een geschikte montageplaats: • Temperatuurregeling afzuiglucht: Direct na het afzuigrooster van de ruimte c.q. in het verzamelkanaal bij meerdere roosters. Altijd vóór de afzuigventilator. • Temperatuurregeling inblaaslucht en minimum begrenzing: Na de inblaasventilator, als deze zich ná het laatste luchtbehandelingselement bevindt op een afstand van 0,5 m. De meting van de kanaaltemperatuur vindt plaats met een opnemer. Deze is buigzaam; het meetelement verdeelt zich over de lengte van 400 mm. De opnemer moet, indien mogelijk, diagonaal in het kanaal steken, maar mag geen contact maken met de kanaalwand. Eerst wordt de flens gemonteerd; aansluitend wordt het huis aangebracht en vastgeklikt.
Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling Voor de controle van de besturingsbedrading kan het apparaat in testbedrijf worden geschakeld en vervolgens kan de reactie van het corrigerend orgaan worden gecontroleerd. Bij instabiliteit van de regeling moet de P-band, bij PI-regeling eventueel ook de integratietijd, hoger worden ingesteld; bij te langzame reactie moet deze worden gereduceerd.
7/10 Siemens Building Technologies HVAC Products
Kanaaltemperatuurregelaar RLM162
CE1N3332nl 01.2007
Technische gegevens Voeding
Voedingsspanning Frequentie Opgenomen vermogen
AC 24 V ±20 % 50 / 60 Hz max. 1 VA
Functiegegevens
Instelbereik nominale gewenste waarde Instelbereik omschakeling gewenste waarde P-band Integratietijd bij PI-regeling Dode zone bij verwarmen-koelen in volgorde Besturingsuitgangen Y1, Y2 spanning stroom Schakelende uitgang (Q13–Q14) spanning stroom Max. leidinglengte bij Cu-kabel 1,5 mm2 voor signaalingang B9 voor schakelingang D1, D2 Scannen contact (ingang D1-M, D2-M)
0...50 °C 0...10 K 1…50 K kiesbaar (600 / 180 / 120 s) 1,5 K
Omgevingsvoorwaarden
Normen en standaards
Algemeen
Bedrijf klimatologische voorwaarden temperatuur vochtigheid Transport klimatologische voorwaarden temperatuur vochtigheid Mechanische voorwaarden –conformiteit volgens EMC-richtlijn Laagspanningsrichtlijn Productnormen Autom. elektr. regel- en besturingsapparaten voor huishoudelijk gebruik en soortgelijke toepassingen Elektromagnetische compatibiliteit emissie immuniteit Beschermingsgraad Beveiligingsklasse Vervuilingsgraad Aansluitklemmen voor draad of voorbereide vlechtdraad Massa (Gewicht)
DC 0…10 V, modulerend max. 1 mA AC 24…230 V max. 2 A 80 m 80 m DC 6...15 V, 3...6 mA
vlg. IEC 721-3-3, klasse 3K5 0 ...+ 50 °C < 95 % r.v. vlg. IEC 721-3-2, klasse 2K3 − 25...+70 °C < 95 % r.v. klasse 2M2
89/336/EWG 73/23/EWG en 93/68/EWG EN 60730 en EN 60730-2-9 EN 50081-1 EN 50082-1 IP42 EN 60529 II vlg. EN 60730 normaal 2 x 1,5 mm2 of 1 x 2,5 mm2 0,3 kg
8/10 Siemens Building Technologies HVAC Products
Kanaaltemperatuurregelaar RLM162
CE1N3332nl 01.2007
Aansluitklemmen
R1
G0
M
B9
Y1
Y2
D1
D2
M
Q13
Z9
3332G01
G
Q14
B9 D1 D2 G G0 M R1 Q13 Q14 Y1 Y2 Z9
Buitentemperatuuropnemer Ingang voor omschakeling gewenste waarde Ingang voor omschakelen verwarmen / koelen Bedrijfsspanning AC 24 V, systeempotentiaal SP Bedrijfsspanning AC 24 V, systeemnul SN Massa Ingang afstandinstelpotentiometer Schakelcontact Besturingsuitgang DC 0…10 V Besturingsuitgang DC 0…10 V Begrenzingsingang DC 0…10 V
Aansluitschema's SP
G G0
M
B9
M R
K1
R1
B9 M
R1
G
Z9
Y1
Y2
G0
Q13
D1
M Q14
N1
T
Y R M U
Y1
3332A01
AC 24 V
B
SN
Inblaasluchttemperatuurregeling met buitentemperatuurcompensatie, afstandinstelpotentiometer, omschakeling gewenste waarde en besturing van een aanvullend installatieonderdeel SP G M
B9 M
R1
Y1
G G0
Y1
B9 G
Z9
G0
Y2 Q13
Y R M U
Y1
G G0
SN
Y
G0
D1
N2
M Q14
N1
R M U
Y2
3332A02
AC 24 V
B
Afzuigluchttemperatuurregeling met verwarmen en koelen, alsmede buitentemperatuurcompensatie en minimum begrenzing van de inblaasluchttemperatuur B9 K1 N1 N2 R1 Y1 Y2
Buitentemperatuuropnemer QAC22 Extern contact (b.v. een schakelklok) Kanaaltemperatuurregelaar RLM162 als afzuigluchttemperatuurregelaar Kanaaltemperatuurregelaar RLM162 als inblaastemperatuurbegrenzer Afstandinstelpotentiometer BSG21.1 Servomotor verwarmingsafsluiter Servomotor koelafsluiter
9/10 Siemens Building Technologies HVAC Products
Kanaaltemperatuurregelaar RLM162
CE1N3332nl 01.2007
Toepassingsvoorbeelden B9 ∆p ∆p
Y1
T
N1
3332S01
Y2
Inblaasluchttemperatuurregeling door besturing van de verwarmings- en koelafsluiter in volgorde, met buitentemperatuurcompensatie B9
∆p ∆p
Y1
T
N2
T
R1
N1
3332S02
Y2
Afzuigluchttemperatuurregeling door besturing van de verwarmings- en koelafsluiter in volgorde, met buitentemperatuurcompensatie, afstandinstelpotentiometer en begrenzing van de inblaasluchttemperatuur B9 N1 N2 R1 Y1 Y2
Buitentemperatuuropnemer QAC22 Afzuigluchttemperatuurregelaar RLM162 Inblaasluchttemperatuurregelaar RLM162 Afstandinstelpotentiometer BSG21.1 Verwarmingsafsluiter Koelafsluiter
Maatschets 72.5 51 13.5
5 125
80
50
152
A
Ø 20
111
6
A
A 61
10/10 Siemens Building Technologies HVAC Products
400
©2007 Siemens Building Technologies www.siemens.nl/sbt Kanaaltemperatuurregelaar RLM162
A
3332M01
60
Wijzigingen voorbehouden
CE1N3332nl 01.2007