Jeugdzorg, 14.04.14
Bewonersavond Transformatie Sociaal Domein d.d. 14 april 2014 Onderwerp: Jeugdzorg 10
Locatie:
Willem Alexanderschool, Woerden
Aanwezig:
plm. 50 belanghebbenden
Gerard Kraaijkamp
Ingrid van Schaik Yolan Koster Bob Duindam Albert Veuger Helga Peters
Beleidsadviseur gemeente Woerden en gemeente Oudewater, Projectleider Invoering Participatiewet;
[email protected] Beleidsadviseur gemeente Woerden en gemeente Oudewater, Projectleider WMO;
[email protected] Beleidsadviseur gemeente Woerden en gemeente Oudewater, Projectleider Jeugdzorg en Passend Onderwijs;
[email protected] Communicatieadviseur Gemeente Woerden Wethouder gemeente Woerden Wethouder gemeente Woerden Stade Advies, adviseur Jeugdzorg/Passend Onderwijs Bureau Jeugdzorg
Gespreksleider: Notulist:
Erwin van Aken, CompetentieWorkshop.nl Marja van Steijn, Tekstbureau Talent
Nanda de Ridder Christian de Jongh
20
30 Erwin van Aken opent de bijeenkomst. Hij is onafhankelijk gespreksleider en zal de aanwezigen door deze avond loodsen. Hij peilt de achtergrond van de aanwezigen: ruim een kwart is privé-belanghebbende, een kwart is zowel gekomen als privé-belanghebbende als namens een instantie, en zo'n 10 personen zijn alleen gekomen namens een instantie. Er zijn twee avonden geweest over de veranderingen in het sociale domein in het algemeen, en dit is de eerste thema-avond. De gemeente wil graag toetsen of alles in beeld is en welke vragen er leven.
40
50
Presentatie Jeugdzorg, Christian de Jongh [zie bijgevoegde handout] Er komen heel veel nieuwe taken op de gemeente af. Doel van alle veranderingen is dat het efficiënter en eenvoudiger wordt. Er is in ieder geval veel werk aan de winkel. Doel bij de Jeugdzorg is: het versterken van de eigen kracht van de jongeren en van het probleemoplossend vermogen in de sociale omgeving. De taken die naar de gemeente toe komen zijn: provinciale jeugdzorg, toegangstaken, casemanagement BJU, generalistische en specialistische ondersteuning, crisisopvang, AMK > AMHK, gezinszorg en – verpleging, jeugdzorg en reclassering. Woerden en Oudewater werken hierbij samen met de gemeenten Montfoort, Stichtse Vecht, De Ronde Venen, Weesp en Wijdemeren. Samen vormen zij de jeugdzorgregio Utrecht-West. Bovenregionaal werkt Woerden samen met 5 Utrechtse jeugdzorgregio's, vooral op het gebied van inkoop. Voor de meer specialistische vormen (zorg met één of twee aanbieders en heel weinig bedden) worden landelijk afspraken gemaakt, via de VNG; gemiddeld 2,2% van het totale budget. De gemeenten krijgen voorlopig € 8,1 mln aan budget (Oudewater € 1,2 miljoen). Het definitieve budget wordt bekend in de mei-circulaire maar er is in ieder geval 95% toegezegd (voor deze regio € 33 mln, voor de hele provincie Utrecht € 250 mln voor de jeugdzorg). De gemeenten in den lande zijn nu allemaal bezig met de voorbereidingen. Straks meer over de stand van zaken in Woerden. Continuïteit van zorg in 2015 is belangrijk, evenals behoud infrastructuur en beperken van de transitiekosten. Er wordt gewerkt met een zgn. transitie-arrangement, wat inhoudt dat klanten die op 31 december 2014 in zorg zijn nog maximaal 1 jaar recht op zorg hebben bij hun huidige aanbieder. In de loop van 2015 wordt de Tekstbureau Talent, april 2014
1/7
Jeugdzorg, 14.04.14
situatie opnieuw bekeken. Hetzelfde geldt voor klanten die op dat moment op de wachtlijst staan. Waarschijnlijk zal Woerden daar 40% van het budget aan kwijt zijn. Dat is om meer zekerheid te bieden aan de aanbieders. In totaal is Woerden 80% van het budget kwijt aan bestaande aanbieders. Lokaal moet de toegang naar de jeugdzorg op orde zijn. Daar is iedere gemeente hard voor aan het werk. WoerdenWijzer speelt daar in Woerden een grote rol in: Bureau Jeugdzorg zit daar nu al in, en ook het CJG. Daarnaast moet aangesloten worden op het gedwongen kader d.w.z. afspraken met de Raad van de Kinderbescherming etc.
10
Regionale inkoop en samenwerking zal vóór 1 juli geëffectueerd moeten worden; dan moet er één inkooporganisatie zijn. Ook zullen er afspraken gemaakt moeten worden over samenwerking, en over onderlinge verrekening. Tot slot moeten de interne processen op orde zijn. Niet onbelangrijk is het onderwerp gegevensuitwisseling en privacy. Dat staat hoog op de agenda. Op 1 juni krijgt de gemeente de BSN-nummers van de klanten die overgaan naar de gemeente. De afdeling had liever snel met “Eén gezin – één plan” aan de slag gegaan maar hier moet nog op gewacht worden. Daarnaast moet de gemeente een goed beeld hebben van lokale jeugdhulpgebruik. De actuele cijfers daarvan zijn nog niet binnen. Het Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling moet ingericht worden, samen met Meldpunt Utrecht.
20
Tot slot moet er een beleidsplan en een verordening opgesteld worden: de consultatieversie van het beleidsplan is al bekend maar daarnaast moet er vóór 1 november 2014 een verordening vastgesteld zijn. Aanbieders zijn al bezig met de veranderingen. Er lopen in deze regio verschillende pilots: − Proeftuin toegang, CJG. Indicatievrije trajecten. − Vroegsignalering 0-4 jarigen. (Straks meer daarover) − Ambulante Jeugdzorg in Buurtteam. − Opvoedpoli (experiment Montfoort/Oudewater). − De Ronde Venen heeft een pilot met jeugdzorgaanbieder Timon in het VO. Voor meer informatie zie: www.voordejeugd.nl en https://www.provincie-utrecht.nl/onderwerpen/alle-
30
onderwerpen/jeugdzorg/ Eventuele vragen kunnen ook via de reactieformulieren ingediend worden. Reacties
40
50
Een vader vraagt wat dit alles voor zijn kinderen gaat betekenen. Hij heeft 2 kinderen op het speciaal onderwijs en ook hulp van Altrecht. Is dat volgend jaar nog steeds zo? Christian de Jongh antwoordt dat de verantwoordelijkheid voor Passend Onderwijs bij het samenwerkingsverband ligt. Daar krijgt de gemeente zelf geen middelen voor. Het beleid wat dat betreft moet op elkaar afgestemd worden. Het schooljaar 2014-2015 wordt een leerjaar. Bestaande klanten blijven houden wat ze hebben als ze daar tevreden over zijn. De kinderen van deze vader zitten in Zeist en Bilthoven. Christian de Jongh legt uit dat er in de Woerdense regio geen speciaal onderwijs is; een indicatie speelt zich dus altijd buiten deze regio af. Op dit moment zijn er geen herindicaties om dat te veranderen. Zit het kind daar naar tevredenheid, dan blijft het daar. 2015 is een overgangsjaar. Daarna wordt de situatie door WoerdenWijzer opnieuw bekeken; de ambtenaren kopen daar deskundigheid voor in. Maar volgend jaar blijft nog veel hetzelfde. De wens is in ieder geval om e.e.a. wat dichterbij te gaan organiseren en wat eerder, dus via vroegsignalering. Die expertise moet de gemeente naar binnen halen. Albert Veuger is adviseur Jeugdzorg bij Stade Advies. Hij wil hier graag iets aan toevoegen. Hij werkt voor de regio Utrecht West en is nauw betrokken bij Passend Onderwijs. Het speciaal onderwijs heeft in deze regio relatief weinig verwijzingen naar het speciaal onderwijs maar ze doen dat werk wel, en ze kopen dan die plekken in. Dat blijven ze doen. Maar ze proberen ook samen met bijvoorbeeld een jeugdzorg-aanbieder na te gaan of ze op basisscholen in de regio meer kunnen doen, met extra zorg in de regio. Dan komt het dus dichterbij en kun je al dat reizen voorkomen. Een van de aanwezigen stelt vast dat je hier terechtkomt op het snijvlak van Passend Onderwijs en Jeugdhulp. Waar valt de Jeugdhulp van Altrecht onder, en wie gaat dat betalen? Hoe voorkom je dat mensen tussen wal en schip vallen? Christian de Jongh antwoordt dat de gemeente dat gaat onderzoeken: waar zit die grens, en wat moet de Tekstbureau Talent, april 2014
2/7
Jeugdzorg, 14.04.14
bijdrage van de gemeente zijn aan die samenwerking. In ieder geval is tussen de gemeenten en samenwerkingsverbanden onderling de afspraak gemaakt om elkaar inzicht te geven in de budgetten. Eventueel kan er budget worden overgeheveld naar het samenwerkingsverband.
10
20
Deze spreker vraagt of het klopt dat de gemeente al budget heeft uitgegeven terwijl je nog niet eens weet waar je het over hebt. De cijfers van 2012 zijn basis en het is nu 2014. Voor Preventie is 4 ton beschikbaar en daar is al 2 ton aan uitgegeven. Hoe moet dat verder gaan? In 2015 is een groot deel van het budget al gereserveerd voor de continuïteit van zorg en het behouden van de infrastructuur. Christian de Jongh benadrukt dat de winst gehaald kan worden bij nieuwe klanten. Daar moet het probleem dichtbij opgelost worden. Spreker twijfelt er sterk aan of de gemeente dat gaat redden, en Christian bevestigt dat dat inderdaad een uitdaging zal zijn om financieel binnen budget te blijven.. Vanuit de zaal wordt erop gewezen dat er vanavond ook mensen zijn uit Oudewater. Er zijn kinderen uit Oudewater die in Oudewater niet op de basisschool kunnen blijven, maar die in Gouda naar school gaan. Maar dat valt onder een andere provincie. Hoe gaat dat in de toekomst? Christian de Jongh zegt dat de gemeente Oudewater dat betaalt. De leerlingen gaan daar al heen. Als ze daar goed zitten, zullen ze daar blijven en gaat Oudewater het leerlingenvervoer betalen. Wethouder Yolan Koster sluit zich daarbij aan. Uitgangspunt is: passend, en dichtbij. Christian voegt daaraan toe dat ouders eventuele meerkosten zelf kunnen betalen. Een van de aanwezigen vraagt naar de regio van het samenwerkingsverband. Is dat dezelfde regio als de gemeenten die samenwerken? Christian de Jongh antwoordt dat Weesp en Wijdemeren er niet bij horen en dat Stichtse Vecht voor het VO onder stad Utrecht valt. Maar Oudewater zit er wel bij.
30
40
Een moeder stelt vast dat de verordening komt vóór 1 november. Kunnen ouders vóór 1 november hun PGB- aanvraag voor een herindicatie inleveren? Dat is inderdaad mogelijk, aldus Christian de Jongh. Dat gaat de gemeente regelen. Op 1 januari 2015 gaat de wet in, dan moet het echt klaar zijn, dus de gemeente moet zorgen dat ouders vóór 1 november hun PGB-aanvraag kunnen indienen. En dan moet het meteen van start kunnen gaan. Wethouder Yolan Koster benadrukt dat de gemeente het zo gaat regelen dat de inwoners geen last ondervinden als de gemeente er nog niet helemaal klaar voor is. Aanvulling Christian: En mocht de gemeente nog niet klaar zijn dan blijven de bestaande toegangen de toegangen tot 1 januari 2015. De betreffende moeder vertelt dat in haar geval de indicatie verloopt op 3 januari. Bureau Jeugdzorg gaat haar dan doorverwijzen naar de gemeente. Hoe gaat dat in de communicatie? Christian antwoordt dat ze al bij de gemeente in de toegang zit. Helga Peters is van Bureau Jeugdzorg. Zij vindt het een terecht punt dat mevrouw aandraagt. Over die overgang moeten goede afspraken over gemaakt worden. Yolan Koster benadrukt nog eens dat de inwoners het niet mogen merken als het niet goed loopt. De moeder vraagt of dat ook geldt voor het CIZ; dat wordt bevestigd. Een vader vertelt dat zijn zoon tot 5 oktober een PGB heeft. Moet hij dan in richting januari alles weer opnieuw invullen voor de gemeente? Hoe gaat het met die gegevensuitwisseling? Volgens Christian gaat de gemeente de klanten, om wie het gaat, binnen een paar maanden aanschrijven. Yolan Koster laat weten dat de gemeente verplichtingen overneemt en het college zijn “gloeiende” best gaat doen om te zorgen dat inwoners geen last hebben van administratieve problemen. Nanda de Ridder vult aan dat bewoners van Oudewater terecht kunnen bij Welzijn Oudewater. Dat is de toegang voor de inwoners van Oudewater, maar daar geldt dezelfde toezegging: geen last voor de inwoners.
50 Een mevrouw heeft een indicatie die nog 4 jaar geldig is. Wordt die automatisch overgenomen? Christian de Jongh antwoordt dat indicaties tot maximaal 1 jaar worden overgenomen, behalve voor pleegzorg: dat loopt door tot de leeftijd van 18 jaar van het kind. Yolan Koster legt uit dat dat het minimum is dat de wet aangeeft. Zij sluit niet uit dat de 4 jaar in stand blijft. Christian vult aan dat het dan wel gaat via de toegang van de gemeente: WoerdenWijzer voor Woerden, en Welzijn Oudewater voor Oudewater. De vader van zojuist begint zich nu echt zorgen te maken. Zijn zoon heeft een indicatie voor 1 augustus voor 2014, als het goed is voor 3 jaar. Tekstbureau Talent, april 2014
3/7
Jeugdzorg, 14.04.14
Albert Veuger denkt dat dat een indicatie is vanuit Passend Onderwijs en niet vanuit de jeugdzorg. Binnen Passend Onderwijs noemden ze dat toen een rugzakje, kinderen kregen dan extra begeleiding, en dat werd voor langere periodes afgegeven. De meeste zaken behalve pleegzorg worden voor een jaar afgegeven maar in Passend Onderwijs worden indicaties voor 3 à 4 jaar afgegeven.
10
20
Een vader zegt dat hij een zoontje met Asperger heeft. De jongen zal daar niet van genezen. Ook heeft hij een dochter met MCID; zij zal ook niet genezen. Een van de professionals zegt dat de indicatie van kinderen die naar het speciaal onderwijs gaan, gehandhaafd blijft. Alleen in de rugzakjes gaat iets veranderen. Albert Veuger van Stade Advies vult aan dat de toegekende termijn van rugzakjes gehandhaafd blijft. De vader zit bij de jeugd-GGZ. Moet hij die hele papierwinkel dan weer opnieuw gaan inleveren? Het antwoord is nee. Yolan Koster benadrukt nogmaals dat er wettelijk een garantie moet zijn van minimaal een jaar. (Jeugdwet) Maar de gemeente kan ook beslissen dat dat langer moet duren. Als er recent indicaties zijn afgegeven gaat de gemeente dat proces natuurlijk niet helemaal opnieuw doen. Volgende maand komt er meer duidelijkheid over Passend Onderwijs: vóór 1 mei moeten de scholen een ondersteunend plan ingediend hebben bij de Onderwijsinspectie. Naar alle waarschijnlijkheid kan de gemeente dus vóór de zomer al veel meer kan vertellen over de consequenties van de herinrichting van de jeugdzorg. Volg de website van de gemeente en WoerdenWijzer; degenen die hun e-mail adres op de presentielijsten invullen krijgen rechtstreeks informatie. Een andere aanwezige stelt vast dat het goed is om te weten dat CIZ voor 15 jaar indicaties heeft afgegeven.
30
Een dame vraagt of dit alles betekent dat bij een kind met de diagnose autisme / Asperger / pdd-nos opnieuw een diagnose gesteld moet worden. Yolan Koster antwoordt dat dat niet klopt: er wordt geen nieuwe diagnose gesteld maar afhankelijk van wat er aan de hand is wordt de indicatie opnieuw bekeken. Sommige situaties veranderen niet en dan kun je het met een eenmalige indicatie af, en soms kun je op een ander moment een herindicatie doen. De gemeente wil proberen zoveel mogelijk maatwerk te leveren per persoon. Geen eenheidsworst. Er wordt gevraagd hoe dat budgettair geregeld moet gaan worden, en Yolan Koster zegt dat er verschillende mogelijkheden zijn. Bij preventie is de kans het grootst dat er veel in collectieve arrangementen wordt gedaan maar zo gauw er sprake is van individuele arrangementen heeft een persoonsvolgend budget haar voorkeur. Maar in bepaalde gevallen is in natura beter. Het is zoeken.
Filmpje
40
50
Er wordt een filmpje getoond over vroegsignalering 0-4 jaar, een pilot tussen kinderopvangbedrijf Kiekeboe, jeugdzorgaanbieder Youké en aanbieder ABWZ (Reinaerde). Als ouders een 'niet pluis' gevoel hebben bij hun kind kunnen ze via deze pilot zo snel mogelijk met de problemen aan de slag. De kinderen komen dan bij Kiekeboe in een observatiegroep. De pilot is een samenwerkingsverband tussen Youké, Reinaerde en Kind & Co. Kiekeboe helpt ouders om te voorkomen dat problemen erger worden en daardoor duurdere zorg nodig hebben. Projectcoördinator Nienke Meeder is vanavond ook aanwezig. Op de vraag naar de financiering van het project antwoordt zij dat kinderen blijven ingeschreven op de plek waar ze al zaten. De kinderen komen een paar ochtenden per week naar Kiekeboe toe. Kiekeboe kost de ouders niets, het wordt gefinancierd vanuit de transitie-arrangementen (experimenteergelden). Voor de ouders is het daarom kosteloos; hopelijk ook in 2015. De hele regio Utrecht mag er gebruik van maken maar ouders wordt gevraagd er wel zelf naartoe te komen, voor een warme overdracht. Het is een traject van 3 à 4 maanden. Het kind wordt bij Kiekeboe een aantal weken gevolgd en de ouders worden geholpen bij het acceptatieproces. Gevraagd wordt of niet ieder kinderdagverblijf zelf zo'n expertise zou moeten hebben. Nienke Meeder vertelt dat er naast Kiekeboe ook het project Alert4you is, waarbij de medewerkers naar de locatie gaan om daar ter plekke te observeren, coach on the job geven aan professionals of handelingsadviezen aan ouders en kinderen. Het zou mooi zijn als dat vaker kon. Er kan ook begeleiding thuis zijn en er is nauw contact met het CJG, met duidelijke werkafspraken. PAUZE
Tekstbureau Talent, april 2014
4/7
Jeugdzorg, 14.04.14
Uitwisselen van ervaringen / zorgen en kansen
10
20
30
40
50
Na de pauze is er gelegenheid om zorgen en kansen op formulieren in te vullen en daarover aan de tafels met elkaar in gesprek te gaan. Het levert boeiende discussies op. Welzijnsinstanties wisselen ervaringen uit, en ook ouders. Wat vinden aanwezigen belangrijk? Tafel 1: − Keuzevrijheid. Ouders hebben vaak zelf voor een bepaalde begeleiding van hun kind gekozen en willen graag keuzevrijheid houden. Ouders willen zeggenschap houden over wat er met hun kind gebeurt: zij kennen het kind het best. − Aandacht voor de risico's van de overgangsperiode. Het gaat om een kwetsbare groep kinderen, en ouders maken zich daar veel zorgen over. Tafel 2: Aan tafel 2 zaten veel organisaties. Zij sluiten zich bij de zorgen van tafel 1 aan. − Er wordt steeds gehamerd op “eigen kracht” etc., maar vervolgens moeten ouders een circuit in waar die mogelijkheden juist ernstig beperkt worden. Dat lijkt een tegenstrijdigheid. Mensen hebben gestudeerd en moeten zich dan ineens laten gezeggen door de gemeente. − Aandacht voor een zorgvuldige overgang, ook in samenwerking met de huisarts, en voor voldoende aandacht voor de informele zorg. Er zal veel overleg en een grote inzet nodig zijn. − Kansen: het ziet ernaar uit dat professionals meer verantwoordelijkheid krijgen, en dat biedt kansen voor hun plezier in het werk, en richting cliënten, dat er meer regie naar ouders en cliënten gaat. Die kansen moeten opgepakt worden. Tafel 3: − De zorg voor ouders die niet mondig, assertief, uitdrukkingsvaardig zijn. Hoe zullen zij de goede hulp moeten vinden? − Weten instanties elkaar wel voldoende te vinden, zijn ze op de hoogte van elkaars aanbod? Er zijn steeds nieuwe initiatieven en het is belangrijk om te weten bij wie je kunt aankloppen. Sociale kaarten aan elkaar koppelen zou in ieder geval al helpen (en up to date houden). − De wijkteams: kan er een inschatting gemaakt worden of gezinnen, die meer specialistische hulp nodig hebben, dat ook daadwerkelijk krijgen, en wat betreft gezinnen die nu extra hulp ontvangen: krijgen zij dan voldoende budget om al die gezinnen te ontlasten? − Kansen: scholen hebben budgetten gekregen voor sociale vaardigheidstrainingen. Maar er is breed georganiseerd niet iets vergelijkbaars voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Dat is echt een gemis. Dat is dus een kans. Tafel 4: − Zorgen over tussen wal en schip vallen van mensen en over het waarborgen van maatwerk. − Suggestie: het vormen van een multidisciplinair team vanuit school/Altrecht/huisartsen/psychologen om te zorgen dat er één gezamenlijke hulp geboden gaat worden. Tafel 5: − Continuïteit van zorg. Dat is een zorgpunt. Als de begeleider van een kind ontslag krijgt in de jeugdzorg waardoor het kind zijn vertrouwde steun kwijtraakt, gaat het niet goed. Het is belangrijk dat ouders de keus hebben. − Advies: het instellen van een cliëntenraad voor inkoop van zorg vanuit ouders, zodat er inspraak is over kwaliteitseisen (medezeggenschap bij inkoop van zorg). − Er moeten garanties blijven voor PGB en vrije inkoop, en maatwerk bij de toegang. Maar: maatwerk kan ook ontaarden in willekeur, als het niet goed wordt uitgelegd. Belangrijk: de gemeente moet kristalhelder uitleggen aan burgers waarop dat maatwerk is gebaseerd. De vrees bestaat dat mensen die niet zo mondig zijn minder goede hulp krijgen dan anderen. Dat is een risico van maatwerk! Die zorg moet in de toegang al goed geregeld worden. Tafel 6: − Gesproken over een kind dat ver moet reizen om een goede plek in het onderwijs te vinden. Maatwerk moet zijn: uitgaan van de vraag vanuit de ouders en het kind. − Benut de expertise van ouders en ook professionals. Onderschat daarbij niet het belang van onderling uitwisselen van ervaringen door ouders, en benut die kansen. − Communicatie naar ouders is erg belangrijk zodat zij de route naar hulp weten te vinden. − Benut de oudernetwerken die er zijn, en ondersteun initiatieven. − Laat de eerstelijns hulp en tweedelijns hulp samen optrekken en voeg ze toe aan de basisvoorziening zodat de kennis wordt samengevoegd, heel lokaal.
Tekstbureau Talent, april 2014
5/7
Jeugdzorg, 14.04.14
10
Tafel 7: − Wees duidelijk en concreet over de plannen. Er is nog teveel vaagheid, waardoor ouders geen vertrouwen hebben. − Gebruik bij je plannen alle kennis die er is, ook van ouders, en stel het gezin centraal! Betrek ouders erbij. Dan krijg je een breedgedragen plan. (Co-creatie) − De toegang: WoerdenWijzer moet nog uitgebouwd worden maar meer expertise, jeugd-GGZ, jeugdLFB, levensloopbegeleiding. Het moet ook na 18 jaar doorlopen, zodat jongeren met hun eigen hulpverlener verder kunnen. − Maatwerk en PGB is belangrijk. − Ook belangrijk: dat het aanbod van zorg in natura goed blijft. Niet alle ouders kunnen met een PGB omgaan, niet alle zorg kan met een PGB ingekocht worden. − Het kostenaspect. Er moet bezuinigd worden. Hoe? Gelijk bezuinigen en zachte landing maken? Dan komt er in het begin misschien wel geld bij. Overige opmerkingen uit de zaal: − Komt er een Adviesraad voor de Jeugdzorg? − Hoe zorgt de gemeente ervoor dat geld niet gaat boven keuzevrijheid? − Kunnen niet-mondige ouders niet worden opgevangen cliëntenondersteuning, bijv. vanuit MEE? − Kritisch punt is de privacy. Ligt er een protocol? Verzoek om bij Woerdenwijzer niet via-via bij de juiste ambtenaar terecht te moeten komen, dat zou al veel schelen.
20 Reactie gemeente op de aangedragen punten: Wat betreft de keuzevrijheid, die meermalen genoemd werd: vanuit de Wmo heeft de gemeente al veel ervaring opgedaan met het inkopen van bepaalde zorg. Als je een bepaalde aanbieder wilt is een PGB soms een goede vervanging, dus daar probeert de gemeente mee te spelen. Een deel wordt vastgelegd. Er zijn in deze regio plm. 50 aanbieders, en het is interessant hoe dat opgepakt moet gaan worden. Met sommigen zal een overeenkomst gesloten worden en voor de rest is sprake van keuzevrijheid (PGB met trekkingsrecht). Nieuwe aanbieders moeten uiteraard wel voldoen aan de kwaliteitseisen. De bestekken van de gemeente worden voorgelegd aan de officiële adviesorganen en er zijn ook klantenpanels bij betrokken. Ook klantenonderzoeken geven weer hoe zo'n aanbieder ligt bij de klant.
30 Er komt geen aparte adviesraad voor de jeugdzorg; dat maakt deel uit van een adviesraad voor het sociale domein die in de steigers wordt gezet. Ook zal er gezocht worden naar meer manieren om betrokken inwoners een rol te geven.
40
50
Geld en keuzevrijheid: ook de gemeente is erbij gebaat dat er goede zorg gegeven wordt. Daar moet een college primair op afgerekend worden. Inwoners kunnen de raad vragen daar kritische vragen over te stellen. Dat gebeurt ook regelmatig. En via zo'n adviesraad en ook op andere manieren kunnen inwoners heel veel invloed uitoefenen juist op de kwaliteit. Als de kwaliteitseisen niet in verhouding blijken te zijn tot het beschikbare budget zal het debat daarover geopend moeten worden. De afgelopen jaren is in Woerden de inhoud leidend geweest, en niet het geld. Maar het is wel zo dat er nu minder beschikbaar is. Opmerking uit de zaal: De gemeente kan ook zeggen: Jeugdzorg is belangrijk, wij investeren in de toekomst dus staan we garant voor alle PGB's en we staan er garant voor dat dezelfde kwaliteit van zorg geleverd blijft worden. Antwoord: Het is een spannend spel om de kwaliteit te handhaven of zelfs te verbeteren met het geld dat beschikbaar is. Wat betreft de overgang: klanten die in zorg zijn op 31 december houden maximaal 1 jaar dezelfde aanbieder. De gemeente is keihard aan het werk om de continuïteit van zorg in te vullen zodat per 1 januari a.s. de infrastructuur staat en kan doorlopen, en alle indicaties duidelijk zijn. Meer regie voor ouders: dat is uitgangspunt. Ouders die niet mondig genoeg zijn: daar moet geen verschil in zijn. Sociale vaardigheidstraining is goed, netwerken ook. De gemeente is verplicht om cliëntenondersteuning te leveren, in de zin van een persoon-anders-dan-degene-die-de-indicatie-stelt. Of dat iemand van MEE zal zijn is voor iedere organisatie spannend. De gemeente kan daar nu niets over toezeggen. Overigens is MEE ook geen garantie voor ondersteuning van niet-mondige ouders want deze ouders vragen juist helemaal niet om hulp. Ze komen pas in beeld als het misgaat. En daarom is het zaak veel meer op wijkniveau te gaan organiseren. De vraag vanuit de ouders meenemen: dat is heel belangrijk. De gemeente zal samen met de ouders de hulpvraag bekijken. De afgelopen twee jaar zijn er veel gesprekken gevoerd met de ervaringsdeskundigen en dat gaat nog door. Tekstbureau Talent, april 2014
6/7
Jeugdzorg, 14.04.14
Een privacyprotocol is bijna klaar. Het uitgangspunt voor de inrichting van het informatiesysteem is dat mensen eigenaar blijven van hun eigen dossier, maar op welke wijze: dat is nog niet duidelijk. Verzoek uit de zaal: Het is niet prettig om je verhaal meermalen te moeten vertellen voordat je binnen de gemeente bij de juiste persoon terechtkomt. Ook is het niet prettig als je je verhaal moet vertellen in een omgeving waar mogelijk bekenden zijn; dan ga je liever naar een andere plaats. Sluiting: Met dank voor ieders input sluit de gespreksleider de avond om 22.15 uur. .-.-.-.
Tekstbureau Talent, april 2014
7/7