INHOUD 1. Algemene informatie over Paint 2. Aan de slag met Paint 2.1. Eerst e kennismaking 2.2. Afbeeldingen laden 2.2.1. Afbeeldingen nader bekijken 2.2.2. Omvang van afbeeldingen wijzigen 2.3. Kleuren of patronen instellen voor achtergrond en voorgrond 2.3.1. Achtergrondkleur instellen 2.3.2. Voorgrondkleur instellen 2.4. Lijn-, rand- en penseeldikte 2.5. De gereedschappen 2.5.1. Vrije vorm selecteren 2.5.2. Rechthoek selecteren 2.5.3. Gum/kleurengum 2.5.4. Opvullen 2.5.5. Kleur selecteren met pipet 2.5.6. Vergroten 2.5.7. Potlood 2.5.8. Kwast 2.5.9. Verfspuit 2.5.10. Het tekstgereedschap 2.5.11 Lijn 2.5.12. Boog 2.5.13. Rechthoek 2.5.14. Veelhoek 2.5.15. Ovaal 2.5.16. Afgeronde rechthoek 2.6. Delen van een tekening bewerken 2.6.1. Spiegelen en draaien 2.6.2. Uitrekken en hellen 2.6.3. Negatief 2.6.4. Zwiepen 2.6.5. Pixels bewerken door de afbeelding te vergroten 2.6.6. Kleuren bewerken 2.7. Bestanden opslaan 2.8. Bestanden openen 2.9. Bestanden afdrukken 2.10. Iets over het inplakken 3. Extra: de klembordfunctie 3.1. Wat is het klembord? 3.2. Een handig hulpmiddel: de klembord-viewer 3.3. Overnemen van een cd-rom en internet 3.4. Een voorbeeld van het werken met PrintScreen 4. Integratie in de klas 5. Enkele toepassingen
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 1
1. Algemene informatie over Paint. <
Paint is een eenvoudig bitmap-tekenprogramma dat meegeleverd wordt met Windows.
Bitmapafbeeldingen be staan uit afzond erlijke punten, p ixels (beeldpunte n) genaamd, die verschillend geo rdend en ge kleurd zijn zod at ze ee n patroon vo rmen. Wa nnee r u inzoomt, ziet u d e afz onderlijk e vierkantjes die samen de totale afbeelding vormen. Door de afmetingen van een bitmap te vergroten, worden de individuele pixels vergroot, waardoor lijnen en vormen er gekarteld uitzien. Kleur en vorm van een bitmap zien er echter gelijkmatig uit wanneer de bitmap van grotere afstand bekeken wordt. Aangezien elke pixel afzonderlijk wordt gekleurd, kunt u effecten toepassen zoals schaduw en kleurversterking, zodat het resultaat er zeer rea listisch uitziet. Andere te kenprogra mma’s (zo als Core ldraw) w erken met vectorafbeeldingen (ze worde n rekenkund ig gedefinieerd als ee n reeks p unten die doo r lijnen zijn verbonden). Elk voorwerp is een op zichzelf staande eenheid met eigenschappen zoa ls kle ur, vorm, omtrek, groo tte e n positie op het scherm, d ie zijn opgeno men in de definitie van het voorwerp. Omdat elk voorwerp op zichzelf staat, kunt u steeds weer de eigenschappen ervan verplaatsen en wijzigen, terwijl de oorspronkelijke helderhe id en scherpte behouden blijven zonder andere vo orw erpen in d e illustratie te beïnvloeden.
<
Opsta rten.
Om Paint op te starten klik je op ‘Start’ – ‘Pr ogramm a’s’ – ‘Bure au-access oires’ – ‘Pa int’ Eventueel ka n een snelko ppeling word en aangema akt naar he t bureaublad (i.p.v. links te klikken om Paint op te starten, klik je rechts en kies je voor “Kopiëren naar... Bureaublad (snelkoppeling maken)”.)
<
Mogelijkheden - bestandsformaten.
Tekeningen, opgemaakt met Paint, worden weggeschreven als .bmp bestand en. Als je op de computer een bestand met extensie .bmp aanklikt zal in de me este gevallen automatisch Paint worden gestart. Je kan met Paint ook bestanden met extensie .gif en .jpg openen en bewerken. Deze formaten worden vooral gebruikt op het internet. Paint kan niet enkel omgaan met teke ningen, ook foto’s kunnen w orden ingevoerd en bew erkt. Je kunt ook e en tekening of foto re chtstreek s inscannen na ar Paint. Via de k lembordfunctie ka n men ook figuren uit cd-ro ms, websites, … importere n in een nieuwe of bestaande tekening.
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 2
2. Aan de slag met Paint. 2.1. Eerste kennismaking.
Na het starten van het programma opent het Paint-venster. Maximaliseer desnoods het venster om makkelijker te werken. Het tekengebied is dat deel van het scherm waarop u tekent. Daarbij gebruikt u de gereedschappen die u selecteert in de Werkset, samen met selecties in het Kleurenpalet. Als u op een geselecteerde tekening rechts klikt, verschijnt er een snelmenu met daarin een a antal opties d at ook in de menu's Bewe rken en Afbe elding voorkomt, zoals knippen, kopiëren, plakken, uitrekken, negatief... De grootte van de afbeelding wordt bepaald door de hoeveelheid geheugen waarover d e co mputer besc hikt. Terwijl u aan de teke ning w erkt, is de hele afbeelding opgeslagen in het RAM-geheugen. Heeft u nog maar weinig geheugen vrij omdat er andere programma's open staan of omdat het geheugen van de computer te klein is, dan be perkt da t de omvang va n de teke ning. Wanne er er te weinig RAM-geheugen is om een grote tekening te laden, dan wordt u daarvoor gewaarschuwd.
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 3
2.2. Afbeeldingen laden. Om e en afbee lding te lad en, gaat u als volgt te w erk: 1. Selecteer Openen in het menu Bestand of druk op Ctrl-O. 2. Zoek het bestand in de lijst met bestanden en mappen in het dialoogvenster Openen. Als u een hogere map wilt bekijken, klik dan in de werkbalk op Bovenliggende map. Tip: ga op een icoontje staan met de muis, wacht een tweetal seconden en er verschijnt een hulpvenster. Heeft u het be stand gevo nden, se lecteer dit da n door ero p te klikken (he t bestand wordt ‘blauw’) en klik dan op Ope nen of druk op Enter. 2.2.1. Afbeeldingen nader bekijken Soms is de hele afbeelding groter dan het tekengebied. Is de tekening niet veel groter, da n is het soms to ch nog mogelijk de hele tekening in het sc herm te zette n. Hoe dan ook , u kunt he t zichtba re ge bied op verschillende manie ren vergroten: - Selecteer de optie Werkset in het menu Beeld. De Werkset en het vak daaronder langs de linkerkantlijn verdwijnen en maken zo meer ruimte voor een deel van de afbeelding. Hierna heeft u nog wel de beschikking over schuifbalken, het Kleurenpalet, de menuopties en het gereedschap waarmee u op da t moment werkt. - Klik op het Kleure npalet in het me nu Be eld. De mark ering naast de op tie verdwijnt. Het Kleurenpalet verdwijnt weliswaar, maar ook dat levert weer meer ruimte op voor de afbeelding, net als hiervoor. - Selecteer de optie Statusbalk in het menu Beeld. Nu verdwijnt de statusbalk onder in het scherm. Ook hiermee krijgt u meer ruimte voor de afbeelding. - Klik op Bitmap w eergeven in het me nu Beeld (of druk op Ctrl-F). U kunt nu zoveel van de afb eeld ing zie n als het s cherm toelaa t, ho ewel da t niet de hele afbeelding hoeft te zijn. Overigens kunt u zo alleen maar uw werk controleren en niet bewe rken. D oor ergens anders in het s cherm te klikke n of op een w illekeurige toets te drukken, komt u terug in het tekengebied. Om d e hele afbeelding te b ekijk en, maar o ok het gebied waar u nie ts heeft getekend, selecteert u de optie In- of uitzoomen in het menu Beeld. Er verschijnt een vervolgmenu, w aarin u kunt kieze n uit de opties N ormaal formaat (a ls u bent ingezoomd), Groot forma at, Aanp assen (w aarmee u z oomperc entages k unt instellen), Ras ter wee rgeven (dat he t raster van d e pixels we ergeeft) en Sc hets weergeven (een klein overzicht van de hele afbeelding). Paint verkleint de afbeelding nu zo dat deze helemaal in het werkgebied past. D e omva ng van de geto onde afb eeld ing is a fhank elijk van d e omvang die u opgeeft in het dialoogvenster Kenmerken (zie de volgende paragraaf). In de ingezoomde modus kunt u tekenen, knippen, kopiëren en plakken, maar alleen ©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 4
in de normale weergave kunt u tekst toevoegen. Waarschijnlijk zult u de Werkset aanzetten en het Kleurenpalet uit om een groter stuk van de afbeelding te be kijken omda t u de geree dschap pen vaak nodig heeft. Om de W erkset e n het Kleurenpa let terug te halen, kiest u deze opdrac hten opnieuw vanuit het menu Beeld. Wanneer een onderdeel wordt weergegeven, ziet u een vinkje naast de optie in het menu. 2.2.2. Omvang van afbeeldingen wijzigen Het eerste wat u moet bepalen wanneer u aan een nieuwe afbeelding begint, zijn de afmetingen van de uiteindelijke tekening die u wilt maken. Als u Paint voor de eerste kee r start, onderzoe kt het programma het sche rm en de besc hikbare hoeveelheid RAM-geheugen waarover de computer beschikt. Aan de hand van deze factoren wordt een geschikte tekeninggrootte bepaald. Het is echter heel waarschijnlijk dat u de afmetingen van bepaalde afbeeldingen wilt wijzigen. Dat doet u in het d ialoo gvenster Kenmerken dat u opent d oor de gelijknamige op tie in het menu Afbeelding te s electeren: (of slee p met de ha ndvaten) 1. Selecteer Kenmerken in het menu Afbeelding. 2. Specificeer de nieuwe breedte en hoogte van de tekening en klik op OK. In dit venster k unt u nog ande re opties instellen: - Eenheden: bepaalt de maateenheid waarin u breedte en hoogte wilt opgeven. De sta ndaard inste lling is cm, maar u kunt inches of pixels kiezen. P ixels zijn ongeveer hetzelfde als bits, dat wil zeggen elke pixel komt overeen met een beeldpunt in het scherm. - Kleuren: bepaalt of de afbeelding in zwart-wit of in kleur wordt gemaakt. - Sta ndaard: brengt de gro otte en de kle uren van d e tekening terug to t de optimale omvang en de kleuren die Pa int oorspronkelijk aan de hand van het beschikba re beeldsc herm heeft bep aald. D at hoeft niet nood zakelijkerw ijs de doo r u gewens te omvang te zijn. Nadat u deze instellingen heeft gemaakt, worden ze opgeslagen en gebruikt zodra u Paint start. Wel moet u onthouden dat deze instellingen geen invloed hebben op de huidige tekening. U moet de inste llingen veranderen voo rdat u gaat te kenen. D aarna selecteert u pas de optie Nieuw in het menu Bestand. Wanneer u te hoge waarden kiest (bijvoorbeeld 500 cm bij 500 cm), verschijnt de melding dat het systeem te weinig geheugenruimte heeft om de afbeelding te kunnen bewerken. Als u d e omvang van de afbeelding wijzigt, dan moeten de afme tingen die u o pgeeft dezelfde verhouding hebben als die van de schermafbeelding van de tekening om tijdens het afdrukken ervan vertekening te voorkomen.
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 5
2.3. Kleuren of patronen instellen voor achtergrond en voorgrond Als u de omvang van de tekening heeft ingesteld, is de volgende stap het selecteren in het Kleurenp alet van a chte r- en voorgrondkleure n. D e term kle ur be schrijft een in het palet ges electeerd e kleur of kleurenp atroon. W erkt u met ee n zwart-w it scherm, dan verschijnen de kleuren in het Palet als grijstinten of stippelpatronen met uiteenlopende zwartschakeringen. De voo rgrondkleur is de kleur die u aan e en nieuw ob ject toek ent. Tek ent u bijvoorbeeld een cirkel dan kunt u die een bepaalde kleur geven. Eigenlijk is dat dezelfde beslissing als in welke kleur verf u de kwast doopt voordat u gaat schilderen. De ac htergrondkleur b epaalt de algehele kleur van he t doek o f van de achte rgrond voor de afbeelding. Deze kleur heeft ook een invloed op de tekengereedschappen omdat ze de omtrekkleur van cirkels, vakken, gesloten veelhoeken en van schaduwen, omtreklijnen en achtergrond van tekst bepaalt. De huidige instellingen van de voor- en achtergrondkleur ziet u links van het Kleurenpalet. Het voorste rechthoekje geeft de voorgrondkleur aan en het achterste rechthoekje de achtergrondkleur. De standaard kleuren zijn zwart o p wit. D eze kleure n verschijnen altijd w anneer u Pa int start. 2.3.1. Achtergro ndkleur instellen: De ac htergrondkleur o f het achtergrond patroon s telt u in voor de hele a chtergrond van e en nie uwe afbe elding en w el als volgt: 1. Wijs de kleur of het patroon in het Kleurenpalet aan en klik met de rechtermuisknop. 2. Selec teer de o ptie Nieuw in het menu Besta nd. Het nieuw e docume nt wordt nu uitgevoerd in de toegekende achtergrondkleur. Om de to egekend e achtergro ndkleur te w ijzigen nadat u al met e en nieuwe afbeelding bent begonnen, voert u alleen stap 1 uit. De achtergrondkleur van de afbe elding verandert d an nie t, ma ar he eft w el invlo ed o p de gere eds chappe n, zoals eerder beschreven. De algehe le achtergrond kleur voor ee n tekening kunt u maa r éénmaal sp ecificeren. Als u die later nog wilt wijzigen, dan moet u met één van de gereedschappen de nieuwe kleur over de oude heen schilderen.
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 6
2.3.2. Voo rgrondk leur instellen: De voorgrondkleur s telt u als volgt in: 1. Wijs de gewe nste kleur of het gewenste patroon aan en klik. 2. Alles w at u hierna met de gereeds chappe n tekent, ve rschijnt in deze k leur, tot u de instelling weer verandert. Over het algemeen zult u de voorgrondkleur vaak wijzigen als u een tekening maakt die in het scherm moet worden bekeken. Doet u dat niet, dan krijgt alles dezelfde kleur, w at behoorlijk saa i is. T eke nt u een afbee lding d ie later op ee n zw art-wit printer moet worden a fgedrukt, dan heeft u niet veel mogelijkheden. Paint probee rt wel de kleuren in grijstinten weer te geven, maar slaagt daar minder goed in dan andere programma's. Het beste kunt u wat oefenen met de printer om te bepalen hoe kleuren worden weergegeven op een zwart-wit-printer. Als u niet tevreden bent met de resultaten, houd dan de standaard instelling zwart op wit voor voor- en achtergrond aan.
2.4. Lijn-, rand- en penseeldikte instellen: Het volgende wat u waarschijnlijk wilt instellen, is de lijndikte van de Werkset. In het vak onder de Werkset verschijnt, afhankelijk van het gereedschap dat u heeft geselecteerd, een lijst met mogelijke dikten (van lijnen, maar ook van kwasten). Hiermee bepaalt u hoe dun of hoe dik lijnen worden getekend. Deze lijndikte geldt ook voor lijnen om vakken en cirkels, voor gebogen lijnen, enzovoort. Om deze instellingen te veranderen, klikt u op de gewenste dikte in het vak. Dat wordt nu de standaard lijndikte tot u een andere dikte kiest. Let erop dat als uw achtergrond- en voorgrondkleur gelijk zijn, de lijnen rond de objecten die u tekent niet zichtbaar zijn. Als dat gebeurt, verandert u de achtergrondkleur en tekent u het object opnieuw.
2.5. De gereedschappen: Het beste kunt u aan de computer gaan zitten en terwijl u dit leest de gereedschappen gebruiken en daarbij kleuren wijzigen (als u met kleur werkt) en lijndiktes veranderen. Maak eerst een nieuw bestand zodat u geen andere bestanden verknoeit (se lecteer N ieuw in het menu Be stand). G a nu zelf oefenen. Daa rna zult u ongetwijfeld heel snel de nodige hightech-rommel in het scherm toveren, maar met de optie Nieuw in het menu Bestand kunt u opnieuw beginnen. Als er wordt gevraagd o f u het bestand wilt opslaan, klikt u op Ne e (tenzij de te kening u echt bevalt). ©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 7
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 8
De sele ctiegeree dschap pen: Paint beschikt over twee gereedschappen waarmee u delen van een afbeelding kunt selecteren: Vrije vorm selecteren en S electeren. 2.5.1. Vrije vorm selecteren Met deze functie kunt u een vrije vorm selecteren uit een deel van het scherm, door een lijn te trekke n rond dat d eel van de a fbeelding dat u w ilt knippen of kopiëre n. Dat is vooral praktisch omdat u er een heel specifiek gebied mee kunt selecteren waarvan de vorm moet overeenstemmen met die van een object. Als u objecten heel dicht bij elkaar wilt plakken, dan moet u dit gereedschap gebruiken in plaats van de selectierechthoek. Zo kunt u ervoor zorgen dat de randen van de geplakte objecten elkaar niet overlappen. Als u Vrije vorm s electeren w ilt gebruiken, selecteert u dat ge reedsc hap en gaa t u naar de plaats waar u wilt beginnen. Trek een lijn rondom het object of het vlak dat u wilt uitknippen of wijzigen. Als u een fout maa kt, drukt u o p Esc e n selectee rt u het betreffende vlak opnieuw. U kunt het object verplaatsen door het met de muis te verslepen. Ook kunt u het knippen of ko piëren of het op andere ma nieren bew erken met o pties in het menu Afbeelding (dit wordt verderop beschreven in De len van een tekening bewe rken), zoals kleuren negatief weergeven of het object spiegelen.
2.5.2. Rechthoek selecteren Het verschil tussen Vrije vorm selecteren en Selecteren is dat u met de laatste een rechthoek ig vlak selectee rt. Dat w erkt sneller omd at u alleen de muis ho eft te verslepen om het vlak te bepalen. 1. Klik op Selecteren. 2. Ga naar de linkerbovenhoek van het te selecteren gebied. Klik en houd de muisknop ingedrukt. 3. Sleep de muis omlaag e n naar rechts. Laat de muisknop los. Een stipp ellijn geeft het vlak aan d at word t geselecte erd. Ook hier geldt w eer dat u k unt knippen, kopiëren, verslepen of de opdrachten in het menu Afbeelding kunt gebruiken. Door Ctrl ingedrukt te houden terwijl u sleept, maakt u een kopie van de selectie. In het vak onder de Werkset ziet u nu twee pictogrammen. Als u op het bovenste pictogram klikt en daarna de selectie versleept, wordt de afbeelding ondoorschijnend gekopieerd. Dat wil zeggen: achtergrond en afbeelding in het knipsel overlappen en verbergen wat er achter ligt. Klikt u eerst op de ond erste knop, d an wordt de afbeelding transparant gekop ieerd (achtergrondkleur en afbeelding achter het geselecteerde vlak schijnen door het ©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 9
knipsel heen) a angenomen d at de ac htergrond van he t knipsel en de huidige geselecteerde achtergrondkleur dezelfde zijn. Als u Shift ingedrukt houdt tijdens het slepen van een selectie, dan blijft de oorspronkelijke selectie op zijn plaats staan en wordt de selectie meerdere malen achter elkaar gekopieerd. Zo kunt u een zich herhalend patroon van dezelfde afbeelding creëren. Dat heet zwiepen. Zie ook de gelijknamige paragraaf verderop in het hoofdstuk. Als u het k nipsel versleept, da n ziet u de achtergrond kleur als kleur er d oorheen. Als u van achtergro ndkleur verand ert en vervolgens een ande re selectie ve rsleept, verschilt de achtergrondkleur van de tweede uitsparing van de eerste, ook al verandert niet de achtergrondkleur van de hele tekening. Selectie s opslaa n en ophalen: Een deel van de afbeelding kunt u voor later gebruik op schijf opslaan en zo een voorraad van kleine grafische afbeeldingen aanleggen (net als clipart) die u van de schijf kunt ophalen en in andere tekeningen kunt zetten. Een dee l van d e afb eeld ing kunt u als volgt op slaa n en o phalen: 1. Selecteer het deel met een van de selectiegereedschappen. 2. Klik op ‘Kopiëren naar’ in het menu Bewerken. Er opent een dialoogvenster waarin u het bestand de ge wenste naa m geeft. 3. Als u de afbeelding opnieuw wilt laden, klikt u op Plakken in het menu Bewerken en selecte ert u het bes tand met de afbeelding in het dialoogve nster. D e afbeelding wordt in de linker bovenhoek van de huidige tekening in het scherm geplakt. 4. Verplaats het knipsel door het te verslepen. Om de vo lledige tekening te se lecteren kies je voor Be werke n - Alles selecte ren. Als je eerst een selectierechthoek tekent en dan een figuur uit het klembord ‘plakt’, dan zal de figuur uit het klembord in de selectierechthoek geplakt worde n!
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 10
2.5.3. Gum/Kleurengum Zoals het p ictogram al aange eft, werk t het Gum/kleure ngum net als een ge wone vlakgum. U ho eft alleen niet te wrijven. Door he t gum over het be treffende gebied te halen, wordt alles wat het aanraakt, gewist. Eigenlijk wordt het niet gewist, maar krijgt het de ges electeerd e achtergro ndkleur. Het Gum gebruikt u w anneer u iets wilt verwijdere n dat al is ingeplakt o f als u een paa r lijnen of punten wilt bijwerk en. 1. Selecteer het gereedschap Gum/kleurengum. De cursor in het tekengebied verandert in een leeg vakje. 2. S tel als ac htergrondkle ur de zelfd e kle ur in als het geb ied w aarin u iets wilt wissen. Doet u dat niet, dan verdwijnt het object wel, maar wordt het vervangen door een andere achtergrondkleur. 3. Bepaa l een lijndikte om de breedte van het G um te bepalen. V oor heel fijn werk neemt u de dunste lijn. 4. Sleep de muis over het materiaal dat u wilt wissen. Om de bewegingen van de muis te be perken tot a lleen horiz onta al of vertic aal houdt u, terw ijl u de muis verplaatst, Shift ingedrukt. U kunt overigens ook alleen een bepaalde kleur wijzigen. U verandert dan de voorgrondkleur in de kleur die u wilt uitgummen en de achtergrondkleur in de vervangende kleur. Er is overigens ee n manier om de hele afbe elding te w isse n: selecteer de o ptie Afbeelding wissen in het menu Afbeelding (of druk op Ctrl-Shift-N). Nu wordt de voorgrond van de afbeelding geheel gewist, maar blijft de achtergrond intact.
2.5.4. Opvullen Met het gereedschap Opvullen kunt u gebieden of objecten opvullen met een kleur. 1. Klik op het gereedschap Opvullen in de Werkset. Kies daarna een kleur in het Kleurenpalet. 2. Klik op het gebied of het object dat u wilt opvullen. Klik om het gebied op te vullen met de voorgrondkleur en klik met de rechtermuisknop om het gebied te vullen met de achtergrondkleur. De vorm die u opvult, moet helemaal zijn gesloten, anders lekt de kleur waarmee u opvult door naar de rest van het tekengebied. Let wel: het topje van het straaltje dient in het te vullen vlak te staan, niet de bus.
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 11
2.5.5. Kleur selecteren met het pipet Soms is het ha ndig om een be paalde k leur in een afbeelding mete en te selec teren, zeker a ls u met duizende n of zelfs miljoenen kleuren w erkt. In de Tekens et kunt u die kleur dan va ak niet meer te rugvinden. 1. Klik op het gereedschap Kleur selecteren. 2. Klik in de afbeelding op de kleur waarmee u wilt werken. Klik dan op het Opvulgereedschap (de emmer). De muiswijzer krijgt nu de vorm van het gereedschap. U kunt nu met deze kleur werken.
2.5.6. Vergroten Dit gereedschap werkt als een vergrootglas (vandaar ook de vorm van de muiswijzer). Zodra u op dit gereedschap klikt, ziet u in het vak onder de Werkset verschillende zo omfactoren, variërend van 1 tot 8. Klik op een zoo mfactor, w aarna op de afbeelding wordt ingezoomd. U kunt overigens ook het gereedschap selecteren en klikken op de plek waarop u wilt inzoomen; het gebied dat u vergroot wilt zien, is dan meteen in beeld. Als u terug wilt naar de normale weergave, selecteert u het gereedschap Vergroten nogmaals en klikt u weer in de afbeelding.
2.5.7. Potlood Met dit gereedschap kunt u zeer nauwkeurig lijntjes trekken of correcties aanbrengen. De punt van het potlood is namelijk maar een pixel dik. Vooral in de vergrote weergave kan dat van pas komen. De dikte van het potlood kan niet gewijzigd w orden. Als u Shift ingedrukt houdt, dwingt u de lijn in een horizontale of verticale s tand of onder een hoek van 45 graden.
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 12
2.5.8.Kwast Met d e Kwa st kunt u uit de vrije hand tekenen. In het vak ond er de W erkset k unt u kiezen uit verschillende vormen van uiteenlopende dikten. U heeft keuze uit een ronde en een vierkante vorm en u kunt zelfs kalligrafische tekens maken (kies voor de ‘schuine strepen’). 1. Klik op de knop Kwas t. 2. Bepaal een kleur, een kwas tvorm en een lijndikte. 3. Klik en begin met tekenen. Houd de muisknop zolang ingedrukt als nodig is om de lijn te trekken. Herhaal dit om een andere lijn te trekken. Als u met de rechter muisknop werkt, tekent u met de achtergrondkleur.
2.5.9.Verf spuit Dit gereedschap is een legale uitlaatklep voor miskende graffiti-artiesten. De Verfspuit werkt net als een spuitbus met verf, gebruikt de geselecteerde voorgrondkleur en zolang u de muisknop ingedrukt houdt, spuit de verfspuit erop los. De muisknop kunt u vergelijken met de knop bovenop de s puitbus. 1. Klik op de kleur of op het patroon dat u met de Verfspuit wilt opbrengen. 2. Klik op de lijndikte waarmee u wilt spuiten. 3. Zet de muiswijzer in het tekengebied en klik. 4. Houd de muisknop ingedrukt, haal de verfspuit heen en weer en spuit de kleur op het tekengebied. Let erop dat de snelheid van bewegen de dichtheid van de kleurlaag beïnvloedt, net als bij een echte verfspuit. Snel bewegen van de muis levert een fijnere nevel. Houdt u de verfspuit lang op dezelfde plaats of beweegt u deze langzaam, dan wordt de verflaag op het oppervlak dichter.
2.5.10. Het tekstgereedschap Met het gereedschap Tekst kunt u tekeningen van tekst voorzien. Lettertypen en grootten, die u kunt gebruiken, worden bepaald door de mogelijkheden van de geïnstalleerde printer. 1. Klik op he t gereeds chap Te kst. 2. Wilt u dat de tekst in een ondoorzichtig kader wordt geplaatst, klik dan op het eerste pictogram onder de Werkset. Als de tekst op de achtergrond moet worden gezet klikt u op het tweede pictogram. 3. Klik in het teke ngebied. E r wordt a utomatisch ee n kader ge maakt en e r verschijnt een werkbalk, Lettertypen geheten. ©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 13
Indien deze werkbalk niet verschijnt, dan klikt u op Beeld - Werkbalk tekst (er verschijnt nu een vinkje voor dit item). Met behulp van deze werkbalk kunt u het lettertype, de tekengrootte en opmaakkenmerken (vet, cursief, onderstrepen) veranderen. 4. Kies in het Kleurenpalet de (voorgrond)kleur voor de tekst. Heeft u een ondoorzichtig kader gekozen, dan kunt u ook de kleur van dit kader kiezen (de achtergrondkleur). 5. Bep aal in de vervolgke uze-lijsten van de tekstw erkbalk d e gewe nste lettergroo tte en het lettertype. Zet de muiswijzer op het punt waar de tekst moet beginnen en klik. Dit markeert de plaats van he t invoegpunt. Auto matische terugloo p is niet mogelijk zod at u lange regels met een druk op Enter moet afbreken. Je kan wel nog het kader vergroten of verkleinen door de handgrepen te gebruiken. Tot het moment dat u de tekst inplakt, kunt u fouten herstellen met Backspace. Eenmaal buiten het tekstkader klikken maakt van deze tekst een afbeelding! Je kan niks meer aan de opmaak van de tekst wijzigen, o ok geen tikfoutje herstellen!!! Dat geldt ook voor opmaak, lettergrootte, lettertype en tekstk leur. Tekst d ie is ingeplakt, moe t u verwijderen met het Gum of de knipsel-gereedschappen.
2.5.11. Lijn Het gereedschap Lijn gebruikt u om rechte lijnen te trekken. Als u Shift ingedrukt houdt, dwingt u de lijn in een horizontale of verticale stand of onder een hoek van 45 graden. 1. Selecteer het gereedschap. 2. Bepaal kleur en lijndikte. 3. Zet de muiswijzer in het tekengebied. Hij verandert nu in een kruiscursor. 4. Houd de muisknop ingedrukt en verp laats de muis. Er verschijnt da n een rechte lijn tussen het begin (ankerpunt) en het eindpunt. 5. Zet het eindpunt op de gewenste plaats. U kunt het eindpunt zelfs in een cirkel rondom het ankerpunt bewegen. 6. Als de lijn lang genoeg is, laat u de knop los. In de statusbalk onder in het venster ziet u gegevens over de positie van de muiswijzer. Dat komt van pas bij het uitlijnen van objecten zoals lijnen. U ziet de kolom en de rij van de huidige positie van de muiswijzer. De maateenheid wordt bepaald door de in het dialoogvenster Kenmerken ingestelde optie. Nog een tip: Om een lijn snel te wissen zonder daarbij Ongedaan maken, Backspace of de Gum te mo eten geb ruike n, laat u d e linker muisknop niet los, maar houd t u die ©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 14
ingedrukt en klikt u rechts. Zo wist u alleen de lijn die u op dat moment tekent. Dat geldt ook voor de boog, de rechthoek, de veelhoek, de ovaal en de afgeronde rechthoek. 2.5.12. Boog De Bo og is een vree md gereed schap. Deze werkt in ee rste instantie als e en lijn, maar daarna kunt u twee keer aan die lijn trekken - vanaf twee verschillende punten - zodat er een gekromde lijn ontstaat. 1. Kies de Boog en trek een lijn zoals u dat met de rechte lijn ook zou doen. 2. Zodra u de lijn heeft getekend, laat u de muisknop los. 3. Zet de cursor aan een kant van de lijn, houd de muisknop ingedrukt en trek de cursor van de lijn weg of bew eeg hem er naar toe . U rekt de lijn dan als het ware elastisch uit. Laat de knop los als de lijn de juiste kromming heeft. 4. Wilt u nog een andere kromming in de lijn aanbrengen, zet de cursor dan bij een ander punt op de lijn, bijvoorbeeld aan de andere kant en versleep vervolgens de cursor opnieuw. Ook nu wordt de lijn weer elastisch uitgerekt. Wanneer u tevreden bent met de vorm van de lijn laat u de muisknop los. 5. Als u verder geen andere kromming in de lijn wilt aanbrengen, klikt u op het eindpunt (niet op het ankerpunt).
2.5.13. Rechthoek Met het gereedschap Rechthoek tekent u vierkanten en rechthoeken. In het vak onder de W erkset heeft u ke uze uit drie mogelijk heden: - een lege rec hthoek mak en waa rvan de rand de voorgro ndkleur krijgt. - een rechthoek die wordt gevuld met de achtergrondkleur en waarvan de rand de voorgrondk leur krijgt. - een rechthoek zonder rand die wordt gevuld met de achtergrondkleur. Om perfecte vierkanten te tekenen, houdt u Shift ingedrukt terwijl u het vak tekent. 1. Selecteer het gereedschap R echthoek. 2. Kies de soort rechthoek die u wilt maken in het vak onder de Werkset en stel daarna eventueel de voor en achtergrondkleur in. 3. Klik op he t punt waa r u een hoek punt van het vak wilt neerzette n. 4. Sleep vervolgens de kruiscursor omlaag en naar links of rechts. Er verschijnt een vak dat u door verplaatsen van de cursor kunt vergroten of verkleinen. 5. Als het vak de gewenste grootte heeft, laat u de muisknop los. (Zolang u de muisknop niet heeft losgelaten, kunt u het vak verwijderen door rechts te klikken.)
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 15
2.5.14. Veelhoek Het gereedschap Veelhoek is vergelijkbaar met het gereedschap Lijn, maar met één verschil: u voegt nu veel meer eindpunten toe die Paint vervolgens met elkaar verbindt. Met dit gereedschap kunt u een eindeloze verscheidenheid veelhoeken tekenen d ie vooral handig zijn om s nel onregelmatig gevormd e objec ten te teke nen. U kunt zelf de kleur van de rand en van de opvulling bepalen met het Kleurenpalet en met de opties in het vak onder de Werkset. Om de zijden van een veelhoek in een verticale of horizontale stand of onder een hoek van 45 graden te dwingen, houdt u tijdens het tekenen Shift ingedrukt. 1. Selecteer het gereedschap. 2. Bepaal de soort veelhoek die u wilt maken in het vak onder de Werkset en de eventuele voor- en achtergrondkleur. 3. Klik op het punt waar het eerste ankerpunt moet verschijnen en houd de muisknop ingedrukt. 4. Ga nu naar het punt waar u een rechte lijn naar toe wilt trekken en laat de muisknop los. Er verschijnt een lijn die beide punten verbindt en de eerste zijde van de veelhoek vormt. 5. Ga naar het volgend e punt en klik op nieuw. Er w ordt nu een vo lgende lijn getrokken. Ga hiermee door tot u alle zijden van de veelhoek heeft getekend. Om de tekening te be ëindigen, dubb elklikt u. (Het laatste en eers te punt wo rden doo r Paint verbonden, als u de veelhoek althans zelf niet heeft gesloten.) Let erop dat de zijden van een veelhoek elkaar mogen kruisen. Veelhoeken hoeven niet s ymmetrisc h te z ijn zo als z es- en achthoek en. U kunt op willeke urige punten in het scherm klikken en tot u dubbelklikt, verbindt Paint die punten steeds met elkaar. Nog een tip: Als u de lijnen wilt zien terwijl u ze tekent (in plaats van wanne er u klikt), past u uw tekentec hniek een be etje aan d oor de muisk nop ingedrukt te houden, z oals u dat b ij een rechte lijn doe t. Zodra u het gewe nste eindpunt b ereikt, laat u de muisknop los. Vervolgens houdt u de muis stil, klikt u en drukt u de knop weer in om de volgende lijn te trekken. De manier waarop Paint een omsloten vlak opvult, maakt het mogelijk kubistische, artis tieke effe cten te b ereiken. Pa int be gint me t het opvullen van vla kke n boven in het scherm. Bestaat een veelhoek uit een aantal omsloten vlakken waarbij meer lijnen elkaar kruisen, dan wisselt Paint het opvullen af. Zo worden aangrenzende gesloten vlakken niet allemaal opgevuld. Het gebruik van dit gereedschap samen met de knips elgereeds chappe n en de op dracht N egatief kan interes sante geometrische figuren opleveren.
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 16
2.5.15. Ovaal Ook dit gereedschap werkt vrijwel net als het gereedschap Rechthoek, alleen worden nu cirkels of ovalen getekend. De handelingen zijn dan ook gelijk. Ook ge lden voor O valen deze lfde regels voor o pvul- en randkleure n. Als u Shift ingedrukt houdt te rwijl u dit gereeds chap geb ruikt, tekent u p erfecte cirkels.
2.5.16. Afgeronde rechthoek Deze twee gereedschappen gebruikt u net als de Rechthoek. Het verschil is dat de hoeken worden afgerond in plaats van hoeken van 90 graden te vormen.
2.6. Delen van een tekening bewerken. Tot zover de gereedsc happen, nu de verfraaiingen. Op éé n uitzondering na (zw iepen) staa n alle belangrijke functies in het me nu Afbeelding. De volgende paragrafen beschrijven deze opdrachten. Voor deze opdrachten geldt dat, als u niets heeft geselecteerd, de opdracht op de volledige afbeelding van toepassing is.
2.6.1. Spiegelen en draaien De opdracht Spiegelen/draaien is een eenvoudige opdracht. Hiermee draait u een selectie om, net alsof u een dia uit de projector neemt, hem omdraait en weer in de projector terugzet. De afbeelding is dan horizontaal of verticaal gespiegeld. Met deze opdracht kunt u symmetrische tekeningen en patronen maken door een bepaa lde vorm te se lecteren, d eze te k opiëren en w eer in deze lfde afbeelding terug te plakken, te spiegelen en te verplaatsen. Ook kunt u de selectie in hoeken van 90 graden draaien. 1. Selecteer het deel van de afbeelding met een van de selectiegereedschappen. 2. Kopieer en plak de selectie indien gewenst. Als u het materiaal inplakt, dan wordt dat automatisch geselecteerd, zodat de opdrachten alleen de kopie beïnvloeden en niet het origineel. 3. Selecteer d e optie Spiegelen/draaien in het menu Afbeelding (of druk op C trl-R). Er opent een dialoogvenster waarin u drie mogelijkheden heeft: Horizontaal spiegelen, Verticaal spiegelen en Draaihoek. Met deze laatste optie, wordt de ©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 17
selectie niet gespiegeld, maar kunt u drie verschillende hoeken kiezen (90, 180 en 270 grad en). Sele cteer een va n de opties, waarna de s elec tie dienovere enkomstig wordt gespiegeld of gedraaid. 2.6.2. Uitrekken en hellen Met de opdracht Uitrekken/hellen kunt u een geselecteerd gebied groter of kleiner maken en laten overhellen. Uitrekk en: Stel dat u een deel van een tekening te klein heeft getekend. In plaats van de tekening te wissen en opnieuw te tekenen, kunt u die met deze opdracht vergroten (uitre kke n in Pa int-te rmen). U kunt dez e op dracht a ls volgt probe ren: 1. Selecteer de vorm die u wilt vergroten of verkleinen. 2. Mik op U itrekken/hellen in het menu Afbeelding (of druk op Ctrl-W). 3. In het dialoogvenster Uitrekken en hellen kunt u in het groepsvak Uitrekken percentages invoeren voor Horizontaal en Verticaal uitrekken. Als u waarden lager dan 100 invoert, verkleint u de vorm. U kunt de vorm met versc hillende afmetingen reprod uceren (do or te kop iëren en te plakken). U kunt de verhoudingen van de afbeelding vervormen door verschillende percenta ges voor H orizontaal en V erticaal uitrekke n in te voeren Helle n: Met de opties in het groepsvak Hellen van het dialoogvenster Uitrekken en hellen kunt u een vorm onder een bepaalde hoek laten overhellen. 1. Selecteer het vlak dat u wilt uitknippen. 2. Klik op Uitrekken/hellen in het menu Afbeelding (of druk op Ctrl-W). 3. In het groepsvak Hellen van het dialoogvenster Uitrekken en hellen voert u in de tekstvakken Horizontaal en Verticaal het aantal graden in waarmee de vorm moet overhellen. Klik op OK.
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 18
2.6.3. Negatief Met N egatief kunt u de kleur in een knipsel negatief weergeven. M et andere woorden zwart verandert in wit en wit in zwart. Werkt u met kleur, dan worden de kleuren vervangen door de complementaire kleuren ervan. Complementaire kleuren zijn de kleuren aan de tegenoverliggende zijde van de RGB-kleurencirkel (Rood, Groen e n Blauw). D it is een leuk geree dschap . Probe er in een afbee lding vers chillende, elk aar gedeeltelijk overlappende vierkante n te s elec tere n en d ie achtereenvolgens negatief weer te geven. 1. Selecteer het gebied waarvan u de kleuren negatief wilt weergeven. 2. Klik op Negatief in het menu Afbeelding (of druk op Ctrl-I). 2.6.4. Zwiepen Het zwiepen van een selectie is een handige truc om een aantal kopieën van het knipsel over een afbeelding uit te smeren door de muis te verplaatsen. Met deze techniek kunt u b eweging van e en voorw erp suggere ren maar oo k interessa nte artis tieke effe cten cre ëren: 1. Selecteer een deel van de afbeelding. 2. Versleep de selectie terwijl u Shift ingedrukt houdt. Terwijl u sleept, wordt een aantal kopieën van het knipsel gemaakt. Net als b ij kopiëren, k unt u ondoors chijnend of transp arant zw iepen. Bij trans parant zwiepen ziet u de afbeeldingen op de achtergrond door het knipsel heen. Ondoorschijnend zwiepen dekt de a fbeeldingen op de achtergrond af. Om ondoorschijnend te zwiepe n, drukt u voo rdat u versleept op het eerste pictogram in het vak onder de Werkset. Om doorschijnend te zwiepen, drukt u eerst op het onderste pictogram in het vak onder de Werkset. De achtergrondkleur van de selectie en d e huidige achtergro ndkleur moete n dezelfde z ijn om een transp arant effect te verkrijgen.
2.6.5. Pixels bewerken door de afbeelding te vergroten Bij het bewerken van pixels wordt een deel van de afbeelding zo vergroot dat u er een soort microchirurgie op kunt uitvoeren. In deze modus worden de beeldpunten waaruit de tekening is opgebouwd zo groot dat u ze kunt verfijnen en dat is vooral praktisch o m lijnen een vloeiender ve rloop te geve n, objec ten te acc entueren, minuscuul kleine patronen te creëren en dergelijke. 1. Selecteer de optie In- of uitzoomen in het menu Beeld en in het vervolgmenu de optie Aanpassen. ©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 19
Er opent een dialoogvens ter w aarin u het zoompercenta ge kunt ins tellen. Kies a ls zoompercentage 800% en klik op OK. Het scherm verandert nu drastisch en laat u een close-up zien van de afbeelding. Als alternatief voor deze methode kunt u ook op het gereedschap Vergroten klikken en daarna in het vak onder de Werks et op zoomfactor 8 klikken. 2. Klik opnieuw op In- of uitzoomen in het menu Beeld en in het vervolgmenu op Raster we erge ven (of druk op Ctrl-G ). U ziet nu ee n ras ter. Klik nogma als o p Be eld en kies nu voor Schets weergeven. In de linker bovenhoek van het tekengebied ziet u in het venster Schets een overzicht van de afbeelding. Daarin kunt u ook het effect zien van de veranderingen die u erin aanbrengt. 3. Klik op het gereedschap Potlood. Dit gereedschap heeft een dikte van precies één pixel. Wannee r u op een van de b lokjes klikt (die allemaal een pixel in het scherm voorstellen), dan wordt daar de geselecteerde voorgrondkleur aan toegekend. Met e en rechtermuisk lik kent u de ac htergrondkleur to e aan ee n pixel. Eigenlijk bent u nu bezig de afbeelding punt voor punt in te kleuren. De aan de muisknoppen toegekende kleur kunt u op elk gewenst moment wijzigen. Ook kunt u de pixels met de Kwast be werken. 4. Bent u te vreden be nt met het resultaa t klik dan op In- o f uitzoomen in het menu Beeld en in het vervolgmenu op Normaal formaat (of druk op Ctrl-Pgup).
2.6.6. Kleuren bewerken U kunt desgewenst eige n kleuren maken. Ga als volgt te werk: 1. Klik op Kleuren bewerken in het menu Kleuren. 2. H et ge lijkna mige d ialoo gvenster opent met bovenin de bas iskle uren. W ilt u ze lf een aangepaste kleur maken, klik dan op Aangepaste kleuren selecteren. Het dialoogvenster wordt nu uitgebreid. Als u een nieuw e kleur wilt make n, klik dan op een leeg vak je bij Aangep aste kleuren. U kunt dan het gro te vak met d e kleurenmatrix en d e schuifregelaar rechts in het dialoogvenster gebruiken om de kleurkenmerken aan te passen. De resulterende kleur verschijnt in het voorbeeldvak onder de kleurenmatrix. In de invoervakke n van Tint, Intensiteit en Helderheid (of R ood, G roen en Blauw ) kunt u zelf waard en invoeren. A ls u met het resultaa t tevreden b ent, klikt u op K leur toevoege n.
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 20
2.7. Bestanden opslaan: U kunt be standen o pslaan in versc hillende bitmapformaten. Normaa l gesproke n kunt u de keuze van he t bitmap-forma at aan Paint o verla ten. Het programma bepa alt dit aan de hand van het aantal kleuren waarmee uw videokaart werkt. Wanneer u een bestand opent, bewerkt en vervolgens weer sluit, gebruikt Paint hetzelfde formaat als w aarin dat bestand is gema akt. Dit zijn de mogelijke bitma p-formaten: - Monochrome bitmap: voor monochrome Paint-bitmaps. - 16-kleuren bitmap: wordt gebruikt als in afbeeldingen 16 of minder kleuren voorkomen. - 256-kleuren bitmap: wordt gebruikt als in afbeeldingen meer dan 16 en minder dan 257 kleuren voorkomen. - 24-bits bitmap: wordt gebruikt als in afbeeldingen meer dan 256 kleuren voorkomen. - jpg-formaat: heel bruikbaar voor foto’s. Een mooi resultaat en een klein bestand. Veel geb ruikt op het internet. - gif-formaat: het meest geb ruikt op het Interne t. Voo ral voor teke ningen. U kunt zelf bepalen welk bitmapformaat u kiest. Wel moet u bedenken dat hoe meer kleuren u opslaat, hoe groter de bestanden worden en hoe meer schijfruimte en RAM -geheugen u daarvoor nodig heeft.
2.8. Bestanden openen: Paint kan alleen b itmapbesta nden lezen. In het dialoogvens ter Ope nen, dat u o pent met de gelijknamige optie in het menu Bestand (of door o p Ctrl-O te drukk en), verschijnen alleen bestanden met de juiste extensie. Zoek het bestand op in de tek stvakken of typ de naa m. V oor het sc annen van gedrukte a fbeeldinge n of foto's gebruikt u software en hardware die BMP-bes tanden genereren. Overigens biedt de optie Plakken meer flexibiliteit dan de optie Openen, omdat u de algehele afmetingen van d e tekening kunt b epalen en d e ingeplakte a fbeelding kunt verplaatsen. Als u alleen een tekening opent, dan komt deze waarschijnlijk in de linker bovenhoek terecht.
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 21
2.9. Afbeelding afdrukken: Uiteindelijk zult u uw werk willen afdrukken. Voordat u dit doet, kunt u eerst controle ren hoe het eruit ziet zoals het w ordt afge druk t. Selec teer hiervoor de optie Afdrukvoorbeeld in het menu Bestand. Als u tevreden bent met wat u ziet, klik dan op Sluiten in de werkbalk boven in het Afdrukvoorbeeld of klik meteen op de knop Afdrukken. Als u wilt a fdruk ken, gaat u a ls volgt te werk: 1. Open het bestand (als u dat nog niet heeft gedaan). 2. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand. Stel marges in en bepaal de afdrukstand en het papierformaat. Klik op OK. 3. Klik op A fdrukken in het menu B estand. Het dialoogve nster Afdrukk en opent, zoa ls hierond er. In dit dialo ogve nste r kunt u het volgende op geve n: - Naam: in deze vervolgkeuzelijst controleert u of de juiste printer is geselecteerd. - Eige nschappen: druk op d eze knop om inste llingen voor papierforma at en res olutie aan te passen. - Naar bestand: markeer dit vakje als u de afbeelding wilt afdrukken naar een bestand. Dat komt van pas als u het bestand wilt afdrukken op een printer die niet op uw computer is aangesloten. - Afdrukbereik: in dit groepsvak bepaalt u welke pagina's worden afgedrukt. Voer bij de optie Pagina's van de nummers in van de pagina's die u wilt afdrukken. Geef het aantal exemplaren op dat u wilt laten afdrukken. In dit groepsvak kunt u verder nog de exemplaren laten sorteren. 4. Als u klaar bent met het aanpassen van de afdrukinstellingen, klikt u op OK.
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 22
2.10. Iets over het inplakken: U moet nog een ding weten voordat u verder gaat en dat heeft te maken met het inplakken van getekende objecten. Een prettige eigenschap van Paint is dat de objecten die u aan de tekening toevoegt niet onmiddellijk onverbrekelijk deel uitmaken van het oppervlak. Dat gebeurt pas als u een ander gereedschap pakt, een schuifbalk gebruikt, een andere toepassing opent of de venstergrootte verandert. Bij al deze handelingen wordt het nieuwe object ingeplakt en kan dat wat achter dat object zit niet worden teruggehaald. Om e en object te verw ijderen dat u he eft getekend nadat u vo or het laatst iets heeft ingeplakt, selecteert u de optie Ongedaan maken in het menu Bewerken. Let wel: je ka n maar driemaa l na elkaar de functie Ongeda an maken ge bruiken! Daar s taat tegeno ver dat u - tot u e en van de a cties uitvoert w aarmee u he t nieuwe materiaal plakt - alles wat u heeft gedaan, kunt verwijderen of wijzigen met de opdrac ht Ongeda an maken o f met Backs pace. Ook a ls u een kap itale fout maakt, hoeft u da arme e nog niet de teke ning te bed erve n. Probeer dez e mogelijk heden zelf uit te voeren terw ijl u met de gereed schapp en werk t. Om het w erk selec tief te verwijdere n dat u heeft ged aan nada t u voor de laa tste maal hee ft geplakt, druk t u op Back space. D e cursor verande rt nu in een vierkantje met een kruisje erin. (U kunt de grootte van dat vierkantje aanpassen door een andere lijndikte te kiezen.) Dit vierkantje werkt als een selectief gum, dat alleen materiaal wist (Lijnen, cirkels, verfspuit enzovoort) dat nog niet is ingeplakt, maar alles wat daar achter staat intact laat.
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 23
3. EXTRA: De klembordfunctie
Deze bewe rkingen zijn van heel groo t belang om efficiënt met de computer o m te gaan! Zodra men een item (tekst of afbeelding) knipt of kopieert, wordt het automatisch op het klembord geplaatst. Bij knippen verdwijnt het o orspronk elijk item uit de toepa ssing die gebruikt w ordt, bij kopiëren blijft het behouden in de toepas sing. Het geknipte of gekopieerde blijft op het klembord staan tot er een ander item geknipt of geplak t wordt. Men k an dus mee rdere malen he tzelfde item plakken in een (ande re) toepa ssing. Let wel: Er kan steeds maar één item per beurt naar het klembord geknipt of geplakt worden. Met de komst van Office 2000 is dit veranderd: binnen Office kan je nu tot 12 items op het klembord plaatsen. Heel wat cd-roms bieden de mogelijkheid om zowel tekst als afbeelding naar het kle mbord te kopiëren. De manier wa arop is b ij elke cd-ro m ve rschillend!
3.1. Wat is het klembord ? Het klembord is een plaats in het cache geheugen dat de computer vrijhoudt om tijdelijk belangrijke gege vens op te slaan die u sne l weer nod ig heeft. Telkens je iets ‘kop ieert’ wo rdt dit in het klembord opgeslage n. Wanne er je later ‘p lakt’ wo rdt de inhoud va n het klembord in de actieve to epass ing overgenomen. Zo k an je snel gegevens overb rengen van de ene na ar de andere toepassing.
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 24
3.2. Een handig hulpmiddel: de klembord-viewer ! Het is soms niet helemaal duidelijk of iets al dan niet in het klembord aanwezig is. Daarom b evat Window s een handig hulpmiddel om de inhoud van het klembord zichtbaar te make n: de klembord-viewer. Je start dit handig hulpmiddel op door te klikken op “ programma’s bureauaccessoires systeemwerkset klembord-viewer ” Er opent zich een venster waarin je de inhoud van het huidig klembord kunt zien. Het is handig om die klembord-viewer stand-by te houden. Klik op de knop – helemaal rechtsboven (minimaliseren). De klembord-viewer is nu als knop bereikbaar in de taakbalk. Op elk ogenblik kan je de viewer openen. Het kan nuttig zijn om de klembord-viewer op deze manier bij te hand te hebben om aan de kinderen duidelijk te maken wat er precies gebeurt als ze ‘kopiëren en plakken’. Een voorb eeld: bovens taande te kst we rd gekop ieerd. In de klembord-view er vind je dan:
3.3. Overnemen van een cd-rom en internet. Hier is er een groot verschil van cd-rom tot cd-rom. Bij de ene kan je de tekst of een tekstselectie naar het klembord brengen, bij de andere kan je enkel de afbeeldingen kopiëren, of kan enkel het actieve scherm gekopieerd worden. Nog andere laten het kopiëren gewoonweg niet toe. Dan is de enige mogelijkheid: we rken met PrintSc reen. Let wel: met PrintScreen kan je altijd vanuit om het even welke toepassing een kopie van he t volledige scherm naar het kle mbord brenge n (de toets P rtSc vind je mees tal naast F1 2)! Deze schermfoto p lak je dan in ee n tekenpro gramma (Paint leent z ich uitstekend daartoe). Je selecteert nu het gewenste deel van je screendumb en via knippen en plakken breng je het onderdeel naar je werkd ocument. Afbeeldingen van internet kan je kopiëren via het menu dat je activeert met de rechtermuiskno p. Je muisc ursor dient w el op de a fbeelding te staa n.
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 25
3.4. Een voorbeeld van het werken met PrintScreen. Een afbeelding van een schip uit de cd-rom ‘Kijk, zo werkt het!’ in een worddocument plaatsen. a. Zorg dat het schip op het scherm te zien is en druk op de toets ‘PrintScreen’.
Het volledige scherm word t nu gekopieerd naar het klembord. Je kan dit controleren daar de klembord-view er te ope nen.
b. Open Paint en plak daar de schermfoto. Paint vraagt soms of je de bitmap wil vergroten. Kies ‘Ja’ want de afbeelding op het klembord is groter dan het w erkblad van Paint (gebruik de s chuifbalken). Je krijgt dan d it scherm in Paint:
c. Nu selecteer je met een selectiegereedschap het schip. We gebruiken hier de selectierechthoek. ©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 26
d. We kiezen nu voor ‘Bewerken’ – ‘Kopiëren’ of ‘Knippen’. e. Open he t wo rddocument en via ‘Be werken’ – ‘Pla kke n’ brengen w e het schip in ons we rkdocume nt.
TIP: knip, kopieer, plak met het toetsenbord: knip met Ctrl+X - kopieer met Ctrl+C - plak met Ctrl+V
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 27
4. Integratie in de klas Als we een applicatieprogramma zoals Paint willen integreren in het onderwijsleerproces is het wenselijk na te gaan welke leervaardigheden we kunnen activeren.
<
PAINT is in de eerste plaats een tekenprogramma: het geeft de kinderen de kans om op een eenvoudige manier hun creativiteit i..v.m. het werken met beelden vo rm te geven. De vaardigheden die ze tijdens het tekenen op papier opdoen i.v.m. de beeldaspecten ‘lijn, kleur, vorm en compositie’ kunnen bij het werken met Paint een verlengstuk krijgen. (Muzische vorming - Beeld)
<
In PAINT kunnen tekst en beeld makkelijk gecombineerd worden. Dit laat toe om eenvoudige illustratiebladen te maken waarbij gefocust wordt op de relatie tussen figuur en tek st (eindtermen s chrijven, lezen, muz ische vorming,...).
<
PAINT laat ook toe om ervaringen op te doen met lijnen, hoeken en vlakke figuren (tekenen van vierkanten, rechthoeke n, driehoek en, veelhoe ken, cirkels, ovalen, spiegelen en draaien, vervormen,…). Heel wat doelen uit het leerplan meetk unde kunnen hier s peels ingeoe fend word en.
<
Kinderen kunne n ook ee n opdrac ht krijgen om een b epaalde tekening na te maken. Daarbij moeten ze de figuur ‘analyseren’ (onderzoeken welke vormen er verwerkt zijn) en vervolgens nauwkeurig plannen in welke volgorde ze de verschillende deelelementen zullen uitvoeren (logisch denken).
<
Tenslotte is het mogelijk om de kinderen de vaardighede n aan te le ren vanuit ‘geschreven handleiding’ zoals dat vaak gebruikelijk is bij applicatiesoftware. Dit betekent dat de leerlingen de instructies op papier moeten lezen (begrijpend lezen).
<
Paint is een relatief eenvoudig softwarepakket. Toch zijn een aantal handelingen identiek als bij het werken met bijvoorbeeld een tekstverwerkingspakket. Tevens komen heel wat muishandelingen aan bod. Door het werken met Paint leren de kinderen een aantal ICTbasisvaa rdigheden op een spe else manier aa n!
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 28
5. Enkele toepassingen:
-
Tip: De boeken “Windows 95-98 voor kinderen” van A.W.Bruna geven een héél overzichtelijke handleiding voor PAINT, met heel wat praktische voorbeelden!!! Een aanrader... (kijk even in de ‘Slegte’...)
©REN West-Vlaanderen
Lijn en Vorm - Paint - 29