Incontinentie-operatie De Tensie Vrije vaginale Tape (TVT)
U wordt binnenkort in het Spaarne Ziekenhuis geopereerd aan uw incontinentie klachten (niet goed kunnen ophouden van urine). U heeft deze informatie nodig vóór en ná de operatie.
Inhoud • • • • • • •
Wat is inspanningsincontinentie? De TVT operatie (Tensie Vrije vaginale Tape) Voor de operatie Na de operatie Wat kan ik verwachten als ik thuis ben? Wie kan ik bellen als er iets is? Controle afspraak
Wat is inspanningsincontinentie? De vrouwelijke bekkenbodem bestaat uit spieren, bindweefsel en zenuwen. De bekkenbodem geeft steun aan de blaas, de darmen, de baarmoeder en de vagina (schede). Voor het plassen, de ontlasting maar ook voor een normale seksuele beleving is het belangrijk dat de bekkenbodem goed werkt. Er kan schade ontstaan aan bindweefsel, zenuwen en spieren van de bekkenbodem. De eerste schade van bindweefsel en spieren komt vaak door de zwangerschap en bevalling. Door deze schade kan er soms later ongewild urineverlies ontstaan. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij hoesten, niezen, persen of bij plotseling opstaan. Deze schade en klachten kunnen verergeren door uw leeftijd, overgewicht, obstipatie (verstopping), COPD (longziekte) en roken. Vaak wordt u eerst door uw arts doorverwezen naar een bekkenbodemfysiotherapeut. Hierdoor kunnen uw klachten al voor een groot deel afnemen. Als dit niet zo is kan een incontinentie operatie u mogelijk helpen. Informatie over deze operatie vindt u hieronder.
De TVT operatie (Tensie Vrije vaginale Tape) In het Bekkenbodemcentrum van het Spaarne Ziekenhuis doen wij bij inspanningsincontinentie meestal een TVT operatie. Soms wordt voor een ander type (soort) operatie gekozen. De arts zal dit dan met u bespreken. Deze andere operaties zullen we niet bespreken in deze folder.
SPECIALISTEN IN MENSENWERK
Bij de TVT operatie wordt er onder de plasbuis een klein sneetje gemaakt en ook twee kleine sneetjes bij het schaambeen. Door deze openingen wordt een kunststof bandje onder de plasbuis gebracht. Dit kunststof bandje geeft steun. Hierdoor sluit de plasbuis beter. Het weefsel om het bandje heen groeit vanzelf vast aan het bandje en geeft daarmee de uiteindelijke stevigheid en steun.
Onder de plasbuis wordt een bandje geplaatst die achter het schaambeen loopt (zie pijl). Kenmerken • De operatie duurt ongeveer 20-30 minuten. • U kunt kiezen voor een ruggenprik of algehele anesthesie. • U heeft na de operatie weinig pijn (Op een score van 0-10 gemiddeld een 2 als pijnscore op de eerste dag na de operatie). • U blijft 1 dag (dagbehandeling) of 2 dagen (met 1 overnachting) in het ziekenhuis. • U wordt geopereerd in Hoofddorp, als u wilt/moet overnachten na de operatie. • U wordt geopereerd in Heemstede of Hoofddorp, als u dezelfde dag naar huis wilt/kunt (dagbehandeling). Complicatie Tijdens de operatie controleert de uroloog of gynaecoloog met een kijkbuis of er een beschadiging van de plasbuis of blaas is ontstaan. Het risico op deze complicatie is klein. Als er toch een beschadiging is wordt er tijdelijk een katheter (kunststof slangetje) in de blaas ingebracht om de blaas leeg te houden en rust te geven. Zo kan de beschadiging zich meestal helemaal herstellen. Resultaat Bij 86% van de vrouwen geeft deze operatie een goed resultaat. Er is geen ongewild urineverlies meer. Bij 8% is er een duidelijke verbetering van de klachten. Bij 6% helpt de operatie niet. Door deze goede resultaten, het kleine risico op complicaties en de lage belasting voor patiënten is dit de meest gebruikte operatie voor inspanningsincontinentie.
Voor de operatie Afspraak maken bij de polikliniek Anesthesiologie Voor uw operatie bezoekt u de polikliniek Anesthesiologie. Dit kan vanaf zes weken vóór de behandeling. Op de polikliniek van uw specialist wordt de afspraak voor u gemaakt. U heeft een gesprek met een medewerker van de polikliniek Anesthesiologie. Dit kan een anesthesioloog of een medewerker pre-operatieve screening zijn. U krijgt een vragenlijst over uw gezondheid en we vragen naar eerdere operaties, uw medicijnen en of u allergisch bent. Ook krijgt u een lichamelijk onderzoek. De medewerker vertelt u over de verschillende vormen van verdoving. Samen bepaalt u welke soort verdoving u kiest. Ook krijgt u te horen
Incontinentie-operatie | pagina 2
of en wat u wel en niet mag eten en drinken vóór de operatie. Alle informatie krijgt u op papier mee. Lees de informatie zorgvuldig door en volg de instructies goed op. Polikliniek Anesthesiologie: maandag t/m vrijdag 9.00 – 16.00 uur (023) 890 74 50 Afspraak voor het verpleegkundig spreekuur U krijgt een folder mee van de polikliniek met de titel ‘Opname en Verblijf in het Spaarne Ziekenhuis’ of ‘Dagopname in het Spaarne Ziekenhuis’. Leest u deze goed door. Als u geopereerd wordt en wordt opgenomen in Hoofddorp krijgt u ook een afspraak mee voor het verpleegkundig spreekuur. Hier stellen wij u vragen over uw gezondheid, medicijngebruik en mogelijke wensen.
Na de operatie Bij een opname op de verpleegafdeling Op de dag van de operatie wordt u opgenomen. U overnacht in het Spaarne Ziekenhuis Hoofddorp en mag de volgende dag naar huis. Na de operatie heeft u een blaaskatheter (kunststof slangetje) om de blaas leeg te houden. De katheter en eventuele tampon worden de dag na de operatie eruit gehaald. U moet hierna goed kunnen plassen. Er mag weinig urine in de blaas achterblijven (minder dan 150 ml). Dit wordt gemeten met een draagbaar echo apparaat dat de blaasinhoud meet nadat u geplast heeft. Als er na 2 keer plassen niet meer dan 150 ml urine in de blaas achterblijft mag u naar huis. Bij een opname op de afdeling Dagverpleging Op de dag van de operatie wordt u opgenomen in het Spaarne Ziekenhuis Heemstede of Hoofddorp. U wordt in de ochtend geopereerd en mag dezelfde dag naar huis. Na de operatie gaat u terug naar de afdeling Dagverpleging. U moet daar binnen 5 uur goed uw blaas leeg kunnen plassen. Er mag weinig urine in de blaas achterblijven. Dit wordt gemeten met een draagbaar echo apparaat dat de blaasinhoud meet nadat u geplast heeft. Als er na twee keer plassen niet meer dan 150 ml urine in de blaas achterblijft mag u naar huis. Als er te veel urine in de blaas achterblijft Blijft er na het plassen meer dan 150 ml urine in de blaas achter? Dan wordt de blaas 2 keer achter elkaar na het plassen geleegd met een katheter. De katheter wordt er dan direct weer uitgehaald. Als dit niet helpt wordt er opnieuw voor 3 dagen een katheter ingebracht. Dit gebeurt bij ongeveer 10% van de patiënten. Met deze katheter kan u naar huis wanneer u dat wilt. Bij ontslag krijgt u pijnstilling mee en een afspraak om over 3 dagen na de operatie terug te komen. Op die derde dag knipt u thuis de katheterslang zelf door. De katheter kunt u nu eenvoudig zelf eruit halen. U moet dan 2-3 uur hierna opnieuw naar het Bekkenbodemcentrum in Heemstede of de polikliniek Urologie in Hoofddorp komen om daar te plassen. Ook dan wordt weer met een echo apparaatje gekeken of u goed heeft uitgeplast. In het zeldzame geval dat dit dan weer niet lukt leren wij u aan om voor een korte periode zelf de blaas leeg te maken met een katheter. Uiteindelijk zal dit probleem vaak kort duren. Medicijnen Als u naar huis gaat krijgt u een recept mee om de ontlasting soepel te houden en een recept voor pijnstillers.
Incontinentie-operatie | pagina 3
Wat kan ik verwachten als ik thuis ben? Herstel De meeste vrouwen herstellen snel na de operatie. U kunt zich de eerste dagen na de operatie minder fit voelen. Dit komt vaker voor bij algehele narcose dan bij een ruggenprik. De onderbuik en vagina kunnen de eerste 2 weken gevoelig zijn. Wat mag ik wél doen in de eerste 6 weken na de operatie? • minder dan 2 kg tillen (bijvoorbeeld enkele boodschappen) • licht huishoudelijk werk (koken en de (af-)was) • vanaf 2 weken na de operatie mag u autorijden en korte stukjes fietsen Wat mag ik niét doen in de eerste zes weken na de operatie? • meer dan 2 kg tillen • seksueel actief zijn (geslachtsgemeenschap hebben) • tampons gebruiken • in bad gaan of naar een zwembad • de sauna bezoeken • sporten • lange fietstochten en wandelingen (langdurige inspanningen) Plassen U hoeft niet extra te drinken om daardoor meer te plassen. Als u per dag ongeveer 5 keer plast is dat voldoende. Het plassen kan anders gaan dan u gewend bent. Sommige vrouwen hebben na de operatie het gevoel niet volledig uit te plassen of hebben wat meer aandrang. Dit gaat vaak vanzelf over. U moet contact met het ziekenhuis opnemen als: • U vindt dat u moeilijk of te weinig plast (ongeveer minder dan 200 ml in 3 uur). • U toenemende (krampende) buikpijn heeft. Dit kan een signaal zijn dat de blaas te vol zit. Ontlasting Als uw ontlasting thuis langer dan 3 dagen niet komt moet u contact opnemen met het ziekenhuis. Bloedverlies en afscheiding U kunt de eerste 6-8 weken last hebben van vaginale afscheiding. Dit kan variëren van slijmachtig tot donkerder (oud) bloed. Opnieuw verlies van helder rood bloed als u thuis bent is niet normaal. U moet dan denken aan meer bloedverlies dan de hoeveelheid die u verliest bij een menstruatie. Hiervoor moet u contact opnemen met het ziekenhuis. Blaasontsteking U kunt na de operatie en door de katheter een blaasontsteking ontwikkelen. Klachten zijn: pijn en/of een branderigheid gevoel bij het plassen, pijn in de onderbuik en koorts. Hiervoor moet u contact opnemen met het ziekenhuis. Kleine bloeduitstorting in de buikwand Door de operatie kan er een bloeding ontstaan in de buikwand. Dit ziet er uit als een rode bult onder de huid bij de sneetjes in de buikwand. Het is bijna nooit ernstig. U hoeft hier niet voor te bellen naar het ziekenhuis behalve als de plek groter wordt.
Incontinentie-operatie | pagina 4
Wie kan ik bellen als er thuis iets is? De uroloog of de gynaecoloog heeft u geopereerd. Bij klachten kunt u via het Bekkenbodemcentrum, de polikliniek Urologie of de polikliniek Gynaecologie uw arts bereiken. Als die er niet is, is er altijd een vervangend dienstdoende arts aanwezig. U belt: • overdag via het Bekkenbodemcentrum: (023) 890 83 15 • overdag via de poli Gynaecologie: (023) 890 75 40 • overdag via de poli Urologie: (023) 890 76 50 • Bij klachten ’s avonds, ’s nachts en in het weekend neemt u contact op met de dienstdoende gynaecoloog (niet met de huisartsenpost). U belt dan met het algemene nummer van het Spaarne Ziekenhuis en vraagt naar de dienstdoende gynaecoloog (023) 890 89 00 (centrale)
Controle afspraak Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een afspraak mee voor controle na de operatie. Deze zal 6 weken na de operatie bij de gynaecoloog of uroloog zijn die u geopereerd heeft.
Algemene adresgegevens Spaarne Ziekenhuis: Algemeen nummer: (023) 890 89 00 Postadres: Postbus 770, 2130 AT Hoofddorp Internet: www.spaarneziekenhuis.nl E-mail:
[email protected] Locatie Hoofddorp Spaarnepoort 1, 2134 TM Hoofddorp Alle voorzieningen Locatie Heemstede Händellaan 2A, 2102 CW Heemstede Dagbehandeling en poliklinieken
© Spaarne Ziekenhuis | eindredactie: Patiëntenvoorlichting | Foldernummer 190.560W/367954 | februari 2012
Incontinentie-operatie | pagina 5