Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
HOE BRENGEN WIJ ZIELEN TOT JEZUS? En hij leidde hem tot Jezus… Johannes 1:43
Dr. R.A. TORREY 1
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
2
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 INLEIDING 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212
‘Wie zielen vangt, is wijs…’ Spr. 11:30 Dit kleine zakboekje is niet meer dan een eenvoudig hulpmiddel voor mensen die het verlangen kennen om andere mensen bij de Heere Jezus te brengen. Het is geen uitgebreide handleiding of theologische verhandeling over zielen winnen voor de Heere Jezus. Het is ook geen boekje over de vraag hoe je moet evangeliseren of wat je tijdens een evangelisatiegesprek moet zeggen. Dit boekje is met name gericht op gesprekken met mensen die de Bijbel (enigszins) kennen en al (enigszins) voorbereid zijn door het werk van de Heilige Geest en alleen nog een leidsman nodig hebben om tot overgave aan Christus te komen. De kracht van dit boekje is met name dat er veel bijbelteksten genoemd worden die gebruikt kunnen worden in een gesprek. Iemand die zonder Gods Woord een ziel tot de Heere Jezus probeert te leiden, zal tevergeefs bezig zijn. Zielen winnen voor de Heere Jezus is de roeping van iedere wedergeboren christen. Enerzijds een moeilijke roeping, maar anderzijds een mogelijke roeping. Het is net als met vissers op een vissersboot. Zij hebben de roeping om goede voorbereidingen te treffen, het net uit te gooien en lokaas uit te werpen, maar de vissen in het net sturen is helaas niet mogelijk. Zo is het ook met het leiden van zielen naar Jezus. Wij moeten goed voorbereid zijn, het net en lokaas uitgooien, maar uiteindelijk mogen we het overgeven aan de werking van de Heilige Geest. Zielen leiden tot Jezus leer je niet op een bijbelschool of tijdens een cursus, maar van de grote Visser van Mensen. Hij zegt: ‘Volgt Mij na, en Ik zal u vissers der mensen maken’ (Mat. 4:19). Peter Baan
3
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
4
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 HOOFDSTUK 1 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 ALGEMENE PRINCIPES OM ZIELEN TOT JEZUS TE KUNNEN LEIDEN 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212
1. Wie werkelijk anderen tot Christus wil brengen, moet eerst zelf waarachtig tot Christus bekeerd zijn. Willen wij anderen tot Christus brengen, dan moeten wij ons met ons hele hart afkeren van alle zonde, wereldliefde en zelfzucht, om Jezus de volle heerschappij te geven over onze gedachten, plannen en handelingen. Zoeken wij in de één of andere richting onze eigen weg en laten wij de leiding van ons leven niet geheel aan Hem over, dan wordt onze kracht gebroken en missen wij het doel waartoe we op aarde zijn. 2. Wie waarlijk anderen tot Christus wil brengen, moet liefde tot mensen hebben en hartelijk verlangen naar de redding van verlorenen. Zonder hartelijke liefde voor de mensen, zullen onze bemoeiingen machinaal en krachteloos zijn. De harten zullen door onze woorden niet getroffen worden zonder de ernst die zelfs op de meest zorgelozen indruk maakt. Wanneer wij een hartelijke liefde voor de zielen hebben, zullen wij voortdurend uitzien naar gelegenheden om met onbekeerden te kunnen spreken. Dan zullen wij de gelegenheid daartoe overal weten te vinden, waar wij vroeger geen kansen meenden te zien. De vraag hoe we zulk een hartelijke liefde voor de zielen krijgen, is gemakkelijk te beantwoorden. Liefde voor mensen is evenals iedere andere christelijke karaktereigenschap een werk van de Heilige Geest. Wanneer we ons bewust worden deze liefde niet te bezitten moeten wij in de eerste plaats tot God bidden om datgene waaraan wij zo dringend behoefte hebben (1 Johannes 5 : 14, 15, Fil. 4:19). Jezus Christus heeft bewogenheid en liefde voor mensen (Matth. 23:37, Luk. 19:10). Wanneer wij een innige en voortdurende gemeenschap met Hem hebben, zullen ook wij die liefde ontvangen. Verlangen wij naar een bepaalde gewaarwording in ons leven, dan moeten wij onophoudelijk de gedachten voeden die geschikt zijn om deze gewaarwording op te wekken. Als iemand die zelf gered is lang genoeg gedacht heeft aan het 5
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
gevaar van de ellende van de mens die Jezus niet kent, zal hij vroeg of laat hartelijk gaan verlangen naar de redding van die mens. 3. Wie werkelijk zielen tot Christus wil brengen, moet een grondige kennis van de Bijbel hebben. Het woord van God is het zwaard des Geestes (Ef. 6:17). God gebruikt dit middel om mensen van hun zonden te overtuigen, Christus aan hen te openbaren en hen tot wedergeboorte te brengen. Daarom moeten wij weten hoe we de Bijbel moeten gebruiken om de mensen hun behoefte aan een Heiland te laten zien, om hen Jezus te tonen als de Zaligmaker die zij nodig hebben, om hen duidelijk te maken hoe deze Zaligmaker hun Heiland wordt en om de moeilijkheden welke hen verhinderen in Christus te geloven en Hem aan te nemen uit de weg te ruimen. 4. Wie werkelijk zielen voor Christus wil winnen, moet ijverig zijn in bidden. Goede arbeid in het winnen van zielen moet stap voor stap begeleid worden door gebed. a. Wij moeten bidden dat God ons tot de juiste personen leidt. Het is Gods wil niet dat wij ieder aanspreken die wij ontmoeten. Als wij dat beproeven, verliezen wij veel kostbare tijd die we beter hadden kunnen besteden voor anderen. Alleen de Heere weet tot wie wij spreken moeten. In het gebed moet ons dit duidelijk worden gemaakt. (Hand. 9:29). b. Wij moeten bidden dat God ons de woorden geeft die wij spreken moeten tot degene op wie Hij op onze weg brengt. Hebben wij de Schriftplaatsen bestudeerd die wij in ons spreken met allerlei soorten mensen gebruiken kunnen, dan hebben wij toch nog voor ieder bijzonder geval Gods leiding nodig. c. Wij moeten bidden of God kracht en nadruk wil verlenen aan hetgeen Hij ons in de mond legt. Die les moet vaak door verootmoedigende ervaringen geleerd worden. Al te veel zijn wij bezig de mensen in eigen kracht tot bekering te brengen. d. Als wij met onze taak gereed zijn, moeten wij God bidden het werk te voltooien. Hebben wij alles wat in ons vermogen ligt zo goed mogelijk gedaan, dan dienen wij de zaak in het gebed aan Gods hart te leggen. De 6
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
uitkomst, of die dan aan onze verwachtingen beantwoord of niet, kunnen we rustig aan God overlaten. 5. Eindelijk moet hij die werkelijk zielen tot Christus wil brengen gedoopt zijn met de Heilige Geest. De Heilige Geest moet werkelijk met Zijn kracht over ons komen. Een leerstellige kennis van dit grote werk Gods is niet voldoende om uit te kunnen gaan en zielen tot Jezus te leiden. Wij hopen later nog wel in te gaan op de vraag wat de doop met de Heilige Geest is en hoe iedere Christen die verkrijgen kan. 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 HOOFDSTUK 2 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 HOE LEID IK EEN ZIEL TOT JEZUS? 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212
Als de roeping in ons ontwaakt is om een bepaald persoon tot Christus te brengen, dan staan wij voor de vraag: ‘Hoe moet ik beginnen?’ a. STEL EEN OPEN VRAAG Ontmoeten wij die persoon tijdens een kerkdienst of in een bidstond, dan is de zaak niet moeilijk. We kunnen hem dan vragen: ‘Bent u een wedergeboren Christen? Heeft u geloofszekerheid? Hoe is het met je ziel op weg naar de eeuwigheid?’ Waarom ga je niet aan het Heilig Avondmaal? Zijn uw zonden vergeven?’ Ook een andere eenvoudige vraag kan aanleiding geven tot een gesprek dat tot het doel leidt. Betreft het echter een persoon die zich niet op christelijk terrein beweegt, dan is het wat moeilijker. Toch hoeft dit niet zo te zijn. Zo iemand kan naar aanleiding van een gebeurtenis van de dag ook wel in een gesprek over geestelijke dingen betrokken worden. De hoofdzaak is echter dat we alles in gemeenschap met God zien. In een drukke straat van Chicago passeerde ik eens een man. Juist toen ik hem voorbij zou gaan, voelde ik mij gedrongen met hem over de Heiland te spreken. Een ogenbik bad ik God mij te laten zien of deze drang van Hem 7
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
was. Daarna keerde ik mij om en volgde de man. Ik haalde hem in, legde mijn hand op zijn schouder en zei: “Lieve vriend, bent u een Christen?” Hij antwoordde verbaasd: “Dat is een zonderlinge vraag!” Toen vertelde hij mij dat zijn broer predikant was en hem dezelfde vraag ook al gesteld had. Hij was zelf een man met een academische graad, die zich echter door drinken had geruïneerd. Wij spraken nog verder en gingen daarna uit elkaar. De man is later christen geworden. b. WIN HET VERTROUWEN Het is vaak het beste eerst het vertrouwen en de liefde van iemand te winnen. Het is raadzaam zich een bepaald persoon uit te kiezen en dan aan Christus uw plannen voor te leggen. Bewijs deze persoon veel opmerkzaamheid, toon hem uw vriendelijke gezindheid en stel hem dan op een geschikt ogenblik de grote vraag. Een oude totaal ongelovige man in Chicago werd op deze wijze gewonnen door een jong meisje, dat hem ziek en eenzaam vond. Zij bezocht hem dagelijks en bewees hem dan allerlei vriendelijke attenties. Ten slotte sprak ze met hem over Jezus en smaakte de vreugde dat de man tot het geloof kwam. c. KIES EEN TRAKTAAT OF BROCHURE MET ZORG UIT Ook een met zorg uitgekozen traktaat of brochure kan tot het doel leiden. Op een zekere dag zat ik in de trein, biddend dat ik gebruikt mocht worden om een mens tot Christus te leiden. Een jongedame, de dochter van een predikant, zette zich met een vriendin tegenover mij. Ik haalde een klein pakje traktaten tevoorschijn, zocht er een uit dat ik geschikt achtte en reikte het haar over. Terwijl zij las, bad ik. Toen ze klaar was, was ze zeer bewogen en ik vroeg haar of ze Christus niet wilde aannemen. De moeilijkheden die haar in de weg stonden waren spoedig opgeruimd en zij deed de grote stap, eer zij de trein verliet. d. ONTDEK HOE ZIJN STAAT VOOR GOD IS Is men tot een gesprek met iemand gekomen, dan moet men allereerst uitzoeken hoe het met die persoon staat. Daartoe kunnen verschillende vra8
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
gen worden gesteld zoals deze: ‘Bent u een wedergeboren christen? Bent u gered van de ondergang? Weet u dat uw zonden vergeven zijn? Hebt u het eeuwige leven? Bent u een vriend van Jezus?’ Daarbij is het goed de uitdrukkingen op het gelaat van de man of vrouw te bestuderen. Daaruit kunnen we veel opmaken. e. VERKONDIG DE HEERE JEZUS EN DE ONMIDDELLIJKE VERGEVING Als de persoon aangeeft dat hij Christus niet als Zijn Verlosser kent, is het belangrijk om hem/haar zo spoedig mogelijk uit te leggen dat Hij vandaag nog Christus als Verlosser kan aannemen en vrede met God kan verkrijgen (Johannes 1:12, Romeinen 5:1). Leg ook uit dat wachten, weigeren of uitstellen de eeuwige ondergang kan betekenen. Iedere dag dat hij/zij uitstelt, maakt die persoon de schuld groter en de dag moeilijker om tot geloof te komen. Bedenk van voren welke bijbelgedeelten je hierbij kunt gebruiken, bijv. 2 Thes. 1:8, Johannes 3:36. Bijbelgedeelten die bijzonder geschikt zijn om het Evangelie in een notendop uit te leggen, zijn: Johannes 3:16 en 36, Johannes 5 : 24. Bijbelteksten die heel duidelijk uitleggen hoe je de Heere Jezus als Verlosser kunnen aannemen, Johannes 1:12 en Opb. 3:20. De onderstaande afbeeldingen kunnen tijdens het gesprek als hulpmiddelen dienen. Een dergelijke plaatje tekent u heel snel en simpel op een papiertje. Links zie je een plaatje van uzelf. U bent de baas en zit op de troon van uw hart. U leeft voor uzelf en bepaalt uw eigen regels. Jezus staat nu nog buiten uw hart en buiten uw leven. Maar vandaag staat Hij op de deur van uw hart te kloppen. Waarom klopt iemand op een deur? Juist, om binnen te komen. Lees Opb. 3:20 voor. Wat is dus nodig om Jezus in je hart te krijgen? Juist, de deur opendoen! Komt Hij dan misschien bin9
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
nen? Nee, niet misschien Hij komt 100% zeker binnen. Gods woorden zijn betrouwbaarder dan de dokter of de bomen van een spoorwegovergang. Zoals je ziet zit jij niet meer op de troon, maar als je de deur van je hart opendoet, zit Hij op de troon en buig jij onder Zijn troon. 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 HOOFDSTUK 3 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 PRAKTISCHE RAADGEVINGEN BIJ HET LEIDEN VAN ZIELEN TOT JEZUS 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121
1. Als het enigszins mogelijk is neem dan de persoon met wie u spreken wilt afzonderlijk. Niemand stort graag zijn hart uit als er anderen bij aanwezig zijn. Het is in de regel het beste dat één arbeider zich met één onbekeerde bezighoudt. 2. Lees de bijbelverzen niet zelf voor. Laat de persoon met wie u spreekt ze zelf lezen, opdat de waarheid zowel door het oog als door het oor ingang vinden in het hart. Zorg dat u altijd enkele bijbelgedeelten paraat hebt, want Gods Woord zal nooit leeg terugkeren en doelloos worden gebruikt. 3. Vaak kan het goed zijn om niet teveel teksten te gebruiken. Het kan heel goed zijn om maar één tekst voortdurend te herhalen. Herhaal hem zo vaak dat die in het geheugen van man of de vrouw met wie u spreekt blijft haken. Dr. Icabod Spencer herhaalde eens in een gesprek met een jongeman die vele bezwaren had voortdurend de tekst uit 2 Korinthe 6:2 6:2: “Nu is het de welaangename tijd, nu is het de dag der zaligheid”. De jongeman trachtte het gesprek op iets anders te brengen, maar Spencer hield zich alsof hij niets bemerkte en herhaalde telkens dezelfde woorden. De volgende dag kwam de jongeman met grote blijdschap terug. Hij bedankte Dr. Spencer dat deze hem dat woord zo in het hart gehamerd had. Het had hem de gehele nacht in de oren geklonken en hij kon niet in slaap komen, eer hij Christus had aangenomen. Het is heerlijk als iemand op een bepaalde tekst uit de Bijbel wijzen kan en zeggen: “Ik weet op grond van dit vers dat mijn zonden mij vergeven zijn en dat ik een kind van 10
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
4.
5.
6.
7.
God ben”. Maar op andere tijden kan het een goede uitwerking hebben om een aantal teksten in een bepaalde orde aaneen te voegen totdat de Geest overtuigt en het hart gewonnen is. Laat het uw eerste doel zijn om de persoon waarmee u te doen hebt altijd weer te wijzen op de hoofdzaak, namelijk op het aannemen van en komen tot Christus. Zolang dit niet in orde is, is het goed om gesprekken over dogma’s van kerken, rand- en bijzaken te vermijden. Menige goede gelegenheid is ongebruikt voorbij gegaan, omdat een onervaren arbeider zich liet betrekken in een twistgesprek over de één of andere bijkomstige kwestie. Deze fout moet zoveel mogelijk vermeden worden. Wees zo beleefd en vriendelijk als u maar enigszins kunt. Het kan voorkomen dat welmenende maar onvriendelijke christenen door hun ruw en aanmatigend optreden diegenen afstoten, die zij wellicht met beleefdheid hadden kunnen winnen. Het is mogelijk om de mensen hun vreselijke zonde en diepe nood voor ogen te houden, zonder hen te beledigen. Uw woorden mogen de diepste schuilhoeken van het hart onderzoeken, als uw manier van doen maar vriendelijk en beleefd is. Men kan daardoor voorkomen dat de mensen zich omhullen met een verdedigend pantser dat moeilijk te doordringen is. Wees altijd in heilige ernst. Wij moeten de teksten die we voor anderen gebruiken eerst in onze eigen ziel leggen. Ik heb een arbeider gekend die voor zeer velen tot zegen is geweest en toch lange tijd bij iedere persoon alleen de ene tekst gebruikte uit Amos 4:12 4:12: “Schik u om uw God te ontmoeten”. Maar deze tekst had haar zelf zo geheel in bezit genomen, dat zij hem met aangrijpende uitwerking kon gebruiken. Oprechte en diepe ernst zal ons verder brengen dan een oppervlakkige verstandelijke kennis van allerlei problemen. Wij lezen van Paulus dat hij niet opgehouden heeft om drie jaar lang, nacht en dag, met tranen terecht te wijzen. Verlies nooit uw goede humeur als u zielen tot Christus wilt brengen. Velen leggen het erop toe om ons te verbitteren. Maar zelfs zulke mensen kunnen door geduld, toegevendheid en vriendelijkheid gewonnen worden. Zij zullen nooit gewonnen worden als u uw goede humeur verliest. Niets bezorgt hen meer genoegen en geeft hun meer troost in hun zonden. Hoe 11
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
8.
9.
10.
11.
12
meer zij u door hun woorden of handelingen tergen, des te meer indruk zal het op hen maken, als u hun onhebbelijkheden met vriendelijkheid beantwoordt. Het zal menigmaal gebeuren dat de onverdragelijksten boetvaardig en berouwvol terugkomen. Laat u nooit verlokken tot een heftige woordenstrijd met mensen die u tot Christus leiden wilt. Zulk een strijd komt niet voort uit de Geest, maar Gal. 5:20, 22 en 23 uit het vlees (Gal. 23). Het komt voort uit uw trots; u wilt niet dat de persoon met wie u spreekt handiger is dan u. Snijd zulke twistgesprekken van te voren af. Heeft hij met wie u spreekt verkeerde gedachten en opvattingen die verwijderd moeten worden eer hij tot Christus komen kan, wijs hem dan, op grond van Gods Woord, kalm en vriendelijk op zijn dwaling. Is de dwaling van weinig belang, ga er dan niet over disputeren en bepaal u tot de hoofdzaak. Val nooit iemand in de rede die werkt aan een ziel. Al meent u ook dat hij het veel beter zou kunnen doen en dat u een heel andere methode zou volgen, zo moet u toch uw tijd afwachten. Ook voor u zal er wel een gelegenheid komen. Menige onbekwame arbeider had een ziel reeds bijna tot een beslissing gebracht, toen een betweter tussenbeide kwam en alles bedierf. Aan de andere kant moet u ook nooit, als u het enigszins verhinderen kan, door anderen laten onderbreken, Een kort, eerlijk maar beleefd woord zal u in de meeste gevallen voor zulke onaangenaamheden kunnen bewaren. Geen overhaasting. Meermalen heb ik gezegd dat ons doel moet blijven zielen met wie wij spreken tot een beslissing te leiden en uitstel te voorkomen. Dit mag echter niet leiden tot ongeestelijke overhaasting. Onze ernstige aandrang mag niet ontaarden tot het jagen op onmiddellijk succes, hetgeen immers onze arbeid oppervlakkig zou maken. Een ziel waaraan u langzaam maar grondig hebt gewerkt en die eindelijk in diepe overtuiging voor Christus beslist, is beter dan een dozijn mensen wiens bekering geen diepe wortels heeft (Mat. 13:6) Indien u in een of ander geval geen resultaten schijnt te hebben, ga dan naar huis, breng de zaak daar in het gebed tot God en probeer te onderzoeken waarin de oorzaak van uw mislukking kan liggen. Laat u echter nooit
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
ontmoedigen. God is machtig om uw nederlagen (waaraan ook de beste arbeider niet ontkomt) om te zetten in overwinningen. 12. Voordat u de persoon die Christus aangenomen heeft verlaat, moet u hem of haar verschillende aanwijzingen geven. U moet in het bijzonder de aandacht vestigen op de volgende punten: a. Belijd Christus met de mond voor de mensen mensen, zo dikwijls de gelegenheid zich daartoe voordoet. Romeinen 10:9 en 10; Matth. 10:32 en 33. b. Bestudeer dagelijks het Woor d vvan an G od oord God od. 1 Petr. 2:2; Hand. 20:32; 2 Tim. 3:13 - 17; Hand. 17:11. c. Ver wijder uit uw lev en ieder onde erwijder leven iederee zzonde onde, ook de kleinste, zelfs datgene waarover u in twijfel verkeert en gehoorzaam ieder woord van Christus. 1 Johannes 1:6 en 7; Romeinen 14:23. d. Zoek de gemeenschap met andere christenen christenen. Ef. 4:11 - 16; Hand. 2:42 en 47; Hebreeën 10:24 en 25. e. Als u in zonde bent gevallen moet u niet aanstonds de moed verliezen, maar de zonde direct belijden en geloven dat zij vergeven is, omdat God het zegt. Sta dan op en ga verder. 1 Johannes 1 : 9; Fil. 3 : 13 en 14; Johannes 14 : 23. f. Ga werken voor Christus. Matth. 25 : 14 - 30. 13. Als u een ziel tot Christus gebracht heeft, houd haar dan in het oog en wees haar behulpzaam bij de ontwikkeling van het nieuwe leven. Velen worden tot Christus gebracht en dan vergeten, waardoor zij slechts weinig vooruit komen. Het is even noodzakelijk dat men de pas bekeerde in het oog houdt, als dat men hem tot Christus brengt. En niemand is daarvoor zo geschikt als de persoon die door God gebruikt werd tot zijn bekering.
13
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 HOOFDSTUK 4 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 HOE MOET IK HANDELEN MET ONVERSCHILLIGEN EN ZORGELOZEN? 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121
Onverschilligen of zorgelozen zijn mensen die wij zeer veel ontmoeten. Er zijn verschillende wegen om hen te naderen. Hoe te handelen met zorgelozen? Men kan hun de noodzaak van een Redder aantonen. Voor dat doel is Romeinen 3:23 bijzonder geschikt: “Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods”. Vraag dan: “Wie heeft gezondigd?” “Allen”. “Voor wie geldt dit woord dus?” Ga dan niet van deze vraag af voordat klaar en duidelijk geantwoord wordt: “Ik heb gezondigd en derf de heerlijkheid Gods”. Op deze wijze kan iemand tot de overtuiging gebracht worden dat hij een Heiland nodig heeft. Ook Jesaja 53:6 is hiertoe uitnemend geschikt. ‘Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een iegelijk naar zijn weg; doch de HEERE heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen’. Heeft iemand dit vers gelezen, breng hem dan door aanhoudend vragen tot de bekentenis: “Ik heb gedwaald”. Vraag hem dan hoe men een schaap noemt dat verdwaald is en laat hem niet los voor hij zegt: “Een verloren schaap”. “Wat bent u dan?” “Verloren!” Vraag de persoon dan wat de Heere met zijn zonden gedaan heeft en houdt dit punt vast tot hij inziet dat God de zonden op Jezus Christus gelegd heeft. Daarna kunt u vragen: “Zoudt u Hem, op wie alle ongerechtigheid en zonde is gelegd, willen aannemen?” Velen hebben geen voorstelling van wat het zeggen wil een Christen te zijn. 14
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
Ik vroeg eens aan een verstandige jongeman of hij wedergeboren was; hij begreep niet waarvan ik sprak. Ik vroeg hem verder of hij wist dat hij de grootste zonde gedaan had die een mens kan doen en hij antwoordde: “Nee, nooit in mijn leven!” Ik vroeg hem wat hij voor de grootste zonde hield en hij antwoordde: “Een moord”. Ik nam mijn Bijbel, sloeg Mattheüs 22:37 en 38 op, las beide verzen met hem en vroeg toen: “Als dat het eerste en grootste gebod is, wat moet dan de grootste zonde zijn?” Hij antwoordde: “Ik denk, de overtreding van dit gebod.” Ik vroeg hem verder, of hij dit gebod altijd gehouden had, of hij God altijd van ganser harte, van ganser ziele en met alle krachten had liefgehad. “Nee, dat had hij niet gedaan” antwoordde hij. Ik vroeg: “Waaraan bent u dan schuldig?” De Geest Gods had het woord in hem levend gemaakt en hij antwoordde ernstig: “Ik heb de grootste zonde gedaan die een mens doen kan, maar ik heb dat vroeger nooit ingezien.” Een ander vers waarmee men een treffende uitwerking bereiken kan, is Johannes 8:34. Laat de betrokken persoon het vers lezen: “Een iegelijk die de zonde doet, is een dienstknecht der zonde”. “Wat is hij die de zonde doet?” Vraag hem verder of hij zonde doet en stel hem dan opeens de vraag: “Wat bent u dan?” En laat hem niet los voor hij toestemt: “Ik ben een dienstknecht der zonde.” Predik hem vervolgens Jezus Christus als de Bevrijder van de slavernij der zonde. Hoe te handelen met onverschilligen? Galaten 3:10 is een vers dat wij dikwijls goed gebruiken kunnen in de omgang met de onverschilligen. Daar staat: “Want allen, die het van de werken der wet verwachten, liggen onder den vloek, want daar staat geschreven: Vervloekt is een iegelijk die zich niet houdt aan alles wat geschreven is in het boek der wet, om dat te doen.” Vraag de persoon waarmee u spreekt of hij altijd gebleven is in alles wat 15
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
geschreven is in het boek der wet, en als hij dan zegt dit niet te hebben gedaan, vraag hem dan: “Wat bent u dus?” en laat hem niet los eer hij zegt: “Ik ben onder de vloek.” Vaak zal zo’n persoon terstond bereid zijn zich naar het 13e vers van hetzelfde hoofdstuk te laten brengen, dat aantoont hoe hij van de vloek die op hem ligt bevrijd kan worden. Men kan nog op een andere wijze de mens uit zijn onverschilligheid wakker schudden, nl. door hem te laten zien wat Jezus voor hem gedaan heeft. Ik vond Jesaja 53:5 en 6 hiertoe geschikter dan enige andere tekst uit de Bijbel. Een dame had de voorbede gevraagd voor haar dochter, een jong meisje van 20 jaar. Aan het einde van de godsdienstoefening ging ik naar deze dochter toe en vroeg haar of zij Jezus Christus nu niet als haar Heiland wilde aannemen. Zij stampte met haar voet op de grond een riep boos: “Mijn moeder had wel iets beters kunnen doen; zij weet dat dit mij nog maar slechter zou maken.” Ik vroeg haar of zij niet een paar minuten wilde gaan zitten. Toen wij zaten sloeg ik de genoemde plaats in mijn Bijbel op en begon te lezen: “Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem en door Zijn striemen is ons genezing geworden. Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de Heere heeft ons aller ongerechtigheid op Hem doen neerkomen”. Ik voegde geen aanmerkingen aan deze verzen toe, maar de Geest Gods schreef ze zelf in haar hart en de tranen begonnen over haar wangen te vloeien. Zij verliet mij die avond wel niet als een discipelin des Heeren, maar zij is het spoedig geworden. Het is ook raadzaam om bij het gebruik van zulke verzen het voornaamwoord niet in het meervoud maar in het enkelvoud te gebruiken: “Maar om mijn overtredingen werd Hij doorboord, om mijn ongerechtigheden werd Hij verbrijzelt; de straf die mij de vrede aanbrengt was op Hem, en door Zijn striemen is mij genezing geworden,” Johannes 3:16 kan op dezelfde wijze gebruikt worden. Er is nog een ander middel om onverschillige mensen wakker te schudden, 16
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
nl. door hen te laten zien dat de eigenlijke zonde die hen in een verloren toestand plaatst bestaat in de verwerping van Jezus Christus. Hebreeën 10 : 28 en 29 is voor dit doel uitnemend geschikt. ‘Hoeveel te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die den Zoon van God vertreden heeft, en het bloed des testaments onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en den Geest der genade smaadheid heeft aangedaan?’ Johannes 3:16, Johannes 9:18 – 20 en Handelingen 2:36 kunnen ook gebruikt worden. Heel vaak zult u mensen ontmoeten die niet op deze wijze met u willen spreken. Dan kunnen wij niets anders doen dan God vragen om leiding en kracht. Wij kunnen zo iemand bijzonder treffende teksten voorhouden, als omeinen 6:23, JJohannes ohannes 3:36, JJesaja esaja 57:21 bijv. Hebreeën 10:28 en 29, R Romeinen en het dan aan Gods Geest overlaten deze waarheden in het hart te schrijven. Een pijlschot van deze soort heeft dikwijls de redding van een ziel bewerkt. 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 HOOFDSTUK 5 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 HOE MOET IK HANDELEN MET HEN DIE ZALIG WILLEN WORDEN, 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 MAAR DE WEG NIET WETEN? 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212
Er zijn veel (kerk)mensen die bekommerd zijn over hun verloren toestand, maar niet weten hoe zij zalig moeten worden. Het is niet moeilijk deze soort mensen tot Christus te brengen, omdat ze al voorbereid zijn door het overtuigende werk van de Heilige Geest. Eens bemerkte ik in een samenkomst een oude man die niet met de andere Christenen opstond. Aan het einde van de dienst ging ik naar hem toe en vroeg of hij een Christen was. 17
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
“Nee, dat ben ik niet”, zei hij. Ik was er zeker van dat zijn belangstelling opgewekt was; daarom vroeg ik hem: “Wilt u vanavond een Christen worden, als ik u daartoe de weg wijs?” Hij stemde toe en wij gingen zitten. Ik sloeg mijn Bijbel open een las het eerste deel van Jes. 53:6: “Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg.” “Geldt dat ook voor u?” vroeg ik. Hij antwoordde: “Ja.” Ik zei: “Laten wij dan ook het slot van dit vers lezen: “maar de Heere heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen.” “Wat moet u dus doen om gered te worden?” Op deze wijze kan een mens heel snel duidelijk worden gemaakt dat hij niets anders te doen heeft dan te rusten in het volbrachte werk van Jezus Christus. Als ik Jes. 53:6 gebruikte, heb ik er vaak deze opmerking achter geplaatst: “Er zijn twee dingen die een mens weten moet en één ding dat hij doen moet om gered te worden.”. Wat hij weten moet is allereerst dit dat hij een verloren zondaar is, hetgeen dit vers hem zegt; ten tweede moet hij weten dat Christus de Zaligmaker is die in alle behoeften voorziet, wat dit vers eveneens zegt. Wat hij doen moet is eenvoudig dat hij deze door God verordineerde Heiland aanneemt, gelijk wij lezen in Johannes 1:12: “Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in Zijn naam geloven”. Jesaja 55:7, Handelingen 16:31, Johannes 3:16 en 36 zijn woorden die voortreffelijk gebruikt kunnen worden om de heilsweg duidelijk te maken. Ook Johannes 3:14, vergeleken met Numeri 21:8 e.v., is een tekst waarvan wij ons vaak met goed resultaat bedienen kunnen. De mensen moeten ertoe gebracht worden dat zij erkennen wat de door de slang gebeten Israëliet te doen had om gered te worden, dat hij slechts op de aan de paal verhoogde koperen slang had te zien, en we moeten dan aantonen dat de door de zonde verwonde mens eenvoudig hetzelfde te doen heeft, 18
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
nl. op de aan het kruis verhoogde Christus te zien. Ook Romeinen 1:16 laat zich goed gebruiken, omdat dit vers de heilsweg heel duidelijk laat zien. Er blijkt uit deze tekst dat de verloren zondaar slechts hoeft te geloven aan het Evangelie om behouden te worden. Op de vraag wat het Evangelie is vinden we het antwoord in 1 Korinthe 15 : 1 – 44. Daar lezen we als inhoud van het Evangelie “dat Christus gestorven is voor onze zonden, dat Hij is begraven en ten derde dage weer opgewekt.” Dat is het Evangelie van onze behoudenis. Ook Romeinen 10 : 9 en 10 maakt aan menige ziel, op wie andere teksten geen vat hebben, de heilsweg duidelijk. Romeinen 10 : 13 wijst die weg zo mogelijk nog eenvoudiger en duidelijker aan. Deze tekst zegt ons dat een mens om behouden te worden niets anders te doen heeft dan de naam des Heeren aan te roepen. Dan kan de vraag gesteld worden: “Bent u bereid om op deze plaats neer te knielen, de naam des Heeren aan te roepen en te geloven dat God u redt omdat Hij gezegd heeft dat Hij dit doen wil?” Zeer duidelijk wordt de heilsweg voorgesteld in Exodus 12 : 7, 13 en 23 23. Hier zien we dat het bloed het middel was dat de Israëlieten zekerheid gaf aangaande hun redding in de nacht toen de doodsengel door Egypte ging. Op dezelfde wijze is heden het bloed van Christus ons behoud. Lukas 18:10-14 toont heel duidelijk hoe een mens die veel bezit verloren kan gaan (de Farizeeër), en hoe een mens die alles mist gered en zalig kan worden (de tollenaar), en dat een mens die zalig wil worden slechts hoeft te doen wat de tollenaar deed, nl. als een zondaar tot God komen en Hem om genade bidden, waarop hij gerechtvaardigd heengaat. De tollenaar deed niets anders dan zijn handen uitstrekken naar de genade van God en hierop moeten wij de zoekende zielen vooral wijzen, om dan ook in het licht te stellen dat God Zijn genade geopenbaard heeft in Jezus Christus. Laat ons vrijmoedig op deze Schriftuurlijke wijze het Evangelie aan de mensen voorstellen en er dan op aandringen dat zij terstond een beslissing nemen en het niet later uitstellen. 19
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 HOOFDSTUK 6 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 HOE MOET IK HANDELEN MET HEN, DIE ZALIG WILLEN WORDEN EN OOK DE WEG 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 WETEN, MAAR DOOR ALLERLEI MOEILIJKHEDEN TERUGGEHOUDEN WORDEN? 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121
Ik ben een te groot zondaar Een van de moeilijkheden waarmee velen te worstelen hebben heet: “Ik ben een te groot zondaar”. Op een avond legde ik mijn hand op de schouder van een jongeman die haastig onze samenkomst verlaten wilde. Ik vroeg hem of hij wel wist dat God hem liefhad en of hij bereid was zich aan die liefde over te geven. Hij antwoordde: “Ik ben één van de grootste dieven van Minneapolis.” “Dat kan zijn”, antwoordde ik, “maar God heeft u lief ”. Daarna sloeg ik mijn Bijbel open en las Romeinen 5:8 5:8: “God echter bewijst Zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is”. “Als u dus de grootste dief in Minneapolis bent, dan bent u een zondaar en ik heb u voorgelezen uit het Evangelie dat God de zondaren liefheeft”. De man was verslagen, ging met mij naar een andere kamer en vertelde daar zijn verhaal. Hij had juist een lange gevangenisstraf achter de rug en was er deze avond op uitgegaan om een grote inbraak te plegen. Met zijn beide vrienden kwam hij om de hoek van een straat en hoorde dat er een openluchtsamenkomst begon, waarbij hij een paar minuten bleef luisteren, waarna hij meeliep naar de samenkomst in de zaal. Toen hij mij zijn geschiedenis verteld had, knielden wij neer om te bidden. Onder tranen smeekte hij God om vergeving. Hij geloofde dat God zelfs een nietswaardige zondaar als hij was nog liefhad. Zeg nooit tot iemand dat zijn zonden niet groot zijn. We mogen wel zeggen: “Ja, uw zonden zijn groot, groter dan u denkt, maar Gods genade is zo groot dat Hij uw zonden wil verzoenen.” 20
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
Eens kwam er een oude vrouw bij mij in grote nood. Veertien jaar geleden had zij een man vermoord. De last van deze misdaad had haar bijna krankzinnig gemaakt. Nadat ik haar langzaam en plechtig Jes. 53:6 had voorgelezen, vroeg ik haar wat God met haar zonde gedaan had. Na enige ogenblikken van diep en ernstig nadenken antwoordde zij: “Hij heeft ze op Christus doen neerkomen”. Ik nam een boek in mijn hand.“Denk nu eens, zei ik, dat u mijn rechterhand was, dat Christus mijn linkerhand was en dat dit boek uw zonde was”. Ik legde het boek op mijn rechterhand en vroeg: “Waar is uw zonde nu?” Zij antwoordde: “Op mij!” Ik legde het boek op mijn andere hand en vroeg: “Waar is uw zonde nu?” Het duurde lang eer zij de moed had te antwoorden: “Op Christus”. “Ligt zij dan nog langer op u?” vroeg ik. Langzaam begon haar gezicht te stralen en eindelijk riep zij uit: “Nee, zij ligt op Hem, op Christus.” Ik kan het niet volbrengen Een moeilijkheid waarvoor wij vaak komen te staan is deze: “Ik kan het toch niet volbrengen, ik ben zo bang voor mislukking” etr us 1:5 kunnen wij dan aantonen dat wij onszelf niet hoeven te Met 1 P Petr etrus bewaren, maar dat wij door de macht van God bewaard worden. 1 Timotheüs 1:12 toont aan dat het tot het werk van Christus behoort om te bewaren wat Hem is toevertrouwd en dat Hij machtig is het te doen. Zeer udas 24, 2 Kr oniepassende woorden lezen we ook in Jesaja 41:10 en 13, JJudas Kronieken 32:7 en 8, R omeinen 14:4 en 2 Thessalonicenz en 3:3. Romeinen Thessalonicenzen 1 Korinthe 10:13 kan dienst doen als iemand vreest dat zware verzoeking hem ten val zou kunnen brengen. Ik ben te zwak Een moeilijkheid die veel op de vorige lijkt is deze: “Ik ben te zwak”. Bij orinthe 12:9 en 10 gebruikt worden. Vraag hen: zulke personen kan 2 K Korinthe “Waarin wordt de kracht van Christus volbracht, waarin wordt zij machtig?” Antwoorden zij: “In zwakheid”, dan moet u hen zeggen: “Hoe zwakker u in uzelf bent, des te beter”. 21
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
Ik kan mijn zonden niet opgeven “Ik kan mijn zondige gewoonten en mijn slechte gedachten niet opgeven”. Galaten 6 : 7 en 8 toont aan dat zij moeten opgeven, of anders verderf en 4: 13 zegt dat zij ze in de kracht van Christus opgeoogsten. En Filippenz ilippenzen ven kunnen. Eens kwam er een man bij mij en zei: “Ik kom bij u om te vragen of er een middel is waardoor ik kracht krijg om mijn slechte gewoonten te overwinnen”. Hij vertelde mij zijn geschiedenis. Hij was in zijn kindsheid tot bekering gekomen. In Chicago was hij echter in slecht gezelschap geraakt en diep gevallen en nu kon hij zich niet van zijn zonden losrukken. Ik zei hem: “U kent het Evangelie maar half; u kent alleen het Evangelie van de gekruisigde Heiland. Door het vertrouwen op de gekruisigde Zaligmaker hebt u vergeving gevonden. Maar Christus is ook een opgestane Heiland. Hem is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Hij bezit de macht om u de overwinning over uw slechte gewoonten te geven. Gelooft u dat?” Hij antwoordde:“Ja”. Ik ging verder: “Door uw geloof in de gekruisigde Christus hebt u vergeving ontvangen. Wilt u dan nu uw vertrouwen stellen op de opgestane Christus en geloven dat Hij u van de macht der zonde verlost?” “Ja, ik wil het”. Wij knielden neer en maakten deze dingen aan de Heere Jezus bekend. Toen de man opstond was zijn gezicht totaal veranderd. Enige tijd daarna kreeg ik van hem een brief waarin hij mij meedeelde dat hij voortdurend overwon door het vertrouwen op de opgestane Heiland. Het is te veel verandering Weer een ander zal zeggen: “Mijn hele wereld zal instorten; mijn baan, mijn gezin, mijn familie laten mij niet toe een Christen te zijn”. Wijs hen die zo spreken op Markus 8:36 8:36. Daar zullen zij zien dat het beter is hun dingen van deze wereld te verliezen dan hun ziel. Hebt u deze gedachten zo diep mogelijk in hun hart geprent, wijs hen dan op Mattheüs 6:32 en 33 waar staat dat God in al onze tijdelijke behoeften zal voorzien als wij Hem en Zijn rijk de eerste plaats geven.
22
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
Voor mij kan het niet meer “God zal mij in het geheel niet aannemen. Ik heb door mijn zonde de genadetijd verbeuzeld. Ook vrees ik dat ik de zonde gedaan heb die niet meer vergeven kan worden”. Mensen die met een oprecht hart zo spreken, behoren in de regel tot de moeilijkste gevallen. Ik raad aan om bij hen vooral Johannes 6:37 te gebruiken, omdat hier staat dat Jezus ieder die tot Hem komt aanneemt. Wijs er steeds weer op dat de Heere gezegd heeft: “Wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen”. Waarschijnlijk zal de persoon met wie u spreekt wijzen op Johannes 6:44 en zeggen dat alleen zij tot Jezus kunnen komen, die door de Vader getrokken worden. Op die tegenwerping kunt u antwoorden dat uw spreken met hem een ‘trekken’ van de Vader is. Door de prediking van het Woord, door een godsdienstig gesprek, door het lezen van de Bijbel, van een preek of iets dergelijks trekt God de zielen tot Jezus. En als iemand erbij blijft dat God hem toch niet aanneemt, herhaal dan met nog grotere nadruk Johannes 6 : 37. Menige vertwijfelde ziel heeft door deze tekst licht en vrede gevonden. Openbaring 22:17 is ook zeer bruikbaar, omdat hier staat dat ieder die wil het water des levens om niet ontvangen kan. Jesaja 1:18 zegt dat er vergeving is zelfs voor de allergrootste zonde. Handelingen 10:43 en Johannes 3:16 verzekeren dat allen die in Christus geloven vergeving van zonden en een eeuwig leven vinden. Uit Romeinen 10:13 leren wij dat ieder, hij mag zijn wie en wat hij wil, zalig wordt als hij slechts de naam des Heeren aanroept. Uit Hebreeën 6:46 en Mattheüs 12:31 en 32 kunnen wij de mensen duidelijk maken welke zonde het is die niet vergeven kan worden. Mattheüs 12:31 en 32 zegt dat het de lastering van de Heilige Geest is. Vraag nu: “Hebt u de Geest van God gelasterd?” Hebreeën 6:4 - 6 bewijst dat de moeilijkheid niet ligt in Gods weigering om ons te vergeven, maar in de weigering van de mens om boete te doen en dat ieder, die om zijn heil bekommerd is, klaarblijkelijk de zonde die niet vergeven kan worden niet begaan en evenmin zijn genadetijd verbeuzeld heeft. Dikwijls is er maar een kort onderwijs nodig om de mensen deze dingen uit de Heilige Schrift duidelijk te maken. 23
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
Voor mij is te laat “Het is te laat!” Als iemand dat zegt is het de tijd om 2 Korinthe 6:2 te laten Nu is het de tijd des welbehagens, zie nu is het de spreken, waar God zegt: “Nu dag des heils”. Lukas 23:39-43 kunnen wij gebruiken om aan te tonen dat etr us Jezus zelfs in de laatste ure het gebed der zondaars nog hoort. Uit 2 P Petr etrus 3:9 leren wij dat het Gods wil is dat niemand verloren gaat, maar dat Hij de dag van het gericht vertraagt om allen die willen komen zalig te maken. 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 HOOFDSTUK 7 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 HOE MOET IK HANDELEN MET HEN DIE ZICH MET VALSE HOOP VLEIEN? 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121
Ik doe mijn best Van hen die een valse hoop voeden vormen diegenen wellicht de meerderheid die denken dat zij om hun rechtvaardig leven zalig zullen worden. Deze mensen herkennen wij gemakkelijk aan bepaalde gezegden, als bijv. “Ik doe wat ik kan”. “Ik heb nooit iets heel slechts gedaan”. Hier kan men heel goed Galaten 3:10 gebruiken, want daar lezen we dat ieder die op eigen werk steunt onder de vloek der wet staat en dat er voor hem die op de bodem der wet staat geen hoop is, als hij niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet om dat te doen. Jakobus 2:10 is ook zeer doelmatig. ‘Want wie de gehele wet zal houden, en in één zal struikelen, die is schuldig geworden aan alle.’ Het is net als een cake met eieren. Als er in een cake negen goede eieren en één rot ei zit, dan is de hele cake bedorven. Galaten 2:16 en Romeinen 3:19 en 20 tonen duidelijk dat door de werken der wet niemand gerechtvaardigd wordt voor God. Mattheus 5:20 zegt dit ook. Al deze teksten tonen ons welke soort van gerechtigheid in Gods oog enige waarde heeft. Een mens die zalig worden wil moet een andere weg tot behoud vinden dan de weg van zijn goede werken. Er moet uitdrukkelijk op gewezen worden dat God het hart aanziet. Wie dat volkomen duidelijk ge24
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
worden is moet wel sidderen, omdat hij weet dat hoe zijn uitwendig leven ook zijn mag, zijn hart voor de onderzoekende blik van de heilige God niet bestaan kan. Hoe eigengerechtig iemand ook zijn mag, wij moeten ons niet laten ontmoedigen, want ergens in de diepte van het mensenhart leeft het bewustzijn van de zonde; wij hebben verder niets te doen dan tot dit punt door te dringen. Het geweten van ieder mens staat aan onze kant. God is toch liefde? Tot hen die zich met een valse hoop vleien behoren ook zij die menen dat God te goed en te genadig is om iemand te verdoemen. Indien iemand u dat tegenwerpt, kunt u antwoorden: “Wij weten niet meer van Gods goedheid en genade dan hetgeen de Bijbel ervan zegt. Laten wij Romeinen 2:2-5 lezen”. Is dat gebeurd dan kunt u zeggen: “Nu mijn vriend, u ziet dat God met zijn goedheid geen andere bedoeling heeft dan u tot boete te brengen, echter niet om u in zondigen aan te moedigen”. Als wij Gods goedheid met voeten treden, dan verzamelen wij ons toorn in de dag des toorns en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods. Johannes 8:21 en 24 en Johannes 3:36 tonen duidelijk dat God ondanks zijn goedheid allen verwerpen zal, die Zijn Zoon verwerpen. 2P etr us 2:4–6 en 9 en Lukas 13:3 tonen hoe de ‘goede’ God met hen Petr etrus handelt die in hun zonden blijven. Dikwijls kan deze laatste plaats met goed gevolg aldus gebruikt worden: “U zegt, dat God te genadig is om iemand te verdoemen. Laten wij daarom eens zien wat God Zelf in Zijn Woord daarvan zegt: “Indien gij u niet bekeert, zo zult gij allen desgelijks vergaan”. Herhaal deze tekst zolang totdat hij in de ziel gegrift en daarin levendig geworden is. Ik probeer een christen te zijn Onder hen die een valse hoop koesteren is nog een derde soort, nl. degenen die zeggen: “Ik probeer een Christen te zijn”. Johannes 1:12 leert hen dat het er niet op aankomt of zij proberen een Christen te zijn, of proberen een beter leven te leiden, of proberen te doen wat God van hen eist, maar alleen daarop dat zij Christus, als hun Heere en Zaligmaker aannemen. U kunt dan 25
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
vragen: “Wilt u nu ophouden met dat worstelen in eigen kracht en in eenvoudig geloof Jezus als uw Heiland aannemen?” Uit Handelingen 16:31 leren wij dat God niet van ons verlangt dat wij zullen proberen wat wij doen kunnen, maar dat wij in Jezus geloven en Hem met alles wat Hij gedaan heeft en nog doen wil, zullen vertrouwen. Ook zegt ons Romeinen 3:23-25 dat wij niet gerechtvaardigd worden doordat wij proberen iets te doen, maar om niet, uit Zijn genade, door de verlossing die in Christus Jezus is, onder geen andere voorwaarde dan die van geloof. Ik heb het gevoel dat het wel goed komt Dan vinden we onder hen ook nog die zeggen: “Ik heb het gevoel dat ik in de hemel zal komen”, of “Ik heb het gevoel dat ik gered zal worden”. U kunt hen uit Johannes 3:36 bewijzen dat het niet aankomt op wat wij voelen, maar op datgene wat God zegt. En God zegt in Zijn woord uitdrukkelijk: “Wie in den Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem”. Op een zekere dag sprak ik met een dame die enkele weken tevoren haar enig kind verloren had. In de tijd toen het kind stierf was zij met diepere godsdienstige gevoelens vervuld geweest, maar de ernstige indrukken waren spoedig weer verdwenen. Ik legde haar de vraag voor: “Zou u niet graag daarheen gaan, waar uw kindje nu is?” “Ik verwacht daarheen te gaan”, antwoordde zij direct. echt dat te verwachten?” vroeg ik. “Wat geeft u het rrecht Zij antwoordde: “Ik heb het gevoel dat ik in de hemel zal komen als ik sterf ”. Toen keerde zij de zaak om en vroeg mij: “Verwacht u dan dat u in de hemel zal komen als u sterft?” “Ja”, antwoordde ik, “ik weet dat ik in de hemel kom”. “Hoe weet u dat dan? Heeft u een woord van God waarop uw zekerheid steunt?” “Ja”, zei ik en wees haar op Johannes 3:36. Zo leerde zij het onderscheid kennen tussen een geloof dat alleen op gevoel, en een geloof dat op het Woord van God gegrond is.
26
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
In de zonde blijven leven Ook is er nog de groep van hen die zeggen dat zij gered zijn, hoewel zij een zondig leven leiden. Bij vele vormen van zonde kan men 1 Korinthe 6:9 en 10 uitstekend gebruiken; ook 1 Johannes 4:5 kan tot bewijs dienen dat hij die waarachtig uit God geboren is de wereld overwint; en een leven in de zonde en een niet-overwinnen van de wereld is het bewijs dat iemand niet uit God geboren is. 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 HOOFDSTUK 8 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 HOE MOET IK HANDELEN MET HEN, DIE DE ZEKERHEID 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 MISSEN EN HOE MET AFVALLIGEN? 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212 123456789012345678901234567890121234567890123456789012345678901212
Onzekerheid door onkunde Degenen die zekerheid missen kunnen in twee groepen worden ingedeeld. Er zijn in de eerste plaats zij die geen zekerheid hebben uit onwetendheid. 1 Johannes 5:13 zegt dat wij weten kunnen dat wij het eeuwige leven hebben. Als men zulke mensen vraagt of zij weten dat ze gered zijn, of zij weten dat hun zonden hen vergeven zijn, of zij weten dat zij het eeuwige leven hebben, dan zullen zij vaak antwoorden: “Dat weet niemand!” Men kan deze mensen er dan op wijzen dat de Bijbel zegt dat zij die geloven een volkomen zekerheid bezitten; zie bijvoorbeeld 1 Johannes 5:13 5:13: “Dit heb ik u geschreven, die gelooft in den naam van den Zoon van God, opdat gij weet dat gij eeuwig leven hebt”. Het is daarom altijd goed dergelijke twijfelaars uit te nodigen om neer te knielen en God te danken voor zijn verzekering. Ook Handelingen 13:39 kan uitstekend gebruikt worden om degenen die geen zekerheid hebben te helpen. Stel de vraag: “Wat zijn volgens dit vers allen die geloven?” “Zij zijn gerechtvaardigd”. “U bent een gelovige, wat bent u dan?” 27
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
Komt zo iemand dan tot het antwoord: “Ik ben gerechtvaardigd”, dan moet u hem God daarvoor laten danken en in de gelegenheid stellen Christus te belijden. Het is van het grootste belang de zielen duidelijk te maken wat eigenlijk zaligmakend geloof is. Want velen zeggen dat zij geloven, hoewel zij het in werkelijkheid niet doen. Zo leven zij in een valse zekerheid en komen nooit tot een leven door de Heilige Geest. Arbeiders in Gods Koninkrijk zijn op dit punt wel eens zorgeloos en laten de zielen insluimeren in de waan dat zij volkomen zekerheid hebben, terwijl zij toch de ware grond onder hun voeten missen, d.w.z. niet leven uit het geloof in Jezus Christus. Er staat een zonde tussen Er zijn ook mensen die geen zekerheid hebben vanwege een of andere zonde. De moeilijkheid die bij hen welke de zekerheid missen, overwonnen moet worden is dikwijls gelegen in een zonde of tenminste in een twijfelachtige daad, welke zij moeten belijden en opgeven. Teksten die goed dienst kunnen doen in deze gevallen zijn: Johannes 8 : 12, Jesaja 55 : 7, Spreuken 28 : 13, P salm 32 : 1 - 5, want zij tonen aan dat wij alleen dan vergeving, licht en Psalm zekerheid verkrijgen, als wij de zonden belijden en laten en Christus volgen. Het is heel goed zulke mensen op de man af te vragen: “Is er niet de een of andere zonde waaraan u vasthoudt, of is er misschien iets in uw leven, waarover uw geweten u verontrust?” Afvallige mensen Verder zijn er twee soorten afvalligen die op verschillende manier behandeld moeten worden. 1. Zorgeloze afvalligen; dat zijn zij die geen verlangen hebben om tot de Heere terug te keren. Bij zulke personen gebruikt u Jeremia 2:5 en vraagt hen dan: “Welk onrecht heeft u bij de Heere gevonden?” Wijs op de lage ondankbaarheid en de onbegrijpelijke dwaasheid om zulk een Heiland en Vriend te verlaten. In vele gevallen zult u bemerken dat zij de Heiland verlaten hebben, omdat zij van Christenen een onvriendelijke behandeling ondervonden. Maar wijs er hen dan nadrukkelijk op hoe de Heere 28
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
hen behandeld heeft, nl. vol liefde en geduld. Gebruik ook Jeremia 2:13 en laat hen zien wat zij verlaten hebben. Vraag hen of het niet enkel verdriet en smart is, om God de rug toe te keren, om een Bron vol levend water te verlaten en zich te keren tot gebroken bakken of vuile putten. 2. Afvalligen die tengevolge van hun trouweloosheid ziek zijn en tot de Heere willen wederkeren. Hun behandeling is in de grond der zaak gemakkelijk. Jeremia 3:12,13 en 22 tonen aan hoe gewillig en bereid de Heere is om zulke zielen weer aan te nemen en dat Hij niets anders van hen verlangt dan dat zij hun zonden belijden en tot Hem terugkeren. Hoe vriendelijk worden in Hosea 14:1-4 berouwhebbende afvalligen uitgenodigd. Jesaja 43:22-25, 40:2 en 11, Jeremia 29:11-13 , Deuteronium 4:28-31, 2 Kronieken 7:14, 1 Johannes 1:9, 2:1 doen ons Gods onwankelbare liefde voor afvalligen en zijn bereidwilligheid om hen weer aan te nemen in een helder licht zien. In Markus 16:7, 2 Kronieken 15:4, 2 Kronieken 33:1-9,12 en 13 vinden wij voorbeelden van afvalligen die tot de Heere wederkeerden en liefdevol door Hem aangenomen werden. 1 Johannes 1:9, Jeremia 3:12 en 13, 2 Kronieken 15:12 en 15, 2 Kronieken 7:15 tonen welke stappen de afvallige doen moet om terug te keren tot de Heere en weer in Zijn genade te worden bevestigd: ootmoedig zijn, zijn zonden belijden en ze laten. Lukas 15:11-24 (de gelijkenis van de verloren zoon) is wellicht de meest geschikte plaats om afvalligen die terug willen keren te helpen. Is een afvallige teruggekeerd, dan moet hij trouw met raad en daad worden bijgestaan. Hem moet gezegd worden hoe hij zijn leven inrichten moet, om niet weer afvallig te worden.
29
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 HOOFDSTUK 9 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 HOE MOET IK HANDELEN MET OPENLIJKE TWIJFELAARS EN ONGELOVIGEN? 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121
Er zijn verschillende soorten van twijfelaars en men kan ze niet allen op dezelfde wijze behandelen. 1. Er zijn twijfelaars die slechts grappenmakers en spotters zijn. Bij hen moet u 1 Korinthe 1:18 gebruiken. Als iemand zegt dat de Bijbel voor hem enkel dwaasheid is, dan kunt u zeggen: “Ja, dat zegt de Bijbel ook van zichzelf ”. Waarschijnlijk zal dit antwoord hem verrassen. U kunt hem dan uit de genoemde tekst laten lezen: “Want het woord des kruises is wel voor hen, die verloren gaan, een dwaasheid”. U kunt er dan op wijzen dat de Bijbel dwaasheid is voor degenen die verloren gaan. Op dezelfde manier kan 1 Korinthe 2:14 gebruikt worden, waar staat: “Doch een natuurlijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is”. En 2 Korinthe 4:3 en 4 toont de twijfelaar duidelijk aan dat hij verloren is en dat de god dezer wereld zijn gedachten verblind heeft. In 2 Thessalonicenzen 2:10-12 wordt duidelijk de oorsprong van de twijfel genoemd: “Omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben”. En als gevolg van de twijfel wordt genoemd: “een kracht der dwaling dat zij de leugen geloven, opdat allen worden geoordeeld”. Ook Johannes 8:21 en 24 is zeer bruikbaar bij deze soort van twijfelaars, omdat het wijst op de vreselijke gevolgen van het ongeloof. Johannes 5:44 en Johannes 3:18-20 verklaren de oorsprong van de twijfel. Psalm 14:1 is in vele gevallen zeer nuttig, hoewel men met het gebruik van deze tekst voorzichtig moet zijn en hem alleen dan moet gebruiken, als men het doen kan met ernst en liefde. Verder kan 2 Thessalonicenzen 1:7 en 8 ook goed gebruikt worden.
30
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
2. Ernstige twijfelaars. Er zijn in onze dagen zeer veel mannen en vrouwen die een oprecht verlangen naar kennis der waarheid hebben, maar in een dichte nevel van twijfelingen leven. Voor hen kan Johannes 7:17 zeer dienstig zijn. Deze tekst wijst de weg aan die van de twijfel tot het geloof leidt. Leg de twijfelaar de vraag voor: “Wilt u uw wil aan God overgeven en belooft u eerlijk en ernstig er naar te streven dat u Gods wil met u leert kennen? Wilt u God bidden u te tonen of u een Heiland nodig heeft en of Jezus Christus de Zoon van God en de Zaligmaker van zondaren is? Wilt u verder beloven dat als God u daarin licht geeft, u Jezus als uw Heiland aannemen en voor de wereld belijden zal?” Laat u dit vast door hem beloven, laat hij het u desnoods zwart op wit geven. Zijn twijfelzucht zal dan spoedig vleugels krijgen en wegvliegen. U kunt ook een ernstige twijfelaar vragen om met u neer te knielen en te bidden. “O God, als U bestaat, leer mij dan Uw wil kennen opdat ik die volbrenge. Toon mij of Jezus uw Zoon is of niet. Indien U mijn gebed verhoort, dan wil ik Hem aannemen en voor de wereld belijden”. Geef deze man vervolgens de raad het evangelie van Johannes te lezen, langzaam en ernstig, telkens enige verzen tegelijk. Laat hem God steeds voor het lezen om licht vragen en Hem beloven dat hij het licht volgen zal zodra het hem is opgegaan. Als de man uw raad volgt, dan zal dat spoedig blijken en kunt u hem zeggen dat de hindernis niet ligt in zijn twijfel, maar in zijn wederspannig hart. 3. Twijfelaars aan Gods bestaan. De onder 1 en 2 aangehaalde plaatsen kunnen ook bij deze klasse van mensen gebruikt worden en wel in de eerste plaats Psalm 14:1. Vestig de aandacht op het feit dat de dwazen ‘in hun hart’ zeggen dat er geen God is. Zij geloven dat er geen God is, omdat zij dit graag zouden willen. Vraag de twijfelaar ook of hij ooit een gelukkig omeinen 1:19-22 godloochenaar gezien heeft. Psalm 19:1 en 2 en R Romeinen zijn hier zeer bruikbare teksten. 4. Twijfelaars aan het goddelijk gezag van de Bijbel. Romeinen 3:3 en 4 bewijst dat een feit nog niet weggecijferd is, als men het in twijfel trekt. 31
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
Mattheüs 24:35 is een tekst waarvan de Geest zich dikwijls bedient om een twijfelaar de zekerheid en onveranderlijkheid van Gods Woord duidelijk te maken. Markus 7 : 13, Mattheüs 5:18, Johannes 10:35 en Lukas 24 : 27 en 44 zijn zeer nuttige plaatsen, omdat zij het getuigenis van Christus bevatten dat het Oude Testament Gods Woord is. Dit kan vooral van dienst zijn voor mensen die zeggen dat zij het gezag van Christus wel aanvaarden, maar niet dat van het Oude Testament. Dezelfde waarde hebben ook Johannes 14:26 en Johannes 16:12 en 13 13, omdat en Christus daar het Nieuwe Testament legitimeert. 1 Thessalonicenz Thessalonicenzen 2:13 kan dienen tot wederlegging van de dikwijls gehoorde bewering etr us dat Paulus nergens verklaart dat zijn leer het Woord van God is. 2 P Petr etrus 1:21, Lukas 16:30 en 31 en Johannes 8:47 kunnen in dezelfde zin gebruikt worden. 1 Johannes 5:10 toont heel duidelijk de schuld van hen die het getuigenis dat God Zelf gegeven heeft, niet geloven. orinthe 15:35 en 36, JJohannes ohannes 5. Twijfelaars aan het toekomend leven. 1 K Korinthe 5:28 en 29, Daniël 12 : 2. 6. Twijfelaars aan de leer der toekomstige straffen of van de bewuste eindeloze pijnen der verlorenen. Openbaring 21:8 maakt de betekenis van het woord ‘dood’ in de Schrift duidelijk. Openbaring 17:8 vergeleken met Openbaring 19:20 toont wat verderving of vernietiging in de Bijbel betekent. Openbaring 19:20 vergeleken met Openbaring 20:10 bewijst dat de poel des vuurs geen plaats is waar de daarin geworpenen ophouden te bestaan, want wij zien in de tweede tekst dat het beest en de valse profeet aan het einde der duizend jaren nog bestaan. Zij zijn in geen enkel opzicht vernietigd en hebben ook hun bewustzijn niet verloren, maar worden dag en nacht van eeuwigheid tot eeuwigheid gepijnigd. Openbaring 13:7 en 8 laat zien dat zij, die aan de hier beschreven verschrikkelijke vergelding onderworpen zijn, diegenen zijn wier namen niet staan opgetekend in het boek des levens. Mattheüs 10:28 toont dat er een verderving der ziel is, afgescheiden van de verderving van het lichaam. Lukas 12:5 laat zien dat er nadat iemand de natuurlijke 32
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
dood gestorven is, nog een bestraffing in de hel kan volgen. Uit Markus 3:28 en 29 blijkt dat er een zonde is die eeuwig blijft. Lukas 16:23-26 toont dat het bestaan van diegenen die in ongeloof stierven een eeuwige kwelling is. En uit Markus 14:21 blijkt dat de vergelding welke de goddelozen zullen ontvangen zo vreselijk is, dat het beter zou zijn geweest us 2:4 en Judas vvers ers 6 tonen dat de etr als zij nooit geboren waren. 2 P Petr etrus hel geen plaats is waar de bewoners ophouden te bestaan, maar waar zij blijven leven naar Gods wil. Hebreeën 10:28 en 29 toont aan dat de straf op de overtreding van bepaalde wetten van Mozes de dood was, maar dat de mens die de Zoon van God met voeten treedt veel ergere straffen heeft te wachten. Mattheüs 25 : 41 laat nog meer licht op de zaak vallen. De goddelozen gaan naar dezelfde plaats die ook voor het Openbaringen 19 : 20 beest, de valse profeet en de satan bestemd is (Openbaringen en Openbaringen 20 : 10 10), waar zij aan dezelfde eeuwige pijnen onderworpen worden. 7. Twijfelaars aan de Godheid van Christus. Goddelijke namen die aan Christus gegeven kunnen worden vinden wij in Handelingen 10:36; 1 Korinthe 2:8 vgl. met P salm 22:8-10; H ebr eeën 1:8; JJohannes ohannes 20:28; Psalm Hebr ebreeën Romeinen 9:5; Openbaringen 1 : 17 vgl. met Jesaja 44:6. In Johannes 5:22 en 23 vgl. met Openbaringen 5:12; H ebr eeën 1:6 ; F ilippenz en Hebr ebreeën Filippenz ilippenzen 2:10 wordt ons gezegd dat wij Christus als God moeten aanbidden. In Johannes 5:22 en 23 maakt Christus aanspraak op dezelfde eer als Zijn Vader. Derhalve was Hij óf een goddelijk wezen, óf Hij was de grootste lasteraar en bedrieger die ooit geleefd heeft. Leg er de nadruk op dat Hij die de Godheid van Christus loochent, zich in de rij der lasteraars en bedriegers plaatst. Ook Markus 14:61 en 62 kan hier gebruikt worden. Uit 1 Johannes 2:22 en 23 vgl. met 1 Johannes 5:1 en 5 blijkt dat hij die de Godheid van Christus loochent een leugenaar en een antichrist is. In 1 Johannes 5:10-12 lezen we dat iemand die niet gelooft dat Jezus de Zoon van God is, God tot een leugenaar maakt. Hebreeën 10:28 en 29 wijst op de dwaasheid, de schuld en de straf der verwerping van Christus als Zoon 33
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
van God. Johannes 8:24 verklaart dat iemand die niet in de Godheid van Christus gelooft, niet zalig worden kan. Johannes 20:31 toont dat wij het eeuwige leven hebben door het geloof dat Jezus de Christus is, de Zoon van God. 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 HOOFDSTUK 10 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 HOE MOET IK HANDELEN MET ONTEVREDEN MENSEN? 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121
1. Met hen die ontevreden zijn over God. Dikwijls wordt aan God onrechtvaardigheid en wreedheid toegeschreven. Dan zijn Job 40:2 en Romeinen 9:20 goed te gebruiken. Romeinen 9 : 33 kan de ontevredenen bewijzen dat de oorzaak waarom Gods wegen onrechtvaardig en wreed schijnen, in hun diepte en onnaspeurlijkheid ligt en dat de moeilijkheid niet gezocht moet worden in de wegen Gods, maar in de beperktheid van het menselijk verstand. Hebreeën 12 : 5, 7, 10 en 11 is uitstekend te gebruiken in gevallen waarin een ziel zich beklaagt over haar eigen ongeluk of zorgen. Ook Jesaja 55:8 en 9 kan dikwijls van dienst zijn. Niet zelden kunt u te horen krijgen dat God onrechtvaardig is omdat Hij eerst mensen schept en ze daarna verdoemt. Die dat zeggen moeten Ezechiël 33:11 lezen. Deze tekst weerspreekt hen, omdat hij toont dat God geen lust heeft in de dood van de goddeloze, maar wil dat zij leven. De goddelozen brengen de verdoemenis over zich door de halsstarrige etr us 3:9 weigering om zich te bekeren. 1 Timotheüs 2:3 en 4 en 2 P Petr etrus zeggen dat God begeert dat niemand verloren gaat en dat zij allen tot bekering komen. Johannes 5:40 en Mattheüs 23:37 tonen dat de enige oorzaak van de verdoemenis van de mensen gelegen is in zijn bewuste weigering om door Jezus Christus gered te worden; zie Johannes 3 : 16 en vers 36. 2. Met hen die ontevreden zijn over de Bijbel. Men hoort dikwijls: “de Bijbel spreekt zichzelf tegen en is vol tegenstrijdigheden”; of “de Bijbel 34
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
lijkt mij een dwaas boek”. In dat geval kan men twee soorten van Schriftplaatsen gebruiken; 1 Korinthe 1:18; 1 Korinthe 2:14; 2 Korinthe 4:3 en 4; Daniel 12:10; Romeinen 1:33 en 34; in bijzonder moeilijke en 2:10–12. JJohannes ohannes 7 : 17; P salm 25 gevallen ook 2 Thessalonicenz Thessalonicenzen Psalm : 14; Mattheüs 11:25. Soms is het goed om de persoon die beweert dat de Bijbel vol tegenstrijdigheden is, uw Bijbel in handen te geven en hem te vragen u die tegenstrijdigheden aan te wijzen. In de meeste gevallen zal men niet eens proberen dat te doen, want zij die ontevreden zijn over de Bijbel zijn meestal slecht bekend met de inhoud. 3. Met hen die ontevreden zijn over de heilsweg Gods. Heel vaak hoort men zeggen: “Ik zie niet in waarom God de mensen niet op een andere wijze zou kunnen redden dan door de dood van Jezus Christus”. Dan kunnen we ons goed bedienen van Jesaja 55:8 en 9 en Romeinen 11:33 11:33. Bij mensen van deze soort heb ik ook Romeinen 9:20 met goed gevolg gebruikt. De mensen zijn zich gewoonlijk niet bewust dat zij over God oordelen met hun redeneringen. Erkennen zij dit eenmaal als een zonde, dan zal de heilsweg van God zich als vanzelf als de rechte weg aan hen openbaren. 4. Met hen die ontevreden zijn over de christenen. Als wij trachten de mensen te overreden om in Jezus Christus te geloven, krijgen wij vaak ten antwoord: “Nee, er zijn mij teveel huichelaars in de kerk”. Tegenover deze mensen gebruikte ik met de beste uitslag Romeinen 14:4 en in het bijzonder vers 12. Romeinen 2:1 en Mattheus 7:1-5 zijn eveneens uitstekend te gebruiken. Johannes 21 : 21 en 22 kan dienen om de tegenstander te bewijzen dat hij alleen voor zijn eigen verhouding tegenover Christus verantwoordelijk is. Dikwijls beklaagt men zich over de manier waarop christenen hun medemensen behandelen. Probeer dan hun aandacht daarvan af te leiden en die te richten op de manier waarop God hen behandeld 5:6-8. heeft. Gebruik daarvoor Jeremia 2:5; Jesaja 53:5; Romeinen 5:6-8 Vraag dan of de slechte behandeling die zij van christenen ondervonden 35
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
hebben een verontschuldiging is voor hun eigen houding tegenover de Vader in de hemel, die Zich in Christus Jezus zo liefdevol en barmhartig geopenbaard heeft. Op een avond vroeg ik aan een oude man of hij een christen was. “Nee”, antwoordde hij, “ik heb met het geloof gebroken, ik ben een afvallige”. Ik vroeg hem waarom hij Christus verlaten had. Hij vertelde mij dat de mensen hem slecht behandeld hadden. Ik las emia 2:5 voor: “Zo zegt de Heere: Wat voor onrecht hebben uw hem Jer eremia vaderen in Mij gevonden, dat zij zich ver van Mij verwijderd hebben en het nietige zijn achterna gelopen, zodat zij teniet zijn geworden?” Bewogen gaf de man toe dat de Heere hem niet slecht behandeld had. Ik wist hem te bepalen bij de wijze waarop God hem behandeld had en zijn gedachten af te leiden van hetgeen mensen hem hadden aangedaan. Mattheüs 18:23 - 35; Efeze 4:30-32; Mattheüs 6:14 en 15 tonen aan dat wij onze naaste altijd vergeven moeten. 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 HOOFDSTUK 11 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 HOE MOET IK HANDELEN MET HEN, DIE DE BESLISSING TOT EEN GELEGENER 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121 TIJD WILLEN UITSTELLEN? 12345678901234567890123456789012123456789012345678901234567890121
Wij kunnen hen die de beslissing voor Christus uitstellen in verschillende groepen indelen. Ik wil nog wachten De meesten zijn degenen die zeggen: “ik wil liever nog wat wachten”, of “vandaag nog niet”, of “ik zal eens over de zaak nadenken”, of iets dergelijks. Hier moet men Jesaja 55:6 gebruiken. Kunt u de persoon met wie u spreekt ertoe te krijgen dat hij de tekst leest, vraag hem dan wanneer hij de Heere zoeken wil; en als hij antwoordt: “Zolang Hij te vinden is”, vraag hem dan hoe lang dat zijn zal en probeer hem direct voor de besliste keuze te plaatsen. 36
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
Vraag hem of hij er zeker van is de Heere morgen te kunnen vinden als hij Hem heden niet zoekt. U kunt ook Mattheüs 25:10-12 gebruiken. Vraag wie het waren die de bruiloftszaal mochten binnengaan. Leg er de nadruk op dat alleen zij die gereed waren toegelaten werden en dat de anderen buiten moesten blijven. Ook Lukas 12:19 en 20 kan dienst doen en tot de ernstige vraag leiden: ”Bent u bereid als God u deze nacht oproept?” Mattheüs 24:44 is uitstekend geschikt voor mensen die zeggen nog niet gereed te zijn. Ook 1 Koningen 18:21 kan hier goed gebruikt worden. Dit vers kan een voortreffelijke uitwerking hebben als u de persoon in kwestie vraagt of hij liever nog een jaar wachten wil, om dan tot de ontdekking te komen dat hij de geschikte tijd verzuimd heeft en nu onder geen omstandigheden in staat is Christus aan te nemen. Als hij antwoord: “Nee, want ik kan binnen een jaar sterven”, vraag hem dan of hij nog een maand wachten wil. Sla dan af tot een week, eindelijk tot een dag en vraag hem of hij het goed vinden zou als God en de Heilige Geest en alle Christenen hem een dag alleen lieten, zodat hij geheel aan zichzelf zou zijn overgelaten, zonder enige hulp en gelegenheid om Christus aan te nemen. Ieder die enigszins nadenkt zal dan antwoorden: ,,Nee”. Zeg hem dan dat het in dit geval beter is als hij Christus terstond door het geloof aanneemt. Spreuken 27:1; Jakobus 4:13 en 14; Job 36:18; Lukas 13:24-28; Lukas 12:19 en 20; Johannes 8:21; Johannes 12:35; Johannes 7:33 en 34 kunnen ook bij deze soort van mensen gebruikt worden. Ik moet eerst Zij die zeggen: “Ik moet eerst een vaste positie in de maatschappij hebben, dan wil ik ook een Christen worden”, of: “Ik heb nog iets anders te doen”. In dit geval moet u Mattheüs 6:33 lezen, waarmede u bewijzen kunt dat het zaak is eerst naar het Koninkrijk Gods en zijn gerechtigheid te zoeken. Ik wacht af Zij die zeggen: “Ik wacht tot Gods tijd gekomen is”. Als iemand zo spreekt, 37
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
vraag hem dan of hij Christus op Gods tijd aannemen wil, als u hem kunt aantonen wanneer het Gods tijd is. Sla dan 2 Korinthe 6:2 of Hebreeën 3:15 op. Ik ben te jong Zij die zeggen: ,,Ik ben te jong, ik wil wachten tot ik ouder ben”. Prediker 12:1 is voor zulke mensen een afdoend antwoord. Mattheüs 19:14 en 18:3 zijn ook goed bruikbaar, omdat zij bewijzen dat de jeugd de beste tijd is om tot Christus te komen en dat wij allen, ook als wij oud zijn, kinderen Gods moeten worden, eer wij in het Rijk Gods kunnen ingaan. Het is dikwijls verstandig om bij mensen die de beslissing willen uitstellen zodanige teksten te gebruiken die er op aandringen om alle uitstel te laten varen. Op een avond sprak ik met een man die een levende belangstelling voor het Christendom had, maar steeds weer zei: “Ik kan vanavond niet euken 29:1 voor: “Wie zijn nek verhardt ondanks beslissen”. Ik las hem Spr preuken herhaalde vermaning, wordt opeens onherstelbaar gebroken”. Na ieder antwoord dat hij gaf keerde ik tot deze tekst terug. Steeds trachtte hij van deze tekst af te komen, maar ik hield hem bij dit ene punt vast. Door Gods genade bleef de tekst hem bij, want in dezelfde nacht werd hij overvallen en ernstig gewond. De volgende avond kwam hij met een verbonden hoofd bij mij en nam Christus aan. De slag die hij van zijn aanrander had ontvangen zou hem misschien van weinig nut geweest zijn, als de Schriftplaats niet in zijn hart ingeprent was geweest.
38
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
39
Hoe brengen wij zielen tot Jezus?
40