not e! note!
06
Handleiding bij de notebook 2006
IBM (Lenovo) Thinkpad T60
0
colofon
Note!06 is bedoeld voor studenten Bouwkunde die in het studiejaar 2006-2007 een TU/e notebookcomputer krijgen uitgereikt. Uitgave Oorspronkelijke uitgave Aanpassingen t.b.v.
Note!98 Note!99
Aanpassingen t.b.v. Aanpassingen t.b.v. Aanpassingen t.b.v. Totale Herziening t.b.v. Aanpassingen t.b.v. Vormgeving inhoud
Note!00 Note!01, 02, 03 Note!04 Note!05 Note!06
not e! note!
06
Opleidingsinstituut faculteit Bouwkunde Technische Universiteit Eindhoven ir. Reinder Rutgers ir. Reinder Rutgers ir. Martijn Koch Paul Bouw Wendy van Rosmalen Marloes Verhoeven Nienke Bothoff Nienke Bothoff Nienke Bothoff
2
0
inhoud 0. Voorwoord 0. Gebruik 1. Inleiding
1.1 Geschiedenis 1.2 Functie 1.3 Gebruik
2. Onderwijs
2.1 Mogelijkheden 2.2 Informatie
3. Faciliteiten
3.1 Rechten 3.2 Service en Helpdesk 3.3 Voorzieningen
4. RSI
4.1 Definitie 4.2 Voorkomen 4.3 Meubilair
5. Windows
5.1 Windows XP Professional 5.2 Bestandsbeheer
6. Standaard Software
6.1 Geïnstalleerde Software 6.2 Internet 6.3 Internet Explorer 6.4 Outlook 6.5 Geavanceerd gebruik Outlook 6.6 Word 6.7 Excel 6.8 Tabellen en Grafieken 6.9 Afbeeldingen en Tekeningen in Office 6.10 PowerPoint 6.11 WinZip
7. Facultaire Software
7.1 Geïnstalleerde Software 7.2 Afbeeldingen 7.3 CorelDRAW 7.4 CorelTRACE 7.5 CorelPHOTO-PAINT
8. Aansluitingen
8.1 Netwerk 8.2 Aansluitmogelijkheden
9. Accessoires
9.1 Bijgeleverde Accessoires 9.2 Mogelijke Uitbreidingen
Index Bijlagen
Bijlage A: Webadressen Bijlage B: Sneltoetsen
not e! note!
06
4 5 6 6 8 9 12 14 14 16 22 23 24 30 34 36 40 41 44 48 49 52 53 54 56 57 58 59 62 64 65 67 68 70 70 72 76 80
3
0
voorwoord
Op het moment dat je deze Note! leest heb je waarschijnlijk zojuist de happening van notebookuitlevering meegemaakt. Dit festijn is sinds 1997 een jaarlijks terugkerend ritueel. Echter, gelukkig heeft hier de ervaring niet geleid tot routine maar tot een voortschrijdende “fijn-tuning” van het proces. Ieder jaar blijft het een leuk gezicht horden eerstejaars studenten te zien uitzwermen met de karakteristieke rugzakken die de gloednieuwe notebooks bevatten. Ook de jaloerse blikken van ouderejaars maken daar deel van uit; dat jouw notebook net meer mogelijkheden heeft dan de hunne.Voor jullie is het dan de start van je studie hier in Eindhoven. Voor mij persoonlijk is dit eerder een een tussentijds peilmoment. Het allerbelangrijkste is dat de komende jaren in de praktijk zal blijken dat de notebook van dit jaar voor jullie weer een goede en betrouwbare keus is geweest. Het massaal intrede doen van de notebooks in het onderwijs is door de jaren gaandeweg ook daadwerkelijk een middel geweest om inzet van ICT beter in het onderwijs in te bedden. E-Learing omgevingen als StudyWeb hebben na een voorzichtige start bij enige opleidingen nu brede ondersteuning over de volle breedte van de TU/e verworven. En inmiddels is men alweer druk doende om deze omgeving qua functionalteit te “verrijken” met Instant Messaging, Streaming Video en Sharepoint. Docenten hebben na een soms aanvankelijke reserve tegen de aanstormende mogelijkheden inmiddels de bal volledig opgepakt. Communicatie via mail met studenten is gelukkig een vanzelfsprekendheid geworden. Zelfs het plannen van een afspraak loopt via deze weg., Qua software heeft het gebruiken van aangeboden middelen ook plaatsgemaakt voor gerichte vraag ingegeven door signalen uit het veld. Een voorbeeld hiervan is het programma SketchUp dat nu voor het tweede jaar als facultaire software op jullie notebooks aanwezig is. Hier hebben de positieve signalen en tastbare werkresultaten van individuele gebruikers geleid tot de concrete vraag uit de onderwijsgroepen om dit pakket aan te bieden en faciliteren. En inmiddels kennen we de tastbare resultaten van het gebruik in het afgelopen jaar. Zo heeft elk jaar ook weer zijn uitdagingen rondom nog uitgebreidere communicatie mogelijkheden. Hadden de eerste notebooks uitsluitend bedrade netwerkconnectiviteit, kwam daar al snel Infrarood bij. Op dezelfde manier deed Wireless (“WiFi”) inmiddels drie jaar geleden zijn intrede op de campus. De afgelopen zomerperiode is benut om één van de doelen van de TU/e te realiseren, namelijk de “wireless campus” In alle gebouwen, maar ook in de openbare ruimte zal draadloze toegang nu mogelijk zijn. Voor ons als instelling is hierbij uiterst belangrijk dat dit op een voor jullie zo veilig mogelijke manier gebeurt. Immers de problemen waar het huidig computergebruik mee geconfronteerd wordt liggen allang niet meer op het vlak van ondeugdelijke hardware of instabiele programmatuur. Het zijn vooral de bedreigingen van buitenaf zoals virussen, hacks, spyware en meer van dat fraais die alertheid vereisen. In dat kader is het goed dat de afgelopen tijd op de campus ook een zgn. Securityplatform van start is gegaan. Zij zullen proberen met adviezen en aanbevelingen en het werken aan een betere awareness een bijdrage te leveren om het computergebruik ook voor jullie te houden zoals het hoort te zijn :” Leuk en probleemvrij”! Rest mij om jullie voor de komende tijd heel veel gebruiksgemak van je nieuw verworven notebook en succes met je studie toe te wensen. Erik te Nijenhuis ICT-Coordinator Faculteit Bouwkunde
not e! note!
06
4
0
gebruik
In de note!06 vind je niet alleen uitleg over welke software je op je computer hebt staan of via de TU/e kunt krijgen/kopen, over waar je onderwijsinformatie kunt vinden en waar alle voorzieningen van de faculteit kunt vinden, maar nog veel meer. In deze note! wordt de basis van de meeste programma’s die bij reguliere vakken of projecten niet aan bod komen uitgelegd. Het is de bedoeling dat je door deze note! in ieder geval in staat bent om de meeste programma’s die op je computer staan op een redelijk niveau te gebruiken. Dit zodat je op zijn minst een verslag kan schrijven, een berekening kunt uitvoeren of een afbeelding kunt bewerken etc. De note! is opgezet als naslagwerk, er zal op zo veel mogelijk plekken doorverwezen worden naar andere hoofdstukken, zodat je de note! niet van kaft tot kaft hoeft te lezen, en snel kunt vinden wat je zoekt. Tevens is er aan het eind een Index van trefwoorden opgenomen en twee bijlagen. In de eerste bijlage staat een lijst met belangrijke webadressen die betrekking hebben op de TU/e, Eindhoven, Bouwkunde en computerzaken. In de tweede bijlage vind je een lijst met toetsencombinaties die tijdbesparend kunnen zijn bij het werken met de notebook.
In deze note! zul je behalve hoofdstuk- en paragraaftitels en andere kopjes nog twee andere tekststijlen vinden. Een naam van een knop of menu is schuingedrukt, en er staat tussen verschillende commando’s vaak een >. Bijvoorbeeld File > Print betekent: ga naar het menu “File”, klik hierop en zoek dan het commando “Print” en klik hierop. Verder zijn er nog stukken in een kleiner letterformaat afgedrukt. Dit wordt gebruikt voor doorverwijzingen, handige tips en ook voor dingen waar je bij uit moet kijken. Hoewel dit kleingedrukt is, betekent dit niet dat dit onbelangrijk is, deze tips kunnen flinke valkuilen voorkomen. Ga hier dus niet zomaar aan voorbij!
not e! note!
06
5
1
inleiding 1.1 Geschiedenis
De introductie van een persoonlijke draagbare computer is een logische stap in de evolutie van bouwkundige communicatie. Onze verre voorouders schreven met houtskool op rotswanden of krasten in stenen. Egyptenaren schreven met inkt op papyrus en misschien zijn zo ook tekeningen voor de piramides gemaakt. Romeinse architecten gebruikten perkament evenals hun middeleeuwse collega’s, waarvan overigens enkele prachtige ontwerptekeningen bewaard zijn gebleven.
Later werden achtereenvolgens het moderne papier uitgevonden, het grafietpotlood, het transparante papier en de trekpen. Dit had grote invloed op de mogelijkheden om ontwerpen te maken die ingewikkeld zijn en nauwkeurigheid vereisen. De introductie van de moderne tekentafel met tekenmachine verhoogde de productiviteit in het ontwerpwerk en spaarde bovendien de ruggen van architecten, die tot dan toe met tekenhaak en driehoek aan vlakke tafels hadden moeten werken. Door de uitvinding van het lichtdrukken en later het kopiëren, kon de communicatie tussen partijen in het bouwproces aanzienlijk vereenvoudigd worden. Sinds een jaar of tien is de computer een niet weg te denken hulpmiddel op architectenbureau’s. Niet alleen om tekeningen te vervaardigen, maar ook om bestekken te schrijven en project- en bedrijfsadministratie te voeren. Momenteel ontwikkelt de computer zich tot universeel communicatiemiddel: emailen, faxen, tekeningen verzenden, maar ook productgegevens raadplegen, bibliotheken en tijdschriften inzien, binnenkort wellicht ook telefoneren of gezamenlijk op afstand aan ontwerpen werken, allemaal functies die een computer (of wellicht beter gezegd: een systeem van hardware en software) in zich kan verenigen. Een handzame draagbare computer maakt het mogelijk op elk moment over deze faciliteiten te kunnen beschikken. Het wordt daarmee de opvolger van het schrijf- en schetsblok (zolang de accu het doet).
1.2 Functie De draagbare computer (‘notebook’ genoemd) kan gezien worden als het nieuwe communicatiemiddel van de bouwkundige: de equivalent van tekenblok, schetsrol, notitieblok, bibliotheek catalogus, rekenmachine, schrijfmachine, millimeterpapier, fotoalbum, lijm, schaar, telefax, vakblad. Soms als aanvulling, soms als vervanging van oude middelen, soms geheel nieuwe mogelijkheden biedend. Gezien deze veelzijdigheid, ligt het accent wat de faculteit Bouwkunde betreft niet op losse toepassingen maar op gebruik van de notebook in de breedte van het onderwijs, vooral ook in het projectwerk. Het vervult een rol in de communicatie van studenten met zichzelf (zelfstudie, reflectie), van studenten onderling (projectwerk, uitwisseling van ervaringen en kennis), van studenten met docenten (projectwerk, presentaties, colleges, instructies) van studenten met de faculteit (informatie over bijvoorbeeld roosters en tentamens, opgeven voor tentamens, tentamens maken) en van studenten met de buitenwereld (internet, e-mail).
note!
06
6
1
inleiding
schema 1
De faculteit draagt zorg voor ondersteunende faciliteiten, zoals aansluitingen op het netwerk, grote beeldschermen om aan te werken, data-projectoren, printfaciliteiten, een helpdesk en computersystemen waarop kan worden geëxperimenteerd met specialistische software die te duur of te zwaar is om op de notebook te worden geplaatst. Daarnaast bieden de diverse capaciteitsgroepen in de latere fase van de studie specialistische computerfaciliteiten voor studenten van hun eigen richting. Ook al gebruik je later wellicht speciale systemen, de notebook blijft toch een belangrijke functie vervullen, bijvoorbeeld om het werk voor te bereiden en na te bewerken of om je werkstukken mee te transporteren (grafische bestanden passen meestal niet op een diskette) en te verzenden. Bovendien kan je op elk gewenst moment met anderen communiceren en informatie raadplegen via het netwerk. Die onafhankelijkheid van tijd en plaats is een van de belangrijke voordelen die de draagbare computer in het onderwijs biedt. Dat geldt vooral voor zakelijke communicatie, zoals het raadplegen van studiegegevens, het overdragen van leerstof, enzovoorts. Als het gaat om bijvoorbeeld het leren ontwerpen, onderzoeken of samenwerken, blijft persoonlijk contact onontbeerlijk. Daarom hecht de faculteit veel waarde aan het werken in atelier- en groepsverband en aan persoonlijke begeleiding.
note!
06
7
1
inleiding 1.3 Gebruik
Het gebruik van de notebook in het onderwijs kan uiteengezet worden in een schema. Dit gaat uit van de vier aspecten van communicatie die in de studie aan de orde komen. De traditionele manier van werken is weergegeven in de eerste kolom. Die aspecten die deels of grotendeels worden overgenomen door de notebook zijn omlijnd. In de kolom ‘notebook’ staat omschreven welke rol de notebook nu of in de zeer nabije toekomst (gestippelde pijlen) zal spelen. In de derde kolom vind je zaken die nu tot de gespecialiseerde toepassingen behoren. Een aantal daarvan zijn beschikbaar, andere toepassingen zullen naar verwachting geleidelijk ook op de notebook ter beschikking komen. schema 2
note!
06
8
2
onderwijs 2.1 Mogelijkheden
Je computer zal in je studie een belangrijk hulpmiddel blijken te zijn. Hieronder wordt een kort overzicht gegeven van wat je met je computer kan doen. Achter elke mogelijkheid staat een verwijzing naar een paragraaf in deze note! waar je meer informatie over dit onderwerp kunt vinden.
Informatie zoeken: • in de faculteitsbibliotheek (zie § 2.2, blz 13) • in de universiteitsbibliotheek, inclusief al haar databestanden (zie § 2.2, blz 12) • in alle bibliotheken en databestanden ter wereld die via internet ontsloten zijn (zie § 2.2, blz 12)
•
op internetsites van vakorganisaties, bedrijven, overheidsinstellingen, etc. §6.2 en 6.3, blz 40)
(Internet, zie
Onderwijsinformatie zoeken: • Roosters bekijken. (OWinfo, zie §2.2, blz 12) • De inhoud van vakken opzoeken. (OWinfo, zie §2.2) • Beoordelingen en studievoortgang opvragen. (OWinfo, zie §2.2) Informatie over activiteiten naast je studie zoeken: • Sites van studie-, studenten- en sportverenigingen bezoeken. (Internet, zie §6.2 en 6.3, blz 40) • Contact maken met andere universiteiten. (Internet zie §6.2 en 6.3, Outlook zie §6.4 en 6.5, blz 44) Communiceren op afstand: • Met je medestudenten mailen. (Outlook, zie §6.4, blz 44) • Met docenten elektronische besprekingen houden. • Met studenten elders in de wereld communiceren. • Je opgeven voor tentamens, projecten of andere activiteiten. (Studyweb/OWinfo, zie § 2.2, blz 12)
Werken aan projecten: • Tekenen. (diversen, zie §6.9, 7.3 en 7.4) • 3D modellen maken. (Autodesk producten, zie §7.1, blz 58) • Grafieken en tabellen genereren. (Word/Excel, zie §6.8, blz 53) • Foto’s bewerken (diversen, zie §6.9, 7.2 en 7.5) • Verslagen maken (o.a. Word, zie §6.6, blz 49) • Presentaties verzorgen. (PowerPoint, zie §6.10, blz 56) Werken aan vakken: • Leren met Informatie en Communicatie Technologie (ICT) om te gaan. • Leren tekenen, berekenen, etc. Eisen Dankzij de notebooks en de aanvullende voorzieningen kan iedere student over een computer beschikken. In het onderwijs wordt hier van uitgegaan. Dit betekent dat er bepaalde dingen van je verwacht zullen worden, deze staan uitgelegd op de volgende pagina.
not e! note!
06
9
2
onderwijs
In ieder geval: • Voor informatie over roosters, tentamens en allerlei andere zaken die met de organisatie van de studie te maken hebben, kijk je regelmatig op het net (OWinfo, zie §2.2, blz 12). • Je kunt te allen tijde e-mailen en e-mail ontvangen. Je wordt geacht e-mails van bijvoorbeeld docenten of vanuit het faculteitsbureau te lezen (Outlook, zie §6.4 en 6.5, blz 44). • In sommige instructies en colleges is computergebruik noodzakelijk. • Verslagen dienen met een tekstverwerker te zijn vervaardigd en zijn voorzien van een adequate lay-out en waar noodzakelijk van illustraties. (o.a. Word, zie §6.6, blz 49). • Je bekwaamt je tijdens je studie in het computergebruik. Niet alleen via het cursorisch onderwijs, zoals het vak ‘Ontwerpen met CAD’, maar ook door zelfstudie en door veel te doen: bijvoorbeeld door de computer te gebruiken voor projectwerk te gebruiken van programma’s (niet te gauw tevreden zijn met wat je al weet en kan).
Daarnaast: • De computer wordt gebruikt voor groepscommunicatie (Outlook, zie §6.4 en 6.5, blz 44) • Voor de planning van projecten maak je gebruik van de computer (Outlook, zie §6.4 en 6.5) • Gegevens voor bijvoorbeeld de analyse-fase van een project, worden zoveel mogelijk verzameld, bewerkt en gepresenteerd per computer (diversen, zie hoofdstuk 6 en 7) • Waar toepasselijk, maak je gebruik van tekensoftware (diversen, zie hoofdstuk 7, blz 58) • De computer wordt gebruikt voor presentaties . (PowerPoint, zie §6.10, blz 56) Deze laatste zaken zijn uiteraard wat minder dwingend en afhankelijk van het soort project. Verwacht echter dat op den duur de eisen hoger zullen worden. Hoe belangrijk computervaardigheden ook zijn, deze blijven een hulpmiddel binnen je studie. Om ontwerpvaardigheden te ontwikkelen is direct contact met docenten en medestudenten in je atelier, bij projecten, workshops, excursies, enzovoorts de aangewezen weg. Verlies dat niet uit het oog. Kennis verkrijgen Wat betreft het leren van computervaardigheden, is het goed om uit te gaan van de aard van het medium. Dit is in aanleg individueel en interactief van aard, verandert in sommige opzichten razend snel en heeft zeer uitgebreide mogelijkheden. Het accent moet daarom liggen op zelfstudie, interactief leren (leren door doen), niet minder maar ook niet meer leren dan nodig en indien mogelijk al doende leren op het moment dat het van pas komt. Stel eerst de doelen vast die je vakinhoudelijk wil bereiken en leidt daaruit af welke software je zou moeten beheersen. Bedenk dat plezier in de studie ook belangrijk is en dat specifieke kennis snel kan verouderen. Concrete mogelijkheden om je de benodigde kennis eigen te maken: • De basisbeginselen van XP en een gedeelte van de standaard en facultaire software wordt in deze note!06 uitgelegd.
not e! note!
06
10
2
onderwijs
• In het eerste jaar is er het vak ‘Computer Aided Design’, waarin de basisvaardigheden van het technisch computertekenen aan bod komen en getoetst worden in de vorm van een werkstuk. • Het vak ‘Beeld’ behandelt het vergaren van informatie, verwerken, citeren en presenteren in Worddocument en als internetpagina. • In het atelierwerk moet je presentaties, tekeningen en verslagen maken, en deze voorzien van een adequate lay-out. Gebruik de computer bij je werk. Dit kan in het begin iets meer inspanning kosten, maar levert op de lange termijn voordeel op. • Gebruik de helpfuncties van de programma’s, deze zijn bij veel programma’s uitstekend. • Spreek eventueel af met begeleiders dat in het projectwerk wat tijd zal worden besteed aan computergebruik. • Ook op internet zijn veel forums te vinden waar op je je vraag kan stellen, of eventueel kijken of iemand ander dezelfde vraag al heeft gesteld. Deze forums zijn te vinden via zoekmachines. Toetsing Door opdrachten in het kader van vakken en atelierwerk in het eerste jaar wordt getoetst of je voldoende computervaardigheden hebt. Hoe verder je komt in je studie, hoe meer er echter van je verwacht wordt.
In het eerste jaar van je studie wordt het volgende van je verwacht: • Basiskennis van begrippen en bestandsformaten. • Alle basiskennis en basishandelingen noodzakelijk voor bestandsbeheer en het beheer van de computer. Op basisniveau weten hoe je Windows kan aanpassen en hoe programma’s kunnen worden geïnstalleerd en gedeïnstalleerd en hoe de helpfunctie werkt. • Mail kunnen verzenden en ontvangen, attachments kunnen openen en verzenden, een adreslijst kunnen bijhouden, kunnen omgaan met public folders. • Basis tekstverwerking, zoals tekst invoeren, wijzigen en formatteren, bestand openen en opslaan, etc. Basis lay-out: stijlen, kolommen, tabellen, een afbeelding plaatsen. Een grafiek uit een andere toepassing plaatsen. • Op basis van een ‘Wizard’ een presentatie kunnen maken. Tekst en afbeeldingen in een presentatie kunnen plaatsen en de presentatie kunnen houden met behulp van een data-projector. • Kunnen rondkijken op internet en bookmarks kunnen beheren. Zoekmachines kunnen gebruiken en bestanden kunnen downloaden. • Weten hoe je bestanden kan comprimeren en decomprimeren. • Op een redelijk niveau met tekenprogramma’s, fotobewerkingsprogramma’s en publicatieprogramma’s kunnen omgaan.
not e! note!
06
11
2
onderwijs 2.2 Informatie
Onderwijsinformatie www.tue.nl Op de site van de TU/e vind je (links naar) nieuws en TU/e informatie over de meest uiteenlopende onderwerpen gerelateerd aan het onderwijs, de universiteit en het studentenleven. owinfo.tue.nl (of de link OWinfo op de TU/e-site onder het kopje OWinfo “Onderwijs”). Bij OWinfo kun je kalenders, roosters, vakinformatie, persoonlijke informatie en beoordelingen vinden. Bovendien kun je hier je adresgegevens wijzigen en je opgeven voor tentamens en examens. studyweb.tue.nl (of op de TU/e-site de link onder OWinfo). Bij studyweb Studyweb kan je niet alleen nieuws en informatie vinden over vakken, maar je moet je via studyweb opgeven voor vakken. NB: je moet je voor vakken en tentamens apart opgeven!
Studiegids
Sites van docenten
Site bouwkunde > onderwijs > opleidingsgids. In de opleidingsgids staat allerhande informatie met betrekking tot o.a. de organisatie van de faculteit en opleiding, rechtsbescherming, vakaanbod, onderwijsprogramma en examinering. Elk jaar wordt er een nieuwe opleidingsgids gemaakt die op deze pagina te vinden is. Sommige docenten geven er de voorkeur aan roosters of andere voor het vak belangrijke informatie niet in de mappen van studyweb te publiceren, maar op hun eigen site. Adressen van deze sites worden vaak tijdens het college gegeven, en zijn vaak ook te vinden via “vakinformatie” op OWinfo
Bibliotheek De centrale bibliotheek op internet vind je onder www.tue.nl/bib. Deze site is erg uitgebreid, dus er wordt in deze publicatie niet op alle mogelijkheden gewezen. Reden genoeg om ook eens zelf op zoek te gaan! Informatie over het assortiment van de TU/ebibliotheken (centrale bibliotheek in De Hal en faculteitsbibliotheken) kan gevonden worden via de VUBIS-catalogus. Deze catalogus is te vinden onder het kopje Vinden van Informatie > Catalogus TU/e. Via de VUBIS-catalogus kunnen tevens boeken online gereserveerd worden (boek zoeken > knop Reserveren in menu links> evt pincode aanvragen > Inloggen > reserveren). Uitleg over de VUBIS-catalogus is te vinden via Helpdesk/Vragen/FAQ > Veelgestelde vragen > Vragen over de Catalogus TU/e. Zoek je een boek in een bibliotheek buiten de TU/e, dan vind je andere bibliotheekcatalogi onder de het kopje Vinden van Informatie >Zoeksystemen > Catalogi en Bibliotheken. Onder de link Zoeksystemen > Naslagwerken bevinden zich allerlei links naar bijvoorbeeld adres en telefoonboeken, reisplanners, biografieën, encyclopedieën, kranten en andere nieuwsbronnen, en andere handige informatie.
not e! note!
06
12
2
onderwijs
Ook de faculteitsbibliotheek Bouwkunde heeft een eigen site, te vinden via de site van de Centrale Bibliotheek www.tue.nl/bib > Naar vakgebieden TU/e > Bouwkunde. Op deze site kan je onder andere zoeken in vakgerichte artikelen en naslagwerken, digitale basiskaarten van Eindhoven vinden, en algemene informatie (bijvoorbeeld nieuwe aanwinsten) over de Bouwkunde Bibliotheek vinden. Artikelen uit bouwkundige tijdschriften zijn te vinden in catalogi als ‘Avery index to Architectural Periodical’ en ‘Iconda’. Deze zijn te vinden onder het kopje Informatie zoeken > Zoeksystemen Bouwkunde of via Zoeksystemen in het menu aan de linkerkant. Op deze zelfde pagina staan ook nog een aantal andere informatiebestanden, zoals ‘BRIS’, een bestand waar allerlei normen te vinden zijn. De normen zijn ook te vinden onder het kopje Informatie Zoeken > Normen. Digitale (=AutoCAD) basiskaarten van Eindhoven zijn te vinden via Digitale kaarten Eindhoven in het menu aan de linkerkant of onder Informatie Zoeken > basiskaarten.
not e! note!
06
13
3
faciliteiten 3.1 Rechten
Buiten de notebook en accessoires zelf, krijg je beschikking over: • Een e-mail account (Outlook, zie paragraaf 6.4 en 6.5, blz 44): je eigen elektronische postadres (reclamevrij en betrouwbaar). • Gratis toegang tot internet. Dat betekent dat je op de TU/e Campus geheel gratis kunt internetten. Daarbuiten hoef je via een inbelverbinding slechts het lokale telefoontarief te betalen. Voor meer informatie over netwerkverbindingen zie §8.1, blz 67. • Studie-informatie via internet en de mogelijkheid om je persoonlijke gegevens te veranderen. (zie §2.2, blz 12) • Ondersteuning via het Notebook Service Centrum Bouwkunde en het Notebook Service Centrum Centraal in De Hal (voor meer informatie hierover zie §3.2, blz 14). • Voorzieningen in de vorm van werkplekken waar je het net op kan, losse monitoren waar de notebook-computer op kan worden aangesloten, de mogelijkheid om foto’s, dia’s en negatieven te scannen, mogelijkheden om projectoren te lenen, en printfaciliteiten van A4 tot A0 formaat (voor meer informatie over de voorzieningen zie §3.3, blz 16) . • Verzekering van de notebook (voor meer informatie zie de polisvoorwaarden en §3.3, blz 17).
3.2 Service en Helpdesk NSCB De ondersteuning met betrekking tot de aan studenten verstrekte notebooks wordt verzorgd door het Notebook Service Centrum Bouwkunde (NSCB). Studenten kunnen hier terecht met onder andere de volgende problemen: storingen in de standaard software die bij de uitlevering van de notebook staat geïnstalleerd (voor een lijst van standaard software zie paragraaf 6.1) en voor problemen met de hardware. Zijn er storingen in de technische werking van de notebook? Het NSCB beoordeelt dan of reparatie nodig is en verwijst desnoods door naar het Centrale Notebook Service Centrum (NSC). Je kunt het NSC op drie manieren bereiken: door er persoonlijk langs te gaan, via e-mail en telefonisch. Het NSCB is te vinden in Vertigo 02.28. De servicedesk is geopend op werkdagen van 9.00 t/m 17.30 uur, het telefoonnummer is 040-2475422. De printers/ plotters draaien ook door buiten de openingstijden van het NSCB, met uitzondering van plotjes op foto- en transparantpapier. Het NSCB is per e-mail bereikbaar op adres:
[email protected]. Vermeld in het bericht je studentennummer (s-nummer) en het identificatienummer van de notebook (pnummer). Dit nummer staat onder op de notebook vermeld. Ook op de website van het NSCB staat veel informatie, deze bereik je via de site van de bouwkunde faculteit > Student (uit het menu aan de linkerkant) > Faciliteiten > Bureau Automatisering. Op de site van het NSCB worden ook veel voorkomende vragen behandeld en staat een lijst van software die geïnstalleerd is op de computers op werkplaatsen in Vertigo.
note!
06
14
3
faciliteiten
Balie NSC / Callcenter Informatie over veel voorkomende onderwerpen staan in een A tot Z index geordend op de internet site van het centrale Notebook Service Centrum (NSC). Op deze site staat ook uitgebreide informatie over allerlei zaken die betrekking op de notebook. De site is te vinden vanaf de homepage van de TU/e via Student > Dienstverlening > Notebook Service Centrum of via Diensten > Dienst ICT > NSC. Ook bij het NSC kan je voor vragen over en problemen met de notebook en de daarop geïnstalleerde standaardsoftware terecht. Je kunt het NSC op dezelfde manieren benaderen als het NSCB. Openingstijden van de balie NSC zijn op werkdagen 8.00 18.00 uur, op de site van het NSC kan je via de twee webcams kijken of het druk is. Per e-mail is het NSC bereikbaar via
[email protected] (vermeld weer je s- en je p-nummer). Je bereikt de telefonische helpdesk (Callcenter) via het telefoonnummer 040-2478888. Dit nummer is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag 8.00 uur tot 18.00, van 18.00u tot 22.30u wordt je doorgeschakeld naar de ICTheek. Belangrijk: Autorisatie Autodesk Producten Bij aflevering van je computer heeft AutoCAD nog geen zogenaamde autorisatiecode omdat de fabrikant illegaal kopiëren wil tegengaan. Om de autorisatiecode aan te vragen ga je via de bouwkunde homepage naar Student > Faciliteiten > Bureau automatisering > Notebook Service Centrum > Autorisatiecode Autodesk. Rechtstreeks registreren via internet bij Autodesk is niet toegestaan. Je autorisatiecode kun je na enige tijd vinden op dezelfde internetpagina. Denk eraan dat de registratie binnen 29 dagen gedaan moet worden. Voor meer informatie over Autodesk Producten zie §7.1, blz 58. Belangrijk: Autorisatie Sketchup Ook Sketchup moet geautoriseerd worden, een code kan aangevraagd worden via de bouwkunde homepage naar Student > Faciliteiten > Bureau automatisering > Notebook Service Centrum > Registratie Sketchup.
note!
06
15
3
faciliteiten
Belangrijk: Inloggen Op de TU/e worden voor verschillende functies verschillende username/passwordcombinaties gebruikt. Hieronder staat aangegeven welke combinatie voor welke functies gebruikt wordt, en welke instantie verantwoordelijk is voor de combinatie. Ga bij verlies van een wachtwoord dus bij de juiste instantie langs.
Combinatie s-nummer + wachtwoord
Instantie Het S-nummer (relatienummer)en bijbehorende pincode worden je in een brief vermeld. Mocht je hier problemen mee ondervinden, kom dan langs bij het NSCB
Functie Inloggen op de notebook of computerwerkplekken, studyweb, outlook webaccess, surfspot, digitale kaarten Eindhoven, opwaarderen printtegoed Inloggen op OWinfo.
Collegekaartnr+ Het collegekaartnummer pincode (studentnummer) en de bijbehorende viercijferige pincode krijg je ook toegestuurd. Mocht je hier problemen mee ondervinden, ga dan langs bij het Studenten Service Centrum (STU), begane grond hoofdgebouw. Kopiëren Collegekaartnr+ De pincode voor kopiëren kun je pas2 pincode aanvragen via www.student.tue.nl/tools/pas2, mocht je hier problemen mee ondervinden, kom dan langs bij het NSCB
3.3 Voorzieningen Werkplekken Op de TU/e campus zijn verschillende plekken waar je als bouwkundestudent je computer kan aansluiten op het netwerk en op de stroomvoorziening: • Bouwkunde bibliotheek (Vertigo 2) NB: in de bibliotheek mag je geen jassen of tassen meenemen, sleutels van kluisjes zijn bij de balie te verkrijgen.
• PC-zaal Vertigo 03.H.07 (2x30 werkplekken) • Diverse werkplekken op Vertigo vloer 3 en 4 • ICTheek (De Hal, ruim 100 notebookwerkplekken en 40 vaste notebooks) • Het Auditorium (aan de randen zijn aansluitplekken te vinden) • Atelieromgevingen in het Matrix-gebouw. • Buiten, bijvoorbeeld op een van de grasvelden, kan je gebruikmaken van wireless internet.
note!
06
16
3
faciliteiten
Verzekering en garantie Je notebook is verzekerd met wereldwijde dekking tegen schade of diefstal. De notebookverzekering geldt als secundaire verzekering, dat wil zeggen dat er alleen gebruik van gemaakt kan worden als andere verzekeringen niet dekken. De gedetailleerde polisvoorwaarden krijg je bij je notebook en zijn ook vinden op de internetpagina van het NSC > A-Z Index > Voorwaarden Verzekering of Voorwaarden Reparatie Bij diefstal of vermissing dekt de verzekering de schade als er braaksporen zijn aan het vertrek waaruit het gestolen is, en in de gebouwen van de TU/e als er braaksporen zijn aan een kluisje of beveiligingskabel. NB: Onder het servicecontract worden alle schades afgewerkt die zijn
ontstaan door normaal gebruik. Uitgesloten zijn schades die zijn ontstaan door onzorgvuldig gebruik. Behandel je notebook dus zorgvuldig. Doe de notebook nooit onder je snelbinders op je bagagedrager. Ga er niet op zitten en mors er geen vloeistoffen op. Het beeldscherm erg kwetsbaar, een reparatie kan al gauw 500 euro kosten en niet alles is verzekerd!
Printers Hieronder staat een lijst met printers en de kosten voor een printje. Uiteraard blijft deze lijst door tussentijdse mutaties niet je hele studie geldig. Printers mogen alleen gebruikt worden voor studie-doeleinden. Als je iets print wat niet bouwkunde-gerelateerd is, wordt de print NIET meegegeven.
Naam Infotec 1032 MFC Netwerklocatie: \\Archiprint\bw-1032-03 Fysiek: Matrix
Infotec 2027 Netwerklocatie: \\archiprint\bw-in202706
Eigenschappen
Kleuren laserjet, enkel/dubbelzijdig A3/A4, 100 grs papier
zwart/wit enkel/dubbelzijdig
Papier
A3/A4
A3/A4
Prijzen A4 formaat: € 0,05 (zwartwit/enkel) € 0,09 (zwartwit/dubbel) € 0,20 (kleur/enkel) € 0,35 (kleur/dubbel)
A3 formaat € 0,09 (zwartwit/enkel) € 0,16 (zwartwit/enkel) € 0,35 (kleur/enkel) € 0,65 (kleur/dubbel)
A4 formaat: € 0,04 (enkel) € 0,05 (dubbel)
A3 formaat: € 0.05 (enkel) € 0.07 (dubbel)
Fysiek: Matrix
note!
06
17
3
faciliteiten Infotec 2027 Netwerklocatie: \\archiprint\bwin2027-06 Fysiek: computerzaal, Vertigo vloer 3 HP laserjet 5M Netwerklocatie: \\archiprint\HP5mhg273 Fysiek: computerzaal, Vertigo vloer 3 HP LaserJet 5M Netwerklocatie: \\Archiprint\HP5mhg1126 Fysiek: Vertigo vloer 4 HP LaserJet 5M Netwerklocatie: \\Archiprint\hg1078-5m Fysiek: Vertigo vloer 5 HP 5000-03 Netwerklocatie: \\Archiprint\bw-500003 Fysiek: Servicedesk, Vertigo 02H17 Infotec 1032 MFC netwerklocatie: \\Archiprint\BW-103202PS Fysiek: servicedesk, Vertigo 02H17
note!
06
A4 formaat: € 0,04 (enkel) € 0,05 (dubbel)
A3 formaat: € 0.05 (enkel) € 0.07 (dubbel)
Dubbelzijdig € 0,05
zwart/wit, enkel-/ dubbelzijdig
A3/A4
zwart/wit, enkel-/ dubbelzijdig
A4
Enkelzijdig € 0,04
zwart/wit, enkel-/ dubbelzijdig
A4
Enkelzijdig € 0,04
Dubbelzijdig € 0,05
zwart/wit, enkel-/ dubbelzijdig
A4
Enkelzijdig € 0,04
Dubbelzijdig € 0,05
zwart/wit enkelzijdig
A3
A4-formaat € 0,04
A3-formaat € 0,05
A3/A4
A4 formaat: € 0,05 (zwartwit/enkel) € 0,09 (zwartwit/dubbel) € 0,20 (kleur/enkel) € 0,35 (kleur/dubbel)
A3 formaat € 0,09 (zwartwit/enkel) € 0,16 (zwartwit/enkel) € 0,35 (kleur/enkel) € 0,65 (kleur/dubbel)
Kleuren laserjet, enkel/dubbelzijdig A3/A4, 100 grs papier
18
3
faciliteiten HP DesignJet1055CM Netwerklokatie: \\Archiprint\hp1055cm02 Fysiek: Servicedesk, Vertigo 02.H.17 HP DesignJet4000CM Netwerklocatie: \\archiprint\hpdj400001 Fysieke lokatie: Servicedesk, Vertigo 02.H.17 HP DesignJet1055 TRANS + PHOTO Netwerklokatie: \\Archiprint\bwhp1055trans \\Archiprint\bwhp1055photo Fysieke lokatie: Servicedesk, Vertigo 02.H.17
per lengtemaat € 0.16 per strekkende decimeter (A0= € 2,00)
Plot A0 en oversizes (lengte, breedte 90cm)
per lengtemaat € 0.16 per strekkende decimeter (A0= € 2,00)
Plot A0 en oversizes (lengte, breedte 90cm)
Photo-papier (Glossy) per lengtemaat:
Op verzoek en in overleg kan ook op transparanten foto-papier geprint worden.
€ 0.85 per strekkende decimeter. (A0= € 10,02 ) Transparant (Polyester/ Mat) per lengtemaat. € 1,15 per strekkende decimeter (A0= € 13,80 )
note!
06
Aangezien er speciale handelingen verricht dienen te worden alvorens er op deze papiersoorten geprint kan worden, dient hierover altijd contact te worden opgenomen met Buro Automatisering Bouwkunde. Tel: 0402475422 e-mail: notebook.supp @bwk.tue.nl
19
3
faciliteiten
Om een te printen of een printer te installeren moet je in verbinding staan met het TU/enetwerk (zie paragraaf 8.1, blz 67). Voor het installeren van een printer dubbelklik je in het scherm dat je gekregen hebt door Start > Run > intypen: \\archiprint op de printer van je keuze. Bij aanvang van het eerste college jaar krijgt iedere student een saldo op zijn account. Je saldo is te bekijken via de site: www.bwk.tue.nl/tools/pas2. Als het printtegoed op is kun je dat opwaarderen bij de balie van het NSCB. Als je printtegoed op is en je probeert toch te printen, verdwijnt je printopdracht uit de wachtrij, zonder dat je hier een melding van krijgt. Let daarom goed op of je nog genoeg tegoed hebt vóór je de printopdracht verstuurd. NB: Bij het printen moet je goed opletten of je zowel de juiste printer als het juiste
papierformaat kiest. Standaard werken de meeste printers met Letter- en Legal- of B- formaten. Dit zijn echter Amerikaanse formaten, en op de TU/e wordt gewerkt met A-formaten (ISO-A). Als je niet de juiste printer of het juiste papierformaat kiest kan dit resulteren in extra kosten of tijdverlies. Het is binnen de faculteit niet mogelijk en toegestaan om op “eigen” papier te printen (bijvoorbeeld fotopapier of sheets). In De Hal zijn hier vaak wel mogelijkheden voor, vraag hiernaar bij de balie.
In het overzicht van printers bij Start > Printers and Faxes kan je niet alleen via dubbelklikken op een printer de wachtrij openen, ook kan je standaard printinstellingen veranderen (Printing Preferences) en een printer instellen als default-printer. Dit betekent dat de computer er vanuit gaat dat alles naar de gespecificeerde printer gestuurd moet worden, tenzij je per document een andere printer instelt. Deze opties vind je door met de rechtermuisknop op een printer te klikken. Standaardinstellingen voor het papierformaat veranderen gaat via Start > Printers and Faxes > rechtermuisklik op de printer> Printing Preferences > A4. Kopieerapparaten Bij het kopieren maak je ook gebruik van je pas-account. Via de website www.student.tue.nl/tools/pas2 kun je de benodigde pincode naar je student-adres laten sturen. De username is hierbij je collegekaartnummer. Scanners Binnen de faculteit bouwkunde zijn er verschillende scanners aanwezig, deze zijn hieronder gespecificeerd.
Naam HP Photosmart S20 Agfa Snapscan Epson
Plaats Vertigo 02.H.17 Vertigo 02.H.17 Bibliotheek Vertigo
Opmerkingen Dia en negatieven A4 A3
Projectoren Een projector voor een presentatie kan je reserveren bij de balie van het NSCB of telefonisch via 0402475422. Collegezalen hebben ingebouwde projectieapparatuur. Als het nodig is kun je ook een laptop erbij lenen. Let wel op dat als onderpand je collegekaart word ingenomen gedurende de leentermijn, zorg dus dat je deze bij je hebt als je de beamer komt ophalen.
note!
06
20
3
faciliteiten
Overig Bij het NSCB staat ook een card-reader die het mogelijk maakt om bijvoorbeeld de kaart uit een digitale camera of uit een MP3-speler te lezen. Ook is er een cd-writer waarmee bij de balie data op een cd kan worden gebrand (wel zelf een lege cd-rom meenemen). Op de eerste verdieping van Vertigo vind je bureau faciliteiten. Hier kun je onder andere digitale en kleinbeeld camera’s, dia en overhead projectoren en dergelijke lenen. Ook deze moet je reserveren. Om te kijken wat bureau faciliteiten aanbiedt, ga je naar de bouwkunde website > student > faciliteiten > bureau faciliteiten. Faciliteiten buiten de faculteit In De Hal, in de zogenaamde ICTheek (eerste verdieping, ruimte 1.47) zijn ook allerlei voorzieningen. Deze zijn voor alle TU/e-studenten, niet alleen voor studenten van de faculteit bouwkunde. Meer informatie over de ICTheek is te vinden via de TU/e-site > Diensten > Dienst ICT > ICTheek.
note!
06
21
4
rsi
Over het gebruik van de personal computer kan veel positiefs worden gezegd. Het is echter ook duidelijk geworden dat een verkeerde omgang met het apparaat kan leiden tot ernstige lichamelijke klachten, variërend van chronische pijn in de gewrichten, de nek of de rug tot permanente ongeschiktheid om te typen of om de muis te gebruiken. Dergelijke klachten treden veel sneller op dan je zou denken en herstel is vaak niet mogelijk. Het gaat vooral om RSI en de directe gevolgen van een verkeerde werkhouding. Menig argeloze computergebruiker is er onverwacht door overvallen. Volgens sommige schattingen heeft maar liefst één op de vijf computergebruikers last van lichamelijke klachten. Omdat je in studie en in de latere beroepspraktijk de computer hoogstwaarschijnlijk vaak zult gebruiken, behoor je als student in principe tot de risicogroep. Gezien de mogelijke ernstige gevolgen is het zaak dit zeer serieus te nemen. Een verkeerde werkhouding kan je latere loopbaan ernstig schaden.
4.1 Definitie De venijnigste klacht die kan optreden bij computergebruik is Repetitive Strain Injury, kortweg RSI genoemd. Er wordt ook wel van de ‘muisarm’ gesproken, hoewel dit niet correct is omdat RSI kan worden veroorzaakt door elke repeterende beweging, dus ook bijvoorbeeld door gebruik van het toetsenbord. Bovendien is RSI niet één kwaal maar een verzamelnaam voor een aantal verschillende klachten met exotische namen als: rotorcufflaesie; carpaal tunnelsyndroom (CTS); thoracic outlet syndrome enzovoorts. De belangrijkste oorzaken van RSI zijn stress en een veelvuldige herhaling van dezelfde beweging. De grootte van de beweging of de hoeveelheid benodigde kracht is niet zo relevant. RSI treedt meestal plotseling en onverwacht op. In veel gevallen is herstel niet meer mogelijk. De eerste tekenen van RSI zijn een tintelend of geïrriteerd gevoel in handen, polsen, armen, schouders of nek. Dat lijkt nog onschuldig, na een avond of weekend rust zijn de klachten weg. Op een bepaald moment blijft de pijn echter langer aanwezig. Dan kan je er zelfs op momenten dat je de computer niet gebruikt last van hebben. Het is dan tijd om iets te ondernemen, zeker als na een weekend of een vakantie de klachten direct weer terug komen. Neem de problemen serieus en luister naar je lichaam. Stop met de manier waarop je nu met de computer werkt. Pas de adviezen uit dit hoofdstuk toe. Vraag advies aan de huisarts, hij kan je eventueel doorverwijzen. Neem eventueel contact op met de RSI patiëntenvereniging (www.rsi-vereniging.nl). Meer documentatie en een gratis test waarmee je kan vaststellen hoe groot in jouw geval het risico op RSI is, vind je bij: www.arbobondgenoten.nl >RSI.
not e! note!
06
22
4
rsi 4.2 Voorkomen
Om RSI te voorkomen moet op een aantal zaken worden gelet. In volgorde van belangrijkheid zijn dit:
Stress Stress is volgens onderzoek waarschijnlijk de belangrijkste oorzaak van RSI. Neem voldoende pauzes en werk niet de hele dag achter het beeldscherm. Doe dit zelfs als je het heel druk hebt. Géén tijd is géén argument, dan moet je iets aan je werksituatie doen. Het absolute minimum aan pauzes is 10 minuten pauze op 50 minuten werken (niet op te sparen uiteraard). Hoe hoger de werkdruk, hoe vaker je moet pauzeren. Niet meer dan enkele uren per dag achter de computer, liefst niet aaneensluitend. Wissel werk aan het beeldscherm af met andere karweitjes. Voorkom overmatige stress en werkdruk omdat je anders aan de noodzakelijke pauzes niet toekomt en omdat je dan letterlijk en figuurlijk gespannen achter de computer zit. Beweeg voldoende en werk niet steeds in één houding. Loop eens naar iemand toe in plaats van hem/haar te e-mailen of aan te spreken op msn. Op de notebook is standaard het programma Workpace geinstalleerd, dit geeft tijdig pauzes aan. Dit programma geeft ook aan hoe intensief je werkt (via icoontjes rechtsonder) en probeert ervoor te zorgen dat je niet te veel uren per dag werkt en bijvoorbeeld niet te snel typt, etc. Via het NSCB zijn ook alternatieve anti-RSI programma’s te downloaden.
Slepen Slepen (Drag en drop) is een belangrijke oorzaak van problemen in de vingers (die zich weer kunnen uitbreiden naar de rest van de arm en naar de schouders). De spieren in de hand moeten na de inspanning (het indrukken van de knop) direct kunnen ontspannen. Het lang aangespannen houden van spieren is niet goed (ook de hele lichte aanspanning voor het indrukken van een muisknop). Bij het slepen wordt iedere keer langer dan goed is de spier in de vinger gespannen. De rechtermuisknop biedt meestal een menu met dezelfde opties die je met slepen kan bereiken. Ook is een tablet ideaal voor mensen die veel slepen met de muis. Bij een tablet druk je namelijk geen knop in, maar zet je de pen neer (vergelijk het schrijven met een echte pen). Meer over tabletten vind je in §9.2, blz 70) Dubbelklikken Ook dubbelklikken is een belangrijke oorzaak van RSI. Openen van een programma of document hoeft niet altijd via een dubbelklik maar kan ook met de rechtermuisknop. Veel voorkomende handelingen kunnen vaak ook met functietoetsen op het toetsenbord worden gedaan. Windows XP kan zo worden ingesteld dat dubbelklikken bijna niet meer nodig is. Open een willekeurig venster, bijvoorbeeld door te dubbelklikken op ‘my computer’ op je desktop. Klik in de menubalk op Tools > Folder Options > General . Hier vind je het onderdeel ‘Click items as follows’. Kies hier voor de eerste optie: ‘Single-click to open an item (point to select)’. Druk vervolgens op de knop ‘OK’. Voortaan kunnen documenten dan geopend worden door er 1 keer op te klikken.
not e! note!
06
23
4
rsi
Op sommige muizen met drie knoppen kan de middelste knop zo worden ingesteld dat het indrukken hiervan gelijk staat aan dubbelklikken. Nadeel: de software van deze muizen kan, afhankelijk van het fabrikaat en de configuratie van je systeem, soms problemen geven.
Muiswiel De muis die je bij de notebook hebt gekregen is uitgeruist met een muiswioel. Het gebruik hiervan is niet goed voor je hand. Gebruik zo veel mogelijk de knoppen Page Up, Page Down, Home en End. Een ander alternatief is het wiel indrukken en daarna de muis in de gewenste richting te bewegen. Werkhouding Naast RSI kunnen computergebruikers geconfronteerd worden met andere onaangename klachten, zoals hoofd-, rug- en nekpijn. Deze klachten worden vaak veroorzaakt door een slechte werkhouding. Door de vorm van een notebook ontstaat de neiging om krom of onderuitgezakt te gaan zitten. Wees daarom extra voorzichtig. Sommige arbeidstherapeuten raden af langer dan twee uur per dag met de notebook te werken! Plaats de spullen waarmee je werkt in ieder geval RECHT voor je! Gebruik altijd de notebookstandaard en het toetsenbord die je bij je computer hebt gekregen, vooral als je van plan bent langere tijd op de notebook te werken. Algemene aanbevelingen • Let voortdurend op je houding. • Gebruik een instelbare stoel (en stel die goed in!). • Gebruik indien mogelijk een verstelbaar tafelblad. • Zet het toetsenbord en de muis zover van je af de je onderarmen tijdens het werken op het tafelblad kunnen rusten. • Zet het toetsenbord van je notebook computer schuin door de “pootjes” van de notebook uit te klappen. • Gebruik het losse toetsenbord dat bij de notebook wordt geleverd met muis en ergonomische standaard en een losse monitor. Losse monitoren vind je op diverse plekken op de faculteit. Je kan er ook thuis een aanschaffen (zie §9.2, blz 70).
4.3 Meubilair Voor het werken met computers bestaan allerlei voorschriften en wenken, vervat in de zogenaamde ARBO-wet, waaraan werkgevers en werknemers zich dienen te houden. De uit de wet afgeleide ARBO-voorschriften en aanbevelingen zijn niet altijd eenduidig omdat de inzichten op het gebied van computer-ergonomie nog steeds in ontwikkeling zijn. Een aantal voorschriften staat echter niet ter discussie. Zo dient in ieder geval de werkstoel altijd volledig instelbaar en het tafelblad in hoogte verstelbaar te zijn. Als student heb je op de TUE niet de beschikking over dergelijk meubilair. Probeer echter toch steeds een zo optimaal mogelijke werkhouding te vinden.
not e! note!
06
24
4
rsi
Het wordt aangeraden zoveel mogelijk computerwerk te doen op een plek waar je wel beschikt over goed meubilair (bijvoorbeeld thuis). Schaf als het enigszins kan een goede bureaustoel aan voor je studeerkamer. Echt goede stoelen gaan soms een leven lang mee en zo bekeken is de investering niet groot. Vaak zijn goede bureaustoelen ook tweedehands te koop bij gespecialiseerde zaken in tweedehands kantoormeubilair. Kijk bijvoorbeeld in de Gouden Gids voor adressen.
Hieronder vind je een lijst met aanbevelingen (voor een deel gebaseerd op de ARBOwetgeving) wat betreft de kwaliteit, plaatsing en instelling van het meubilair
Bureau Koop een stevig bij voorkeur in hoogte verstelbaar bureau. Een goedkope oplossing is hierbij het kopen van in hoogte verstelbare tafelpoten die te monteren zijn onder een werkblad naar keuze. Het werkblad moet minimaal 1,2 meter breed en 80 cm diep zijn en in hoogte verstelbaar van 62 cm tot 82 cm boven de vloer. De bovenkant is bij voorkeur mat en mag niet hinderlijk spiegelen. Stel de tafelhoogte zodanig in dat het toetsenbord bediend kan worden met ontspannen schouders, de onderarmen horizontaal en met de handen in het verlengde van de onderarm (zie het figuur onderaan deze bladzijde). Indien de muis gebruikt wordt, de onderarm ondersteunen door de arm op tafel te leggen of door de elleboog op de armsteunen van de kantoorstoel te leggen. Bij schrijfwerkzaamheden mag de tafelhoogte boven ellebooghoogte zijn (4 tot 6 cm). Bij een vaste tafelhoogte dienen bij lange mensen tafelpootverlengers aangebracht te worden. Voor kleine mensen kunnen voetsteunen uitkomst bieden (als noodoplossing kan je bijvoorbeeld een stapel planken of telefoonboeken gebruiken.
not e! note!
06
25
4
rsi
Stoel Laat je bij aankoop van een goede bureaustoel voor de instellingen adviseren door de verkopers, maar let er op dat je zelf lekker ontspannen in de stoel kan zitten als deze goed ingesteld is. Een kantoorstoel moet met minimaal vijf punten op de vloer staan. De zitting, rugleuning en armsteunen moeten verstelbaar zijn. De zitting kan in hoogte varieren van 39 tot 51 cm, de armsteunen in hoogte van 20 tot 27 cm en de afstand ertussen bedraagt 46 tot 50 cm. De armsteunen mogen niet te lang zijn zodat de stoel voldoende ver tegen het bureau kan worden geschoven. Bij veel instelbare bureaustoelen zijn de armleuningen naar voor en achter te schuiven.
Instellen: • Armsteunen van de stoel: Stel de hoogte van de armsteunen zodanig in dat de ellebogen de armsteunen nog net raken als je ontspannen zit. Zorg dat de twee armsteunen op gelijke hoogte staan ingesteld. • Zittinghoogte: Zorg dat je benen onder een hoek van 90 graden gekromd zijn, en dat je voeten plat op de vloer komen te staan. Als dit ervoor zorgt dat de (bij het vorige punt goed ingestelde) armsteunen niet meer gelijk liggen met het bureaublad moet het bureaublad versteld worden (en heb je eventueel tafelpootverlengers of een voetsteun nodig). • Rugleuning: Ga op de stoel zitten en schuif zo ver mogelijk naar achteren. Let op dat de zitting rand de knieholten volledig vrijlaat (er moet een vuist tussen de zitting en je knieholten kunnnen. Ga rechtop zitten. Breng het meest naar voren komende punt van de rugleuning op gelijke hoogte van de holling laag in de rug. Stel de rugleuning nu zodanig in dat een duidelijke druk wordt uitgeoefend op deze holling. Werkhouding De hoek tussen boven- en onderarm is groter of gelijk aan negentig graden. De hoek tussen onder- en bovenbeen is groter of gelijk aan negentig graden. De afstand tussen de ogen en het beeldscherm is minimaal 50 cm. Het kijkpunt (midden van het scherm) is tien centimeter onder ooghoogte. Neem regelmatig een andere zithouding aan om statische rugbelasting te voorkomen. Breng afwisseling aan in je werk. Het is een goede gewoonte om het zitten eens per uur te onderb reken door even te staan of te lopen.
not e! note!
06
26
4
rsi
Beeldscherm • Gebruik een beeldscherm dat op 150 cm nog goed afleesbaar is en ook op circa 10 cm afstand een rustig beeld heeft. • Plaats het beeldscherm zodanig dat de kijkrichting evenwijdig aan het raam is. Houd minimaal 2 m afstand tussen het beeldscherm en het raam. • Bij het kijken naar een beeldscherm moet je niet verblind worden door felle lichtbronnen (TL- of zonlicht). • Spiegelingen zijn bijzonder hinderlijk en vermoeiend bij het werken. Zorg er voor dat het venster en/of het verlichtingsarmatuur niet in het beeldscherm weerspiegelt. Er zijn schermen waarvan de beeldbuis aan de voorkant vlak is. Dit vermindert hinderlijke reflecties (het geeft bovendien een beeld met een betere beeldgeometrie).
• Het beeldscherm staat op een afstand van 50 tot 70 cm voor de gebruiker met de eerste tekstregel op of net iets onder ooghoogte. In de meeste gevallen moet hiervoor het beeldscherm verhoogd geplaatst worden. Met behulp van een stapel plankjes (bijvoorbeeld 20 mm spaanplaat 30x30 cm) is het beeldscherm eenvoudig op hoogte te brengen. Veel van de in het vorige punt genoemde platte schermen (bv TFT-schermen) hebben een in hoogte verstelbare voet. Nadeel van deze schermen is de relatief hoge prijs. Er wordt echter af en toe nog wel met beeldschermen gestunt, dus als je een goed scherm wil aanschaffen, let dan op de aanbiedingen!
• Gebruik een zo hoog mogelijke verticale refresh-rate voor het beeld: 75 Hz of meer. De refresh-rate (verversings-frequentie: het aantal keren per seconde dat het schermbeeld wordt bijgewerkt) wordt bepaald door de grafische kaart van de computer en de mogelijkheden van de monitor. Je kunt de refresh-rate als volgt aflezen: Kies via de knop Start > Settings > Control Panel > Display > Settings > Advanced > Monitor . Daar staat in een witte balk de verticale refresh-rate vermeld. Je kan tevens zien of er nog een hogere refresh-rate kan worden ingesteld. Deze laatste aanduiding is alleen betrouwbaar als het juiste type monitor is ingesteld. Voor het ingebouwde beeldscherm van de notebook, zal dat automatisch het geval zijn.
not e! note!
06
27
4
rsi
Muis Gebruik een goede muis. Wat “goed” inhoudt zal per persoon enigszins verschillen. Er zijn een aantal richtlijnen te formuleren: Het klikken moet zo licht mogelijk gaan. De muis moet licht zijn. De muis moet licht lopen. De muis moet goed in de hand passen. De muis moet je hand niet teveel dwingen in een bepaalde stand.Vaak is dit het geval bij zogenaamd ‘ergonomisch’ gevormde muizen. Deze lijken in eerste instantie heel comfortabel in de hand te liggen. Een van de inzichten in de moderne ergonomie is echter dat je regelmatig van houding moet kunnen veranderen. Kies dus een vorm muis die goed in de hand ligt maar ook afwisseling in houding eenvoudig toelaat. Om muizen te kunnen beoordelen moeten ze enige tijd worden gebruikt. Wellicht kan je met anderen uitwisselen. Bedenk dat iedere hand anders is. Het is goed mogelijk dat de muis die bij de notebook geleverd is voor jou toevallig uitstekend is. De kans is er dat dit niet het geval is. Laat geld je er niet van weerhouden om een betere muis te zoeken als dat nodig is. Tegenwoordig bestaan er speciale winkels voor computer-ergonomie die verantwoorde muizen aanbieden. Bijvoorbeeld Backshop (www.backshop.nl). Bij de notebook zit een optische muis. Dat houdt in dat deze geen muisballetje hebben en daarom niet schoongemaakt hoeven te worden. Wees er op bedacht dat op een glanzend oppervlak de optische muis niet goed werkt. Alternatieven voor een muis: • Een trackball of touchpad kan een alternatief zijn, maar moet je wel liggen. Bovendien; gebleken is dat je met een trackball niet zo snel kan werken als met een muis. Dat kan weer de stress op je werk verhogen (zie paragraaf 4.2) • Een drukgevoelige tablet met bijbehorende speciale pen werkt vooral prettig bij het tekenen. Voor bepaalde soorten tekenwerk met de computer is het zelfs zo goed als onmisbaar, daarom kan het sowieso een goede investering zijn. Het kost enige tijd om aan het gebruik van een tablet te wennen. Bij typewerk is een tablet juist niet zo handig en alleen aan te raden als je echt geen muis meer kan gebruiken. Maar er wordt vanuit gegaan dat voordat het zover komt je al een dokter hebt raadgepleegd. • Er bestaan zelfs ‘voetmuizen’, • Toekomstmuziek die wel dichterbij is gekomen: controle met je stem (Voice Control). Deze software is echter nog niet concurrerend met muisgebruik. Toetsenbord Het toetsenbord moet zo dun mogelijk zijn, in elk geval niet dikker dan 40 mm. Zorg voor een goed toetsenbord en gebruik het goed. Probeer met tien vingers te typen (koop eventueel een cd-rom met typcursus, deze zijn tegenwoordig zeer goedkoop). Gebruik een toetsenbord met voldoende veerkracht in de toetsen zodat de impact van de aanslag wordt opgevangen. Sla de toetsen niet te hard aan houdt je polsen zoveel mogelijk vlak. Gebruik eventueel een pols-ondersteuning voor het toetsenbord. Deze mag je echter niet in je bewegingen beperken, een gladde steun heeft daarom de voorkeur. Zo’n steun is eenvoudig zelf te maken in de vorm van een gelakt of met plastic beplakt stuk hout. Kijk uit dat deze steun je niet te veel fixeert.
not e! note!
06
28
4
rsi
Hulpmiddelen Probeer in laatste instantie desnoods hulpmiddelen. Verwacht hiervan geen wonderen. Het mag zeker geen excuus zijn om niets te doen aan bovenstaande punten, die veel meer invloed op het verschijnen van RSI hebben. Als je besluit hulpmiddelen te gebruiken, let er dan op dat deze ook daadwerkelijk een positief effect hebben, en je houding niet te veel fixeren. Minder goede hulpmiddelen zijn: • Muismat met polsondersteuning. Alleen voor heel bijzondere gevallen. Fixeert je hand teveel. • Speciale armsteunen aan de tafel. Ook alleen voor speciale gevallen. Normaal gesproken fixeren de steunen je positie teveel. Zorg in plaats daarvan voor een tafel die diep genoeg is: 80 cm bij een 15" monitor, 100 cm bij een 17" monitor (of de monitor aan de achterkant van een tafel van 80 cm laten uitsteken).
not e! note!
06
29
5
windows 5.1 Windows XP Professional
Microsoft Windows XP Professional (meestal kort aangeduid als Windows XP of XP) is het besturingssysteem van je computer. Het besturingssysteem regelt het functioneren van je computer. Dat betreft niet alleen het bewerken, maar ook het opslaan en vooral het kunnen terugvinden van informatie. Een andere belangrijke functie is de bediening. Computers en software zijn al ingewikkeld genoeg, daarom: hoe eenvoudiger en inzichtelijker de bediening is, des te beter. In Windows wordt dit nagestreefd door als metafoor een bureaublad te nemen (desktop) waarop allerlei zaken kunnen worden uitgespreid. Met de muis wordt de ‘cursor’ bediend die fungeert als virtueel ‘vingertje’ waarmee je kunt aanwijzen, bladeren, tekenen, enzovoorts. Het is niet ondenkbaar dat je tot op het moment dat de notebook is uitgereikt krijgt nog nooit met Windows XP hebt gewerkt, maar waarschijnlijk wel met andere versies van Windows. Bij overstap naar XP zal er veel anders zijn, maar misschien nog wel meer zal je bekend voorkomen. Om de basisvaardigheden onder de knie te krijgen bestaat een aantal mogelijkheden: • Een (eenvoudig) boek: Academic Services bijvoorbeeld geeft eenvoudige boeken uit voor beginners. Koop vooral geen uitgebreid boek, al doende leer je het best. • De helpfunctie van Windows XP: Kies linksonder Start > Help. Dit helpvenster biedt allerlei mogelijkheden voor het zoeken op onderwerp of trefwoord. Dit is vooral handig als je eenmaal
Een voordeel van Windows is dat programma’s die voor Windows zijn geschreven, veel overeenkomsten vertonen in het gebruik. Dat maakt het gemakkelijker om meerdere programma’s te gebruiken en om nieuwe programma’s te leren. Een ander voordeel van XP is de Plug & Play mogelijkheden. Plug & Play houdt in dat de computer allerlei randapperatuur die je aansluit vanzelf herkent, je hoeft vaak dus geen drivers te installeren. De desktop Het Bureaublad (Engels = Desktop) is de achtergrond die je ziet als er geen programma’s actief zijn. Op de desktop staan verschillende “shortcuts”, knoppen waarmee je snel naar programma’s of bestanden kunt. Je kan zelf shortcuts toevoegen via rechtermuisknop op het gewenste bestand of programma > Send To > Desktop (create shortcut) of via rechtermuisknop op de desktop > New > Shortcut. Voor programma’s kan je ook snel shortcuts maken door deze naar het bureaublad te slepen. Shortcuts kan je ook naar bijvoorbeeld een taakbalk slepen. Shortcuts kun je verwijderen via rechtermuisknop > delete of remove. Omdat shortcuts niets meer zijn dan verwijzingen naar programma’s, mappen of bestanden kun je deze verwijderen zonder dat hetgeen de shortcut naar verwijst verwijdert wordt.
not e! note!
06
30
5
windows
De startbalk De startbalk geeft toegang tot het startmenu, laat de tijd zien en laat zien welke programma’s actief zijn. Door middel van een quicklaunch bar (rechtermuisknop op de startbalk > Toolbars > Quick Launch) krijg je ook nog ruimte voor veelgebruikte snelkoppelingen (Engels = shortcut) op de startbalk, direct naast de start-knop. Je kan de gewenste shortcut gewoon naar de Quick Launch balk slepen (Ctrl+slepen = een kopie maken van de shortcut). Het voordeel van de Quick Launch bar is dat je dan altijd je meest gebruikte programma’s bij de hand hebt, zelfs als er een ander programma actief is en de desktop verbergt. Tevens staat er standaard een desktop-icoon op, dat alle actieve programma’s minimaliseert zodat de desktop te zien is. Voor de startbalk zijn er nog veel meer handige instellingen die je een hoop tijd kunnen besparen als je ze gebruikt (bijvoorbeeld door het ordenen van actieve vensters). Deze zijn onder andere te vinden als je met je rechtermuis op de startbalk klikt. Verdere instellingen zijn te vinden door in dat menu op Proporties te klikken.
Het startmenu Het startmenu geeft toegang tot bijna alle programma’s en instellingen, en geeft tevens een snelle toegang tot veel gebruikte bestanden. Nieuw bij XP is dat het startmenu (bereikbaar onder start) bestaat uit twee kolommen iconen (dit is eventueel uit te zetten door rechtermuisknop op een leeg stuk van het startmenu > Properties > Classic Start menu, via de knop Customize zijn verdere instellingen bereikbaar). In de linkerrij staan bovenaan een lijst van programma’s die daar standaard staan, met daaronder een lijst van veelgebruikte programma’s. Ook dit zijn snelkoppelingen, die weer toegevoegd, verplaatst en/of gekopieerd kunnen worden door ze te verslepen. Verwijderen uit de lijst gaat via rechtermuisknop > Remove from This List. Office Office is een pakket van onderling samenhangende toepassingen voor schrijven, rekenen en presenteren. Office 2003 bestaat uit: Word, Excel, PowerPoint, Access, Publisher, Frontpage en Outlook. Nieuw bij XP is de “Task Pane” (Ctrl+F1), te vinden in elk Office-programma. De Task Pane is een handig overzicht waarin opties te zien zijn voor een nieuw document, opties voor plakken, een help-functie en nog veel meer andere (per programma verschillende) functie. Meer over de Task Pane wordt uitgelegd bij de paragrafen over de verschillende Office-programma’s in hoofdstuk 6, blz 36.
De office taakbalk is een balk waarop allerlei snelkoppelingen naar Office-programma’s staan. Als je wil kun je instellen dat bij het opstarten de Office taakbalk op je desktop verschijnt. Dat doe je zo: Start > Programs > Microsoft Office > Microsoft Office Tools > MS Office Shortcut bar. Dan verschijnt de taalbalk in beeld. Wil je deze weer verwijderen dan klik je met de rechtermuisknop op het venster en klik je exit aan of gebruik je de toetsencombinatie Alt+F4. Deze toetsencombinatie is in het grootste deel van Windows en Office geassiocieerd met het sluiten van het actieve venster of programma.
not e! note!
06
31
5
windows
De Office Toolbar is een normale toolbar, zoals bijvoorbeeld ook de startbalk of werkbalken in programma’s (alhoewel deze op een hoger niveau opereert dan de toolbars in programma’s zelf). Ook hier geldt dus dat je begint met een standaardinstelling, maar dat je ook zelf kan kiezen welke knoppen weergegeven worden (bij de meeste programma’s gaat dit via rechtermuisknop > Customize).
Energiebeheer Om stroom te besparen bevat het Start > Control Panel > Power Options een paneel waarbij je het stroomverbruik van je notebook nauwkeurig kunt regelen.
Systeemonderhoud In Windows zijn een aantal kleine programma’s ingebouwd die helpen je computer schoon en netjes te houden (figuurlijk gesproken natuurlijk). Als je deze hulpmiddelen regelmatig gebruikt kan dit ervoor zorgen dat je computer net iets sneller loopt en minder snel vastloopt. Deze programma’s zijn te vinden onder Start > All Programs > Accessories > System Tools.
“Disk Cleanup” is een klein programma dat alle overbodige bestanden verwijderd. Als je disk cleanup opent dan krijg je een dialoogvenster waarin je moet kiezen welke schijf je opruimt. Kies de schijf en klik op Ok, dan gaat het programma kijken wat er allemaal op te ruimen valt. Dit zijn meestal de tijdelijke bestanden en de prullenbak. Als alles geïnventariseerd is krijg je een dialoogvenster met daarin een lijst van soorten bestanden en daarachter het aantal Kb dat verwijderd kan worden. Door het selecteren van een soort en op de knop View Files te drukken kan je zien wat hierin zit. Als je een vinkje in de lijst zet geef je daarmee aan dat datgene verwijderd kan worden. Druk op Ok om de bestanden te verwijderen. NB: je bent bestanden aan het verwijderen met dit programma, let dus op WAT je verwijdert!
Door de manier waarop Windows bestanden opslaat raken deze verspreid over de computer. Dit effect wordt sterker naarmate je meer bestanden opslaat, kopieert, verwijdert etcetera. Als je een bestand opent moet Windows dan je hele computer afzoeken naar stukjes van dat bestand. Om alle “fragmenten” weer bij elkaar te zetten (te de-fragmenteren) bestaat het programma “disk defragmenter”. Als je dit opent zie je een lijst waarin je de schijven C: en D: kunt onderscheiden. Klik de gewenste schijf aan en klik op de knop Analyze. De computer gaat nu kijken of het nodig is om te defragmenteren, en geeft hierop gebaseerd een advies. Als er wordt aangegeven dat je de schijf moet defragmenteren druk je op de knop Defragment, dan begint het proces. NB dit kan enige tijd duren, vooral als het lang geleden is sinds je gedefragmenteerd hebt. Controleer regelmatig van beide schijven of deze gedefragmenteerd moeten worden.
Als je veel dingen installeert en deïnstalleert kan dit je computer ook langzamer maken. Een mogelijkheid om dit te verhelpen is om een nieuw image op de computer te zetten. Zelfs als je computer nog normaal loopt valt het altijd aan te raden om je computer in ieder geval een keer per jaar te imagen. Als je een nieuw image op je computer zet betekent dit dat alles verwijderd wordt en dat je computer weer wordt zoals toen je deze voor het eerst kreeg.
not e! note!
06
32
5
windows
Je kan kiezen om alleen je C: schijf of allebei de schijven te imagen. Zorg in ieder geval dat je een back-up hebt van de informatie op de betreffende schijf/schijven die niet eenvoudig vervangbaar is. Een handleiding over hoe je een nieuw image op je computer zet is te vinden op de site van het Centrale NSC > Direct naar > Images. Lees alle informatie op deze site goed door voordat je gaat imagen! NB Om te kunnen imagen moet je computer aangesloten zijn op het TU/e netwerk. Zorg ook dat je aangesloten bent op de stroomvoorziening, aangezien het een tijdje kan duren voor je de gehele procedure doorlopen hebt.
Security Sinds Service Pack 2 wordt je automatisch geattendeerd op belangrijke updates die je computer beschermen tegen kwalijke invloeden van buitenaf. Tevens kan je per programma vaststellen waar het toegang toe heeft. Instellingen voor deze mogelijkheden bereik je via Start > Updates, Start > Control Panel > Windows Firewall en Start > Set Program Access and Defaults. Deze instellingen regelen hoe goed je computer beschermd is, verander dus niets als je niet zeker weet wat het is! Een deel van deze instellingen zijn door de TU/e vastgezet en kun je dus niet veranderen. Op je computer staat tevens een programma dat je beschermt tegen virussen: de McAfee Virusscanner. Er worden echter voortdurend nieuwe virussen ontwikkeld, en daarom moet dus ook je virusscanner telkens de laatste informatie hebben. Update de virusscanner dus elke week. Dit kan via de homepage van McAfee (zie de link onder software in bijlage A), maar er staat ook een link Update Dat-Files op je desktop, waarmee je de virusscanner kan updaten. Als je veel van het Internet gebruik maakt en zeker als je vaak dingen download, kan het zijn dat er veel ad- en spyware op je computer komt. Dit zijn kleine bestandjes of programmatjes die je niet nodig hebt en die in de meeste gevallen anderen informatie geven over jouw surfgewoonten, maar soms ook ergere gevolgen kunnen hebben. Uiteraard zijn er ook programma’s gemaakt die ad- en spyware verwijderen. Alle notebooks zijn uitgerust met Ad-Aware SE Professional. Meer informatie over Ad-Aware vind je in §7.1.
Crash Je notebook is uitgerust met Window XP Professional, een versie van Windows speciaal geschikt voor een netwerk. Wat een voordeel is van deze versie is dat het behoorlijk stabiel is. Programma’s werken meer geïsoleerd dan bij bijv. Windows 98 en daardoor is het probleem als een programma vastloopt veel kleiner. Als een programma op geen enkele wijze meer reageert, kan je de toetscombinatie Ctrl + Alt + Del indrukken (toetsen tegelijk ingedrukt houden). Dan verschijnt de Windows Security en kun je kiezen tussen een aantal opties waaronder taakbeheer (Task Manager). Met de Task Manager kun je bij het tabblad Applications bekijken of het programma waarin je bezig was nog reageert of dat het vastzit. Als het vast is gelopen kun je het programma in de lijst selecteren en via End Task beëindigen. De Task Manager is ook bereikbaar via rechtermuisknop op de startbalk > Task Manager.
not e! note!
06
33
5
windows
Bedenk dat alle informatie die op dat moment binnen het programma aanwezig is verloren gaat. Bij programma’s met een auto-backup is dat niet zo erg, want deze hebben als het goed is een automatische reservekopie opgeslagen die ze je presenteren als je het programma weer start (wel goed letten op de instructies). Leer jezelf in ieder geval aan om regelmatig (bijvoorbeeld om de 10 minuten of wanneer je net iets belangrijks hebt gedaan) je bestanden te saven. Dit is extra belangrijk als je werkt met grote bestanden.
5.2 Bestandsbeheer
Windows Explorer Programma’s, teksten, en afbeeldingen worden opgeslagen in mappen (Folders) die naar eigen inzicht kunnen worden gerangschikt, zoals boeken in een kast. Met het programma Windows Explorer kun je onder andere bestanden opzoeken, verplaatsen, openen en verwijderen. In de balk bovenaan kun je zien in welke map je je bevind, en eventueel kun je ervoor kiezen om hier ook te laten zien waar deze map staat. Dit vind je onder Tools > Folder Options > View > Display the full path in the address bar. Hier vind je ook een mogelijkheid om het volledige adres in de title bar (de blauwe balk bovenaan het venster) te laten zien. Deze opties kun je naar believen aan of uit zetten. Via de knop Folders op de taakbalk bovenaan laat je aan de linkerkant een boomstructuur zien waardoor duidelijk wordt waar deze map zich bevind.
Om bestanden te verplaatsen kan je deze natuurlijk gewoon verslepen. Ook kun je bestanden verplaatsen via rechtermuisknop > Send To. Nu kan je kiezen uit je diskette drive en de verschillende andere opties die daar staan. Vind je het aanbod te klein (dat is meestal zo bij de standaardinstallatie), dan kan je bestemmingen toevoegen. Dit doe je door snelkoppelingen toe te voegen aan de map C:\documents and settings\S-nummer\ Send To. NB: Deze map is niet zichtbaar als de systeemfolders niet getoond worden. Systeemfolders verbergen zorgt voor meer overzicht en verkleint de kans dat je per ongeluk iets belangrijks verwijdert. Je kunt de systeemfolders zichtbaar of onzichtbaar maken via Tools > Folder Options > View > Hidden files and folders.
Via Windows Explorer heb je ook snel toegang tot de zoekfunctie (ook te vinden onder Start > Search). Hierin kun je via trefwoorden zoeken in de naam of inhoud van bestanden en mappen. Via Change Preferences kun je Bill Gates’ al te vrolijke hondje uitschakelen en wisselen tussen een scherm waarin je alles ineens kan invullen of een Search Wizard (stap voor stap). Bestandsformaten In Windows worden bestanden opgeslagen met een zogenaamde extensie van drie letters. Windows ziet hierdoor meteen om wat voor soort bestand het gaat. Daardoor kan het juiste programma bijvoorbeeld worden gestart, als je een document opent door er op te dubbelklikken. De meeste extensies zijn al standaard gekoppeld aan een bepaald programma (meestal stel je dit in bij installatie van een programma) en worden zonder meer geopend door dat programma. Soms herkent Windows de extensie niet en krijg je de vraag met welk programma het bestand geopend moet worden, deze kan je dan kiezen uit een lijst.
not e! note!
06
34
5
windows
Vaak kan een programma bestanden met meerdere extensies maken of lezen. Als je een bestand wil openen met een ander programma dan degene die normaal met die extensie verbonden is, dan kan je dat doen via rechtermuisknop > Open With, waarna je uit een lijst kan kiezen welk programma je wil gebruiken. Natuurlijk kan je ook het gewenste programma openen en daarin het bestand openen. Een extensie veranderen gaat via het hernoemen van een bestand of via het openen van een bestand en weer bewaren via File > Save As > Save as type instellen > Save. Als bestandsextensies niet zichtbaar zijn, kun je deze zichtbaar maken via Tools > Folderoptions > View > het vakje Hide Extensions for Known File Types leegmaken in Windows Explorer. Als je de extensies verbergt kan dit een verhoogd risico voor virussen opleveren.
Opslaan Opslaan van bestanden gaat via File > Save As. Bij veel programma’s (bijvoorbeeld Word) kan je via het dialoogvenster dat door dit commando naar voren komt verschillende acties uitvoeren. Je kunt bijvoorbeeld de naam van het bestand specificeren of door een andere naam op te geven een kopie maken van het bestand. Verder kan je, zoals hierboven vermeld, bij veel programma’s kiezen het bestand op te slaan met een andere extensie (je kan bijvoorbeeld een wordbestand .doc opslaan als een tekstbestand .txt, al verlies je hiermee wel opmaakinformatie). Eventueel kan je kiezen om het bestand op te slaan als bestand van een andere versie van het programma. Dit kan handig zijn als je het bestand moet openen met een verouderde versie van het programma, dat de bestanden van de nieuwere versie niet kan openen. Dit kan eventueel leiden tot een verlies in informatie (bijvoorbeeld een verlies aan opmaak-mogelijkheden voor een wordbestand), als dit gebeurt wordt dit gemeld en moet je de actie nog eens bevestigen.
Afdrukken Voor het afdrukken van bestanden kies je in de meeste programma’s File > Print (of Ctrl+P). Printinstellingen kunnen voor dat document vastgelegd worden onder File > Print Setup. Vaak kan er ook via File > Print Preview of via File > Print > Print Preview een voorbeeld opgeroepen worden, waarin je precies kan zien wat er afgedrukt gaat worden bij de huidige printinstelling. Sharing Het uitwisselen van bestanden via het netwerk kan heel eenvoudig. Je kunt toegang verschaffen tot je mappen door met de rechtermuisknop te klikken op de map. In het menu dat dan openvouwt staat het commando Sharing and Security. In dit menu kun je map delen door het rondje bij Share this folder aan te klikken, en bevoegdheden toekennen via de knop Permissions. Sharing kan ook met behulp van Outlook en FTP (voor Outlook zie §6.4 en 6.5, blz 44).
not e! note!
06
35
6
standaard software 6.1 Geïnstalleerde Software
De technische omschrijving van de notebookcomputer is te vinden in de bijgeleverde documentatie (en wordt enigszins aangestipt in hoofdstuk 7). Minstens even belangrijk als de hardware is de software. De volgende paragraaf gaat over de software die bij alle TU/e studenten standaard op hun notebook geïnstalleerd wordt. Programma Extensie Beschrijving Het besturingssysteem van de computer. Dit Microsoft Windows vervult alle basisfuncties om de computer te XP Professional (zie §5.1, blz 30) kunnen laten werken, om te communiceren en om je bestanden te beheren. Windows XP Professional bevat een aantal Notepad, Calculator, handige accessoires zoals een kladblok Photo Editor, etc (voor Notepad zie §6.6, blz 49) (Notepad) waarmee je snel aantekeningen kan maken of hulpbestandjes kan lezen, een rekenmachine, een beperkt fotobewerkingsprogramma etc. Bij System Tools vind je een aantal handige Systeemonderhoud (zie §5.1, blz 32) programma’s om te zorgen dat je computer geen rommeltje wordt. Een pakket van onderling samenhangende Microsoft Office 2003 toepassingen voor schrijven, rekenen en presenteren. Office 2003 bestaat uit: Word, PowerPoint, Access, Excel, Frontpage, Publisher en Outlook. Een communicatieprogramma, een elektronisch Outlook 2003 (zie §6.4 en 6.5, blz 44) adresboek en een elektronische agenda. Dit programma speelt een belangrijke rol in de communicatie met je medestudenten, docenten en anderen. .doc Word is een tekstverwerkingsprogramma, waar je Word 2003 (zie §6.6 en 6.8, blz 49) mee kan typen en opmaken. Tekst is eenvoudig te corrigeren en te verplaatsen. Taalfouten kunnen door het programma automatisch worden gecorrigeerd. Binnen Word kunnen bestanden logisch worden ingedeeld in hoofdstukken en paragrafen. Daaruit kan automatisch een inhoudsopgave worden gegenereerd. Ook is het mogelijk voetnoten en bijschriften op te nemen en deze automatisch te laten bijwerken. Allemaal zaken die van groot gemak zijn bij het maken van verslagen en publicaties.
not e! note!
06
36
6
standaard software Excel 2003
.xls
(zie §6.7 en 6.8, blz 52)
PowerPoint 2003
.ppt
(zie §6.10, blz 56)
Access 2003
.mdb
Frontpage 2003
Een spreadsheet programma (ofwel: een rekenblad programma). Hierin kunnen grote hoeveelheden gegevens aan elkaar worden gerelateerd en er kunnen allerlei bewerkingen op worden uitgevoerd. Excel is bijvoorbeeld bruikbaar om het ruimtegebruik of de bouwkosten van woningen door te rekenen of demografische gegevens van een stadswijk te verwerken. Je kunt er ook eenvoudiger dingen mee doen zoals het doorrekenen van je eigen financiën. Een programma om presentaties mee te maken met tekst, beeld en eventueel ook geluid. Bijvoorbeeld een ‘diashow’ op de computer, ondersteunende teksten en grafieken bij een lezing, het vervaardigen van hand-outs, enzovoorts. Handig om je projecten mee te presenteren. Het programma is erg eenvoudig in het gebruik. Een relationeel database-programma. Relationeel wil zeggen dat je niet een losse tabel met gegevens maakt, maar dat je een grote berg gegevens op allerlei manieren kan benaderen en in verschillende tabellen kan gieten. De meest bekende relationele database op de TU is de onderwijsinformatie. De tentamenroosters, collegeroosters, zaalindelingen etc. zijn verschillende representaties van dezelfde gegevens. Een relationele database is bedoeld om uitgebreide hoeveelheden gegevens te beheren en te analyseren. Een eenvoudige (niet relationele) toepassing van Access is bijvoorbeeld een adressenbestand waarin gesorteerd kan worden op naam, functie, woonplaats, beroep, enzovoorts. Een programma waarmee op simpele wijze websites gebouwd kunnen worden, te vinden onder Start > All Programs > MS office > MS Frontpage. Frontpage wordt uitgelegd in het eerstejaars vak “Computer Aided Design”, en zal om die reden niet in note!05 behandeld worden.
Publisher 2003
.pub
Een simpel programma voor het maken van allerhande publicaties. Dit is een goed programma om mee te beginnen, maar je zult merken dat je naarmate je verder in je studie komt, je meer geavanceerde programma’s nodig hebt. Informatie over de door de faculteit aangeboden software is te vinden in hoofdstuk 7.
not e! note!
06
37
6
standaard software M ic ro s o ft In te rn e t E x p lo re r (zie § 6 .3 , b lz
.h tm .h tm l
A d o b e A c ro b a t R e a d e r 7
.p d f
C u te P D F
.p d f
M c A fe e V iru s s c a n n e r 8 .0 (zie § 5 .1, b lz 3 8 )
.d a t
W in Z ip 9 .0
.zip
(zie § 6.1 1 , b lz
57)
W S -F T P
M a tla b
W o rk p a c e 3 .0 (zie § 4 .2 , b lz 2 3 )
A d - A w a re S E P ro fe s s io n a l (vo o r m e e r info rm a tie o ve r s p yw a re zie § 5 .1 , b lz 3 3 )
06
not e! note!
41)
E e n z o g e n a a m d e b ro w s e r, w a a rm e e je o p in te rn e t k a n ro n d k ijk e n e n je lin k s k a n o rg a n is e re n . T e g e n w o o rd ig o o k ste e d s va k e r n o d ig o m h e lp file s e n a n d e re b e sta n d e n te b e k ijk e n . H ie rm e e k u n n e n p d f b e sta n d e n (P o rta b le D o c u m e n t F o rm a t) w o rd e n b e k e k e n . P D F is e e n ve e lg e b ru ik t b e s ta n d sfo rm a a t vo o r d o c u m e n te n d ie ve rs tre k t w o rd e n via In te rn e t o f v o o r h a n d le id in g e n b ij s o ftw a re . M e t P D F k a n je d o c u m e n te n o p e e n w ille k e u rig e c o m p u te r b e k ijk e n e n a fd ru k k e n , o o k a l zijn b ijvo o rb e e ld n ie t d e ju is te le tte rtyp e n o p d ie c o m p u te r a a n w e zig . D o o r te d u b b e lk lik k e n o p e e n b e s ta n d m e t d e e xte n s ie .p d f w o rd t a u to m a tis c h A d o b e A c ro b a t R e a d e r o p g e sta rt. E e n p ro g ra m m a a tje o m p d f te s ch rijve n . Z ie d e “R e a d M e ”-file o n d e r S ta rt > A ll P ro g ra m s > C u te P D F > P D F W rite r > R e a d m e v o o r e e n h a n d le id in g . D it p ro g ra m m a b e s c h e rm t je c o m p u te r te g e n d e m e e s te viru s s e n . V e rg e e t e c h te r n ie t re g e lm a tig te u p d a te n . D it k a n via h o m e p a g e va n M c A fe e , m a a r o o k via d e s n e lk o p p e lin g d ie o p je d e sk to p s ta a t (U p d a te D a t-file s ). E e n p ro g ra m m a o m b e s ta n d e n te c o m p rim e re n e n te d e c o m p rim e re n . E e n p ro g ra m m a o m b e s ta n d e n o ve r h e t n e t s n e l te k u n n e n u itw is s e le n . (F T P s ta a t vo o r F ile T ra n s fe r P ro to c o l) E e n p ro g ra m m a d a t g e b ru ik t w o rd t b ij d e in s tru ctie w is k u n d e o m o .a ve rg e lijk in g e n o p te lo s s e n e n g ra fie k e n te te k e n e n A n ti-R S I p a k k e t, m a a k t g e b ru ik e r a tte n t o p m ic ro p a u ze s e n ru stp a u ze s e n b ie d t o e fe n in g e n aan. E e n p ro g ra m m a d a t a d - e n s p yw a re ve rw ijd e rt. S c a n je c o m p u te r o n g e ve e r é é n k e e r p e r w e e k o p s p yw a re , e n ve rg e e t vo o ra l n ie t d e u p d a te s te d o w n lo a d e n . U p d a te s v in d je via d e lin k C h e c k fo r u p d a te s n o w (v la k b o v e n d e s ta rtk n o p ) > C o n n e c t > O k . H e t s c a n n e n va n d e c o m p u te r g a a t v ia d e S ta rt-k n o p . D it k a n e ve n tje s d u re n .
38
6
standaard software
Extra Software Soms zul je voor een bepaald vak nog andere software nodig hebben dan er nu op je notebook staat. Of misschien is het voor project of voor doelen buiten je studie handig om bepaalde programma’s te hebben. Als arme student wil je natuurlijk het liefste deze software gratis krijgen. Er zijn verschillende mogelijkheden om extra software te krijgen. Dienst ICT NSCB
Internet
Op de site van de Dienst ICT is via Direct naar > A-Z index > Softwaredistributie een lijst te vinden met software die je direct kan installeren. Op de site van het NSCB en op \\archnas1 (invullen in de adresbalk van W indows Explorer of bij Start > Run) staan ook programma’s die je direct kan installeren. Verder zijn er enkele programm a’s die je bij het NSCB via een cd kunt komen installeren (bijvoorbeeld het tekenprogramma ArchiCAD). Via het internet is verschillende freeware (gratis software) te vinden. Enkele handige freeware programma’s zijn ook opgenom en in de softwarelijst van het NSC. Als je iets van het internet gaat downloaden, let dan goed op of het van een betrouwbare bron is, en of er geen spyof adware in opgenomen is. Ook kun je software kopen via internet, bijvoorbeeld bij Surfspot, hierover meer in de volgende paragraaf. Soms krijg je tijdens de installatie keus of je extra reclam e-programmatjes wil installeren, let hierom altijd goed wanneer je iets installeert! Sites als www.download.com geven vaak aan of er spy- of adware in de download zijn opgenom en .
NB. Als je via de site van het NSC of NSCB software wil downloaden moet je aangesloten zijn op het TU/e-netwerk, direct of via VPN. Voor meer informatie over aansluiten op het netwerk zie §8.1, blz 67.
Software kopen Fabrikanten vinden het vaak goede reclame als hun software op een universiteit wordt gebruikt. De TU/e is aangesloten is bij Surfdiensten (die bieden allerlei contracten aan met software-bedrijven). Via Surfdiensten kan de TU/e makkelijk contracten afsluiten die het mogelijk maken software tegen zeer geringe kosten te gebruiken. Daarvan kan je als student profiteren. Als student aan de TU/e heb je toegang tot de website www.surfspot.nl, waar je goedkoop legale software kan kopen. Verder kun je natuurlijk altijd in de winkel of via andere websites software kopen. Bij Dienst ICT (De Hal, ruimte 0.18, op de begane grond vlak bij de trap) kan je allerlei artikelen kopen voor je computer tegen een veelal gereduceerde prijs. Enkele voorbeelden zijn: Diskettes, beschrijfbare cd’s, documentatie (zoals handleidingen voor Word, Excel en AutoCAD), kopiëer- printer- en plotterpapier, faxrollen, inktpatronen, printerlinten, toners, muizen, joysticks, glasvezelkabel, verloopkabel, ringbanden etc. Dienst ICT is geopend van maandag tot vrijdag, 10.00 tot 16.30 uur. Een prijslijst met alle artikelen die bij de balie van Dienst ICT verkocht worden is te bereiken via www.tue.nl > Diensten > Dienst ICT > Algemene Zaken > Magazijn computerverbruiksmaterialen > prijslijst.
Cursussen Via de TU/e kun je cursussen volgen die je leren om te gaan met verschillende programma’s. Informatie over het cursusaanbod en specifieke cursussen is te vinden via www.tue.nl > Onderwijs > Cursussen en Trainingen > ICT-cursussen.
not e! note!
06
39
6
standaard software
Deïnstalleren Om een programma te deïnstalleren kan je natuurlijk alle mappen bestanden die deel uitmaken van dat programma verwijderen. Dit kan nogal wat zoekwerk geven, en het is uiteraard niet zeker dat je alles verwijdert. Via Start > Control Panel > Add or Remove Programs > selecteren van het gewenste programma > Remove start je de Uninstall Wizard. Deze helpt je door de deïnstallatie-procedure heen. Ook als je programma’s via deze weg
verwijdert kunnen er bestandjes op je computer achterblijven. Als je eens per jaar een nieuw image op in ieder geval de C-schijf van je notebook zet, verdwijnen deze bestandjes zeker.
6.2 Internet
In het begin van de jaren 70 werd door DARPA (Defense Advanced Research Agency) een project opgestart om de centrale computers van een aantal universiteiten met elkaar te verbinden. Dit resulteerde in het zogenaamde ARPA-netwerk. Dit netwerk stelde de universiteiten in staat om programma’s en gegevens uit te wisselen en gebruik te maken van elkaars computers. Eind jaren 70 ontstonden er ook binnen de universiteiten netwerken van computers en daarmee de behoefte om deze netwerken aan elkaar te koppelen. Om de betrokken computers met elkaar te laten communiceren moest er een taal worden ontworpen. In de datacommunicatie wordt zo’n taal een protocol genoemd. rond 1980 was het protocol TCP/IP (Transport Control Protocol/ Internet Protocol) gedefinieerd. Het doel van TCP/IP was om op betrouwbare wijze informatie over de netwerken te transporteren. Omdat het transport van data goed geregeld was, werden allerlei netwerkservices opgezet; het Internet was geboren. Dit bleek een groot succes. Na korte tijd sloten ook niet-Amerikaanse universiteiten en research-instellingen aan. Tegen het einde van de jaren 80 waren alle Nederlandse universiteiten aangesloten op het internet. Het internet werd in eerste instantie alleen gebruikt voor het transport van data, het versturen van email en het benutten van computers elders in het netwerk. Voor al deze services werden aparte protocollen gedefinieerd, die allen gebruik maken van TCP/IP. Rond 1990 werd op de universiteit van Minnesota het gopher-protocol ontwikkeld. Het behulp van het programma Gopher kregen de gebruikers op eenvoudige wijze toegang tot informatie, die door een groot aantal servercomputers ter beschikking werd gesteld. Het vernieuwende van Gopher was dat de gebruiker niet hoefde te weten op welke computer de door hem gezochte informatie aanwezig was, maar dat hij via eenvoudige menu’s snel in contact kon komen met de juiste computer. Enkele jaren later werd bij het onderzoeksinstituut CERN in Genève software ontwikkeld om de daar aanwezige informatie met behulp van grafische hulpmiddelen te ontsluiten. In de op het scherm afgebeelde informatie stonden verwijzingen naar informatie op dezelfde computer of op andere computers aangesloten op het internet. Met een muisklik kon de informatie op het scherm worden getoverd zonder te weten waar die vandaan kwam.
not e! note!
06
40
6
standaard software
Voor deze faciliteiten werd het protocol http (HyperText Transfer Protocol) ontwikkeld. De http-software werd al spoedig ook buiten het CERN gebruikt en op het internet werden een groot aantal http-server ingericht die als een spinneweb met elkaar verbonden waren en naar elkaar verwezen: dit was het World Wide Web (www). Om de informatie op het World Wide Web te kunnen bezoeken gebuikt men zogenaamde internet-browsers. De meest gebruikte zijn Microsoft Internet Explorer, Netscape Navigator en Mozilla Firefox. De TU/e heeft een contract met Microsoft en daarom zijn alle notebooks standaard uitgerust met Internet Explorer. Ook is deze software (en updates daarvan) gratis te downloaden op de website van Microsoft: www.microsoft.com. Meer informatie over Netscape en Firefox is te vinden via respectievelijk www.netscape.com en www.getfirefox.com.
6.3 Internet Explorer Internetbrowser Als je de browser opstart dan verschijnt boven in beeld een witte balk met daarin een internetadres, URL genaamd. Het internetadres dat verschijnt bij het opstarten van de browser heet de startpagina. Standaard is de TU/e-site ingesteld als startpagina. Dit is een instelling die je kunt veranderen via Tools > (Internet) Options > General > Homepage waar je een balk vind om de URL van de nieuwe homepage in te vullen. Als je tijdens het browsen direct een ander adres wil bezoeken typ je die URL in de witte balk. Vaak begint een adres met Http://. Dit hoef je niet in te typen, de browser voegt dit automatisch toe.
not e! note!
06
41
6
standaard software
Zoeken Via de browser kan je ook zoeken naar informatie of specifieke websites. Er zijn verschillende manieren om te zoeken, deze staan hieronder in een overzicht uitgelegd.bladzijde.
URL Hyperlinks
Zoals hierboven vermeld kan je de URL in de adresbalk intypen. Als je op een bepaalde site bent kan je doorverwezen worden naar een andere site door middel van “hyperlinks”, of kortweg “links”. Deze zijn op internetpagina’s te vinden in de vorm van onderstreepte en/of gekleurde tekst en in de vorm van plaatjes waar je op kunt klikken. Op het moment dat je met de cursor boven een hyperlink komt, verandert het pijltje in een wijzend handje. Als je dan klikt, word je automatisch doorgeschakeld. Eventueel kan je via rechtermuisknop op een link > Open link in new window de pagina openen in een apart venster. Zoekmachines Zoeken naar informatie kan je doen via een zoekmachine (search engine). Je kan de URL van een zoekmachine intypen (zie lijst met handige links in de bijlage). Je ziet op de site van de zoekmachine bovenaan een balk waarin je een trefwoord kan intypen (een alternatief is te navigeren via categorieën). De zoekmachine geeft dan een lijst van links met pagina’s waarin jouw trefwoorden voorkomen. NB: Het resultaat van zo’n zoekactie kan erg afhangen van hoe scherp het zoekgebied is afgebakend. Met andere woorden, als je een te globale opdracht geeft aan de machine dan geeft hij enorm veel resultaten met daarbij veel pagina’s die totaal niet voldoen aan wat je voor ogen had. Het is mogelijk om te beperken door bijvoorbeeld op meerdere woorden tegelijk te zoeken. Als je wil dat alle trefwoorden aanwezig moeten zijn dan komt er tussen de woorden ‘’AND’’ of +, als er tenminste één van de trefwoorden moet aanwezig zijn dan is het ‘’OR’’.
Startpagina
Er zijn ook sites die in wezen vergelijkbaar zijn met zoekmachines, maar toch net iets anders werken. Deze sites geven over een bepaald onderwerp een pagina met links naar pagina’s over dat onderwerp. Een voorbeeld van een dergelijke site is startpagina.nl, die een groot aantal zogenaamde “dochters” heeft zoals 040.pagina.nl (een site met links over Eindhoven).
Favorieten Er bestaat de mogelijkheid om interessante adressen op te slaan, dit heet “bookmarking” (bookmark= boekenlegger). In Internet Explorer wordt er gesproken van “favorites”. Om een internetadres toe te voegen aan de favorites hoef je niets anders te doen dan in het menu Favorites > Add to Favorites te kiezen. Ook Favorites zijn snelkoppelingen (ditmaal naar websites) die je weer naar bijvoorbeeld de desktop kan slepen. De favorites kunnen via Favorites > Organize Favorites net zo worden georganiseerd als de bestanden op je harde schijf (je krijgt bij deze optie een soort bookmarking-versie van Windows Explorer te zien, deze werken ongeveer hetzelfde). Zo zou je bijvoorbeeld een map ‘Architectuur’ kunnen maken om internetadressen in op te slaan die informatie over architectuur bevatten. Het opbouwen van een eigen favorietbestand is handig om het internet effectief te kunnen gebruiken, zo kun je bij tijd besparen omdat je niet steeds dezelfde dingen moet opzoeken of URL’s uit je hoofd moet leren. Bovendien kun je een site natuurlijk ook tijdelijk bij favorites opslaan zodat je deze niet kwijtraakt
not e! note!
06
42
6
standaard software
Opslaan en afdrukken Je kunt tekst selecteren en met behulp van het copy-commando Tekst (Ctrl+C) kopiëren. de tekst staat dan op het klembord en is in ieder opslaan programma weer op te roepen door het paste-commando (Ctrl+V). Afbeeldingen Afbeeldingen, animaties of andere bestanden kunnen worden opgeslagen door op de afbeelding te klikken met de rechtermuisknop opslaan > Save Picture As... Wil je de gehele inhoud van een internetpagina opslaan kies dan in het Websites menu File > Save As... Je kunt dan kiezen of je de totale website wil opslaan opslaan inclusief afbeeldingen e.d. of alleen de HTML-code van de website. NB: Als je informatie van internet haalt (tekst of plaatjes), bestaat het risico dat je ongemerkt een virus binnenhaalt. Zorg er daarom voor dat je virusprotectie (McAfee Vshield) actief (enabled) is als je dit doet. Uiteraard is dit risico gering bij gerenommeerde sites.
Websites afdrukken
Het is natuurlijk mogelijk om webpagina’s af te drukken. Kies File > Print. Dan moet je de goede printer kiezen en op welke manier het geprint moet worden, te kiezen uit: • as laid out on screen (zoals op het scherm) • only the selected frame (alleen het geselecteerde vak) • all frames individually (elk vak op een apart vel)
Cookies Beheerders van commerciële sites zijn vaak zeer geïnteresseerd in marktinformatie over potentiële klanten. Soms stoppen ze daarom een zogenaamde ‘Cookie’ in je computer als je een site bezoekt. Een Cookie is een heel klein bestandje dat informatie over jou doorspeelt naar de site-beheerder als je zijn site weer bezoekt. Soms kan dit handig zijn, bijvoorbeeld als je bij een internetwinkel iets in je winkelwagentje doet maar niet meteen afrekent, en het er de volgende dag nog in staat. Cookies kunnen echter ook worden doorgespeeld aan andere sites, die jij geen toestemming hebt gegeven om jouw gegevens te registreren. Je kan je browser zo instellen dat je privacy gewaarborgd wordt. Dit gaat in Internet Explorer als volgt: Tools > Internet Options > Privacy. Met de schuif links stel je grof de veiligheidsregels in, via de knop sites kan je cookies van sites altijd accepteren of weigeren. Cookies worden ook geschaard onder spyware, en worden hierom verwijderd door programma’s als AdAware. Voor meer informatie over spyware zie §5.2, blz 33, voor meer informatie over Ad-aware zie §7.1, blz 58. Netwerketiquette Op het netwerk is niet alles toegestaan. Er zijn ongeschreven en geschreven regels waar iedereen zich aan te houden heeft. De TU/e heeft een gedragscode computergebruik, te bekijken op de site van het Studenten Service Centrum (STU). De gedragscode is te vinden via www.tue.nl > Diensten > Onderwijs & Studenten Service Centrum > Homepage > Regelingen > Gedragscode Computergebruik > Reglement Computergebruik.
not e! note!
06
43
6
standaard software 6.4 Outlook
Microsoft Outlook is een programma waarmee je elektronische post (e-mail) kan verzenden en ontvangen, je agenda kunt bijhouden en doorgeven aan anderen, je een adresboek bij kunt houden etc. Outlook bevat naast mogelijkheden met betrekking tot E-mail een agenda (Calendar), een adressenboek (Contacts), een takenoverzicht (Tasks), een notitieblok (Notes) en een logboek (Journal). Outlook is niet alleen voor jezelf handig als planning-instrument, maar is juist ook geschikt voor samenwerken. Je kan namelijk makkelijk agenda’s op elkaar afstemmen en gegevens uitwisselen. Outlook vervult dus bij uitstek functies die goed van pas komen in je individuele studie en bij groepswerk in projecten. Reden genoeg om er eens in te duiken. Hier wordt slechts een korte inleiding gegeven. Al werkend kan je via de help-functie verder komen. Daarnaast worden er cursussen gegeven (zie §6.1, blz 39). Outlook Web Access Via Outlook Web Access kan je door je wachtwoord in te vullen toegang krijgen tot mailbox als je op een andere computer werkt of niet verbonden bent met het TU/e netwerk. Outlook Web Access vind je onder www.tue.nl > Student > Studentenfaciliteiten > Outlook Web Access. Ook kan je toegang krijgen tot je mail via studyweb. Voor meer informatie over studyweb zie §2.2, blz 12.
Navigatie Als Outlook 2003 wordt gestart is het eerste dat opvalt de navigatiebalk aan de linkerzijde van het scherm. Onderaan in de balk zie je aan de ingedrukte knop (iets donkerder dan de anderen) waar je nu aan het werk bent. Hierboven wordt een menu weergegeven met opties of een overzicht waarin je verder kunt navigeren. Dit verandert als je onderaan een andere knop indrukt. Met het pijltje rechts op de onderste knop (configure buttons) kun je kiezen welke iconen worden weergegeven en op welke manier (als klein icoontje of volledige knop). De opties waar de navigatiebalk je toegang tot geeft zijn (van boven naar beneden) je mailbox, kalender, adresboek, taken en notities, een overzicht van alle folders en eventueel een lijstje met shortcuts dat je hebt gespecificeerd. NB: Als er bij “Inbox” een getal tussen haakjes staat, betekent dit dat er zoveel ongelezen mailtjes zijn.
Weergavemogelijkheden Onder View wordt ingesteld hoe items te zien zijn. Bij mail, is hier in te stellen of je in de “Inbox” al een voorvertoning (eerste regels) krijgt van het bericht en ziet van wie je het bericht hebt gekregen (view > autopreview). Tevens kan je via View > Reading Pane kiezen of je het mailtje al in de inbox wil zien en waar of helemaal niet (mailtjes worden dan in een ander venster geopend). Tevens kun je hier de eerder behandelde navigatiebalk (Navigation Pane) uit- en aanschakelen. Dit kan je ook doen via Alt+F1. NB: De navigation pane lijkt een beetje op de Task Pane uit andere Office-programma’s, deze zijn echter niet dezelfde. Outlook heeft zijn eigen task pane, te openen via view > toolbars > task pane. Via de Task Pane van Outlook heb je toegang tot de helpfunctie, mogelijkheden om zoekopdrachten uit te voeren (woordenboek, encyclopedie etc) en de opties voor plakken (clipboard). In alle overige Office-programma’s activeer je de Task Pane met Ctrl+F1 (of voor de help-functie F1), maar in Outlook werkt Ctrl+F1 niet, gebruik daarom F1.
not e! note!
06
44
6
standaard software
Bestandsbeheer Helemaal links op de horizontale balk bovenaan zie je een knop “New”. Hiermee kan je een nieuw item aanmaken. Het soort ‘new item’ is afhankelijk van de folder die op het moment actief is. Als je bijvoorbeeld in de Inbox bent, kan je een nieuw bericht maken. Bovendien kan je door op het pijltje naast de knop te drukken een menu tevoorschijn halen waarin je een andersoortig item kan maken, onafhankelijk van in welke folder je je bevind.
Mail In de knoppenbalk bovenaan een nieuw bericht heb je toegang naar de knop Options. Door hierop te klikken kan je het bericht wat eigenschappen meegeven, zoals de prioriteit van het bericht en de status (vertrouwelijk, normaal, persoonlijk, privé). Tevens is het mogelijk om Voting and Tracking Options in te voeren: je kunt daarmee onder andere instellen dat je automatisch bericht ontvangt als de betreffende persoon het mailtje ontvangen of gelezen heeft. In een e-mail staat als eerste aangegeven naar wie je het bericht stuurt (To:), daaronder zie je Cc en Bcc staan. Cc betekent “carbon copy”. In dit vak kun je één of meerdere emailadressen invoeren, waarheen een kopie van het bericht verstuurd wordt. Alle ontvangers van het bericht krijgen deze lijst adressen te zien. Wil je niet dat de ontvanger kan zien naar wie een bericht nog meer is verstuurd? Dan dien je de adressen in te vullen onder “Bcc” (blind carbon copy, nieuw bericht openen > klik op pijltje naast de Options-knop > Bcc). Door op To, Cc of op Bcc te klikken krijg je toegang tot het TU/e adresboek, waarin je gemakkelijk andere studenten of docenten kan opzoeken. In hetzelfde menu (bij de options-knop) vind je een mogelijkheid “e-mail signature”. Hiermee kun je een standaardafsluiting voor al je berichten instellen. Je geeft je signature een naam, en typt daaronder de standaardafsluiting zelf. Daaronder kun je achter Signature for New Messages en Signature voor Replies en Forwards de naam van de gewenste signature uit de lijst kiezen. Elk nieuw bericht, reply of forward krijgt nu standaard de gewenste signature. Mailbeheer Als je een mailtje schrijft, kan je het tussendoor opslaan om even wat anders te doen. Je kunt gewoon Outlook afsluiten: het programma vraagt of het bericht bewaard moet blijven (of je kunt het mailtje bewaren via File > Save). Als je weer verder wil schrijven zit het bericht in de map Drafts in je inbox. Als je een item (bericht, notitie of taak) wil bewaren, dan kan dat in categorieën. Dit is makkelijk voor het terugvinden van items, die met een bepaalde categorie te maken hebben. Je hebt bijvoorbeeld de categorie “Atelierwerk” gemaakt. Alle mail, documenten en afspraken kun je nu onder die categorie onderbrengen (item selecteren > Edit > Categories > categorie kiezen > Ok) en raadplegen.
not e! note!
06
45
6
standaard software
In je inbox kan je verschillende mapjes maken, bijvoorbeeld “werk” en “prive”. Outlook heeft een handig middel waarmee je kunt instellen dat elk mailtje van een bepaalde persoon automatisch in het juiste mapje komt. Selecteer hiervoor een mailtje, en ga dan naar Tools > Rules and Alerts > New Rule. Dan krijg je een lijst met templates voor je, en kies je hetgene wat je wil bereiken. Kies de juiste template en druk op next. Dan wordt er gevraagd wat de criteria voor de berichten zijn. De stap erna wordt gevraagd welke acties moeten worden uitgevoerd op mailtjes die aan deze criteria voldoen. De volgende stap wordt gevraagd of er uitzonderingen op deze regel gemaakt worden en zo ja welke dat zijn. Na deze stappen wordt je gevraagd een naam op te geven voor deze regel. Geef vooral een goede, beschrijvende naarm op, die je later weer kunt herkennen als je de regel wil veranderen. Via vinkjes kun je ervoor kiezen de regel toe te passen voor alle mailtjes die al in de inbox aanwezig zijn, en om de regel te activeren. Als je op finish drukt zie je in het eerder geopende dialoogvenster de regel staan, vanaf hier heb je een overzicht van alle bestaande regels en kun je deze veranderen of verwijderen. Als je snel een rule wil maken en activeren kan dat via bericht selecteren > rechtermuisknop > Create Rule, of via de Create Rule knop in de knoppenbalk bovenaan. Je krijgt hierbij echter geen overzicht van de al bestaande regels en voor het weergeven van alle opties moet je op de knop advanced klikken. Als het goed is heb je in het
voorbijgaan gezien dat je met regels nog veel meer kan dan alleen het herdistribueren van e-mail over verschillende mappen, neem vooral een keertje de tijd om hier goed naar te kijken, dit kan veel tijdsbesparing en meer overzichtelijkheid opleveren.
Als je anderen die een exchange-account hebben toestemming wilt geven (een bepaalde map) met e-mail te lezen, kan dit via rechtermuisknop op de map > Sharing. Dan krijg je een dialoogvenster waarin je mensen kunt toevoegen via de knop Add en via de opties onder permissions bepalen wat deze persoon in mag doen (alleen lezen, zelf dingen schrijven of veranderen etc). Als iemand jou op deze manier gemachtigd heeft, kan je zijn of haar folder/agenda/adresboek etc openen via File > Open > Other User’s Folder. Agenda De folder “Calendar” geeft de mogelijkheid om afspraken te maken (via de New-knop). In te stellen zijn het onderwerp van de afspraak (subject), de plaats (location), de tijd (start time, end time), een herinnerings-alarm (reminder), de pioriteit (label), extra opmerkingen en eventueel kan je ook nog een bestand toevoegen via Insert > File (bijvoorbeeld de notulen van de vorige vergadering, die je nog moet afdrukken). Handig is de knop Recurrence in de werkbalk. Hiermee geef je aan dat de afspraak een terugkerende is (bijvoorbeeld jaarlijks, wekelijks of maandelijks). Je kan je afspraken en planning op een aantal manieren aan anderen kenbaar maken. Je kan bijvoorbeeld iemand (op voorwaarde dat deze persoon ook een exchange-account heeft) machtigen in je adresboek te kijken, of er iets in te zetten of te veranderen. Als je in de navigatiebalk op de calendar-knop drukt zie je het vak bovenaan niet alleen een maandoverzicht maar ook onder het kopje “my calendars” twee commando’s: Open a Shared Calendar en Share my Calendar. Dan krijg je een zelfde dialoogvenster te zien als je krijgt bij het sharen van je e-mail, en kan je mensen toevoegen en alle gewenste functies activeren.
not e! note!
06
46
6
standaard software
Als je bij het maken van een calendar-entry het vakje Private rechtsonder aanvinkt, kunnen anderen de betreffende afspraak niet zien. Via Open a Shared Calender kan je uiteraard de agenda van iemand anders openen, als deze persoon jou gemachtigd heeft. Als je niet wil dat iemand je hele agenda kan zien, maar wel een afspraak wil maken kan je een calendar-entry versturen. Dit gaat via Calendar > New > Invite Attendees, waar je alles in kunt vullen als gewoonlijk en via send kan verzenden. De ontvanger krijgt nu de vraag of hij of zij deze afspraak wil maken of niet, als hij/zij accepteert staat deze afspaak in jullie beider agenda’s. Je kunt een afspraak ook ter kennisgeving doorsturen via rechtermuisknop op de afspraak in het overzichtsscherm > Forward.
Adresboek De folder “Contacts” is een uitgebreid adresboek. Hier kunnen zeer veel gegevens ingevoerd worden: o.a. adres, telefoonnummer, soort relatie (thuis, zaak, anders) etc. Ook tot je adresboek kan je anderen toegang geven, dit gaat op dezelfde manier als bij de calendar. Ook hier resulteert een vinkje in het vakje Private in onzichtbaarheid van het betreffende contact voor anderen. Het doorsturen van contactgegevens gaat ook via rechtermuisknop > Forward. Takenoverzicht Tasks is een folder waarin van persoonlijke of werkgebonden acties, handelingen en vorderingen worden bijgehouden. Taken kunnen gesorteerd en gemarkeerd worden. Tevens kan er een herinnerings-alarm aan toegekend worden. Het is ook mogelijk de taken uit te besteden via Tasks > New > Assign Task. Dit werkt vergelijkbaar met een uitnodiging voor een afspraak zoals hierboven beschreven. Als je een taak ingevoerd hebt via Tasks > New > verschillende instellingen specificeren > Save and Close komt de task in de lijst te staan onder de naam die je eerder hebt opgegeven. Een leeg vierkantje voor de naam geeft aan dat de taak onvoltooid is. Als je op het hokje klikt wordt de naam van de taak doorgestreept, wat uiteraard betekent dat de taak afgerond is. Als je voor een taak (eventueel met een medestudent of iemand anders) een afspraak wil maken, kun je de taak naar de kalender slepen. Als je het taak-symbool met Ctrl ingedrukt sleept, is het mogelijk de taak te kopiëren. Het doorsturen van een taak gaat via rechtermuisknop > Forward, precies zoals andere Outlook-items ook verstuurd kunnen worden. Anderen toegang geven tot je takenoverzicht werkt precies hetzelfde als bij de agenda en het adresboek. Notities Via de knop “Notes” kom je bij een overzicht van je notities, de Outlook-variant van de gele post-it briefjes. Zowel anderen toegang geven tot notites als het maken en versturen van notities werkt precies op dezelfde manier als hierboven beschreven voor andere items. Folder List De folder list is een wat uitgebreider en duidelijker overzicht van al je verschillende folders en Outlook-functies.
not e! note!
06
47
6
standaard software
Shortcuts In de shortcuts lijst kun je een snelkoppelingen opnemen naar verschillende mappen of programma’s. Dit kan via Create Shortcut of via het slepen van iconen. In de shortcut lijst kun je mappen binnen Outlook opnemen maar ook mappen daarbuiten en zelfs andere programma’s. Via create shortcut kan je echter alleen mappen uit Outlook opnemen in de lijst. Je kan de volgorde van de lijst beinvloeden via rechtermuisknop op shortcut > Move Up in List of Move Down in List. Uiteraard kun je de volgorde van de snelkoppelingen ook veranderen door deze naar boven of beneden te verslepen. Journal Het woord “Journal” betekent logboek, wat in Outlook dus ook precies de functie is. Hierin vind je een chronologisch overzicht van contacten met relaties, de belangrijkste documenten en de activiteiten. Je moet het Journal echter wel eerst activeren, wat inhoudt dat je naar het journal gaat en aangeeft dat je het logboek wil gebruiken. Het journal vind je onder Go > Journal of ctrl+8. Als je bevestigd dat je het logboek wil activeren, krijg je een dialoogvenster te zien waarin je wordt gevraagd welke activiteiten en documenten bijgehouden moeten worden in het Journal. Via het menu Tools > Journal Options (onder het kopje Contacts) is ditzelfde dialoogvenster te bereiken, en zijn de instellingen dus achteraf te veranden. Om het journal uit te zetten moet je alle vinkjes weghalen, er wordt dan niets meer bijgehouden.
6.5 Geavanceerd gebruik Outlook Als je vaak vergelijkbare mailtje verstuurt of vaak mailtjes verstuurd naar dezelfde groep, heeft Outlook een aantal middelen waarmee je het jezelf een stuk makkelijk kunt maken. Distributielijst Als je vaak een mailtje stuurt naar eenzelfde groep mensen, kan het gemakkelijk zijn een distributielijst te maken. Via File > New > Distribution List kom je bij een dialoogvenster waarin je de naam van de lijst en de leden (members) van de groep aan kunt geven (via Select Members uit het TU/e adresboek en via Add New een willekeurig adres). Eventueel kun je bij het tabblad notes nog opmerkingen toevoegen. Als je op Save and Close drukt wordt de distribution list weergegeven bij contacts met een icoontje dat twee hoofdjes voorstelt om deze te onderscheiden van andere adressen. Templates Als je een sjabloon (Engels = template) wil maken moet je eerst zorgen dat Word niet ingesteld staat als standaard e-mail editor. Dit doe je onder Tools > Options > Mail Format tab > vakje voor “Use Microsoft Office Word 2003 to Edit e-mail Messages” leegmaken. Dan kun je via File > New > Mail Message > standaardinformatie speciferen > Save As > Outlook Template (bestandsextensie .oft) een template maken. Hierna kan je Word weer als e-mail editor instellen. De gecreëerde template kan je nu gebruiken via Tools > Forms,> Choose Form > Look in > User Templates in File System > template selecteren > Open.
not e! note!
06
48
6
standaard software 6.6 Word
Word is een tekstverwerkingsprogramma, waar je mee kan typen en opmaken. Tekst is eenvoudig te corrigeren en te verplaatsen. Taalfouten kunnen door het programma automatisch worden gecorrigeerd. Binnen Word kunnen bestanden logisch worden ingedeeld in hoofdstukken en paragrafen. Daaruit kan automatisch een inhoudsopgave worden gegenereerd. Ook is het mogelijk voetnoten en bijschriften op te nemen en deze automatisch te laten bijwerken. Allemaal zaken die van groot gemak zijn bij het maken van verslagen en publicaties. Tenslotte is het mogelijk in Word plaatjes, tabellen, grafieken, tekeningetjes en zelfs filmpjes op te nemen. Nadeel is echter dat als je in Word naast tekst veel andere elementen opneemt, het bestand snel heel groot wordt en daardoor Word sneller vastloopt. Bovendien zijn de opmaakmogelijkheden bij het gebruik van een uitgebreide lay-out met veel plaatjes en andere elementen beperkt. Voor een uitgebreide lay-out met veel gebruik van grafische elementen is het daarom aanbevolen een programma te gebruiken dat geschikt is voor het maken van publicaties, zoals CorelDRAW, Quark, Adobe InDesign of Pagemaker. CorelDRAW is standaard geïnstalleerd op je computer, voor meer informatie over dit programma zie §7.3, blz 62.
Tekstbestanden Er zijn verschillende bestandsformaten die tekst kunnen bevatten. Word bestanden worden opgeslagen in het bestandsformaat .doc. Een ander bestandsformaat dat je ook regelmatig zult tegenkomen is .txt. Bestanden met die uitgang worden standaard gekoppeld aan het programma “Notepad”, het kladblok van Windows. Kladblok bestanden kunnen door Word zowel gelezen als gemaakt (save as > save as type > plain text *.txt) worden. Het voordeel van een txt-bestand is dat iedereen, ook met de meest verouderde computer, het kan lezen. Deze bestandjes kunnen niet al te groot zijn en bevatten geen opmaak-elementen. NB: Als je een Word-bestand als .txt opslaat ben je alle opmaakinformatie dus kwijt. Een bestandsformaat dat qua mogelijkheden tussen .txt en .doc in ligt is het bestandsformaat .rtf (Rich Text Format). Dit formaat kan toch enige opmaak bevatten, zoals gegevens of iets vet of cursief is. Dit bestandsformaat kan zowel gelezen als gemaakt worden door Word. Tevens kan het bestandsformaat gemaakt worden door het programma Wordpad (Start > All Programs > Accessories > Wordpad). Wordpad kan alleen .rtf en .txt bestanden lezen en maken. Een belangrijk formaat is .html (in Windows .htm). HTML staat voor HyperText Markup Language, het formaat voor het Internet. Deze bestanden bekijk je bij voorkeur met een internetbrowser, maar ze zijn ook te lezen in Word. In toenemende mate kunnen programma’s zoals Word en Excel ook HTML schrijven. Voor meer informatie over HTML zie §6.2, blz 41.
not e! note!
06
49
6
standaard software
Weergavemogelijkheden Word is op allerlei manieren aan je eigen voorkeuren aan te passen via het menu Tools > Options. Neem gerust een lange winteravond om het allemaal te bestuderen. Via Tools > Customize kunnen de diverse knoppenbalken aan de individuele smaak worden aangepast. Op het moment dat het venster customize geopend is, kunnen knoppen uit de getoonde overzichten gesleept worden naar knoppenbalken die op dat moment actief zijn op het scherm. De betrokken functie wordt daarmee aan de balk toegevoegd. Omgekeerd kunnen ook knoppen van bestaande balken worden verwijderd. Afsluiten van het menu Customize voert de wijziging door. Er zijn maar liefst vijf verschillende “views” voor je werkgebied. Deze zijn te vinden als kleine knopjes geheel links naast de horizontale scroll bar. Deze mogelijkheden zijn van links naar rechts: Normal view, Web Lay-out view, Print Layout View, Outline View en Reading Layout. In Normal View heb je gewoon een werkveld, terwijl je in Print Layout View alles ziet precies zoals het geprint zou worden. In de Outline View krijg je snel een goed overzicht van de structuur van de tekst, terwijl Web Layout View een aangeeft hoe de pagina er als website uit zou zien. De Reading Layout geeft een overzichtelijke weergave van het document, waarin het eenvoudiger is om het document te lezen (grotere letters en minder opmaakmogelijkheden). Deze weergave mogelijkheden zijn ook te bereiken via het View-menu. Als je na een alinea op een nieuwe bladzijde wil beginnen kun je dat doen door het aanslaan van Ctrl+Enter. Als je in Word bezig bent in het print layout view zie je het document zoals deze uit de printer komt. De marges onder en boven de bladzijde kunnen echter heel onhandig zijn als je net rond het eind van de bladzijde aan het typen bent. Als je de muis echter over de lijn tussen de beide bladzijden beweegt zie je het pijltje veranderen in een ander icoontje. Als je met dat icoontje één keer klikt worden de bladzijden samengetrokken zodat je alleen maar een lijn ziet. Dit is een stuk overzichtelijker. Dezelfde actie geeft je de eerdere weergave terug. Marges Marges voor links, rechts, onder en boven zijn te vinden in het menu File > Page Setup > Margins. Hier kan je ook instellen of de marges gespiegeld moeten worden. Tegenover elkaar liggende pagina’s hebben dan een binnen- en buitenmarge in plaats van een linker- en rechtermarge. Denk bij de keuze van de marge aan het eventueel inbinden of nieten van het document. Maak de marges niet te klein. Een brede kolom tekst leest namelijk niet zo prettig (een te smalle overigens ook niet). Uiteraard moet bij het definiëren van de marges ook gelet worden op de marges die de printer hanteert, zodat er niet per ongeluk stukken van de publicatie niet geprint worden. De printers op de TU/e hebben gelukkig een vrij minimale printmarge, maar dit geldt niet altijd voor een printer die je zelf hebt gekocht.
not e! note!
06
50
6
standaard software
Locale opmaak Tekst kan vetter worden gemaakt (Ctrl+B), schuin worden gezet (Ctrl+I), onderstreept worden (Ctrl+U), groter of kleiner worden gemaakt, etc. via de knoppenbalk Formatting (indien deze niet op het scherm staat kies je in de menubalk View > Toolbars > Formatting). Om iets te veranderen selecteer je de tekst en klik je op de gewenste knop of sla je de juiste sneltoets aan. Om het effect ongedaan te maken kies je Ctrl+Z of als de actie al langer geleden is kan je dit ongedaan maken via het selecteren van de tekst en het aanslaan van dezelfde toetsencombinatie. De lettergrootte kan ook met de hand worden ingevoerd door het getal in het pulldown menu aan te passen. Doe dit door met de cursor in het vakje te klikken en het getal met het toetsenbord te veranderen. Vervolgens bevestig je de nieuwe waarde met een return. Je kan de lettergrootte aangeven met de precisie van één decimaal (gebruik een komma, geen punt).
Opmaakstijlen In Word kan je heel handig een standaardopmaak creëren, met behulp van de Task Pane (Ctrl+F1). Bovenaan staat de naam van het tabblad waar je je nu bevind. Bij het openen van Word krijg je standaard de tab New Document (met opties voor het openen van een nieuw document) te zien. Om de opmaak te regelen klik je op de naam van de tab, en kies je uit de lijst Styles and Formatting. In dit venster kan je een bepaald opmaak definiëren en toepassen op tekst. Als je nu uit de lijst de opmaak herdefinieert worden de eigenschappen van de tekst horende bij die opmaak automatisch ook veranderd. Dit kan handig zijn als je de uiteindelijke opmaak nog niet weet, maar de hiërarchische structuur van je verslag al wel duidelijk is. Deze optie kan ook heel handig zijn als je met meerdere mensen aan een verslag werkt. Je kunt dan zelfs al de opmaak vastleggen in een template (bestandsextentie voor word is .dot). Een template is een soort standaarddocument die als basis kan worden gebruikt voor een nieuw document. De standaard template voor Word-documenten is Normal.dot, maar in de Task Pane > New Document kan je onderaan kiezen welke template er wordt gebruikt voor het aanmaken van een nieuw document. Je kunt zelf een template aanmaken door een in een leeg document de gewenste instellingen voor opmaak, marges etc aan te geven en dit via Save As > Save As Type > Document Template (*.dot). Dit .dot document kan je hierna makkelijk verspreiden (via mail bijvoorbeeld) zodat iedereen in je werkgroep ermee kan werken. Kop- en Voetteksten Kies in het menu View > Headers and Footers. Via het balkje dat in beeld komt kun je springen tussen kop en voettekst, en in het vakje dat omgeven word door de gestippelde lijn kan je de tekst aangeven. Om paginanummers in te voeren kies je in het menu Insert > Page Numbers. Paginanummers wijzigen vanzelf mee als je het document aanpast. Als de paginanummers niet op de afdruk verschijnen, staan ze buiten het bedrukbare gebied van de gebruikte printer. Dit is als volgt te wijzigen: dubbellikken op het paginanummer. Je komt nu in de zogenaamde Footer, de tekst op je pagina wordt grijs. Zet de cursor op de bovenkant van het witte vlakje in de zijliniaal. De cursor verandert in een dubbele pijl. Houdt de linker muisknop ingedrukt en beweeg de cursor iets naar boven. Het witte vakje wordt groter en het paginanummer komt hoger te staan. Klik nu op een willekeurige plaats op de bladzijde dubbel. De tekst wordt dan weer zwart en het paginanummer grijs. Je kunt in File > Print Preview kijken of het paginanummer nu wel geprint wordt
not e! note!
06
51
6
standaard software
Kolommen Een hele simpele manier om kolommen te maken door (een deel van de) tekst te selecteren en via Format > Columns het aantal kolommen aan te geven. Via het selecteren van tekst en datzelfde dialoogvenster kan op een later tijdstip altijd nog het aantal kolommen van (een deel van) de tekst veranderd worden.
Inhoudsopgave Kies in de menubalk Insert > Index and Tables > Table of Contents. Vervolgens stel je in wat de indeling van de inhoudstabel wordt, of de paginanummers zichtbaar zijn, hoe je nummers worden uitgelijnd, of je subkoppen mee wil nemen etc. Als gegevens veranderd zijn, dan moet de inhoud ook aangepast worden. Dit kan door rechtermuisknop op de inhoudsopgave > Update Field > kies Update Entire Table of Update page numbers only. Het is aan te raden om te kiezen voor Update Entire Table, dan weet je zeker dat overal de laatste informatie staat.
6.7 Excel Excel is een spreadsheet (rekenblad). Een Excel bestand kan je zien als een werkboek, met verschillende rekenbladen (het wordt dan ook ‘Workbook’ genoemd). De bladen zijn een soort ‘ruitjespapier’. In de hokjes kunnen gegevens en formules worden geplaatst. Daarmee kan worden gerekend en er kunnen grafieken mee worden gemaakt. Omdat veranderingen snel zijn aan te brengen, is het mogelijk vele varianten door te rekenen. Excel is ook in staat grote hoeveelheden gegevens te verwerken en is daarom geschikt voor het maken van bijvoorbeeld stedebouwkundige analyses of calculaties betreft het ruimtegebruik in een gebouw. Berekeningen Nadat je data in een tabel hebt geplaatst, kan je er berekeningen op los laten, door in een vakje een functie te deponeren. Dit doe je met de functie-wizard (Insert > Function) of handmatig in het schrijfvak. Repeterende berekeningen Moet je in een tabel steeds dezelfde berekeningen maken, maar met andere cellen? Dan kun je de formules eenvoudig overbrengen naar andere cellen. Deze zijn te kopiëren door een vakje te selecteren en op de hoek te gaan staan. Als je de hoek in een plus ziet veranderen, dan kun muisknop ingedrukt houden en de cursor verplaatsen naar aangrenzende vakken, waar de functie in moet komen (met aangepast bereik). Nauwkeurigheid en eenheden De nauwkeurigheid kan je aanpassen via de knoppen Increase Decimal en Decrease Decimal (twee rijen nulletjes boven elkaar, met een blauw pijltje in het rijtje waar maar één nul staat). Eenheden kun je veranderen door op de knop Currency of Percent Style te drukken. Al deze knoppen vind je op de formatting-werkbalk. Als de formatting-toolbar niet te zien is, kan je deze tonen door View > Toolbars > Formatting.
not e! note!
06
52
6
standaard software
Eigenschappen van cellen Via rechtermuisknop op de cel(len) > Format Cells kan je een aantal eigenschappen van het vakje in de tabel veranderen. Je kunt onder andere de oriëntatie van de tekst (van links naar rechts, ven boven naar beneden etc.), de teksteigenschappen (grootte, lettertype etc.), eventuele randen (dikte, kleur etc.) en de achtergrondkleur wijzigen.
6.8 Tabellen en Grafieken
Tabellen In Word kunnen tabellen gemaakt worden. Een tabel maak je in Word via Table > Insert > Table > aantal kolommen (columns) en rijen (rows), grootte en opmaak aangeven > Ok. De tabel wordt dan in je document geplaatst op de positie van de cursor. De kolommen zijn dan allemaal even breed, maar de breedte is aan te passen door je cursor precies op een scheidingslijn te plaatsen. De cursor verandert in een dubbele streep met dubbele pijltjes. Door op de linkermuisknop te drukken en te slepen is de breedte naar wens aan te passen. De hoogte van de rijen wordt bepaald door de tekst die in de vakken (‘cellen’) wordt geplaatst. Via (deel van de) tabel selecteren > rechtermuisknop op de tabel > Distribute Rows Evenly of Distribute Columns Evenly worden van de geselecteerde cellen of de hele tabel de rijen of kolommen allemaal even groot gemaakt. Binnen deze tabellen heb je de beschikking over de basismogelijkheden van een spreadsheet. De spreadsheet mogelijkheden vind je onder Table > Formula. Voor simpele berekeningen kunnen de spreadsheet mogelijkheden van Word handig zijn, maar zeker voor uitgebreidere berekening wordt aanbevolen Excel te gebruiken. De gewenste cellen zijn makkelijk naar Word te kopiëren via cellen selecteren > Ctrl+C > Word openen >cursor op de gewenste plaats zetten > Ctrl+V. Tabellen in Word zijn belangrijk voor het vormgeven van je tekst. Veelal is het veel beter om met tabellen te werken in plaats van met inspringingen, laat staan met tabs. Tabs zijn vaak heel vervelend als je de lay-out van een document wil aanpassen, er ontstaan dan allerlei gaten in de tekst. Bovendien bieden tabellen meer mogelijkheden. Normaal zijn bij een afdruk de vakken van een tabel onzichtbaar. Als je de tabel toch een bepaalde vormgeving wil geven kan je dit bereiken via met de cursor op de tabel gaan staan > Table > Table Autoformat > kies een opmaak uit de lijst > Ok. Voor zeer simpele opmaak selecteer je (enkele cellen van) de tabel en kies je stijl, kleur en dikte van dit gebied onder rechtermuisknop > Borders and Shading. Tabellen in Excel zijn voornamelijk belangrijk voor het uitvoeren van berekeningen, hiermee kunnen ingewikkelde berekeningen uitgevoerd worden en deze snel en gemakkelijk omgezet kunnen worden in grafische voorstellingen.
not e! note!
06
53
6
standaard software
Grafieken Excel Selecteer een gebied van de tabel, waarvan je een grafiek wil hebben. Druk op de knop Chart Wizard op de Standard Toolbar of via Insert > Chart. Maak keuzes voor de soort grafiek, welke gegevens waar gebruikt worden, uit allerlei opties voor benamingen, en of de grafiek als een nieuw object op hetzelfde vel of op een nieuw vel moet komen. Vervolgens komt daar een grafiek te staan. Deze is te verplaatsen en te verschalen. Word Om een grafiek te maken in Word, ga naar Insert > Object > Microsoft Graph Chart. Je krijgt dan automatisch een tabel te zien, waarin je gegevens kan invoeren. Een grafiek verschijnt tegelijkertijd op de achtergrond. Door met de rechtermuisknop op de grafiek te klikken, kan je de grafiek aanpassen. In Excel zijn de opties voor grafieken echter een stuk uitgebreider en ook deze kunnen via Ctrl+C > Ctrl+V gemakkelijk geplaatst worden in een Word-document. Excel is een stuk overzichtelijker, het wordt aanbevolen om voor grafieken en tabellen met numerieke gegevens Excel te gebruiken.
Speciale Tekens Speciale tekens zoals als letters met accenten of wiskundige tekens kan je bij zowel Word als Excel vinden onder Insert > Symbol. De andere mogelijkheid om een klinker van een accent of trema te voorzien gaat als volgt. Druk eerst op de de ‘ of de “, en sla vervolgens de gewenste klinker aan. Een ‘+e zorgt dan bijvoorbeeld voor een é, terwijl de “+e zorgt voor een ë.
6.9 Afbeeldingen en Tekeningen in Office Invoegen in Word, Excel en PowerPoint In alle programma’s van het MS Office pakket zijn afbeeldingen in te voegen in een document door Insert > Picture > From File. Uiteraard werkt ook hier selecteren > Ctrl+C > Ctrl+V. Een andere methode is het slepen (drag and drop) van een plaatje uit een ander openstaand document in een ander programma. Beide documenten moeten hiervoor op je desktop zichtbaar zijn. Je moet hiervoor het plaatje selecteren in het ene document, de linkermuisknop ingedrukt houden en het plaatje verslepen naar het andere document. Het programma waar het plaatje uit weggesleept word, moet deze werkwijze wel ondersteunen (bijna alle Windows programma’s doen dit). Kijk uit met het slepen in verband met RSI. Voor meer informatie hierover zie §4.2, blz 23. Als je een plaatje ingevoegd hebt krijg je via rechtermuisknop > Show Picture Toolbar een werkbalk te zien met allerlei handige opties om het plaatje aan te passen. Hier vind je opties om de kleuren bewerken, te roteren en bij te snijden. Deze opties zijn echter zeer beperkt, het wordt aanbevolen een fotobewerkingsprogramma te gebruiken (bijvoorbeeld CorelPHOTO-PAINT, zie paragraaf 7.5, blz 65) en de afbeelding pas in te voegen als deze volledig naar wens bewerkt is. De voor tekstverwerking (Word) belangrijkste optie op de picture toolbar is de “text wrapping knop”. Als je de Text Wrapping knop indrukt krijg je een overzicht van de verschillende opties op de Text Wrapping Toolbar, met daarachter gespecificeerd welk effect de knoppen hebben.
not e! note!
06
54
6
standaard software
Grootte In Word en PowerPoint kun je een afbeelding vergroten of verkleinen door deze te selecteren en vervolgens een van de hoek- of middelpunten te verslepen. Door een van de hoekpunten te verslepen blijft de verhouding tussen hoogte en breedte gehandhaafd. Door een van de middelpunten van de zijden te verslepen verander je de verhoudingen van de afbeelding. Voor meer informatie over Microsoft PowerPoint zie §6.10, blz 56. Een tweede mogelijkheid biedt een klik op de afbeelding met de rechtermuisknop > Format Picture. Bij het tabblad size is in te vullen welke afmetingen de afbeelding moet krijgen (onder Size and Rotate in cm, onder Scale in procenten). Door middel van vinkjes kan je controleren of de verhoudingen gehandhaafd blijven of niet. Via Format Picture kunnen ook een aantal andere eigenschappen van de afbeelding gemanipuleerd worden, vaak iets preciezer dan via de picture toolbar.
Fotobewerkingsprogramma’s verschalen op een wezenlijk andere manier dan bijvoorbeeld Word. Fotobewerkingsprogramma’s passen de beeldinformatie aan, waardoor je de hoeveelheid informatie optimaal afstellen op de afdrukgrootte. Wanneer je een 300 dpi foto echter in Word een factor 4 verkleind dan wordt deze 1200 dpi: veel meer dan nodig is voor de meeste doelen, en waarschijnlijk genoeg om Word vast te laten lopen of in ieder geval een heel stuk langzamer te maken. PhotoPaint en MS Photo Editor laten in dit geval een deel van de informatie weg (en dat zie je toch niet) en besparen al gauw zo’n 90% van de bestandsgrootte. Doe het verschalen dus bij voorkeur in een fotobewerkingsprogramma, vóórdat je plaatjes importeert in Word. Word heeft een beperkte mogelijkheid om de compressie te veranderen via picture toolbar > compress picture en dan het kiezen van een toepassing (en de bijbehorende resolutie). Voor meer informatie over CorelPHOTO-PAINT zie §7.5, blz 65.
Tekenen In Word en PowerPoint zijn tekenfuncties beschikbaar via de drawing toolbar onder in het scherm (als deze niet zichtbaar is rechtermuisknop op een willekeurige toolbar > Drawing). Hier kan je verschillende objecten maken en de eigenschappen hiervan controleren. De tekening wordt in Word gemaakt op een “canvas”, een tekenveld. Dit tekenveld bepaalt ook mede hoe de tekst om de tekening loopt. Via canvas selecteren > rechtermuisknop > Show Drawing Canvas Toolbar krijg je een taakbalk te zien waarmee je de eigenschappen van het tekenveld kan controleren. Via de knop Fit wordt het tekenveld verkleind tot de kleinste rechthoek om de tekening heen. De drawing canvas is maatgevend voor de tekstomloop, deze is direct op de drawing canvas toolbar te regelen. PowerPoint werkt zonder drawing canvas, het tekenmenu is echter hetzelfde. Voor meer informatie over Microsoft PowerPoint zie §6.10, blz 56.
Schema’s Kies in de Drawing Toolbar > AutoShapes > Flowchart. Hier zijn speciale objecten opgenomen die makkelijk te verwerken zijn tot een schema. Let er wel op dat Word voornamelijk bedoeld is voor tekstverwerking, en dat schema’s en dergelijke een stuk makkelijker te maken zijn in programma’s die gemaakt zijn voor grafische toepassingen, zoals CorelDRAW (zie paragraaf 7.3, blz 62), PowerPoint (zie paragraaf 6.10, blz 56), of desnoods AutoCAD. Deze kunnen dan worden omgezet in bijvoorbeeld JPG (zie paragraaf 7.2, blz 59) en dan weer worden ingevoegd in Word.
not e! note!
06
55
6
standaard software
Schetsen De huidige computerprogrammatuur leent zich niet erg tot het snel schetsen van situaties, ideeën etcetera, hoewel een drukgevoelige tekentablet in combinatie met geschikte software een eind in de richting komt. In eerste instantie zijn pen en papier het meest geschikt om te schetsen. Wel is het heel goed mogelijk om een gemaakte schets te verwerken in een verslag, door middel van het scannen van de schets en deze via de eerder beschreven methoden in te voegen. Voor meer informatie over de aanwezige scanners zie §3.3, blz 17.
6.10 PowerPoint
Als je een presentatie wil houden met behulp van de (notebook)computer kan je gebruik maken van Microsoft PowerPoint 2003. In dit programma kan je een slideshow (dia-show, presentatie met overhead sheets) maken waarin text en afbeeldingen gecombineerd worden. Ook het gebruik van meer andere media zoals videobeelden en geluidsfragmenten in een presentatie behoort tot de mogelijkheden.
Presentatie opzetten Bij het openen van PowerPoint kan je onderaan in de Task Pane kiezen uit het maken van een geheel nieuwe presentatie of het openen van een al eerder gemaakte slideshow. Als je ervoor kiest een nieuwe presentatie te maken, kan je via From Design Template een hapklaar ontwerp te gebruiken. Via Blank Presentation kan je er ook voor kiezen een eigen ontwerp te maken. Na deze keuze krijg je in de task pane automatisch de tab Slide Lay-out te zien. Hier kan je kiezen wát er precies op de slide te zien is (plaatjes, tekst, filmpjes etc). Als je een mogelijkheid uit de lay-out lijst aanklikt wordt deze uitgevoerd op de slide die op dat moment geselecteerd is. Hierbij worden instructies gegeven over hoe je tekst of andere objecten toe moet voegen. Weergavemogelijkheden Net als Word heeft PowerPoint een aantal verschillende weergaven van de presentatie, ook hier linksonder te vinden als een rijtje kleine knopjes. Deze activeren respectievelijk de opmaakmodus, de overzichtsmodus (Slide Sorter View) en de presentatiemodus. Ook om een overzicht van de presentatie te geven heeft PowerPoint een naast de Slide Sorter View aantal weergavemogelijkheden. Aan de linkerkant zie je een venster waarin alle slides verkleind onder elkaar weergegeven worden. Hierin kan je ook kiezen om alleen de tekst van de slides weer te geven, in het tabblad Outline. Slides Toevoegen Om slides toe te voegen Insert > New Slide (blanco of met standaardopmaak) of Duplicate Slide (zelfde als voorgaande geplaatst na huidige). Het commando New Slide is ook te bereiken door in het outline of slide view rechtermuisknop klikken > New Slide. In de verschillende overzichtsweergaven kun je slides ordenen door deze te verslepen.
not e! note!
06
56
6
standaard software
Presenteren Let er bij presentaties op dat je accu voldoende opgeladen is of sluit de computer aan op de stroomvoorziening. Als je van de accu gebruik maakt gaat je computer sneller op standby, wat ervoor kan zorgen dat als je bij één slide een lang verhaal houdt, je computer het voor gezien houdt. Je kunt de instellingen voor energiebeheer wijzigen via Start > Control Panel > Power Options.
6.11 WinZip
WinZip is een handig programmaatje om bestanden te bundelen en comprimeren (en uiteraard ook te decomprimeren). Comprimeren houd in dat het bestand “samengedrukt” wordt. Dat spaart ruimte op de computer en het scheelt verzendtijd. Veel bestanden (bijvoorbeeld 3d AutoCAD modellen die je van internet download) worden alleen gecomprimeerd aangeboden. Deze herken je aan de extensie .zip, wat inhoudt dat als je dubbelklikt om deze bestanden te openen, dit gebeurt in WinZip. Een zip-file kan je maken door WinZip te openen > New > plaats en naam zip-bestand opgeven > bestanden toevoegen > Ok. Een andere handige manier om een zip-file te creëren is in Windows Verkenner bestanden te selecteren > rechtermuisknop > Add to Zip File. Automatisch geeft WinZip via deze methode ook de mogelijkheid om de naam van de folder waarin de bestanden staan te gebruiken als naam van de zip-file, de bestanden toe te voegen aan een recent gebruikte zip-file of een zip-file direct te emailen. Decomprimeren van bestanden in een zip-file gaat via het commando Extract in de WinZip Toolbar.
not e! note!
06
57
7
facultaire software 7.1 Standaard Software Programma Autodesk Producten AutoCad Architectural Desktop versie 2007 UK Autodesk VIZ
(verkrijgbaar via Dienst ICT, zie §6.1, blz 39)
3D Studio Max
(verkrijgbaar via Dienst ICT, zie §6.1, blz 39)
Extensie Beschrijving Een serie producten voor bouwkundigen waarmee 2d tekeningen en 3d modellen gemaakt kunnen worden. .dwg Een programma voor het maken van technische .dxf tekeningen en basistekeningen voor 3D visualisaties. Hiermee kunnen bijvoorbeeld werktekeningen en presentatietekeningen worden gemaakt. .max Een programma voor het maken van 3d modellen, en het genereren van artist impressies en/of filmpjes hiervan. .max Een geavanceerd programma om 3d modellen en documentatie hiervan te maken.
Corel Graphics Suite 12 CorelDRAW 12 (zie
.cdr
CorelTRACE 12 (zie
.cmx
Corel PHOTOPAINT 12 (zie §7.5, blz
.cpt
§7.3, blz 62)
§7.4, blz 64)
65)
Sketch-up 5 pro
Een bundeling van programma’s voor het maken van publicaties, fotobewerking etc. Deze programma’s communiceren onderling zeer goed. Een programma voor het maken van publicaties zoals posters, verslagen etc. waarbij verregaande grafische mogelijkheden gewenst zijn. Een programma dat bitmap afbeeldingen (jpeg, gif, bmp, etc) overtrekt en deze hierdoor omzet naar vector afbeeldingen. Voor uitleg over deze termen zie 7.2 Een geavanceerd fotobewerkingsprogramma, vergelijkbaar met het iets bekendere Photoshop. Een programma voor het maken van perspectieftekeningen, bijvoorbeeld voor presentaties. Sketchup wordt hier niet verder behandeld daar er op
de desktop een link naar een handleiding staat.
Matrixframe 3.0 IrfanView 7zip
not e! note!
06
In dit programma kun je geschematiseerde constructies invoeren, doorrekenen en toetsen. Een programmaatje dat allerhande soorten afbeeldingen opent. Een programma dat allerhande gecomprimeerde files kan openen, en handig kan zijn bij het archiveren van bestanden.
58
7
facultaire software
Over een aantal van de op de vorige bladzijde genoemde programma’s krijg je nadere uitleg wanneer deze gebruikt worden bij verschillende vakken. In het vak “Practicum bouwtechniek/stedebouw” in het eerste jaar wordt het programma Matrixframe verder behandeld. AutoCAD zal behandeld worden in het eerstejaarsvak “Computer Aided Design”. Autodesk VIZ zal worden uitgelegd in het tweedejaars vak “Ontwerpen en Presenteren met ICT”. Met 3D Studio Max (qua bediening vergelijkbaar met VIZ) zal gewerkt worden in het derdejaarsvak “(Stede)Bouwkundig Ontwerpen met CAD”. Matrixframe en de hierboven genoemde Autodesk producten zullen om die reden hier niet verder behandeld worden. Ook het programma SketchUp zal hier niet verder behandeld worden. Dit omdat er op de desktop een shortcut is opgenomen naar een handleiding over dit programma. Van de Corel Graphics Suite producten wordt hier alleen de basis behandeld, aangezien de mogelijkheden van deze programma’s zeer uitgebreid zijn en je deze zoals zo vaak toch het beste leert door er flink mee te experimenteren. Met behulp van de uitleg in de paragrafen 7.3, 7.4 en 7.5 kun je echter voldoende uit de voeten om de mogelijkheden van het programma al doende te verkennen.
7.2 Afbeeldingen Beelden vormen een belangrijk onderdeel van de communicatie. Voor bouwkundigen geldt dit in het bijzonder. Aangezien tegenwoordig een groot deel van de grafische informatieverspreiding in zowel de studie als praktijk via de computer gebeurt, is het belangrijk hier even bij stil te staan. Voordat er een uitleg volgt over de facultaire software dus eerst een hoofdstuk over afbeeldingen in het algemeen. Op computers worden twee soorten afbeeldingen gebruikt: bitmap afbeeldingen en vector afbeeldingen. Bitmap afbeeldingen Bitmap afbeeldingen (kortweg: bitmaps) bestaan uit puntjes (pixels). Elke pixel heeft bepaalde eigenschappen (kleur en transparantie), afhankelijk van het soort tekening. Hoe meer pixels een tekening heeft en hoe meer informatie per pixel (zwartwit versus miljoenen kleuren) hoe genuanceerder deze er uit zal zien. Dit betekent dat de bestandsgrootte enorm kan worden. Bijvoorbeeld: een full colour (24 bit per pixel = 2 tot de macht 24 = 16777216 kleuren!) kleurenfoto van 576 x 768 pixels (het aantal punten van een TV scherm) zal een bestandsgrootte hebben van ongeveer 1,3 Mb (Megabyte). Dezelfde foto met 1000 x 1500 pixels heeft een grootte van ongeveer 4 Mb en een professionele resolutie als 2000 x 3000 pixels kost minimaal zo’n 17 Megabyte. Een tekst met veel illustraties wordt dan al gauw onhanteerbaar. Om toch met enorme bitmaps te kunnen werken laten programma’s zoals CorelDRAW slechts een voorvertoning zien. Een afbeelding van 2000 x 3000 pixels is dan op scherm zichtbaar als foto van 200 x 300 pixels, maar drukt wel op volledige scherpte af. Corel kan dus veel beter met bestanden met meerdere of grote afbeeldingen omgaan dan Word, en zal dus ook minder snel vastlopen.
not e! note!
06
59
7
facultaire software
Een nadeel van bitmaps is verder dat ze slechts beperkt vergroot kunnen worden. Immers: als een plaatje met een gering aantal pixels teveel wordt vergroot, worden deze pixels als lelijke blokjes zichtbaar. Bitmaps kunnen bewerkt of gemaakt worden met zogenaamde bitmap-editors, beter bekend als Paint- of Photo- programma’s. Bekende namen zijn onder andere: Corel PhotoPaint, Adobe Photoshop, Jasc Paint Shop Pro, Ulead Photo-Impact, Meta Creations Painter. Deze pakketten hebben veel overeenkomstige mogelijkheden maar ook elk zo hun eigen bijzonderheden. Bedenk echter dat je niet alle tierelantijnen van deze programma’s in de bouwkunde studie nodig zult hebben. Standaard is op je notebook Corel PhotoPaint geïnstalleerd.
Vector afbeeldingen Vector afbeeldingen bestaan uit wiskundige beschrijvingen van een afbeelding. Zo kan een rechte lijn worden beschreven door het vastleggen van het begin- en eindpunt, de kleur en de dikte. Een lijn is een van de verschillende typen objecten waaruit een vector tekening kan worden opgebouwd. Andere zijn bijvoorbeeld een cirkel, een rechthoek of een wiskundig te beschrijven kromme (vaak Bezier-kromme genoemd). Gelukkig ziet de gebruiker niets van dat alles, het programma doet dit achter de schermen. Op het beeldscherm is het verschil tussen een bitmap en een vector afbeelding niet direct te zien omdat vector afbeeldingen ook noodgedwongen met puntjes op het scherm worden afgebeeld. Het verschil wordt pas merkbaar bij vergroting: vector afbeeldingen zijn schaal-onafhankelijk: de kwaliteit van de afbeelding wordt slechts bepaald door het beeldscherm of de printer. Een ander voordeel is dat de onderdelen van een tekening altijd als objecten blijven bestaan die individueel kunnen worden verplaatst en veranderd. Met andere woorden: de tekening is heel eenvoudig te wijzigen. Vectorafbeeldingen hebben tenslotte als voordeel dat de bestandsomvang veel kleiner is als het gaat om lijntekeningen. Nadeel van vectorafbeeldingen is dat ze niet zo geschikt zijn om foto-achtige tekeningen te maken met bijvoorbeeld veel genuanceerde kleurverlopen of patronen.
De bekendste vector-tekenprogramma’s voor bouwkundigen zijn de CAD-programma’s, waarmee technische tekeningen worden gemaakt. Notebook gebruikers krijgen de beschikking over het programma AutoCAD. In het vak Computer Aided Design wordt uitgebreid instructie gegeven over AutoCAD. Soms is het ook handig om zogenaamde illustratieprogramma’s te gebruiken. Hiermee kan meer intuïtief worden gewerkt dan met CAD-programmas’s. Ze zijn daarom beter geschikt voor schets- en illustratiewerk. De ‘grote jongens’ op dit gebied zijn Macromedia Freehand en CorelDRAW. CorelDRAW heeft als voordeel dat het ook erg goed met bitmaps overweg kan, zodat mooie combinaties van vector en bitmap tekeningen gemaakt kunnen worden. In de op de notebook geinstalleerde Corel Graphics Suite 12 is ook een programma opgenomen dat bitmap-afbeeldingen omzet in vector-voorstellingen. Voor meer over CorelTRACE §7.4, blz 64. De regel is dus eenvoudig: als het hoofdzakelijk gaat om lijnen en vlakken (tekeningen, grafieken, schema’s): vectorafbeeldingen gebruiken. Als het gaat om foto’s en ‘schilderen’: bitmap-afbeeldingen gebruiken.
not e! note!
06
60
7
facultaire software
Grafische bestandsformaten Plaatjes worden opgeslagen in speciale bestandsformaten. Er zijn vele formaten waarin je afbeeldingen op kunt slaan. Sommigen leveren een groot bestand op, anderen een heel klein. Wil je een foto opslaan, dan voldoet JPEG (.JPG) vaak het beste. Let echter wel op de hoeveelheid compressie die je toepast, anders gaat de kwaliteit van het plaatje flink achteruit. Een kleine tekening met beperkt kleurgebruik (zoals een logo dat je niet als vectorafbeelding hebt) kan je beter opslaan als .GIF. Hieronder volgt een overzicht van veel gebruikte bestandsformaten. Algemeen voor bitmaps: • JPG/JPEG (spreek uit: j-peg) • TIF/TIFF • BMP Bitmaps op het internet: • GIF • JPG/JPEG Voor CAD tekeningen • DWG en DXF Voor illustraties met vectoren • EPS (PostScript) • AI (Adobe Illustrator) • CDR (Corel Draw)
Als je het bestand later in een ander programma wil gaan gebruiken let er dan op of het in dat programma op te roepen is. Zo kan Paint bijv. alleen bitmap (.BMP) bestanden openen. Alle Office 2003 en Corel programma’s kunnen met JPEG, GIF, TIFF, BMP, EPS en WMF overweg. Vanuit Autocad kun je printen naar EPS, zodat je je tekeningen kunt bewerken in bijvoorbeeld Corel of Illustrator. Hiervoor moet je een EPS plotter toevoegen. Dit gaat via start > control panel > autodesk plotter manager > add-a-plotter-wizard. Bij de wizard kies je “my computer”, daarna een van de 3 postscript printers, hierna kies je “plot to file”. Vanaf nu kun je via de naam van de printer zoals je die zelf hebt opgegeven EPS printen. Af en toe hebben programma’s als Illustrator of CorelDRAW wat moeite met hatches en lijndiktes in autocad, het handigste is dan om de originele autocadfile aan te passen.
not e! note!
06
61
7
facultaire software 7.3 CorelDRAW
CorelDRAW 12 is deel van Corel Graphics Suite 12. Corel Graphics Suite 12 is een bundeling van programma’s voor het maken van publicaties, fotobewerking etc. Deze programma’s communiceren onderling zeer goed, en hebben allemaal zo hun eigen specialisme. CorelDRAW is hierin geschikt voor het maken van publicaties zoals posters of verslagen met uitgebreide opmaak (die om die reden niet in Word gemaakt kunnen worden). Als je CorelDRAW opent zie je bovenaan een toolbar met algemene functies zoals openen, importeren, ongedaan maken, inzoomen etc. Hieronder is een toolbar te zien met instellingen voor de bladzijde. Aan de linkerkant zie je een balk met allerhande verschillende gereedschappen. Deze kan je gebruiken om objecten te maken of te bewerken. Via Alt+ Enter roep je de Corel-equivalent van de Task Pane op. Hierin zijn de eigenschappen van een geselecteerd object te zien en te veranderen. Tevens kan je hierin met verschillende lagen werken, kijken welke acties zijn ondernomen en deze eventueel ongedaan maken, verschillende standaardweergaven instellen en hiertussen wisselen en nog veel meer dingen. Deze functies zijn te bereiken via tabbladen die geheel rechts worden weergegeven. Deze tabbladen kun je activeren via het menu Tools. Hier staat in het tweede deel van het menu een rijtje “Managers”. Door deze aan te klikken wordt het betreffende tabblad geactiveerd.
Bediening De eerder genoemde werkbalk geheel links heet heel toepasselijk de “Toolbox”. Hierin vind je al het gereedschap dat je nodig hebt. Het is niet de bedoeling hier een volledige cursus CorelDRAW te geven, dus zowel de toolbox als de eerder genoemde “managers” worden hier maar heel summier behandeld. Ga vooral zelf eens experimenteren met de mogelijkheden van CorelDRAW. In de toolbox is de Pick Tool een van de belangrijkste (de bovenste knop). Als je dit gereedschap gebruikt kan je objecten selecteren (Shift+Selecteren om meerdere objecten te selecteren) en verplaatsen (slepen, Ctrl+Slepen zorgt ervoor dat je het object makkelijker in een rechte lijn verplaatst). Tevens heb je via de rechtermuisknop snel toegang tot weergave-instellingen, het importeren en plakken van objecten en kan je snel overstappen op een van de andere gereedschappen (via Create Object). Na het selecteren kan je via de pijltjestoetsen van het toetsenbord ook snel en gemakkelijk objecten in een rechte lijn verplaatsen. Als de Pick Tool actief is geldt de hierboven geformuleerde beschrijving van de taakbalken bovenaan. Zodra er echter een ander soort gereedschap actief is verandert de onderste van de twee balken zodat er verschillende instellingen voor dat gereedschap te zien zijn. Als je bijvoorbeeld de Freehand Tool kiest (4e knop van boven), verschijnt boven de tekening een aangepaste knoppenbalk waarin je de vorm, de grootte en de soort lijn kunt aanpassen.
not e! note!
06
62
7
facultaire software
Tekst In CorelDRAW kun je op een aantal verschillende manieren tekst toevoegen. Dit gaat allemaal via het Text gereedschap (het knopje met de grote A bij de toolbox). Om van dit gereedschap gebruik te kunnen maken moet je eerst de plaats aangeven waar je de tekst wil hebben. Dit resulteert in een aantal verschillende tekst-soorten, in de eerder genoemde taakbalk bovenaan valt af te lezen welke tekstsoort je maakt.
Plaatsing Vak maken
Soort tekst Default Paragraph Text, verschillende bullet opties
Ergens klikken
Default Artistic Text
Een object aanklikken
Default Graphic
Functie Paragraph Text is gewone tekst, die verder niet verder bewerkt kan worden dan in bijvoorbeeld Word (Word-Art uitgezonderd). Er zijn hierin wel verschillende opties voor het maken van lijsten, te vinden in het pull-down menu helemaal links op de tekst-taakbalk. Als je gewoon ergens klikt en begint met typen maakt CorelDRAW van je tekst een object. Dit betekent dat je de tekst kunt vervormen door het object te selecteren en een van de zwarte hokjes te verslepen. Ook dingen als roteren (selecteren > nog een keer klikken > een van de pijltjes slepen) of de letters per stuk verplaatsen (Shape Tool (F10) > het blokje onderaan de letter verslepen) kan. Experimenteer hier vooral mee. Een andere handige functie van CorelDRAW is de mogelijkheid om tekst mee te laten lopen met een object dat in CorelDRAW gemaakt is. Teken hiervoor een object zoals een lijn of een geometrische vorm, en selecteer hierna de Text Tool. Als je nu bij het object in de buurt komt verandert je cursor, en door middel van klikken > tekst invoeren volgt de tekst het object. Je kunt de tekst over het object verschuiven door selecteren > het rode hokje slepen. Als je het object verwijdert, verandert de tekst automatisch in Default Artistic Text.
Objecten Uiteraard kan je in CorelDRAW ook objecten zoals lijnen of (geometrische) figuren tekenen. Hiervoor bestaan verschillende tekengereedschappen zoals de Freehand Tool, de Smart Drawing Tool, de Rectangle Tool, de Ellipse Tool en de Basic Shapes Tool. Met de Freehand Tool kun je allerlei soorten lijntekeningen maken. Met de Smart Drawing Tool kan je ook lijntekeningen maken, maar dit gereedschap raadt welk figuur je wil tekenen en zet de (vaak wat bibberige) lijnen direct om in een net figuur. De Rectangle en Ellipse Tool tekenen respectievelijk rechthoeken (Ctrl+Rectangle Tool = vierkant) en ellipsen (Ctrl+Ellipse Tool = vierkant). Met het Basic Shapes gereedschap kan je verschillende standaardvormen (bijvoorbeeld pijlen) maken. Dit kan handig zijn bij het maken van schema’s en dergelijke.
not e! note!
06
63
7
facultaire software
Afbeeldingen In CorelDRAW kan je een afbeelding op twee manieren invoegen: door de afbeelding in CorelDRAW te plakken (Ctrl+V) of via File > Import (Ctrl+I). NB: Ctrl+I is ook de sneltoets om tekst schuingedrukt te maken. In CorelDRAW werkt de sneltoets naargelang welk gereedschap geactiveerd is. Is de Pick Tool geactiveerd dan verwijst Ctrl+I naar het importcommando, terwijl deze toetsencombinatie als het tekstgereedschap geactiveerd is de tekst schuingedrukt maakt. Via het Import-commando kan je ook aangeven waar de afbeelding precies wordt neergezet. CorelDRAW heeft beperkte foto-berwerkingsmogelijkheden. Als de afbeelding geplaatst is heb je echter via een klik op de rechtermuisknop op de afbeelding snel toegang naar CorelTRACE (Trace Bitmap) en CorelPHOTO-PAINT (Edit Bitmap). Als je in een van deze programma’s iets in de afbeelding wijzigt, wordt dit doorgekoppeld naar je CorelDRAW bestand, zodra je het commando Save geeft in CorelTRACE of CorelPHOTO-PAINT. Als je een foto wil bewerken dan kan je dus gemakkelijk doorkoppelen naar Photo-Paint, dat hiervoor meer geavanceerde opties geeft. Voor meer uitleg over CorelTRACE en CorelPHOTO-PAINT zie respectievelijk §7.4 en §7.5). Tekst en Afbeeldingen Zoals in Word heb je ook in CorelDRAW heb je verschillende mogelijkheden om de tekst om de afbeelding heen te laten lopen, het zogenaamde “Text Wrapping”. Deze zijn toegankelijk via het selecteren van de afbeelding, waardoor er boven het werkveld een toolbar tevoorschijn komt, waarop het meest rechtse knopje de opties voor text wrapping laat zien.
7.4 CorelTRACE CorelTRACE is een programma dat bitmap afbeeldingen (jpeg, gif, bmp, etc) overtrekt en deze hierdoor omzet naar vector afbeeldingen. Dit gaat op basis van kleurvlakken (of bij grayscale afbeeldingen op basis van gradaties in grijs). Elk kleurvlak wordt een apart object. Uiteraard kan worden aangegeven hoeveel verschil er in de kleuren moet zitten voordat er een kleurvlak gedefinieerd wordt (via een schuifje of percentage in de toolbar bovenaan rechts). Buiten het letterlijk overtrekken van de bitmap kan er ook via de verticale toolbar aan de linkerkant overgetrokken worden in verschillende stijlen (bijvoorbeeld een houtsnede). Op deze manier kan je niet alleen artistieke effecten bereiken, maar kan je ook de resultaten bewerken in CorelDRAW. Als je een afbeelding hebt overgetrokken, kan je via File > Save Trace Result het resultaat opslaan in een .cmx bestand. Ook kan je door middel van het afsluiten van CorelTRACE > Yes (veranderingen bewaren) de veranderingen direct overbrengen naar je CorelDRAW bestand, als je vanuit daar CorelTRACE geopend hebt. In CorelDRAW kun je via selecteren > rechtermuisknop > Ungroup (of Ungroup All) de kleurvlakken van elkaar loskoppelen en afzonderlijk verplaatsen en bewerken.
not e! note!
06
64
7
facultaire software 7.5 CorelPHOTO-PAINT
Corel PHOTO-PAINT is een uitgebreid programma voor fotobewerking. Hieronder staan een aantal belangrijke functies uitgelegd.
Grootte In CorelPHOTO-PAINT kan je de resolutie en de afmeting van een afbeelding instellen via Image > Resample. Een resolutie van 150 dpi is meestal voldoende; als je de foto wil uitprinten is 300 dpi nog iets mooier (maar je krijgt wel 4x zo grote bestanden). Pas de resolutie aan het doel waarvoor je de plaatjes gaat gebruiken, voor een internetpagina heb je een andere resolutie nodig dan bij het printen. Fotobewerkingsprogramma’s verschalen op een wezenlijk andere manier dan bijvoorbeeld Word. Fotoberwerkingsprogramma’s passen de beeldinformatie aan, waardoor je de hoeveelheid informatie optimaal afstellen op de afdrukgrootte. Wanneer je een 300 dpi foto echter in Word een factor 4 verkleind dan wordt deze 1200 dpi: veel meer dan nodig is voor de meeste doelen, en waarschijnlijk genoeg om Word vast te laten lopen of in ieder geval een heel stuk langzamer te maken. PhotoPaint en MS Photo Editor laten in dit geval een deel van de informatie weg (en dat zie je toch niet) en besparen al gauw zo’n 90% van de bestandsgrootte. Doe het verschalen dus bij voorkeur in een fotobewerkingsprogramma, vóórdat je plaatjes importeert in Word. Word heeft een beperkte mogelijkheid om de compressie te veranderen via picture toolbar > compress picture en dan het kiezen van een toepassing (en de bijbehorende resolutie). Bijsnijden CorelPHOTO-PAINT heeft een apart gereedschap voor het bij- en uitsnijden van een foto. Deze heeft als naam de Crop Tool en vind je bij de toolbox (verticale balk links) als 3e knop van boven. Als de crop tool geselecteerd is dan kun je door middel van slepen (van een hoek van de rechthoek naar de tegenoverliggende) een gebied selecteren en via de Enter-toets kun je alles wat buiten deze selectie valt verwijderen. Op de werkbalk die verschenen is door activering van de crop tool, kun je door op de twee naar rechts wijzende pijltjes te klikken meer opties zichtbaar maken. Hier kan je bijvoorbeeld de precieze grootte van het te selecteren gebied aangeven. Bijsnijden van een foto kan ook via Image > Crop > Crop to Mask na het selecteren van een gebied via een van de Mask Tools (onder de Pick Tool). Dit geeft echter een rechthoekige uitsnede, zelf als de geselecteerde zone niet rechthoekig is. In plaats van bijsnijden kan je ook een stukje uit de foto selecteren en verplaatsen of kopiëren, bijvoorbeeld naar een ander bestand. Als je met een van de Mask Tools iets selecteert, kan je dit stukje van de foto verplaatsen of kopiëren, afzonderlijk van de rest van de foto. Kleuren CorelPHOTO-PAINT biedt vele manieren om kleuren aan te passen. Onder het menu Image > Adjust vind je een aantal manieren om dit te doen. Neem eens op je gemak de tijd om hiernaar te kijken, dit uitgebreide aanbod zorgt dat je de kleur en helderheid volledig kunt controleren. Onder Image > Transform en Image > correction vind je ook manieren om de afbeelding aan te passen
not e! note!
06
65
7
facultaire software
Tekenen over een afbeelding In CorelPHOTO-PAINT kan je ook over de afbeelding heen tekenen. Dit betekent niet alleen dat je dingen erbij kunt tekenen, maar ook dat je delen van de afbeelding kunt wissen (met de Eraser Tool, sneltoets: x). Als je de afbeelding opslaat krijg je de melding: objects will be merged with background in exported file. Dit betekent dat alles wat je erbij getekend hebt opgenomen wordt in de afbeelding en dus niet apart meer te selecteren is (en dat alles wat achter het getekende verstopt zit verloren gaat). NB probeer bij het bewerken van afbeeldingen te werken aan een kopie en de originele afbeelding ergens anders te bewaren zodat als er iets misgaat je het origineel nog hebt.
not e! note!
06
66
8
aansluitingen 8.1 Netwerk
Aansluiten binnen de TU/e Op de TU/e wordt gewerkt met een intern netwerk. Hierop wordt de notebook aangesloten met behulp van de lange, dikke netwerkkabel. Deze kabel kan direct op de computer en op het netwerk worden aangesloten. Voor een overzicht van plekken waar je de computer kan aansluiten op het netwerk zie §3.3, blz 16.
Thuis aansluiten Indien je thuis gebruik wenst te maken van Internet, Outlook of een andere netwerkfunctie dan kan dat via het telefoonnet. Omdat de notebook een geïntegreerde modem heeft is het direct met behulp van de dunne telefoonkabel aan te sluiten. Deze heeft stekkertjes zoals die ook op veel telefoons worden aangetroffen. Steek deze kabel in de modempoort aan de achterzijde van de notebook. Aan de ander zijde van de kabel bevestig je de telefoonstekker. Bedenk dat je de telefoonkosten moet betalen als je op deze wijze het Internet gebruikt. Het ‘Internet abonnement’ zélf is uiteraard gratis. Na de aansluiting van de telefoonkabel moet je, om verbinding te krijgen met de TU/e, inbellen. Hiertoe klik je, voordat je de internet-browser opstart, op het icoon Inbellen TUe op de desktop. In het venster dat verschijnt vul je bij Username je s-nummer in. Je wachtwoord is de pincode die je krijgt bij je collegekaart (staat in de begeleidende brief). Mocht deze pincode niet meer in je bezit zijn, dan kan je contact op nemen met het STU, dat gevestigd is op de begane grond van het hoofdgebouw (dus niet met het Notebook Service Centrum). Nadat de verbinding is gemaakt kan je de browser of Outlook starten.
Veel studentenhuizen hebben tegenwoordig een kabelaansluiting. Je kunt gebruikmaken van internet door de kabel op je computer aan te sluiten op dezelfde poort als je gebruikt voor de netwerkkabel op de TU/e. Op dat moment ben je niet aangesloten op het TU/e-netwerk, en zal bijvoorbeeld Outlook geen verbinding kunnen maken met de TU en kan je niet gebruik maken van een van de netwerkprinters uit de lijst van paragraaf 3.3. Om wel verbinding te maken met het TU/e-netwerk moet je je aanmelden via het icoon VPN TUe op de desktop of via Start > Connect To > VPN TUE. Hierbij wordt je gevraagd om met je s-nummer en je wachtwoord in te loggen. Meer informatie over VPN is te bereiken via de A-Z index op de site van NSC (trefwoord: VPN service). NB: Als je in een studentenhuis woont en jullie verdelen het internet via een router, kan kan het voorkomen dat maar één persoon tegelijk van VPN gebruik kan maken. Je mail online bekijken via een kabelaansluiting kan via studyweb (zie §2.2, blz 12) en via Outlook Webaccess (zie §6.4, blz 44).
Wireless Binnen de TU/e is op veel plaatsen een draadloos netwerk aanwezig. Dit netwerk kan je bereiken via Start > Connect To > Wireless Network. Hiervoor moet wel de wireless functie geactiveerd zijn. De wireless functie zet je aan en uit via de toetsen Fn+F2, waarna je rechtsonder een icoontje ziet verschijnen (en als je wireless uit zet zie je een kruisje door het icoontje).
not e! note!
06
67
8
aansluitingen
Infrarood In de computer is vooraan een infrarood poort opgenomen. Dit betekent dat je contact kunt maken met andere apparaten met een infrarood poort zoals de computers van medestudenten of je telefoon. Als de infrarood poorten van twee apparaten dicht genoeg bij elkaar komen zullen zij elkaar automatisch herkennen. Als resultaat hiervan krijg je de melding dat er een ander apparaat dichtbij is en of je dit apparaat bestanden wil sturen. Als iemand jou een bestand stuurt krijg je de vraag of je dit wil accepteren. Als je op Yes drukt dan wordt het bestand verzonden. Volgens de standaardinstellingen kun je het bestand terugvinden op de desktop.
8.2 Aansluitmogelijkheden
Naast de standaard accessoires (zie hoofdstuk 9) heb je ook een aantal extra kabels en dergelijke bij de notebook geleverd gekregen. Om deze te gebruiken (en om eventuele andere randapperatuur te gebruiken), zul je eerst iets moeten weten over hoe deze kabels aangesloten moeten worden. In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de fysieke aansluitmogelijkheden die je notebook biedt. PCMCIA Aan de linkerkant zie je een PCMCIA slot, type II. Als je een memorykaartje hebt (bijvoorbeeld van een digitale camera) kan je dit hierin stoppen en dan kan de computer de kaart lezen. Let wel op dat de PCMCIA slot type II is, dit betekent dat deze alleen kaarten van type I of II kan lezen. Microfoon & hoofdtelefoon Aan de linkerkant zijn twee aansluitmogelijkheden te vinden voor audio-apparaten. Op de eerste kan je een hoofdtelefoon aansluiten, en de tweede is voor de microfoon. Voor meer over de hoofdtelefoon zie §9.1, blz 70.
Power Links aan de achterkant vind je allereerst de aansluiting voor de adapter. Dit is zeer belangrijk want hiermee laad je de accu van de computer op. Voor meer over de adapter en accu zie §9.1, blz 70
not e! note!
06
68
8
aansluitingen
USB (3x) De USB (Universele Seriële Bus) poort kan gebruikt worden om een extern USB apparaat aan te sluiten. Er zijn steeds meer apparaten die zich via USB laten aansluiten. Denk aan muizen, printers, toetsenborden, communicatieapparaten, joysticks, scanners en digitale camera’s, maar ook bijvoorbeeld de externe diskette-drive. De notebook is uitgerust met een totaal van 3 USB 2.0 poorten. USB 2.0 is een snelle vorm van USB. Slot Aan de achterkant van je computer zie je een klein gleufje. Hierop kun je de beveiligingskabel aansluiten. Het wordt aanbevolen de computer te allen tijden vast te leggen in verband met de beperkte dekking van de verzekering.
Telefoon & Netwerk Direct naast het slot zie je twee poorten die enigszins op elkaar lijken. Dit zijn de telefoon-aansluiting en de netwerkaansluiting. De telefoonaansluiting is de eerste, en is iets smaller dan de netwerkpoort. Infrarood Vooraan zie je de infrarood-poort. Als je contact wil maken met een ander infraroodapparaat (bijvoorbeeld de computer van een medestudent of je telefoon), dan is het belangrijk dat de poorten van deze apparaten voldoende dicht bij elkaar liggen.
DVD-RW Aan de rechterkant zie je de DVD schrijver. Deze kan niet alleen (dual layer) DVD’s maar ook CD’s lezen én schrijven. Aan het lampje zie je of de DVD schrijver actief is. Software waarmee je CD’s en DVD’s kunt branden is op de computer opgenomen in de vorm van het programma “Record Now”, te vinden in het startmenu. Wireless Wireless heeft geen poort nodig, dit kan aan- en uitgeschakeld worden via Fn+ F5 op het toetsenbord.
not e! note!
06
69
9
accessoires 9.1 Bijgeleverde Accessoires
Wat betreft accessoires wordt niet verder uitgeweid over de rugtas en over het RSIpakket. Dit omdat de rugzak uiteraard voor zich spreekt en RSI al uitgebreid aan bod is gekomen in hoofdstuk 4, blz 22.
Adapter/accu Bij de notebook hoort een netvoedingsadapter. De stekker past in de aansluiting helemaal rechts aan de achterkant van de notebook en dient om de ingebouwde accu op te laden. Ook gebruik je de adapter als je de notebook op een vaste plek langdurig wil gebruiken. NB: Houdt er rekening mee dat de adapter aangesloten moet zijn de eerste keer dat het systeem wordt aangezet.
Muis Mocht je gebruik willen maken van de meegeleverde optische muis, dan kan deze worden aangesloten op zowel de USB- poort. Voor meer over muizen zie hoofdstuk 4, blz 28.
Slot Het dient ter aanbeveling de notebook te allen tijde met de bijgeleverde veiligheidskabel vast te leggen. Je wordt dringend aangeraden dit te doen, dit heeft namelijk invloed op de mate waarin de verzekering (beschadiging bij poging tot) diefstal dekt. Op de meeste TU/e werkplekken (zie paragraaf 3.3 voor een lijst van werkplekken) zijn voorzieningen om je laptop vast te leggen aan bijvoorbeeld de tafel aanwezig. Hoofdtelefoon De notebook is standaard uitgerust met een geluidskaart en ingebouwde luidsprekers. Hoewel je geluid soms op prijs stelt, is het niet de bedoeling dit ten gehore te brengen in de kantines, de bibliotheken of op andere werkplekken. Tegen misbruik van je ‘mobiele geluidsinstallatie’ kan worden opgetreden, bedenk dat anderen last van je geluid kunnen hebben. Gebruik daarom altijd een hoofdtelefoon.
9.2 Mogelijke uitbreidingen In principe kan je voorlopig goed vooruit met de notebook. Toch ontstaat op een gegeven moment wellicht de behoefte om bijvoorbeeld randapparatuur te kopen. Als je aan het eind van het eerste jaar zeker weet dat de bouwkundestudie iets voor je is, kun je wellicht in wat hard- en software investeren. Op de volgende pagina staat een overzicht van apperatuur die interessant kan zijn om aan te schaffen.
not e! note!
06
70
9
accessoires Software
Sommige programma’s staan nog niet op je notebook, maar kan je wel gratis krijgen. Andere programma’s kun je eventueel met korting aanschaffen. Voor meer informatie hierover zie §6.1, blz 39 Een groot scherm is vooral voor tekenen aangenamer, en is ook vanuit Externe het oogpunt van de ergonomie aan te raden. Een externe monitor is monitor direct aan het notebook te koppelen. Een monitor gaat aanzienlijk langer mee dan de computer dus is de investering waard. Een kleureninktjet printer verdient de voorkeur omdat je daar mooie Printer presentaties mee kan maken. Desalniettemin is het altijd handig een printer te hebben als je snel even iets wil afdrukken en niet naar de TU/e wil gaan, zelfs al is het dan zwart-wit en geen kleur. Let bij keuze op de kosten per afdruk (prijs van de inktpatronen gedeeld door het aantal vellen dat er mee is af te drukken) voor zwartwit en kleur. Het is handig zelf thuis een scanner te hebben, bijvoorbeeld voor het Scanner digitaliseren van een schets voor in je verslag of het sturen van een schetsje als je via MSN met iemand ideeen uit aan het wisselen bent. Tekentablet Een tablet is handig bij het tekenen. Het is hiermee ook mogelijk om rechtstreeks te schetsen op de computer (een muis is daarvoor te met pen onhandig). Door de drukgevoeligheid kan, in samenwerking met adequate software, het ‘handgevoel’ zeer dicht benaderd worden. Het bewerken van tekeningen en foto’s gaat aanzienlijk makkelijker dan met de muis. De tablet kan parallel aan de muis worden geïnstalleerd en ze kunnen samen worden gebruikt. Een USB-stick is heel handig omdat je hierdoor makkelijk (grote) USB stick bestanden naar andere computers overbrengt. Dit is vooral handig als je in een groep werkt of als je besluit je computer eens een keer thuis te laten en op een van de werkplekken op de campus te werken. Door de Plug & Play mogelijkheden van XP (en Windows 2000) wordt de USBstick door elke XP-computer herkend. Kijk voor je iets koopt of je testrapporten en vergelijkingen kan vinden op Internet of in computertijdschriften. Let wel op of de voor jouw relevante aspecten zijn getest. Computertijdschriften zijn ook in te zien in de ICTheek. Vaak wordt vergeten de software goed aan de tand te voelen, terwijl deze voor de werking en het gebruiksgemak van bijvoorbeeld scanners en printers essentieel is. Zonder goede software is goede hardware waardeloos! Vergelijk ook goed de prijzen. Deze willen nogal eens variëren per winkel. Een enkele keer loont het om een aanbieding ‘van verre’ te halen. Bedenk dan wel dat je ook voor service ver weg zult moeten gaan. Eindhoven heeft overigens veel computerwinkels met concurrerende prijzen, zodat je meestal wel goedkoop kan slagen. De meeste winkels hebben een goed overzicht van de prijzen op hun internetpagina staan. Ook zijn er prijsvergelijkende sites zoals bijvoorbeeld www.pcbuy.nl en www.tweakers.net/ pricewatch
not e! note!
06
71
index A Aansluitingen Bluetooth Infrarood Telefoon TU/e-netwerk VPN Wireless
Access Accessoires
37 70
Adapter/accu Hoofdtelefoon Muis Slot
70
Accu Energiebeheer
Adapter Ad-Aware Adobe Acrobat Reader (PDF) Adresboek (Outlook) Adware Afbeeldingen Bestandsformaten Bijsnijden Bitmap Extensies Grafieken Grootte (Corel) Grootte (Office) Kleuren in Office Photo-Paint PowerPoint Tabellen Tekenen (Corel) Tekenen (Office) Text wrapping (Corel) Text wrapping (Word) Vector
Autodesk Autorisatie AutoCAD B Batterij Adapter Energiebeheer
Bcc Beamers Beeldscherm (RSI) Bestanden openen Excel Outlook-items
06
not e! note!
67 68 68 67 67 67 67
70 70 70
70 32
70 58 38 47 33 61 65 59 61 54 65 55 65 54 65 56 53 63 55 64 54 60
58 15 70 32
45 20 27
B
PowerPoint via Windows Explorer Winzip Word
Bestandsbeheer Bestandsformaten afbeeldingen bmp (afbeelding) cdr (coreldraw) cmx (coreltrace) cpt (corelphoto-paint) dat (virusscanner) doc (word) dot (word template) dwg (autocad) dxf (autocad) emf (afbeelding) eps (afbeelding) gif (afbeelding) htm/html (internetpagina) jpg/jpeg (afbeelding) max (3d studio) mdb (access) oft (outlook template) pdf (portable document format) ppt (powerpoint) rtf (rich text format) tif/tiff (afbeelding) txt (tekstbestand) wmf (afbeelding) xls (excel) zip (winzip)
Bibliotheek TU/e Bijsnijden afbeelding Biometrische Toegang Bitmap Afbeeldingen Bookmarking Browser Bureau (RSI) Bureaublad (desktop) Bureaustoel (RSI) C Calendar (Outlook) Callcenter (NSC) Card-reader Categorieën (Outlook) Cc Cd-brander
56 43 57 51
34 34 61 61 62 64 65 38 48 51 58 58 61 61 61 41 61 58 37 48 38 56 49 61 49 61 52 57
12 65 69 59 42 41 25 30 26 46 15 20 45 45 20
52 45
72
index C
Centraal Notebook Service Centrum Comprimeren Contacts (Outlook) Cookies Ad-Aware
57 47 43 58
Corel Graphics Suite
58
CorelDRAW CorelTRACE CorelPHOTO-PAINT
62 64 65
Crash Cursussen CutePDF D Decomprimeren Defragmenteren Delen Bestanden Outlook Adressen Outlook Agenda Outlook Inbox Outlook Notities Outlook Taken
E
15
Desktop Dienst ICT Disk Cleanup Distribution List (Outlook) Dubbelklikken (RSI) DVD-RW E-mail (Outlook) Energiebeheer Excel Explorer Internet Explorer Windows Explorer
33 39 38 57 32 35 47 46 45 47 47
30 39 32 48 23 69 45 32 52 41 34
Extensies afbeeldingen bmp (afbeelding) cdr (coreldraw) cmx (coreltrace) cpt (corelphoto-paint) dat (virusscanner) doc (word) dot (word template) dwg (autocad) dxf (autocad) emf (afbeelding) eps (afbeelding) gif (afbeelding)
not e! note!
06
61 61 62 64 65 38 48 51 58 58 61 61 61
E
htm/html (internetpagina) jpg/jpeg (afbeelding) max (3d studio) mdb (access) oft (outlook template) pdf (portable document format) ppt (powerpoint) rtf (rich text format) tif/tiff (afbeelding) txt (tekstbestand) wmf (afbeelding) xls (excel) zip (winzip)
F Faciliteiten Card-reader Cd-brander Faciliteiten buiten de faculteit. Kopieerapparaten Printers Projectoren Scanners Verzekering en garantie Werkplekken
Favorites Firewire G Gedragscode Grafieken Grafische bestandsformaten Grootte afbeelding H Helpdesk Hoofdtelefoon HTML Hulpmiddelen (RSI) Hyperlinks I ICTheek Imagen Inbellen Infrarood Inloggen Op je computer Kopiëren Outlook Web Access OWinfo
Internet Internet Explorer J Journal (Outlook) JPEG K Kaarten Eindhoven
41 61 58 37 48 38 56 49 61 49 61 52 57
16 20 20 21 20 17 20 20 17 16
42 68 43 54 61 65 14 70 41 29 42 21 32 67 68 16 16 44 16
40 41 48 61 13
73
index K Kleuren afbeelding L
Kopiëren Lay-out CorelDRAW PowerPoint Word
Logboek (Outlook)
M MacAfee virusscanner Mail (Outlook) Marges (Word) Matlab Meubilair (RSI) Monitor (RSI) Muis (RSI) N Navigatie (Outlook) Netwerketiquette Netwerkverbindingen Notebook Service Centrum Centraal Notebook Service Centrum Bouwkunde Notepad Notes (Outlook) O Office Access Excel Frontpage Outlook PowerPoint Publisher Word
65 20 62 56 51
48 38 45 50 58 24 27 28 44 43 67 15 14 49 47 31 37 52 37 44 56 37 49
Office Taskbar Onderwijsinformatie Openen
31 12
Excel Outlook-items PowerPoint via Windows Explorer Winzip Word
52 45 56 43 57 51
Opmaak CorelDRAW PowerPoint Word
Outlook Adresboek Agenda Calendar
not e! note!
06
O
62 56 51
44 47 46 46
Contacts Distributielijst Folder List Journal Mail Notities Shortcuts Takenoverzicht Tasks Templates Web Access
OWinfo P PCMCIA PDF Lezen (Adobe Acrobat Reader) Schrijven (CutePDF)
Photo-Paint
Pincode PowerPoint Presentaties Printers Projectoren Publisher R RSI Definitie Meubilair Voorkomen
S
Rules (Outlook) Scanners Schema's Office CorelDRAW
Scherm (RSI) Schetsen Schijfopruiming (Disk Cleanup) Security Ad- en Spyware Ad-Aware Firewall Security Updates Virussen
Service Pack 2 Sharing Bestanden Outlook Adressen Outlook Agenda Outlook Inbox Outlook Notities Outlook Taken
47 48 47 48 45 47 48 47 47 48 44
12 68 38 38 38
65 16 56 56 17 20 37 22 22 24 23
46 20 55 63
27 56 32 33 58 33 33 33
33 35 47 46 45 47 47
74
index S Shortcuts Desktop Outlook
Signature (Outlook) Slepen (RSI) Slot Snelkoppelingen Desktop Outlook
Sneltoetsen Software Facultaire Software Software kopen Standaard Software
T
Spreadsheet (excel) Spyware Standaardafsluiting (Outlook) Startbalk Startmenu Stoel (RSI) Stress (RSI) Studyweb Systeemonderhoud System Tools Taakbalk Startbalk Office Taskbar
Tabellen Takenoverzicht (Outlook) Task Manager Task Pane Outlook PowerPoint Word
Tasks (Outlook) Tekenen CorelDRAW Office
Telefoonverbinding Templates Outlook Word
T Toetsenbord 30 48
45 23 70 30 48
80 58 39 36
52 33 45 31 31 26 23 12 32 32 31 31 31
53 47 33 31 44 56 51
47 63 55
67 48 51
Text Wrapping Corel Word
not e! note!
06
RSI Sneltoetsen
Trace (CorelTRACE)
28 80
64
U Updates Ad-aware Virusscanner Security updates
58 38 33
URL USB-poort V Vastlopen (crash) Vector Afbeeldingen Veiligheidskabel Verkenner Verzekering Virusscanner Voorzieningen
42 69 33 60 70 34 17 17 16
Card-reader Cd-brander Faciliteiten buiten de faculteit. Kopieerapparaten Printers Projectoren Scanners Verzekering en garantie Werkplekken
VPN W Wachtwoorden Web Access (Outlook) Werkhouding (RSI) Werkplekken Windows Explorer Windows XP Professional Wireless Word Workpace (RSI) World Wide Web WS-FTP X XP Z Zoeken Bibliotheek TU/e op Internet Onderwijsinfo
20 20 21 20 17 20 20 17 16
67 16 44 16 34 30 67 49 23 41 38 30 12 42 12
64 54
75
bijlagen Bijlage A: Webadressen TU/e Homepage Faculteit bouwkunde Cheops studievereniging Bibliotheek Studentenwerk Archiprix Eindhovense School Databases LAVA OOO Great buildings archINFORM Architectenweb Architectenwerk Instellingen ArchiNed BNA Rijksdienst voor de monumentenzorg Stimuleringsfonds voor architectuur American Institute of Architects The Royal Institute of British Architects Architectuurcentra Nederlands Architectuur Instituut (NAI) Architectuur Centrum Eindhoven (ACE) Arcam (Architectuur Centrum A’dam) Architectuurcafé Helmond Musea Van Abbe Museum Stedelijk museum Beurs van Berlage Centraal museum Groninger museum Bonnefantenmuseum Kröller Möller museum Kunsthal Musea buitenland Museum of modern art (NY) Guggenheim musea Bauhaus archiv Vitra design museum
not e! note!
06
www.tue.nl w3.bwk.tue.nl www.cheops.cc www.tue.nl/bib www.archined.nl/archiprix www.eindhovenseschool.net lava.ds.arch.tue.nl www.ooo.nl www.greatbuildings.com www.archinform.de www.architectenweb.nl www.architectenwerk.nl www.archined.nl www.bna.nl www.monumentenzorg.nl www.archfonds.nl www.aia.org www.architecture.com www.nai.nl www.architectuurcentrumeindhoven.nl www.arcam.nl www.architectuurcafe.nl www.vanabbe.nl www.stedelijk.nl www.beursvanberlage.nl www.centraalmuseum.nl www.groninger-museum.nl www.bonnefantenmuseum.nl www.kmm.nl www.kunsthal.nl www.moma.com www.guggenheim.org www.bauhaus.de www.design-museum.de
76
bijlagen Onderwijs Nederland TU Delft Faculteit Bouwkunde Studievereniging Stylos Berlage instituut Design academy Gerrit Rietveld Academie Academie van bouwkunst Rotterdam Academie van bouwkunst Maastricht Onderwijs Buitenland Architectural Association (London) The Bartlett ETH Zurich MIT Cambridge Harvard University Princeton Cooper Union (NY) Architecten Nederland Rem Koolhaas MVRDV Mecanoo UN studio CEPEZED Atelier Zeinstra vd Pol XX architecten Diederen Dirrix Rudy Uytenhaak Erick van Egeraat Jo Coenen Soeters van Eldonk Ponec Architecten Cie Architecten buitenland Norman Foster Richard Meier Renzo Piano Santiago Calatrava Zaha Hadid Richard Rogers Coop Himmelb(l)au Mario Botta Steven Holl
not e! note!
06
www.bk.tudelft.nl www.stylos.nl www.berlage-institute.nl www.designacademy.nl www.gerritrietveldacademie.nl www.misc.hro.nl/avbr www.academievanbouwkunst.com www.aaschool.ac.uk www.bartlett.ucl.ac.uk www.arch.ethz.ch web.mit.edu www.harvard.edu www.princeton.edu www.cooper.edu www.oma.nl www.mvrdv.nl www.mecanoo.nl www.unstudio.com www.cepezed.nl www.zeinstravanderpol.nl www.xxarchitecten.nl www.diederendirrix.nl www.uytenhaak.nl www.eea-architects.com www.jocoenen.com www.soetersvaneldonkponec.nl/ www.cie.nl www.fosterandpartners.com www.richardmeier.com www.rpbw.com www.calatrava.com www.zaha-hadid.com www.richardrogers.co.uk www.coop-himmelblau.at www.botta.ch www.stevenholl.com
77
bijlagen Uitgevers en boekwinkels NAI uitgevers 010 uitgevers Phaidon Taschen MIT press Architectura en natura Princeton Architectural Press Amazon Vakbladen Archis De architect LisA a+t Arch+ Detail Metropolis M El Croquis Bouwen met staal Overheid Overheid Ministerie van VROM Ministerie van OCW Ministerie van verkeer en waterstaat Eindhoven Gemeente Eindhoven Bibliotheek Eindhoven Plaza Futura Stadsschouwburg Effenaar Muziekcentrum Frits Philips Nieuws Eindhovens Dagblad De Volkskrant NRC Handelsblad Trouw NOS CNN New York Times Reizen Schiphol KLM Nederlandse Spoorwegen ANWB Expediamaps OV informatie
not e! note!
06
www.naipublishers.nl www.010publishers.nl www.phaidon.com www.taschen.com www.mitpress.mit.edu www.architectura.nl www.papress.com www.amazon.com www.dearchitect.nl www.archis.org eindhovenseschool.net www.aplust.net archplus.net www.detail.de www.metropolismag.com www.elcroquis.es www.bouwenmetstaal.nl www.overheid.nl www.vrom.nl www.minocw.nl www.minvenw.nl www.eindhoven.nl www.obeindhoven.nl www.plazafutura.nl www.schouwburgeindhoven.nl www.effenaar.nl www.philipshall.nl www.eindhovensdagblad.nl www.volkskrant.nl www.nrc.nl www.trouw.nl www.nos.nl www.cnn.com www.nytimes.com www.schiphol.com www.klm.com www.ns.nl www.anwb.nl/city maps.expedia.com www.ov9292.nl
78
bijlagen Zoekmachines Nederland Ilse Vinden Vindex Zoek Startpagina Track Lycos Zoekmachines Wereldwijd Yahoo Google Altavista Lycos Metacrawler Excite Software Microsoft (o.a. Internet Explorer) Adobe (o.a. Photoshop, Illustrator, Acrobat) Corel (o.a. CorelDRAW, Photopaint) Tucows Autodesk (o.a. AutoCAD) Kinetix (o.a. 3Dstudio) Archicad Netscape Macromedia (o.a. Fireworks, Flash) Apple (Quicktime) Ipswitch (o.a. WS-FTP) McAfee Hardware IBM NEC Intel Hewlett Packard Epson Canon Iomega Logitech Philips Apple
not e! note!
06
www.ilse.nl www.vinden.nl www.vindex.nl www.zoek.nl Startpagina.nl www.track.nl www.lycos.nl www.yahoo.com www.google.com www.altavista.com www.lycos.com www.metacrawler.com www.excite.com www.microsoft.com www.adobe.com www.corel.com www.tucows.com www.autodesk.com www.ktx.com www.kubusinfo.nl www.netscape.com www.macromedia.com www.apple.com www.ipswitch.com www.mcafee.com www.ibm.com www.nec.com www.intel.com www.hp.com www.epson.com www.canon.com www.iomega.com www.logitech.com www.philips.com www.apple.com
79
bijlagen Bijlage B: Sneltoetsen Algemene Sneltoetsen Toetsencombinatie In menu Ctrl+C Copy Ctrl+X
Cut
Ctrl+V
Paste
Ctrl+Z Ctrl+slepen
Undo Copy & Paste
Ctrl+Shift+slepen
Send To, New Shortcut
Ctrl+F Alt+Enter
Properties
F2
Rename
Shift+pijltjestoetsen
-
Alt+F4
Close, exit
Alt+Tab Windows Toets+D Windows Toets+Shift+M Windows Toets+F1 Fn+F4 Fn+F2
Show the desktop Maximize Help
Functie Een bestand, map, tekst, afbeelding of ander item kopiëren naar het klembord Een bestand, map, tekst, afbeelding of ander item verplaatsen naar het klembord Een item vanaf het klembord invoegen naar waar de cursor is Laatste actie ongedaan maken Een item kopieren en ergens anders invoegen Een snelkoppeling maken en deze ergens plaatsen. Zoeken naar bestanden, mappen of trefwoorden (ook binnen applicaties) Eigenschappen of instellingen van het geselecteerde opvragen Het geselecteerde bestand of map hernoemen Meerdere items selecteren Het actieve bestand of programma sluiten Tussen open items wisselen Bureaublad laten zien Alle vensters maximaliseren Windows Help-menu laten zien Bluetooth Wireless
Sneltoetsen binnen Windows-Programma’s Toetsencombinatie In menu Functie Home Cursor naar het begin van de regel End Cursor naar het eind van de regel Ctrl+Home Cursor naar begin document Ctrl+End Cursor naar eind document Ctrl+A Select All Alles selecteren Ctrl+O Open Een bestand openen Ctrl+N New Een nieuw bestand aanmaken Ctrl+S Save Het actieve bestand bewaren Ctrl+P Print Het actieve bestand printen (Ctrl+) F1 Help Task Pane opstarten (Help)
not e! note!
06
80