1 / Gebruikershandleiding Lees, voordat u dit apparaat in gebruik, neemt de hoofdstukken BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES (pag. 2), HET APPARAAT OP ...
Lees, voordat u dit apparaat in gebruik, neemt de hoofdstukken ‘BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES’ (pag. 2), ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (pag. 3, 4 en 5) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (pag. 6, 7 en 8) zorgvuldig door. Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie betreffende het juiste gebruik van het apparaat. In aanvulling daarop verdient het aanbeveling om deze gebruikershandleiding in zijn geheel door te lezen, zodat u een goed beeld krijgt van alle mogelijkheden, die dit apparaat biedt. Bewaar de gebruikershandleiding om deze later te kunnen raadplegen.
ATTENTION: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND PERSONEEL OVER
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd, 'gevaarlijk voltage' binnenin het apparaat, dat krachtig genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te veroorzaken. Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van belangrijke bedieningsen onderhoudsinstructies.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES BEWAAR DEZE INSTRUCTIES WAARSCHUWING – Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden, inclusief de volgende: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
8.
9.
154
2
Lees deze instructies. Bewaar deze instructies. Neem alle waarschuwingen serieus. Volg alle instructies. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden. Installeer in overeenstemming met de instructies van de fabrikant. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere apparaten (inclusief versterkers), die warmte produceren. Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen kan worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de stekkers, stopcontactdozen en op het punt, waar zij uit het apparaat komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt wordt.
10. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde aanhangsels of accessoires. 11. Gebruik het apparaat met een door de fabrikant gespecificeerde of bij het apparaat geleverde kar, standaard, statief, console of tafel. Voorzichtigheid is geboden tijdens het verplaatsen van de kar/ apparaat combinatie, zodat deze niet kan omvallen en daardoor stuk gaat. 12. Tijdens onweer of wanneer het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden, haalt u de stekker uit het stopcontact. 13. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel over. Onderhoud is vereist, wanneer het apparaat op enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of is gevallen.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN Over
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG opmerkingen
Over de symbolen Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt. Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
* Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
001
007
• Lees, voordat u dit apparaat in gebruik neemt, zowel onderstaande instructies als de gebruikershandleiding.
• Zorg, dat u het apparaat zodanig plaatst, dat het waterpas staat en stabiel blijft. Plaats het nooit op standaards die kunnen wiebelen of op hellende vlakken. ..........................................................................................................
• Open het apparaat niet, en breng er geen interne modificaties in aan. .......................................................................................................... 003
• Probeer niet zelf, het apparaat te repareren of onderdelen ervan te vervangen (behalve wanneer deze gebruikershandleiding u duidelijk instructie geeft om dat te doen). Laat reparatie en onderhoud over aan uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland-distributeur (zie de adressenlijst op de ‘Informatie’-pagina). .......................................................................................................... 004
• Het apparaat nooit gebruiken of opbergen op plaatsen die: • Aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijv. in de felle zon in een afgesloten voertuig, bij een warmtebron of bovenop apparatuur die warmte genereert), of die • Vochtig zijn (bijv. in badkamers en wasruimten of op natte vloeren), of die • Aan regen of andere neerslag blootgesteld zijn, of die • Stoffig zijn, of die • Aan hoge trillingsfrequenties onderhevig zijn. .......................................................................................................... Add
• Wanneer u de piano installeert, zorg er dan voor, dat u het zwenkwiel vast zet door er het meegeleverde kapje omheen te doen. ..........................................................................................................
008a
• Sluit het apparaat alleen aan op een spanningsbron van het in de gebruikershandleiding of op de achterzijde van het apparaat vermelde type. .......................................................................................................... 008e
• Gebruik alleen het netsnoer, dat aan het apparaat bevestigd is. .......................................................................................................... 009
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig en zet er geen zware voorwerpen op. Dit kan leiden tot beschadiging van het snoer, waardoor delen kunnen afbreken of kortsluiting kan ontstaan. Beschadiging van snoeren kan brand en elektrische schokken veroorzaken! .......................................................................................................... 010 • Dit apparaat kan – alleen of in combinatie met een versterker en een koptelefoon of luidsprekers – geluidsniveaus produceren die permanente gehoorbeschadiging zouden kunnen veroorzaken. Zet het apparaat niet lange tijd achter elkaar op een hoog of onprettig volume. Indien u merkt dat u slechter gaat horen of een piepend geluid in uw oren hoort, dient u het apparaat direct uit te zetten en een dokter te raadplegen. .......................................................................................................... 011
• Zorg ervoor, dat er geen voorwerpen (zoals brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen. ..........................................................................................................
3
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
012a:***
101a
• Schakel onmiddellijk de stroom uit, haal de stekker uit het stopcontact en breng het apparaat naar uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland-distributeur (zie de adressenlijst op de ‘Informatie’pagina) indien: • De stekker of het netsnoer beschadigd is geraakt, of • Er rook of een ongewone geur is ontstaan; • Er voorwerpen of vloeistoffen in het apparaat zijn terechtgekomen, of • Het apparaat is blootgesteld aan regen of op andere wijze nat is geworden, of • Het apparaat niet normaal lijkt te functioneren of er een verandering in de werking ervan is opgetreden, of • Er foutmeldingen (Error. 61, Error.62) zijn verschenen. ..........................................................................................................
• Het apparaat dient zodanig geplaatst te zijn, dat het voldoende ventilatieruimte heeft.
013
• In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is om alle regels die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat op te volgen. .......................................................................................................... 014
• Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!) .......................................................................................................... 015
• Steek de stekker van het apparaat niet in een stopcontact, waarop al een buitensporig aantal andere apparaten is aangesloten. Wees vooral voorzichtig met het gebruik van verlengsnoeren: het totale stroomgebruik van alle erop aangesloten apparaten mag nooit groter zijn dan het aantal Watts/Ampères waarvoor het verlengsnoer geschikt is. Door overbelasting van het snoer kan de isolatie ervan verhit raken en uiteindelijk zelfs smelten. .......................................................................................................... 016
• Neem, voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, contact op met uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland-distributeur (zie de adressenlijst op de ‘Informatie’-pagina). .......................................................................................................... 019
• Batterijen moeten nooit opgeladen, verwarmd, uit elkaar gehaald of in vuur of water gegooid worden.
• Speel een CD-ROM niet af op een conventionele audio-CD speler. Het daardoor geproduceerde geluidsniveau kan van dien aard zijn, dat blijvende gehoorbeschadiging optreedt. Tevens kan het schade toebrengen aan luidsprekers of andere systeemcomponenten. .......................................................................................................... Add
• Zorg ervoor, dat u de toetsen niet aanraakt, terwijl het automatische klavier in werking is, daar u zo uw vingers kunt bezeren of schade aan het klavier kunt toebrengen. ..........................................................................................................
• Pak altijd de stekker zélf vast, wanneer u die op dit apparaat of op het stopcontact wilt aansluiten, of wanneer u de stekker eruit wilt halen. Trek nooit aan het netsnoer! .......................................................................................................... 103a:
• Ophopingen van stof tussen de stekker en het stopcontact kunnen tot verminderde isolatie leiden en brand veroorzaken. Verwijder zulk stof op gezette tijden met een droge doek. Haal de stekker ook uit het stopcontact, wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt. .......................................................................................................... 104
• Probeer te voorkomen, dat snoeren en kabels verwikkeld raken. Bovendien moeten alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen gehouden worden. .......................................................................................................... 106
• Ga nooit op het apparaat staan, en zet er ook geen zware voorwerpen op. .......................................................................................................... 107b
• Raak de stekker of het snoer nooit met natte handen aan, wanneer u deze in het stopcontact of in dit apparaat wilt steken of eruit wilt halen. .......................................................................................................... 108a
• Wanneer u het apparaat wilt verplaatsen, haal dan eerst de stekker uit het stopcontact. .......................................................................................................... 108c
• Koppel alle kabels los, waarmee het apparaat met andere apparatuur is verbonden. .......................................................................................................... 109a
• Voordat het apparaat gereinigd wordt, dient eerst de spanning uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact gehaald te worden. (p. 20). .......................................................................................................... 110a
• Wanneer in uw omgeving onweer verwacht wordt, haal dan de stekker uit het stopcontact. ..........................................................................................................
VOORZICHTIG 111: Selection
• Wanneer batterijen op de verkeerde manier gebruikt worden, kunnen ze exploderen of lekken en schade of verwondingen veroorzaken. Lees in het belang van de veiligheid de onderstaande voorzorgsmaatregelen en pas ze ook toe: • Volg de installatie-instructies voor batterijen nauwgezet op en zorg er voor dat u de juiste polariteit gebruikt. • Vermijd het gebruik van nieuwe batterijen samen met gebruikte batterijen. Vermijd ook het door elkaar gebruiken van verschillende typen batterijen. • Verwijder de batterijen, wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt. • Indien een batterij heeft gelekt, gebruik dan een zachte doek of een stuk keukenpapier om alle resten van de batterijvloeistof uit het batterijencompartiment te verwijderen. Installeer daarna nieuwe batterijen. Zorg er om huidinfecties te voorkomen voor dat de batterijvloeistof niet in contact komt met de handen of met de huid. Ga met de grootste voorzichtigheid te werk, zodat er geen batterijvloeistof in uw ogen komt. Mocht dit toch gebeuren, spoel het oog dan met veel stromend water. • Bewaar batterijen nooit samen met metalen voorwerpen als balpennen, halskettingen, haarspelden, etc. .......................................................................................................... 112
• Gebruikte batterijen moeten bij het chemisch afval gedaan worden. Let daarbij op de regels, die daarvoor in uw woonplaats gelden. .......................................................................................................... 116
• Wees voorzichtig, wanneer u het deksel open of dicht doet, om te voorkomen dat uw vingers bekneld raken (zie pag. 20). Het is raadzaam, dat een volwassene toezicht houdt, wanneer kleine kinderen het apparaat gebruiken. .......................................................................................................... 118
• Indien u schroeven en kabelklemmen verwijdert, dient u die buiten bereik van kinderen te bewaren om te voorkomen, dat zij die per ongeluk inslikken. ..........................................................................................................
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN 291b
Naast de zaken die onder ‘BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES’ en ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (pag. 2, 3, 4 en 5) worden genoemd, verdient het aanbeveling om het volgende te lezen en in acht te nemen:
Stroomvoorziening • Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomcircuit als apparaten, die lijnruis veroorzaken (zoals een elektromotor of een variabel verlichtingssysteem). • Bij het apparaat wordt een batterij meegeleverd. De levensduur van deze batterij kan beperkt zijn, maar het belangrijkste doel van deze batterij is om het testen mogelijk te maken. • Wanneer u dit apparaat op andere apparatuur wilt aansluiten, schakel dan eerst de spanning van alle apparatuur uit. Dit helpt storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparatuur voorkomen.
Plaatsing • Wanneer het apparaat vlakbij versterkers wordt gebruikt (of in de buurt van andere apparatuur, waarin grote spanningsomvormers zijn ingebouwd), kan dit een brommend geluid veroorzaken. Om dit probleem te verminderen, kunt u dit apparaat een andere richting uit zetten of het verder bij de bron van storing vandaan plaatsen. • Dit apparaat kan de ontvangst van radio of televisie verstoren. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.
condens volledig is verdampt. • Laat niet lange tijd rubber, vinyl of soortgelijke materialen op het apparaat liggen. Zulke voorwerpen kunnen de afwerkingslaag van het apparaat doen verkleuren of op andere wijze beschadigen. • Plaats niets dat water bevat (bijv. bloemenvazen) op dit apparaat. Vermijd ook het gebruik van insecticiden, parfums, alcohol, nagellak, spuitbussen etc. in de buurt van het apparaat. Neem vloeistoffen die op het apparaat gemorst worden snel af met een droge, zachte doek. • Laat geen voorwerpen op de toetsen liggen of staan. Dit kan storingen tot gevolg hebben, bijv. in de vorm van toetsen, die geen geluid meer geven. • Plak geen stickers, plakplaatjes of soortgelijke materialen op dit instrument. Het weer verwijderen ervan kan de afwerkingslaag beschadigen.
Onderhoud • Gezien het feit dat uw piano een gepolitoerde afwerkingslaag heeft die net zo delicaat is als de afwerking van verfijnde handgemaakte meubelen, heeft deze regelmatig en zorgvuldig onderhoud nodig. Hier volgen enkele belangrijke suggesties betreffende de juiste zorg voor het apparaat: • Gebruik voor het afstoffen een zachte, schone doek en/of een plumeau, die gebruikt kan worden voor de piano. Veeg hier heel voorzichtig mee. Wanneer er bij het vegen teveel kracht wordt gebruikt, kan het kleinste korreltje zand of gruis krassen op het oppervlak veroorzaken.
• Het gebruik van draadloze communicatiemiddelen, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit apparaat kan ruis veroorzaken. Dit geluid kan optreden bij het aannemen of beginnen van een gesprek, maar ook tijdens het gesprek. Wanneer er zulke problemen optreden, plaats de draadloze apparatuur dan verder bij dit apparaat vandaan of schakel deze uit.
• Indien het oppervlak van de kast zijn glans verliest, wrijf het dan grondig maar voorzichtig met een zachte doek die is bevochtigd met een beetje van de juiste poetsvloeistof. Gebruik geen reinigings- of (af)wasmiddelen, daar deze het oppervlak van de kast kunnen beschadigen en scheurtjes kunnen veroorzaken. Gebruik ook geen stofdoeken, die chemische middelen bevatten.
• Wanneer u de diskdrive van dit apparaat gebruikt, dient u het volgende in acht te nemen. Zie voor verdere details ‘Voordat u floppydisks gaat gebruiken’ (pag. 7). • Plaats het apparaat niet vlakbij apparatuur, die een sterk magnetisch veld veroorzaakt (bijv. luidsprekers). • Installeer het apparaat op een stevige, vlakke ondergrond. • Verplaats het apparaat niet en stel het ook niet bloot aan trillingen, terwijl de diskdrive in werking is. • Stel het apparaat niet bloot aan fel zonlicht, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte verspreiden, laat het niet in een afgesloten voertuig achter en stel het ook niet op andere wijze bloot aan extreme temperaturen. Laat lichtbronnen, die normaal dicht in de buurt van het apparaat gebruikt worden (bijv. pianoverlichting) en spotjes, niet langdurig op hetzelfde deel van het apparaat schijnen. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormd raken of verkleuren. • Wanneer het apparaat wordt verplaatst naar een locatie, waar de temperatuur en/of de luchtvochtigheid anders is, kunnen zich binnenin het apparaat waterdruppels (condens) vormen. Indien u probeert, het apparaat in deze toestand te gebruiken, kan er schade of storing ontstaan. Daarom moet u het apparaat voordat u het gaat gebruiken enkele uren in de nieuwe omgeving laten staan, totdat de
6
402
• Gebruik als reinigingsmiddel nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen. Gebruik van deze middelen kan verkleuring en/of vervorming van het materiaal tot gevolg hebben.
Reparaties en bestanden • Wees ervan bewust, dat alle bestanden, die in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen, verloren kunnen gaan, wanneer u het apparaat opstuurt voor reparatie. Van bestanden dient u altijd een back-up te maken op een floppy disk of op papier (indien mogelijk). Bij reparaties wordt altijd geprobeerd om het verlies van bestanden te voorkomen. Helaas moeten wij echter vermelden, dat het in sommige gevallen (bijv. wanneer printplaten, die met het geheugen zelf te maken hebben, defect zijn) wellicht niet mogelijk is om de bestanden te herstellen, en dat Roland zich niet aansprakelijk stelt voor een dergelijk verlies van bestanden.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Automatisch klavier • Terwijl het automatische klavier in werking is, moet u vermijden dat u iets doet dat de beweging van de toetsen zou kunnen belemmeren, zoals overmatige kracht uitoefenen om een toets in te drukken of proberen, een ingedrukte toets omhoog te duwen. Dit kan namelijk storingen veroorzaken.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen • Wees erop bedacht, dat de inhoud van het geheugen door storingen of door onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar verloren kan gaan. Om het risico van verlies van belangrijke bestanden uit te sluiten, raden wij u aan om regelmatig een back-up te maken van belangrijke bestanden, die u in het geheugen van het apparaat heeft staan, en deze op een floppydisk op te slaan. • Helaas bestaat de kans dat de inhoud van bestanden, die op een floppydisk zijn opgeslagen, niet meer teruggehaald kan worden wanneer u die eenmaal kwijt bent. Roland Corporation stelt zich niet aansprakelijk voor dit soort dataverlies. • Behandel de knoppen, schuiven en andere regelaars van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Een ruwe behandeling kan tot storingen leiden. • Sla nooit op het scherm en oefen er nooit sterke druk op uit. • Bij het aansluiten en loskoppelen van de kabels altijd de stekker vasthouden en niet de kabel zelf. Op deze manier voorkomt u het ontstaan van kortsluiting of van schade aan de interne kabelelementen. • Bij normaal gebruik van het apparaat straalt het in beperkte mate warmte uit. • Probeer, om te vermijden dat u uw buren stoort, het volume van het apparaat op een redelijk niveau te houden. Wellicht geeft u er de voorkeur aan om een koptelefoon te gebruiken, zodat u de mensen om u heen niet kunt storen (vooral ’s avonds laat en ’s nachts). • Dit instrument is erop ontworpen om de bijgeluiden bij het spelen zoveel mogelijk te beperken. Omdat geluidsgolven sterker door vloeren en muren heen dringen dan u wellicht verwacht, dient u ervoor te zorgen dat dit geluid uw buren niet tot last wordt, vooral wanneer u ’s avonds of ’s nachts speelt; gebruik dan een koptelefoon. • Verpak het apparaat, wanneer u het moet vervoeren, in schokwerend materiaal. Wanneer u het apparaat zonder dit materiaal vervoert, kan het gekrast of beschadigd raken, wat tot storingen kan leiden. • Trek de muzieksteun niet te ver naar voren, wanneer u de steuntjes ervan vastzet/losmaakt. • Gebruik alleen het aangegeven expressiepedaal (EV-5; dit wordt apart verkocht). Door andere expressiepedalen aan te sluiten, riskeert u het ontstaan van storingen/schade aan het apparaat. • Gebruik een kabel van Roland om het apparaat aan te sluiten. Indien u een ander merk verbindingskabel gebruikt, lees dan het volgende punt.
• Sommige verbindingskabels bevatten weerstanden. Gebruik zulke kabels niet om dit apparaat aan te sluiten. Het gebruik van dat soort kabels kan ervoor zorgen dat het geluidsniveau erg laag wordt, of zelfs onhoorbaar. Neem voor informatie over de specificaties van uw eigen kabels contact op met de fabrikant ervan.
Voordat u floppydisks gaat gebruiken Omgaan met de diskdrive • Installeer het apparaat op een stevige, vlakke ondergrond in een omgeving die vrij is van trillingen. Indien het apparaat schuin geïnstalleerd moet worden, zorg er dan voor dan de installatie het toelaatbare bereik van naar boven, 0˚ en naar onderen, 0˚ niet te buiten gaat. • Vermijd gebruik van het apparaat direct nadat het is verplaatst naar een plek met een vochtigheidsgraad, die aanzienlijk verschilt van die op de vorige locatie. Snelle veranderingen van omgeving kunnen condensvorming in het apparaat tot gevolg hebben, wat de werking van de drive negatief beïnvloedt en beschadiging van floppydisks tot gevolg kan hebben. Wanneer het apparaat is verplaatst, laat het dan enkele uren acclimatiseren in de nieuwe omgeving, voordat u het weer in gebruik neemt. • Om een disk in het apparaat te plaatsen, drukt u deze voorzichtig maar stevig in de drive. Hij klikt dan vanzelf op zijn plaats. Om een disk uit de drive te halen, drukt u stevig op de EJECT-knop. Gebruik geen overmatige kracht om een disk die in de drive zit eruit te halen. • Probeer niet om de disk uit de drive te halen, terwijl deze gelezen wordt of, terwijl er gegevens op weggeschreven worden. Hierdoor kan nl. het magnetische oppervlak van de disk beschadigd worden, waardoor de disk onbruikbaar wordt. (Het indicatielampje van de diskdrive brandt helder, terwijl de drive gegevens leest of wegschrijft. In andere gevallen brandt het lampje minder helder of is het uit.) • Haal floppydisks altijd uit de diskdrive, voordat u dit apparaat in- of uitschakelt. • Om schade aan de koppen van de diskdrive te voorkomen, dient u de floppydisk er altijd horizontaal in te steken (dus niet scheef, in welke richting dan ook). Druk de floppydisk er stevig, maar voorzichtig in. Gebruik nooit overmatig veel kracht. • Om het risico van storingen en/of beschadiging van het apparaat te vermijden, dient u alleen maar floppydisks in de diskdrive te gebruiken. Doe nooit een ander soort disk in het apparaat. Voorkom dat paperclips, munten of andere vreemde voorwerpen in de diskdrive terechtkomen.
Omgaan met floppydisks • Floppydisks bevatten een kunststof schijf met een dun laagje magnetisch opslagmateriaal. Er is microscopische precisie voor nodig om de opslag van grote hoeveelheden gegevens op zo’n klein oppervlak mogelijk te maken. Volg de hier vermelde instructies op om de floppydisks in onbeschadigde toestand te houden. • Raak het magnetische materiaal binnenin de disk nooit
7
BELANGRIJKE OPMERKINGEN aan. • Gebruik of bewaar floppydisks niet in een vuile of stoffige omgeving. • Stel floppydisks niet bloot aan extreme temperaturen (bijv. in fel zonlicht in een gesloten voertuig). De aanbevolen temperatuur is tussen 0 en 50•C. • Stel floppydisks niet bloot aan sterke magnetische velden, zoals die bijvoorbeeld door luidsprekers worden veroorzaakt. 652
• Floppydisks hebben een beschermingslabel tegen overschrijven, dat de disk kan beschermen tegen het per ongeluk wissen van gegevens. Het is aan te bevelen om het label in de ‘Bescherming’-stand te houden en deze alleen in de ‘Beschrijven’-stand te zetten, wanneer u nieuwe gegevens op de disk wilt wegschrijven. Achterkant van de disk
• Haal CD’s altijd uit de CD-speler, voordat u dit apparaat in- of uitschakelt. • Om het risico van storingen en/of beschadiging van het apparaat te vermijden, dient u alleen maar CD’s in de CDspeler te gebruiken. Plaats nooit een ander soort disk in het apparaat. Voorkom dat paperclips, munten of andere vreemde voorwerpen in de CD-speler terechtkomen. • Stel de CD-speler, terwijl deze in gebruik is niet bloot aan trillingen of schokken en verplaats het apparaat niet, terwijl de spanning is ingeschakeld. • De CD-lade heeft een stofafstotende constructie. Gebruik geen CD-ladereinigers of dergelijke schoonmaakmiddelen. Deze kunnen de CD-lade beschadigen.
Omgaan met CD’s • Volg bij het omgaan met CD’s de volgende aanwijzingen op: • Raak de opnamezijde van CD’s niet aan. • Gebruik CD’s niet in stoffige omgevingen.
Beschrijven
• Stel CD’s niet bloot aan fel zonlicht en laat ze niet in een gesloten voertuig achter.
(het is mogelijk om op de disk te schrijven)
Beschermingslabel
Bescherming (voorkomt dat er op de disk wordt geschreven)
653
• De identificatiesticker moet goed op de disk vastgeplakt zijn. Wanneer de sticker los raakt, terwijl de disk in de drive zit, kan het moeilijk worden om de disk er weer uit te krijgen. • Bewaar alle disks op een veilige plaats om beschadiging ervan te voorkomen en om ze te beschermen tegen stof, vuil en andere risico’s. Indien u een vuile of stoffige disk gebruikt, riskeert u beschadiging van de disk en storing van de diskdrive.
• Zorg ervoor dat u de glanzende onderkant van de CD (het gecodeerde oppervlak) niet aanraakt of krast. Beschadigde of vuile CD-ROMs worden wellicht niet goed gelezen. Houd uw CD’s schoon met een in de winkel verkrijgbare CD-reiniger. • Bewaar uw CD’s altijd in de bijbehorende doosjes. • Laat een CD niet gedurende lange tijd in de CD-speler zitten. • Plak geen sticker op het label van de CD. • Veeg CD’s bij het reinigen met een zachte, droge doek haaks op de richting van de groeven van binnen naar buiten. Veeg niet met de groeven mee. • Gebruik geen benzine, grammofoonplaten reinigingsspray of oplosmiddelen.
• Disks, die uitvoeringsgegevens voor dit apparaat bevatten, moeten altijd worden afgesloten (het beschermingslabel moet dan in de ‘Bescherming’-stand geschoven zijn) voordat u ze in de drive van een ander apparaat (behalve de PR-300 of een apparaat uit de HP-G-, MT-, KR- of Atelierserie) of in de drive van een computer steekt. Treft u deze voorzorgsmaatregel niet (dus laat u het beschermingslabel in de ‘Beschrijven’-stand), dan loopt u bij het uitvoeren van alle mogelijke werkzaamheden op het andere apparaat waarbij de diskdrive is betrokken (bijv. het bekijken van de inhoud van de disk of het laden van gegevens) het risico dat de disk onleesbaar wordt gemaakt door de diskdrive van dat apparaat.
203
Voordat u CD’s gaat gebruiken
207
Omgaan met de CD Drive Add
• Vermijd gebruik van de CD-speler direct, nadat deze is verplaatst naar een plek met een vochtigheidsgraad die aanzienlijk verschilt van die op de vorige locatie. Snelle veranderingen van omgeving kunnen condensvorming in het apparaat tot gevolg hebben, wat de werking van de drive negatief beïnvloedt en beschadiging van CD’s tot gevolg kan hebben. Wanneer het apparaat is verplaatst, laat het dan enkele uren acclimatiseren in de nieuwe omgeving, voordat u het weer in gebruik neemt.
8
• Buig CD’s niet. Dit kan tot gevolg hebben dat ze niet meer goed gelezen of beschreven kunnen worden; tevens kan het andere storingen tot gevolg hebben. * GS (
) is een gedeponeerd handelsmerk van Roland
Corporation. * XG lite ( ) is een gedeponeerd handelsmerk van Yamaha Corporation. 207
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. * IBM en IBM PC zijn gedeponeerde handelsmerken van International Business Machines Corporation. 207
* Alle in dit document genoemde productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
Inleiding Gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland KR Intelligente Piano. De KR Intelligente Piano maakt het niet alleen mogelijk om authentieke pianouitvoeringen na te bootsen, maar biedt daarnaast ook eenvoudig te gebruiken automatische begeleiding en talloze andere handige functies. Neemt u alstublieft even de tijd om deze handleiding in zijn geheel door te lezen, zodat u nog jarenlang van de betrouwbare prestaties van uw Intelligent Piano kunt genieten.
Belangrijkste kenmerken ❍ Pianoklanken met volle resonantie en een zeer breed expressiebereik De in stereo samplende geluidsgenerator van de piano reproduceert zelfs heel realistisch het geluid van de hamers die de snaren raken, waardoor deze piano het geluid geeft van een concertvleugel van topkwaliteit. De maximale polyfonie van 128 noten zorgt ervoor, dat u het pedaal vrijelijk kunt gebruiken zonder noten tekort te komen. De KR heeft een nieuw luidsprekersysteem, het ‘grand piano presence system’ (een systeem dat een klank geeft alsof er daadwerkelijk een vleugel aanwezig is), om klanken met diepte en een natuurlijk klinkend ruimtelijk geluid te geven.
❍ Het toetsengevoel van de vleugel wordt nagestreefd Deze instrumenten hebben een klavier met een progressieve hamerbeweging, die reageert als de aanslag van een vleugel, met een zwaardere aanslag in het lagere register en een lichtere aanslag in het hogere register. Daarbij wordt zelfs de kenmerkende ‘klik’ die u voelt, wanneer u een toets op een vleugel aanslaat, getrouw gesimuleerd (het échappement).
❍ Gemakkelijk resultaat verkrijgen met de belangrijkste knoppen U kunt songs spelen, partituren op het scherm brengen, automatische begeleiding instellen, geluidssoorten selecteren en andere hoofdfuncties van de KR eenvoudig uitvoeren door de belangrijkste knoppen in te drukken, die zich aan beide zijden van het scherm bevinden. Met de knop [Music Assistant] kunt u een song die u wilt spelen selecteren, instellingen voor de automatische begeleiding die bij die song passen oproepen en, terwijl u naar de akkoorden op de partituur kijkt, het stuk uitvoeren met toegevoegde begeleiding. Dankzij de knop [Select Various Tones] die wordt gebruikt om geadviseerde geluiden te kiezen uit de meer dan 600 voorgeprogrammeerde geluidssoorten, de [Song Stylist]knop die het u mogelijk maakt om een veelheid aan arrangementen van de voorgeprogrammeerde populaire songs te beluisteren en ze om te vormen naar rock, jazz of andere muziekstijlen, en de [Session Partner]-knop, waarmee u de akkoorden en het ritme aan de achtergrondgroep overlaat en waardoor uw uitvoeringen klinken als een groepsgebeuren, kunt u de KR met plezier op vele creatieve manieren bespelen.
9
Inleiding ❍ Een gamma aan ondersteunende functies om uw muzikale talenten verder te ontwikkelen U kunt ‘DigiScore’ gebruiken om aan te geven, welke informatie u op het notatiescherm wilt zien, zoals noten, vingerzetting en zelfs een stuiterbal die het ritme aangeeft voor de huidige uitvoering. U kunt specifieke delen laten herhalen, waardoor u deze delen zo vaak als u wilt kunt oefenen. U kunt beide handen apart afspelen en opnemen of profiteren van een groot aantal andere handige oefenhulpen, die alleen digitale piano’s hebben. Andere bruikbare oefenhulpen zijn bijvoorbeeld het ‘Herhaal’-pedaal dat u kunt indrukken om de uitvoering te stoppen en terug te gaan, wanneer u en probleem heeft bij het spelen van een bepaald onderdeel, en ‘Raak de noot aan’, een functie die u laat horen hoe een noot klinkt, wanneer u deze noot op het scherm aanraakt. Functies, die speciaal voor jonge kinderen zijn ontwikkeld, zijn o.a. ‘Wonderland’, waar kinderen zich kunnen vermaken met het aanraken van een hele verzameling muziekinstrumenten, en de ‘Game’, een functie die op een speelse manier hun gehoor traint en hun luistervaardigheid helpt ontwikkelen.
❍ Aansluiting voor vertoning van vergrote partituren en teksten De KR heeft een ingebouwde aansluiting voor externe schermen. Door de partituren en teksten op een groter scherm te vertonen, kan iedereen die in uw groep speelt alles duidelijk zien.
❍ ‘Superior Player’ pianofunctie (alleen bij instrumenten, die met ‘Moving Key’-functie zijn uitgerust) De KR heeft een automatische ‘Moving Key’-functie, die de toetsen beweegt, terwijl er songs worden afgespeeld. Gebruik de CD-speler om de meegeleverde CD en CD’s voor automatisch spelende piano’s af te spelen (de CD-speler speelt ook audio-CD’s). U kunt ook een extern scherm aansluiten voor een uitgebreidere blik op uw werk, en u kunt de afstandsbediening gebruiken om songs te selecteren, te starten en te stoppen.
❍ Het instrument aansluiten op externe luidsprekers voor een concertzaaleffect Sluit externe luidsprekers, versterkers of andere apparatuur op de KR aan. Laat dan de galm of de begeleiding dor de externe luidspreker klinken. U krijgt het gevoel alsof u door een orkest omringd wordt.
❍ Kleurenscherm vereenvoudigt de bediening Het kleurenscherm van de KR maakt het kijken makkelijker. Het functioneert ook als een touch-screen, waardoor u taken kunt uitvoeren door simpelweg het scherm aan te raken.
10
Inleiding
Het gebruik van deze handleiding De gebruikershandleiding van de KR bestaat uit twee delen: Snelle start en de Gebruikershandleiding. Begint met het lezen van ‘Voordat u begint te spelen’ (pag. 18) in de Gebruikershandleiding (dit deel). Hier wordt uitgelegd, hoe u het snoer van de KR moet aansluiten en hoe u het instrument inschakelt. Gaat u nadat u de KR heeft ingeschakeld door met het lezen van Snelle start. Door de verschillende procedures uit te proberen, terwijl u Snelle start leest, leert u op een eenvoudige manier hoe u de KR kunt bespelen en hoe u de belangrijkste functies kunt gebruiken (vooral de procedures, waarbij de belangrijkste knoppen zijn betrokken). De Gebruikershandleiding beschrijft procedures die u zullen helpen om de vele uitvoeringsfuncties van de KR onder de knie te krijgen, van de basis van de bediening tot aan procedures voor speciale toepassingen (bijv. de KR als begeleiding gebruiken en songs componeren).
■ Manieren, waarop de informatie in deze handleiding gepresenteerd wordt Deze handleiding gebruikt de volgende manieren van presentatie om de instructies simpeler en beknopter te maken: • De namen van knoppen staan tussen vierkante haakjes ‘[ ]’, zoals bij One Touch Program [Piano]-knop. • De tekst bevat schermafbeeldingen en paneeldiagrammen van de KR-17. Er zullen daardoor onderdelen zijn, waarbij de informatie afwijkt van die voor de KR-15. • Om de leesbaarheid te bevorderen, kan het gebeuren dat sommige schermen en kleuren die hier gebruikt worden deels afwijken van de werkelijke schermen en kleuren. • Teksten van het scherm die worden weergegeven, worden tussen gehoekte haakjes gezet, zoals in <Exit>. • Het met de vinger lichtjes aanraken van het touch-screen wordt ‘aanraken’ genoemd. • Een asterisk (*) of een NOTE aan het begin van een paragraaf wijst op een opmerking of voorzorgsmaatregel. Deze dienen niet genegeerd te worden. • (pag. **) verwijst naar pagina’s in deze handleiding.
11
Paneelbeschrijvingen *
De afbeeldingen van het paneel, die in deze handleiding staan, zijn van de KR-17
1
4
5
8 9
10
111213
15
19 20 21
Power
2
3
6
7
1. [Power] schakelaar Wordt ingedrukt om de spanning in- en uit te schakelen (pag. 21). *
De [Power]-schakelaar van de KR-15 bevindt zich links van het klavier.
2. [Volume]-knop Regelt het totale volume (pag. 22).
3. [Brilliance]-knop Regelt de helderheid van het geluid (pag. 22).
4. [Wonderland/Game]-knop Hier kunt u spelenderwijs iets over instrumenten leren.
Zie Snelle start
Balans 5. [Part Balance]-knop Regelt het relatieve volumeniveau van elke partij van de uitvoering (pag. 75).
6. [Balance]-knop Verandert de volumebalans tussen pianospel en begeleiding (pag. 75).
7. [User Program]-knop Slaat de geselecteerde functies en standen van de knoppen op (pag. 122).
DSP 8. [Reverb]-knop Voegt galm aan het geluid toe (pag. 33).
9. [Surround]-knop Geeft driedimensionaal ruimtelijk effect aan de begeleiding (pag. 38).
10. [Equalizer]-knop Maakt het mogelijk om de kwaliteit van de geluidssoorten met de equalizer te wijzigen (pag. 40).
11. [Style Orchestrator]-knop Wordt gebruikt om het arrangementstype van de automatische begeleiding te regelen m.b.v. de uitvoeringsknoppen (pag. 70).
12
14
16
17 18
22
23
12. [Phrase]-knop Wordt gebruikt om een korte frase te spelen m.b.v. de uitvoeringsknoppen (pag. 71).
13. [User Function]-knop Wordt gebruikt om een veelheid aan functies aan de uitvoeringsknoppen toe te kennen (pag. 157).
Uitvoeringsknoppen 14. [1]-[4]-knoppen De werking van deze knoppen verandert afhankelijk van de knoppen met de nummers 11-13.
15. Muziekstijlknoppen Hier wordt een muziekstijl geselecteerd voor de automatische begeleiding (pag. 62). Wanneer u op de [User]-knop drukt, kunt u een Gebruikersstijl kiezen die u zelf heeft gemaakt, of een Muziekstijl van floppydisk kiezen (pag. 63.
16. Fill In-knoppen Voegen een invoegdeel tussen in een automatische begeleiding en veranderen het begeleidingspatroon (pag. 69).
[To Variation]-knop [To Original]-knop 17. [Intro/Ending]-knop Speel een intro of einde tijdens de automatische begeleiding (pag. 66).
18. [Start/Stop]-knop Start en stopt de automatische begeleiding (pag. 66).
Ritmehulp 19. [Metronoom]-knop Activeert de ingebouwde metronoom (pag. 52). U kunt de instelling van het maatgeluid veranderen (pag. 160).
20. Maatlampje Dit lampje knippert op de maat van de geselecteerde song of begeleiding.
21. [Rhythm]-knop Speelt het ritmepatroon (pag. 56).
22. Tempoknoppen [-] en [+]
Paneelbeschrijvingen
24
25
30
26 27 28
31
29
32
38
3334353637
Regelen het tempo. Druk tegelijkertijd op de knoppen [-] en [+] om naar het oorspronkelijke tempo terug te gaan.
Belangrijkste knoppen Zie Snelle Start [Select/Listen to a Song], [Disk]-knop Gebruik deze knop om songs die voorgeprogrammeerd zijn of op floppydisk staan te selecteren (pag. 77).
[Song Stylist]-knop [Music Assistent]-knop [Score Display]-knop Brengt notatie op het scherm (pag. 88). U kunt de oefenfunctie gebruiken (pag. 92).
[Session Partner]-knop [Select Various Tones]-knop 24. Touch-screen Door alleen maar het scherm aan te raken, kunt u een veelheid aan handelingen uitvoeren (pag. 24).
25. Contrastknop Regelt het schermcontrast (pag. 24).
26. Afstemknop Gebruik deze knop om waarden op het scherm te wijzigen.
27. Knoppen [-] en [+] Maken het mogelijk om waarden op het scherm te wijzigen.
28. One Touch Program-knop [Piano]-knop Realiseert de optimale instellingen voor een piano uitvoering (pag. 26).
[Arranger]-knop Realiseert de optimale instellingen voor het spelen met automatische begeleiding (pag. 59).
29. [Melody Intelligence]-knop
40
41
39
30. [Tone]-knoppen Selecteer de geluidssoorten die u door het klavier wilt laten spelen (pag. 27).
Opnemen/Afspelen 31. [Menu]-knop Hiermee kunt u functies selecteren voor het afspelen, opnemen of bewerken van een song (pag. 127, pag. 144)
32. Spoorknoppen Met deze knoppen kan elk spoor van een song apart worden afgespeeld of opgenomen (pag. 99, pag. 111).
33. [
(Reset)] -knop
Met deze knop wordt het apparaat aan het begin van de song gezet.
34. [
(Play/Stop)]-knop
Hiermee start en stopt u het afspelen of opnemen van songs.
35. [
(Rec)]-knop
Met het indrukken van deze knop wordt het instrument standby gezet om te kunnen opnemen (pag. 106, pag. 127).
36. [
(Bwd)] -knop
Spoelt de song terug.
37. [
(Fwd)]-knop
Spoelt de song versneld door.
38. [Transpose]-knop Transponeer de toonhoogte van het klavier of van de song.
39. [Vocal Effect]-knop Hiermee kan het geluid van stemmen door de microfoon een veelheid aan effecten worden meegegeven (pag. 43).
40. Diskdrive U kunt een floppydisk in de diskdrive doen om songs af te spelen of op te slaan (pag. 77, pag. 116).
41. Eject-knop Werpt een floppydisk uit de diskdrive (pag. 114).
Voegt harmonie toe aan de klanken het klavier gaat spelen (pag. 72).
13
Paneelbeschrijvingen
Onderpaneel 1
5
6
2
7
8
1. Netsnoeraansluiting
3
9
4
10 7. MIDI Out/In-aansluitingen
Sluit het meegeleverde netsnoer op deze aansluiting aan (pag. 20)
Deze kunt u op een extern MIDI-apparaat aansluiten om gegevens van uitvoeringen uit te wisselen (pag. 172).
2. Ingaande aansluitingen Deze aansluitingen kunnen worden aangesloten op een ander geluidsgenererend apparaat of een stereo-installatie, zodat het geluid van dat apparaat uit de luidsprekers van de KR komt (pag. 176).
8. Computeraansluiting U kunt op deze aansluiting een computer aansluiten om gegevens van uitvoeringen uit te wisselen.
9. Computerschakelaar
3. Uitgaande aansluitingen (Main)
De instelling van deze schakelaar is afhankelijk van de computer die is aangesloten – Mac/PC-1/PC-2. Schakelt de aansluitingen voor de MIDI-aansluitingen en de computerpoort (pag. 178).
4. Uitgaande aansluitingen (Aux) U kunt een versterker of externe luidspreker aansluiten op de Aux-aansluiting en de begeleiding en de galm daardoor afspelen (pag. 35).
5. Aansluiting voor expressiepedaal
*
U kunt de MIDI Out/In-aansluiting en de computer aansluiting niet tegelijk gebruiken.
10. Aansluiting voor extern scherm
U kunt een expressiepedaal op de KR aansluiten.
Sluit hier een extern scherm op aan; u kunt er dan notatie en teksten op vertonen (pag. 23).
6. Pedaalaansluiting Sluit de pedaalkabel van de standaard op deze aansluiting aan (pag. 20). Onderpaneel (Linkervoorkant)
Onderpaneel (Rechtervoorkant)
Rechterkant van het onderpaneel (bij instrument met ‘Moving Key’)
15 12 11
14
13
16
17
14. CD-spelerlampje Dit lampje gaat branden, wanneer een CD in de speler gelezen wordt.
11. Koptelefoonaansluitingen Hier kunt u een koptelefoon op aansluiten (pag. 22).
15. CD-lade Plaats de CD die u in de speler wilt doen in deze lade.
12. Microfoonaansluiting (In) Hier kunt u een microfoon op aansluiten (pag. 22).
16. Noodopening Dit gaatje maakt het in noodgevallen mogelijk om de CD-lade te openen.
13. Microfoonvolumeknop Regelt het volume van de microfoon (pag. 22).
17. Eject-knop Druk op deze knop om de CD weer uit de lade te halen. *
14
U kunt de CD er alleen uithalen, indien de spanning is ingeschakeld.
Inhoud HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ........ 3
De instellingen van de metronoom veranderen .........................53
Vingerzettingen van akkoorden inzien (‘Chord Finder’)..........61 Muziekstijlen van floppydisks selecteren....................................63 Het deksel openen en sluiten (KR-17) ............................................... 18 Het deksel openen en sluiten (KR-15) ............................................... 19
Trefwoorden gebruiken om muziekstijlen te zoeken (‘Style Search’)..............................................................................................64
De muzieksteun omhoogzetten.......................................................... 19
Alleen de ritmepatronen van muziekstijlen spelen...................................... 65
Gebruik van de muziekklemmen (KR-15) .................................. 19
Het begeleidingstempo regelen....................................................................... 65
De klavierklep openen en sluiten....................................................... 20
De begeleiding starten en stopzetten ............................................................. 66
Het netsnoer aansluiten ....................................................................... 20 De pedaalkabel aansluiten .................................................................. 21
De begeleiding gelijktijdig laten beginnen, wanneer u begint te spelen (‘Sync’)..................................................................66
De spanning in- en uitschakelen ........................................................ 21
De automatische begeleiding stoppen .........................................67
De pedalen ............................................................................................. 21 Het volume en de helderheid van het geluid regelen..................... 22
Aan het einde van de intro een aftelgeluid laten spelen (‘Countdown’)..................................................................................68
Een koptelefoon aansluiten ................................................................. 22
Een begeleiding wijzigen ................................................................................. 69
Een microfoon aansluiten.................................................................... 22
Het begeleidingspatroon veranderen (‘Fill In’-knoppen) .........69
Een extern scherm aansluiten ............................................................. 23
De instrumentale samenstelling van muziekstijlen veranderen (‘Style Orchestrator’)..................................................70
De kabels aansluiten....................................................................... 23 Het touch-screen ................................................................................... 24 Het schermcontrast regelen........................................................... 24 De belangrijkste schermen .................................................................. 24 Pianoscherm .................................................................................... 24 Basisscherm ..................................................................................... 24 De belangrijkste iconen gebruiken ............................................... 25
Hoofdstuk 1 Uitvoering...........................................26 Het klavier als een piano bespelen (‘One-Touch Piano’) .............................26 Uitvoering met een veelheid aan geluidssoorten (‘Tone’-knoppen)..........27
Percussie-instrumenten bespelen of geluids–effecten gebruiken ......................................................................................... 28 Trefwoorden gebruiken om geluidssoorten te zoeken (‘Tone Search’)................................................................................. 29
Frasen spelen (‘Phrase’)..................................................................71 Tegenstem toevoegen aan de rechterhand (‘Melody Intelligence’) ........... 72 Tijdens een uitvoering geluiden afspelen in het gebied van de linkerhand (‘Lower Tone’) ............................................................................... 73 Pianospelen met toegevoegde begeleiding (‘Piano Style Arranger’) ........ 74 De volumebalans voor iedere partij regelen (‘Balance’).............................. 75
De volumebalans tussen de begeleiding en het klavier regelen (Balansknop) ......................................................................75 De volumebalans voor iedere partij van een uitvoering regelen (‘Part Balance’) ...................................................................75
Hoofdstuk 3 Het afspelen van songs ................... 77 Een song afspelen .............................................................................................. 77
Trefwoorden gebruiken om songs te zoeken (‘Song Search’)...79 De songs die u leuk vindt aan uw ‘Favorieten’ toevoegen (‘Favorites’) ... 80
Uitvoering met twee gelijktijdige geluiden (‘Layer’) ...................................30
Songs uit uw ‘Favorieten’ verwijderen ........................................81
Verschillende geluidssoorten spelen met de linker- en rechterhand (‘Split’) .................................................................................................................31
Songs van CD afspelen (alleen voor instrumenten met CD-speler) .......... 82
De toonhoogte van het klavier in stappen van een octaaf veranderen (‘Octave Shift’)............................................................ 32 Een galmeffect aan het geluid toevoegen (‘Reverb’) ....................................33 Een surround effect aan de begeleiding en aan galm toevoegen (‘Surround’) ........................................................................................................35
De begeleiding een ruimtelijker effect geven ............................. 35 De sterkte van het surround effect bij begeleiding regelen ...... 36 Het geluid van de galm ruimtelijker maken............................... 37
Voorzorgsmaatregelen ...................................................................82 Songs van CD’s afspelen ................................................................83 De afstandsbediening gebruiken (alleen voor instrumenten met CD-speler)................................................................................................... 85
De afstandsbediening van batterijen voorzien ...........................85 De afstandsbediening gebruiken ..................................................85 De afstandsbediening .....................................................................86
De sterkte van het surround effect bij galm regelen.................. 37 Een driedimensionaal ruimtelijk effect geven aan de gespeelde klanken (‘Advanced .................................................................................. 3D’)38 Het geluid regelen om de ideale geluidskwaliteit te bereiken (‘Equalizer’).........................................................................................................40
De notatie op het scherm tonen....................................................................... 88
Noten aanraken om de klanken te bevestigen (‘Touch the Notes’) ...............................................................................................89 Gedetailleerde instellingen voor het Notatiescherm creëren ...90
Effecten aan het geluid toevoegen (‘Effects’).................................................42
Notatie opslaan als beeldgegevens...............................................91
Effect toevoegen aan de microfoonstem (‘Vocal Effect’)..............................43
Songs oefenen met de oefenfunctie ............................................................... 92
Plezier met Karaoke met muziekbestanden (‘Music Files’)...... 51
Het tempo regelen ............................................................................................. 95
Metronoom en ritme gebruiken (‘Rhythm Partner’) ....................................52
De metronoom gebruiken.............................................................. 52
15
Inhoud Het tempo instellen door de knop op de maat in te drukken (‘Tap Tempo’) .................................................................................. 96 Uw stem gebruiken om het tempo te selecteren (‘Vocal Tap Tempo’) ....................................................................... 97
De opnamemodus veranderen (‘Rec Mode’) ..................................130 Opnemen, terwijl de vorige opname wordt gewist (‘Replace Recording’)....................................................................131
In een vast tempo afspelen (‘Tempo Mute’) ............................... 97
Een opname over eerder opgenomen klanken opnemen (‘Mix Recording’)...........................................................................131
Het tempo gelijkstellen voordat u begint te spelen (‘Count In’).................98
Herhaalde opname op dezelfde locatie (‘Loop Recording’) ...132
Het geluid van enkele partijen voor het spelen uitschakelen (Spoorknoppen) .................................................................................................99
Een deel van uw uitvoering opnieuw opnemen (‘Punch-in Recording’)..................................................................133
Merktekens aanbrengen voor herhaaldelijk oefenen (‘Marker’) ..............100
Een merkteken in een song aanbrengen.................................... 100
Een begeleiding componeren door akkoorden in te geven (‘Chord Sequencer’) ............................................................................134
Afspelen vanaf de plaats waarop een merkteken is aangebracht................................................................................... 101
Klanken van het klavier en af te spelen songs transponeren (‘Transpose’) ....................................................................................................103
Ritmepatronen kopiëren om ritmepartijen te creëren .............137
Hoofdstuk 5 De uitvoering opnemen en opslaan105
Akkoorden ingeven zonder het klavier te bespelen ................135
Opnemen, terwijl u de spoorknoppen selecteert (Redoing Recordings)......................................................................................111 Opgenomen uitvoeringen wissen .................................................................112
De opname op bepaalde sporen wissen .................................... 112 Veranderen hoe de opname stopt .................................................................112 Songs opnemen die met een opmaat beginnen ...........................................113 Floppydisks gebruiken....................................................................................114
Een floppydisk in de diskdrive doen en hem er weer uit halen.......................................................................................... 114 Floppydisks formatteren (‘Format’)........................................... 114 Songs opslaan ...................................................................................................116
Noten één voor één corrigeren (‘Note Edit’) .............................140 De veranderingen van geluidssoort in een song wijzigen (‘PC Edit’) .......................................................................................141 Middenin de song van maat veranderen (‘Beat Map’)..................141 Het tempo van opgenomen songs veranderen...............................142 Het tempo binnen de song veranderen ...........................................142 Het tempo aanpassen, terwijl u naar een song luistert............142 Het tempo bij een bepaalde maat aanpassen ............................143
Stijlen van het gebruikersgeheugen naar floppydisk kopiëren ..........................................................................................151
Hoofdstuk 9 Diverse instellingen ....................... 152
Sets gebruikersprogramma’s van floppydisk naar het gebruikersgeheugen kopiëren .......................................................... 125
De instellingen voor One-touch Piano veranderen........................152
Sets gebruikersprogramma’s van het gebruikersgeheugen naar floppydisk kopiëren ............................................................ 126
Het pedaal gebruiken om van gebruikersprogramma te wisselen............................................................................................ 126
Veranderen hoe snel klanken worden geproduceerd in verhouding tot de kracht waarmee de toetsen worden aangeslagen (‘Hammer Response’) ............................................154
Tegelijkertijd van gebruikers–programma wisselen en PC-nummers doorgeven.................................................................... 126
Hoofdstuk 7 Songs creëren en bewerken...........127
Procedure........................................................................................152 De stemming veranderen (‘Tuning’) ..........................................153
De resonantieklanken regelen (‘String Resonance’).................154 De toetsaanslag regelen (‘Key Touch’).......................................155 De instellingen voor One-Touch Arranger veranderen ................155
‘Multitrack recording’ met 16 partijen (16-spoors-sequencer)..... 127
Het scherm ‘16-spoors-sequencer’.............................................. 127 De instellingen per partij wijzigen ............................................. 128
Het scheidingspunt van het klavier veranderen (‘Split Point’) ..................................................................................156
Voor partijen de best bij het muzikale genre passende geluidssoorten instellen (‘Tone Set’) .......................................... 129
Van muziekstijl veranderen zonder de geluidssoort of het tempo te veranderen (‘One Touch Setting’)........................156
Een uitvoering opnemen ............................................................. 129
Functies aan pedalen en uitvoeringsknoppen toekennen (‘Pedal Setting/User Functions’).................................................157
16
Inhoud Het ombuigingsbereik veranderen (‘Pedal Setting’) ............... 159
Voorbeelden van opstellingen waarbij Aux op ‘Surround’ staat.................................................................................................177
De manier veranderen, waarop akkoorden worden gespeeld en worden aangegeven (‘Arranger Config’) ............ 159
Een computer aansluiten....................................................................178
Een merkteken middenin een maat aanbrengen...................... 160
Aansluiten op de MIDI-aansluitingen........................................178
De instellingen voor ‘Count-In’ en ‘Countdown’ veranderen..... 160
Aansluiten op de computeraansluiting......................................178
Instellingen voor het aftellen....................................................... 160
Instellingen voor het aftellen aan het einde van de intro (‘Countdown’) ............................................................................... 161
De apparatuur aansluiten ............................................................178
Andere instellingen ............................................................................ 161 Procedure ....................................................................................... 161 De standaard toonhoogte veranderen (‘Master Tune’)........... 162 De taal veranderen (‘Language’) ................................................ 162 Het veranderen van de boodschap die bij het inschakelen van de KR op het scherm verschijnt (‘Opening Message’)..... 162 Het veranderen van de instellingen voor het vertonen van afbeeldingen op het externe scherm (‘External Display’) ....... 163 Het selecteren van afbeeldingen om op de KR en externe schermen te vertonen (‘User Image Display’) .......................... 163 Het maatlampje uitschakelen (‘Beat Indicator’) ....................... 164 De instellingen laten onthouden, zelfs wanneer de KR wordt uitgeschakeld (‘Memory Backup’).................................. 164 De fabrieksinstellingen herstellen (‘Factory Reset’) ................ 165 Het touch-screen calibreren (‘Touch Screen’) ........................... 165 Het gebruikersgeheugen formatteren ............................................. 165 De ‘Quick Tour’ (Snelle rondleiding) automatisch starten........... 166 Alle functies behalve Piano-uitvoering uitschakelen (‘Panel Lock’)....................................................................................... 166 De functies van de knoppen van de afstandsbediening veranderen........................................................................................... 167 De ‘Moving Key’ mogelijk maken.................................................... 168 De ‘Moving Key’-instellingen veranderen................................ 168
Appendix ............................................................... 180 Foutmeldingen.....................................................................................183 Lijst van geluidssoorten .....................................................................184 Lijst van drumritmes ..........................................................................186 Lijst van geluidseffecten (SFX) ..........................................................190 Lijst van effecten..................................................................................191 Lijst van muziekstijlen (KR-17) .........................................................192 Lijst van muziekstijlen (KR-15) .........................................................193 Lijst van akkoorden ............................................................................194 Lijst van voorgeprogrammeerde songs ...........................................196 Lijst van ritmepatronen ......................................................................199 Parameters, die in het interne geheugen opgeslagen kunnen worden ...................................................................................200 Muziekbestanden die de KR kan gebruiken ...................................201 De KR maakt het u mogelijk om de volgende muziekbestanden te gebruiken: ..................................................201 De KR-geluidsgenerator...............................................................201 MIDI Implementation Chart..............................................................202 Belangrijkste specificaties...................................................................203
Index ...................................................................... 205
Veranderen van partij die de toetsen laat bewegen................. 168 Gedetailleerde instellingen voor het afspelen van songs ............. 169 De instellingen van geluidssoorten veranderen wanneer u songs afspeelt (‘Play Mode’) .................................................... 169 Songteksten verbergen (‘Lyrics’) ................................................ 170 Het veranderen van de partijen die aan de spoorknoppen zijn toegekend bij het afspelen van SMF (‘Track Assign’) ..... 170 De CD-instellingen veranderen ........................................................ 171 De timing van piano en begeleiding synchroniseren .............. 171 Het instellen van het type CD dat u wilt afspelen ................... 171
Hoofdstuk 10 Externe apparatuur aansluiten.....172 MIDI-apparatuur aansluiten............................................................. 172 Aansluitingen ................................................................................ 172 De apparatuur aansluiten............................................................ 173 Uitvoering samen met MIDI-instrumenten (‘MIDI Ensemble’) .. 173 MIDI-instellingen................................................................................ 174 Het zendkanaal selecteren (‘Tx Channel’)................................. 174 De interne geluidsgenerator en het klavier ontkoppelen (‘Local Control’) ............................................................................ 174 Het verzenden van boodschappen over veranderingen van geluidssoorten (‘Program Change’/ ‘Bank Select MSB’/ ‘Bank Select LSB’).......................................................................... 175 Gegevens van opgenomen uitvoeringen naar een MIDI-apparaat verzenden ‘Composer MIDI Out’).................. 175 Aansluiten op audioapparatuur....................................................... 176 Aansluitingen ................................................................................ 176 De apparatuur aansluiten............................................................ 176 De instellingen van de Aux-aansluiting veranderen (‘Aux Out’) ..................................................................................... 177
17
Voordat u begint te spelen
Voordat u begint te spelen Het deksel openen en sluiten (KR-17)
3. Houd het deksel met één hand vast, zet de klepstok omhoog en duw het uiteinde daarvan in het klepgat. fig.
D
Alleen de het voorblad openen C
WAARSCHUWING Laat kinderen het deksel niet alleen opendoen of sluiten – toezicht van een volwassene is hierbij noodzakelijk. Omdat het deksel erg zwaar is, moet dit altijd met twee of meer mensen open en dicht gedaan worden. Doe dit heel voorzichtig.
1. Licht de rechterkant van het voorblad (de kant van de toetsen met de hoge tonen, in de tekening aangegeven als A) voorzichtig met beide handen op, vouw de plaat terug en leg hem dan langzaam boven op de rest van het deksel. fig.
VOORZICHTIG A
Verplaats de piano niet, wanneer het deksel open staat. De klepstok kan dan uit het klepgat schieten, zodat het deksel dichtvalt.
WAARSCHUWING Zorg ervoor, dat u het deksel niet te ver opent. Wanneer het deksel wordt geopend in een hoek die groter is dan 30 graden, kan het instrument beschadigd raken of kan het deksel dichtvallen. Zorg er, voordat u het deksel opent ook voor, dat er geen mensen in de weg staan die geraakt zouden kunnen worden.
De klepstokken en de klepgaten De KR-17 heeft twee klepstokken, die verschillend van lengte zijn.
De voorkant en het deksel beide openen
2. Volg stap 1 om het voorblad te openen. Licht daarna het voorblad met de voorkant van het deksel (aan de
U kunt de verschillende klepstokken gebruiken om de mate waarin het deksel opengezet wordt te veranderen. fig.
Lange klepstok
kant van de toetsen met de hoge tonen, in de tekening aangegeven als B) voorzichtig met beide handen op. fig.
Korte klepstok
B
De klepstokken en klepgaten werken samen zoals in de tekening is afgebeeld. De lange klepstok: voor het binnenste klepgat ( C) De korte klepstok: voor het buitenste klepgat (D)
VOORZICHTIG Indien u het verkeerde klepgat gebruikt, kan de klepstok uit het klepgat schieten, waardoor het deksel dichtvalt. Zorg ervoor dat het uiteinde van de klepstok stevig vastgezet is in het klepgat.
Volg om het deksel te sluiten de procedure van het openen in omgekeerde volgorde.
18
Het deksel openen en sluiten (KR-15)
instrument beschadigd raken of kan het deksel dichtvallen. Zorg er, voordat u het deksel opent ook voor, dat er geen mensen in de weg staan die geraakt zouden kunnen worden.
De muzieksteun omhoogzetten
VOORZICHTIG
1. Zet de muzieksteun voorzichtig omhoog en bevestig
Verplaats de piano niet, wanneer het deksel open staat. De klepstok kan dan uit het klepgat schieten, zodat het deksel dichtvalt.
hem op zijn plaats.
2. Om de steun weer neer te klappen, duwt u de metalen montagestukken naar beneden, terwijl u de steun met beide handen ondersteunt, en klapt u de steun voorzichtig neer.
Volg om het deksel te sluiten de procedure van het openen in omgekeerde volgorde.
De muzieksteun omhoogzetten KR-17
VOORZICHTIG
fig.
Zorg er altijd voor, dat u de muzieksteun rechtop heeft gezet, voordat u het pianodeksel opent en optilt. Zorg er ook voor, dat de muzieksteun rechtop staat, voordat u het deksel dicht doet.
Het deksel openen
WAARSCHUWING Laat kinderen het deksel niet alleen opendoen of sluiten – toezicht van een volwassene is hierbij noodzakelijk.
3. Licht de rechterkant van het voorblad (de kant van de toetsen met de hoge tonen, in de tekening aangegeven
1. Open het voorblad.
als A) voorzichtig met beide handen op.
2. Houd de muzieksteun met beide handen vast en til
fig.
hem omhoog (naar u toe).
3. Plaats de stut aan de achterkant van de muzieksteun in een sleuf. KR-15
A
fig.
(1)
(2)
4. Houd het deksel met één hand vast, zet de klepstok omhoog en duw het uiteinde daarvan in het klepgat.
(2)
1. Til de muzieksteun voorzichtig op en maak hem vast,
fig.
zoals afgebeeld.
2. Om de steun weer neer te klappen, duwt u de metalen montagestukken naar beneden, terwijl u de steun met beide handen ondersteunt, en klapt u de steun voorzichtig neer.
■ Gebruik van de muziekklemmen (KR-15) WAARSCHUWING
U kunt de muziekklemmen gebruiken om bladzijden op hun plaats te houden. Laat de klemmen neergeklapt, wanneer u ze niet gebruikt.
Zorg ervoor, dat u het deksel niet te ver opent. Wanneer het deksel wordt geopend in een hoek die groter is dan 20 graden, kan het
19
Voordat u begint te spelen
Voordat u begint te spelen
Voordat u begint te spelen
Voordat u begint te spelen fig.mu_stand4
Hoewel de klavierklep van de KR-17 erop is ontworpen om langzaam te sluiten wanneer u hem loslaat, sluit hij wel onmiddellijk als hij maar een klein stukje geopend is. Let er op, dat uw vingers niet tussen het deksel bekneld raken.
KR-15 fig.
De klavierklep openen en sluiten 1. Open de klavierklep door deze met beide handen voorzichtig op te tillen en naar binnen te schuiven.
2. Sluit de klavierklep door deze met beide handen
Het netsnoer aansluiten
voorzichtig vast te pakken en langzaam naar u toe te trekken. Laat de klep voorzichtig zakken, totdat hij
→
b Schroef
stopt (helemaal dicht is).
VOORZICHTIG
c
Schroef
e
Kabelklem
Let er bij het openen en sluiten van de klavierklep op dat uw vingers niet bekneld raken. Kleine kinderen mogen de klep alleen onder
KR-17
toezicht van een volwassene openen of sluiten.
B
A
VOORZICHTIG Sluit in het belang van de veiligheid de klavierklep, voordat u de
C
piano verplaatst.
D
NOTE
Zorg ervoor, dat u niets op het klavier heeft liggen (zoals
E
bladmuziek), wanneer u de klavierklep sluit.
KR-17 fig.
1. Sluit het meegeleverde netsnoer aan op de netsnoeraansluiting.
2. Sluit de pedaalkabel aan op de pedaalaansluiting. 3. Bevestig het netsnoer en de pedaalkabel met kabelklem
e
en schroef
b
bij A en B (zie
bovenstaande afbeelding).
4. Bevestig het netsnoer en de pedaalkabel met kabelklem
e
en schroef
c
bij C, D en E (zie
bovenstaande afbeelding).
5. Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
20
KR-15
A
Gebruik de [Volume]-knop om de geluidssterkte te regelen. NOTE
B
Dit apparaat is uitgerust met een elektronische bescherming. Na het inschakelen van de spanning duurt het daardoor enkele seconden,
C
voordat het apparaat normaal functioneert. fig.00-06.e
D
1. Sluit het meegeleverde netsnoer aan op de netsnoeraansluiting.
2. Sluit de pedaalkabel aan op de pedaalaansluiting.
Power
3. Bevestig het netsnoer en de pedaalkabel met kabelklem
e
en schroef
b
bij A (zie bovenstaande
afbeelding).
4. Bevestig het netsnoer en de pedaalkabel met kabelklem
e
en schroef
c
bij B, C en D (zie
bovenstaande afbeelding).
“Power”-lampje
Om de spanning uit te schakelen, draait u de [Volume]knop eerst helemaal naar links en drukt u daarna op de
5. Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
[Power]-schakelaar.
De pedaalkabel aansluiten
De het lampje links aan de voorkant van de KR gaat uit en de spanning wordt uitgeschakeld.
Steek de stekker van de pedaalkabel in de pedaalaansluiting op het achterpaneel van de KR fig.00-01
Pedaal
De pedalen De pedalen worden voornamelijk gebruikt bij het pianospelen. Ze hebben de volgende functies: fig.00-08.e
De spanning in- en uitschakelen
Zacht-pedaal
Demperpedaal
Sostenuto-pedaal
NOTE
Schakel de spanning van de diverse door u gebruikte apparaten in volgens de aangegeven volgorde. Wanneer u spanning van de apparaten in de verkeerde volgorde inschakelt, kan dit storing en/of schade aan luidsprekers en andere apparatuur tot gevolg hebben.
Om de spanning in te schakelen, draait u de [Volume]knop helemaal omlaag en drukt u daarna op de [Power]-schakelaar. De spanning wordt ingeschakeld en het lampje links aan de voorkant van de KR gaat branden.
Demperpedaal (rechter pedaal) Wanneer dit pedaal wordt ingedrukt, worden tonen aangehouden, zelfs wanneer u de vingers al van de toetsen heeft gehaald. Op een akoestische piano stelt het induwen van het demperpedaal de andere snaren in staat om mee te zingen met de klanken, die u op de toetsen speelt, waardoor er een diepe resonantie ontstaat. De KR simuleert deze resonantie.
Na enkele seconden kunt u de toetsen bespelen om geluid te produceren.
21
Voordat u begint te spelen
Voordat u begint te spelen
Voordat u begint te spelen
Voordat u begint te spelen
Een koptelefoon aansluiten De mate van resonantie bij indrukken van het demperpedaal is regelbaar. Raadpleeg hiertoe ‘Regelen van de resonantie (‘Resonance’)’ op pag. 152.
Sostenuto-pedaal (middelste pedaal) Dit pedaal houdt alleen de tonen aan van de toetsen die al gespeeld waren, toen u het pedaal indrukte.
De KR heeft twee aansluitingen om een koptelefoon in te pluggen. Hierdoor kunnen er twee mensen tegelijk elk door een koptelefoon luisteren, wat erg handig is voor lessen en voor quatre-mains (vierhandig) spelen. Tevens kunt u zo spelen zonder anderen overlast te bezorgen, zelfs ’s avonds of ’s nachts.
Zacht-pedaal (linker pedaal)
Sluit de koptelefoon(s) aan op de
Wanneer u dit pedaal ingeduwd houdt bij het spelen, heeft de toon een zachtere klank.
koptelefoonaansluiting die zich links aan de onderkant
De zachtheid van de toon kan enigszins gevarieerd worden door het pedaal dieper of minder diep in te drukken.
Wanneer er een koptelefoon wordt aangesloten, wordt er geen geluid meer door de ingebouwde luidsprekers doorgegeven. Het volume van de koptelefoon wordt geregeld met de [Volume]-knop van de KR.
van de piano bevindt.
fig.00-04.e
U kunt functies aan het pedaal toekennen. Raadpleeg hiervoor ‘Functies aan het pedaal en de uitvoeringsknoppen toekennen (‘Pedaal functies’)’ op pag. 157.
Het volume en de helderheid van het geluid regelen Draai aan de [Volume]-knop om het totale volume te regelen. Draai aan de [Brilliance]-knop om de helderheid van het geluid te regelen.
NOTE
Gebruik een stereokoptelefoon.
fig.00-07.e
Min
Max
Mellow
Bright
Het merkteken boven de volumeknop geeft het volume aan, dat typerend is voor een akoestische piano. Dit is normaalgesproken het meest geschikte volume voor uw piano uitvoeringen.
Apparaten, die met een CD-speler zijn uitgerust Indien uw KR met een CD-speler is uitgerust, kunt u de afstandsbediening gebruiken om het volume te regelen. * Wanneer u de volumeknop hoger zet, zal dit geen effect hebben indien de afstandsbediening voor het apparaat met CD-speler op 0 staat. Indien het volume óf op het apparaat zelf, óf op de afstandsbediening op 0 (minimum) staat, zal het geluid niet hoorbaar zijn, zelfs wanneer de volume-instelling op de andere unit verhoogd wordt.
22
Enkele opmerkingen bij het gebruik van een koptelefoon • Houd om het ontstaan van beschadigingen aan het snoer van de koptelefoon te voorkomen alleen de koptelefoon of de stekker vast, en niet het snoer. • Het aansluiten van de koptelefoon, wanneer het volume van aangesloten apparatuur hoog staat, kan schade aan de koptelefoon veroorzaken. Stel het volume van de KR zo laag mogelijk in, voordat u de koptelefoon aansluit. • Bij overmatig hoog volume door de koptelefoon luisteren, kan niet alleen schade aan de koptelefoon toebrengen, maar ook gehoorbeschadiging veroorzaken. Luister met het volume op een gematigd niveau.
Een microfoon aansluiten U kunt een microfoon aansluiten op de Mic In-aansluiting om u te vermaken met karaoke op de KR.
fig.00-10
Indien uw KR een CD-speler heeft, kunt u de afstandsbediening gebruiken om van scherm te veranderen.
Schermen, die op dit instrument kunnen worden aangesloten
1. Sluit een microfoon (apart aan te schaffen) aan op de Mic In-aansluiting die zich rechts aan de onderkant van de piano bevindt.
2. Draai aan de [Mic Volume]-knop (die zich voor de Mic
Over het algemeen is een groot aantal VGA-monitors en multiscanmonitors dat in de handel verkrijgbaar is compatible met dit instrument. Controleer echter, voordat u een monitor aansluit, of deze aan de volgende specificaties voldoet: • Resolutie 640 x 480 pixels • Horizontale scanfrequentie 31,5 kHz • Verticale scanfrequentie 60 Hz • Aansluitstekker 3-rijig, 15-pins D-sub-type • Signaal analoog
In-aansluiting bevindt) om het volume van de microfoon te regelen.
3. Regel de microfoonecho (pag. 44).
NOTE
Zorg ervoor, dat het scherm dat u wilt gebruiken compatible is met de hierboven genoemde frequenties. Een scherm, dat daarmee niet
Enkele opmerkingen bij het gebruik van een microfoon • Wees voorzichtig met hoge geluidsniveaus wanneer u ’s avonds laat of ’s morgens vroeg microfoons gebruikt. • Zorg ervoor dat u het volume omlaagdraait, wanneer u een microfoon op de KR aansluit. Indien het volume te hoog is als de microfoon aangesloten wordt, kunnen de luidsprekers lawaai maken. • Afhankelijk van de plaats van de microfoon ten opzichte van de luidsprekers, kan het gebeuren dat er een fluittoon te horen is. Dit kan als volgt worden verholpen: - De richting van de microfoon veranderen. - De microfoon verder bij de luidsprekers vandaan plaatsen. - Het volume lager zetten.
compatible is, kan een verkeerde beeldweergave hebben bij bewegende beelden, en kan in sommige gevallen zelfs beschadiging van het scherm veroorzaken.
■ De kabels aansluiten NOTE
Altijd het volume altijd zo laag mogelijk zetten en de spanning van alle andere apparatuur uitschakelen, voordat u verbinding maakt tussen de diverse apparaten. Hierdoor voorkomt u storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparatuur. D-sub 15 pin (Mini)
D-sub 15 pin (Mini)
Monitorkabel
Een extern scherm aansluiten U kunt een computermonitor of een ander dergelijk extern scherm op het instrument aansluiten en zo de notatie en teksten op dat grotere scherm vertonen en afbeeldingen naar eigen smaak op het scherm brengen. Zie ‘Het veranderen van de instellingen voor het vertonen van afbeeldingen op het externe scherm (‘External Display’)’ op pag. 163 voor meer informatie over de instellingen van het externe scherm. Zie ‘Het selecteren van afbeeldingen om op de KR en op externe schermen te vertonen (‘User Image Display’)’ op pag. 163 voor meer informatie over het vertonen van afbeeldingen.
Onderkant van de KR (apart aan te schaffen) Ext Display-aansluiting
Extern scherm
1. Schakel de stroom van de KR en van het aan te sluiten scherm uit.
2. Gebruik een monitorkabel (apart aan te schaffen) om het scherm op de Ext Display-aansluiting van de KR aan te sluiten.
3. Schakel de KR in. 4. Schakel het erop aangesloten scherm in.
Zie de gebruikershandleiding van uw scherm voor meer informatie over het omgaan met het scherm.
De spanning uitschakelen Schakel na gebruik de spanning uit in deze volgorde:
23
Voordat u begint te spelen
Voordat u begint te spelen
Voordat u begint te spelen
Voordat u begint te spelen 1. Draai het volume van de KR helemaal omlaag. 2. Schakel de KR uit. 3. Schakel het erop aangesloten scherm uit.
Het touch-screen
De belangrijkste schermen ■ Pianoscherm Direct nadat de spanning is ingeschakeld, komt het Pianoscherm (zoals hieronder te zien is) in beeld. Zie pag. 26 voor uitgebreidere informatie hierover.
De KR heeft een touch-screen. Dit maakt het u mogelijk, een veelheid aan handelingen uit te voeren door alleen maar het scherm lichtjes aan te raken. NOTE
Het touch-screen wordt bediend door het lichtjes met uw vinger aan te raken. Door hard te drukken of een hard voorwerp te gebruiken, kunt u het touch-screen beschadigen. Zorg ervoor, dat u niet te hard drukt en alleen uw vingers gebruikt om het touch-screen te bedienen.
■ Basisscherm Het volgende scherm heet het Basisscherm.
NOTE
Het kan gebeuren dat de positionering van het touch-screen misplaatst raakt door veranderingen in de omgeving of met het verstrijken van de tijd. Indien dit gebeurt, volg dan de stappen in ‘Het touch-screen calibreren (‘Touch Screen’)’ op pag. 165 om de positionering te corrigeren. NOTE
Plaats geen voorwerpen op het touch-screen.
■ Het schermcontrast regelen Draai aan de Contrastknop aan de rechterkant van het scherm om het schermcontrast te regelen.
24
U kunt dit scherm normaalgesproken in beeld krijgen door enkele malen <Exit> aan te raken. Volg een van de volgende procedures om het in beeld te krijgen: • Druk op de One Touch Program-knop [Arranger]. Het Basisscherm verschijnt en de instellingen voor automatische begeleiding worden gerealiseerd. • Druk op de One Touch Program-knop [Piano], druk daarna op één van de [Tone]-knoppen en raak ten slotte <Exit> aan.
■ De belangrijkste iconen gebruiken U kunt naast het Basisscherm vele andere schermen gebruiken om dingen te doen. De grafische afbeeldingen die driedimensionaal op het scherm verschijnen, werken als knoppen. Ze heten ‘iconen’. De belangrijkste iconen die u op deze schermen kunt gebruiken zijn hieronder afgebeeld: Sommige schermen bestaan uit twee of meer pagina’s. Door deze iconen aan te raken, kunt u de volgende of de vorige pagina in beeld brengen. Door deze icoon aan te raken, kunt u de huidige bewerkingsinstelling annuleren of het huidige scherm verlaten. U kunt gewoonlijk het Basisscherm in beeld brengen door <Exit> enkele malen aan te raken. Wanneer u een voorgeprogrammeerde song of muziekbestanden met tekstgegevens selecteert, verschijnt deze icoon op het Pianoscherm of het Basisscherm. Raak deze icoon aan om de teksten in beeld te brengen. NOTE
De uitleg in deze handleiding bevat illustraties die laten zien wat er precies op het scherm in beeld moet komen. Weest u zich er echter van bewust, dat uw KR een nieuwere, bijgewerkte versie van het systeem kan hebben (dus bijv. nieuwere geluiden kan bevatten), en dat wat u daadwerkelijk op het scherm ziet daarom kan afwijken van hetgeen in de handleiding afgebeeld is.
25
Voordat u begint te spelen
Voordat u begint te spelen
Hoofdstuk 1 Uitvoering Het klavier als een piano bespelen (‘One-Touch Piano’) Hoofdstuk 1
U kunt de optimale instellingen voor een piano-uitvoering creëren door één enkele knop in te drukken. fig.panel1-1
1.
Druk op de One Touch Program [Piano]-knop. Er verschijnt een ‘Pianoscherm’ zoals hier afgebeeld.
Omdat dit instrument de wer-
fig.d-piano.eps_60
king en reactie van een echte akoestische piano getrouw weergeeft, blijven de toetsen die u in het hoogste anderhalve octaaf speelt ongeacht de werking van het demperpedaal doorklinken, en is de klank in dit bereik hoorbaar anders. De instelling ‘Key Transpose’ (Toonsoort transponeren; pag. 103) kan ook worden gebruikt om het bereik, waarop het
Wanneer u op de One Touch Program [Piano]-knop drukt, schakelt de KR – ongeacht de huidige paneelinstellingen – op de volgende instellingen over:
demperpedaal geen effect heeft, te veranderen.
• Indien het klavier in boven- en ondermanuaal gesplitst is (pag. 31), komt het weer als compleet klavier ingesteld te staan. • De pedalen krijgen weer hun gewone functies (pag. 21). U kunt de instellingen van de
• De Vleugelklank wordt automatisch geselecteerd. • Het effect wordt automatisch ingesteld op ‘Sympathic Resonance’ (sympathieke resonantie, oftewel ‘meezingen’; pag. 42).
piano-uitvoering veranderen door op het scherm aan te raken. Kijk voor
De klank van de piano veranderen
meer informatie naar ‘De
Raak deksel van de vleugel op het scherm aan en luister naar de verandering in klank,
instellingen voor One-Touch Piano veranderen’ (pag. 152).
terwijl u met uw vinger langs het deksel glijdt of verder open of dicht te doen.
or
aanraakt om het deksel
Dit simuleert de werkelijke verandering in geluid die optreedt, wanneer het deksel van een vleugel op verschillende hoogten wordt opengezet.
Wanneer u een voorgeprogrammeerde song of een muziekbestand selecteert dat tekstgegevens bevat, verschijnt <
>in het Basis-
scherm. Raak dit aan om de teksten in beeld te krijgen.
26
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Uitvoering met een veelheid aan geluidssoorten (‘Tone’-knoppen)
Bekijk de ‘Lijst van geluidssoorten’op pag. 184 voor meer informatie over de namen van geluidssoorten.
De voorgeprogrammeerde geluiden heten ‘Tones’ (geluidssoorten). De geluiden zijn in zes geluidsgroepen ingedeeld, die zijn toegekend aan de [Tone]-knoppen. fig.panel1-2
1.
Druk een Tone-knop om een geluidsgroep te selecteren. U ziet dat het lampje bij de knop oplicht. Op het scherm verschijnen de namen van de geluidssoorten, die in de door u geselecteerde geluidsgroep thuishoren. fig.d-tonesel.eps_60
Dit scherm heet het ‘Tone selection screen’ (Selectiescherm Geluidssoorten). U kunt aanraken om van een bepaalde geluidssoort een geluidsdemonstratie te krijgen. Raak aan om van scherm te wisselen en de volgende selectie te zien te krijgen. U kunt <Effects> aanraken om geluidseffecten aan een veelheid van geluidssoorten toe te voegen (pag. 42). U kunt <Search> aanraken om geluidssoorten te vinden, die aan door u gespecificeerde criteria voldoen.
2.
Raak de naam van een geluidssoort aan om deze geluidssoort te selecteren. U hoort de geluidssoort die u heeft geselecteerd, wanneer u de toetsen bespeelt. U kunt de knoppen [-] en [+] of de afstemknop gebruiken om automatisch van pagina te wisselen en geluidssoorten te selecteren.
3.
Raak <Exit> aan. Hierdoor gaat u terug naar het Basisscherm of het vorige scherm.
27
Hoofdstuk 1
De KR heeft veel voorgeprogrammeerde klanken van instrumenten en effecten. Hierdoor kunt u naar hartelust muziek uitvoeren in een groot aantal muzikale stijlen.
Hoofdstuk 1 Uitvoering
■ Percussie-instrumenten bespelen of geluids– effecten gebruiken Hoofdstuk 1
U kunt de toetsen gebruiken om percussiegeluiden te spelen of om effecten, zoals sirenes en dierengeluiden te gebruiken. fig.panel1-2
1.
Druk op de knop [Select Various Tones]. Het lampje bij deze knop gaat branden.
2.
Raak of <SFX> (geluidseffecten) aan. fig.d-drum.eps_60
De combinatie van geluiden,
Iedere toets van het klavier maakt een ander geluid. U kunt ook geluiden laten horen door het scherm aan te raken.
3.
Raak <Exit> enkele malen aan. Hierdoor gaat u terug naar het Basisscherm of het vorige scherm.
28
die aan het klavier zijn toegekend, variëren al naar gelang het drumritme. Bekijk de ‘Lijst van drumritmen’ (pag. 186) en de ‘Lijst van geluidseffecten’ (pag. 190).
Hoofdstuk 1 Uitvoering
■ Trefwoorden gebruiken om geluidssoorten te zoeken (‘Tone Search’)
1.
Hoofdstuk 1
U kunt geluidssoorten zoeken die voldoen aan de voorwaarden, die u stelt aan muziekinstrument of muziekstijl. U kunt ook geluidssoorten zoeken op het eerste teken van de naam van de geluidssoort.
Druk op een willekeurige Tone-knop. Het ‘Selectiescherm Geluidssoorten’ verschijnt.
2.
Druk op <Search>. Het volgende ‘Zoekscherm Geluidssoorten’ verschijnt. fig.d-tonesrch1.eps_60
Condition Search screen
Name Search screen
Druk hier om van scherm te veranderen
Zoeken op voorwaarden
3. 4.
Raak of aan en gebruik daarna de knoppen [-] en [+] en
Bij het zoeken op voorwaarde
de afstemknop om de voorwaarden voor het zoeken te selecteren.
worden geluidssoorten
Raak <Search> aan.
teerde zoekcriteria voldoen.
gezocht, die aan alle geselec-
De zoekresultaten verschijnen op het scherm. Raak de naam van de geluidssoort aan om deze te selecteren. Raak <Exit> aan om naar het Zoekscherm Geluidssoorten terug te keren.
Zoeken op naam van de geluidssoort
3
Raak aan. (U kunt aanraken om naar het scherm Zoeken op Voorwaarden terug te gaan; zie afbeelding.)
4.
Bepaal op welk teken er gezocht moet worden. Het geselecteerde teken verschijnt midden in het scherm. Voer het teken in, waarnaar u zoekt. Wanneer u bijvoorbeeld aanraakt, krijgt u vervolgens alle keuzemogelijkheden te zien die met een A, B of C beginnen. Door aan te raken, kunt u het type teken selecteren. Telkens wanneer u aanraakt, verandert het teken van letter naar cijfer of omgekeerd.
5.
Raak <Search> aan. De zoekresultaten verschijnen op het scherm. Raak de naam van de geluidssoort aan om deze te selecteren. Raak <Exit> enkele malen aan om naar het Basisscherm of naar het vorige scherm terug te gaan.
29
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Uitvoering met twee gelijktijdige geluiden (‘Layer’) Hoofdstuk 1
Wanneer er bij het aanslaan van één enkele toets twee geluiden tegelijkertijd klinken, wordt dat ‘Layer Performance’ (Gelijktijdige uitvoering) genoemd. Het is bijvoorbeeld mogelijk om de geluidssoorten ‘Piano’ en ‘Strings’ (Snaarinstrumenten) tegelijk te spelen. fig.layer.e
Grand Piano 1 Strings
1.
Raak onderaan het Basisscherm aan. fig.d-layer.eps_60
Wanneer u een voorgeprogrammeerde song of een muziekbestand selecteert dat tekstgegevens bevat, verschijnt <
> in het Basis-
scherm. Raak dit aan om de teksten in beeld te krijgen.
De geluidssoort die te horen was voordat u overging op gelijktijdige uitvoering en de geluidssoort die onderaan het scherm staat aangegeven, worden nu samen gespeeld. De geluidssoort die bovenaan het scherm verschijnt wordt de ‘right-hand tone’ (geluidssoort van de rechterhand) genoemd en de geluidssoort die onderaan het scherm verschijnt, wordt de ‘layer tone’ (gelijktijdige geluidssoort) genoemd.
Van geluidssoort veranderen
2.
Raak de naam van de te veranderen geluidssoort aan.
Druk op een Tone-knop om de nieuwe geluidssoort te selecteren (pag. 27).
wordt de toonhoogte van het geluid van het klavier veranderd in octaven. Zie ‘De toonhoogte van het klavier in deren (‘Octave Shift’)’ op pag. 32.
U kunt de balans tussen het
Het Basisscherm komt weer in beeld.
volume van de ene toon en dat
Raak aan. De -icoon krijgt weer de oorspronkelijke kleur en de gelijktijdige uitvoering is uitgeschakeld. Wanneer u nu de toetsen aanslaat, is alleen de geluidssoort die op het scherm wordt aangegeven te horen.
30
‘Octave <-> <+>’ aanraakt,
Raak <Exit> aan, wanneer u de geluidssoort heeft geselecteerd.
De gelijktijdige uitvoering uitschakelen
5.
scherm Geluidssoorten
stappen van een octaaf veran-
De naam van de geluidssoort licht op in het oranje.
3. 4.
Wanneer u in het Selectie-
van de andere toon variëren. Zie ‘De volumebalans voor iedere partij van de uitvoering regelen (‘Part Balance’)’ op pag. 75.
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Verschillende geluidssoorten spelen met de linker- en rechterhand (‘Split’) Hoofdstuk 1
Het klavier verdelen in een gebied voor de linkerhand en een gebied voor de rechterhand, en dan in deze twee gebieden verschillende geluidssoorten spelen, heet ‘split performance’ (gescheiden uitvoering). De grenstoets heet het ‘split point’ (scheidingspunt). Het scheidingspunt wordt tot het gebied voor de linkerhand gerekend. Telkens wanneer de spanning van het instrument wordt ingeschakeld, wordt het scheidingspunt teruggezet naar ‘F#3’. fig.split.e
Scheidingspunt
U kunt het scheidingspunt ook veranderen; zie ‘Het scheidingspunt van het klavier veranderen (‘Split Point’)’ op pag.
Acoustic Bass
1.
Grand Piano 1
156.
Raak op het Basisscherm <Split> aan. fig.d-split.eps_60
Wanneer u een voorgeprogrammeerde song of een muziekbestand selecteert dat tekstgegevens bevat, verschijnt <
> in het Basis-
scherm. Raak dit aan om de teksten in beeld te krijgen.
De geluidssoort, waarin voor het scheiden van de uitvoering werd gespeeld, wordt nu in het gebied van de rechterhand gespeeld, en de geluidssoort die aan de linkerkant van het scherm is aangegeven, wordt in het gebied van de linkerhand gespeeld. De geluidssoort die aan de rechterkant van het scherm verschijnt, wordt nu de ‘righthand tone’ (geluidssoort van de rechterhand) genoemd en de geluidssoort die aan de linkerkant van het scherm verschijnt, wordt nu de ‘left-hand tone’ (geluidssoort van de linkerhand) genoemd.
Wanneer u in het Selectiescherm Geluidssoorten ‘Octave <-> <+>’ aanraakt, wordt de toonhoogte van het
Van geluidssoort veranderen
geluid van het klavier veran-
2.
derd in octaven. Zie ‘De toon-
3. 4.
Raak de naam van de te veranderen geluidssoort aan.
hoogte van het klavier in
De naam van de geluidssoort licht op in het oranje.
stappen van een octaaf veranderen (‘Octave Shift’)’ op pag.
Druk op een Tone-knop op de gewenste geluidssoort te selecteren (pag. 27)..
32.
Raak wanneer u de geluidssoort heeft geselecteerd <Exit> aan. Het Basisscherm verschijnt weer.
De gescheiden uitvoering uitschakelen
5.
Raak <Split> aan.
U kunt de balans tussen het volume van de linkerhand en dat van de rechterhand varië-
De <Split>-icoon krijgt weer de oorspronkelijke kleur en de gescheiden uitvoering wordt uitgeschakeld.
ren. Zie ‘De volumebalans
Wanneer u vervolgens de toetsen bespeelt, klinkt alleen de geluidssoort die op het scherm wordt aangegeven.
voering regelen (‘Part
voor iedere partij van de uitBalance’)’ op pag. 75.
31
Hoofdstuk 1 Uitvoering Gelijktijdige uitvoering en gescheiden uitvoering tegelijkertijd inschakelen
Hoofdstuk 1
Wanneer u gelijktijdige uitvoering en gescheiden uitvoering tegelijkertijd inschakelt, kunt u het klavier in twee delen verdelen en in het gebied van de rechterhand ook nog eens met twee geluidssoorten tegelijk spelen. fig.d-layersplit.eps_60
Wanneer het klavier is verdeeld in boven- en ondermanuaal, heeft het demperpedaal alleen effect op het bovenmanuaal. Indien u aanhoudende galm wilt toepassen op de tonen van het ondermanuaal, lees dan ‘Functies aan pedalen en uitvoeringsknoppen toekennen (‘Pedal Setting/User Functions’)’ op pag. 157.
■ De toonhoogte van het klavier in stappen van een octaaf veranderen (‘Octave Shift’) Wanneer u gelijktijdige uitvoering (pag. 30) of gescheiden uitvoering (pag. 31) toepast, kunt u de toonhoogte van het geluid van het klavier in stappen van een octaaf veranderen. Deze functie heet ‘Octave Shift’ (Verschuiving van octaven). Wanneer u bijvoorbeeld een gelijktijdige uitvoering toepast, kunt u de toonhoogte van beide geluidssoorten veranderen en deze geluidssoorten tegelijk spelen. Tijdens de gescheiden uitvoering kunt u de toonhoogte van de linkerhand aanpassen aan die van de rechterhand.
1.
Raak in het Basisscherm of <Split> aan.
Om verschuiving van octaven toe te passen, raakt u de naam van de door u geselecteerde geluidssoort aan.
3.
Druk op de Tone-knop om het Selectiescherm Geluidssoorten in beeld te krijgen. fig.d-octshift.eps_60
4.
Raak Octave <-> of <+> onderaan het scherm aan om de toonhoogte van het geluid aan te passen. Telkens wanneer u <+> aanraakt, wordt de toonhoogte één octaaf verhoogd. Telkens wanneer u <-> aanraakt, wordt de toonhoogte één octaaf verlaagd. Het geluid kan worden veranderd van twee octaven lager dan het oorspronkelijke geluid (-2) tot twee octaven hoger dan het oorspronkelijke geluid (+2). Raak <Exit> aan om naar het Basisscherm of het vorige scherm terug te keren.
32
ven niet gebruiken, wanneer u één enkele geluidssoort voor het hele klavier gebruikt, en u kunt deze functie ook niet gebruiken in de geluidssoort van de rechterhand tijdens gelijktijdige uitvoering.
De KR schakelt over naar gelijktijdige uitvoering of gescheiden uitvoering.
2.
U kunt Verschuiving van octa-
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Een galmeffect aan het geluid toevoegen (‘Reverb’) Hoofdstuk 1
Voeg eens een galmeffect toe aan de muziek die u met de KR speelt. Galm doet de muziek klinken alsof u in een concertzaal speelt. fig.panel1-3
1.
Druk op de [Reverb]-knop; het lampje bij de knop gaat branden. Een ‘Galm’-scherm, zoals hier afgebeeld, verschijnt. fig.d-reverb.eps_60
Wanneer u een externe luidspreker op de Aux-aansluiting inplugt, geeft dat een effect waarbij de luisteraar door het geluid omgeven lijkt te worden (pag. 35).
2.
Raak een icoon aan om de ruimte voor uw uitvoering te selecteren. ;
Scherm
Uitleg
Ground
Open ruimte zonder galm.
Room
Kleine kamer
Lounge
Grotere kamer
Studio
Een opnamestudio
Gymnasium
In een sportzaal
Hall
Galm van een grote concertzaal
Dome
Een overkoepeld sportstadion
Cave
Voegt de echo van alle kanten toe, zoals dat ook in een grot gebeurt
GS Room 1
Geeft een galm zoals die binnenshuis klinkt: een duidelijke, brede galm.
GS Room 2
Geeft de galm zoals die in een hal klinkt: een galm met meer diepte dan GS Room.
GS Room 3
Geeft een metaalachtige echo (galm die gecreëerd wordt door de trillingen van een metalen plaat).
GS Hall 1
Een vertraging die aan het oorspronkelijke geluid wordt toegevoegd en die lijkt op de weerkaatsende geluiden van echo’s in de bergen.
33
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Hoofdstuk 1
Scherm
3.
Uitleg
GS Hall 2
De weerkaatsende geluiden worden naar de zijkanten verplaatst.
GS Plate
Open terrein zonder galm.
GS Delay
Kleine kamer
GS Pan Delay
Grotere kamer
Raak de schuif onder de iconen aan om het geselecteerde effect te regelen.
naar links wordt gesleept,
Raak de schuif op het scherm aan en sleep deze naar rechts voor een diepere galm, en naar links voor minder galm.
wordt er geen effect toegepast.
U kunt de schuif ook bewegen met de knoppen [-] [+] en met de afstemknop.
de knop niet branden, wanneer
Wanneer u de knoppen [-] [+] tegelijkertijd indrukt, gaat de schuif terug naar de beginstand. Wanneer u <Exit> aanraakt, wordt het galmeffect geactiveerd en gaat u terug naar het vorige scherm.
u de [Reverb]-knop indrukt.
Het effect uitschakelen
4.
Druk op de [Reverb]-knop en het lampje bij de knop gaat uit. Het galmeffect is nu weg.
34
Wanneer de schuif helemaal
In dat geval gaat het lampje bij
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Een surround effect aan de begeleiding en aan galm toevoegen (‘Surround’)
NOTE
In combinatie met surroundbegeleiding kunt u óf surround galm, óf Advanced 3Deffect gebruiken, maar niet beide functies tegelijk.
fig.panel1-4
■ De begeleiding een ruimtelijker effect geven
1. 2. 3.
Sluit een versterker of externe luidspreker op de Aux-aansluiting aan.
Wanneer u de surround functie gebruikt, klinkt het
Druk op de [Surround]-knop en het lampje bij de knop gaat branden.
geluid door de externe luidspreker, zelfs wanneer de koptelefoon is aangesloten.
Raak <Surround Accomp> aan.
Wanneer u de koptelefoon
Het scherm ‘Surround Reverb’ verschijnt. Druk op
gebruikt, raak dan in de rechterbovenhoek van het
om tussen de twee schermen te wisselen.
scherm aan om het Advanced 3D-effect toe te passen. NOTE
U kunt de surround functie
AAN
UIT
niet gebruiken wanneer Aux Out in de ‘Concertmodus’staat (pag. 177).
4.
Zie “Voorbeelden van opstel-
Raak de icoon van een partij aan om het surround effect aan en uit te zetten.
lingen waarbij ‘Aux’ op ‘Sur-
De klanken van de partijen die op ON zijn gezet, worden zowel door de externe luidspreker als door de luidspreker van de KR gespeeld. De partijen die op OFF zijn gezet, worden alleen door de luidspreker van de KR gespeeld.
round’ staat ingesteld” op pag.
Wanneer u <Exit> aanraakt, wordt het surround effect geactiveerd en gaat u terug naar het vorige scherm.
lingen bij gebruik van de
177 voor uitgebreidere informatie over luidsprekerinstelsurroundfunctie.
Het effect uitschakelen
5.
Druk op de [Surround]-knop en het lampje bij de knop gaat uit. Het surround effect wordt uitgeschakeld en klinkt bij geen van de partijen meer.
U kunt het volume van het surround effect bij begeleiding en bij galm regelen (pag. 37).
35
Hoofdstuk 1
U kunt een versterker of een externe luidspreker aansluiten op de Aux-aansluiting, en daar begeleiding en galm door laten spelen. Wanneer u een externe luidspreker op deze manier gebruikt, lijkt het alsof u door de begeleiding of de galm omringd wordt. Dit wordt het ‘surround effect’genoemd.
Hoofdstuk 1 Uitvoering
■ De sterkte van het surround effect bij begeleiding regelen Hoofdstuk 1
1. 2. 3. 4.
Druk op de [Surround]-knop en het lampje bij de knop gaat branden.
Backup’ gebruiken om deze
Roep het ‘Surround Accomp’-scherm op (pag. 35). Raak aan. Raak de schuiven ‘External ’ en ‘Internal’ aan om de volumeniveaus van de Het surround volume van de begeleiding (‘Surround Accomp’) wordt geregeld. Wanneer u <Exit> aanraakt, gaat u terug naar het Surround scherm.
Selectie van de geluidssoort, waarop het effect moet worden toegepast Wanneer u ‘Keyboard’ in het Surroundscherm op ON heeft staan, kunt u de partijen selecteren, waarop u het surround effect wilt toepassen.
1. 2. 3.
Druk op de [Surround]-knop en het lampje bij de knop gaat branden. Raak in het ‘Surround Accomp’-scherm