Met vereende krachten slaan o.a. PG Henk van Brummen (2de rechts), hOvJ Arend Vast (1ste rechts) en fung. hOvJ Gerard Veenstra (1ste links) op 7 september de symbolische eerste paal voor het nieuwe gebouw van de vestiging Lelystad van het parket Zwolle-Lelystad. Begin 2008 zal het gebouw in gebruik worden genomen.
Op 3 juli gingen de Haagse teams ZwaCri en FEM gezamenlijk teambuilden. Dit omdat zij nu als ZwaCri/F door het leven gaan. Op de voorgrond v.l.n.r.: Marga van der Zee, Mariska Peeters, Jan-Hendrik Meulmeester en Loes van der Wees.
Een krachtig staaltje samenwerking van de medewerkers van parket Utrecht: tijdens hun parketuitje werd in minder dan een half uur een ruim tien meter hoge piramide van bamboestokken en postelastieken opgebouwd.
Op 1 september is de Handhavingseenheid Amsterdam van het Functioneel Parket op teamuitje geweest. In een Amsterdams café op de Zeedijk hebben zij onder begeleiding van een zangdocent en een accordeonist “O Waterlooplein” zelfs in canon kunnen zingen.
openbaar ministerie jaargang 12 nummer 8
oktober 2006
De schepping van ’TOM OM-waardering in brons gegoten Een groot aantal medewerkers van het Ressortspraket in Den Haag kijkt geboeid naar de première van de film ‘Imperfect’ van administratief medewerker Rabin Pitai. De cast bestaat geheel uit medewerkers van het Ressortsparket.
Op 13 september vond de opening plaats van het zedenteam van de politieregio Gelderland-Zuid. Na afloop zijn ze gaan ‘splashen’, met verf gooien om een leuk schilderij te maken. Op de foto staan de OM-teamleden. V.l.n.r. Marjoleine ten Velde, Sandra Wiarda, Kristien Dros en Peter Schreurs.
Op 8 september hielden de parketten Middelburg en Breda een gezamenlijke parketdag. ‘s Ochtends deed iedereen mee aan een jambee sessie in het Evoluon te Eindhoven, uiteraard met leuke muts. V.l.n.r.: Marc Janse, Adri Roks, Ilse Boomaerts, Gerhard Ris, Bibi Panis en Martine Pilaar.
Samenstelling: Anne Hoeksema
08
Alles afwegende: Moord in Middelburg AIVD-ambtsbericht: startinformatie en bewijs
OPPORTUUN
Inhoud Moord in Middelburg 3 Op de Middelburgse Seisbinnenbrug escaleert een ruzie in zeker 44 messteken. Doodslag, zo oordeelden sommigen in parket Middelburg. Maar tijdens het schrijven van haar requisitoir vond officier Marleen Overmeer dat er voldoende bewijs was voor moord. Carnaval 5 Handig die verkleedpartijen, meent columnist Jan Hoekman. Schepping van ’TOM 6 Beeldhouwer Elselien van der Graaf piekert, schetst en kneedt. Ineens ontwaart ze ’TOM, de blijk van waardering voor uitmuntende OM’ers.
Prestaties meten 12 Als prestatiemeting meer is dan een simpele telmachine, is het voor het OM een onmisbaar instrument. Dat concludeert officier Chris van Dam in zijn sciptie over het onderwerp. AIVD-ambtsbericht 14 AIVD-ambtsberichten kunnen gebruikt worden als startinformatie en bewijs, zo blijkt uit een arrest waarin de Hoge Raad het Gerechtshof volgt. ‘Nu is er geen twijfel meer mogelijk,’ zeggen officieren tevreden. OMgeslagen 16 Citaten in de media over en van het OM. Nieuwe rubriek! Uitgelicht ‘Hobbyboer.’
17
Vragen aan... 18 Jan Noorda, parketsecretaris in Groningen. ‘Ik hou niet van mensen die zich interessanter voordoen dan ze zijn.’ Broodje nuchter Column van Marcel van der Horst.
20
AJB 21 In Haarlem en Alkmaar hebben de Arrondissementale Justitiele Beraden verkend hoe ketenpartners kunnen samenwerken. Talenten op Stoom 8 Aan een PG en Hovj’s in een kwartiertje schetsen welke kant het OM op moet en hoe je daaraan zelf gaat bijdragen. Het kan tijdens een presentatie die onderdeel uitmaakt van het STOOM-programma voor OM-talenten. WaarOM 11 Hoe anoniem is bellen naar het telefoonnummer van Meld Misdaad Anoniem. De Helpdesk van het Landelijk Parket weet het antwoord.
Personalia
22
Agenda
24
Beleid en regels Internationaal Verkeer AchterOM
25 26
Verkeer
Nummer 8 – 2006
tijdschrift voor het openbaar ministerie JAARGANG 12 NUMMER 8 oktober 2006 Verschijningsdatum volgend nummer: 2 november 2006. Opportuun is het tijdschrift van en voor het Openbaar Ministerie. Het blad wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het OM en andere geïnteresseerden. Het blad verschijnt tien keer per jaar. De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud van het blad. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan.
verkeer
staat is de benodigde verkeershandelingen te
stilstond. De betrokkene meent dat niet van hem
verrichten. Het hof is van oordeel dat het continu
verlangd mocht worden dat hij ging stilstaan en
vasthouden van het oortje van de handsfreeset
wachten. Nadat hij zich ervan had overtuigd dat
tegen het oor tijdens het rijden onder “vasthou-
er geen verkeer in de buurt was dat hij in gevaar
den van een mobiele telefoon tijdens het rijden”
zou kunnen brengen of hinderen, heeft hij de
moet worden verstaan. Volgt bevestiging van de
betreffende auto met een snelheid van ongeveer
Geschiktheid radarverklikker
beslissing van de kantonrechter tot ongegrond
40 km/h ingehaald (bij een geldend inhaalver-
Hoge Raad 29 augustus 2006 02316/05;
verklaring van het beroep.
bod; bord F1). Naar de overtuiging van het hof
Bureau Verkeershandhaving OM. Voor complete teksten, bel 0346-333310
LJN: AX6420
staat vast dat de gedraging is verricht, aangezien Scherpe delen (i.c. spoiler) in de zin van art.
volgens de stellingen van de betrokkene het
Betrokkene stelt dat, nu de radarverklikker al
5.2.48 Voertuigreglement
ingehaalde voertuig niet stilstond en reeds op
maanden was afgekoppeld van de stroom-
Gerechtshof Leeuwarden 16 augustus 2006
deze grond zonder meer ervan moet worden uit-
voorziening (ijdel in de lucht hing) en niet is
WAHV 06/00162
gegaan dat deze auto aan het verkeer deelnam
kelijk functioneerde, er geen sprake is van
De verbalisant verhaalt dat ‘op het dak / de ach-
tiging van de beslissing van de kantonrechter tot
overtreding van het verbod (art. 5.1.6. van het
terklep van het voertuig een aluminium spoiler
ongegrond verklaring van het beroep.
Voertuigreglement).
was gemonteerd, niet origineel Peugeot maar
Het gerechtshof heeft onder meer overwogen
een “fast and furious”-type. De spoiler was aan
Vereiste markering bij uitstekende lading
dat de technische bestemming van het appa-
de uiteinden scherp door verticaal gemonteerde
(art. 5.1.2. jo 5.18.13 Voertuigreglement)
raat beslissend is in die zin dat het kennelijk is
onderdelen en deed door zijn vorm afbreuk
Gerechtshof Leeuwarden 30 augustus 2006
ontworpen en tot doel heeft de aanwezigheid te
aan de normale rondingen van het voertuig”. In
WAHV 06/00570
signaleren van in gebruik zijnde radarapparatuur
een aanvullend PV verklaarde de verbalisant:
waarmee een overschrijding van de maximum-
‘De spoiler was een niet-originele spoiler. Van
Betrokkene vervoerde een kano op het dak van
snelheid kan worden vastgesteld. De enkele
fabriekswege gemonteerde spoilers zijn met
het voertuig. De kano stak 177 cm uit vanaf de
omstandigheid dat het apparaat een defect ver-
het voertuig samen type-goedgekeurd en dus
achteras en 130 cm vanaf de achterzijde. Er
toont is dus, volgens het hof niet van belang. De
toegestaan. De gemonteerde spoiler was aan de
was geen vereiste markering aangebracht. De
procureur-generaal bij de Hoge Raad merkt op:
uiteinden voorzien van verticale delen, die op de
betrokkene erkent dit laatste. Hij had een waar-
‘pas wanneer het apparaat volledig ongeschikt
kopse kant niet afgerond waren maar hoekig.
schuwingslint aan de lading bevestigd, hetgeen
is (zie Poelman in de De Wet Wapens en Munitie,
De dikte van deze delen bedroeg ongeveer 5
hij veiliger acht dan het vereiste vierkante bord
Samson Tjeenk Willink, Alphen aan de Rijn 1989,
mm.’ Betrokkene stelt dat bij de APK-keuring het
met diagonale rode en witte strepen. Het hof
p. 32 t.a.v. een vuurwapen) kan niet meer van
geen probleem heeft opgeleverd en dat er naar
overweegt dat het voorgeschreven markerings-
een radarontvangstapparaat in de door de wet
objectieve maatstaven (z.i. de Richtlijn 74/483/
bord de eigenschappen bezit die de wetgever
bedoelde zin worden gesproken’.
EEG van de Raad van 17 september 1974) moet
noodzakelijk heeft geacht om uitstekende lading
Het oordeel van het hof geeft volgens de Hoge
worden vastgesteld of sprake is van “scherpe
op een zo veilig mogelijke manier te vervoeren.
Raad geen blijk van een onjuiste rechtsopvat-
delen”. Nu de spoiler op de achterkant van de
Het staat de betrokkene dan ook niet vrij om een
ting. Verwerping van het door verdachte inge-
auto gemonteerd zit en niet naar de zijkanten
andere markering te voeren, ook niet wanneer
stelde cassatieberoep.
uitsteekt, is er volgens betrokkene weinig tot
hij die veiliger acht. Volgt bevestiging van de
geen gevaar voor andere weggebruikers door
beslissing van de kantonrechter tot ongegrond
Een (“oortje” van een) mobiele telefoon
ontstaan. Het hof ziet in de genoemde richtlijn
verklaring van het beroep.
vasthouden
en in de Bijlage I behorende bij artikel 3 Regeling
Aan dit nummer werkten verder mee: Chris van Dam, Jeichien E. de Graaff, Jan-Willem Grimbergen, Jan Hoekman, Marcel van der Horst, Karin Hoving.
Gerechtshof Leeuwarden 24 augustus 2006
wijze van keuren APK geen noodzaak onderzoek
WAHV 06/00196
te doen naar de beschikbaarheid van objectieve
Betrokkene stelt dat zij niet haar mobiele tele-
delen” in de zin van artikel 5.2.48, eerste lid van
Foto omslag: Lianne Bertens
foon, maar “het oortje” van haar handsfreeset
het Voertuigreglement. Dat de APK-keurmeester
tijdens het rijden in haar hand heeft gehouden:
de betreffende spoiler wel heeft goedgekeurd
‘Het oortje is te groot en daardoor valt het tel-
kan -wat daarvan zij- daaraan niet afdoen is het
kens uit mijn oor’.
oordeel van het hof. Volgt bevestiging van de
Het hof overweegt dat het aan de in casu gebe-
beslissing van de kantonrechter tot ongegrond
zigde vorm van telefoneren (continu het oortje
verklaring van het beroep.
Suggesties, opmerkingen, artikelen: Bel of mail de eindredacteur. Eindredactie: Pieter Vermaas, 070 – 3399840 of
[email protected]. Redactieadres: Voorlichtingsdienst OM, Parket-Generaal, kamer 423, Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH Den Haag. Telefoon: 070 – 3399840. Abonnementenadministratie: 070 - 3399823. Wijzigingen? Stuur de adreswikkel met de aangebrachte wijzigingen naar het redactieadres, of mail de wijzigingen naar
[email protected]. Redactieraad: Ryan Lievaart, Heleen Rutgers, Hans Wesselink, Marcel Wolters. Vaste medewerkers: Lianne Bertens, Mirelle Herlfterkamp, Linda Bregman, Thea van der Geest, Anne Hoeksema, Angela Kaptein, Josine ten Kate, Karin Mensink, Michael Nieuwenhuis, Koos Spee.
27 28
OPPORTUUN
Ontwerp: Fabrique BV, Delft Druk: Zijlstra Drukwerk, Rijswijk Oplage: 6.900
vastgesteld of het apparaat ook daadwer-
(vgl. HR 5-11-1968, LJN: AB3861). Volgt beves-
Tekst: Koos Spee
maatstaven ter invulling van het begrip “scherpe
in de hand aan het oor houden) inherent is dat betrokkene slechts één hand ter beschikking
Inhalen in strijd met inhaalverbod
heeft voor het verrichten van de noodzakelijke
Gerechtshof Leeuwarden 19 juli 2006 WAHV
verkeershandelingen. Dat brengt mee dat
06/00497
niet alleen het telefoongesprek afleidt van de verkeerssituatie, maar ook dat de bestuurder
Betrokkene stelt dat hij achter een auto reed
fysiek te veel betrokken is bij het voeren van het
die naar de rechterkant van de rijbaan werd
telefoongesprek en daardoor minder goed in
gestuurd en werd afgeremd totdat deze bijna
Zie verder op OMtranet: • Schuld in de zin van art. 6 WVW94 (dode hoek vrachtwagen) (Niet-onherroepelijk) Rechtbank Dordrecht 7 september 2006; LJN AY7810 • Feitelijk bestuurder (art. 163, lid 2 jo 176, lid 3 WVW94) Hoge Raad 22 augustus 2006 nr. 01187/05
27
OPPORTUUN
Alles Afwegende
Nummer 8 – 2006
Marleen Overmeer: ‘Juridisch was het moord.’ Foto: Ruden Riemens fotografie
Steekpartij op de Seisbinnenbrug De getuige die verdachte werd Sommigen in het parket Middelburg vonden het doodslag, maar tijdens het schrijven van haar requisitoir besloot Marleen Overmeer dat er voldoende bewijs was voor moord. Haar verdachte had weliswaar een kort beslismoment, maar de officier achtte het voldoende voor het vereiste ‘kalm beraad en rustig overleg’. ‘Dit was niet iemand die al weken met een plan rondliep, maar juridisch was het moord.’
Het is een van de eerste keren dat ze het politiebureau betrad en Marleen Overmeer kent nauwelijks iemand uit het rechercheteam. ‘Als beginneling keek ik de kat uit de boom, mijn ervaren collega André Flikweert nam het voortouw. In het TGO zag ik enthousiaste en gedreven rechercheurs die wel respect voor formaliteiten hadden, maar ook wilden doorpakken.’
In maart 2005 was ze als officier van justitie gestart en nog geen half jaar later is het raak. Een moord. Haar eerste TGO. Middelburgse middenstanders op hun achterste benen. De eerste parketervaring met tegenspraak. Een bomvolle risicozitting. En de eerste keer dat nabestaanden van hun spreekrecht gebruik maken.
Het ‘Bridge’-team begint voortvarend: forensisch rechercheurs verrichten het sporenonderzoek en tactisch rechercheurs houden een groot buurt- en passantenonderzoek. Tegelijk worden het slachtoffer, Erdal Asil, en zijn familie in kaart gebracht. Asil is bezorger van shoarmazaak Alanya. Hij staat bij sommigen bekend als een
Het is 22 augustus als Marleen Overmeer verneemt dat op de Middelburgse Seisbinnenbrug een man is doodgestoken. Samen met officier André Flikweert laat ze zich op het politiebureau bijpraten door het Team Grootschalige Opsporing dat die ochtend begonnen is met het onderzoek ‘Bridge’.
3
4
dominant type, een patser. Zijn familie typeert het slachtoffer als een jongen met een grote mond, maar met een goed hart. Het rechercheteam hoort getuigen die ’s nachts een ruzie en geschreeuw hebben gehoord, of op de Seisbinnenbrug een man met twee honden voorovergebogen over een liggende man hebben gezien, waarna hij rustig wegliep. Maar aanhoudingen levert het onderzoek in de eerste tien dagen niet op. Plots maakt Frederik K., tot dat moment slechts getuige in de zaak, een draai in zijn verklaringen. Stel nu eens, zo vertelt hij de rechercheurs, dat híj de dader zou zijn geweest. Aanvankelijk vermoeden de verbalisanten dat K. dat doet omdat hij bang is voor de echte dader of omdat hij iemand probeert te beschermen. Want K. stond bekend als vriendelijke café-eigenaar zonder link met het slachtoffer. Een in het belang van het onderzoek op hem geplaatste tap had niets verdachts opgeleverd en K. kwam niet in politiesystemen voor. Maar dan bekent K. dat hij de dader van de steekpartij is. Het zijn flarden uit zijn herinnering, want hij claimt amnesie: door de schok is hij alles vergeten. Dat hij dan van de rechercheurs de cautie krijgt en niet meer weg mag om zijn café te openen, verbaast hem. Hij toch geen misdadiger, hij is slachtoffer! Verder met zijn leven, dat wil hij. Hoe onrechtvaardig dat zijn leven nu ‘naar de klote gaat door toedoen van een ander’. Middelburg, 22 augustus, ongeveer 2 uur ’s nachts. Op het stenen paadje van de Seisdam, ter hoogte van de Seisbinnenbrug, laat Frederik K. zijn twee honden uit. Plotseling hoort hij een stem: ‘Sodemieter op!’ K. draait zich om en ziet Erdal Asil, die hij herkent als de bezorger van de plaatselijke shoarmazaak Alanya. Hij laat Asil passeren, maar niet zonder Asil een ‘Hou je smoel’ toe te bijten. En dat laat Asil weer niet op zich zitten: ‘Ik maak je af,’ krijgt K te horen.
K., die sinds hij door een groepje allochtone mannen in elkaar geslagen is, niet meer ongewapend door Middelburg loopt, grist een mes uit zijn binnenzak. Hij steekt de naar zijn auto lopende shoarmabezorger. Als hij ziet dat de geraakte Asil naar de Seisbinnenbrug spurt, zet K. de achtervolging in. Asil komt op de brug ten val. En K. steekt en steekt. In elk geval 44 keer, in hals, nek, borst en rug, zo blijkt later uit onderzoek van de patholoog. Terwijl Asil nog leeft, pakt K de riemen op en wandelt hij rustig met zijn honden naar huis. Thuis aangekomen spoelt hij het bloed van zijn mes af en verstopt het. Zijn jas frommelt hij in de wasmachine en zijn schoenen dumpt hij in een prullenbak op straat. De recherche speurt vervolgens naar ondersteuning van de bekentenis. Het in de woning van K. gevonden mes bevat restjes bloed van Erdal Asil. De op de PD gevonden schoensporen matchen met het soort schoenen dat K. die nacht had gedragen. Voor Marleen Overmeer, eerder werkzaam in de advocatuur en bij het ministerie van Justitie, begint een belangrijk deel nu pas: werken aan een requisitoir. Inmiddels staat ze er alleen voor: collega Flikweert is officier bij het parket Rotterdam geworden. Tijdens een tegenspraak-sessie in Middelburg presenteert ze samen met de teamchef van het TGO het verloop van het opsporingsonderzoek en bespreekt ze juridische problemen. In het tegenspraakteam wordt gesproken over psychische overmacht en noodweer(exces). En er wordt stilgestaan bij de keuze: moord of doodslag. De meesten vonden het doodslag. Daarna begint Overmeer aan haar requisitoir. Zij voorvoelt dat de advocaat van de verdachte een beroep op psychische overmacht zal doen en dus bekijkt ze of ze alle mogelijke argumenten voor psychische overmacht kan weerleggen. Meer en meer
krijgt ze het idee dat dat kan, hoewel ook de psychologische en psychiatrische rapportages op een ‘kortsluitingsreactie’ wijzen. De verdachte was volgens de deskundigen volledig toerekeningsvatbaar, maar was onmachtig geweest om sturing te geven aan een massieve stuwing van emoties. Om dat te kunnen weerleggen is informatie die na de aanhouding van K. over de tap was gekomen van belang. De familie van K. besprak in dat gesprek dat twee eerdere agressieve voorvallen uit het verleden van K. absoluut niet aan de politie gemeld mochten worden. Overmeer: ‘Die informatie in combinatie met de juist uit de deskundigenrapportages verkregen informatie over de persoon van de verdachte, hebben mij in de gelegenheid gesteld om de conclusies van de deskundigen terzake psychische overmacht te weerleggen.’ ‘De verdachte heeft er zelf voor gekozen met een mes rond te lopen en heeft de mogelijkheid om escalatie te voorkomen niet aangegrepen, maar het slachtoffer willen uitschakelen uit angst voor represailles. “Uitschakelen en de dreiging wegnemen,” zo had de verdachte verklaard. Hij heeft het slachtoffer aan zijn lot overgelaten om vervolgens sporen te gaan wissen. Moord dus.’ Ondertussen is de Middelburgse ondernemersvereniging zich gaan roeren. Caféeigenaar K. déugt, zeggen zij. Ook andere horecaondernemers herkennen de overlast die hard langs hun terrassen scheurende maaltijdbezorgers veroorzaken. Dat deze zaak is geëscaleerd is de verantwoordelijkheid van de “in-de-watten-leggers van de gemeente die de ogen sluiten voor de allochtonenproblematiek,” klinkt het in ondernemerskringen. De beroering leidt tot een gesprek tussen de familie van de verdachte en de burgemeester van Middelburg. En dat wekt weer wrevel bij de familie van de overleden Asil en de Turkse gemeenschap: ziedaar, de burgemeester is op de hand van de familie van
OPPORTUUN
Column
Nummer 8 – 2006
Carnaval K. Met de zus van Asil, die volgens Overmeer ‘heel redelijk overkwam en streed voor de naam van haar broer,’ bespreekt de officier het gevoel van de familie Asil dat zij werden gediscrimineerd. Erdal was misschien niet van onbesproken gedrag, zei de familie, maar hij was tenminste niet zoals de verdachte, die al twee jaar stiekem met een mes rondliep. Uiteindelijk blijkt dat de burgemeester de familie K. juist had verteld dat het niet terecht was om de schuld voor het drama bij de gemeente te leggen. Na het vonnis verzoekt de burgemeester officier Overmeer telefonisch om de telefoonnummers van de familie Asil. Overmeer doet dat, nadat de familie daarin toestemt. 2 maart 2006, het slot van Overmeers requisitoir: ‘In plaats van de kans op geweld zoveel mogelijk te verkleinen, heeft verdachte gekozen voor het dragen van een mes. Dat is Erdal Asil fataal geworden. Uitschakelen en de dreiging wegnemen, dát was het doel van de verdachte en dat heeft hij ook gedaan. Erdal Asil is dood. Doodgebloed op een brug, alleen, in de vroege ochtend van 22 augustus.’ Overmeer eist twaalf jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf wegens moord.
Horden mensen in rare kleren die heel veel bier drinken en dan ineens Havenzangers, Deurzakkers en Twee Pinten leuk vinden. Met name beneden de grote rivieren een jaarlijks terugkerend ritueel. Maar langzaam rukt het fenomeen op richting Noorden. De brug over de IJssel is reeds genomen. Als rechtgeaarde Noorderling had ik er nog niet zoveel mee. Met carnaval. Maar sinds kort doet het feest ook mij toch wel wat. Het is een feest der herkenning namelijk. Het gebeurde in Zwolle. Politiemensen lopen langs een hele rij vernielde etalageruiten. Glas knispert onder de schoenen. Een ravage is het. Even daarvoor waren de dienders een man tegen gekomen. Verkleed als piraat. Zijn lange haar in een staart gebonden en een zwart met rode jas om de schouders. Dan is het handig als je bij één van de vele scherven een zwarte hoed aantreft. Toch? Vooral als de hoed inderdaad is voorzien van een piratenlogo. En als een man zich in een opvallend roze maatpak steekt en daarna een ander de neus kapot slaat, dan is een signalement gauw gegeven. Een roze maatpak? Ja, de man was namelijk verkleed als pooier. Waarom hij de ander geslagen had? Die had hem zwaar beledigd. Gezegd dat hij de vriendin van de pooier vaker genomen had dan de pooier zelf. Als pooier vraag je daar natuurlijk ook een beetje om. Dat iemand zegt dat hij vaker met je meisje ... dan jij zelf. Helaas leert het verhaal niet of het meisje in kwestie inderdaad als hoer verkleed was. Toch wel handig, die verkleedpartijen. Ik begin er in elk geval wel lol in te krijgen. Carnaval, kunnen we dat niet wekelijks gaan doen? Tekst: Jan Hoekman
Veertien dagen later acht de rechtbank de moord bewezen. Er was geen sprake van noodweer(exces) of psychische overmacht; het bewezenverklaarde kan de verdachte geheel worden toegerekend. Vanwege diens blanco strafblad, zijn persoonlijkheid en omdat de verdachte zelf ook veel heeft verloren door zijn daad, stelt de rechtbank de strafmaat op negen jaar gevangenisstraf. Direct na de uitspraak krijgt Marleen Overmeer de felicitaties van de parketleiding van Middelburg. En dan weet ze: haar proefjaar loopt ten einde, haar officierschap niet. Tekst: Pieter Vermaas
5
6
De schepping van ’ Beeldhouwer Elselien van der Graaf giet OM-waardering in brons Lastig, die opdracht van ’t OM. Beeldhouwer Elselien van der Graaf piekerde, schetste, boetseerde. En goot ’TOM in brons. Over de creatie van een collectors item voor uitmuntende OM’ers.
‘Tjee, wat een dooie boel,’ dacht Elselien van der Graaf direct nadat ze van PG Harm Brouwer de opdracht had gekregen een beeldje te ontwerpen voor uitmuntende OM’ers met hart voor de zaak. De opdracht was de beeldhouwer wel snel duidelijk: geen zweverige poespas voor de collegevoorzitter. Het kwartje moest wel direct vallen, dus stelde Brouwer slechts twee eisen: in het beeldje moest de bef en het dossier vóórkomen. De Utrechtse beeldhouwer, wier creaties kracht en dynamiek uitstralen, vond het maar ‘statisch’. Hoe ze zich ook met stapels mappen en elastiekje probeerde in te leven – de inspiratie wilde maar niet haar atelier indalen. Ze schilderde wat, ze schetste wat, ze probeerde wat driedimensionaals met betonvlechtdraad. Maar de fut ontbrak. Waar ze anders elke ochtend tegen haar kat: ‘Kom Charly, aan het werk’ riep, staarde ze nu glazig naar het beest op haar werkbank. Hoe kreeg ze toch kracht in de opdracht? Harm Brouwer had het tijd gevonden voor een nieuw blijk van waardering voor OM’ers die na een langdurig dienstverband de organisatie wegens pensionering verlaten. Of voor medewerkers die, in welke functie of rang dan ook, meerdere keren buitengewone prestaties hebben geleverd. Er was weliswaar ‘niets mis’ met de wat abstracte, bestaande OM-penning, maar de PG proefde dat medewerkers behoefte hadden aan iets herkenbaars, zodat de ontvanger direct de link met het OM-werk zou leggen. Kortom: medewerker, dossier en bef. Van der Graaf ijsbeerde in haar atelier. Als de inspiratie niet naar de beeldhouwer kwam, moest de beeldhouwer maar naar de inspiratie, zuchtte ze. Ze belde naar de Utrechtse parketvoorlichter Mary Hallebeek, die Van der Graaf daarop een ochtend lang rond-
OPPORTUUN
OM-beeldje
Nummer 8 – 2006
TOM
Plotseling zag Elselien van der Graaf in evenwicht in haar schets: ‘Er zit swing in zijn loop; ’TOM stáát.’ Foto’s: Lianne Bertens
leidde op het parket. Van der Graaf: ‘Van postkamer tot zittingszaal: iederen liep met dossiers of werkte eraan. Mary stuurde me zelfs foto’s van haar collega’s die dossiers tilden – ah, ze was fantastisch hoor.’ Even na het middaguur schrok haar kat uit een lome slaap: ‘Aan de slag, Charly!’ Potloden krasten, kwasten streelden en vingers drukten in de kneedwas. En ineens, ineens ontwaarde de beeldhouwer ‘evenwicht’ in haar schets van de OM-figuur. Daar kwam ’TOM, tillend aan dossiers bijeengehouden door strikjes, en een bef rustend op processtukken. ’TOM werd in een mal gekwast en geperst, verhit, bijgewerkt, geslepen, gevijld en gepatineerd.
Tot de kunstenaar zag dat het goed was: ‘Het was niet langer een presse papier of een klont; ’TOM stónd. Er zat lucht in en er zat kracht en swing in zijn loop. Zo van hup, hij doet het even!’ Het beeld beviel Brouwer. Maar de PG wenste niet over een nacht ijs te gaan en kroop in de rol van opiniepeiler. ‘TOM werd, samen met het ontwerp van een andere kunstenaar, op de PG-werkkamer getoond aan zo’n driehonderd OM’ers en bezoekers. De reacties waren heel positief, en ook de door de kunstenaar geschonken naam ’TOM kreeg significant meer positieve reacties dan negatieve. De PG was om.
‘Er komen honderd genummerde beeldjes,’ weet Brouwer inmiddels, die benadrukt dat ’TOM niet alleen een blijk van waardering van het College is, maar ook door hoofden van OM-onderdelen bij het Parket-Generaal kan worden aangevraagd, op kosten van dat hoofdkantoor. Wie een ’TOM in de wacht sleept, heeft hem ook echt verdiend, zegt Brouwer. ‘Want OM-medewerkers werken vaak langdurig onder moeilijke omstandigheden. En dat in een organisatie die door de samenleving kritisch wordt gevolgd.’ Tekst: Pieter Vermaas
7
8
Van MAVO-leerling ‘Stoom’ voor talentvolle togadragers en rijksambtenaren Nerveus presenteer je als jonge, talentvolle OM’er welke kant het OM op moet, en hoe je dat zelf gaat organiseren. Aan de andere kant van de tafel horen een procureur-generaal en hoofdofficieren jouw verhaal aan. Het kán binnen het programma STOOM, waarin het OM de ambitie, kunde en passie van potentiële toppers peilt. Achteraf bezien had hij misschien beter direct HBO Rechten kunnen studeren, maar ja, een carrièreplanner was Marcel van Santen nooit. Leren was nooit prioriteit nummer één. Fanatiek voetballen was dat wel. Is dat eigenlijk nog steeds wel: het ‘OM-talent’ voetbalt op 35-jarige leeftijd nog steeds in het hoogste elftal van de Zoetermeerse sportvereniging DSO. Ook in zijn loopbaan scoort hij inmiddels in hoog tempo. Na de MAVO deed Van Santen HAVO. En nadat hij de MEAO had afgerond, kwam hij binnen op de Administratie van arrondissementsparket Den Haag. Inmiddels werkt hij er als teamhoofd Kanton & Verkeer en loopt hij zich warm voor de toekomstige functie van afdelingshoofd Standaardzaken. Hij mag zich scharen onder enige tientallen kandidaten voor het programma STOOM (Systematiek TalentOntwikkeling OM) en bewijst daarmee de stelling dat ook rijksambtenaren binnen het OM tot de ‘sleutelfunctionarissen’ worden gerekend. In juni zat Van Santen tegenover procureurgeneraal Herco Uniken Venema, hoofdofficier Lieke van Zanten, fungerend hoofdofficier Ludo Goossens en hoofdofficier (en Stoom-projectleider) Roelie van RossemBroos. Aan deze leden van de Commissie Talentontwikkeling (CTO) gaf hij een presentatie van hoe hij zijn toekomstige rol als afdelingshoofd Standaardzaken zag en hoe hij zou bijdragen aan de doelstelling van Het OM Verandert. ‘Dat zijn niet de minste mensen - sommigen kende ik alleen van televisie - en die dag was het ook nog eens bloedheet. Maar gelukkig gingen de jasjes uit en was er een goede sfeer.’
Behalve het geven van een presentatie, moest Van Santen een spervuur van vragen van de CTO beantwoorden. De commissie wilde vooral weten wat zijn ambities waren, en dacht met Van Santen mee hoe aan diens ontwikkelpunten kon worden gewerkt. George Rasker had grotendeels dezelfde ervaringen. Tijdens zijn gesprek met de CTO-commissie werd er getutoyeerd en was er ruimte om te lachen. ‘Al was ik na afloop van het anderhalf uur durende gesprek redelijk leeg.’ Eigenlijk had de 43jarige Rasker, gebiedsofficier team Hollands Midden, de benodigde voorbereidingen voor het Stoom-traject wat onderschat, erkent hij. Over een recent assessment beschikte hij al. Dus nu nog ‘even’ het CV updaten, in de wandelgangen wat referenten aanschieten en dan was hij er zo’n beetje. Dacht hij. ‘Dat simplistische beeld
en een 360 graden feedback waarin anderen een beeld van de kandidaat schetsen. ‘Ik heb het er redelijk doorheen moeten rammen om de deadline te halen.’ Rasker, die wil groeien van zijn huidige functie, waarin hij onder meer driehoeksoverleggen doet, naar een functie waarin hij officieren en parketsecretarissen coacht, ambieert op termijn het plaatsvervangend hoofdofficierschap op een klein parket: ‘Zeg maar de normale route.’ Hij vindt het Stoom-programma noodzakelijk: ‘Soms blijven vacatures voor belangrijke OMfuncties verrassend lang open staan. Via Stoom kan het OM beter anticiperen en tijdig een “kaartenbak vullen”.’ ‘Het is erg intens voor de kandidaten,’ bevestigt procureur-generaal Herman Bolhaar. ‘Het invullen van een portfolio vraagt om zelfreflectie: wie ben ik, wat kan ik, welke kant wil ik op, en hoe? Dat is een proces waarbij je goed in de spiegel moet kijken. Dat levert een flink dossier op, waarbij de inhoud overigens veel belangrijker is dan de omvang.’ Het CTO-gesprek met kandidaten is geen selectiegesprek, zegt de PG. ‘Maar het is voor hen natuurlijk wel een spannende sessie die over hun toekomst gaat.
‘Ik heb het er doorheen moeten rammen om de deadline te halen’ werd tenietgedaan in een voorbereidend gesprek dat ik met MD-adviseur Inge Recter had. Daarin hoorde ik dat de informatie over mij vooral de toekomst moest betreffen en dat alle informatie via een voorgeschreven format aan de CTO moest worden gepresenteerd.’ Ineens drong de tijd. Tussen zijn studie aan de School voor Openbaar Bestuur en het naderende Pinksterweekend door, stortte hij zich op het voor hem wat onwennige Stoom-jargon zoals portfolio
Onvermijdelijk stuit je ook op mindere punten van een kandidaat, maar het gaat ons om de mens achter de professional: de passie, de drijfveren en motieven. Vanuit een positieve houding is de CTO op zoek naar hoe zij de kandidaat kan steunen.’ Opvallend is de hoeveelheid tijd die het management in Stoom steekt: PG’s en hoofdofficieren die deelnemen aan de CTOgesprekken met individuele kandidaten, inclusief de daarbij behorende voorberei-
OPPORTUUN
Nummer 8 – 2006
Talentontwikkeling
tot OM-topper
Rijksambtenaar en ‘talent’ Marcel van Santen: ‘Het is allemaal heel leerzaam.’ Foto: Gerhard van Roon
9
10
ding en het maken van een verslag dat de basis is voor een CTO-advies aan de Stoomkandidaat. Bolhaar vindt het niet vreemd om veel tijd te steken in individuele high potentials van het OM. ‘Het is én-én. We willen ons op strategisch niveau bezighouden met personeelsbeleid. En we vinden het belangrijk om de mensen te blijven kennen, zeker de togadragers en rijksambtenaren die sleutelfunctionaris binnen het OM zijn.’ Inmiddels hebben Marcel van Santen en George Rasker van ‘hun’ CTO-voorzitter Lieke van Zanten een advies ontvangen. ‘Een enkel punt verraste me’, zegt Marcel van Santen. ‘Op “organisatiesensitiviteit” scoorde ik iets lager dan ik gedacht had. Maar in de meeste gevallen kan ik me erg goed in het advies vinden. Voor Van Santen en Rasker is nu Stoom-fase 2 gestart, waarin zij onder meer samen met hun Haagse hoofdofficier Han Moraal een Persoonlijk Ontwikkelplan (POP) opstellen. ‘Het is allemaal heel leerzaam,’ zegt Van Santen. ‘De gestructureerde werkwijze is voor mij een goede aanvulling, want tot nu toe ik heb altijd vooral vanuit mijn gevoel stappen gezet.’ Volgens George Rasker is Stoom ‘heel intensief’ geweest. ‘Maar ik ben aangenaam verrast door de professionele wijze en de enorme investering van de zijde van de werkgever. Ik kreeg een heel persoonlijk advies over hoe mijn ambitie en competenties kunnen matchen binnen, maar ook buiten het OM. Dat daar naar wordt gekeken en niet alleen naar het belang van het OM, siert de organisatie in hoge mate.’ Tekst: Pieter Vermaas Voor meer informatie: OMtranet > Organisatie > Projecten / commissies > STOOM.
Stoom is op stoom ‘De eerste acht maanden zijn goed verlopen’, stelt de projectleider van Stoom, hoofdofficier Roelie van Rossem-Broos. ‘De OM-onderdelen hebben enthousiast meegedaan aan workshops en ‘spotten’ op een gedegen manier hun kandidaten.’ Begin september hebben negentien parketten ‘Stoom’ opgepakt, constateert Van Rossem-Broos. 36 kandidaten zijn aangemeld: 25 van hen zijn rechterlijk ambtenaar; 11 zijn rijksambtenaar. Van de 36 kandidaten bezetten 15 OM’ers ‘sleutelfuncties’; 21 vallen in de categorie ‘nieuw talent’. De Commissie Talentontwikkeling (CTO) die met alle kandidaten een gesprek heeft is, in wisselende samenstelling, inmiddels vier maal bijeen geweest. ‘We willen voor 1 januari alle parketten benaderd hebben,’ blikt de hoofdofficier vooruit. ‘Voor 1 mei moeten dan alle kandidaten aangeleverd zijn en in de pijplijn zitten.’ Stoom moet zijn ingebed in het bredere personeelsbeleid, benadrukt projectleider Van Rossem-Broos. ‘Stoom is er voor de talenten binnen het OM, maar moet ook sporen met het beleid voor de overige medewerkers. Het is niet zo dat loopbaantrajecten er louter voor de paradepaardjes zijn. Voor alle mensen zijn er loopbaanpaden en kansen, dat moet onderdeel zijn van het lokale personeelsbeleid. Men moet weten dat die kansen er zijn en dat men initiatief kan nemen.’
OPPORTUUN
Helpdesk
Nummer 8 – 2006
WaarOM?
De helpdesk van het Landelijk Parket beantwoordt vragen over bijzondere opsporingsbevoegdheden, internet, telecom, DNA en internationale zaken. Vraag: Kunnen er in een concreet opsporingsonderzoek gegevens worden opgevraagd op basis waarvan de identiteit kan worden achterhaald van een tipgever die informatie heeft doorgegeven aan Meld Misdaad Anoniem (MMA)?
Antwoord: Op 01 mei 2006 is de Instructie Meld Misdaad Anoniem in werking getreden. In deze instructie worden de criteria genoemd op basis waarvan de officier van justitie tot een belangenafweging kan komen tussen enerzijds het incidentele opsporingsbelang en anderzijds het afbreukrisico (de anonimiteit) van het opsporingsmiddel MMA voor de lange termijn. Anonimiteit is een bestaansvoorwaarde voor MMA en dit wordt door MMA ook in alle uitingen aan het publiek onderstreept. De anonimiteit van de tipgever wordt door MMA dan ook op verschillende manieren gewaarborgd. In de eerste plaats is er in de telefooncentrale van MMA geen nummerweergave mogelijk. Daarnaast wordt de anonieme melding verwerkt zonder naam, adres, woonplaats en tijdsaanduiding. Bovendien worden de telefoongesprekken niet op tape bewaard. Al met al kan dus worden gesteld dat bij MMA geen informatie voorhanden is die kan leiden tot de identiteit van degene die heeft gebeld. Omdat bij MMA geen informatie kan worden opgevraagd die kan leiden tot de identificatie van de tipgever lijkt het vorderen van gegevens van een telecommunicatieaanbieder hier de enige toepasbare mogelijkheid. In de eerste plaats kan de officier van justitie namelijk op basis van de artt. 126n/u Sv inlichtingen vorderen van een telecommunicatieaanbieder omtrent het telecommunicatieverkeer dat heeft plaatsgehad naar het telefoonnummer van MMA. Op deze wijze kan niet de inhoud van communicatie worden verkregen, maar kunnen wel de verkeersgegevens (zoals het tele-
foonnummer dat heeft gebeld naar MMA en de hierbij behorende gebruikersgegevens) worden opgevraagd. Daarnaast kan de officier van justitie op grond van de artt. 126ng/ug jo 126nc/uc-ne/ue Sv (andere dan) identificerende gegevens vorderen van een telecommunicatieaanbieder, voor zover deze gegevens niet verkregen kunnen worden op grond van de artt. 126n/u en 126na/ua Sv. Op basis van deze strafvorderlijke bevoegdheden is het dus mogelijk om (buiten MMA om) gegevens te vorderen die kunnen leiden tot de identiteit van een tipgever. In verband met het uitgangspunt dat anonimiteit van cruciaal belang is voor het bestaansrecht van MMA dient een onderzoek naar de identiteit van de tipgever slechts bij hoge uitzondering te worden ingesteld. Een dergelijk onderzoek wordt slechts toelaatbaar geacht in het geval er sprake is van een onmiddellijk dreigend levensgevaar en dit levensgevaar slechts kan worden voorkomen met behulp van deze gegevens. Indien een behandelend officier van justitie het, met inachtneming van het voorgaande, noodzakelijk acht dat de identiteit van een tipgever wordt achterhaald door het vorderen van gegevens van een telecommunicatieaanbieder dan zal hij de procedure in acht moeten nemen, zoals beschreven in de bovengenoemde Instructie. Deze procedure gaat vooraf aan de normale strafvorderlijke procedure tot het vorderen van gegevens van een telecommunicatieaanbieder. In de instructie wordt aangegeven dat de behandelend officier van justitie, door tussenkomst van zijn hoofdofficier van justitie, een schriftelijk en gemotiveerd verzoek voorlegt aan de voorzitter van de Centrale Toetsingscommissie (CTC). De CTC is een intern adviesorgaan van het Openbaar Ministerie, dat het College van procureurs-generaal adviseert omtrent de voorgenomen inzet van een aantal bijzondere opsporingsbevoegdheden. Het College van procureurs-generaal beslist over het verzoek, na advies van de CTC. Het College stelt de betrokken hoofdofficier vervolgens op de hoogte van de genomen beslissing. Tot op heden zijn er nog geen verzoeken als de onderhavige voorgelegd aan de CTC. Tekst: Michael Nieuwenhuis De helpdesk is te bereiken op
[email protected]
11
12
Prestaties meten Onmisbaar instrument moet meer dan een simpele telmachine zijn Hoe ervaren OM-medewerkers de cijferdruk? Die vraag stond centraal in het onderzoek ‘Prestatiemeting binnen het OM’ dat de Haagse officier Chris van Dam in februari 2006 afrondde. Enige bevindingen uit zijn scriptie voor zijn studie tot Manager of Public Management aan de TU Twente beschrijft hij hieronder. Prestaties meten, verantwoorden wat je gedaan hebt, doorlooptijden scoren: het zijn zaken waar parketmedewerkers tegenwoordig mee geconfronteerd worden. In vroeger tijden hoefde een officier van justitie zich niet veel zorgen te maken of hij voldoende zaken deed en of deze snel genoeg afgedaan werden: het was hooguit de rechter die iets zei over de parketproductie. En dan was dat een oordeel over de inhoud, de kwaliteit van de zaak. Sturing aan de hand van bedrijfsmatige informatie vond niet of nauwelijks plaats. Dat is in 2006 drastisch anders: niet alleen krijgen de parketten jaarlijks een fijngeslepen versie van het meerjarenperspectief
waarin tot op detail benoemd staat aan welke productie-eisen voldaan moet worden, ook bezoekt de gebieds-PG enkele malen per jaar het parket en mag de hoofdofficier ‘met de billen bloot’. Die cijferdrift wordt – mede afhankelijk van de stevigheid waarmee parket- en teamleiding daarmee omgaan – ‘doorgegeven’ aan de medewerkers binnen het parket. Er zijn parketten waar de secretarissen mede worden ‘afgerekend’ op het aantal zaken dat ze beoordeeld hebben ... Veel parketmedewerkers zijn opgeleid en aangenomen om inhoudelijk mooie dingen te doen. Hun eerste focus is de inhoud van de zaak die zij onder handen hebben en niet
zozeer de productie of de doelstelling van de organisatie als geheel. Veel van hen zien met lede ogen aan dat cijfers tegenwoordig soms belangrijker lijken te zijn dan de inhoud of de aard van het werk dat ze doen. Officier: ‘Iemand heeft van tevoren een norm opgesteld, heeft bepaald wanneer iets groen of rood is. Geen idee wie dat is geweest. Als je een zaak één dag later dan de norm afrondt, is dat dan fout? Of als je net onder de norm van ontneming zat, heb je het dan fout gedaan? Wordt er ook nog naar de soort zaken gekeken, die je binnen krijgt? Ik vind dit opmerkelijk. Niet belachelijk of waardeloos maar opmerkelijk.’ Hoewel door Schiedam en Posthumus de focus meer op inhoudelijke en kwalitatieve sturing gericht zal raken, kan het OM niet zonder sturing op basis van cijfers en normen. Of het nou COMPAS of GPS is: één van de belangrijke doelstellingen van dergelijke systemen is dat de top van de organisatie weet hoe het met de productie gaat. In zoverre is en blijft prestatiemeting onmisbaar. En dan hebben we het niet alleen over de meting van de prestatie van een heel parket, maar ook over de meting van prestatie van individuele medewerkers. Daar is op zich ook niets mis mee. Sterker nog: heel veel mensen, zeker binnen het OM, zouden het heerlijk vinden als hun prestaties beter voor het voetlicht komen. Maar dan wel op een eerlijke, open manier: dat niet alleen een dom cijfertje gemeten wordt, maar dat vooral ook de aard en kwaliteit van de zaak daarin meegenomen wordt. Secretaris: ‘Er zijn hier beoordelaars die alleen de verklaring van de verdachte lezen en dan een tenlastelegging maken. Maar ik vind dat je ook na moet gaan of de aanhouding enzovoorts wel correct is verlopen. Dat is kwaliteit. Het gaat er nu alleen maar om of je
Illustratie: Sjaak Klunder
OPPORTUUN
Prestatiemeting
Nummer 8 – 2006
aan je productieverwachting hebt voldaan, maar je kunt niet alleen cijfers vergelijken. Ik zeg dan tegen de teamleider: je referentiekader klopt niet. Je moet ook kijken naar de rest van het takenpakket van een beoordelaar, naar de soort zaken die iemand afdoet.’ Als een productiecijfer niet het verschil helder maakt dat gedurende een werkdag de ene secretaris twee zeer moeilijke zedenzaken beoordeeld (en geseponeerd) heeft, terwijl de andere secretaris veertig winkeldiefstallen gedagvaard heeft, dan zullen die productiecijfers niet op veel draagvlak kunnen rekenen. Zeker niet bij die zedensecretaris! Want draagvlak, begrip en betrokkenheid van de medewerkers binnen de organisatie is belangrijk, wil een prestatiemeetsysteem goed kunnen functioneren. Als in de krant staat dat het OM het afgelopen jaar goed geboerd heeft omdat de doorlooptijden gehaald zijn, er voldoende ontnemingsvorderingen zijn ingediend en het interventiepercentage van 91 naar 92% is gegaan, is dat mooi. Maar stel dat de medewerkers – ondanks die heldendaden – weten dat buiten COMPAS om geseponeerd is (vanwege de slechte kwaliteit van politie-pv’s), of dat ingediende ontnemingsvorderingen zijn afgewezen of dat het halve team ziek thuis zit, dan kun je je afvragen hoe serieus de medewerkers het krantenbericht nemen. Met name in organisaties waar veel professionals werken – en dat is het OM – is de communicatie over dit onderwerp van groot belang. Officieren en secretarissen kenmerken zich door een zekere ‘eigenwijzigheid’, zeker als aan de orde komt of iets wel of niet goed is gegaan. Of hun prestatie en productie wel of niet aan de norm voldoen, bepalen ze het liefst zelf, vooral als de normen waarvan de organisatie uit gaat hen helemaal niet aanspreekt. Hoezo: 68% van de zaken binnen 180 dagen afdoen?
Drie aanbevelingen • Definieer landelijk hoe het OM-management met prestatiemeting kan en mag omgaan; • Benut prestatiemeting niet alleen als het misgaat; • Tip voor de teamleider: val de professional lastig, juist met cijfermatig inzicht in zijn productie, maar laat ruimte om het finale oordeel ook van andere criteria af te laten hangen. Secretaris: ‘Teamplannen worden door de teamleiders gemaakt. Er zijn geen medewerkers uit de teams bij betrokken. Kijk maar, ik heb vóór dit gesprek ons teamplan uitgedraaid. En wat is de openingszin: in 2006 gaan we nog sneller en nog meer zaken produceren. Over kwaliteit geen woord. Zonde, denk ik dan. Die kwalitatieve verantwoording hebben we toch ook richting de rechtbank!’ Een prestatiemeetsysteem kan meer zijn dan een simpele telmachine die optelt wat OM Nederland aan het einde van de rit gepresteerd heeft. In het ideale geval zou het periodiek de basis voor een pittige discussie kunnen zijn tussen leidinggevenden en niet-leidinggevenden binnen een parket. Leidinggevenden die uit de aard van de zaak meer op cijfers en normen gericht zijn en daar soms in doordraven en niet-leidinggevenden die meer inhoudelijk met de (straf)zaken en het werk bezig zijn en daar uiteraard in doordraven. Als beide groepen de koppen bij elkaar steken en spreken over een aantal onderwerpen, criteria, normen die iedereen belangrijk vindt, of waarvan de een begrijpt waarom de ander die belangrijk vindt, dan komt dat het resultaat van het werk enorm ten goede, zowel kwalitatief, inhoudelijk, als bedrijfsmatig. Officier/teamleider: ‘Daarnaast ontdekten we naar aanleiding van de maandrapportage dat we niet goed registreren. De cijfers gingen de verkeerde kant op, terwijl het werkproces niet wezenlijk (feitelijk) anders ging. We gaan nu komende maandag met
een aantal administratieve medewerkers bij elkaar zitten om nog eens goed de meetdefinities door te nemen. Als we niet op de juiste wijze administreren, dan snijden we ons zelf in de vingers.’ Vooralsnog gebeurt dat nog te weinig binnen het OM. Voornaamste reden lijkt te zijn dat leidinggevenden al die zwaar belaste officieren, secretarissen en administratief medewerkers niet lastig willen vallen met geneuzel over cijfers. Teamleiders zijn zelf ook vaak afkomstig ‘uit de inhoud’ en zo lang het goed gaat hoef je mensen toch niet met die getallen te belasten. Als het niet goed gaat wordt er een snelle hersteloperatie verricht en dat lijkt voldoende. Toch is dat niet voldoende. Want de kans dat in de krant staat dat het goed gaat met het OM, terwijl individuele medewerkers dat anders ervaren, blijft dan levensgroot aanwezig. Tekst: Chris van Dam Belangstellenden kunnen de scriptie ‘Prestatiemeting binnen het OM’ opvragen per mail:
[email protected]
13
14
Startinfo én bewijs Officieren blij met oordeel Hoge Raad over AIVD-ambtsberichten
Informatie in de vorm van een ambtsbericht van de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) en zijn voorganger de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) mag gebruikt worden als startinformatie van een strafrechtelijk onderzoek. Op basis van deze informatie kunnen wel degelijk dwangmiddelen als een doorzoeking worden ingezet. Bovendien kan de door de inlichtingendienst aangeleverde informatie gebruikt worden als bewijs, maar dat moet wel van geval tot geval door de strafrechter beoordeeld worden. Dat concludeert de Hoge Raad in de zogenoemde zaak-Eik. Deze strafzaak begon op 13 september 2001, enkele dagen na de aanslagen in de Verenigde Staten. Bij het Rotterdamse Openbaar Ministerie kwam een ambtsbericht van de toenmalige BVD binnen, dat in twee panden in de Rotterdamse Kempenaerstraat en Vletstraat enkele mannen zich bezighielden met onder andere het voorbereiden van terroristische aanslagen. De rechtbank in Rotterdam sprak de verdachten vrij omdat van de door de BVD verzamelde informatie niet kon worden vastgesteld dat die op de juiste manier was vergaard. De informatie van de BVD leidde rechtstreeks tot de verdenking en het gebruik van dwangmiddelen, namelijk de aanhouding van de verdachten en de doorzoeking. De resultaten van de doorzoeking
moesten naar het oordeel van de rechtbank van het bewijs worden uitgesloten, en de verdachten werden dus ook vrijgesproken. Het gerechtshof in Den Haag vond in een uitgebreid gemotiveerd vonnis in juni 2004 wél dat de informatie van de BVD als startinformatie gebruikt kon worden, en vond eveneens dat door de BVD, die inmiddels
Piranha ‘Nu is er geen twijfel meer over mogelijk dat iemand verdacht kan worden op basis van informatie van de AIVD,’ zo reageert Theo d’Anjou. Hij was in 2001 de officier van justitie die met het ambtsbericht van de BVD aan het werk moest. Voor zijn zaak was de informatie van de BVD de startinformatie, in tegenstelling tot de latere grote zaken: de eerste zaak tegen Samir A., de zaak tegen de zogenoemde Hofstadgroep, en het laatste onderzoek waarin het draait om de mogelijke voorbereidingen van terroristische aanslagen: Piranha. Hierin is opnieuw Samir A. één van de verdachten. Deze zaak wordt vanaf 16 oktober door de rechtbank in Rotterdam behandeld. ‘Wij hadden een moord en handgranaten.’ Dat zegt officier van justitie Alexander van Dam. Samen met officier Koos Plooy deed hij het onderzoek en de zaak tegen de leden
‘Ambtsberichten worden niet zomaar opgesteld’ AIVD was geworden, aangeleverde informatie als bewijs gebruikt kon worden. Van dat vonnis gingen drie verdachten in cassatie bij de Hoge Raad, maar die volgt nu in een op 5 september gepubliceerde uitspraak het Hof in Den Haag.
van de Hofstadgroep. ‘Natuurlijk hebben wij ook ambtsberichten gekregen van de AIVD met informatie, en door de AIVD afgeluisterde gesprekken zijn in de rechtszaal uitgeluisterd, en daarvan heeft de Haagse rechtbank voor een deel de betrouwbaar-
OPPORTUUN
AIVD en strafrecht
Nummer 8– 2006
Jerome C. werd door de rechtbank in Rotterdam vrijgesproken, maar door het Hof in Den Haag veroordeeld tot zes jaar. Hij meldde zich na de uitspraak door het Hof in 2004 zelf weer bij de politie in Rotterdam. Momenteel zit hij zijn straf uit. Illustratie: ANP
heid kunnen vaststellen. De informatie die wij in ambsberichten gekregen hebben, is ook allemaal tactisch en door ander onderzoek bevestigd. Maar ook wij hebben het arrest van het Haagse Gerechtshof in de zaak-Eik moeten aanhalen. Het is heel fijn dat de Hoge Raad dat nu bevestigt.’ Van Dam leidt nu samen met officier Bart den Hartigh het Piranha-onderzoek, en staat daarmee vanaf 16 oktober in de Amsterdamse bunker waarnaar de
Alle drie de officieren bestrijden de – nogal eens door advocaten betrokken – stelling dat de AIVD ambtsberichten oncontroleerbaar zijn, en de door de dienst verschafte informatie schimmig is omdat je niet weet hoe die tot stand is gekomen. ‘Maar er zitten waarborgen in het systeem: de commissie van toezicht op de inlichtingendiensten, het parlementaire toezicht, de twee landelijk officieren van justitie voor terrorismebestrijding, en ten slotte de advocaat van de verdachte,’ zo zegt D’Anjou.
‘Ik begrijp de angst van advocaten, maar dat is functionele angst’ Rotterdamse rechtbank voor deze zaak uitwijkt. ‘Piranha komt eigenlijk voort uit een ander onderzoek, gestart op informatie van de CIE van de politie. Er zou een groep mensen zijn die in georganiseerd verband bezig was met het beramen van misdrijven. Daar kwam op een gegeven moment informatie van de AIVD in de vorm van een ambtsbericht bij, dat er op zeer korte termijn aanslagen zouden komen,’ aldus Den Hartigh. Volgens hem is die informatie ook in feite niet anders dan de informatie van de CIE. ‘Als het duidelijke informatie is, is het niet anders dan andere informatie en kun je het dus voor je onderzoek gebruiken.’
Minpuntje Eind mei publiceerde de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten een onderzoek naar de door de AIVD uitgebrachte ambtsberichten van januari 2004 tot oktober 2005. De belangrijkste conclusies waren dat de inhoud van alle onderzochte ambtsberichten werd onderbouwd door informatie die de AIVD had verzameld in een ten behoeve van het amtsbericht samengesteld achterliggend dossier, en dat de vaststelling van de betrouwbaarheid van de informatie die ten grondslag lag aan de ambtsberichten ‘met voldoende waarborgen is omkleed’.
Een klein minpuntje constateerde de commissie ook: ‘Er is niet altijd een aanduiding omtrent de mate van betrouwbaarheid.’ De commissie dringt er dan ook op aan dat altijd te vermelden. Een ambtsbericht wordt ook niet zomaar even opgesteld: het gaat over een aantal schijven voor het eruit gaat, en wanneer het bedoeld is voor het OM, is er standaard vooroverleg met een van de terreur-officieren, zoals de landelijk officieren voor terrorismebestrijding in de wandelgangen worden genoemd. ‘Wij kijken met een “OM-blik” naar de zaak en zien ook alle onderliggende stukken, die de basis vormen voor een ambtsbericht,’ zo zegt Roger Lambrichts, nu één van die terrorisme-officieren, maar ook de officier die de tweede zaak tegen Samir A. heeft gedaan. ‘Ook in die zaak zaten ambtsberichten, maar die zijn niet als bewijs gebruikt. Het was ook niet de startinformatie van het onderzoek. Er werd huiszoeking bij hem gedaan omdat hij naar boven kwam in een onderzoek naar een supermarktoverval.’ Toen werd materiaal gevonden dat wees in de richting van het voorbereiden van aanslagen. Rechtbank en Hof oordeelden dat er geen sprake was van voorbereidingshandelingen, maar de Hoge Raad moet zich hier nog over buigen. ‘Die ambtsberichten worden gecheckt. Ik begrijp de angst van advocaten wel, maar dat is ook functionele angst. En als de infor-
15
16
matie door ander onderzoek bevestigd wordt, dan kun je wel roepen dat de informatie schimmig is, en dan kun je dat misschien wel vinden, maar dan is het gewoon niet zo,’ zegt Van Dam. Officieren hebben ook last van de suggesties die door advocaten worden gedaan over de herkomst van AIVD-informatie. ‘Daar zal en mag de AIVD nooit iets over zeggen. In Eik zou een illegale vreemdeling die op een wat onhandige manier iets te snel het land was uitgezet, een AIVD-informant zijn geweest. Ik wist niet of het waar was of niet waar, en kon er dus niets anders over zeggen dan dat ik het niet wist,’ zo zegt D’Anjou. Van Dam: ‘Ook al zou er ergens een informant zitten, dat is toch geen strafbaar feit? En we krijgen het toch nooit te horen.’
Taps aanleggen Allemaal verwerpen ze ook de stelling dat de verdachte het in zijn eentje – met zijn advocaat – moet opnemen tegen de machtige overheid in de vorm van de AIVD én het OM. ‘Het zijn twee afzonderlijke takken van sport. De AIVD mag niet opsporen, dat doet het OM. Het kan zo zijn dat het OM en de AIVD tegelijk taps laten aanleggen, maar met een verschillend doel. De terreurofficieren zijn de enigen die “achter de schutting” van de AIVD mogen kijken, zij moeten ervoor zorgen dat de verbinding goed is,’ aldus D’Anjou. Hij kijkt nog steeds met een goed gevoel terug op Eik. ‘Het was een interessante zaak om te doen. De uitspraak viel niet mee, maar gelukkig werd die in appèl bij het Hof al teruggedraaid.’
Van Dam en Den Hartigh hebben zich inmiddels opgemaakt voor hun zaak die in totaal bijna een maand gaat duren. Van Dam: ‘Het zal er niet meer om gaan of je AIVD-informatie mag gebruiken als startinformatie, en of je AIVD-informatie mag gebruiken als bewijs. Met verwijzing naar de uitspraak van het Hof in Eik, heeft de rechtbank Den Haag dat in inmiddels in de Hofstad-zaak ook bevestigd. Piranha zal gaan over of er voldoende wettig en overtuigend bewijs is voor de voorbereidingshandelingen.’ Den Hartigh: ‘Maar het is wel prettig dat de Hoge Raad zich er nu over heeft uitgesproken. Want een hogere rechter is er in Nederland niet.’ Tekst:Jeichien E. de Graaff
OMgeslagen ‘Dat iemand gestoord is en blijft, is vanuit ons vak gezien niet de eerste zorg.’ Egon Visser, officier van justitie in Amsterdam, over verdachten tussen het strafrecht en de geestelijke gezondheidszorg. Binnenlands Bestuur, 18 aug 2006
‘Als journalist zou ik prompt ontslagen worden.’ Minister Piet Hein Donner op de vraag of hij zelf ooit een baan in de journalistiek heeft geambieerd. De artikelen zouden volgens Donner te wetenschappelijk en zonder mening worden. De Journalist, 8 sept 2006
‘Het baart me zorgen dat de aanklager en de verdediging niet gelijkwaardig behandeld worden.’ Advocaat Carry Knoops stelt dat in het buitenland al het belastende en ontlastende materiaal uit een onderzoek in het dossier komt. In Nederland kan het OM in de coulissen een keuze maken en bepalen wat de advocaat en ook de rechter niet mogen zien, aldus Knoops. Vrij Nederland, 26 aug 2006
‘Dat wat op papier staat is niet altijd zoals het zou moeten zijn.’ Het is volgens senior forensisch accountant Geert Pieter Vermeulen (BOOM) goed als accountants bij reguliere controle doorvragen over de verklaringen die de ondernemingsleiding geeft. De Accountant, sept 2006
‘Iedereen kan wel een bordje op de muur spijkeren.’ Carlo Cahn, secretaris van de Vereniging van particuliere beveiligingsorganisaties, vermoedt dat veel particuliere beveiligingsorganisaties zonder vergunning werken. NRC Handelsblad, 25 aug 2006 ‘Zit ik naast hem in de auto, rijdt hij 29 kilometer per uur in een 30-km zone. Koos, kan het niet ietsjepietsje sneller? Nou nee dus.’ André van der Toorn, presentator van “Wegmisbruikers”, over de landelijke verkeersofficier Koos Spee. De Telegraaf, 9 sept 2006
‘De vastlegging is inderdaad een ernstig probleem. Bij een controle is gebleken dat tachtig procent eigenlijk onder niveau ligt.’ Henny Grolman, docent verhoor aan de Politieacademie, over de vastlegging van verhoren. Politieacademiekrant, sept 2006 ‘Iedereen heeft het altijd over harde verhoormethoden, maar je moet de risico’s niet onderschatten van ‘zachte’ verhoormethoden.’ Bij “zachte” verhoormethoden stelt de verhoorder zich op als hulpverlener bij wie de verdachte zijn hart kan uitstorten. Volgens Nicole Nierop, psycholoog /jurist bij het KLPD is hier vrijwel geen jurisprudentie over. Ze vindt daarom dat er een richtlijn van het OM zou moeten komen. HP de Tijd, 18 aug. 2006 Samenstelling: Anne Hoeksema
OPPORTUUN
Uitgelicht
Nummer 8 – 2006
Hobbyboer Iedereen vult zijn vrije tijd op zijn eigen manier in. De een verzamelt postzegels, de ander knutselt wat aan zijn auto en de derde houdt voor zijn plezier wat kippen. En daar is niks mis mee. Ook als je een uitkering hebt, mag je uiteraard een hobby uitoefenen. Dat wordt echter anders als je activiteiten de vorm van werkzaamheden gaan aannemen. Het zal voor iedereen duidelijk zijn dat een uitkeringsgerechtigde die zelf de olie van zijn auto ververst, daarmee geen werkzaamheden verricht die consequenties hebben voor zijn uitkering. Maar als hij diezelfde activiteiten dagelijks tussen acht en vijf ontplooit in een garagebedrijf ligt dat natuurlijk anders. Net zoals het weinig uitleg behoeft, dat iemand die vijf kippetjes houdt zich in een hele andere positie bevindt dan degene die een mestvarkensbedrijf runt met vijfhonderd dieren. En al zegt deze laatste persoon dat hij de beesten puur voor zijn liefhebberij houdt, er zullen nog maar weinig mensen zijn die de man als hobbyboer aanmerken. Opmerkelijk was in dat verband een zaak die onlangs diende voor het gerechtshof in Arnhem. De verdachte was een vrouw met een uitkering. Na een tip dat zij als prostituee werkzaam zou zijn, begon de sociale recherche haar in de gaten te houden. Dat leidde ertoe, dat zij meerdere malen werd gesignaleerd bij het naar binnen gaan van een seksinrichting. Een sociaal rechercheur trok zelf de stoute schoenen aan en ging binnen een kijkje nemen. Daar trof hij drie ‘min of meer schaars geklede vrouwen’ aan, waarvan onze verdachte er één was. Geheide zaak, zou je zo zeggen. Maar de vrouw kwam met een bijzonder verweer.
Ze was nymfomane, zo verklaarde ze. Seks was haar hobby, en omdat ze een klein zoontje had, wilde ze haar liefhebberij niet thuis uitoefenen. Daarom was het voor haar volstrekt logisch dat ze bijna dagelijks in de seksinrichting te vinden was. Een dure hobby was het ook nog eens, volgens haar eigen zeggen: de mannen met wie ze de liefde bedreef, hoefden daar niet voor te betalen. In tegendeel: de kamerhuur in de seksinrichting, toch 25 euro per half uur, betaalde ze meestal zelf; er moest dus alleen maar geld bij. Uit een rekensom, door de sociale recherche gemaakt op basis van door de vrouw verstrekte informatie, bleek dat de uitgaven aan kamerhuur dan ruimschoots het bedrag van de aan haar verstrekte uitkering te boven zouden gaan. Dat rekenwerk kon de vrouw niet overtuigen: ze had hoe dan ook geen werkzaamheden verricht en geen inkomsten genoten, was haar conclusie. En dus was er geen sprake van uitkeringsfraude. Het hof was niet onder de indruk van dit verhaal, of liet daar in zijn arrest in elk geval niets van merken: ‘Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan,’ zo luidde de overweging van het hof waarmee het verweer werd gepasseerd. De vrouw werd veroordeeld tot een taakstraf bestaande uit een werkstraf van 58 uur. Tekst: Jan-Willem Grimbergen AG in ressortsparket Arnhem
17
18
Groningen, grappen en ‘griffie’ Twaalf vragen aan parketsecretaris Jan Noorda
Over vijf jaar wil hij nog net zoveel plezier in zijn werk hebben als nu. Grappen uithalen en een voetbalclub besturen vormen zijn passies. Twaaf vragen aan de Groninger parketsecretaris Jan Noorda. ‘Ik ben op 1 september 1959 in de noordoostelijke polder geboren. Ik ben dus geen Groninger. Eigenlijk ben ik qua afstamming zelfs een Fries en dat zal vele Groningse collega’s verbazen omdat ik nogal tekeer ga tegen Friese collega’s die op het Groninger parket Fries tegen elkaar praten. Als kleuter verhuisde ik via Drenthe naar Ulrum, een plaatsje in noordwest Groningen. Weinigen hebben gehoord van dat plaatsje. Vroeger kon ik nog wel eens verwijzen naar Hendrik de Cock. Die is hier ooit dominee is geweest, maar sinds de ontkerkelijking in Nederland zegt dat steeds minder mensen iets. Daarom verwijs ik naar andere voorzieningen, zoals een kangoeroe-eiland, een onoverdekte kartingbaan, de plaats waar in de tweede wereldoorlog de eerste mobiele telefoon werd getest en de plaats waar tegelijk met Amsterdam een blowverbod van kracht zou worden. Althans, daar waren plannen toe; de gemeente vond het op het laatste moment toch praktischer om beide jongens er persoonlijk op aan te spreken. Toen ik jong was wilde ik leraar worden. Maar nadat ik de Havo had afgerond en kennis had gemaakt met enkele studenten van
de Pedagogische Academie stapte ik al gauw van dat idee af. Zo wilde ik niet worden. Na een half jaar in een groothandel van droogbloemen te hebben gewerkt, solliciteerde ik bij het Openbaar Ministerie. Ik had geen idee wat deze organisatie voorstelde en deed, maar ze wilden wel betalen. In eerste instantie werd ik afgewezen. Wim Janssen, die nu nog steeds mijn collega is, genoot destijds de voorkeur van meneer De Groot. Toen er echter een computersysteem kwam, werd ik alsnog aangenomen. Ik ben bij het OM begonnen als schrijver: ik moest arrestatiebevelen vouwen en verstekmededelingen en acceptgiro’s tikken. Na verloop van tijd werd je automatisch bevorderd tot schrijver A. Behalve een loonsverhoging kreeg ik ook een elektronische typemachine met correctietoets. Na het behalen van het P-diploma (vergelijkbaar met de basismodules van het SSR- red.) en de daaraan gekoppelde bevorderingen had ik het wel gezien binnen de administratie en solliciteerde ik naar de functie van sectiechef zittingvoorbereiding. En hoewel de parketleiding het eigenlijk niet in mij zag zitten, werd ik toch aangenomen. Wellicht had het feit dat ik
de enige kandidaat was, daar iets mee te maken. Gelukkig vertelde het Hoofd Parket Organisatie me na een aantal maanden dat hij wel tevreden was; ik kreeg zelfs een grotere afdeling toegewezen. Maar dat zag ik weer niet zo zitten. Als afdelingschef doe je het nooit goed; zowel van onderen als van boven wordt er altijd aan je getrokken. Daarom besloot ik de Secretaris-opleiding te gaan doen. Hiervoor kreeg ik op het werk alle ruimte en tijd om te studeren, en zo vloog ik in anderhalf jaar van schaal acht naar schaal tien. Vooral mijn echtgenote en kinderen waren daar zeer blij mee. Ik ben nu alweer zo’n veertien jaar parketsecretaris.’ Wat is je levensmotto? ‘Eigenlijk heb ik – zonder in clichés te willen vervallen – geen levensmotto. Plezier, betrokkenheid en humor zijn voor mij belangrijke waarden en lopen als een rode draad door mijn leven. Ik hou niet van mensen die zich belangrijker en interessanter voordoen dan ze zijn.’ Omschrijf jezelf eens in vier woorden. ‘Nuchter, direct, effectief en ouder wordend.’ Wat zijn je dagelijkse activiteiten? ‘Ik beoordeel strafzaken. In het verleden was dat van klein tot groot, maar nu er een scheiding is gekomen tussen standaarden maatwerkzaken, doe ik voornamelijk maatwerkzaken. En dat is echt maatwerk. Zo was er onlangs een bizarre zaak van een
OPPORTUUN
Vragen aan...
Nummer 8 – 2006
‘Gelukkig wordt er op het parket veel gelachen.’ Foto: Kirsten Smit
vrouw die verdacht werd van het toedienen van een overdosis medicijnen aan haar echtgenoot. Na enkele verhoren bleek ze een aantal maanden daarvoor haar moeder ook medicijnen te hebben toegediend. Die was als gevolg daarvan overleden en al begraven. In deze zaak moesten we (soms letterlijk) net zo lang spitten tot de onderste steen boven kwam. Verder deel ik mijn kamer sinds kort met een nieuwe collega. Deze jonge dame komt vers van de universiteit en ik heb de eer om haar te mogen inwerken. Iets wat ik hartstikke leuk vind om te doen: je draagt niet alleen je kennis over, maar het houdt je zelf ook scherp.’ Waar lach je het meeste om? ‘Zoals gezegd vind ik humor in het werk heel belangrijk. Ik vind het leuk om collega’s in de maling te nemen. Zo zei ik onlangs naar aanleiding van een artikel in onze interne nieuwsbrief tegen een vrouwelijke collega (die overigens zelf ook van wanten weet), dat ze eigenlijk best wel aan de stevige kant was. “Hevig verontwaardigd” zei ze dat ze me onmiddellijk op de kamer van de hoofdofficier verwachtte omdat ze bij hem een klacht ging indienen. Op de kamer van de hoofdofficier deed ze haar verhaal. Hierop zei de hoofdofficier: “Nou eigenlijk vind ik dat ook wel”. Dat vind ik nu humor; daar houd ik van. Gelukkig wordt er op het Groningse parket veel gelachen. Soms tot tranen toe.’
Wat is je grootste passie? ‘Groningers staan er om bekend dat ze niet erg gepassioneerd zijn. Misschien ben ik dan een uitzondering. Ik ben namelijk ontzettend betrokken bij de plaatselijke voetbalvereniging. Ik zit daar in het bestuur en ben gemiddeld toch zeker tien uur per week bezig om samen met anderen te proberen alles in goede banen te leiden. Bij die tien uur reken ik het verblijf in de kantine nog niet eens mee...’ Trots dat je bij het OM werkt? ‘Ik heb het enorm naar mijn zin op het Groningse parket; daarom werk ik er ook al zo lang. Ik zal echter niet zo snel tegen iemand zeggen dat ik bij het OM werk. Zo had ik ooit een vriend van een vriend van een vriend aan de deur. Deze man had een (forse) boete gekregen en vroeg aan mij of ik kon regelen dat hij in termijnen kon betalen. Ook is het lastig uitleggen wat het OM als organisatie doet, en welke rol ik daarbinnen heb. Ooit heb ik aan iemand in het dorp uitgelegd wat ik precies deed. Een week later kwam ik hem weer tegen en groette hij mij met de woorden: “A hoi, griffie”.’ Met wie zou je een dagje willen ruilen? ‘Ik zou wel een dagje willen ruilen met een bestuurder van een grote voetbalvereniging om te ontdekken wat de verschillen zijn met het besturen van onze plaatselijke voetbalvereniging.’
De vorige baan buiten het OM was leuker? ‘Nee. Mijn vorige baan is al weer 27 jaar geleden en duurde bovendien maar een half jaar.’ Krijg je waardering voor je werk? ‘Jazeker, mijn teamleider geeft het zeker aan als hij tevreden is over mijn functioneren. Dat vind ik heel plezierig. Ik hoor echter ook graag wanneer men niet tevreden is. Dan kan ik uitleggen waarom ik iets gedaan heb. Op die manier blijf je kritisch.’ Grootste ergernis in je werk? ‘Laten we voorop stellen dat ik me niet zo snel erger. Wat ik wel lastig vind, is dat er soms veel tijd wordt besteed aan plannen die vervolgens in de la eindigen. Ook heb ik moeite met mensen die de kantjes ervan aflopen.’ Volgend jaar wil ik zeker.... ‘48 jaar worden. Voor de rest heb ik geen idee. Ik werk al 27 jaar bij het OM en in mijn huidige functie als parketsecretaris heb ik het prima naar mijn zin. Als ik iets anders zou willen doen, moet ik weer gaan studeren en dat lijkt me echt niet meer fijn.’ Wat wil je over vijf jaar bereikt hebben? ‘Dat ik nog net zoveel plezier in en op mijn werk heb als nu.’ Tekst: Karin Hoving
19
Agenda
Agenda
Misdaad in het nieuws
Bestuurlijke handhaving
Scenario’s gebruiken
12 oktober
17 november
28 november
Onderzoekers op het gebied van misdaad, recht-
De Wet OM-afdoening treedt maart 2007 in
Training in het toepassen van het scenario-instru-
spraak en journalistiek presenteren nieuw onder-
werking en de Wet bestuurlijke boete ligt bij
ment dat op maat is gemaakt voor beleidsontwik-
zoek over de verhalen en cijfers die ons beeld van
de Raad van State voor advies. Thema’s die
kelaars, strategen, wetgevers en handhavers.
misdaad in Nederland bepalen. Netwerk-verslag-
deze dag aan de orde komen zijn o.a.: Juridisch
Locatie: Den Haag ( meer info bij aanmelding)
gever Bas Haan, verantwoordelijk voor de onthul-
kader: nieuwe wetgeving concreet, Rol van het
Kosten: € 100,-- p.p.
lingen over de rol van het OM bij de Schiedammer
Openbaar Ministerie, Gevolgen wetgeving voor
Infoematie: Expertisecentrum rechtspleging
Parkmoord, spreekt over de kracht van het beeld.
gemeenten, Bestuurlijke handhaving en politie,
en Rechtshandhaving, Natalya Dalen Gilhuys /
Locatie: Poortgebouw te Leiden
Rechtsbescherming: wat en hoe?, Praktijkcase en
Ralph Vossen, telefoon: 070-3706644 of e-mail:
Kosten: € 50
een Slotdebat.
[email protected]
Informatie: Universiteit Leiden, Linda van de
Locatie: Crowne Plaza Promenade Hotel, Den
Kamp
[email protected] -
Haag
Strafrecht en media
www.jnmsymposium.leidenuniv.nl
Kosten: € 695,- (excl. btw) per persoon
14 december
Informatie: Elsevier Congessen, Inge van Steijn, Recidive van volwassenen
projectassistente, telefoon 070-441 5744 of via
Tijdens deze studiedag zullen inleidingen wor-
17 november
www.esleviercongressen.nl
den gehouden en discussiesessies plaatsvinden
Diverse onderwerpen rondom de risicotaxatie van
Wet OM-afdoening
Vervolging; de invloed van moderne media op
recidive staan tijdens deze studiemiddag centraal.
13 december
de wijze van procesvoering (procesdeelnemers
over de aanwijzing Voorlichting Opsporing en
Locatie: WODC, Ministerie van Justitie, Den Haag
richten zich over de hoofden van rechters heen
Kosten: Geen
Begin juli 2006 is de Wet OM-afdoening in het
tot de samenleving en daarin levende emoties);
Informatie: Ministerie van Justitie, André van der
Staatsblad verschenen (Stb. 2006, 330). Deze
en hoe gaan media zelf om met verslaglegging in
Laan, e-mail
[email protected]
wet, die waarschijnlijk begin 2007 in werking zal
strafzaken?
treden, brengt een grote verandering teweeg in de
Locatie: World Forum Convention Center,
Deskundigenrapportages in de rechtszaal
huidige praktijk van buitengerechtelijke afdoening
Den Haag
17 november
van strafzaken. Op woensdag 13 december zal aan
Kosten: € 395,- excl. btw per persoon; € 365,-
de Erasmus Universiteit Rotterdameen congres
excl. btw p.p. bij gelijktijdige aanmelding van twee
Moet het Nederlandse systeem van deskundigen-
plaatsvinden rond deze wet in voorbereiding.
of meer personen uit één en dezelfde organisatie
rapportages worden heroverwogen? Verschillende
Locatie: Expo- en Congrescentrum, Erasmus
Informatie: Studiecentrum Kerckebosch
voorstellen voor verandering worden op deze stu-
Universiteit Rotterdam (Woudestein)
Telefoon 030 6984222 of via www.kerckebosch.nl
diedag ter discussie gesteld door representanten
Kosten: € 225
van OM, ZM, advocatuur en wetenschap.
Informatie: Erasmus Universiteit, Faculteit
Locatie: Pesthuis (Museum Naturalis), Leiden
der Rechtsgeleerdheid, Mr. L.A.D. Fisscher,
Kosten: € 50
telefoon 010-408 15 97, fi
[email protected], of kijk
Uitgebreide congresinformatie vindt u op OMtranet
Informatie: www.nscr.nl
op www.frg.eur.nl/facb/orp
via Actueel > Agenda > Congresagenda
Tekst: Mirelle Herlfterkamp
OPPORTUUN
Beleid en regels
Nummer 8 – 2006
beleid en regels
de bescherming van voorwerpen die aan het openbaar gezag zijn toevertrouwd dan wel - voor
Voor complete teksten, bel de documentatie van het Parket-Generaal, 070 - 339 98 13 of 070 - 339 98 12.
(bijvoorbeeld) voorwerpen die van overheidswege zijn veiliggesteld. De Hoge Raad heeft daarbij mede in aanmerking genomen dat gedragingen als door het Hof bedoeld strafbaar zijn op grond
Aanwezigheidsrecht?: verstekveroordeling
van art. 189.1 onder 2 Sr, doch uitsluitend indien
na vrijspraak bij verstek en OM-appel
zij zijn begaan met het in die bepaling genoemde
Hoge Raad 12 september 2006, 02110.05 /
oogmerk. Ten tijde van de bewezen verklaarde
LJN AW2522
gedragingen was er nog generlei betrokkenheid van de overheid.
Veroordeeld is terzake verkrachting tot drie jaar
Het Hof oordeel van het Hof is onjuist.
gevangenisstraf.
Vernietiging en verwijzing (deels) (DB)
In eerste aanleg was verdachte vrijgesproken. Klacht betreft dat niet is onderzocht of verdachte
Strafoplegging na verwijzing door
van zijn aanwezigheidsrecht gebruik wilde
Hoge Raad
maken.
Hoge Raad 12 september 2006, 02116.05 /
Verdachte is in twee instanties bij verstek ver-
LJN AX7458
oordeeld. Hoger beroep was ingesteld door de officier van justitie; verdachte is daarvan op de
Veroordeeld is terzake delicten uit de
hoogte gesteld.
Belastingwet, tot vier maanden gevangenisstraf
De Hoge Raad overweegt dat de dagvaarding
en 240 taakstraf.
beide keren goed - te weten ter griffie, met en
Door Rechtbank en Hof Amsterdam was ver-
brief aan het bekende adres - is betekend. Nu
oordeeld tot onder andere een geldboete van
de stukken geen aanwijzing behelzen voor het
100.000,- euro, niet tot onvoorwaardelijke
tegendeel, kon het Hof uitgaan van het vermoe-
gevangenisstraf.
den dat de verdachte afstand had gedaan van
De Hoge Raad had een arrest van Hof
zijn aanwezigheidsrecht, naar volgt uit (HR NJ
Amsterdam uitsluitend ten aanzien van de straf-
2002, 317, rov. 3.33 en 3.36).
oplegging vernietigd en verwezen naar Hof Den
De enkele omstandigheid dat het openbaar
Haag.
ministerie appel heeft ingesteld maakt dat niet
Klacht betreft de motivering van de onvoor-
anders, in aanmerking genomen dat het hoger
waardelijke gevangenisstraf: eerder was geen
beroep is aangezegd, zodat verdachte daarvan
onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd en
op de hoogte was.
sindsdien is niet van bijzondere omstandigheden
Beroep op dit punt verworpen (vijf raadsheren).
gebleken, de redelijke termijn is overschreden
(Lw)
en het gelijkheidsbeginsel is geschonden. De Hoge Raad overweegt dat het Hof de straf als
Sporen wegmaken; artt. 200 en 189 Sr
volgt heeft gemotiveerd (...).
Hoge Raad 22 augustus 2006, 01915.05 /
De omstandigheid dat de Hoge Raad de ver-
LJN AX5766
oordeling door Hof Amsterdam in stand heeft gelaten belette het Hof Den Haag niet terzake
Veroordeeld is terzake onder meer het opzettelijk
van die feiten een zwaardere straf op te leggen
onbruikbaar maken van zaken bestemd om tot
dan het Hof Amsterdam. De rechter naar wie
overtuiging of bewijs voor de bevoegde macht
wordt verwezen is vrij in de keuze van de straf en
te dienen.
in de factoren die hij van belang acht. Daartoe
Verdachte heeft kogeldelen en bloedsporen in
behoorde dat verdachte inmiddels in staat van
een vuilnisbak gedeponeerd c.q. opgeveegd.
faillissement verkeerde, zodat de keuze voor een
Klacht is dat het Hof een onjuiste uitleg gaf aan
ander strafsoort dan een geldboete niet onbe-
het bestanddeel: bestemd om tot overtuiging of
grijpelijk is. Tot een nadere motivering van die
bewijs voor de bevoegde macht te dienen.
strafoplegging was het hof niet gehouden.
De Hoge Raad overweegt dat het Hof hieronder
Beroep verworpen. (DH)
mede heeft begrepen het zodanig wijzigen van de aangetroffen situatie op de plaats van het delict dat daardoor sporenonderzoek onmogelijk of moeilijker wordt. Gelet op art. 200 Sr en op de wetsgeschiedenis, heeft deze wetsbepaling betrekking op
Zie verder op Omtranet:
zover het gaat om strafrechtelijk onderzoek -
Tekst: Angela Kaptein
• BVD en strafrecht Hoge Raad 5 september 2006, 01423.05 / LJN AV4144 • BVD en strafrecht Hoge Raad 5 september 2006, 01424.05 / LJN AV4149 • BVD en strafrecht Hoge Raad 5 september 2006, 01422.05 / LJN AV4122 • Verstek, onderzoeksplicht appelrechter. Schending aanwezigheidsrecht? Hoge Raad 29 augustus 2006, 01590.05 / LJN AX6410 • Beïnvloeding getuige door advocaat; art 285a Sr. Politieverklaring gebruikt Hoge Raad 12 september 2006, 01468.05 / LJN AV6188 • Geweldshandeling ná afgifte goed. Pleegplaats verbeterd. Tbs: oude rapporten Hoge Raad 12 september 2006, 03051.05 • Getuige verklaart tgv rc anders, werd niet opgeroepen, toch bewijsmiddel Hoge Raad 12 september 2006, 02819.05 / LJN6737 • Aanwezigheidsrecht?: verstek, geen vertaling aanzegging OM-appel Hoge Raad 12 september 2006, 02412.05 / LJN AW4395 • Motivering vrijheidstraf Hoge Raad 29 augustus 2006, 02729.05 / LJN AX3925 • Motivering vrijheidstraf Hoge Raad 29 augustus 2006, 01641.05 / LJN AX6411 • Valsheid door een ambtenaar. Oogmerk. Art. 225.1 Sr Hoge Raad 29 augustus 2006, 02560.05 / LJN AX6423 • Politiesepot en art. 68 Sr Hoge Raad 12 september 2006, 01604.05 • Waarneming hof na zitting, als bewijs Hoge Raad 29 augustus 2006, 01694.05 / LJN AX6414 • Onrechtmatige aanhouding, vormverzuim art. 359a Sv? Hoge Raad 22 augustus 2006, 02279.05 / LJN AX6277
25
26
internationaal Afdeling Internationale Rechtshulp in Strafzaken (MinJus), tel. 070 - 37 07 468
gerechtshof (artikel 12 Sv). Deze verklaart haar
vering door de rechter, aanvullende toestemming
niet-ontvankelijk omdat zij als verdachte niet aan-
verleent. Voorts verzet tekst noch strekking van het
gemerkt kan worden als rechtstreeks belangheb-
verdrag zich ertegen dat een verzoek om aanvul-
bende in de zin van 12 Sv. In het hierop volgend
lende toestemming wordt gedaan voor van een feit
kort geding overweegt de voorzieningenrechter
waarvoor uitlevering eerder ontoelaatbaar is ver-
dat het Openbaar Ministerie een ruime beslis-
klaard en geweigerd. In dit geval zijn alle partijen
singsbevoegdheid heeft aangaande al dan niet
het eens dat de eerdere ontoelaatbaarverklaring
vervolgen. De procedure van artikel 12 Sv geeft de
berust op een kennelijke vergissing. In de noot bij
Vaststellen identiteit
burger in dat kader een rechtsmiddel. De voorzie-
deze uitspraak wordt opgemerkt dat de formele
Hoge Raad, 20 augustus 2006
ningenrechter ziet niet in waarom de toetsing door
rechtskracht van een uitspraak waartegen geen
het Hof opnieuw gedaan zou moeten worden in
rechtsmiddel meer openstaat (ook indien deze
De politie onderzoekt door vergelijking van vinger-
kort geding. Partijen komen sprongcassatie over-
onjuist is) zich lijkt te verzetten tegen de uitspraak
afdrukken of de persoon in Nederland aanwezig
een. De vrouw stelt dat het gaat om twee materieel
van de Hoge Raad dat een eerdere ontoelaatbaar-
dezelfde is als die genoemd in een uitleverings-
dezelfde strafbare feiten die kort na elkaar zijn
heid niet in de weg staat aan te geven aanvullende
verzoek. Van dit onderzoek wordt PV gemaakt. De
gepleegd onder dezelfde persoonlijke omstan-
toestemming door de minister. De rechtspraak
rechtbank overweegt dat de vingerafdrukken uit
digheden. Dit zou ertoe moeten leiden dat alleen
kent wel mogelijkheden om een kennelijke ver-
het buitenland van zo slechte kwaliteit zijn dat uit
Nederland, waar zij al wordt vervolgd voor het ene
gissing te herstellen zonder dat een rechtsmid-
het proces-verbaal niet kan worden afgeleid dat
feit, gerechtigd is tot vervolging van het Franse
del hoeft te worden aangewend, maar deze zijn
het gaat om dezelfde persoon. De officier wordt
feit. Ondermeer artikel 54 SUO (ne bis in idem)
voorbehouden aan de rechter die de uitspraak
verzocht om nadere informatie. De rechtbank
houdt volgens haar in dat een verdachte niet mag
heeft gedaan. In dit geval gaat echter de minister
overweegt dat ook een aanvullend PV met meer
worden blootgesteld aan meer strafprocedures in
voorbij aan een onherroepelijke uitspraak zonder
details over het onderzoek onvoldoende is, waarbij
ten minste twee landen indien er sprake is van een
dat de rechter die de uitspraak heeft gedaan heeft
wordt opgemerkt dat onvoldoende duidelijk is of
zodanige nauwe verwantschap tussen de feiten
gevraagd om herstel. Deze doorbreking van de for-
het onderzoek voldoet aan bepaalde forensisch
dat afdoening in een procedure in de rede ligt.
mele rechtskracht door de minister is in dit geval te
technische normen. De Hoge Raad overweegt dat
De Hoge Raad overweegt dat het SUO niet recht-
verklaren omdat alle betrokken partijen het erover
het eindoordeel van de rechtbank niet begrijpelijk
streeks aan de orde is omdat er (nog) geen sprake
eens waren dat de ontoelaatbaarheid gebaseerd
is omdat de zij de officier niet specifiek heeft ver-
van ‘ne bis in idem’, immers in geen van beide lan-
was op een kennelijke misslag.
zocht om informatie over de in de einduitspraak
den is de vervolging al afgerond. Volgens de Hoge
jurisprudentie
genoemde technisch forensische normen.
Raad stelt eiseres een niet-bestaand recht op concentratie van de strafprocedures in Nederland.
verdragen
Kort geding tegen verleende aanvullende
Het verdrag tussen Nederlanden, België en
toestemming uitlevering
Luxemburg inzake grensoverschrijdend politieel
Hoge Raad, 14 april 2006
optreden (Luxemburg, 8-6-’04) is in werking getre-
Verkeerde omzetting van feiten Hoge Raad, 20 juni 2006 De Hoge Raad overweegt dat de rechtbank bij omzetting van een Engelse straf in een
den op 1 juni 2006. Het verdrag tussen Nederland
Nederlandse tot verkeerde feiten is gekomen door
Het Verenigd Koninkrijk (hierna VK) verzoekt
alleen te kijken naar de strafmotivering in het
Nederland om uitlevering ter vervolging. De
samenwerking en samenwerking in strafrechte-
Engelse vonnis. Het hele vonnis lezende komt de
rechtbank acht uitlevering deels ontoelaatbaar;
lijke aangelegenheden (Enschede, 2-3-’05) is in
Hoge Raad tot andere feiten met een lager straf-
het middel ‘diamorfine’ komt niet voor op bij de
werking getreden op 1 september 2006.
maximum dan de feiten waar de rechtbank vanuit
Opiumwet behorende lijsten. Invoer van deze stof
Beide verdragen verruimen en verbeteren de
is gegaan. De rechtbank heeft dus een straf opge-
is dus niet strafbaar in Nederland (geen dubbele
bestaande mogelijkheden tot politiële samen-
legd die hoger is dan de maximumstraf mogelijk
strafbaarheid). Ook de minister acht uitlevering
werking en vertonen veel overeenkomsten. Beide
voor de feiten die de Hoge Raad heeft vastgesteld.
op dit punt ontoelaatbaar. Na uitlevering doet het
bevatten onder meer regels voor spontane bijstand
De rechtbank moet de zaak opnieuw doen.
VK een verzoek om aanvullende toestemming. De
in spoedeisende gevallen, de mogelijkheid tot het
eerdere afwijzing zou berusten op een kennelijke
opzetten van gemengde patrouilles en controles
Weigering Nederland te vervolgen voor
misslag omdat ‘diamorfine’ een andere benaming
in de grensstreek, uitbreiding van de mogelijkhe-
Frans feit
is voor heroïne. De minister verleent de verzochte
den voor grensoverschrijdende achtervolging en
Hoge Raad, 19 mei 2006
aanvullende toestemming. De opgeëiste persoon
observatie en de mogelijkheid voor politiediensten
en Duitsland inzake grensoverschrijdende politiële
spant hiertegen een kort geding aan. De voorzie-
om rechtstreeks gegevens uit te wisselen. De amb-
Een vrouw wordt in Nederland vervolgd voor uit-
ningenrechter wijst de vordering af, welke beslis-
tenaar die ingevolge deze verdragen grensover-
voer van harddrugs naar Frankrijk in september
sing wordt bevestigd door het gerechtshof. De
schrijdend optreedt dient zich te houden aan het
2004. Ook blijkt dat zij in Frankrijk wordt verdacht
opgeëiste persoon gaat in cassatie. De verleende
nationale recht van het land waar hij zich bevindt.
van invoer van harddrugs vanuit Nederland in
aanvullende toestemming is volgens hem onrecht-
Zo wordt voorkomen dat deze ambtenaren hande-
augustus 2004. Ondanks verzoek van de vrouw
matig vanwege de ontoelaatbaarverklaring door
len in strijd met het recht van de gaststaat of dat
weigert de officier om vervolging van het Franse
de rechtbank. De Hoge Raad oordeelt als volgt.
zij meer bevoegdheden hebben dan de nationale
feit over te nemen omdat de Franse autoriteiten
Tekst noch strekking van het verdrag staat eraan
ambtenaren van de gaststaat.
hebben aangegeven zelf te willen vervolgen. Tegen
in de weg dat de minister, zonder voorafgaande
deze weigering beklaagt de vrouw zich bij het
beoordeling van de toelaatbaarheid van deze uitle-
Tekst: Linda Bregman
OPPORTUUN
Inhoud Moord in Middelburg 3 Op de Middelburgse Seisbinnenbrug escaleert een ruzie in zeker 44 messteken. Doodslag, zo oordeelden sommigen in parket Middelburg. Maar tijdens het schrijven van haar requisitoir vond officier Marleen Overmeer dat er voldoende bewijs was voor moord. Carnaval 5 Handig die verkleedpartijen, meent columnist Jan Hoekman. Schepping van ’TOM 6 Beeldhouwer Elselien van der Graaf piekert, schetst en kneedt. Ineens ontwaart ze ’TOM, de blijk van waardering voor uitmuntende OM’ers.
Prestaties meten 12 Als prestatiemeting meer is dan een simpele telmachine, is het voor het OM een onmisbaar instrument. Dat concludeert officier Chris van Dam in zijn sciptie over het onderwerp. AIVD-ambtsbericht 14 AIVD-ambtsberichten kunnen gebruikt worden als startinformatie en bewijs, zo blijkt uit een arrest waarin de Hoge Raad het Gerechtshof volgt. ‘Nu is er geen twijfel meer mogelijk,’ zeggen officieren tevreden. OMgeslagen 16 Citaten in de media over en van het OM. Nieuwe rubriek! Uitgelicht ‘Hobbyboer.’
17
Vragen aan... 18 Jan Noorda, parketsecretaris in Groningen. ‘Ik hou niet van mensen die zich interessanter voordoen dan ze zijn.’ Broodje nuchter Column van Marcel van der Horst.
20
AJB 21 In Haarlem en Alkmaar hebben de Arrondissementale Justitiele Beraden verkend hoe ketenpartners kunnen samenwerken. Talenten op Stoom 8 Aan een PG en Hovj’s in een kwartiertje schetsen welke kant het OM op moet en hoe je daaraan zelf gaat bijdragen. Het kan tijdens een presentatie die onderdeel uitmaakt van het STOOM-programma voor OM-talenten. WaarOM 11 Hoe anoniem is bellen naar het telefoonnummer van Meld Misdaad Anoniem. De Helpdesk van het Landelijk Parket weet het antwoord.
Personalia
22
Agenda
24
Beleid en regels Internationaal Verkeer AchterOM
25 26
Verkeer
Nummer 8 – 2006
tijdschrift voor het openbaar ministerie JAARGANG 12 NUMMER 8 oktober 2006 Verschijningsdatum volgend nummer: 2 november 2006. Opportuun is het tijdschrift van en voor het Openbaar Ministerie. Het blad wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het OM en andere geïnteresseerden. Het blad verschijnt tien keer per jaar. De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud van het blad. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan.
verkeer
staat is de benodigde verkeershandelingen te
stilstond. De betrokkene meent dat niet van hem
verrichten. Het hof is van oordeel dat het continu
verlangd mocht worden dat hij ging stilstaan en
vasthouden van het oortje van de handsfreeset
wachten. Nadat hij zich ervan had overtuigd dat
tegen het oor tijdens het rijden onder “vasthou-
er geen verkeer in de buurt was dat hij in gevaar
den van een mobiele telefoon tijdens het rijden”
zou kunnen brengen of hinderen, heeft hij de
moet worden verstaan. Volgt bevestiging van de
betreffende auto met een snelheid van ongeveer
Geschiktheid radarverklikker
beslissing van de kantonrechter tot ongegrond
40 km/h ingehaald (bij een geldend inhaalver-
Hoge Raad 29 augustus 2006 02316/05;
verklaring van het beroep.
bod; bord F1). Naar de overtuiging van het hof
Bureau Verkeershandhaving OM. Voor complete teksten, bel 0346-333310
LJN: AX6420
staat vast dat de gedraging is verricht, aangezien Scherpe delen (i.c. spoiler) in de zin van art.
volgens de stellingen van de betrokkene het
Betrokkene stelt dat, nu de radarverklikker al
5.2.48 Voertuigreglement
ingehaalde voertuig niet stilstond en reeds op
maanden was afgekoppeld van de stroom-
Gerechtshof Leeuwarden 16 augustus 2006
deze grond zonder meer ervan moet worden uit-
voorziening (ijdel in de lucht hing) en niet is
WAHV 06/00162
gegaan dat deze auto aan het verkeer deelnam
kelijk functioneerde, er geen sprake is van
De verbalisant verhaalt dat ‘op het dak / de ach-
tiging van de beslissing van de kantonrechter tot
overtreding van het verbod (art. 5.1.6. van het
terklep van het voertuig een aluminium spoiler
ongegrond verklaring van het beroep.
Voertuigreglement).
was gemonteerd, niet origineel Peugeot maar
Het gerechtshof heeft onder meer overwogen
een “fast and furious”-type. De spoiler was aan
Vereiste markering bij uitstekende lading
dat de technische bestemming van het appa-
de uiteinden scherp door verticaal gemonteerde
(art. 5.1.2. jo 5.18.13 Voertuigreglement)
raat beslissend is in die zin dat het kennelijk is
onderdelen en deed door zijn vorm afbreuk
Gerechtshof Leeuwarden 30 augustus 2006
ontworpen en tot doel heeft de aanwezigheid te
aan de normale rondingen van het voertuig”. In
WAHV 06/00570
signaleren van in gebruik zijnde radarapparatuur
een aanvullend PV verklaarde de verbalisant:
waarmee een overschrijding van de maximum-
‘De spoiler was een niet-originele spoiler. Van
Betrokkene vervoerde een kano op het dak van
snelheid kan worden vastgesteld. De enkele
fabriekswege gemonteerde spoilers zijn met
het voertuig. De kano stak 177 cm uit vanaf de
omstandigheid dat het apparaat een defect ver-
het voertuig samen type-goedgekeurd en dus
achteras en 130 cm vanaf de achterzijde. Er
toont is dus, volgens het hof niet van belang. De
toegestaan. De gemonteerde spoiler was aan de
was geen vereiste markering aangebracht. De
procureur-generaal bij de Hoge Raad merkt op:
uiteinden voorzien van verticale delen, die op de
betrokkene erkent dit laatste. Hij had een waar-
‘pas wanneer het apparaat volledig ongeschikt
kopse kant niet afgerond waren maar hoekig.
schuwingslint aan de lading bevestigd, hetgeen
is (zie Poelman in de De Wet Wapens en Munitie,
De dikte van deze delen bedroeg ongeveer 5
hij veiliger acht dan het vereiste vierkante bord
Samson Tjeenk Willink, Alphen aan de Rijn 1989,
mm.’ Betrokkene stelt dat bij de APK-keuring het
met diagonale rode en witte strepen. Het hof
p. 32 t.a.v. een vuurwapen) kan niet meer van
geen probleem heeft opgeleverd en dat er naar
overweegt dat het voorgeschreven markerings-
een radarontvangstapparaat in de door de wet
objectieve maatstaven (z.i. de Richtlijn 74/483/
bord de eigenschappen bezit die de wetgever
bedoelde zin worden gesproken’.
EEG van de Raad van 17 september 1974) moet
noodzakelijk heeft geacht om uitstekende lading
Het oordeel van het hof geeft volgens de Hoge
worden vastgesteld of sprake is van “scherpe
op een zo veilig mogelijke manier te vervoeren.
Raad geen blijk van een onjuiste rechtsopvat-
delen”. Nu de spoiler op de achterkant van de
Het staat de betrokkene dan ook niet vrij om een
ting. Verwerping van het door verdachte inge-
auto gemonteerd zit en niet naar de zijkanten
andere markering te voeren, ook niet wanneer
stelde cassatieberoep.
uitsteekt, is er volgens betrokkene weinig tot
hij die veiliger acht. Volgt bevestiging van de
geen gevaar voor andere weggebruikers door
beslissing van de kantonrechter tot ongegrond
Een (“oortje” van een) mobiele telefoon
ontstaan. Het hof ziet in de genoemde richtlijn
verklaring van het beroep.
vasthouden
en in de Bijlage I behorende bij artikel 3 Regeling
Aan dit nummer werkten verder mee: Chris van Dam, Jeichien E. de Graaff, Jan-Willem Grimbergen, Jan Hoekman, Marcel van der Horst, Karin Hoving.
Gerechtshof Leeuwarden 24 augustus 2006
wijze van keuren APK geen noodzaak onderzoek
WAHV 06/00196
te doen naar de beschikbaarheid van objectieve
Betrokkene stelt dat zij niet haar mobiele tele-
delen” in de zin van artikel 5.2.48, eerste lid van
Foto omslag: Lianne Bertens
foon, maar “het oortje” van haar handsfreeset
het Voertuigreglement. Dat de APK-keurmeester
tijdens het rijden in haar hand heeft gehouden:
de betreffende spoiler wel heeft goedgekeurd
‘Het oortje is te groot en daardoor valt het tel-
kan -wat daarvan zij- daaraan niet afdoen is het
kens uit mijn oor’.
oordeel van het hof. Volgt bevestiging van de
Het hof overweegt dat het aan de in casu gebe-
beslissing van de kantonrechter tot ongegrond
zigde vorm van telefoneren (continu het oortje
verklaring van het beroep.
Suggesties, opmerkingen, artikelen: Bel of mail de eindredacteur. Eindredactie: Pieter Vermaas, 070 – 3399840 of
[email protected]. Redactieadres: Voorlichtingsdienst OM, Parket-Generaal, kamer 423, Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH Den Haag. Telefoon: 070 – 3399840. Abonnementenadministratie: 070 - 3399823. Wijzigingen? Stuur de adreswikkel met de aangebrachte wijzigingen naar het redactieadres, of mail de wijzigingen naar
[email protected]. Redactieraad: Ryan Lievaart, Heleen Rutgers, Hans Wesselink, Marcel Wolters. Vaste medewerkers: Lianne Bertens, Mirelle Herlfterkamp, Linda Bregman, Thea van der Geest, Anne Hoeksema, Angela Kaptein, Josine ten Kate, Karin Mensink, Michael Nieuwenhuis, Koos Spee.
27 28
OPPORTUUN
Ontwerp: Fabrique BV, Delft Druk: Zijlstra Drukwerk, Rijswijk Oplage: 6.900
vastgesteld of het apparaat ook daadwer-
(vgl. HR 5-11-1968, LJN: AB3861). Volgt beves-
Tekst: Koos Spee
maatstaven ter invulling van het begrip “scherpe
in de hand aan het oor houden) inherent is dat betrokkene slechts één hand ter beschikking
Inhalen in strijd met inhaalverbod
heeft voor het verrichten van de noodzakelijke
Gerechtshof Leeuwarden 19 juli 2006 WAHV
verkeershandelingen. Dat brengt mee dat
06/00497
niet alleen het telefoongesprek afleidt van de verkeerssituatie, maar ook dat de bestuurder
Betrokkene stelt dat hij achter een auto reed
fysiek te veel betrokken is bij het voeren van het
die naar de rechterkant van de rijbaan werd
telefoongesprek en daardoor minder goed in
gestuurd en werd afgeremd totdat deze bijna
Zie verder op OMtranet: • Schuld in de zin van art. 6 WVW94 (dode hoek vrachtwagen) (Niet-onherroepelijk) Rechtbank Dordrecht 7 september 2006; LJN AY7810 • Feitelijk bestuurder (art. 163, lid 2 jo 176, lid 3 WVW94) Hoge Raad 22 augustus 2006 nr. 01187/05
27
Met vereende krachten slaan o.a. PG Henk van Brummen (2de rechts), hOvJ Arend Vast (1ste rechts) en fung. hOvJ Gerard Veenstra (1ste links) op 7 september de symbolische eerste paal voor het nieuwe gebouw van de vestiging Lelystad van het parket Zwolle-Lelystad. Begin 2008 zal het gebouw in gebruik worden genomen.
Op 3 juli gingen de Haagse teams ZwaCri en FEM gezamenlijk teambuilden. Dit omdat zij nu als ZwaCri/F door het leven gaan. Op de voorgrond v.l.n.r.: Marga van der Zee, Mariska Peeters, Jan-Hendrik Meulmeester en Loes van der Wees.
Een krachtig staaltje samenwerking van de medewerkers van parket Utrecht: tijdens hun parketuitje werd in minder dan een half uur een ruim tien meter hoge piramide van bamboestokken en postelastieken opgebouwd.
Op 1 september is de Handhavingseenheid Amsterdam van het Functioneel Parket op teamuitje geweest. In een Amsterdams café op de Zeedijk hebben zij onder begeleiding van een zangdocent en een accordeonist “O Waterlooplein” zelfs in canon kunnen zingen.
openbaar ministerie jaargang 12 nummer 8
oktober 2006
De schepping van ’TOM OM-waardering in brons gegoten Een groot aantal medewerkers van het Ressortspraket in Den Haag kijkt geboeid naar de première van de film ‘Imperfect’ van administratief medewerker Rabin Pitai. De cast bestaat geheel uit medewerkers van het Ressortsparket.
Op 13 september vond de opening plaats van het zedenteam van de politieregio Gelderland-Zuid. Na afloop zijn ze gaan ‘splashen’, met verf gooien om een leuk schilderij te maken. Op de foto staan de OM-teamleden. V.l.n.r. Marjoleine ten Velde, Sandra Wiarda, Kristien Dros en Peter Schreurs.
Op 8 september hielden de parketten Middelburg en Breda een gezamenlijke parketdag. ‘s Ochtends deed iedereen mee aan een jambee sessie in het Evoluon te Eindhoven, uiteraard met leuke muts. V.l.n.r.: Marc Janse, Adri Roks, Ilse Boomaerts, Gerhard Ris, Bibi Panis en Martine Pilaar.
Samenstelling: Anne Hoeksema
08
Alles afwegende: Moord in Middelburg AIVD-ambtsbericht: startinformatie en bewijs