Praktijkinstructie Werkveldoriëntatie 4 (ICT05.4/CREBO:53253)
pi.ict05.4.v1
© ECABO, 1 april 2002
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd in enige vorm of wijze, hetzij elektronisch, kopieertechnisch, druktechnisch of fotografisch, zonder voorafgaande toestemming van ECABO. Correspondentie met betrekking tot overneming of reproductie: ECABO Postbus 1230 3800 BE AMERSFOORT
Praktijk
Inhoud Inleiding
3
Taak 1 ICT en organisatie (eindterm 1, 2, 3 en 5)
5
Taak 2 Adviseren bij het toepassen van milieu- en Arbovoorschriften (eindterm 6 en 7)
8
Taak 3 Een elektronische schakeling realiseren en een CAD-ontwerp maken (eindterm 8 en 11)
12
Taak 4 Een eenvoudige administratieve toepassing realiseren (eindterm 10)
15
Taak 5 Een multimediaproduct realiseren (eindterm 9, 12 en 13)
17
Werkveldoriëntatie 4
Praktijk
Werkveldoriëntatie 4
Praktijk
Inleiding De computer is niet meer weg te denken binnen organisaties. Zo worden bedrijfsprocessen binnen organisaties geautomatiseerd met behulp van computers en wordt tegenwoordig gewerkt met digitale bestanden in plaats van papieren documenten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de salarisadministratie en een relatiebeheersysteem. Maar ook op andere niveaus binnen een organisatie is de computer niet meer weg te denken. Zo worden bijvoorbeeld multimediaproducten gebruikt bij presentaties, simulatieprogramma’s bij het bouwen van schakelingen, ontwerpprogramma’s als CAD bij het maken van ontwerpen en zo heeft ook bijna elk bedrijf wel een website of intranet om klanten of het eigen personeel te informeren. Ook de werkplekken zelf hebben veranderingen ondergaan door de opmars van ICT. In de Arbo-wetgeving wordt hierop ingespeeld en derhalve zijn ook eisen opgenomen met betrekking tot het werken met computers (bijvoorbeeld regelingen voor de hoogte en afstand tot het beeldscherm etc.). Taak 1 van deze praktijkinstructie gaat over de rol die ICT binnen uw organisatie speelt. In taak 2 wordt ingegaan op het geven van adviezen bij het toepassen van de relevante Arbo- en milieuregelgeving. In taak 3 gaat u werken met simulatiesoftware om digitale en analoge schakelingen te bouwen. Ook komt hier het maken van een CAD-ontwerp aan bod. In taak 4 leert u een eenvoudige administratieve toepassing te maken. En in taak 5 tenslotte komt het maken van een multimediaproduct aan bod.
Werkveldoriëntatie 4
3
Praktijk
Taak 1
ICT en organisatie Door de snelle ontwikkelingen op ICT vakgebied is het van belang dat u en uw organisatie deze goed volgen. Daarom zult u altijd veel tijd moeten besteden aan het bijhouden van deze ontwikkelingen. Daarbij moet u zich realiseren dat het implementeren van nieuwe ontwikkelingen binnen een organisatie vaak vele gevolgen heeft (in het vakjargon: impact). Het besluit om nieuwe ontwikkelingen te implementeren moet daarom weloverwogen genomen worden. Daarom moet u zich breed oriënteren voordat u met een voorstel tot aanpassing van het systeem komt. In de activiteitenlijst staat hoe u de nieuwe ontwikkelingen binnen uw vakgebied bijhoudt.
Doel
Aan het eind van deze taak kunt u: Ø op hoofdlijnen beschrijven hoe organisaties in hun informatiebehoefte kunnen voorzien (eindterm 1) Ø de ontwikkelingen op het gebied van ICT binnen industriële, grafimedia, en administratieve omgevingen toelichten (eindterm 2) Ø de rol van informatiesystemen binnen industriële, grafimedia en administratieve bedrijfsprocessen toelichten (eindterm 3) Ø de praktische gevolgen van ICT voor de werkplek toelichten (eindterm 5) Lees de activiteitenlijst door om een beeld van de taak te krijgen.
Activiteitenlijst Omgaan met nieuwe ontwikkelingen -
Vragen
Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met uw praktijkopleider. 1. 2.
3.
Taak 1
Lees regelmatig tijdschriften en nieuwsbrieven en bezoek regelmatig diverse internet sites om zo op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen op uw vakgebied. Zoek over relevante nieuwe ontwikkelingen meer informatie op. Dit kan op het internet, maar het kan bijvoorbeeld ook door het lezen van een boek over het speciale onderwerp. Probeer uit de nieuwe ontwikkelingen die u tegenkomt de zaken te filteren die nu of in de toekomst nuttig kunnen zijn voor de organisatie waarin u werkzaam bent.
Hoe volgt u nieuwe ontwikkelingen binnen uw vakgebied? Geef dit kort aan en beschrijf tevens welke concrete bronnen u hiervoor gebruikt. Binnen sommige omgevingen wordt gebruik gemaakt van de volgende systemen. Wat is in hoofdlijnen de rol van onderstaande systemen? a. PLC b. embedded systeem c. SCADA. Binnen veel organisaties wordt gebruik gemaakt van grafimedia toepassingen. Welke systemen worden er binnen uw organisatie gebruikt m.b.t.: a. voorbereiding/prepress?
Werkveldoriëntatie 4
5
Praktijk
4.
5.
6.
7.
Opdrachten
De opdrachten zijn een uitwerking van de activiteitenlijst. Voordat u de opdrachten gaat uitvoeren dient u na te gaan of het werk in uw bedrijf/organisatie op de hiervoor beschreven wijze gebeurt of dat de activiteitenlijst moet worden aangepast. Pas de activiteitenlijst, in overleg met uw praktijkopleider, zo nodig aan. Voer daarna de opdrachten uit. 1.
Taak 1
. scannen? . controle aangeleverde bestanden? b. drukken/printen/aanleveren? c. nabewerking? Wat zijn de voordelen van het toepassen van ICT hulpmiddelen voor de gebruiker met betrekking tot: a. de toegang tot informatie? b. de snelheid van het verkrijgen van informatie? c. de betrouwbaarheid van de informatie? d. de interne/externe communicatie? e. de inrichting van de werkplek? f. thuiswerken? Welke rol spelen onderstaande aspecten bij het onderhouden van een informatiesysteem? Beschrijf kort de volgende aspecten en geef bij ieder aspect een voorbeeld: a. beschikbaarheid b. betrouwbaarheid c. performance d. flexibiliteit e. kosten f. integriteit g. acceptatie h. beveiliging. a. Welke verschillende informatiesystemen worden binnen uw organisatie gebruikt? b. Geef van ieder binnen de organisatie gehanteerd informatiesysteem de volgende punten aan: waarvoor het systeem gebruikt wordt of het informatiesysteem gebruikt wordt voor de ondersteuning van primaire of secondaire processen welk proces het systeem ondersteunt wie van het systeem gebruik maakt het toepassingsgebied (administratieve organisatie, productieen voorraadbesturing, communicatie technologie, etc.) wie verantwoordelijk is voor het technische en het functionele beheer. Hoe verlopen (in het kort) de volgende stromen binnen uw organisatie? a. goederenstroom? b. geldstroom? c. informatiestroom?
Onderzoek enkele ontwikkelingen die zich afspelen binnen de volgende drie omgevingen: a. industriële omgeving b. grafimedia omgeving c. administratieve omgeving.
Werkveldoriëntatie 4
6
Praktijk
Geef tevens van iedere ontwikkeling een voorbeeld uit de praktijk en geef aan welke bronnen u hiervoor gebruikt heeft. Maak hierbij gebruik van activite itenlijst 1. 2.
Taak 1
De toenemende mate van automatisering heeft verandering gebracht binnen organisaties. Nu zijn die veranderingen niet alleen te zien in de organisatie en haar strategie, maar ook op de werkplek. Beschrijf voor de organisatie waar u nu werkzaam bent de gevolgen van de automatisering. Baseer uw verslag op onder andere de volgende punten: Werkgelegenheid: heeft de invoering van automatisering geleid tot nieuwe werkgelegenheid of is dit ten koste gegaan van mensen binnen de organisatie. Zijn er nieuwe functies gecreëerd? Opslag van de gegevens: gebeurt dit in de geautomatiseerde omgeving centraal of decentraal, en wat zijn eventuele veranderingen hie rin? Afstemming: mogen gebruikers zelf bepalen van welke geautomatiseerde systemen zij gebruik maken? Denk hierbij aan versies van tekstverwerkingsprogramma’s. Procedures: liggen er procedures vast met betrekking tot opslag van gegevens en omgang met automatiseringsmiddelen? Programmatuurbeveiliging: wordt er binnen het netwerk gebruik gemaakt van toegangsbeveiliging? Wordt er ook nog een aparte toegangsbeveiliging toegepast per applicatie waarin gewerkt wordt? Zo ja, is er in de applicatie ook weer een toegangsbeveiliging per onderdeel van de applicatie? Copyrights: hoe wordt er omgegaan met de geldende copyrights voor de applicaties? Computerfraude: hoe wordt er omgegaan met eventueel onrechtmatige mutaties? Arbo: hoe worden de werkplekken ingericht? Voldoen deze aan de in de Arbo-wetgeving voorgeschreven eisen? Denk aan verstelbaarheid van stoelen, tafels, lichtinval, enz. Kennisniveau: hoe worden de werknemers op de hoogte gehouden van de applicaties waarmee gewerkt wordt? Bespreek uw verslag met uw praktijkopleider.
Werkveldoriëntatie 4
7
Praktijk
Taak 2
Adviseren bij het toepassen van milieu- en Arbovoorschriften Bij het werken binnen een organisatie moet de wet- en regelgeving rondom milieu en arbeidsomstandigheden in acht worden genomen. Aspecten hiervan zijn bijvoorbeeld de inrichting van de werkplek, een zo optimaal mogelijke opstelling van de PC, de juiste afvoer/verwerking van componenten en configuraties die niet meer binnen uw organisatie (kunnen) worden ingezet, etc. Deze taak staat in het teken van het adviseren van het management met betrekking tot de bovengenoemde wet- en regelgeving. Om u hierbij te ondersteunen zijn twee activiteitenlijsten opgenomen. Activiteitenlijst 1 beschrijft het adviseren m.b.t. milieu en milieuvervuiling en activiteitenlijst 2 beschrijft het adviseren met betrekking tot de toepassing van relevante Arbo-regelgeving.
Doel
Aan het eind van deze taak kunt u: Ø adviseren bij het toepassen van de relevante milieuregelgeving met betrekking tot hardware en computersupplies (eindterm 6) Ø adviseren bij het toepassen van relevante Arbo-regelgeving (eindterm 7) Lees de activiteitenlijsten door om een beeld van de taak te krijgen.
Activiteitenlijst 1 Adviseren m.b.t. milieu en milieuvervuiling -
-
-
-
Taak 2
Breng voor uw organisatie de milieubelasting in kaart ten aanzien van: . energiegebruik . straling . ozon uitstoot . gebruik supplies . afvalstoffen . etc. Breng in kaart welk materiaal mogelijk in aanmerking komt voor recycling. Doe dit voor de volgende zaken: . afval dat ontstaat tijdens de verwerking . restafval. Breng de mogelijkheden binnen uw organisatie in kaart voor levensduurverlenging door: . extra onderhoud . revisie . inzet op andere locatie. Breng wet- en regelgeving met betrekking tot deze specifieke situatie in kaart. Voeg de verkregen gegevens samen en breng er structuur in aan. Trek conclusies met betrekking tot de mate van milieubelasting door de organisatie en geef aan op welke punten mogelijk verbeteringen aangebracht kunnen worden. Beschrijf de relevante informatie, conclusies en afwegingen kort en bondig. Maak een managementsamenvatting van maximaal 1 A4 van de informatie, conclusies en afwegingen..
Werkveldoriëntatie 4
8
Praktijk
Activiteitenlijst 2 Adviseren m.b.t. de toepassing van relevante Arbo-regelgeving -
-
-
Vragen
Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met uw praktijkopleider. 1.
2.
Opdrachten
Voor het verwerken van afval zijn diverse methodes voorgeschreven. Wat is de globale werking van onderstaande methodes? hergebruik recycling storten verbranden a. Maakt uw organisatie gebruik van onderstaande afvalverwerkingsmethodes? hergebruik recycling storten verbranden b. Zo ja, geef per gebruikte methode een voorbeeld van een afvalstof die op die manier verwerkt wordt.
De opdrachten zijn een uitwerking van de activiteitenlijsten. Voordat u de opdrachten gaat uitvoeren dient u na te gaan of het werk in uw bedrijf/organisatie op de hiervoor beschreven wijze gebeurt of dat de activiteitenlijsten moeten worden aangepast. Pas de activiteitenlijsten, in overleg met uw praktijkopleider, zo nodig aan. Voer daarna de opdrachten uit. 1.
Taak 2
Breng de algemene verplichtingen van de werkgever in kaart op het terrein van: . lichamelijk en geestelijk welzijn van het personeel . welzijnsbeleid . ontplooiing van het personeel . etc. Breng de algemene verplichtingen van de werknemer in kaart brengen ten aanzien van: . het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen . het gebruik/de bediening van gereedschap en andere apparatuur . etc. Breng de stand van zaken binnen de organisatie met betrekking tot de Arbowet in kaart. Maak daarbij een duidelijke scheiding tussen eisen die worden gesteld en aanbevelingen die worden gedaan. Breng eventuele sanctiemogelijkheden in kaart. Voeg de verkregen gegevens samen en breng er structuur in aan. Trek conclusies met betrekking tot de mate van toepassing van de relevante Arbo-regelgeving binnen de organisatie en geef aan op welke punten mogelijk verbeteringen aangebracht kunnen worden. Beschrijf de relevante informatie, conclusies en afwegingen kort en bondig. Maak een managementsamenvatting van maximaal 1 A4 van de informatie, conclusies en afwegingen.
De overheid stelt steeds zwaardere eisen aan het terugdringen van bijvoorbeeld energiegebruik door machines. Dit komt doordat er soms kwistig wordt omgesprongen met energie. Daarom dient er alles aan gedaan te worden om
Werkveldoriëntatie 4
9
Praktijk
verdere milieuvervuiling te voorkomen dan wel te beperken. Ook bij het gebruik van computersupplies kan men aan het milieu denken. Beschrijf van onderstaande punten hoe er mee om moet worden gegaan in verband met een beperking van de belasting voor het milieu: energieverbruik straling technische levensduur afvalstoffen.
Taak 2
2.
Organisaties zorgen bij elkaar voor een hoop afvalstoffen. Deze kunnen nogal verschillen van aard en de ene stof is schadelijker voor het milieu dan de andere. Zoek uit welke afvalstoffen de afdeling ICT “produceert” en hoe deze verwerkt moeten worden (bijv. hergebruik, storten, verbranden, recycling). Maak een kort verslag van uw bevindingen.
3.
Stel een advies op voor het management van de afde ling waar u werkzaam bent over welke veranderingen er doorgevoerd dienen te worden m.b.t. het milieu en milieuvervuiling. Indien er geen verbeteringen mogelijk zijn geef dan per aandachtspunt aan hoe het nu geregeld is. Voor het opstellen van dit rapport kunt u gebruik maken van activiteitenlijst 1. Tevens kunt u gebruik maken van diverse internetbronnen, vaktijdschriften en boeken om achter standaardwaarden te komen. Zorg ervoor dat het advies dat u opstelt duidelijk, maar zo kort mogelijk is. Bespreek het advies met uw praktijkopleider voordat u het overhandigt aan het management.
4.
Een goede werkhouding en werkomgeving zijn belangrijk voor de werknemer, daarom is hiervoor wetgeving opgesteld (de arbeidsomstandighedenwet). Deze regelgeving is opgesteld om werkgevers en werknemers te dwingen om te zorgen voor een goede werkomgeving en werkhouding. Onderzoek welke Arbo-wetgeving voor u en uw organisatie van belang is. Beschrijf vervolgens op hoofdlijnen de wettelijke normen.
5.
Stel een rapport op voor het management van uw afdeling waarin u de toepassing van de relevante Arbo-wetgeving binnen uw afdeling beschrijft en daarbij ook aanbevelingen doet om deze te verbeteren. Behandel onderwerpen en regelingen binnen uw organisatie die te maken hebben met verzuim en ongevalmelding, zoals bijvoorbeeld: a. Hoe en bij wie meldt u zich ziek? b. Hoe en bij wie meldt u zich beter? c. Welke regels zijn er omtrent preventie van (langdurige) ziekte? d. Wat te doen bij brand? e. Wat is vanuit uw eigen werkplek de snelste vluchtweg? f. Waar bevindt zich de bedrijfshulpverlening binnen de organisatie? g. Wat te doen bij inbraak? h. Wat te doen bij een ongeluk? i. Hoe weet u waar u een EHBO-er binnen de organisatie kunt bereiken? j. Welke regels zijn er omtrent preventie van ongevallen? k. Wat zijn de drie grootste oorzaken van ongevallen binnen uw organisatie? l. Zijn er veiligheidsfunctionarissen binnen het bedrijf aangesteld en wordt er een veiligheidscursus binnen de organisatie gegeven? m. Welke persoonlijke beschermingsmiddelen worden binnen de organisatie gebruikt? Hoe vaak moeten deze worden gecontroleerd, en wanneer zijn ze niet meer bruikbaar?
Werkveldoriëntatie 4
10
Praktijk
Als leidraad voor deze opdracht kunt u gebruik maken van activiteitenlijst 2. Daarnaast kunt u ook gebruik maken van de vele beschikbare bronnen op het internet zoals www.arbo.nl. Maak een duidelijke opzet voordat u aan deze rapportage begint. Maak ook een managementsamenvatting van 1 A4. Bespreek het rapport met uw praktijkopleider voordat u het overhandigt aan het management.
Taak 2
Werkveldoriëntatie 4
11
Praktijk
Taak 3
Een elektronische schakeling realiseren en een CAD-ontwerp maken Als we ons afvragen hoe het komt dat een motor draait of een beeldscherm oplicht, dan krijgen we als antwoord, door de elektriciteit. Wat is echter elektriciteit? Elektriciteit is een potentiaal-verschil tussen twee punten. Als we praten over elektriciteit dan hebben we het over begrippen als spanning, stroom en weerstand. Als een schakeling niet werkt, dan moeten we allereerst weten hoe de schakeling functioneert. We moeten aan de schakeling kunnen meten om de oorzaak van het niet werken vast te kunnen stellen. In deze taak leert u een eenvoudige analoge en digitale schakeling met behulp van simulatiesoftware op te bouwen. Analoge en digitale schakelingen hebben beide hun eigen toepassingsgebied en verschillende manieren van werking. Werken we bij analoge schakelingen met begrippen als spanning, stroom en weerstand, bij digitale schakelingen werken we over het algemeen met toestanden zoals, wel of niet, 1 of 0 en ja of nee. Binnen de diverse schakelingen worden verschillende componenten gebruikt zoals: weerstanden, condensatoren en IC’s en connectoren. Om de werking van een schakeling te kunnen begrijpen is het noodzakelijk dat u de functies van de verschillende componenten begrijpt en kan verklaren. Om de componenten op de juiste wijze te kunnen monteren is het nodig om de juiste montagevoorschriften te kennen en om de juiste gereedschappen op de juiste wijze te gebruiken. Omdat u niet alleen werkt met kleine componenten, maar ook te maken krijgt met complexere systemen en installaties zult u ook regelmatig gebruik moeten maken van installatie- en montagetekeningen. Omdat u ook veranderingen aanbrengt aan de systemen en installaties moet u de bijbehorende installatie- en montagetekeningen ook aanpassen. Daarom gaat u in deze taak tevens aan de slag met een CAD-applicatie om installatietekeningen te maken en te modificeren. De tekeningen die u gaat maken moeten natuurlijk voldoen aan de eisen die de organisatie stelt. Verder dient u ook rekening te houden met de specifieke wettelijke voorschiften die gelden voor de installaties.
Doel
Aan het eind van deze taak kunt u: Ø een elektronische schakeling realiseren (eindterm 8) Ø een ontwerp m.b.v. CAD realiseren (eindterm 11) Lees de activiteitenlijsten door om een beeld van de taak te krijgen.
Activiteitenlijst 1 Schakelingen bouwen (met simulatiesoftware) -
Taak 3
Bekijk hoe de simulatiesoftware werkt en hoe u een analoge schakeling kunt opbouwen. Bekijk hoe de simulatiesoftware werkt en hoe u een digitale schakeling kunt opbouwen. Onderzoek de functies van and-, or- en not poorten. Bekijk de werking van led’s en hun toepassingen. Onderzoek de verschillen tussen analoog en digitaal. Bekijk verschillende analoge en digitale schakelingen.
Werkveldoriëntatie 4
12
Praktijk
-
Onderzoek de verschillende functies van de componenten die men in eenvoudige schakelingen tegenkomt. Bouw met de simulatiesoftware de schakelingen waaraan uw organisatie behoefte heeft.
Activiteitenlijst 2 Een ontwerp m.b.v. CAD realiseren -
Vragen
Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met uw praktijkopleider. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Opdrachten
Taak 3
Maak naar aanleiding van een verzoek vanuit de organisatie een nieuwe tekening aan en sla deze op. Open een bestaande tekening uit de tekeningenbibliotheek, en voer de door uw organisatie gewenste aanpassingen door. Maak de benodigde nieuwe symbolen aan en sla deze op in de bibliotheek. Teken de benodigde lijnen, cirkels en lijntypes in de tekening. Voeg de benodigde teksten en maten toe aan de tekening. Archiveer de bestanden in een overzichtelijke structuur. Maak de benodigde afdrukken. Zorg ervoor dat ze overzichtelijk zijn.
Hoeveel toestanden kennen we binnen de digitale techniek en is dit bij analoge techniek ook zo? Wat geeft de kleurcode op weerstanden aan behalve de waarde van de weerstand? Wat is de functie van condensatoren? Wat is de naam van een gelijkstroom condensator? Wat is een IC en wat betekent de afkorting? Waar moet men bij de montage van een IC heel goed rekening mee houden, wil deze tijdens de montage niet defect raken? Hoe werkt een FET? Welke verschillende typen connectoren worden binnen uw organisatie gebruikt?
De opdrachten zijn een uitwerking van de activiteitenlijsten. Voordat u de opdrachten gaat uitvoeren dient u na te gaan of het werk in uw bedrijf/organisatie op de hiervoor beschreven wijze gebeurt of dat de activiteitenlijsten moeten worden aangepast. Pas de activiteitenlijsten, in overleg met uw praktijkopleider, zo nodig aan. Voer daarna de opdrachten uit. 1.
Monteer op een eenvoudige printplaat de Grätz-schakeling en bekijk het uitgangssignaal met een oscilloscoop. Teken dit signaal in een grafiek op. Vlak het uitgangssignaal met een condensator af en bekijk het wederom met de oscilloscoop. Vergelijk dit uitgangssignaal met het signaal zonder condensator. Verklaar de werking van de schakeling en de werking van de condensator. Gebruik eventueel datasheets als referentie.
2.
Bepaal in overleg met uw praktijkopleider voor welke situatie u een elektronische schakeling moet monteren. Bijvoorbeeld voor relaiskasten, plc’s of schakelkasten. Neem eerst goed het aansluitschema en de werkinstructie door. Als er geen werkinstructie is, vraag uw praktijkopleider ernaar of stel er samen een op. Monteer de schakeling en controleer de werking. Mocht de schakeling
Werkveldoriëntatie 4
13
Praktijk
niet werken, zoek dan naar de oorzaak en verhelp het probleem.
Taak 3
3.
Maak m.b.v. een CAD-applicatie een plattegrond van de ruimte waarin u werkzaam bent. Geef hierin duidelijk de volgende onderdelen weer: a. muren b. deuren en ramen c. meubels d. wandcontactdozen e. netwerkaansluitingen f. overige vaste voorzieningen. Gebruik hierbij activiteitenlijst 2 en bespreek de plattegrond met uw praktijkopleider.
4.
Maak in een CAD-applicatie een zogenaamd vluchtrouteplan voor uw organisatie. Dit moet worden gebruikt om medewerkers op de hoogte te stellen van de mogelijke vluchtroutes bij eventuele calamiteiten, zoals brand. Geef de volgende onderdelen aan: a. deuren/ramen b. blusapparatuur. Maak het plan zo concreet mogelijk voor de verschillende afdelingen en verdiepingen. Iedere kamer/afdeling/verdieping heeft vaak zijn eigen vluchtroute. U zult dus meerdere vluchtplannen moeten maken. Bespreek de resultaten met uw praktijkopleider.
Werkveldoriëntatie 4
14
Praktijk
Taak 4
Een eenvoudige administratieve toepassing realiseren Binnen organisaties worden ICT-hulpmiddelen voor veel verschillende doeleinden ingezet. Deze hulpmiddelen hebben een ding gemeenschappelijk; als de gegevens niet correct worden ingevoerd, dan komen deze er ook niet correct uit. Daarom wordt in deze taak aandacht besteed aan het invoeren en controleren van data en het werken met administratieve toepassingen. Als de informatie eenmaal goed in het systeem zit, dan kan deze gebruikt worden voor de meest uiteenlopende doelen. Als de verschillende systemen binnen een organisatie ook nog eens aan elkaar worden gekoppeld, dan gaat er een wereld open op het gebied van gegevensuitwisseling, integratie en het verkrijgen van goede managementinformatie. Het werkplan helpt u bij het invoeren van gegevens binnen een administratiepakket en het doorvoeren van aanpassingen zoals bijvoorbeeld veranderingen in rekeningschema’s, scherm lay-out, factuur lay-out, variabelen etc.
Doel
Aan het eind van deze taak kunt u: Ø een eenvoudige administratieve toepassing realiseren (eindterm 10) Lees het werkplan door om een beeld van de taak te krijgen.
Werkplan
Aanpassingen in een administratieve toepassing doorvoeren Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7
Vragen
Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met uw praktijkopleider. 1.
2.
Taak 4
Inventariseer de gevraagde aanpassing(en) en toets de haalbaarheid ervan. Bestudeer de aanwezige (systeem)documentatie. Richt indien nodig een bouw-/testomgeving in. Log in de administratieve toepassing in en ga naar de plaats binnen de applicatie waar de aanpassingen moeten worden gedaan. Voer de aanpassingen correct, volledig en zorgvuldig door. Controleer of de gegevens correct zijn ingevoerd en voer een technische test uit. Laat indien nodig de aanpassing(en) ook testen door toekomstige gebruikers. Pas de systeemdocumentatie en gebruikershandleiding zo nodig aan. Implementeer de aanpassingen in de “live omgeving”. Voer een test uit en stel gebruikers op de hoogte van de veranderingen.
Wat is de functie van de volgende onderdelen van een administratiepakket: a. grootboek? b. facturering? c. debiteurenadministratie ? d. crediteurenadministratie ? e. loon- en salarisadministratie ? f. projectadministratie? Welke weg volgen onderstaande documenten als deze bij uw organisatie binnenkomen: a. facturen?
Werkveldoriëntatie 4
15
Praktijk
3. 4.
5.
Opdrachten
Taak 4
b. opdrachtbevestigingen/orders? c. klachten? Wordt er binnen uw organisatie gebruik gemaakt van een relatiebeheersysteem of CRM-pakket? Zo ja, beschrijf waarvoor dit gebruikt wordt. In welk administratiesysteem dienen onderstaande documenten ingevoerd te worden: a. een binnenkomende factuur? b. een uitgaande factuur? c. een vrachtbrief van binnengekomen bestelling? d. een inkooporder? e. een uitgifte uit de kas? f. een visitekaartje van een nieuwe klant? Welke gegevens moeten ingevoerd worden bij: a. een binnenkomende factuur? b. een uitgaande factuur? c. een vrachtbrief van een binnengekomen bestelling? d. een inkooporder? e. een uitgifte uit de kas? f. een visitekaartje van een nieuwe klant?
De opdrachten zijn een uitwerking van het werkplan. Voordat u de opdrachten gaat uitvoeren dient u na te gaan of het werk in uw bedrijf/organisatie op de hiervoor beschreven wijze gebeurt of dat het werkplan moet worden aangepast. Pas het werkplan, in overleg met uw praktijkopleider, zo nodig aan. Voer daarna de opdrachten uit. 1.
Voer in overleg met uw colle ga’s van de financiële administratie enkele mutaties in een financieel administratiepakket door. Controleer de ingevoerde mutaties op invoerfouten m.b.t. rekeningnummer, bedrag, debiteur, crediteur, omschrijving, datum, OB-code. Let er op dat u de door u ingevoerde gegevens laat controleren door uw praktijkopleider of verantwoordelijke voordat deze gegevens definitief worden verwerkt in het systeem.
2.
Voer na uitdrukkelijke opdracht van uw praktijkopleider een of meerdere wijzigingen door in een bestaande administratieve applicatie. Doe dit aan de hand van het werkplan. Zorg er voor dat u de wijzigingen eerst aanbrengt in een test-/offline omgeving voordat u ze, na uitdrukkelijke toestemming van uw praktijkopleider, doorvoert in de live omgeving. Concreet moet u denken aan bijvoorbeeld het aanpassen van een factuur lay-out, of het wijzigen van een invoerscherm.
Werkveldoriëntatie 4
16
Praktijk
Taak 5
Een multimediaproduct realiseren De presentatie van gegevens, informatie, etc. wordt steeds belangrijker binnen organisaties. Een goed voorbeeld hiervan is het internet. Dit internationale netwerk bestaat al enkele decennia, maar is pas sinds kort populair. Deze populariteit is vooral te danken aan het World Wide Web, wat gebruik maakt van een grafische user interface in plaats van de ouderwets ogende command prompt. In werkplan 1 leert u hoe u een multimedia product realiseert. Dit kan een presentatie, running demo of website zijn. Omdat websites tegenwoordig zo belangrijk zijn richt werkplan 2 zich op het publiceren van een website op het internet. Vervolgens is het van groot belang dat deze website ook goed onderhouden gaat worden, hiervoor is een activiteitenlijst opgesteld.
Doel
Aan het eind van deze taak kunt u: Ø m.b.v. een specifieke toepassingen een multimedia product realiseren (eindterm 9) Ø een eenvoudig website realiseren (eindterm 12) Ø een eenvoudige website onderhouden (eindterm 13) Lees de werkplannen en activiteitenlijst door om een beeld van de taak te krijgen.
Werkplan 1
Een multimediaproduct of website realiseren Stap 1 Ga na wat de doelstelling van het door u te maken product is en in welke omgeving het gebruikt moet worden. Leg de (systeem-)eisen en randvoorwaarden vast. Stap 2 Maak een ontwerp van het product en houd rekening met: Vormgeving: kleurgebruik, lay-out, tekst en compositie. Vaak zijn deze keuzes al vastgelegd in een huisstijl. Media: tekst, animatie, beeld of geluid. Houd er bij de keuze van het medium rekening mee dat de toeschouwer/gebruiker niet te veel mag worden afgeleid van de boodschap. Aankleden met toeters en bellen is wel leuk, maar het vertroebelt vaak de boodschap. Interactie: bepaal hoeveel invloed de gebruikers moeten en mogen hebben op de inhoud en het verloop van de boodschap. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid om een intro over te slaan. Stap 3 Selecteer de applicatie die u gaat gebruiken om het product te realiseren. Stap 4 Zet het ontwerp om in een daadwerkelijk product. (Laat eventuele tussentijdse producten beoordelen voordat u verder gaat). Voeg voor een website extra functionaliteit/interactie toe, eventueel gebruikmakend van bijvoorbeeld Javascript (bijvoorbeeld een klok of bezoekersteller) of een plug-in (bijvoorbeeld een Flash-animatie of Real-audio). Zorg ervoor dat u structureel te werk gaat. Stap 5 Laat het product goed controleren op taal- en andere fouten, want een fout in dit soort producten komt erg slordig over. Stap 6 Draag het product over aan de opdrachtgever en leg uit hoe het werkt.
Taak 5
Werkveldoriëntatie 4
17
Praktijk
Werkplan 2
Een website publiceren Stap 1 Bepaal waar de site moet worden geplaatst. Dit kan zijn op een server bij een internet service provider of op een eigen server die zowel bij uw organisatie in huis kan staan als bij een provider. Stap 2 Bepaal of er al een domeinnaam gekoppeld is aan de server waar de site op moet worden gepubliceerd. Zo niet, neem dan in overleg met uw praktijkopleider contact op met de internet service provider. Stap 3 Bepaal of de site gebruik maakt van de juiste bestandsformaten. Voorkom bijvoorbeeld dat er bestanden tussen staan die alleen maar door een tekstverwerker kunnen worden gelezen. Stap 4 Bepaal hoe de site gepubliceerd dient te worden (FTP, HTTP of anders). Stap 5 Publiceer de site. Stap 6 Controleer of de site goed te benaderen is vanuit verschillende computerconf iguraties en locaties. Stap 7 Meld de site aan bij verschillende zoekmachines.
Activiteitenlijst Een website onderhouden -
Vragen
Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met uw praktijkopleider. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
7.
Taak 5
Zorg voor beheer van de content (contentbeheer). Dit houdt in dat u er zorg voor dient te dragen dat op de website (internet of intranet) de juiste, actuele informatie staat. Voer daartoe regelmatig up-dates uit. Draag zorg voor een goed versiebeheer. Dit is het bijhouden en archiveren van toevoegingen en wijzingen die hebben plaatsgevonden op de website. Onderhoud de navigatiestructuur. Documenteer en onderhoud de links tussen de verschillende interne bronnen binnen de website en de verwijzingen naar externe sites. Test de verschillende onderdelen van de website regelmatig. Test tevens op compatibiliteit tussen verschillende merken webbrowsers op eventueel verschillende pla tforms. Zorg voor het opzetten en onderhouden van systeemdocumentatie, logboeken en eventueel gebruikersdocumentatie op de site.
Hoe ziet de huisstijl van de organisatie waar u werkzaam bent er uit? Welke eisen worden er vanuit de huisstijl gesteld aan multimedia producten? Hoe kunt u schermafdrukken gebruiken in een multimedia presentatie? Wat is Javascript? Wat is een Plug-in? Welke verschillende plug-ins worden gebruikt binnen websites? Geef van tenminste vier plug-ins aan welke eisen deze stellen aan de configuratie van de gebruiker van de site en geef tevens aan waarom deze plug-in wordt toegepast. Wat is de functie van de volgende bestandsformaten: a. GIF? b. JPG? c. JPEG? d. HTML? e. CSS? f. PDF?
Werkveldoriëntatie 4
18
Praktijk
8. 9. 10.
11.
Opdrachten
Hoe moet u een website aanmelden bij een zoekmachine? Wat is het verschil tussen een zoekmachine en een directory? Hieronder worden drie methoden voor hosting genoemd. Wat zijn de voor- en nadelen van elke manier? a. ruimte huren bij provider b. eigen server bij provider c. server in eigen beheer Welke standaard tags worden er gebruikt binnen HTML m.b.t.: a. pagina opbouw? b. gebruik grafische afbeeldingen? c. kleur? d. lettertype? e. hyperlinks (www en e-mail)?
De opdrachten zijn een uitwerking van de werkplannen en de activiteitenlijst. Voordat u de opdrachten gaat uitvoeren dient u na te gaan of het werk in uw bedrijf/organisatie op de hiervoor beschreven wijze gebeurt of dat de werkplannen of de activiteitenlijst moeten worden aangepast. Pas de werkplannen of activiteitenlijst, in overleg met uw praktijkopleider, zo nodig aan. Voer daarna de opdrachten uit. 1.
Maak aan de hand van werkplan 1 een multimedia product, bijvoorbeeld een presentatie of een running demo. Om te voorkomen dat u veel werk voor niets doet, moet u uw product tussentijds laten controleren door de opdrachtgever. Let er op dat u de juiste softwareapplicatie gebruikt voor het maken van dit product.
2.
Bouw aan de hand van werkplan 1 een website. Let op, deze website hoeft niet per se op het internet te worden gepubliceerd, maar kan ook gebruikt worden voor een intranet. U kunt bijvoorbeeld een intranetpagina maken met hierop de FAQ’s die horen bij een bepaalde configuratie of applicatie. Maak gebruik van plug-ins om de site een aantrekkelijk uiterlijk te geven, of om interactie toe te voegen. Laat de website als deze gereed is controleren en publiceer de website vervolgens volgens werkplan 2.
3.
De site die u gemaakt heeft in opdracht 2 moet natuurlijk ook onderhouden worden. Zorg dus voor goed beheer van de site. Maak hiervoor gebruik van de aandachtspunten die vermeld staan bij de activiteitenlijst. Zorg tevens voor goede documentatie zodat de site ook onderhouden kan worden als u niet beschikbaar bent. Om voor het onderhoud van de website een duidelijk beeld te krijgen van de werkzaamheden die u heeft uitgevoerd en hoeveel tijd dit heeft gekost dient u een logboek op te stellen. Dit logboek kunt u eventueel later gebruiken om terug te zoeken wat u gedaan heeft, bijvoorbeeld hoe u een bepaalde storing heeft opgelost. Tevens kunt u dit logboek gebruiken om te checken of de planning en de kostenraming die gemaakt zijn voor het onderhouden van de site kloppen.
Taak 5
Werkveldoriëntatie 4
19