Correctievoorschrift examen VMBO-GL en TL
2003 tijdvak 2
BEELDENDE VAKKEN CSE GL EN TL
300030-587c
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel
1
REGELS VOOR DE BEOORDELING
Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO- 02-806 van 17 juni 2002 en bekendgemaakt in Uitleg Gele katern nr 18 van 31 juli 2002). Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond.
2
ALGEMENE REGELS
Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVO-regeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts een voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan een voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd worden, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 300030-587c
2
4
5
6 7
8 9
3
3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord; 3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal punten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan een antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar een keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het beoordelingsmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer. Voor de beroepsgerichte programma’s in de basisberoepsgerichte, de kaderberoepsgerichte en de gemengde leerweg en voor de algemene vakken in de basisberoepsgerichte leerweg in het jaar 2003 en mogelijk latere jaren: De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de door het bevoegd gezag gegeven regels.
VAKSPECIFIEKE REGELS
Voor dit centraal schriftelijk examen Beeldende vakken GL en TL kunnen maximaal 81 scorepunten worden behaald.
300030-587c
3
4 Vraag
BEOORDELINGSMODEL
Antwoord
Scores
|
DE DAM {
1
maximumscore 2 twee van de volgende: Æ de symmetrische ordening Æ de geometrische vormen of ordening Æ het samengaan van architectuur en beeldhouwwerk Æ de klassieke elementen (als timpaan, pilaster, sierlijsten) Æ de lantaarnachtige vorm boven op het monument (komt overeen met vorm op het paleis) Æ het materiaal waarvan het monument is gemaakt: steen per correct antwoord
1
{
2
maximumscore 1 één van de volgende: Æ halfronde muur Æ trapsgewijze opbouw Æ zuilen Æ nissen
{
3
maximumscore 1 één van de volgende: Æ de zuilvorm Æ het benadrukken van de top van de zuil of van de figuur op de zuil Æ geometrische/hoekige basisvorm
{
4
maximumscore 1 één van de volgende: Æ nadruk op lijn Æ omringende ruimte wordt erbij betrokken Æ standpunt is hoog zodat er meer aandacht is voor de omringende ruimte of: voor de manier waarop de verschillende onderdelen in de ruimte zijn geplaatst
{
5
maximumscore 1 één van de volgende: Æ nadruk op licht-donker contrast Æ nadruk op vorm en massa Æ nadruk op plasticiteit Æ het standpunt is laag Æ de beelden worden benadrukt of: de beelden zijn meer uitgewerkt
{
6
maximumscore 2 twee van de volgende: Æ het monument steekt boven het plein uit Æ er staan cirkels omheen Æ het staat midden op het plein Æ het is hoger geplaatst (dan het plein) Æ de witte kleur (steekt af bij de bebouwing en de bestrating) Æ de ruimte rond het monument is leeg per correct antwoord
300030-587c
1
4
Vraag
Antwoord
Scores
{
7
maximumscore 1 één van de volgende: Æ de onderdelen zijn van hetzelfde materiaal gemaakt Æ de onderdelen zijn van dezelfde witte kleur Æ op alle onderdelen worden grote egale vlakken afgewisseld met kleinere reliëfs of beeldhouwwerken Æ alle beeldhouwwerken staan op (een soort) sokkel
{
8
maximumscore 3 drie van de volgende: Æ de machteloze, verslagen houding van de mensenfiguren Æ de ineengedoken houding van de mensenfiguren Æ de gebogen hoofden Æ de kettingen (ketens) Æ de afgewende gezichten Æ de overeenkomst in houding van de middelste figuur met de lijdende Jezus aan het kruis Æ de naaktheid van de figuren (verwijst naar kwetsbaarheid) per correct antwoord
{
9
1
maximumscore 2 twee van de volgende: Æ de man heeft een ’ferme’ houding Æ de figuren zijn gespierd, stralen kracht uit Æ de gezichtsuitdrukking van de man is die van onverzettelijkheid Æ de man doet een stap voorwaarts Æ de figuren staan vrij Æ de honden blaffen/ huilen Æ de drie figuren staan rechtop, zijn naar boven gericht Æ de naaktheid van de figuren (verwijst naar heldendom) per correct antwoord
{
10
1
maximumscore 1 Het antwoord moet de volgende strekking hebben: Æ In het beeld worden moeder en kind weergegeven. Dat kun je zien als symbool voor het leven dat doorgegeven wordt. of Æ Het kind symboliseert het nieuwe leven, het leven dat doorgaat, de jeugd, de nieuwe generatie.
{
11
maximumscore 2 twee van de volgende: Æ één zelfde bestrating (in kleur en materiaal) voor wegen, plein en stoepen Æ minder verkeerstekens op de straat Æ minder wegen die het plein doorsnijden Æ minder verkeer op de Dam (trams, auto’s), als gevolg van het verwijderen van wegen per correct antwoord
300030-587c
1
5
Vraag
Antwoord
Scores
|
PANORAMA {
12
maximumscore 3 drie van de volgende: Æ mensen met kinderen Æ mensen bij bushalte Æ mensen staan, lopen, zitten Æ mensen met verschillende culturele achtergrond Æ mensen met boodschappentassen Æ mensen aan het werk, graven Æ mensen zitten op een terras Æ verkeer per correct antwoord
{
13
1
maximumscore 1 Het antwoord moet de volgende strekking hebben: Æ Er zijn onderdelen die terugkomen op de foto, bijvoorbeeld: vrouw met baby, de gebouwen, de auto’s, het terras. of Æ Er zijn typische vervormingen van bijvoorbeeld gebouwen en straten/stoepen waarbij een rechte lijn krom wordt. Dat ontstaat door de opnames van een rondraaiende camera naast elkaar te plaatsen.
{
14
maximumscore 1 Het antwoord moet de volgende strekking hebben: Æ De onderdelen die terugkomen op de panoramafoto zijn de tweede keer groter afgebeeld (bijvoorbeeld: de moeder en baby, de auto’s, de bushalte, het bruidspaar).
{
15
maximumscore 2 twee van de volgende: Æ in 11 zie je de tram van dichtbij, in 12 is de tram een stuk verder weg Æ in 11 staat de gele auto met de achterklep dicht, in 12 staat de achterklep van dezelfde auto open Æ in 11 staat er een man achter (voor) de auto, in 12 is de man weg (overgestoken) Æ in 11 kijkt de vrouw met baby in de camera, in 12 kijkt dezelfde vrouw naar haar kind Æ in 11 staan er mensen voor de geel-groene rol, in 12 zijn die mensen weg per correct antwoord
1
{
16
maximumscore 1 één van de volgende: Æ sommige figuren zijn vaag doordat ze bewogen tijdens de opnamen Æ onderdelen van de panoramafoto zijn wazig, zijn niet scherp gesteld Æ mensen staan ‘ongeposeerd’ op de foto Æ mensen zijn op ongebruikelijke wijze afgesneden
{
17
maximumscore 1 één van de volgende: Æ hij zoomt in op gezichten van mensen Æ hij fotografeert veel mensen Æ hij laat dezelfde mensen twee keer voorkomen op zijn panoramafoto
300030-587c
6
Vraag
{
18
Antwoord
Scores
maximumscore 2 twee van de volgende: Æ bruidspaar: trouwen Æ moeder met baby: geboorte aangeven Æ lijkwagen en begrafenisondernemer/chauffeur: het overlijden aangeven per correct antwoord
1
{
19
maximumscore 1 Het antwoord moet de volgende strekking hebben: Door de fellere kleuren wordt de panoramafoto vrolijker, opvallender, levendiger, spannender, onechter.
{
20
maximumscore 3 drie van de volgende: Æ de voorstelling op de foto lijkt op ware grootte Æ de auto’s overlappen de foto, veroorzaken een ruimtelijk effect en vergroten de levensechtheid Æ de zuilen overlappen de foto, veroorzaken zo een ruimtelijk effect en vergroten de levensechtheid Æ de vloer (met de strepen) van de parkeergarage lijkt over te lopen in de straat op de foto Æ het langgerekte formaat van de foto geeft de indruk van de lengte van een straat Æ de foto is erg licht waardoor het idee van de straat bij daglicht wordt versterkt per correct antwoord
1
{
21
maximumscore 1 één van de volgende: Æ een verhoging van het gevoel van veiligheid, mensen krijgen door de foto de indruk dat ze buiten op straat lopen en niet in een ondergrondse parkeergarage Æ een oriënterende functie, mensen kunnen zich op (delen van) de foto oriënteren en zo makkelijker hun auto terugvinden
{
22
maximumscore 1 Het antwoord moet de volgende strekking hebben: niet mee eens: één van de volgende: Æ de waarde van een kunstwerk is niet afhankelijk van de plek waar het geplaatst is Æ in de kelder van het stadhuis aan het Spui is de foto met alle verwijzingen naar stadhuis en Spui erboven zeer op zijn plek, het verbindt het gebouw, de kelder en de straat waaraan het stadhuis ligt Æ de lange wand daar is heel geschikt om een panoramafoto te plaatsen Æ door de geparkeerde auto’s lijkt het net een echte straat of wel mee eens: één van de volgende: Æ door de donkere en lage ruimte komt het kunstwerk niet tot zijn recht Æ het kunstwerk lijkt wel verstopt: een beschouwer moet teveel moeite doen om het te gaan zien
300030-587c
7
Vraag
Antwoord
Scores
|
PARKEERGARAGE DUKENBURG {
23
maximumscore 2 twee van de volgende Æ door vrolijke en heldere kleuren te gebruiken Æ door (herkenbare/figuratieve) afbeeldingen te plaatsten Æ door alle oorspronkelijke materialen te beschilderden (weg te werken) Æ door wanden er fris, schoon en geschilderd uit te laten zien per correct antwoord
1
{
24
maximumscore 1 één van de volgende: Æ ze verlevendigen de vloer van de parkeergarage Æ ze werken als versiering Æ ze verbinden de verschillende afdelingen, zorgen voor eenheid
{
25
maximumscore 1 één van de volgende: Æ de afdelingen verschillen van elkaar in kleurcombinatie: een basiskleur met één of twee andere kleuren Æ de afdelingen verschillen van elkaar in voorstelling
{
26
maximumscore 1 één van de volgende Æ de bezoeker kan zijn auto makkelijk terugvinden Æ de bezoeker kan zich beter oriënteren
{
27
maximumscore 2 twee van de volgende: Æ de afbeeldingen met figuren in Romeins legeruniform Æ (klassieke) portretten van Romeinse keizers Æ portretten die doen denken aan klassieke beelden Æ symbooltekening van de helm per correct antwoord
{
28
1
maximumscore 3 drie van de volgende: Æ er staan paarden en ridders afgebeeld Æ figuren dragen middeleeuwse kleding Æ middeleeuwse wapenrusting: lansen, schilden, speren, helmen Æ het lettertype doet middeleeuws aan (gotisch schrift) Æ symbooltje van kasteeltoren per correct antwoord
300030-587c
1
8
Vraag
{
29
Antwoord
Scores
maximumscore 2 twee van de volgende: Æ het schommelende meisje wordt een aantal keren herhaald Æ het schommelende meisje is op verschillende hoogtes geplaatst Æ het schommelende meisje is in verschillende groottes weergegeven (zo lijkt het dichtbij en veraf) Æ het schommelende meisje is op verschillende manieren afgesneden Æ het schommelende meisje is in verschillende richtingen geplaatst (lijkt steeds een ander moment in de schommelbeweging) per correct antwoord
{
30
1
maximumscore 3 drie van de volgende: Æ mensen hebben hedendaagse kleding aan Æ geparkeerde auto’s verwijzen naar het modern vervoer Æ het winkelwagentje verwijst naar boodschappen doen in de huidige tijd per correct antwoord
{
31
1
maximumscore 2 twee van de volgende: Æ afbeelding 21 ( 22) Æ afbeelding 24 Æ afbeelding 27 per correct antwoord
{
32
1
maximumscore 3 drie van de volgende: Æ de afbeeldingen zijn herhaald Æ de afbeeldingen zijn afgesneden Æ de herhaalde afbeeldingen zijn verschillend van grootte Æ sommige afbeeldingen zijn schuin geplaatst/uitgerekt/vervormd Æ afbeeldingen zijn gespiegeld per correct antwoord
{
33
1
maximumscore 3 drie van de volgende: Æ het aantal kleuren is beperkt gebleven Æ er is alleen gebruikgemaakt van primaire en secundaire kleuren Æ er zijn geen kleurovergangen aangebracht Æ er zijn geen kleuren gemengd op de muur Æ er zijn niet veel mengkleuren gebruikt Æ de afbeeldingen zijn steeds in één kleur aangebracht op een egaal gekleurde ondergrond per correct antwoord
300030-587c
1
9
Vraag
Antwoord
Scores
|
BEREN {
34
maximumscore 2
twee van de volgende: Æ de materialen zijn versleten (verf, bekleding) Æ je kunt zien dat er onderdelen zijn hersteld Æ de verbindingen zijn zichtbaar Æ de verschillende materialen sluiten niet goed meer op elkaar aan per correct antwoord {
35
1
maximumscore 2
twee van de volgende: Æ het trekt de aandacht Æ je voelt je (weer) klein Æ de beer lijkt daardoor minder echt (en eng) Æ de beer (ligt ingeklemd tussen de vloer en het plafond en) is niet gevaarlijk per correct antwoord {
36
1
maximumscore 3
drie van de volgende: Æ de beer ligt te rusten Æ de beer ligt ingeklemd tussen de vloer en het plafond Æ de (vriendelijke) blik in zijn ogen Æ de zachte huid per correct antwoord {
37
1
maximumscore 2
twee van de volgende: Æ (praktisch:) de beer wordt een ontmoetingspunt Æ (symbolisch:) de beer wordt een herkenningsteken (symbool) voor de school Æ (sfeer:) de hal is hierdoor minder kaal en ongezellig per correct antwoord {
38
1
maximumscore 2
twee van de volgende: Æ formaat of verhouding (van de beer ten opzichte van de ruimte waarin hij komt te staan) Æ beste houding (aansprekend, herkenbaar) Æ (beste) lichtval Æ beste plaats Æ beste ligging per correct antwoord {
39
1
maximumscore 2
twee van de volgende: Æ beer is een knuffel(dier); gezellig/vertrouwd Æ beer sluit aan op de kinderwereld Æ knuffel of speelgoedbeer verwijst naar de tijd die nu achter je ligt per correct antwoord 300030-587c
1
10
Vraag
{
40
Antwoord
Scores
maximumscore 1
In het antwoord moet één van de volgende gedachten zijn genoemd: Æ je kunt je (letterlijk en figuurlijk) in de beer verplaatsen Æ je kunt, net als de beer, de hal inkijken (je wordt een beetje als de beer) Æ je betreedt een geheimzinnige wereld (die niet van jou is) Æ je kunt je hier weer even kind voelen Æ je weet iets wat veel anderen niet weten (want die zijn nog niet in de beer geweest), of: je deelt een geheim Æ niemand ziet je, of: je kunt je er in verstoppen Æ je bent alleen met jezelf bezig, je kunt anderen zien maar anderen kunnen jou niet zien {
41
maximumscore 2 twee van de volgende: Æ er staat een hek omheen, of: het oorspronkelijke hek staat er nog Æ de dieren zien er echt (realistisch) uit. Æ er staan mensen te kijken Æ de berenkuil ligt (midden in) het park per correct antwoord
{
42
1
maximumscore 3 drie van de volgende: Æ de giraf is dood Æ de dieren staan stil Æ dieren zijn niet echt; of: de dieren zijn van brons Æ de kleur van de dieren wijkt af van die van echte dieren Æ er zit een vrouw naast de giraf Æ de vrouw heeft mooie kleren aan (niet alledaags) per correct antwoord
1
{
43
maximumscore 1 één van de volgende: Æ je ziet nooit een giraf (languit) op de grond liggen, of: een giraf moet staan Æ je verwacht geen giraf in een berenkuil Æ je kunt aan een liggende beer niet meteen zien of hij dood is of slaapt
{
44
maximumscore 1 één van de volgende: Æ het betrekt (juist) kinderen bij het kunstwerk Æ kinderen kunnen (op afstand) de giraf ook troosten Æ maakt het geheel wat minder zielig
{
45
maximumscore 1 één van de volgende:
Æ je kunt naast de beer gaan zitten Æ je ervaart dat de beer is bevrijd, of: je ervaart dat de beer zich niet langer meer in de kooi of berenkuil bevindt
300030-587c
11
Vraag
{
46
Antwoord
Scores
maximumscore 2 Twee van de volgende:
er staan (twaalf) beelden van bedreigde diersoorten er ligt een dode giraf in het midden de vrouw troost de dode giraf het hek is blijven staan (en houdt de kijkers nog steeds op afstand), of: de dieren zitten in een kooi Æ zielige houding van de zittende beer Æ de draaimolen nodigt (kinderen) uit om te helpen troosten Æ Æ Æ Æ
per correct antwoord
1
Fotorechten: Afbeelding Afbeelding Afbeelding Afbeelding Afbeelding Afbeelding Afbeelding
1 en 2 archief gemeente Amsterdam 3 tot en met 8 Hans Andreas Schaap, Annen 9 archief gemeente Amsterdam 11 tot en met 16 Marin Kasimir, Brussel 17 tot en met 28 Citogroep, Arnhem 29 tot en met 36 Marcel van der Heijden, Heerlen 37 tot en met 41 P. Quaedflieg en P. Rutten, Maastricht
Figuur 1 tot en met 3 archief gemeente Amsterdam Figuur 4 The Wallace Collection Londen De auteursrechten zijn geregeld via Stichting Beeldrecht.
300005-587c* 300030-587c
12