College van B&W Gemeente Haarlem Postbus 511 2003 PB HAARLEM
Haarlem, 6 november 2007 Onze ref. : LJL/205025 E-mail :
[email protected] Inzake : HJC / Gemeente Haarlem Geachte College Namens bestuur en denktank zend ik deze brief naar aanleiding van de contacten van de afgelopen weken. Deze brief zend ik u per post en per mail. Tevens zal ik een afschrift separaat doen toekomen aan de burgemeester en aan de fracties in de Raad. Het bestuur en de denktank van de Haarlemsche Jachtclub zijn nu 4 jaar in gesprek met de gemeente over het voorstel van de gemeente om de HJC te herplaatsen vanwege de bouw van de Schoterbrug. De HJC heeft daarbij altijd constructief, open en eerlijk gehandeld. De gemeente heeft bij monde van haar wethouder in de loop van die gesprekken een aantal toezeggingen gedaan die weliswaar schriftelijk zijn vastgelegd maar waarvan de HJC nog niets definitief heeft teruggezien. Zo zijn bijvoorbeeld ook de uitkomsten van onderzoeken toegezegd onder andere met betrekking tot de veiligheidsaspecten van deze brug en ten aanzien van de financiële gevolgen voor de HJC. De HJC heeft daar nog niets van op papier gezien. Dat zelfde geldt ook voor bijvoorbeeld concept contracten. Er is ook geen overeenstemming over het “nieuwe “complex. Zo zijn er nog meer voorbeelden. Hierdoor is het vertrouwen van de HJC in de gemeente niet toegenomen. Eind juni jl. vernam de HJC op een open avond van de gemeente dat de gemeente en de bouwer voornemens waren vanaf 13 augustus jl. met de bouw van de brug te beginnen en met het storten van zand aan te vangen. Er werd medegedeeld dat het nu al storten van het zand noodzakelijk zou zijn vanwege inklinking. Omdat de gemeente hier nog niet eerder over gesproken had en ook niet over de gevolgen hiervan en het risico van onacceptabele hinder, kwam deze mededeling als
totaal onverwacht. De HJC is van mening dat als de gemeente en de bouwer willen beginnen met de bouw dan wel het storten van het zandlichaam, dat dit in ieder geval ruim van te voren besproken behoort te worden met de HJC in verband met voorkomen van ernstige hinder. Dat is dus niet gebeurd. Daarom heeft de HJC de gemeente in rechte aangesproken om te voorkomen dat zij onacceptabele hinder zou onder vinden van de bouw zolang zij op de huidige plek zou blijven. Daar vaststaat dat de HJC zolang er geen concreet uitzicht bestaat op een alternatief ( ook niet een tijdelijk ) op de huidige locatie blijft en zij zo ongestoord mogelijk moet kunnen blijven functioneren, zoals de wethouder tijdens eerdere gesprekken ook heeft toegezegd, heeft zij de rechter verzocht de bouw te schorsen zolang er geen duidelijkheid was over de huidige locatie en de HJC op de huidige locatie onredelijke hinder zal ondervinden van de bouw. In het kader van onze proactieve en coöperatieve opstelling heb ik ook nog de dagvaarding in concept naar u toegestuurd. Van de juridische afdeling ontving ik het bericht dat er binnen een week een inhoudelijke reactie zou komen. Die reactie is niet gekomen. Tot en met het kort geding was er van uw zijde geen reactie, hetgeen bepaald ongebruikelijk is bij een overheidsorgaan waarvan verwacht mag worden niet alleen haar toezegging van een reactie na te komen, maar ook om voor het kort geding te bekijken of een oplossing buiten een kort geding mogelijk is. Bij pleidooi heeft u expliciet aangegeven dat de HJC geen problemen hoeft te verwachten omdat de huidige locatie bij de bouw van de brug en het storten van zand onverlet blijft. Bovendien gaf u aan dat het nog helemaal niet zeker was wanneer en of er gebouwd ging worden ten behoeve van de bouw van woningen. De rechter heeft dat in zijn beslissing verwerkt. En er was natuurlijk ook een groot aantal HJCers aanwezig en elk van hen heeft deze toezegging verstaan en in zich opgenomen. Er zouden ook zolang geen bomen, die op het terrein van de HJC staan, gekapt gaan worden. Er zou ook geen hinder ondervonden worden van het gestorte zand ( o.m. door verstuiving e.d.) De rechter heeft deze toezeggingen overgenomen in zijn vonnis en heeft daarom de vordering van de HJC afgewezen. Korte tijd later meldde de wethouder aan de Raad dat de gemeente in alle procedures gelijk had gekregen en dat niets de aanvang van de bouw van de brug meer kon tegen houden. In reactie op dit alles heeft de HJC om een gesprek met de burgemeester gevraagd. Dat gesprek heeft plaats gevonden in aanwezigheid van o.a. de wethouder en de projectleider. Er is van dat gesprek een verslag gemaakt door de HJC dat ik u bijgaand doe toekomen.
Pagina 2 van 9
Tijdens dat gesprek gaf de wethouder aan dat Schoteroog niet realistisch is. Dat is o.i. de politieke uitdrukking dat dat project niet meer door gaat. Dat heeft verstrekkende gevolgen voor de herplaatsing van de HJC, immers wanneer de “Wetterwille” niet kan worden verplaatst kan de HJC niet conform worden ingepast. Verder gaf de projectleider van de Schoterbrug aan dat voor het zandtalud de bouwer op zeer korte termijn een flink stuk grond van de HJC nodig had en dat de bomen op de grond van de HJC zo spoedig mogelijk gekapt gaan worden. Hij vroeg de HJC om daar zo spoedig als mogelijk aan mee te werken. Het is op z’n minst verbazingwekkend dat de gemeente als de inkt van het vonnis amper droog is, de toezeggingen gedaan tijdens de zitting – waar de rechter zijn vonnis op baseerde – volledig negeert en het tegenovergestelde van de HJC vraagt. Dat maakt nu niet bepaald een betrouwbare indruk. Op 16 november as is er een ledenvergadering van de HJC en tijdens die vergadering zal het bestuur de leden moeten bijpraten over de ontwikkelingen. Het bestuur van de HJC zal alsdan aan de leden mededelen dat zij – in ieder geval vooralsnog – niet zal meewerken aan dat verzoek. Door die bouw zo dicht tegen de HJC aan ontstaat er ernstige hinder, niet alleen door het onbeschermde zand, maar met name ook door de bouw en wordt het terrein van de HJC ontoelaatbaar aangetast. Bovendien kan de havenmeester zijn werk dan niet meer doen zoals hij moet doen, en zal het wonen inde havenmeesterwoning onmogelijk en ieder geval ondraaglijk worden. En hoe moet de HJC dan weten dat de gemeente de al lang geleden gedane toezeggingen alsnog wel zal nakomen? Tijdens die bespreking met de burgemeester gaf de gemeente bijvoorbeeld aan dat zij op korte termijn met een zogenaamd nood scenario komt in verband met het feit dat de Wetterwille niet weg gaat. De HJC zou ergens tijdelijk ingepast kunnen worden. Blijkbaar moeten er nu ineens ook werkzaamheden gestart gaan worden ten behoeve de bouw van de woningen. Ook dat is op z’n minst merkwaardig daar de gemeente al 4 jaar zegt dat het twee totaal verschillende projecten zijn en alle procedures daar op afgestemd zijn. Bovendien gaf de gemeente in het kort geding aan dat er voorlopig niet te verwachten is dat de plannen voor de bouw van de woningen van start gaan. U gaf zelfs aan via advocaat dat het bouwen van woningen misschien wel helemaal niet doorgaat. Gezien het feit dat de gemeente heeft toegezegd over diverse zaken schriftelijke voorstellen te doen aan de HJC wacht zij die voorstellen eerst maar af. Verleden week heeft de bouwer precies aangegeven hoe groot het stuk grond is dat de gemeente graag wil hebben. De uitmeting en de grootte heeft onder veel HJC lePagina 3 van 9
den beroering doen ontstaan gezien de eerdere toezeggingen en de positie van de havenmeester. Naar aanleiding hiervan heeft het bestuur de projectleider aangegeven dat u, het College zelf, hier over een schriftelijk voorstel aan de HJC moet doen. Het bestuur van de HJC bericht u dat zij er gezien deze situatie geen prijs op stelt dat er telkens nog weer individuele personen ( voorzitter, havencommissaris of denktankleden) benaderd worden door voor het [project verantwoordelijke personen die op die wijze toezeggingen proberen te krijgen. De HJC verzoekt u uitdrukkelijk het hier naar te leiden dat alle correspondentie en reacties – in ieder geval vooralsnog – schriftelijk dan wel per mail via mij als raadsman van de HJC verlopen. Mag ik van u vernemen? Hoogachtend L.J.L.Heukels Bijlage
Verslag overleg HJC
Pagina 4 van 9
Onderwerp: Verslag overleg Haarlemsche Jachtclub en Gemeente Haarlem Project: Schoterbrug Datum: 11 oktober 2007 Plaats: stadhuis gemeente Haarlem Aanwezig: Burgemeester B. Schneiders, wethouder M. Divendal, namens het College van de gemeente Haarlem en de heren de Graaf en Hendriksen , medewerkers van de gemeente Haarlem, ( de gemeente Haarlem hierna verder te noemen G.H.). Alsmede de heren W. Emmens, W.G. Groenendal en mr. L. Heukels, allen leden van de denktank van de Haarlemsche Jachtclub (verder te noemen de HJC)
Algemeen De afgelopen vier jaar is er over tal van zaken gesproken tussen de HJC en de G.H. Omdat vele aspecten ten behoeve van de nieuwe situatie nog niet duidelijk zijn, heeft het uiteindelijk niet geleid tot overeenstemming van de verplaatsing naar een nieuwe locatie van de HJC. Beide partijen ( GH en HJC) onderschrijven nu, waarbij de HJC dat al meer dan twee jaar doet, het belang om op korte termijn heldere afspraken te maken over alle gevolgen van de uit- en verplaatsing van de HJC. De voorstellen van de gemeente aan de HJC dienen te gaan over een nieuwe erfpachtovereenkomst, de financiële gevolgen voor de HJC en haar leden van de voorgestelde BTW constructie, het toezenden door de gemeente van onderzoeksrapporten dat de HJC geen hinder heeft of zal hebben van de brug, het verkeer daarover en daaronder over het water (zoals de gemeente stelt onderzocht te hebben). Tevens dient dan ook overgelegd te worden de wijze waarop, dan wel afschriften van de gedane onderzoeken waaruit volgens GH zou moeten blijken dat vanwege de geplande woningbouw de HJC daar ook geen hinder van zal hebben. Voorts dient de gemeente het definitieve ontwerp te overleggen zoals door de gemeente aan de hand van de voorstellen van de HJC terzake zal worden uitgevoerd. Voorts is besproken dat een punt van aandacht is dat de vereiste milieuvergunningen worden afgegeven. Ten slotte geeft de HJC aan helderheid te willen hebben over de planning van de uit– en verplaatsing van de HJC als geheel. Schoteroog Wethouder M. Divendal geeft aan dat het plan voor een nieuwe jachthaven op Schoteroog niet realistisch is en bijgesteld zal worden. In dat geval zal de gemeente het recreatieschap voorstellen een alternatief plan te ontwikkelen dat wel haalbaar is. De wethouder geeft voorts aan dat de jachtwerf Wetterwille in de toekomst zal gaan verhuizen naar Schoteroog. Één van de zorgen van de HJC is, zo geeft zij aan, dat nu Schoteroog vertraagd is / wordt, blijkbaar de Wetterwille niet verplaatst kan worden met als gevolg dat er voor de HJC geen duidelijkheid kan worden gegeven over de nieuwbouw en de tijdsplanning daarvan.
Pagina 5 van 9
De wethouder geeft aan dat het mogelijk is om de Wetterwille nog zo lang mogelijk te laten liggen en parallel de nieuwbouw van de HJC te willen starten. De nieuwe jachthaven van de HJC bevindt zich, zo geeft de wethouder, grotendeels buiten het terrein van de Wetterwille. De HJC spreekt daarover haar grote twijfels uit. Het College heeft de ontwikkelaar gevraagd deze situatie op korte termijn in beeld te brengen en daaraan een planning te koppelen. In week 43 ontvangt het College van de ontwikkelaar een uitgewerkt plan. Dit plan zal daarna met de HJC doorgesproken worden, zo stelt de wethouder voor. Aan het eind van het jaar wordt meer duidelijkheid verwacht rond de ontwikkelingen van Schoteroog, zo spreekt de wethouder zijn verwachting uit. Huidige werkzaamheden van de brug De wethouder geeft aan dat met het zandlichaam aan de westzijde binnenkort zal worden gestart. Hiervoor is het volgens de heer de Graaf nodig om een kleine strook grond te gebruiken van het huidige HJC terrein. De HJC verbaast zich dat het nu naar voren komt. Dit omdat eerder sprake was dat voor de bouw van de brug de gehele locatie van de HJC onverlet zou blijven. Één en ander blijkt uit de kortgeleden uitgesproken vonnissen naar aanleiding van de keiharde toezeggingen door de gemeente-advocaat in die kort geding zittingen. De heer de Graaf geeft aan dat de HJC door het beschikbaar stellen van deze strook grond niet wordt belemmerd in het gebruik van hun terrein. De wethouder stelt voor om hierover met de HJC nadere constructieve afspraken te maken. De HJC geeft aan zich hierover nader te zullen beraden, waarbij de HJC zich verbaast over de vraag van de wethouder die suggereert dat de HJC niet constructief zou zijn. De HJC merkt daarbij op dat zij al vier jaar constructief mee wil werken, maar dat er ook aan haar belang en het belang van haar leden gedacht moet worden. Daarbij voegt de HJC nog toe dat niet het bestuur of de denktank beslist, maar de ledenvergadering. Bovendien geeft zij aan dat de denktank en het bestuur haar uiterste best zullen moeten doen om met een goed voorstel naar deze vergadering te komen om het akkoord te krijgen. Het bestuur is derhalve uiteindelijk afhankelijk van hetgeen het College en de gemeente haar bieden. Grondprijs Volgens de heer de Graaf heeft de HJC nu een huurcontract voor de huur van water met een jaarprijs van ongeveer 5.400 euro. De HJC geeft aan dat zij een erfpacht- en huurcontract heeft met een totaalbedrag te betalen aan de gemeente van een kleine 6.000 euro per jaar. De HJC vraagt al bijna een jaar om uitleg van het begrip marktconforme verhogingen waarvan de gemeente telkens heeft gezegd dat in een nieuw erfpachtcontract voor te stellen. De wethouder antwoordt hier nu als volgt op: er zal door de gemeente een erfpachtcontract worden opgesteld met een overgangsregeling voor de gewijzigde canonprijs. De eerste vijf jaar zal uitsluitend een indexering worden gehanteerd op de bestaande huurprijs, naast de jaarlijkse Pagina 6 van 9
prijsindexering. Daarna zal de huurprijs jaarlijks toenemen met 20 % tot een prijs van circa 15.000 euro (huidig prijspeilniveau). Deze jaarprijs is gebaseerd op de erfpacht van het gehele terrein (grond en water) en conform vergelijkbare situaties, aldus de wethouder. De wethouder geeft aan dat gedurende deze gehele periode ook een inflatiecorrectie zal worden toegepast zoals die thans ook wordt toegepast. De wethouder merkt daarbij verder op dat de erfpacht zal gelden voor de duur van 25 jaar met de mogelijkheid tot verlenging. Tevens zullen naar beëindiging van het erfpachtcontract de opstallen eigendom worden van de gemeente, zo geeft de wethouder aan. In verband met het feit dat de gemeente de door haar betaalde BTW wilt doorbereken, wil zij liever de erfpachtprijs met BTW overeenkomen. Zij denkt hierover als volgt, zo geeft de wethouder aan. Als vereniging verricht de HJC BTW-plichtige activiteiten. De gemeente vraagt de HJC of zij voor een percentage van 90 % BTW-belaste activiteiten kan verrichten. Indien dit het geval is kan de gemeente de BTW terugvorderen. De HJC geeft hierop aan dat de gemeente hierover al een jaar geleden dit voorstel heeft gedaan en daarbij zou het accountantskantoor Deloitte op verzoek van de gemeente alle aspecten en gevolgen doorberekenen en met een advies daarover naar de HJC komen, dit naar aanleiding van besprekingen daarover tussen de financiële delegatie van de denktank van de HJC met vertegenwoordigers van gemeente en Deloitte in november 2006. Er ontstonden namelijk grote vragen naar aanleiding van de eerste rapportage van Deloitte. Dat tweede rapport heeft de HJC nooit ontvangen en bij navraag bij Deloitte bleek, dat zij aangaf daarvoor geen opdracht / verzoek van de gemeente te hebben ontvangen ondanks toezeggingen van de gemeente. De HJC heeft herhaaldelijk gevraagd om dat rapport. De HJC wil eerst dat rapport hebben om te bekijken wat de financiële gevolgen zijn voor haar en haar leden. In die zin en met die beperking heeft de HJC aangegeven dat de HJC wil meewerken aan de 90 % conditie, maar wil van de gemeente vooraf de gevolgen in beeld krijgen van deze verandering en die dan eerst aan haar leden voor leggen.. De gemeente zal voor toezending van dat – tweede - rapport zorg dragen.
Ontwerp Volgens de heer de Graaf resten er nog enkele punten uit het ontwerp waar nog geen overeenstemming over is. De afvaardiging van de HJC neemt deze opmerking voor kennisgeving aan. Volgens de wethouder zal de autosteiger worden uitgevoerd op basis van een belasting van 2 ton per as. Het ontwerp van het clubgebouw van twee dagen voor deze bespreking is volgens de heer de Graaf besproken met de HJC. De afvaardiging van de HJC in dit gesprek nuanceert deze opmerking van de heer de Graaf, door op te merken dat deze nieuwe tekening aan een lid van de technische commissie van de HJC is overhandigd ter bestudering. De eerste reactie van de HJC is in zijn algemeenheid positief. De HJC vraagt om door de architect nog eens naar een - maritieme – uitstraling van het gebouw te kijken. De HJC merkt op dat de voorgestelde ligging van de woning van de Pagina 7 van 9
havenmeester op het clubhuis niet mogelijk is. De havenmeester dient controle op de haven en het landgedeelte te houden en in deze situatie is dat niet mogelijk. De gemeente was daarvan op de hoogte. De woning moet derhalve gesitueerd worden aan de westkant van het clubhuis derhalve met zicht op haven en land. De HJC kan dan ook met dit voorstel om die reden niet instemmen. De gemeente geeft aan dat dit geen probleem zou moeten zijn. De wethouder brengt nog een ander punt naar voren en wel de botenkraan. De wethouder geeft aan dat in het voorstel van de gemeente deze kraan een giek heeft van drie meter en dat dat volgens hem voldoende is om alle boten te bedienen. De HJC zegt hierop terug te komen. De wethouder geeft vervolgens aan dat de HJC te allen tijde op eigen kosten een grotere kraan kan laten opnemen in het ontwerp. In het ontwerp is eveneens rekening gehouden met windcondities, zo stelt de wethouder. Dit naar aanleiding van een vraag van de HJC dat zij daarover nooit iets gezien heeft en daarnaar gevraagd heeft. Volgens de HJC zijn er toezeggingen van een dergelijk onderzoek door de wethouder gedaan. De wethouder deelt daarop mede dat de gemeente hiervoor een deskundige het ontwerp heeft laten uitwerken, de firma Seijsener. Het huidige ontwerp is door deze firma uitgewerkt en de nieuwste tekening is van 20 juli 2007. Vervolgens geeft de wethouder een exemplaar van die tekening aan de HJC.
Planning De heer de Graaf geeft aan overleg te hebben met de ontwikkelaar over de planning en de fasering van de woningbouw in relatie tot de nieuwbouw van de HJC. De heer de Graaf deelt verder mede dat zo spoedig mogelijk overleg tussen de gemeente en de HJC over de planning van uit- en verplaatsing zal plaatsvinden. De HJC spreekt haar verbazing daarover uit en wacht op nadere informatie omdat het haar verbaast dat de woningbouw hierbij betrokken wordt. De wethouder en de heer de Graaf geven aan dat er nu door het niet kunnen verplaatsen van de Wetterwille een noodsituatie is en er daarom naar een tijdelijke (tussen)oplossing gezocht moet worden waarover de HJC op korte termijn nadere informatie ontvangt. De wethouder geeft verder aan dat als er overeenstemming is over het ontwerp en de planning van deze nood- of tussenoplossing de benodigde procedure door de ontwikkelaar in gang gezet kan worden. De heer de Graaf geeft dan nog aan dat hoe eerder dit wordt gestart, des te eerder de nieuwe haven kan worden gerealiseerd.
Communicatie De heer de Graaf vraagt of bijvoorbeeld een antwoord van een lid van de technische commissie van de HJC gezien kan worden als een instemming van de HJC. De heer Emmens geeft aan dat niemand van de HJC dat kan doen behoudens hijzelf in zijn hoedanigheid als voorzitter van de HJC en niet als lid van de denktank en dan ook nog eens alleen schriftelijk teneinde elk mogelijk misverstand te vermijden. De heer de Graaf en de wethouder gaan akkoord met deze
Pagina 8 van 9
weg van communicatie. Wanneer er schriftelijke overeenstemming is over de genoemde voorgaande onderwerpen ligt dat in de lijn om een gezamenlijk persbericht uit te brengen. Als dit gezamenlijke traject wordt doorlopen, zo stelt de Burgemeester Schneiders voor om dan niet door middel van rechtszaken de geschillen te beslechten maar in overleg tot oplossing te komen. De HJC merkt hierbij op haar bedenkingen daarover te hebben. Immers het kan altijd nog zo zijn dat via gegronde bezwaren van derden, dit gehele plan niet kan doorgaan. De HJC heeft vanaf het begin van de gesprekken aangegeven een twee-sporen beleid te volgen, namelijk en constructief enerzijds en anderzijds via beroepen etc. haar rechten en belangen veilig te stellen en te houden. Daar ging het College en de gemeente tot nu toe ook altijd mee akkoord. De Burgemeester geeft hierop aan dat dit voorstel gezien moet worden als een deel privaat- en een deel publiekrechtelijk. De HJC geeft aan dat wat haar betreft er nog geen reden kan zijn om van deze weg af te stappen. De HJC merkt daarbij ook nog op dat ook altijd nog de ledenvergadering akkoord moet gaan om tot realisatie van deze plannen te komen.
Afspraken De Burgemeester stelt voor dat de gemeente uiterlijk 1 december 2007 de benodigde documenten en voorstellen aan de HJC toezendt. Dit betreft planning, erfpachtcontract (inclusief BTW-paragraaf), ontwerp, bericht van Deloitte en het concept persbericht. De HJC geeft daarbij aan dat zij dat positief vindt van het College en zij daar binnen haar mogelijkheden graag aan mee werkt. Echter met dien verstande dat een daarvoor noodzakelijke akkoord door de ledenvergadering binnen die termijn niet mogelijk is.
Pagina 9 van 9