B&W.nr. 08.0893, d.d. 23 september 2008
B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van raadsleden L. Rademaker (SP), D. Sloos (Leefbaar Leiden), J. Boer (Stadspartij Leiden Ontzet) M. van Dongen (PvdA) en P. Kos (Groen Links) inzake bouwwerkzaamheden aan de Mulderstraat. BESLUITEN
Behoudens advies van de commissie 1. De beantwoording op de schriftelijke vragen van raadsleden L. Rademaker (SP), D. Sloos (Leefbaar Leiden), J. Boer (Stadspartij Leiden Ontzet) M. van Dongen (PvdA) en P. Kos (Groen Links) inzake bouwwerkzaamheden aan de Mulderstraat vast te stellen; 2. Deze beantwoording ter kennisname te brengen aan de vragenstellers en overige leden van de raad. Samenvatting Het College van Burgemeester en Wethouders heeft de beantwoording van de schriftelijke vragen van de raadsleden raadsleden L. Rademaker (SP), D. Sloos (Leefbaar Leiden), J. Boer (Stadspartij Leiden Ontzet) M. van Dongen (PvdA) en P. Kos (Groen Links)inzake de bouwwerkzaamheden aan de Mulderstraat vastgesteld.
Schriftelijke vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders van de raadsleden LOUK RADEMAKER (SP), DAAN SLOOS (LL), J. BOER (SLO), M. VAN DONGEN (PvdA) en P. KOS (GL) inzake bouwwerkzaamheden aan de Mulderstraat. (ingekomen 4 september 2008) Begin april verscheen een advies van het Expertisecentrum Regelgeving Bouw over de bouwwerkzaamheden aan de Muldersstraat. Één van de conclusies van het advies was: “Vastgesteld moet worden dat als dit inderdaad het resultaat tot op heden is de gemeente Leiden dan niet adequaat invulling geeft aan haar bij wet opgelegde taak.” Naar aanleiding van de conclusies hebben Leefbaar Leiden, SP, PvdA, CDA, GroenLinks en de Stadspartij Leiden Ontzet om een schriftelijke reactie van de wethouder gevraagd. Hierop stuurde de wethouder twee brieven, op 8 april en 16 mei 2008. In die laatste brief stond onomwonden: “Binnen de gemeente Leiden worden bovengenoemde onderhoudswerkzaamheden (…) in de regel aangemerkt als bouwvergunningvrij.” Ook in reactie op een handhavingsverzoek van de bewoners meldt het College op een brief van 29 mei 2008 het volgende. “De onderhoudswerkzaamheden worden door ons dan ook aangemerkt als bouwvergunningvrij.” Echter, afgelopen vrijdag 29 augustus verscheen deze kwestie voor de Beroep- en Bezwaarschriftencommissie. Die oordeelde dat er wel degelijk een bouwvergunning afgegeven had moeten worden. In het Leidsch Dagblad van 30 augustus stond het volgende. “Volgens voorzitter Ben Olivier van de commissie had de gemeente beter kunnen weten. Een zelfde soort zaak is in Leeuwarden al eens tot de Raad van State uitgevochten, en de uitspraak was maar voor één uitleg vatbaar: een bouwvergunning was verplicht. “Dus deze uitspraak is onafwendbaar”, aldus Olivier. Hij riep bewoners, gemeente en woningbouwvereniging op om in overleg tot een oplossing te komen.” Naar aanleiding van deze gang van zaken willen wij (SP, Leefbaar Leiden, Stadspartij Leiden Ontzet, PvdA en GroenLinks) schriftelijke vragen stellen. Antwoord van Burgemeester en Wethouders (ingezonden 23 september 2008) 1.
Was de wethouder op de hoogte van de “Leeuwarder zaak” zoals genoemd door de heer Olivier?
Ten tijde van de brief waarin de opvatting van de gemeente op basis van de op dat moment voorhanden informatie was verwoord,d.d.29 mei 2008 was de wethouder niet op de hoogte van de “Leeuwarder zaak”.
2.
Zo ja, waarom heeft de wethouder dan meerdere malen aangegeven dat er geen bouwvergunning nodig was? Was de wethouder van mening dat de “Leeuwarder zaak” niet van toepassing was op de dakrenovatie in de Muldersstraat, en zo ja, waarom?
Zie vraag 1. Bij de zitting van de Beroep- en Bezwaarschriftencommissie moest een ambtenaar van de gemeente erkennen dat hij op de hoogte was van de “Leeuwarder zaak”. 3.
Indien de wethouder niet op de hoogte was van de “Leeuwarder zaak”, hoe rijmt u dat met de uitspraak van de ambtenaar bij de zitting van de commissie? En hoe plaatst u in dat licht de uitspraak van Dhr. Olivier dat de gemeente beter had kunnen weten?
De betrokken ambtenaar was op het moment van de zitting van de commissie bekend met de uitspraak vanwege de verwijzing daar naar in het bezwaarschrift. Tot nu toe is het altijd bestaand beleid geweest binnen de gemeente Leiden dat woningbouwcorporaties voor onderhoudswerkzaamheden geen vergunning nodig hadden. In dit geval is ook richting de Sleutels van Zijl en Vliet medegedeeld dat een bouwvergunning niet noodzakelijk is. Overigens betekent een bouwvergunning niet dat in het geheel geen toezicht wordt gehouden op onderhoudswerkzaamheden. Los van een noodzakelijke bouwvergunning dienen alle bouwwerkzaamheden te voldoen aan de technische voorschriften van het Bouwbesluit. Het is inmiddels duidelijk dat de gemeente niet op juiste wijze de bouwregelgeving heeft toegepast. Die regelgeving is juist bedoeld om de rechten van de bewoners, die centraal zouden moeten staan in deze verbouwing, zeker te stellen. Daarom willen wij een vraag stellen over de rechten van de bewoners. 4.
Nu blijkt dat het niet om “simpel onderhoud” gaat, maar om bouwvergunningsplichtige werkzaamheden, hebben de bewoners dan met terugwerkende kracht, volgens het Sociaal Statuut of andere afspraken, recht op een overlastvergoeding?
In dit stadium kan niet met zekerheid worden gezegd dat de bewoners recht hebben op een overlastvergoeding. De Commissie heeft de hoorzitting geschorst met de mededeling dat partijen in overleg met elkaar moeten treden om tot een oplossing te komen en dat op het punt van de vraag of de werkzaamheden bouwvergunningplichtig zijn, het bezwaarschrift in ieder geval gegrond zal worden verklaard. Op basis van dit advies hebben wij de corporatie de Sleutels van Zijl en Vliet gevraagd om een bouwvergunning aan te vragen. Voorts heeft de Commissie verzocht of partijen zich uiterlijk 26 september a.s. zich willen uitlaten omtrent de stand van zaken, waarna de Commissie zal bepalen hoe verder te gaan. Van de Commissie hebben wij vernomen dat een hoorzitting op 26 september a.s. niet plaats zal vinden. Omtrent de overige aspecten heeft de Commissie zich in het geheel nog niet inhoudelijk uitgelaten. In het kader van de bouwvergunningsprocedure zal onderzocht moeten worden in hoeverre de uitgevoerde werkzaamheden alsnog gedekt kunnen worden door een bouwvergunning. Mocht dit niet het geval zijn, dan zal opnieuw bezien moeten worden in hoeverre recht op een overlast-vergoeding aanwezig is. Overigens zijn wij in dat kader wel van mening dat primair de eigenaar van de wooncomplexen verantwoordelijk is voor een overlastvergoeding.
Het advies van het Expertisecentrum Regelgeving Bouwen en de notitie van Uythoven Bouw Advies BV stellen beiden ernstige vraagtekens bij de kwaliteit van de dakrenovatie zelf. • Ten eerste stelt de notitie dat er “voldoende constructieve veiligheid” aanwezig is. “Dit geldt echter zolang de oude dakplaten onder het underlayment aanwezig zijn.” Die dakplaten zijn echter aan “degradatie” onderhevig. • Ten tweede stellen het advies en de notitie allebei dat de zolders gebruikt moeten kunnen worden als “was-/droogruimte, hobbyruimte en eventueel een slaapruimte”. Toch zijn deze ruimtes “onderhevig (…) aan vallend fijn stof en neerdwarrelende vlasschevendeeltjes”. De “stofvorming leidt voor mensen met een stofallergie of met astma tot gezondheidsklachten. De Woningwet kent een artikel 1a “zorgplicht” om daar tegen op te treden. Bewoners hebben “recht” op een gezonde woning.” • Ten derde meldt de notitie dat de huidige dakconstructie niet geïsoleerd is. “Gelet op regeringsbeleid en de inhoud van bouwregelgeving is het niet de bedoeling dat bij een dergelijke ingrijpende verbouwing niet tevens ook thermische isolatie wordt aangebracht.” 5.
Kunt u een inhoudelijke reactie geven op deze drie kritieken op de huidige stand van zaken van de dakrenovatie?
In het kader van de aanvraag bouwvergunning zullen al deze aspecten meegenomen worden en getoetst worden aan de bestaande bouw- en regelgeving. Voor wat betreft constructieve veiligheid in relatie tot de oude dakplaten is met De Sleutels van Zijl en Vliet afgesproken dat nader onderzoek door onafhankelijk deskundige zal plaats vinden naar de staat waarin deze verkeren. De ruimten worden voornamelijk gebruikt voor opbergdoeleinden en in sommige gevallen als verblijfsruimte. Gelet op de werkzaamheden die hebben plaatsgevonden is het onvermijdelijk dat er extra stofvorming heeft plaatsgevonden. Of dit een blijvende situatie is en dit ook te wijten is aan het degenereren van de dakplaten zal uit nader onderzoek nog moeten blijken. Voorts zal ook uit onderzoek, wat nog niet heeft plaatsgevonden, moeten blijken over er sprake is van fijnstofconcentraties die de wettelijke normen overschrijden. De thermische isolatie van de nieuwe dakconstructie zal moeten voldoen aan de eisen zoals gesteld in het Bouwbesluit, welke rechtstreeks aangestuurd wordt vanuit de Woningwet. In het kader van de (bouw)vergunningaanvraag zal door de aanvrager aangegeven moeten worden hoe hier aan voldaan gaat worden. Vervolgens zal uit de toetsing, welke door de gemeente plaatsvindt, van de aanvraag blijken of hieraan voldaan zal worden.
Uit een bouwkundig onderzoek is gebleken dat het aanbrengen van het nieuwe dakbeschot op het oude dakbeschot in constructief opzicht mogelijk moet zijn. De bewoners hebben echter sterke twijfels in dat kader Gedane zaken nemen geen keer. Daarom is het van groot belang dat er nu naar een goede “oplossing” gezocht wordt, zoals ook Dhr. Olivier aangaf. 6.
Kunt u aangeven welke “oplossingen” mogelijk zijn van het huidige probleem? Kunt u bij het antwoord in elk geval deze opties meenemen: legalisering van de huidige situatie; een hernieuwde, aan de regels voldoende dakrenovatie. Kunt u daarbij ook aangeven wat het tijdspad is van elke “oplossing” en welke stappen de gemeente en de Sleutels van Zijl en Vliet moeten ondernemen, en wat de rol van de bewoners in het gehele proces is?
In overleg met de gemeente heeft de Sleutels van Zijl en Vliet besloten om de bouw stil te leggen, in ieder geval totdat bouwvergunning is verleend.We zijn nog in overleg met De Sleutels van Zijl en Vliet om te bepalen wat de meest gewenste verdere stappen zijn om te komen tot oplossing van het gesignaleerde probleem. De bouwvergunning-aanvraag zal naar alle waarschijnlijkheid betrekking hebben op de reeds uitgevoerde en nog uit te voeren renovatiewerkzaamheden. In dat kader zal de bouwvergunning worden getoetst aan de bestaande bouw- en regelgeving. Wij zullen scherp toezien op de naleving van de bouwregelgeving. Mocht uit deze toets blijken dat geen bouwvergunning verleend kan worden voor de reeds uitgevoerde bouwwerkzaamheden dan zullen herstelwerkzaamheden noodzakelijk zijn. Op een aanvraag bouwvergunning dient binnen 12 weken te worden beslist. Gelet op de situatie, streven wij er naar om snel mogelijk te beslissen op de aanvraag. De bewoners kunnen in dit proces worden aangemerkt als derde-belanghebbenden en kunnen tegen een eventueel verleende bouwvergunning bezwaar en beroep aantekenen. Wij benadrukken echter dat de gemeente een onafhankelijk rol dient te hebben ten aanzien van de handhaving van bouw- en regelgeving zowel richting de bewoners als De Sleutels van Zijl en Vliet. Uiteraard zal getracht worden om binnen de wettelijke kaders in overleg met alle partijen tot een oplossing te komen. De afgelopen tijd en de komende weken proberen wij de partijen om de tafel te krijgen inclusief de betaling van de technisch adviseur, zoals verwoord in de raadscommissie Ruimte en Bereikbaarheid van 9 september jl. Wij hopen dat er op deze manier geen belemmeringen meer zullen zijn voor beide partijen om het gesprek voor het vinden van een oplossing aan te gaan. Tot slot willen wij het College verzoeken zo spoedig mogelijk deze vragen te beantwoorden. Op 26 september staat het vervolg van de zitting van de Beroep- en Bezwaarschriftencommissie gepland. Graag zouden wij vóór die tijd de antwoorden vernemen.