Bijlage: Korpsbeelden (medio 2006) O N D E R Z O E K : O F F I C I E R VA N D I E N S T ( - P O L I T I E )
IV
I N H O U D S O P G AV E
Korpsbeeld Groningen Korpsbeeld Fryslân Korpsbeeld Drenthe Korpsbeeld IJsselland Korpsbeeld Twente Korpsbeeld Noord- en Oost-Gelderland Korpsbeeld Gelderland-Midden Korpsbeeld Gelderland-Zuid Korpsbeeld Utrecht Korpsbeeld Noord-Holland-Noord Korpsbeeld Zaanstreek-Waterland Korpsbeeld Kennemerland Korpsbeeld Amsterdam-Amstelland Korpsbeeld Gooi en Vechtstreek Korpsbeeld Haaglanden Korpsbeeld Hollands Midden Korpsbeeld Rotterdam-Rijnmond Korpsbeeld Zuid-Holland-Zuid Korpsbeeld Zeeland Korpsbeeld Midden- en West-Brabant Korpsbeeld Brabant-Noord Korpsbeeld Brabant-Zuid-Oost Korpsbeeld Limburg-Noord Korpsbeeld Limburg-Zuid Korpsbeeld Flevoland
34 37 40 42 45 47 49 52 54 57 60 63 67 69 71 74 77 81 84 87 89 91 94 98 101
KO R P S B E E L D G RO N I N G E N O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• 2006, Besluit Interimregeling naamgeving proces crisisbeheersing; • 2006, Taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden, competenties en gedrag van leidinggevenden in de noodhulp; • 2006, minimumbezetting leidinggevenden en Hulpofficier van Justitie; • procesbeschrijving primair werkproces crisisbeheersing. H U I D I G E S I T U AT I E
Het korps heeft de posities van operationeel leidinggevenden in de directe aansturing van de medewerkers in de noodhulp beschreven aan de hand van het proces crisisbeheersing. De huidige regeling dateert van april 2006 en in zijn opzet is sprake van opklimmende taken en verantwoordelijkheden van de Chef van Dienst tot de Korpsleiding. Deze komen aan de basis van het operationele optreden tot uitdrukking in onderscheiden functies voor de noodhulp, opsporing en vreemdelingenzorg. Uitgangspunten van de regeling over leidinggevenden in de noodhulp zijn onder meer de regionale organisatie, roosters en aansturing, een 24-uursvoorziening, een heldere bevelsstructuur en de behoefte aan coördinatie met de andere hulpdiensten. Er is een diversiteit aan CvD’s voor de verschillende processen. Het accent ligt bij de dagelijkse operationele uitvoering en de OvD-P. De procesverantwoordelijke voor de regeling OvD-P is het Hoofd Divisie Regionale Executieve Taken (RET), die tevens portefeuillehouder CCB is. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
Het profiel van de operationeel leidinggevende wordt bepaald door de functie in het werkproces. Het korps onderscheidt daarin de Chef van Dienst-Regio, de Chef van Dienst, de Officier van Dienst-P en voorts de Chef van Dienst-Opsporing, de Chef van Dienst Vreemdelingenzorg en de Chef Tactisch Niveau. De CvD-Regio is buiten kantooruren eindverantwoordelijk voor alles wat raakvlakken heeft met de uitoefening van de politietaken in de regio tot dat de lijn het overneemt. Tijdens kantooruren geldt dat voor alle aspecten van het noodhulpproces. Hij/zij is tevens verantwoordelijk voor de opschaling totdat de lijn het overneemt en wijst in dat verband ook de OvD-P aan. De CvD-Regio komt in actie in geval van verzwarende omstandigheden, bij twijfel van een vakspecialist of wanneer een protocol dit voorschrijft. Hij/zij houdt zich op de hoogte wat er speelt, is geïnformeerd over de bezetting (van dienstdoende CvD’s en personeel), bepaalt zonodig inzet en benoemt, adviseert en ondersteunt in voorkomende gevallen een OvD-P. De CvD is verantwoordelijk voor de goede afhandeling van de noodhulpprocessen; opsporing en vreemdelingenzorg vallen buiten het taakveld. Hij/zij is op de hoogte wat er speelt, houdt zich op de personele bezetting (en lost zonodig problemen op),
34
zorgt voor briefing van de noodhulpmedewerkers en ondersteunt en coacht hen waar nodig. In geval van een ernstig incident binnen het district kan hij worden aangewezen als OvD-P. Hij/zij kan bij afwezigheid van een HovJ ook als zodanig optreden (mits gecertificeerd). De OvD-P is verantwoordelijk voor de professionele aanpak van een ernstig incident en is verantwoordelijk voor de opschaling naar de Districtschef als dat nodig is. Bij incidenten neemt hij/zij de leiding over van de noodhulpmedewerker of coacht deze. De OvD-P zet mensen en middelen in, zonodig – na overleg met de CvD-Regio – uit regionale capaciteit. Hij/zij stemt af met de ander hulpdiensten, informeert de CvD-Regio en rapporteert na afloop van een incident, De CvD-Opsporing en de CvD-Vreemdelingenzorg zijn operationeel leidinggevende op hun respectievelijke werkterreinen. De Chef Tactisch Niveau is beschikbaar voor consultatie over zaken op het eigen verantwoordelijkheidsgebied. In het werkproces crisisbeheersing zijn protocollen en inzetcriteria voor de onderscheiden CvD’s en OvD-P’s verwerkt. De onderscheiden functionarissen beschikken niet over een aparte uitrusting (vervoermiddel, verbindingsmiddelen, e.d.), uitgezonderd een groen hesje voor de OvD-P en afzonderlijke bereikbaarheidsnummers. O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
Met de aanwezigheid van CvD’s op de verschillende werkterreinen zijn de posities zowel geografisch als functioneel vastgelegd. In het noodhulpproces is sprake van een 24-uurs aanwezigheid, waarbij de bezetting van de CvD’s afhankelijk is van dag en tijdstip (kantoortijden, weekends). De CvD’s-Regio zijn afkomstig uit de operationeel leidinggevenden bij de Divisie RET en de Unitchefs. Daarnaast zijn het afdelingshoofden en (staf)medewerkers met executieve status op schaalniveau 10 en hoger met leidinggevende ervaring op tactisch niveau. De CvD-Regio voert de taak uit in combinatie met werkzaamheden van de organieke functie, maar dient daarbij tijdens zijn/haar dienst binnen 15 minuten bij de Meldkamer te kunnen zijn. De taak van CvD wordt uitgevoerd door de operationeel leidinggevenden van de Basiseenheden, Districtsrecherche en Districtsondersteuning binnen de Districten en de RET. Dit betreft, met uitzondering van de Divisie Regionale Executieve Taken, alle betrokken medewerkers. Voor de nachtdienst worden ook executieve (staf)medewerkers op schaalniveau 9 en hoger met leidinggevende ervaring op operationeel niveau ingezet. De OvD-P functie is gekoppeld aan die van CvD; de OvD-P’s zijn allen CvD’s. De CvD’s binnen de recherche en vreemdelingenzorg zijn overdag in elk van de Units van de Districtsrecherche respectievelijk binnen de Unit Vreemdelingenpolitie in dienst, buiten kantooruren is er een consignatieregeling. De tactische opsporing heeft voor alle tijdvakken in de week de beschikking over een Unitchef (in dienst dan wel in consignatie). Voor de dienstuitvoering heeft het korps de beschikking over 40 CvD’s-R, 70 CvD’s en 25 HovJ’s. De CvD-R verricht gemiddeld 2 à 3 diensten per periode en de CvD 3 à 4, afhankelijk van het district. Alle functionarissen rapporteren aan de districts- of divisiechef.
35
FUNCTIEASPECTEN
De CvD’s-Regio dienen naast de algemene eisen die aan van leidinggevenden worden gesteld in het bijzonder te beschikken over de volgende competenties: bereikbaar (voor het personeel), ondersteunend/adviserend (ten behoeve van vakspecialist, CvD, OvD-P, Districtschef), moedig/doortastend, analyserend vermogen en regionale visie. Deze competenties staan beschreven in de notitie taken en verantwoordelijkheden, competenties van leidinggevenden in de noodhulp. De functie van CvD vereist geen extra competenties boven die van operationeel leidinggevende. Hetzelfde geldt voor de CvD’s-Opsporing en -Vreemdelingenzorg. Voorzover CvD’s-Regio (medewerkers schaalniveau 10) en CvD’s (medewerkers schaalniveau 9) niet op grond van hun reguliere functie zijn aangewezen, vindt aanwijzing plaats door de Korpsleiding wanneer competenties, affiniteit en rechtspositionele kaders dit opportuun maken. Voor de OvD-P liggen de competenties op het gebied van bereikbaarheid, aansturing medewerkers, kennis, analytisch vermogen en aspecten van gewenst gedrag. Binnen de OLL zijn alle leidinggevenden voor de OvD-functie opgeleid, maar vanuit hun specifieke rol en functie nauwelijks. Er wordt jaarlijks geoefend met een ramp/ crisissituatie, maar die heeft niet het niveau van de opleiding die momenteel wordt aangeboden door de Politieacademie. Men kan intekenen op een CTPI-oefening; op deelname bestaat tot op heden te weinig regie. ONTWIKKELINGEN
Er ligt een advies van de portefeuillehouder CCB aan de korpsleiding om alle leidinggevenden te laten deelnemen aan de opleiding OvD-P van de Politieacademie Deze zou in dat geval op maat worden gemaakt, zodat alle rollen en functies worden belicht en getraind.
36
KO R P S B E E L D F RYS L Â N O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• 2006, Korpsregeling Chef van Dienst Politie Fryslân; • 2005, Regionale Coördinatie en Commandovoering, regio Fryslân; • 2004, beleidsnota Officier van Dienst (OvD-P) Fryslân. H U I D I G E S I T U AT I E
De (nieuwe) Korpsregeling zal 1 november 2006 in werking treden. In deze regeling wordt de functie van de Chef van Dienst uitgewerkt, die zich onderscheidt van die van Officier van Dienst Politie. Deze laatste wordt uitsluitend gehanteerd in het kader van de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP). Er is op dit moment geen formeel vastgestelde regeling OvD-P (daar wordt wel aan gewerkt en deze is naar verwachting begin 2007 gereed), maar wel een regeling HovJ/OvD en een regeling beleidspiket. Het korps heeft een portefeuillehouder CvD die is aangewezen als procesverantwoordelijke. Het taakaccent is ondergebracht bij het Bureau Korpsleiding. Planning van de diensten is een verantwoordelijkheid van het Regionaal Bureau Capaciteitsplanning. Vreemdelingenzaken worden tijdens de 7 x 24 uursdienst behandeld door de chefs van de Vreemdelingenpolitie die hiertoe een specifiek piket hebben. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De CvD is belast met directe operationele leiding van de 7 x 24 uurs basispolitiedienst en het verrichten van taken als HovJ. Hij/zij richt zich daarbij op de juiste dienstuitvoering door de teams en op een professionele werkhouding van de in dienst zijnde korpsleden. De taakomschrijving beschrijft diverse onderwerpen, waarbij het optreden van de CvD is aangewezen, zoals geweldgebruik door politieambtenaren, opvang van collega’s na acute stresssituaties, verzetzaken, de eerste maatregelen bij ‘GRIP’-incidenten in afwachting van de inzet van de OvD-P, arrestantenzorg, persvoorlichting en de recherche. De CvD kan ingrijpen in de dienstroosters, in de operationele dienstuitvoering van een team en hij/zij kan dienstopdrachten geven aan het dienstdoende personeel en de Meldkamer Fryslân. In voorkomende gevallen waarschuwt de CvD de OvD-P-piketfunctionaris (bij GRIP-incidenten) en het operationeel beleidspiket (o.a. in geval van overleg met het bevoegde gezag, gebruik van het dienstvuurwapen, inzet ME of AT). Voor beheersmatige en operationele ondersteuning van de CvD is in elk team een werkcoördinator basispolitiezorg aangewezen. Voor de vreemdelingenzorg (bewaring) heeft het korps een piket vreemdelingenzaken, waarin een 5-tal HovJ’s, dat werkzaam is bij het cluster Vreemdelingentoezicht, in dienst kan worden geroepen. De CvD beschikt voor zijn taakuitvoering over korpsregelingen en –procedures (zoals geweldgebruik en –rapportage, bijt- en prikincidenten en GGZ-procedures). Er is een intranetsite, waarop informatie voor de CvD’s toegankelijk is. De dienst wordt
37
uitgevoerd in uniform en met volledige bewapening (inclusief dienstvuurwapen) en uitrusting (verbindingsmiddelen). De OvD-P is een piketfunctie die wordt uitgeoefend in geval van specifieke incidenten zoals bommeldingen, levensdelicten, bezettingen of andere gebeurtenissen met politieke gevoeligheid en ernstige verkeersongevallen. Hij/zij treedt op in het kader van de GRIP-procedures en is verantwoordelijk voor het nemen van de eerste politiemaatregelen bij onvoorziene grootschalige en bijzondere gebeurtenissen, die een multidisciplinaire aanpak vergen en heeft een informerende en adviserende naar de beslissingsbevoegden. De OvD-P vervult in voorkomende gevallen de functie van Coördinator Plaats Incident en kan in die hoedanigheid de CvD aanwijzen als taakcommandant en adviseur in het kader van GRIP. Binnen het COPI-verband wordt de inzet van het potentieel van de hulpdiensten op elkaar afgestemd; de nadruk ligt op het sturen van operationele processen ter plaatse van het incident. Een andere taak betreft de informatieverstrekking aan het Regionaal Operationeel Team. De OvD-P beschikt over de benodigde verbindingsmiddelen, maar heeft geen afzonderlijk voertuig voor de uitvoering van de werkzaamheden. O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
De functie van CvD wordt uitgevoerd door alle executieve medewerkers in de schalen 9 t/m 12 die daartoe door de korpschef zijn aangewezen. Medewerkers in een hogere schaal dan 12 kunnen individueel en bij afzonderlijk besluit door de korpschef worden aangewezen als CvD. De meeste CvD’s zijn operationeel leidinggevenden uit de BPZ-teams en chefs van de recherche en hun operationeel leidinggevenden. Staf- en anderen ondersteunende executieven in schaal 9 t/m 12 maken ook deel uit van het bestand. De functie is gekoppeld aan het uitgangspunt dat 7 x 24 uur per week operationeel leidinggevende medewerkers in dienst zijn. Elk team heeft overdag op werkdagen een CvD in dienst, die overigens alleen actief wordt bij afwezigheid van de operationeel leidinggevende van het team. In geval teams geen CvD ter beschikking hebben, wordt daarin op basis van samenwerkingsafspraken tussen teams voorzien. De chefs van de recherche en hun operationeel leidinggevenden zijn hieraan gekoppeld. Buiten kantooruren doen afhankelijk van dag en tijdstip één (regionaal) of meerdere CvD’s (één of twee per unit Noord respectievelijk Zuid) dienst. Als meerdere CvD’s dienst doen, wordt vanuit verschillende bureaus dienst gedaan. Als regel doet iedere CvD buiten kantoortijd tweemaal per 4-weekse periode een CvD-dienst; dit komt neer op een gemiddelde van 2 tot 5 dagen per periode. Tijdens kantooruren wordt dienst gedaan vanuit het eigen bureau. Bij de toewijzing van nachtdiensten (zaterdag) wordt in beginsel gekozen voor operationeel leidinggevenden van de teams en teamchefs. Teamchefs en operationeel leidinggevenden van de Noordelijke Recherche Eenheid, afkomstig uit het korps Fryslân, participeren in het CvD-rooster. De OvD-P functie wordt uitgeoefend door teamchefs en operationeel leidinggevenden
38
van de Basispolitiezorg, taakveldchefs en een enkele ondersteunende chef. De functie wordt uitgevoerd op piketbasis in zowel Noord als Zuid. De OvD-P moet na een oproep binnen de maximale aanrijtijd van 30 minuten ter plaatse zijn. Bij aanvang van de dienst neemt de CvD kennis van de afspraken die in het kader van toezicht en handhaving zijn gemaakt met de gemeenten. Zowel de CvD als de OvD-P rapporteren via het bedrijfsprocessensysteem X-pol. Voor de korpsdirectie worden specifieke rapportages (geweld, letsel, aanrijdingen door politiemedewerkers, specifieke inzet als OvD-P) opgemaakt. De informatieoverdracht vindt veelal door middel van X-pol, telefoon, mail of specifieke rapportages plaats. Dienstdoende CvD’s melden zich voor de dienst aan en af bij de Meldkamer Fryslân. In voorkomende gevallen kunnen zowel de CvD als de OvD-P opdrachten geven aan de Meldkamer Fryslân om maatregelen te coördineren. Het korps heeft ongeveer 95 CvD’s en 20 OvD-P’s (plus een aantal reserves). FUNCTIEASPECTEN
Voor de functie van CvD komen in aanmerking alle executieve medewerkers in de schalen 9 t/m 12 die daartoe door de Korpschef zijn aangewezen. Bij afzonderlijk besluit van de Korpschef kunnen ook medewerkers in een hogere schaal worden aangewezen. De CvD moet in het bezit zijn van het certificaat van HovJ. Voor de functie van OvD-P geldt dezelfde schaalniveau. Voor certificering als OvD-P is de Leergang Operationeel Leidinggevende vereist evenals de basisopleidingen crisisbeheersing en rampenbestrijding respectievelijk PD-management. De dienstdoende CvD’s en OvD-P’s voldoen aan de vereiste competenties. Tweemaal per jaar worden er verplichte bijeenkomsten georganiseerd, waarin voor de CvD’s actuele thema’s worden behandeld. Voor de OvD-P worden periodiek COPI-oefeningen gehouden (vaartuigoefening, brandoefening e.d.). ONTWIKKELINGEN
De vigerende regelingen voor CvD en OvD-P worden periodiek door het korps geëvalueerd.
39
KO R P S B E E L D D R E N T H E O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• 2005, Memo Chef van Dienst district Zuid-West; • 2001, Bereikbaarheidsregeling politie Drenthe. H U I D I G E S I T U AT I E
Het korps heeft in de Bereikbaarheidsregeling de operationele leiding en coördinatie binnen de operationele onderdelen geordend. In de opbouw van de organisatie is de wijkchef respectievelijk de districtschef verantwoordelijk voor de gehele dienstuitvoering binnen de eigen eenheid. In een aantal gevallen, zoals afwezigheid van de wijkchef of buiten kantooruren, komen afhankelijk van het tijdstip diverse functies in aanmerking voor de coördinatie van operationele werkzaamheden. Het betreft de Chef van Dienst, de Regionaal Wachtcommandant en de Commissaris van Piket. Daarbij wordt opgetreden namens en/of onder verantwoordelijkheid van de wijkof districtschef. De chef Divisie Ondersteunende Diensten is procesverantwoordelijk. Hij werkt met de proceseigenaar noodhulp en de regiokorpsen Groningen en Friesland aan een nieuwe regeling OvD. De bereikbaarheidsregeling is ‘voor gezien’ getekend door de voorzitter van de OR. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De CvD is een functie binnen de basiseenheid. Hij/zij is bij afwezigheid van de wijkchef of diens plaatsvervanger verantwoordelijk voor de coördinatie van operationele werkzaamheden binnen de wijkeenheid. Bij incidenten die tot de dagelijkse routine behoren, gaat de Wijkchef of CvD ter plaatse. Daarnaast is er een regionale wachtcommandant, die in afwachting van te waarschuwen operationeel leidinggevenden, onder wie de CvD, een operationeel leidinggevende taak heeft in de eerstelijns politiezorg bij aansturing van meldingen met hoge prioriteit. Deze commandant bewaakt de waarschuwings- en alarmeringsprocedures; hij/zij beslist over spoedeisende oproepen en inzetten van extra medewerkers, informeert interne en externe functionarissen en instanties en coördineert de hulpverleningsprocessen van de verschillende disciplines in de meldkamer. In alle districten is de CvD eerste aanspreekpunt voor de basiseenheden en voor externen en wordt hij/zij in de werkzaamheden onder meer ondersteund door werkvoorbereiders. Tijdens de dagelijkse dagdienst verzorgt de CvD overdag onder meer de (de)briefing van personeel, geeft onderzoeken uit, gaat ter plaatse bij calamiteiten, verricht HovJ-taken en bereidt volgende diensten voor. Buiten kantooruren is de CvD belast met de algemene operationele leiding in het district en neemt de operationele leiding van de wijkchefs waar. In de hoedanigheid van die functie wordt hij/zij onder andere geïnformeerd over gevallen van vuurwapengebruik, geweldgebruik door een medewerker met letselgevolg, ernstige
40
ordeverstoringen (wegblokkades e.d.), inzet ME en AT, incidenten met politieke of bestuurlijke uitstraling, HovJ-zaken en incidenten van justitiële aard met specifieke aspecten (ontvoeringen, gijzelingen). Indien noodzakelijk wordt ter plaatse gegaan en een leidinggevende aangewezen. De CvD informeert zonodig de Districtchef van piket. De betreffende wijkchef wordt door de CvD in kennis gesteld van incidenten binnen diens gebied; in voorkomende gevallen kan de CvD uit hoofde van de verantwoordelijkheid van de wijkchef de korpsleiding, de burgemeester of de Officier van Justitie waarschuwen. De CvD kan buiten kantooruren tot 23.00 uur ook belast worden met een HovJ-dienst. Voor de uitvoering van de taak beschikt de CvD over een eigen voertuig en over de bijbehorende verbindingsmiddelen en bewapening. O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
De functie van CvD wordt uitgevoerd door plaatsvervangend districtschefs, (plaatsvervangend) wijkchefs, de Chef Recherche, de Chef Bestuurlijke Politie en de Chef Bedrijfsbureau. Per district is voorzien in een bereikbaarheidsregeling. Het korps heeft tussen de 40 en 50 CvD’s, die per periode tussen de 3 en 5 diensten draaien. In de avonduren en weekenduren is er een leidinggevende van een districtelijke eenheid in dienst of tenminste bereikbaar en inzetbaar als CvD. Uitzondering betreft de nachtelijke uren, dan is er een Chef van Piket. Feitelijk doet de CvD dienst in zijn district; hij/zij moet te allen tijde bereikbaar en beschikbaar zijn. De regionaal wachtcommandant is ondergeschikt aan de chef van dienst. Tijdens kantooruren is de CvD ook functioneel aanspreekbaar voor rechercheonderdelen en vreemdelingenzorg. In de regeling incident- en crisismanagement heeft het korps vastgelegd dat bij opschaling en multidisciplinair optreden in eerste instantie de districtchef wordt geïnformeerd. Afhankelijk van de situatie wordt dan een CTPI, Operationeel Team en/of een beleidsteam opgeroepen. Er wordt aan de korpschef en het bestuur gerapporteerd. De dienstoverdracht van de CvD vindt persoonlijk of telefonisch plaats en wordt soms ondersteund door een document of mutatie in BPS. FUNCTIE-ASPECTEN
Executieve functionarissen in schaal 9 en hoger worden ingezet als CvD. Zij voldoen aan de opleidingseisen voor teamchef en chef basiseenheid. De CvD’s voldoen nog niet aan de opleidingseisen conform de aanbevelingen in het Referentiekader CCB 2002. Het korps heeft een multidisciplinair oefenprogramma. ONTWIKKELINGEN
De OvD-regeling wordt in geval van niet routinematige werkzaamheden nagenoeg altijd geëvalueerd.
41
KO R P S B E E L D I J S S E L L A N D O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• 2004, Regeling Officier van Dienst Politie (OvD-P) IJsselland; • 2004, Korpsinstructie Officier van Dienst Politie (OvD-P). H U I D I G E S I T U AT I E
Het korps kent sinds medio 2004 de Regeling Officier van Dienst Politie IJsselland, die door de korpsleiding is vastgesteld. De regeling is in belangrijke mate gebaseerd op het Referentiekader CCB 2002, waarbij het accent van de functie ligt bij het optreden in grootschalige voorziene en onvoorziene gebeurtenissen. Op grond van interne regelingen (hulpofficier van Justitie) en instructies (Plaats Delict Management) zijn de verhoudingen tussen de taken en verantwoordelijkheden van de OvD-P en die van de HovJ respectievelijk de beheerder/leider plaats delict functioneel gescheiden. Als incidenten wel coördinatie vereisen, maar geen inzet van de OvD-P, dan wordt dat door de HovJ of door de operationele leiding van het team opgepakt. Bij grootschalige, multidisciplinaire incidenten wijzen de uitvoerende politiemedewerkers die als eerste ter plaatse komen een coördinator aan. Dit gebeurt op basis van vakbekwaamheid. Hij/zij wordt daarbij ondersteund door de HovJ en is verantwoordelijk voor de afstemming van de politiemaatregelen met de andere hulpdiensten in afwachting van de komst van de OvD-P. De functie van calamiteitencoördinator zoals genoemd in de korpsinstructie OvD-P, blijft onder de huidige situatie van het bureau CCB nog in stand. Het korps heeft een door de korpsleiding vastgestelde regeling PD- en CTPI-management. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De OvD-P is verantwoordelijk voor het nemen van de eerste politiemaatregelen bij onvoorziene grootschalige gebeurtenissen, die een multidisciplinaire aanpak vergen. Hij/zij treedt op binnen het multidisciplinaire Commando Plaats Incident en is verantwoordelijk voor de afstemming van de maatregelen met de andere hulpverleningsdiensten ter plaatse en voor de opschaling van de politie. De opschaling betreft uitbreiding van maatregelen in de uitvoering (horizontaal) als uitbreiding van leiding/commando (verticaal). De OvD-P heeft verder een informatieve en adviserende rol naar de beslissingsbevoegden. Inzet van de OvD-P vindt plaats op afroep, waarbij de criteria voor inzet uit de Korpsinstructie OvD-P bepalend zijn. Het betreft incidenten met betrekking tot bommeldingen, ernstige branden, levensdelicten, ernstige verstoring van de openbare orde, ontvoering/gijzeling, bezettingen en andere politiek gevoelige gebeurtenissen, ernstige/grootschalige verkeersongevallen en overigens alle situaties waarbij de meldkamercentralist vermoedt dat waarschuwing van de OvD-P zinvol kan zijn. De OvD-P neemt ter plaatse de verantwoordelijkheid voor het optreden over van degene die als coördinator de eerste maatregelen heeft getroffen.
42
De OvD-P heeft de beschikking over protocollen van incidenten, waarbij hij/zij ingezet wordt; deze zijn beschikbaar op het Regionale Meld- en Infocentrum. De OvD-P doet dienst in uniform en beschikt over communicatieapparatuur (gsm, portofoon en mobilofoon), een opvallend dienstvoertuig en een OvD-vest. O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
De functie van OvD-P is een neventaak en wordt uit hoofde van hun functie en reguliere takenpakket uitgevoerd door teamchefs BPZ en taakveldchefs. Ook andere executieve medewerkers (vanaf schaal 9) kunnen met de functie belast worden voorzover deze dat toelaat en zij binnen de gestelde termijn (binnen 30 minuten na de melding) op de plaats van het incident kunnen zijn. De OvD-P heeft een piketdienst die een week lang duurt. Men is gedurende die periode 24 per dag bereikbaar en beschikbaar. De regio is daartoe in tweeën gedeeld (Districten Noord en Midden respectievelijk District Zuid) met voor ieder gebied een OvD-P. Het korps beschikt over 12 OvD-P’s (juni 2006; uitbreiding tot 15). De OvD-P treedt op binnen het multidisciplinaire CTPI (GRIP 1) en bij verdere opschaling in het CORT (GRIP 2). In opdracht en op aanwijzing van de OvD-P kan het Meld- en Informatiecentrum de te nemen maatregelen coördineren. De functie van OvD-P is gescheiden van die van de HOvJ (75 executieve politiefunctionarissen in schaal 9 en hoger). Er is vooralsnog geen koppeling van beide functies, omdat het grotere aantal functionarissen een te lage frequentie van inzet zou kunnen betekenen (afbreukrisico). Het aantal inzetten per jaar wordt geraamd op 30. Het korps heeft voor de rechercheonderdelen en vreemdelingenzorg een aparte functionaris in dienst. In de Korpsinstructie Plaats Delict Management is voorzien in PD-management, waardoor deze taak niet in de OvD-P regeling is opgenomen; PDM is wel ingebed in het CTPI en CORT. Na afloop van een optreden als OvD-P worden inzetten e.d. op verzoek van één of meerdere betrokken partijen geëvalueerd. Rapportage en verantwoording voor de dienstuitvoering van de OvD-P vindt plaats in de lijn. Informatie- en dienstoverdracht vindt indien nodig telefonisch, per mail of mondeling plaats. FUNCTIE-ASPECTEN
De OvD-P’s zijn executieve functionarissen in schaal 9 of hoger, die in het bezit zijn van het certificaat Basisopleiding crisisbeheersing en rampenbestrijding en HovJ. Hij/zij moet tevens voldoen aan de inzetlimiet (binnen 30 minuten na een melding van een incident ter plaatse zijn). De OvD-P moet op de hoogte zijn van de GRIP-procedures en van de verantwoordelijkheden van de politie in multidisciplinair samenwerkingsverband. Een twaalftal OvD-P’s is door het volgen van de Leergang Operationeel Leidinggevende van de Politieacademie gecertificeerd op basis van de OvD-module. Het overgrote deel van de OvD-P’s voldoet aan de opleidingseisen zoals gesteld in het Referentiekader CCB. Er wordt minimaal twee keer per jaar multidisciplinair geoefend met de andere hulpdiensten.
43
ONTWIKKELINGEN
Binnen het korps oriënteert men zich op een andere opzet van de OvD-P. Er is een voorstel om de vigerende regelingen van de OvD-P respectievelijk de HovJ meer op elkaar af te stemmen. Het is de bedoeling dat de huidige regeling wordt geëvalueerd.
44
KO R P S B E E L D T W E N T E O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• 2006, IGP Sturing Officier van Dienst; • 2002, Regeling chef van dienst politie Twente 2002. H U I D I G E S I T U AT I E
Het korps bevindt zich in een overgangssituatie waarbij de verschillende wijze waarop de huidige functie van Chef van Dienst binnen de districten wordt uitgevoerd, herzien wordt. Er is een basis gelegd voor een eenduidige regionale beschrijving van taken en bevoegdheden van de Officier van Dienst. Het Referentiekader CCB 2002 geldt daarbij als uitgangspunt. Een optie voor structurele interregionale samenwerking is vanwege de aard van de direct sturende taak van de OvD in relatie tot een toenemende gebiedsgrootte niet nader uitgewerkt. De implementatie van de nieuwe regeling is voorzien in de tweede helft van 2006. Aan de regeling ligt onder meer ten grondslag de invoering van Informatiegestuurde Politie, waarbij de senior van dienst verantwoordelijk is voor de aansturing binnen het bureau en de OvD voor de sturende rol buiten het bureau. Op deze wijze worden de taken van de teamchefs ontlast en komt meer tijd beschikbaar om als OvD ingezet te worden voor sturing op de werkprocessen op straat. In het korpsbeeld ligt het accent op de nieuwe situatie. De districtschef Noordwest Twente is procesverantwoordelijk voor de regeling van de functie van OvD. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De OvD stuurt op alle werkprocessen in het district. Dit sluit aan op de huidige regeling waarin de CvD verantwoordelijk is voor de aansturing van de dienst op intake en afhandeling gerelateerde processen en de kwaliteit van het opsporingsproces. De taak van de OvD ligt bij incidenten die uitstijgen boven het niveau van gemiddeld politiewerk en waarbij coördinatie van taken noodzakelijk is. Inzetcriteria zijn onder meer ernstige openbare orde verstoringen, levensdelicten, (middel)grote branden, bommeldingen, ontvoeringen en gijzelingen, ernstige verkeersongevallen en politiek gevoelige incidenten met openbare orde aspecten. De OvD gaat naar de plaats van het incident en neemt daar de leiding. Hij/zij zorgt voor (de)briefing bij incidenten, inschakeling van het Bedrijfsopvangteam (BOT; verantwoordelijkheid voor het welzijn van het personeel), een kwaliteitscontrole op processen-verbaal, het opmaken van geweldsrapportages en het opnemen van aanrijdingen met dienstvoertuigen. Bij grootschalige multidisciplinaire gebeurtenissen is hij/zij verantwoordelijk voor de inzet, neemt plaats in het CTPI en handelt conform de GRIP-regeling. De OvD fungeert tevens als HovJ. Via intranet kunnen instructies en protocollen voor de taakuitvoering geraadpleegd worden. Tevens beschikt de OvD over een eigen voertuig. Dit voertuig is voorzien van een navigatiesysteem en van de benodigde uitrusting.
45
O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
De functie van OvD wordt uitgevoerd door de operationeel leidinggevenden, die dienst doen als afdelings- of teamchef binnen de BPZ of bijzondere (regionale of districtelijke) afdelingen. Daarnaast kan de functie uitgevoerd worden door Teamchefs in opleiding en Afdelingschefs in opleiding. Het korps beschikt over ongeveer 80 OvD’en die per periode gemiddeld 2 à 3 keer dienst doen. In principe doen de OvD’en dienst in het eigen district. Er is sprake van een 24-uurs bezetting. Gedurende de nachtdiensten van zondag t/m donderdag wordt er door twee districten een gecombineerde OvD-dienst gedraaid. Het derde district heeft ook dan een eigen OvD. Dit houdt verband met de grootte van het totale regiogebied. Tijdens de vrijdag- en zaterdagnacht is er in ieder district een OvD. De bereikbaarheidseis van 30 minuten is niet aan de orde, omdat er voortdurend een OvD bereikbaar en beschikbaar is. De OvD staat in nauw contact met de meldkamer en wordt door de meldkamer op de hoogte gehouden van belangrijke incidenten. Tevens kan de Officier van Dienst ingrijpen op een incident, b.v. het laten stoppen van een achtervolging vanwege het risico. Elke dienst wordt formeel overgedragen aan de opvolgende OvD, waarbij minimaal sprake is van telefonisch contact. Belangrijke zaken worden overgedragen door middel van een overdrachtsformulier. FUNCTIEASPECTEN
De OvD-functie is gekoppeld aan het schaalniveau 9 en hoger. Om voor de functie in aanmerking te komen moet voldaan zijn aan een aantal voorwaarden, te weten IBT-gecertificeerd (inclusief het dienstvuurwapen), in het bezit van het certificaat HovJ en CTPI-geoefend. Alle OvD’en voldoen aan de opleidingseisen overeenkomstig het Referentiekader CCB 2002. De fungerende OvD’en doen jaarlijks mee aan multidisciplinaire rampenoefeningen en oefeningen CTPI. ONTWIKKELINGEN
Bij de ontwikkeling van de nieuwe regeling van de OvD is gekeken naar overeenkomstige regelingen/ontwikkelingen in de naburige regiokorpsen IJsselland en Noord- en Oost-Gelderland. In de nieuwe regeling is een jaar na invoering een evaluatie voorzien.
46
K O R P S B E E L D N O O R D - E N O O S T- G E L D E R L A N D O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• 2006, Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure (GRIP), opschaling van de coördinatie bij calamiteiten in de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland; • 2005, Alarmeringsschema Staf GBO • 2004, notitie Officier van Dienst/Hulpofficier van Justitie. H U I D I G E S I T U AT I E
De huidige regeling met betrekking tot de Officier van Dienst (OvD) is als werkwijze in 2004 ingevoerd. De kaders voor de regeling liggen in een aantal beleidsdocumenten zoals Koers 2007, de audit van het korps uit 2002 (onderwerp leiderschap) en het Referentiekader CCB 2002. Uitgangspunt is de eis van continue sturing van het operationele proces binnen de districten. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het instituut OvD en HovJ ligt bij één van de districtschefs. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De OvD geeft sturing aan de dagelijkse taakuitvoering bij elk incident dat uitstijgt boven het niveau van het gemiddelde politiewerk en waarbij coördinatie van taken noodzakelijk is. Inzetcriteria zijn onder meer prioriteit-1 meldingen, inzet van meer dan vier eenheden, gevallen van niet-natuurlijke dood, kapitale delicten met groot juridisch belang om ter plaatse op te treden en in gevallen waarin de regelgeving van andere hulpdiensten de aanwezigheid van de OvD vordert. Hij/zij neemt ter plaatse de leiding, neemt beslissingen over inzet van eenheden en initieert conform regionale richtlijnen vervolgmaatregelen, waaronder opschaling volgens de GRIP-regeling en de procedure SGBO, bij de districtsleiding of leiding van de regio. De OvD zorgt voor PD-management en is bij multidisciplinaire incidenten de gesprekspartner van de andere hulpdiensten. Hij/zij treft ook maatregelen ter afschaling. De functie van OvD wordt gecombineerd met die van HovJ, waarbij in geval van samenloop van werkzaamheden die van de OvD prevaleren. De OvD beschikt over verbindingsmiddelen om op de hoogte te blijven van de incidentafhandeling binnen het werkgebied. Voor de uitvoering van de taak maakt de OvD gebruik van één van de noodhulpvoertuigen. O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
De functie van OvD wordt als neventaak uitgevoerd door de teamchefs/groepschefs van de operationele teams en van de recherche. Er zijn 79 fungerende OvD’en (formatie 2005), die per periode gemiddeld 4 diensten draaien. Voor de uitvoering van de OvD-diensten vormen de 4 districten twee aan twee een cluster. Er is sprake van een 24-uurs bezetting, waarbij afhankelijk van dag en tijdstippen per cluster één of twee OvD’en in dienst zijn. Tijdens dagdiensten voorzien
47
de teams binnen de districten in principe in de eigen aansturing, maar er zijn per cluster wel twee OvD’en op afroep beschikbaar. Op basis van het incidentenpatroon is in het weekend op aangewezen tijdstippen een extra HovJ ingeroosterd. De Regionale Meldkamer stuurt in voorkomende gevallen op aanwijzing van de OvD de inzet van eenheden aan. De OvD neemt als vertegenwoordiger van de politie plaats in het COPI respectievelijk het CORT. Bij langdurige kwesties kan een extra OvD in dienst geroepen worden om die plaats in te nemen, zodat eerstbedoelde OvD zijn taak in het cluster weer kan oppakken. Informatie en dienstoverdracht vinden mondeling plaats en via een overdrachtsformulier. De bereikbaarheidseis uit het Referentiekader CCB 2002 wordt niet gehanteerd. FUNCTIEASPECTEN
De OvD-functie wordt uitgevoerd door executieve politiefunctionarissen in schaal 9 en hoger. Functie-eisen zijn verder: operationeel leidinggevende team- of groepschef van een operationeel team of van de recherche of recente ervaring als zodanig (minder dan 4 jaar geleden), IBT-certificering (inclusief dienstvuurwapen), het HovJ-certificaat (of in opleiding), OvD-opgeleid en competent (conform door de Korpschef vastgestelde eisen). Alle OvD’en zijn gecertificeerd HovJ en hebben de basisopleiding PD-management gevolgd; zij voldoen aan de opleidingseisen conform het Referentiekader CCB 2002. De fungerende OvD’en oefenen incidenteel met andere hulpdiensten. ONTWIKKELINGEN
Voor de overdracht van de dienst is een tijdelijk systeem in gebruik. Er wordt een nieuw systeem ontwikkeld, dat een half jaar na invoering geëvalueerd zal worden.
48
KO R P S B E E L D G E L D E R L A N D - M I D D E N O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• • • •
2006, Alarmering- en opschalingslijn; 2006, competentieprofiel operationeel leidinggevende politiezorg; 2006, competentieprofiel, tactisch leidinggevende politiezorg; 2005, Paraatheidsregeling ‘Bundeling van krachten’. H U I D I G E S I T U AT I E
Het korps heeft in de Paraatheidsregeling het kader neergelegd voor de alarmering en opschaling in bijzondere situaties binnen de regio en voor een grotere operationele betrokkenheid op strategisch niveau. De functie van de OvD-P wordt hierin beschreven naast die van taken en bevoegdheden van de eerst aanwezige surveillance-eenheid, van het beleidspiket en van de korpsleiding. De Regeling heeft het karakter van groeimodel en dient op onderdelen, waaronder de OvD-P, nog nader uitgewerkt te worden. Besturing van dit groeiproces vindt plaats vanuit het projectbureau. Na afronding van het document ligt het beheer bij het bureau CCB (2007). Aan de inzet van de OvD-P gaat een traject binnen de BPZ vooraf, waarin door de eerste surveillance-eenheid aan de hand van een checklist stappen worden genomen ter voorbereiding op de komst van de OvD-P. De betreffende surveillance-eenheid die fungeert als de Leider ter plaatse incident (LTPI) is in principe die aanwezige eenheid, die qua ervaring daartoe het meest geschikt is. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De OvD-P geeft in voorkomende gevallen leiding aan het politiepersoneel op het plaats incident of de plaats delict en wijst een logger en locatie- en taakcommandanten aan. Hij/zij doet in uniform dienst en coördineert en regisseert de politiewerkzaamheden en beslist over inzet en prioritering van taken en processen. De OvD-P vormt zich daartoe een beeld van de situatie en informeert, zorgt voor (de)briefing en rapporteert zowel de CMG, het dienstdoende personeel op straat als – eventueel – het beleidspiket. In geval van multidisciplinaire operationele afstemming vertegenwoordigt de OvD-P de politie binnen het COPI en de rampenbestrijding. Na afloop van het optreden zorgt hij/zij voor een evaluatie met de taak- en locatiecommandanten. Inzetcriteria zijn onder meer bommeldingen, levensdelicten, ernstige ordeverstoringen en verkeersongevallen, ongevallen met collega’s, media- en politiek gevoelige incidenten en inzet van bijzondere eenheden (ME, AT, SGBO). Tijdens bureau-uren regelen recherche en vreemdelingendienst zelf de OvD/HovJ-diensten, daarbuiten wordt de functie door de regionale OvD-P vervuld. De OvD-P heeft voor de taakuitvoering de beschikking over diverse protocollen, die via intranet toegankelijk zijn, onder andere het protocol verdachte objecten, optreden bij treinincident en checklist gijzeling. Voorts is er een speciaal ingericht opvallend politievoertuig met navigatiesysteem en groene lamp. De OvD-P’s hebben een
49
persoonlijk wapen en zijn voorzien van groene hesjes. O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
De functie wordt uitgeoefend door alle executieve medewerkers vanaf schaal 9. Het betreft de groepschefs in alle onderdelen (uniformdienst, recherche, verkeer enz.), beleidsmedewerkers, plv Districtschefs, projectleiders en unithoofden. Uitzondering betreft de Districtschefs, de programmamanagers en de functies die raakvlakken hebben met de CIE/RID. Het korps heeft ongeveer 60 fungerende OvD-P’s (juni 2006), die volgens rooster 2 á 3 diensten per maand draaien. Er is sprake van een 24-uurs bezetting. De districten zijn verantwoordelijk voor de aanwezigheid van een OvD-P van 07.00 – 23.00 uur; gedurende die periode zijn er drie OvD-P’s in dienst. ‘s Nachts is er één regionale OvD-P, met uitzondering van vrijdag en zaterdag. Gedurende die nachten zijn er twee OvD-P’s in dienst. Bij aanvang van de dienst melden de OvD-P’s zich bij de meldkamer. Zij hebben zowel mondeling als fysiek contact met de meldkamer. De dienstdoende OvD-P’s zijn zowel telefonisch als per portofoon bereikbaar en dus per direct beschikbaar (een 30-minuten eis is om die reden niet gesteld). De inzet van de OvD-P wordt in BPS gerapporteerd; afhankelijk van het incident wordt de verantwoordelijke chef geïnformeerd met betrekking tot de afhandeling van het incident. Bij wisseling van de dienst vindt de informatieoverdracht indien mogelijk mondeling plaats; doorgaans telefonisch, eventuele bijzonderheden per mail of in BPS. FUNCTIEASPECTEN
Voor de functie van OvD-P moet aan een aantal eisen worden voldaan. Het gaat om executieve politiefunctionarissen (vanaf schaal 9) die operationeel leidinggevende zijn of daarin recente ervaring hebben (minder dan drie jaar geleden). Alle fungerende OvD-P’s zijn in het bezit van het certificaat HovJ en het IBT-certificaat (inclusief de vuurwapenbevoegdheid). Voor de competenties van de OvD-P is aansluiting gezocht bij de vastgestelde competenties van de operationeel en tactisch leidinggevenden politiezorg, waaronder besluitvaardigheid, stressbestendig, procesmatig werken en handelen en samenwerkingsvermogen. De fungerende OvD-P’s voldoen verder aan de mono- en multidisciplinaire opleiding OvD-P; zij hebben de opleiding PD/PI management gevolgd en bijna allemaal de opleiding OCR. Er zijn multidisciplinair oefeningen (virtueel; 44 trainingsmomenten per jaar), COPI-oefeningen en brandweer pelotonsoefendagen (8 keer per jaar). De individuele OvD-P volgt 4 keer per jaar de IBT, traint virtueel en in COPI-verband (multidisciplinair; beide 1 keer per jaar) en volgt 3 keer per jaar een themaochtend. ONTWIKKELINGEN
Alle OvD’en beschikken inmiddels over checklisten aan de hand waarvan hij/zij in het kader van de operationele aansturing kan bepalen wie er bij een voorkomend incident
50
ingelicht en betrokken dient te worden. Deze checklisten zijn uitgereikt op de OVD-P themaochtend van 20 september 2006. Wijzigingen, aanvullingen en verbeteringen zijn daarna via Intranet beschikbaar. De nieuwe regeling wordt in 2007 geëvalueerd.
51
KO R P S B E E L D G E L D E R L A N D - Z U I D O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• 2006, emailbericht met informatie over Officier van Dienst; • 2004, Evaluatie Hulpofficier van Justitie/Officier van Dienst; • 2003, Nota aanbevelingen instituut Hulpofficier van Justitie. H U I D I G E S I T U AT I E
Het korps kent een regionale regeling HovJ/OvD, waarin de operationele aansturing en de HovJ-regeling gewaarborgd is. De regeling is de afgelopen jaren herschreven, geactualiseerd, geëvalueerd en vastgesteld door de Korpsleiding. De functies van OvD en Hulpofficier van Justitie worden gecombineerd uitgeoefend. Het Hoofd van de afdeling Managementondersteuning van de Korpsstaf is verantwoordelijk voor het actueel houden en de evaluatie van deze documenten. Het korps beschikt over een regeling PD-management. Deze is ABRIO-proof opgesteld. Met betrekking tot CTPI management worden er multidisciplinaire oefeningen gehouden conform het Referentiekader CCB2002. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De functie van de OvD in het korps is niet specifiek beschreven. Hij hangt sterk samen met de taken van de HovJ. De OvD is functioneel werkzaam op de gebieden handhaving, toezicht en opsporing. Hij/zij is in principe voor alle onderdelen aangewezen, maar in de praktijk is bij bijzondere acties de operationele leiding veelal in handen van leidinggevenden van de betreffende onderdelen (recherche). Het vreemdelingenpiket is wel afzonderlijk geregeld. Uit de evaluaties blijkt dat de invulling van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de OvD door het ontbreken van een uniform kader voor de fungerende OvD’en ondoorzichtig is en op verschillende wijzen wordt uitgevoerd, b.v. nadruk op HovJ-taken die zich vooral binnen het bureau afspelen en minder aandacht voor aansturing op straat. Er is een centraal informatiepunt ten behoeve van de HovJ-taken (Infobox HovJ op intranet). Een specifieke informatiebehoefte van OvD’en met bijvoorbeeld recente aandachtspunten of protocollen voor bepaald soort optreden komt vooral van degenen die niet in de directe uitvoering werken. In het kader hiervan organiseert het bureau CCB vier maal per jaar een bijeenkomst voor OvD’en. De Korpschef verstuurt de uitnodigingen. OvD’en die niet kunnen dienen zich bij de Korpschef af te melden. Deze bijeenkomst is voor OvD’en, door OvD’en. Tijdens deze bijeenkomsten organiseren OvD’en workshops over zaken, processen en dilemma’s die zij in de praktijk zijn tegengekomen. Dit alles heeft als doel om van elkaar te leren en bepaalde zaken gemeenschappelijk te behandelen en aan te pakken. Er zijn permanent twee OvD’en/HovJ’s in dienst, waarmee in principe de 30-minuten grens wordt geborgd. Indien nodig wordt gerapporteerd in BPS. Er is geen afzonderlijk systeem om verantwoording af te leggen. Uren worden verantwoord in PCS.
52
De dienstoverdracht vindt plaats in persoon of telefonisch. Het vervoer moet zelf geregeld worden; er is geen aparte uitrusting voor het werk als OvD op het gebied van verbindingen, beschermende uitrusting e.d.. O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
De OvD’en werken in verschillende dienstverbanden. Op werkdagen van 07.00 -23.00 uur zijn de districten zelf verantwoordelijk voor de invulling van de diensten. Nachtdiensten en weekenddiensten worden mede uitgevoerd door medewerkers van de Korpsstaf en de Divisie Centrale Operationele Zaken. Er zijn steeds twee OvD’en in dienst, verdeeld over de regio. Het korps beschikt over ongeveer 80 OvD’en (juni 2006). Op reguliere werkdagen wordt overdag dienst gedaan naast de gewone werkzaamheden, waardoor nog wel eens inbreuk wordt gedaan op de bereikbaarheid (vergaderingen, functioneringsgesprekken e.d.). FUNCTIEASPECTEN
Alle leidinggevende inspecteurs en hoofdinspecteurs met een HovJ-certificaat draaien mee in het OvD-dienstrooster. Behoudens dit certificaat zijn er geen expliciete aanstellingseisen benoemd. Competentieprofielen zijn beschreven voor inspecteurs en leidinggevenden, maar niet specifiek voor de functie van OvD. Uit een enquête onder fungerende OvD’en (2004) blijkt dat zij gemiddeld 9,6 jaar ervaring hebben met de functie van HovJ/OvD. Qua opleiding en bijscholing zijn er wel verplichtingen. Dit geldt zowel voor de cursus Crisisbeheersing en rampenbestrijding, PD-management als voor de IBT-vaardigheden. Het Korps verplicht leidinggevenden de cursus OCR te volgen. Het bureau CCB ziet er wel op toe dat dit gebeurt. Over een verplichtingend karakter van dit laatste zijn de meningen verdeeld. Er werden ook zonder bewapening OvD-diensten uitgevoerd. Dit is inmiddels niet meer het geval. De nota uit 2003 spreekt al van een verplichting van de IBT vaardigheden. Alle medewerkers in het korps hebben de basisopleiding PD-management gevolgd. Op multidisciplinair gebied vinden drie- tot viermaal per jaar oefeningen plaats, maar deelname is nog niet voorgeschreven. Plaatselijk wordt soms meegedaan met een oefening van de brandweer. De rol van de OvD in CTPI- of CORT-verband blijft daarmee onderbelicht. ONTWIKKELINGEN
In evaluaties, aanbevelingen van werkgroepen en nota’s aan de korpsleiding worden diverse voorstellen gedaan om de functie van OvD binnen het korps te professionaliseren.
53
KO R P S B E E L D U T R E CH T O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• 2004, Handboek Officier van Dienst. H U I D I G E S I T U AT I E
Het korps heeft de functie van de OvD-P gemarkeerd in het licht van het Referentiekader CCB. De functie is in opleidingstermen uitgebreid uitgekristalliseerd in een trainingsmap ‘Officier van Dienst Politie’, maar wordt binnen het korps nog niet uniform gepraktiseerd. Zo is er tussen de districten nog verschil tussen de functie van OvD-P in relatie tot die van Hulpofficier van Justitie (die alleen diensten binnen het bureau verricht versus buitendienst in combinatie met de OvD-P-functie). De OvD-P verricht zijn taken in het perspectief van een Regionale Opschaling Methodiek Politie, waarin naast zijn/haar 24-uurs aanwezigheid piketregelingen op districts- en korpsniveau geregeld zijn. Eén van de Commissarissen in het korps is aangewezen als portefeuillehouder voor de OvD-P regeling. Een korpsregeling met de betrekking tot de OvD-P is in voorbereiding bij het bureau CCB. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De functie van OvD-P wordt uitgevoerd als neventaak. De functie is nadrukkelijk procesgeoriënteerd, dat wil zeggen dat de OvD-P bij inzet toeziet op het naleven/volgen van die processen die voor het betreffende incident van toepassing/belang zijn. In dat kader blijft hij/zij ‘op afstand’ en stapt zelf niet in het incident. Afhankelijk van de aard van het incident worden daartoe taakcommandanten ingeschakeld, bijvoorbeeld van de recherche (proces strafrechtelijk onderzoek) of verkeer (proces verkeerscirculatie). De OvD-P heeft daarbij een aansturingfunctie naast coördinatie en commandovoering. De werkzaamheden liggen op het terrein van zowel de openbare orde als de opsporing. In acute situaties met een GRIP-1 indicatie liggen er taken op sturingsniveau en in geval van GRIP-2 en -3 heeft de OvD-P beslissingsbevoegdheden tot opschaling. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de OvD-P zijn beschreven in een rolprofiel. Hij/zij is verantwoordelijk voor het nemen van de eerste politiemaatregelen bij een grootschalig of bijzonder optreden, is leider van het plaats incident en is verantwoordelijk voor de afstemming van de politiemaatregelen binnen een multidisciplinaire inzet in CTPI- en CORT-verband. Een en ander is gekoppeld aan de GRIP-procedures en de politieprocessen, die zijn ontleend aan de Leidraad organisatie structuur opschaling en het Handboek Rampenbestrijding. Er is nog geen duidelijke afbakening voor welke incidenten de OvD-P ingezet wordt. De inzet is vooralsnog in belangrijke mate gekoppeld aan de perceptie van de dienstdoende functionaris, omdat er nog geen criteria zijn vastgelegd. Men volgt zelf de meldingen en handelt daarbij ‘naar bevind van zaken’ (dit is ook een onderdeel van de interne opleiding). Voor een aantal onderwerpen zijn protocollen beschikbaar, zoals voor het aantreffen
54
van antrax, bommeldingen, de ontmanteling van hennepkwekerijen en de inzet van arrestatieteams. De OvD-P beschikt over een opvallende auto(bus) met voorzieningen voor besprekingen/overleg, verbindingen, kaartmateriaal, beveiligingsuitrusting enz.. O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
De OvD-functie wordt feitelijk uitgevoerd door de HovJ’s die tevens het certificaat van de Utrechtse praktijkopleiding OvD-P hebben behaald. De diensten worden gedraaid vanuit het eigen bureau, waarbij men oproepbaar is. De opzet van de regeling is een 24-uurs-bezetting met een 3 x 8-uurs dienstverband. Er is geen uniform model voor de regio. De regio is vooralsnog in tweeën gedeeld: Oost met 30 OvD-P’s en West met 45 OvD-P’s. Met een feitelijke bezetting van 45 OvD-P’s (juni 2006) is nog geen 100% dekking in beide gebieden. In situaties waar nog geen volledige dekking is van het 24-uurs dienstrooster wordt de functie door OvD-P’s uit andere districten binnen de regio overgenomen. Naast de OvD-P heeft ieder district een HovJ in dienst (meestal de Chef van Dienst). In de avond- en nachtelijke uren is er per twee districten een HovJ; meerderen van hen zijn ook weer OvD-P. De CvD zoals Chefs noodhulp, wijkchefs e.d. draaien meer diensten dan de districtschefs en hun vervangers. Districtschefs ongeveer 1 á 2 per periode en de anderen tussen de 4 en 8 per periode. De OvD-P is gesprekspartner voor de andere hulpverleningsdiensten en vertegenwoordigt de politie binnen de CTPI. In geval van opschaling naar een Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden voert de OvD-P zijn taken uit onder aansturing van de Chef Operatiën. De OvD-P staat in nauw contact met de meldkamer en stuurt deze medewerkers bij incidenten ook aan. Zij hebben de opleiding in Engeland en Zweden meegedraaid als ondersteuner en kennen de rol van de OvD-P. Het korps heeft nog geen overall beeld van de feitelijke inzet, mede omdat alleen gerapporteerd wordt aan de lijnverantwoordelijken van de districten. Er is een bereikbaarheidseis van 30 minuten, conform het Referentiekader CCB2002. De districten die samenwerken, hebben afspraken gemaakt over de rapportage, verantwoording en de overdracht van werkzaamheden. Deze afspraken zijn deels vastgelegd. De stad Utrecht kent de HovJ ‘buiten het bureau’. Dit is een functie in het primaire proces, die uitgevoerd moet worden door een gecertificeerde OvD-P. De gelijktijdig dienst doende HovJ binnen het bureau heeft alleen het HovJ certificaat nodig. FUNCTIEASPECTEN
Aanstellingscriteria voor de OvD-P zijn een executieve status, 3 jaar leidinggevende ervaring in het primaire proces, het certificaat van HovJ en men mag niet langer dan 5 jaar uit de operationele dienst zijn geweest. De functie van OvD wordt uitgevoerd door functionarissen vanaf de rang van inspecteur. Het korps had een eigen mono- en multidisciplinaire opleiding met een theoretisch
55
deel, maar die is sinds 1 januari 2006 door de Politie Academie overgenomen. De praktijktraining werd gevolgd in een opleidingscentrum in Engeland of Zweden en vond gezamenlijk plaats met Brandweer, GHOR en soms ook met de ambtenaar rampenbestrijding van de gemeente. Een belangrijk onderdeel van de selectie betreft de beoordeling op beeld-, oordeels- en besluitvorming (onder meer het directief leidinggeven, ook aan de Meldkamer). Het korps heeft een rolprofiel opgesteld, waarin taken, competenties, vaardigheden, kennis- en functie-eisen zijn geformuleerd. Training en oefening met een VR-(virtual reality)systeem vinden plaats met de Brandweer en de GHOR, waarbij jaarlijks ruimte is voor ongeveer 40 OvD’en. Een knelpunt ligt hier bij de GHOR vanwege het geringe aantal OvD’en. Het korps heeft geen kerninstructeurs meer. De Utrechtse kerninstructeurs worden nog wel ingehuurd door de Politieacademie. Het slagingspercentage voor de opleiding tot OvD-P (Utrechts model) ligt rond de 60% (2006). ONTWIKKELINGEN
• • • • • • •
De functie van OvD-P wordt door het bureau CCB periodiek geëvalueerd. De functie is nog niet volledig uitgekristallisseerd. Bureau CCB komt in december 2006 met een voorstel om te komen tot een 24 uurs dekking en positionering van de OvdP in Utrecht. In het voorstel komen onder andere de volgende punten aan de orde: kleine groep OvD-P’s (30 of 50) levert meer kwaliteit; betere afstemming roosters van de districten; de voor en nadelen van beide punten; wie worden opgeleiden tot OvD-P: DC’s, Chefs Noodhulp, Wijkchefs? hoe worden onderhoudstrainingen georganiseerd; registratie van de OvD-P; kosten – baten. De OvD-P blijft in Utrecht in ontwikkeling. Binnen het korps heeft men de beschikking over een landelijke bank met trainingsoefeningen voor het Virtual Reality systeem, waarmee men de OvD-P traint samen met de partners van de GHOR en de Brandweer. Het korps heeft een voortrekkersrol vervuld bij de ontwikkeling van de professionalisering van de functie van OvD-P. De in Utrecht ontwikkelde cursus is al door meerdere korpsen en de Politieacademie overgenomen. In het Handboek Officier van Dienst Politie zijn diverse documenten opgenomen met kaders (o.a. rolprofiel OvD-P, CCB-structuren, alarmeringsregeling), de Leidraden Maatramp, GRIP, procesbeschrijvingen, beschrijvingen van de partners (brandweer, GHOR, gemeenten) en protocollen (o.a. bommeldingen, ontmanteling hennepkwekerijen). Met het oog op de cursus die door eigen instructeurs werden gegeven, zijn beoordelingsformulieren voor de praktijkopleiding opgesteld. In een aantal districten zijn notities in de maak om in het kader van de overdracht van werkzaamheden journaals voor de opvolgende OvD-P/HovJ verplicht te stellen.
56
KO R P S B E E L D N O O R D - H O L L A N D - N O O R D O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• 2005, Regeling Officier van Dienst politieregio Noord-Holland-Noord. H U I D I G E S I T U AT I E
De vigerende regeling is van oktober 2005. Voor de uitvoering van de regeling is een aantal uitgangspunten vastgesteld met betrekking de voorwaarden om voor de functie in aanmerking te komen (zie hierna). Voorts is naast de OvD-functie sprake van een korpspiketregeling; dit betreft een beleidspiketregeling. In de regeling is een duidelijke afbakening vastgelegd tussen de taken en bevoegdheden op het gebied van de operationele aansturing, coördinatie, organisatie en ondersteuning door de wachtcommandant (alleen vanuit het bureau) en de OvD (ook ter plaatse van een incident). Dit geldt ook voor het activeren van de piketregeling en het opmaken van meldingsformulieren in verband met geweldsrapportages. De proceseigenaar Toezicht en Handhaving is procesverantwoordelijk voor de OvD-regeling. Het beheer van de OvD-regeling is in handen van het Expertise- en Coördinatieteam. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De taken van de OvD liggen primair op het terrein van het leidinggeven aan het dagelijks politiewerk bij incidenten waar coördinatie nodig of wenselijk is. Hij/zij doet dat gevraagd of ongevraagd en gaat bij een inzet van meer dan twee eenheden in principe ter plaatse ter beoordeling van de maatregelen. Daarnaast treft hij/zij de eerste maatregelen in geval van grootschalig en/of multidisciplinair optreden en stuurt daartoe de eigen organisatie aan. In dat kader pleegt hij bijvoorbeeld overleg met het korpspiket over de inzet van andere diensten en/of met de andere hulpdiensten en zorgt hij/zij desgewenst voor de opschaling van de politie. De OvD heeft taken als hulpofficier van Justitie en heeft (coördinerende) taken in het kader van de geweldsrapportages, bij aanrijdingen met dienstvoertuigen en zware ongevallen en in geval van knelpunten binnen de bedrijfsvoering dan wel onder het personeel. Hij/zij treedt op als hulpofficier van justitie bij ongeplande activiteiten en heeft in voorkomende gevallen zitting in het COPI. Qua uitrusting beschikt de OvD over een calamiteitenkoffer, waarin naast een wijzer bij rampen en een zakboek ‘HovJ’ kantoorbenodigdheden, beschermende uitrusting en diverse kaarten zijn opgenomen. De OvD kan beschikken over een systeem met relevante informatie over regelingen, voorschriften en wetenswaardigheden; het systeem wordt beheerd door het Expertise- en Coördinatiecentrum.
57
O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
De OvD is een neventaak van de afdelinghoofden en groepschefs uit zowel de uniformdienst, de recherche als de regionale taken (verkeer, vreemdelingenzaken e.d.). Het gaat om 61 medewerkers (juni 2006). Tijdens kantooruren (07.00 - 17.00 uur) worden de dienst uitgevoerd in het eigen district: Noord-Kennemerland (één OvD) respectievelijk Noordkop & Westfriesland (twee OvD’en in verband met de geografische spreiding). Buiten kantoortijd heeft de OvD-dienst een regionale functie, waarin alle OvD’en participeren. In de nachtelijke uren van 23.00 - 07.00 uur is er van zondag tot en met donderdag één OvD in dienst. De regionale OvD’en hebben twee tot drie keer per periode van vier weken dienst; de districtelijkte Ovd’en soms vier tot vijf keer. Door de dagelijkse taakuitvoering binnen het eigen district, wordt de dienst vanuit het eigen bureau uitgevoerd. Voor recherchezaken en Vreemdelingenzorg is een andere functionaris binnen het korps aangewezen. Het korps hanteert de bereikbaarheidseis van 30 minuten, maar deze is door de ’uitgestrektheid’ van het regiokorps problematisch. De OvD meldt zich bij aanvang en na afloop van de dienst bij de Meldkamer. De Meldkamer coördineert en de OvD stuurt. De overdracht van de dienst vindt telefonisch plaats. FUNCTIEASPECTEN
Alle operationeel leidinggevenden in een executieve functie in schaal 9 t/m 12 kunnen worden ingezet als OvD. Het betreft de medewerkers die over noodzakelijke leidinggevende competenties beschikken die behoren bij de taakuitvoering van de OvD. De verantwoordelijkheid voor de aanwijzing ligt bij de district- of divisieleiding. Zij dienen daarbij af te stemmen op een uniforme selectiemethodiek. Alle fungerende OvD’en hebben de opleiding voor OvD van de politieacademie gevolgd en zijn in het bezit van het certificaat HovJ. Dat geldt niet voor de cursussen PDM en OCR (die waren in 2003 niet in de aanbieding). Er worden jaarlijks multidisciplinaire COPI-oefeningen georganiseerd, waarbij door het tekort vooral aan OvD’en van de GHOR niet iedereen aan de beurt kan komen. Dit wordt opgelost door de oefening als ‘tweede man’ te volgen; het jaar daarop komt men dan in ieder geval wel aan de beurt. Het Bureau CCB organiseert voorts regelmatig workshops over actuele onderwerpen, zoals PD-management, GRIP, inzet AT en de nieuwe verkeerswetgeving. (De OvD’en rapporteren over hun werkzaamheden in BPS en binnenkort via het OvD-journaal.)
58
ONTWIKKELINGEN
Het korps is een samenwerkingsverband aangegaan met de regiokorpsen Kennemerland en Zaanstreek-Waterland. Organisatorisch is dit ondergebracht in het korps Noord-Holland-Noord. Het Expertise- en Coördinatiecentrum van het korps is bezig met de ontwikkeling van een programma van eisen voor een OvD-voertuig. De OvD-regeling is in 2005 na een evaluatie aangepast. Als daar aanleiding voor is, zal de regeling opnieuw worden geëvalueerd; er is geen evaluatie gepland.
59
K O R P S B E E L D Z A A N S T R E E K -WAT E R L A N D O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• • • •
2006, schema in- en uitstroom OvD-P/HOvJ-R 2004 - 2024 (versie 3.02); 2006, Notitie in- en uitstroom OvD-P 2004 – 2024 (versie 1.05); 2005, Regeling OvD-P 2005; 2005, evaluatieverslagen OvD-P tweedaagse (vier sessies). H U I D I G E S I T U AT I E
Het korps heeft op strategisch, tactisch en operationeel niveau de verantwoordelijkheden voor de gehele dienstuitvoering binnen en buiten kantooruren in geografische gebieden belegd bij respectievelijk de Korpschef, de Unithoofden en de Wijkteamchefs. Op ieder niveau dient de leiding te zorgen voor een piketregeling of een adequate vervanging bij afwezigheid. Op wijkteamniveau geldt deze zorg naast het leidinggeven aan het team ook voor de aanwezigheid van een Hulpofficier van Justitie. Tijdens kantooruren hebben de Units tenminste één leidinggevende beschikbaar, de zogenaamde ‘dag-IvD’, die gecertificeerd moet zij als Hulpofficier van Justitie. Hij/zij is verantwoordelijk voor het dagelijkse operationele proces binnen de Unit. De OvD-P heeft binnen deze kaders een leidinggevende functie op operationeel gebied in daarvoor aangewezen gevallen. Daarnaast is er op werkdagen een aparte HovJ-recherche in dienst; buiten kantooruren is dat een piketfunctie. Het Unithoofd Ondersteunende Taken is procesverantwoordelijke voor de regeling OvD-P. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De OvD-P heeft het primaat als leidinggevende in geval van calamiteiten en ernstige of grote incidenten. Buiten kantooruren is de OvD-P onder verantwoordelijkheid van het (piket)unithoofd belast met het algemeen leidinggeven binnen de gehele regio. Tijdens kantooruren worden ook overige dringende taken van de wijkteamchef waargenomen. De incidenten zijn niet-limitatief beschreven; zij hebben onder meer betrekking op het eigen personeel (verwonding, gebruik vuurwapen), ernstige misdrijven of verstoring van de openbare orde en veiligheid, ontruimingen of evacuaties. De OvD-P geeft leiding aan het dienstdoende politiepersoneel en coördineert de werkzaamheden. Hij/zij is verantwoordelijk voor de opschaling, de inzet, het in dienst roepen en de aflossing van personeel, incidentafhandeling en voor verslaglegging. In voorkomende gevallen wordt overleg gepleegd met de HovJ-recherche en neemt deze laatste het onderzoek en de verantwoordelijkheid daarvoor over. De HovJ-recherche is een apart daartoe opgeleide functionaris. Sinds de aanvang van de regeling is de functie versterkt en is deze HovJ ook in de weekends in dienst om het rechercheproces te leiden. Binnen een multidisciplinair optreden is de OvD-P verantwoordelijk voor de aansturing van de politietaken en –functionarissen. De OvD-P wordt volgens een waarschuwingsprotocol bij aangewezen incidenten ingeschakeld en hij/zij informeert
60
vervolgens het betrokken unithoofd of de wijkteamchef. De OvD-P neemt zonodig rechtstreeks contact op met de OvJ. De burgemeester wordt door de meldkamer geïnformeerd en pleegt in voorkomende situaties overleg met de OvD-P, Unithoofd of Wijkteamchef. In geval van langdurige inzet wordt in overleg een beslissing genomen wie de verdere afhandeling voor zijn rekening neemt. Buiten kantoortijden en geplande acties (controles, horecatoezicht e.d.) worden de HovJ-taken waargenomen door de OvD-P. Voor de uitvoering van de dienst beschikt de OvD-P over een opvallend politievoertuig. Het is voorzien van uitgebreide voorzieningen ten behoeve van commandovoering, zoals optische signalen, informatie en communicatietechnologie, een overlegruimte en beschermende middelen. O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
De functie van OvD-P wordt verricht naast de reguliere leidinggevende functie, die men in één van de uniformdragende onderdelen van het korps heeft. Er is sprake van daadwerkelijke dienst. Er is sprake van een 24-uursbezetting met een vroege, late en nachtdienst. De selectie vindt plaats onder de geüniformeerde personeelsleden in schaal 9 en hoger die voldoen aan de functie-eisen. Het betreffende Unithoofd meldt kandidaten aan bij het Unithoofd Ondersteunende Taken. Het Unithoofd Ondersteunende Taken toetst en draagt uiteindelijk geschikte kandidaten voor bij de korpsleiding, die beslist en vervolgens aan betrokkene een aanwijzingsbesluit toestuurt. Het korps heeft 38 fungerende OvD-P’s (juli 2006), die gemiddeld 3 keer per maand dienst doen. Voor de onderdelen Recherche en Vreemdelingenzorg heeft het korps een afzonderlijke regeling van medewerkers op piket. De OvD-P heeft een regionale functie en is gedurende de dienst via mobilofoon, portofoon en telefoon (gsm) bereikbaar voor het Meldcentrum. Hij/zij wordt qua informatie voorzien door de Unit Ondersteunende Taken. In de grote kernen van de regio kan hij/zij binnen 15 minuten ter plaatse zijn. De OvD-P participeert in voorkomende gevallen in het CTPI en het CORT. De OvD-P legt verantwoording af aan het Unithoofd in wiens gebied hij/zij is opgetreden. De informatie – en dienstoverdracht vindt verschillend plaats, mondeling en soms schriftelijk. FUNCTIEASPECTEN
Voor de functie-eisen is aansluiting gezocht bij de resultaten van het landelijke project Implementatie Conflict en Crisisbeheersing 2002. Daarnaast heeft het korps een aantal aanvullende eisen geformuleerd. De OvD-P dient te voldoen aan de volgende aanwijzingscriteria: • de studie NPA, OLL of een gelijkwaardige opleiding; • een aanstelling als inspecteur in schaal 9 of hoger;
61
• • • • •
gecertificeerd Hulpofficier van Justitie; het landelijk vastgestelde competentieprofiel OvD-P; voldoende leidinggevende ervaring; de IBT-verplichtingen. kennis van PD-management, Incidentmanagement en de organisatie en werkwijze binnen het GBO; • de interne rij-instructie voor het OvD-voertuig. Voor OvD-P’s van 55 jaar en ouder is sprake van een vrijstelling voor nachtdiensten. Alle OvD-P’s voldoen aan de opleidingseis genoemd in het Referentiekader CCB2002. De opleiding en training zijn in overleg met IBT-docenten, het PIOG en andere instanties vastgelegd in een interregionaal programma. Hierin zijn theoretische kennis, simulaties en dergelijke voorzien van eindtermen. De kennis heeft betrekking op interne procedures, protocollen, draaiboeken en rampenplannen van de eigen organisatie en op de inzet van externe diensten zoals het KLPD, Defensieonderdelen, gemeentelijke diensten en particuliere bedrijven en instellingen. Voor de OvD-P worden zowel mono- als multidisciplinaire oefeningen georganiseerd; deze oefeningen worden ook geëvalueerd. ONTWIKKELINGEN
Met het oog op de groeiende betekenis van de functie van de OvD-P in de primaire politieprocessen wordt aandacht besteed aan een versterking van de theoretische voorbereiding en training in de praktijk. De verdere professionalisering van de functie zal moeten leiden naar een oplossing van de vraag waar het optimum ligt tussen de noodzakelijke routine in OvD-P-diensten en de belasting in relatie tot de werkzaamheden voor de reguliere functies. Het korps is op het gebied van conflict- en crisisbeheersing een samenwerkingsverband aangegaan met de regiokorpsen Noord-Holland-Noord en Kennemerland. Organisatorisch is dit gehuisvest in Noord-Holland-Noord. De portefeuillehouder Zaanstreek-Waterland is aangewezen als verantwoordelijke voor dit interregionale bureau. Met andere hulpverleningsorganisaties wordt een programma opgesteld gericht op interdisciplinaire geoefendheid bij grootschalig optreden. In 2005 is in vier sessies van twee dagen met betrokkenen de OvD-P-functie geëvalueerd. Uit de vele evaluatiepunten springen de verbetering in het inzicht in (de rol in) processen en de behoefte aan casuïstiek en simulaties er uit. Tegen de achtergrond van de toenemende betekenis van de OvD-P-functie in de primaire politieprocessen is een in- en uitstroom schema van OvD-P’s en HovJ’s voor de periode 2004 - 2024 opgesteld.
62
KO R P S B E E L D K E N N E M E R L A N D O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• • • • • • • •
2006, concept Oefenkalender 2006; 2005, Beleidskader multidisciplinair onderwijs 2005 - 2008; 2005, Handreiking OvD-P nr. 1609; 2005, brief aanwijzing OvD-P’s; 2005, notitie Opleidingsplan OvD-P; 2005, voorbeeld aanwijzingsbesluit OvD-P; 2004, Dienstvoorschrift nr 9014 inzake leiding bij operationele onderdelen; 2004, Rolprofiel OvD-P. ALGEMEEN
Het korps werkt met een getrapte geografische verantwoordelijkheid. Deze wordt respectievelijk ingevuld door de korpsleiding, de districtschefs en de teamchefs. Voor de reguliere dienstuitvoering is voorzien in permanente leiding binnen de operationele eenheden, waarin de vertegenwoordiging van en verantwoordelijkheid bij leiding geven is geregeld. In eerste instantie is de groepsbegeleider/coach op straat verantwoordelijk voor het leidinggeven en het coördineren van maatregelen. Deze functionaris is het eerste leidinggevende niveau. Hij/zij heeft minimaal de rang van brigadier en vervult een leidinggevende rol in het team; de eisen voor de functie staan verwoord in de functietypering groepsbegeleider, taakveld basispolitiezorg. De Officier van Dienst Politie heeft in tweede lijn een functie, waarbij qua opzet aansluiting is gezocht bij het Referentiekader CCB2002 om zo snel mogelijk na in het dienstvoorschrift OvD-P bepaalde incidenten een verantwoordelijke leidinggevende in positie te brengen. De districtchef Haarlemmermeer is vanuit het proces Noodhulp, procesverantwoordelijk voor de OvD-P regeling. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De OvD-P is namens de teamchef onder verantwoordelijkheid van de districtschef cq de Commissaris van piket belast met het leidinggeven binnen één of meer basisteams. Hij/zij geeft bij het dagelijkse politiewerk ter plaatse daadwerkelijk leiding aan de aanwezige politiemensen bij elk incident waarbij coördinatie van de politietaak nodig of wenselijk is. De OvD-P heeft een ondersteunende rol en is direct gekoppeld aan de noodhulp; hij/zij neemt zelf zijn taakverantwoordelijkheid, maar kan ook gealarmeerd worden door het RMC. Voor verdere afhandeling wordt de zaak overgegeven aan de betreffende teamleiding. Bij grootschalige incidenten treft hij/zij de eerste politiemaatregelen, stuurt de eigen organisatie aan, pleegt overleg met andere hulpdiensten en zorgt voor opschaling van de eigen organisatie. Naast de OvD-P regeling die door de korpsleiding is bekrachtigd,
63
is iedere OvD-P functionaris in het bezit van de handreiking met informatie over opschaling, procedures, checklisten e.d. Verder is er een speciale server voor de OvD-P waar alle bijzonderheden op staan vermeld. De OvD-P is tevens Hulpofficier van Justitie en belast met diens taken als zodanig; de taken als OvD-P gaan te allen tijde voor. Hij/zij treedt in beginsel niet op eigen initiatief in contact met een verantwoordelijke Burgemeester of (Hoofd)Officier van Justitie. De bevoegdheden van een HovJ bij Vreemdelingenzaken zijn apart belegd bij de Afdeling Vreemdelingenpolitie. Er zijn 2 TGO leiders benoemd die bij een recherchezaak direct ter plaatse komen. Inzet van de OvD-P vindt plaats bij incidenten waarbij meerdere executieve eenheden worden ingezet en die zich onderscheiden door de gecompliceerdheid, ernst, omvang van het hulpverleningsgebied en/of een multidisciplinaire omvang. In aanmerking komen geweld door een medewerker met als gevolg letsel van meer dan geringe betekenis, vuurwapengebruik, andere meer ernstige letselzaken, incidenten met dodelijke afloop of grote materiele schade, ernstige verstoring van de openbare orde, incidenten met politieke, bestuurlijk of sterk publicitaire uitstraling, grensoverschrijdende incidenten en incidenten van justitiële aard waarbij specifieke, kennis, vaardigheden en materiaal noodzakelijk is. Voor de uitvoering van de werkzaamheden is een opvallende surveillanceauto beschikbaar. In het voertuig zijn diverse beschermende en verbindingsmiddelen aanwezig. O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
De OvD-P is een operationeel actieve medewerker. De taakuitvoering is gekoppeld aan de noodhulp. Hij wordt uitgevoerd door executieve functionarissen in schaal 9 tot en met 12. Voorzover zij geen executieve functie vervullen worden zij aangewezen door een district- of divisiechef op basis van het beschikbare rolprofiel. Een aantal onderdelen binnen de organisatie is vanwege hun aard of in verband met de bedrijfsvoering vrijgesteld, onder andere Observatieteams, Criminele Inlichtingeneenheid, de Regionale Inlichtingen Dienst en de bovenregionale teams (recherche, milieu ed.). De groep bestaat uit ongeveer 90 functionarissen (juni 2006). Er is sprake van een 24-uurs-dienst (vroeg, laat, nacht), die van 07.00 -23.00 uur wordt verzorgd door het betreffende district of team en ’s nachts en in het weekend op regionaal niveau. De OvD-P draait ongeveer 40 diensten per jaar. Samenwerkingsverbanden zijn mogelijk, maar moeten gemeld worden aan het Regionaal Meld- en Servicecentrum. Tijdens de nachtdiensten werken de vier districten twee aan twee en is er voor beide geografische combinaties één OvD-P (en een hulpofficier van justitie) beschikbaar. De OvD-P moet na een oproep binnen maximaal 30 minuten op de plaats van het incident zijn. De start en overdracht van de dienst is in het betreffende district. De dienstoverdracht vindt mondeling plaats. Binnen de interregionale samenwerking wordt de mogelijkheid bekeken om gebruik te maken van het OvD-P journaal van Noord-Holland Noord. De OvD-P meldt zich als zodanig aan bij het RMC en is te allen tijde bereikbaar en
64
beschikbaar. Het RMC ondersteunt de OvD-P in zijn coördinerende rol. Verslaglegging vindt plaats in de gebruikelijke geautomatiseerde systemen; bij grootschalige incidenten wordt een evaluatie opgemaakt. In voorkomende gevallen kan de OvD-P terugvallen op de beleidspiketregeling (Commissaris van piket). Als er multidisciplinair wordt opgetreden, neemt de OvD-P zitting in het COPI. Hij/zij stemt de politiemaatregelen af en draagt zorg voor uitvoering. Bij opschaling blijft de OvD-P in de commandostructuur verantwoordelijk voor de politiemaatregelen ter plaatse. De OvD-P legt verantwoording af aan de betreffende Team- of Districtsleiding cq de Commissaris van piket; en als Hulpofficier van Justitie aan de Officier van Justitie. FUNCTIEASPECTEN
• • • • •
Bij de beschrijving van de functie-eisen refereert het korps aan het Referentiekader CCB. De volgende taakeisen zijn vastgesteld: kennis van relevante protocollen, afspraken en regelingen; certificaat basisopleiding crisisbeheersing en rampenbestrijding (NIFV/Nibra); certificaat basisopleiding PD-management; certificaat hulpofficier van justitie; geoefend in de bewapening conform de geweldsinstructie politie (RTGP). Het korps hanteert een Profiel OvD-P, waarin taken, competenties, vaardigheden, kennis- en functie-eisen zijn geformuleerd. Om de vaardigheden te onderhouden worden jaarlijks multidisciplinaire COPI-trainingen gehouden. OvD-P’s in de leeftijd van 55 jaar en ouder kunnen ontheven worden voor het doen van nachtdiensten. De Korpsleiding neemt een besluit over uitzonderingen om als OvD-P te fungeren. Er is een Multidisciplinair Opleidings- en Oefenbeleid 2005 - 2008 opgesteld voor de hulpverleningsregio Kennemerland. Het model bestaat uit de onderdelen Opleiden (Opleiding Crisisbeheersing en Rampenbestrijding), Training (handelen in het Regionaal Coördinatie Centrum en COPI-trainingen) en Oefenen (operationeel, bestuurlijk en gezamenlijk, ook met gemeentelijke processen, in RCC-verband). Een en ander wordt georganiseerd door het Veiligheidsbureau van de Veiligheidsregio Kennemerland. Op dit moment is ongeveer 50% van de OvD-P functionarissen opgeleid conform de normen van het Referentiekader CCB2002. Door een snelle in-/uitstroom is het lastig om iedere OvD-P gelijk op te leiden. Alle OvD’en hebben het certificaat HovJ. Het korps heeft een regeling PD-management die door de Korpsleiding is bekrachtigd en door een korte opleiding aan de OvD’en bekend is gemaakt. Er is sinds kort een agenda optreden binnen een COPI. ONTWIKKELINGEN
Er liggen plannen om de taak van de OvD-P verder te professionaliseren. Een evaluatie van de OvD-P functie heeft nog niet afzonderlijk plaatsgevonden maar is grotendeels
65
meegenomen in de in november 2006 gehouden evaluatie Noodhulp. Op basis van deze evaluatie wordt een verbeterplan ontwikkeld waarin tevens de rol van de OvD-P zal worden meegenomen. Het korps is op het gebied van conflict- en crisisbeheersing een samenwerkingsverband aangegaan met de regiokorpsen Noord-Holland-Noord en Zaanstreek-Waterland. Organisatorisch is dit ondergebracht in het korps Noord-Holland-Noord. Verdere ontwikkeling van het professionalisme is deels een taak van het interregionaal bureau. De gevolgde opleidingen en trainingen worden door het korps bijgehouden in het opleidingen en informatiesysteem. Het Bureau opleidingen van het korps monitort de individuele ontwikkeling en wijst functionarissen aan die voor opleiding in aanmerking komen. Aanwijzing voor opleidingen is dwingend waardoor ontwikkeling in de breedte wordt gestimuleerd. In de maand oktober (2006) hebben 20 OvD’en een OvD-opleiding gevolgd. Dit betrof een tweedaagse opleiding van het PIOG. Het ligt in de bedoeling voor wat betreft de opleidingen aansluiting te zoeken bij de Politieacademie. Dit zal medio voorjaar 2007 gaan plaatsvinden.
66
KO R P S B E E L D A M ST E R DA M - A M ST E L L A N D O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• 2006, brief Inspecteur Inhoudsdeskundige Orde- en Calamiteitenpolitie/APAA. H U I D I G E S I T U AT I E
Het korps kent de functie van Chef van Dienst (CvD). De functie van Officier van Dienst Politie was niet gangbaar. Taken in het kader van ‘incidenten’ en opschaling worden door de CvD’s dan wel hogere (operationele) leidinggevenden binnen de Wijkteams uitgevoerd. Op 1 juli 2006 is met de invoering van een GRIP-regeling de term Officier van Dienst-Politie formeel ingevoerd. De functie van CvD in het kader van grootschalige incidenten e.d. is daarbij gewijzigd in OvD-P. Voor de directe operationele aansturing van het dienstdoende personeel op straat is een handboek GBO en GRIP in concept gereed. Procesverantwoordelijkheid ligt in de lijnfunctie bij de wijkteamchef. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De CvD is de eerst aangewezen functionaris om bij incidenten in het zogenaamde ‘gouden uur’ de eerste maatregelen te treffen. Voor de taakuitvoering bij diverse incidenten staan procedures ter beschikking. Het korps kent geen specifieke functiebeschrijving van de CvD. Er wordt gerefereerd aan de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden uit het Referentiekader CCB2002 en de functietypering projectleider schaal 9. Hierin zijn ook de criteria voor inzet van de CvD opgenomen o.a. ‘Is - als inspecteur van dienst - namens de wijkteamchef verantwoordelijk voor het nemen van beslissingen binnen de aangegeven kaders’. Binnen de regio is de Korpsleiding verantwoordelijk voor de opschaling bij grootschalige incidenten. Ter ondersteuning van de CvD-taken beschikt het Regionaal Inzet Centrum (meldkamer) over inzet- en aanvalsplannen en procedures. De CvD maakt voor de dienstuitvoering gebruik van een herkenbaar dienstvoertuig van het korps en zonodig van een verbindingscommando voertuig (VC1). O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
De functie van CvD wordt uitgevoerd door projectleiders in de rang van inspecteur. Voor de dienstuitvoering zijn ongeveer 190 fungerende CvD’s beschikbaar. Zij doen dienst binnen de wijkteams (32 teams); er is sprake van een 24-uurs bezetting. De CvD voert ook de taken op het gebied van de Recherche en Vreemdelingenzorg uit: hij/zij is HovJ en PD-manager. De CvD werkt – op basis van gelijkwaardigheid – nauw samen met de projectleider van het Regionaal Inzet Centrum. Beiden hebben een rol in de GRIP-procedure, te weten het eerste gouden uur, totdat zij worden afgelost door het naast hogere niveau. Voor omvangrijke incidenten is de Hoofdinspecteur of Wijkteamchef bereikbaar op
67
basis van de zogenaamde Bisschopsregeling (interne 24-uurs bereikbaarheidsregeling). Deze functionaris neemt als OvD-P plaats in een COPI. Tevens is er een piketregeling voor de Staf GBO. FUNCTIEASPECTEN
De CvD is een executieve functionaris in schaal 9. CvD’s die de LLO of OLL van de Politieacademie hebben gevolgd zijn deels op de hoogte van het leidinggeven bij calamiteiten. Wijkteamchefs hebben schaal 11. Om te kunnen voldoen aan de opleidingseisen conform het Referentiekader CCB2002 wordt in oktober 2006 de eerste opleiding OvD-P gedaan. De leidinggevenden in het COPI hebben de basisopleiding OCR gevolgd. Jaarlijks worden op basis van het Regionaal Multidisciplinair Oefen- en Opleidingsplan oefeningen gehouden. De OvD-P’s zullen minimaal 1 x per jaar gaan deelnemen aan multidisciplinaire oefeningen; zij beschikken over een schat aan praktijkervaring. De oefeningen worden door een extern expertisebureau onder verantwoordelijkheid van de brandweer geëvalueerd. ONTWIKKELINGEN
Er is een kwaliteitsslag gaande t.a.v. de CvD. Er wordt een competentieprofiel ontwikkeld en een cursus naar het model van de OvD-P. De functie CvD is in de nieuwe context van de GRIP-procedures de OvD-P in het eerste uur. Voor de groep CvD’s is een aantal pilots georganiseerd betreffende virtueel oefenen in het kader van multidisciplinaire samenwerking met de andere hulpdiensten.
68
KO R P S B E E L D G O O I E N V E CH TST R E E K O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• • • •
2004, rapport Herijking K2001 (over de organisatie van de Noodhulp); functiebeschrijving Teamleider District (schaal 9); overdrachtsformulier Chef van Dienst; opleidingskaarten ‘leiderschap’. H U I D I G E S I T U AT I E
Het korps is in 2004 overgegaan naar een districtelijke georganiseerde noodhulp, regionaal werkend. De noodhulp werd daarvoor centraal aangestuurd. Bij de uitwerking van deze organisatorische beleidswijziging ligt het accent op de invulling van de functie van Chef van Dienst (CvD), die een directe sturende rol heeft op de dagelijkse uitvoering van de (geüniformeerde) taakuitvoering. Deze sturing vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de Districtschef. De Officier van Dienst-Politie (in het korps CvD(+)) is een nevengeschikte functie en de terminologie wordt alleen gebezigd bij multidisciplinaire aanpak van incidenten. In alle overige gevallen wordt gesproken van een CvD. Deze terminologie wordt ook gebruikt bij het Plaats Delict-management. De procesverantwoordelijkheid voor de regeling CvD is ondergebracht bij het eigen diensthoofd/districtchef. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De CvD heeft als reguliere functie het primaat van de operationele aansturing van het district. Hij/zij stuurt het totale operationele proces en is verantwoordelijk voor het goed functioneren daarvan. De districtschef is resultaatverantwoordelijk. De CvD treedt onder meer op als HovJ, is bereikbaar voor interne en externe partners, is verantwoordelijk voor de planning en control van in dienst zijnde medewerkers, personeelszorg, zorgt voor (de)briefing van de diensten, is verantwoordelijk voor de arrestantenzorg en doet een eerste kwalitatieve controle op aanhoudingsprocessenverbaal e.d.. Bij calamiteiten heeft de CvD als taak de leiding op locatie (COPI) op zich te nemen. Daarnaast is hij/zij inzetbaar voor de Staf GBO. In verband met de brede operationele functie beschikt de CvD over diverse autorisaties met betrekking tot de regionale PCS/CMS, digitale briefings van de districten en het uitluisteren van het berichtenverkeer. Voorts beschikt hij/zij over de bijbehorende ICTmiddelen, verbindings- en communicatiemiddelen en uitluister- en meekijkapparatuur. O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
Alle teamleiders van het korps (kunnen) fungeren als OvD-P. Er zijn organiek 23 OvD-P’s. Het betreft teamleiders Wijksecretariaat & Arrestantenzorg, Districten Verkeer, Openbare Orde en Gevaarsbeheersing. De teamleiders Recherche zijn alleen verantwoordelijk voor de opsporing.
69
De functie van Chef van Dienst (in totaal 37) is gekoppeld aan de functie van Teamleider District. Elk district levert per dienst een CvD met uitzondering van de nachtdiensten en de zondag; dan is er één regionaal opererende CvD die het operationele proces van de gehele regio aanstuurt. Op zondag wordt hij/zij bijgesprongen door de weekendcoördinator opsporing. Voor recherchezaken kan de CvD terugvallen op één van de teamleiders recherche of kwaliteitscoördinatoren opsporing. De CvD is bereikbaar per mobiele telefoon en in voorkomende gevallen per portofoon/mobilofoon. Indien meerdere CvD’s in dienst zijn, fungeert één van hen als contactpersoon voor de meldkamer. Deze CvD+ is bevoegd om eenheden in regionaal verband aan te sturen en in te zetten wanneer er sprake is van conflicterende belangen. Hij/zij heeft in deze situaties een beslissende stem en overlegt achteraf met de CvD in de districten. De Meldkamer heeft het mandaat voor het uitgeven van de meldingen met prioriteit 1, 2 en 3. De CvD geeft alle overige meldingen uit, evenals de criminaliteitszaken. Hij/zij is wel verantwoordelijk voor de be- en afhandeling van alle meldingen. Bij aanvang van de dienst heeft de CvD contact met de Geïntegreerde Meldkamer en persoonlijk met zijn voorganger(s). De regionale CvD+ werkt vanuit het Bureau in Hilversum vanwege de 24-uurs opstelling en de arrestantenzorg. De CvD is altijd via zijn/haar GSM bereikbaar en beschikt over een eigen voertuig. Binnen de GRIP-regeling is voor de OvD-P een responsetijd van 5 minuten en een opkomsttijd van15 minuten bepaald. Deze tijden gelden overigens voor alle CvD’s. FUNCTIEASPECTEN
De OvD-P’s worden geacht CTPI-oefeningen te volgen om zodoende bekendheid te verkrijgen met de te verrichten taken. Ten minste eenmaal per jaar krijgen de districten de gelegenheid om hun OvD-P’s deel te laten nemen aan multi- disciplinaire oefeningen. De Teamleiders die als CvD dienst doen hebben het certificaat HovJ en hebben ofwel de module crisisbeheersing binnen de LLO van de Politieacademie of de opleiding OCR van het NIFV/Nibra gevolgd. Daarnaast is de randvoorwaarde het volgen van functiegerichte applicaties en cursussen zoals GMS. Sinds 2006 participeert het korps in de “opleiding officier van dienst” van de Politieacademie. ONTWIKKELINGEN
Op het gebied van ontwikkelingen is te melden dat er wordt samengewerkt met de regio’s Flevoland en Utrecht op het gebied van Conflict- en Crisis Beheersing (CCB), zowel bij oefeningen als bij de opleiding.
70
KO R P S B E E L D H A AG L A N D E N O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• 2004, notitie OvD-regeling; • 2004, notitie OvD-regeling, aanvulling. H U I D I G E S I T U AT I E
Het korps werkt sinds 2004 met een OvD-regeling als opvolger van een al lange tijd bestaande regeling Hoofdinspecteur van Dienst. De regeling sluit aan op de criteria van het landelijke Referentiekader CCB2002. Deze regeling heeft ten doel om buiten kantoortijden bij afwezigheid van de bureauleiding (bureau is de organisatorische eenheid binnen de politieprocessen) en de Directie van het korps voldoende leidinggevend niveau op de operationele hoofdprocessen binnen de regio te garanderen. Dit betekent dat boven het niveau van de wachtcommandanten bij grotere incidenten of incidenten met meer impact operationeel een leidinggevende beschikbaar is. Tijdens kantooruren wordt teruggevallen op de aanwezigheid van de bureauchef of diens plaatsvervanger. De regeling voorziet in een korpsbrede behoefte en is belegd bij de portefeuillehouder Conflict- en Crisisbeheersing. De portefeuillehouder heeft een medewerker ter beschikking, die beheersmatige werkzaamheden verricht, zoals toetsing van kandidaten voor de functie van OvD en de externe vertegenwoordiging. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De OvD treedt op als representant van de bureauchef en heeft dezelfde taken en verantwoordelijkheden: controleert, signaleert en rapporteert bijzonderheden. Hij/zij dient als vraagbaak, adviseur, intervenieert alleen indien nodig en neemt in beginsel niet de daadwerkelijke leiding over van een verantwoordelijke van een bureau. De OvD heeft geen primaire taak als hulpofficier van justitie bij voorgeleidingen en inverzekeringstellingen. Buiten het bureau moet hij wel als zodanig kunnen optreden, b.v. bij machtiging tot binnentreden of bij bloedalcoholonderzoeken. De OvD is zichtbaar aanwezig in de regio voor de organisatie en vertegenwoordigt in eerste aanleg de Korpsdirectie en de bureauchef in onder meer contacten naar het bestuur. De leiding wordt volgens beschreven procedures geïnformeerd (rapportages). De korpsleiding wordt in ieder geval geïnformeerd bij ernstig letsel of dood van of veroorzaakt door korpsleden, zeer ernstige misdrijven, ernstige (dreigende) openbare verstoringen, voorvallen die zich kenmerken door hun mogelijke bestuurlijke, politieke (diplomatieke), beleidsmatige of personele consequenties. Hij/zij treedt na overleg terug, indien een leidinggevende van een bureau in dienst komt. De OvD heeft als leidinggevende namens de politie een functie in het kader van grootschalige ongevallen en rampen (motorkapoverleg en in CTPI-verband). Binnen de politieorganisatie is hij/zij verantwoordelijk voor opschaling van personeelsinzet,
71
commandovoering en verbindingen. In het kader van de regeling Commissie van toezicht politiecellen stelt de OvD de commissie in staat inspecties uit te voeren. Naar keuze kan de OvD beschikken over een chauffeur met dienstauto. O R G A N I S AT O R I S C H E P O S I T I E
De functie van OvD wordt uitgevoerd als neventaak. In aanmerking komen de bureauchefs en plaatsvervangend bureauchefs voorzover zij de executieve status hebben en alle functionarissen in schaal 11 en hoger, die een executieve status hebben en niet tot de Korpsdirectie behoren. De groep bestaat uit ongeveer 70 functionarissen (augustus 2006), die gemiddeld 12 diensten per jaar draaien. Er wordt gewerkt met dienstverbanden van 17.00 - 23.00 uur en van 23.00 - 07.00 uur op doordeweekse dagen. Op zater-, zon- en feestdagen is er sprake van ‘vroeg, laat, nacht’. Er wordt dagelijks een reserve OvD ingeroosterd, die kan optreden als de dienstdoende OvD uitvalt. De OvD werkt regionaal en ten dienste van alle politiediensten/processen. Zij zijn gedurende het dienstverband volledig beschikbaar voor de functie en via de Meldkamer ook voor andere hulpdiensten en instanties bereikbaar. De diensten beginnen en eindigen op de Meldkamer. Bijzonderheden worden gemeld aan de supervisor van de Meldkamer. Daarnaast wordt een rapportage opgesteld met een opsomming en korte toelichting van relevante evenementen en incidenten. In de rapportage van de ‘late dienst’ worden bijzonderheden van de vroege dienst en dagdienst uit de rapportage van de supervisor van de Meldkamer meegenomen. De rapportage is bestemd voor de Korpschef, de Korpsbeheerder, Bureau Grootschalig en Bijzonder Optreden en de burgemeesters van de regio. Specifieke bedrijfsinterne zaken (b.v. de toestand van het OvD-voertuig) en privacygevoelige onderwerpen worden separaat gemeld. FUNCTIE-EISEN
• • • • • •
Het korps onderschrijft de functie-eisen, zoals opgenomen in het Referentiekader CCB2002. Het korps heeft de volgende competenties en kwaliteitseisen vastgesteld: kennis en inzicht in de politieprocessen wijkzorg, opsporing en grootschalig optreden; kennis van de korpsorganisatie, interne procedures en werkprocessen en bestuurlijk inzicht; aantoonbaar zelfstandig en afgewogen kunnen beslissen o.a. op het terrein van het operationeel politie optreden; inschattingsvermogen ten aanzien van situaties als potentiële grootschalige ongevallen en/of rampscenario’s; voeren van motorkapoverleg of overleg in CTPI-verband namens de politie; fysieke eisen met het oog op werkzaamheden als surveillant in onregelmatige dienstverbanden.
72
Competenties: • cursus operationeel commandant: omvat naast de cursus OvD van de Politieacademie opleidingsaspecten voor grootschalig optreden en optreden bij grootschalige ongevallen en rampen ; • opleiding hulpofficier van justitie; • voldoen aan de verplichtingen op grond van de Regeling Toetsing Geweldsbeheersing Politie. Voor het onderhouden van de kennis wordt jaarlijks een themadag georganiseerd voor de OvD’en van alle hulpdiensten. Zij zijn gericht op inzicht in de specifieke bedrijfsprocessen, op lering van elkaars ervaringen en kennismaking met andere OvD’en. Het doel is de samenwerking tussen de hulpverleningsdiensten te verbeteren ONTWIKKELINGEN
Het korps is bezig om de OvD-P op een vergelijkbaar niveau te zetten als de OvD’en van de andere hulpdiensten. Er wordt toegewerkt naar een situatie dat de ploegchefs aan de wijkbureaus de functie van OvD-P uitvoeren. Daartoe worden competentieprofielen uitgewerkt en in de OLL wordt aan het aspect grootschalig/multidisciplinair optreden inhoud gegeven. De huidige groep OvD’en wordt in de toekomst ‘Commandant van dienst’. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de multidisciplinaire respectievelijk monodisciplinaire behoefte en opschaling, waarbij het korps het belangrijk vindt dat er op zeer korte termijn een functionaris op het niveau van een bureauchef snel beschikbaar is (m.n. met het oog op de specifieke politieprocessen). Er wordt belang gehecht aan een opleidings- en coachingsprogramma gericht op het behalen van de noodzakelijke competenties respectievelijk de begeleiding door ervaren OvD’en. In aansluiting daarop is het wenselijk te komen tot een systematische beoordeling van de fungerende OvD’en. Voor zo’n toetsing komen behaalde resultaten van cursussen, de deelname aan themadagen, de geldigheid van het certificaat van hulpofficier van justitie en de resultaten in het kader van de RTGP in aanmerking.
73
KO R P S B E E L D H O L L A N D S M I D D E N O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• • • • • • •
2006, notitie over de ontwikkeling van de OvD-functie; 2005, Multidisciplinair Oefenjaarplan 2005 voor de Veiligheidsregio Hollands-Midden; 2004, implementatieplan OvD; 2004, Multidisciplinaire evaluatie GRIP 2 Leiderdorp; 2004, Multidisciplinaire evaluatie GRIP 2 Zevenhoven; functieprofiel en taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de OvD-P; indeling 2-daagse instructie OvD, Bureau CCB. H U I D I G E S I T U AT I E
Het korps is in 2005 gestart met de opleiding van leidinggevenden om als OvD-P te kunnen fungeren. Aan de professionalisering van de functie ligt een aantal uitgangspunten ten grondslag; deze zijn onder meer ontleend aan het Referentiekader CCB2002 (bereikbaarheid- en vakbekwaamheidseisen) en de visie op leidinggevende verantwoordelijkheden (multidisciplinair, monodisciplinair mede in relatie tot de dagelijkse functie). Naast de OvD-P werkt het korps op districtsniveau met de functie van Operationeel Coördinator als eerste niveau operationeel leidinggevende. De portefeuillehouder CCB is op korpsniveau procesverantwoordelijk voor de OvD-P. Voor de uitvoering van de diensten zijn de districten – in samenspraak met elkaar – verantwoordelijk. Het district is verantwoordelijk voor de functie van Operationeel Coördinator. Het korps heeft de regeling PD-management op 24 juli 2003 en de GRIP-regeling op 1 juli 2004 vastgesteld. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De OvD-P werkt op het niveau van operationeel leidinggevende. De Operationeel Coördinator werkt met het toegewezen personeel in het team of district. Als een incident zijn/haar span of control te boven gaat, neemt de OvD-P de verantwoordelijkheid over. Diens taak en verantwoordelijkheid liggen bij situaties waar opschaling aan de orde is en waarbij directe sturing op de uitvoering van politietaken van belang is. Criteria voor inzet zijn incidenten waarbij coördinatie van taken en inzet van meerdere eenheden noodzakelijk zijn. Bij incidenten waarbij collega’s zijn betrokken (slachtoffer, verdachte of anderszins) treedt hij/zij coördinerend, sturend of informerend op. De OvD-P neemt beslissingen over opschaling, treedt op als intermediair naar bestuur en justitie (inzake operationele zaken) en is bij multidisciplinaire incidenten in de GRIP 1-fase de gesprekspartner van de andere partners op operationeel leidinggevend niveau. Hij/zij handelt daarbij volgens geldende afspraken en regionale richtlijnen. De OvD-P beschikt daartoe over een uitgebreide instructiemap met informatie over diverse onderwerpen op het gebied van de conflict- en crisisbeheersing,
74
PD-management, bestaande rampenbestrijdings- en calamiteitenplannen (b.v. over AKZO, de HSL, chloortrein, de Kaag) en met protocollen (b.v. protocol poederbrieven, checklist TGO, checklist HovJ en Verdachte Objecten). De OvD-P is als hulpofficier van Justitie belast met de taken die uit de wet- en regelgeving voortvloeien. Bij samenloop van werkzaamheden prevaleert de OvD-P taak. Tijdens de dienstuitvoering is hij/zij uniformdragend en uitgerust met het dienstvuurwapen. Tijdens de dienstuitvoering maakt de OvD-P gebruik van voertuigen die in het team waarin hij werkt ter beschikking staan. O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
De functie van OvD-P wordt als neventaak uitgevoerd door de teamchefs en uitvoerend teamchefs van de basispolitiezorg en de districtsrecherche. Daarnaast kunnen de districtschefs andere functionarissen aanwijzen die aan het competentieprofiel voldoen. Het korps beschikt feitelijk over 37 gecertificeerde OvD-P’s (juli 2006). Er is sprake van een 24-uurs bezetting, waarbij het aantal dienstdoende OvD-P’s en het werkgebied afhankelijk is van dag en tijdstip. De districten voorzien iedere dag van 07.00 - 23.00 uur zelf in de aanwezigheid van een OvD-P. Voor de nachtdiensten worden regionaal 2 clusters gevormd, die tijdens de vrijdag- en zaterdagnacht beide één OvD-P (tevens HovJ) in dienst hebben. Gedurende de overige nachtdiensten is voor de hele regio één OvD-P (tevens HovJ) beschikbaar. In een buurcluster is dan ook een HovJ beschikbaar; deze wordt o.a. geleverd vanuit de ondersteunende diensten. Afhankelijk van het district kan het aantal OvD-P-diensten variëren, het gemiddelde ligt rond de 5 diensten per periode van 4 weken. In CTPI-verband vertegenwoordigt de dienstdoende OvD-P de politie. De OvD-P neemt bij aanvang van de dienst vanaf de eigen werkplek contact op met de voorganger en meldt zich aan bij de Meldkamer. Hij/zij wordt daarbij gebrieft en de eigen bereikbaarheid wordt doorgegeven. Daadwerkelijk optreden vindt veelal plaats op verzoek van de Operationeel Coördinator. In de districten wordt een OvD-rapport opgesteld dat via het BPS raadpleegbaar is. De OvD-P dient na een oproep binnen de 30 minuteneis ter plaatse te zijn. FUNCTIEASPECTEN
De functie van OvD-P is gekoppeld aan het niveau van leidinggevende op operationeel teamniveau in de schalen 9 t/m 12. De Operationeel Coördinator heeft schaal 8. De competentie-eisen zijn daarbij ook afgestemd op de competentieprofielen van de (uitvoerend) teamchefs. Deze eisen hebben betrekking op organisatie-integriteit (betrokkenheid bij de organisatie en het vak), taakgericht leiderschap (dirigeren, delegeren, begeleiden e.d.), communiceren (luisteren en weten), conceptueel vermogen (zicht op structuur, verband en samenhang), besluitvaardig, samenwerkingsvermogen en stressbestendigheid (gelijkmatig presteren onder druk). De functie-eisen zijn ontleend aan het Referentiekader CCB2002 en betreffen het OvD-certificaat, het certificaat HovJ, de basisopleiding PD, werkervaring als
75
leidinggevende en de RTGP-verplichtingen als vuurwapendragende. Het korps werkt met een uitgebreid opleidings – en oefeningskader voor nieuwe en fungerende OvD-P’s. Tijdens een 2-daagse interne instructiebijeenkomst werden CCB/SGBO-structuren, justitiële aspecten en politie-, brandweer-, GHOR en gemeentelijke processen behandeld, De instructie werd afgesloten met een oefening. De theoretische en praktische opleiding zijn per 1 januari 2006 overgenomen door de Politieacademie. De opleidingseis genoemd in het Referentiekader CCB2002 is – gezien de ontwikkelingen bij de Politieacademie – vertaald in de huidige nieuwe opleiding met praktijkweek. Via roostersystematiek en verdeling over de districten c.q. clusters wordt voldaan aan de eis van de aanrijtijd. Er worden periodiek multidisciplinaire oefeningen gehouden, waarin de OvD-P functioneel participeert. Het betreft z.g. tabletop-oefeningen; zij zijn vastgelegd in een Oefenjaarplan, dat is gebaseerd op het meerjarig multidisciplinair Oefenbeleidsplan. Met het huidige oefenprogramma komen de OVD-P’s gemiddeld 1 x per 2 jaar in aanmerking voor een praktische oefening. Van de geslaagde OvD-P’s in de nieuwe opleiding is ruim 50 % in het bezit van een geldig HovJ-certificaat (november 2006). ONTWIKKELINGEN
De implementatie van de OvD-P vanaf 2004 heeft geleid tot een doorlichting van de functie, waarbij door het Regionaal Veiligheidsoverleg (RVO) diverse besluiten zijn genomen. Het betreft ondermeer de ontkoppeling van de gecombineerde functie OvD-P/HovJ (verschillende aard van de functies) en het handhaven van de koppeling OvD-P/(uitvoerend)teamchef (aanvulling over en weer van competenties). Daarnaast moet de rol- en taakverdeling tussen de Operationeel Coördinator en de OvD-P verduidelijkt worden. Het RVO onderschrijft de overweging om nieuw te benoemen UTC’s als aanstellingseis in het MD-traject de OvD-training te laten volgen. In het regiokorps Utrecht is een virtuele oefenmogelijkheid bekeken. Gelet op de huidige investering en het rendement is het voor het eigen korps mogelijk een optie op de langere termijn.
76
KO R P S B E E L D ROT T E R DA M - R I J N M O N D O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• De Chef van Dienst, taken en verantwoordelijkheden (concept); • COPI-lid, taken en verantwoordelijkheden (concept); • Competentieprofiel COPI-lid Politie Rotterdam-Rijnmond (concept). H U I D I G E S I T U AT I E
Het korps heeft de referentie 19 uit het Referentiekader CCB2002 ingevuld, maar daarbij onderscheid gemaakt tussen de functie’s van Chef van Dienst (CvD) en lid van het COPI (Commando Plaats Incident). Het concept functieprofiel voor de Chef van Dienst is opgesteld mede aan de hand van de Leidinggevende takenmatrix (LGM) en het Deelplan politie. Dit deelplan politie is opgesteld conform het landelijke model en de vigerende wet- en regelgeving. Hierin zijn opgenomen de kaders die zijn afgesproken met de betreffende ketenpartners. Het monodisciplinaire Deelplan politie is inmiddels door de korpsleiding vastgesteld. Het concept functieprofiel COPI-lid komt eveneens uit het Deelplan voort. De daarin opgenomen taken en bevoegdheden hebben een meer vakspecialistisch en ondersteunend karakter. Het korps kent geen formele, regiobreed geldende regeling voor de CvD. Feitelijk zijn er op districtelijk niveau regelingen getroffen met betrekking tot de functie, waarin de taken en verantwoordelijkheden uit bovengenoemde profielen zijn beschreven. De CvD valt onder het beheer van het hoofd Directe Hulpverlening van het betreffende district waar hij/zij werkzaam is en onder verantwoordelijkheid van de districtmanager. Eén van de Districtschefs is op Korps Management Teamniveau proceseigenaar voor de Directe Hulpverlening. Het COPI fungeert onder beheer van het bureau CCB. Het Diensthoofd EXO is (proces)verantwoordelijke en tevens portefeuillehouder CCB). P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
Chef van Dienst De CvD is verantwoordelijk voor de leiding aan het primaire proces. Hij/zij draagt zorg voor zodanige condities, randvoorwaarden en beslissingen dat goede incidentafhandeling plaatsvindt. Daarnaast wordt een aantal beheersmatige taken uitgevoerd, zoals zorg voor de afhandeling van geweldsrapportages, klachten, en ziekmeldingen en controle op de inzet van het personeel. De CvD is tevens HovJ. De taken worden uitgevoerd in het district waar men is aangesteld. De CvD fungeert als aanspreekpunt voor CvD’s uit andere districten en is aanspreekpunt voor de Gemeenschappelijke Meldkamer. Overigens blijft hij/zij eindverantwoordelijk voor het primaire proces. Naast de hiervoor genoemde algemene taken zijn er specifieke taken in geval van incidenten en calamiteiten waarbij opgetreden wordt als ‘Leider
77
Plaats Delict’. De CvD doet dit totdat zijn taak door anderen wordt overgenomen of als er wordt opgeschaald. Hij/zij heeft in dat kader belangrijke taken met betrekking tot alarmering en het informeren van chefs en autoriteiten. De CvD coördineert de inzet van de betrokken eenheden en vraagt eventueel assistentie aan. Hij/zij heeft evenals iedere executieve medewerker via intranet de beschikking over diverse protocollen en checklists. Elk district heeft voor de CvD een opvallende surveillancewagen beschikbaar. Deze wagen is onder meer uitgerust met een GPS-navigatiesysteem en een reflecterend vest met de opdruk ‘Chef van Dienst’. Alle CvD’s zijn vuurwapendragend. COPI-lid Indien een incident vraagt om coördinatie en afstemming van hulpverleningsdiensten, dan kan de CvD de beslissing nemen tot het instellen van een COPI en een GRIP uitroepen. Het COPI-lid ontlast de CvD door deel te gaan uitmaken van dit commando. De CvD houdt zich vanaf dat moment bezig met de uitvoerende politietaken en zoekt daarbij afstemming met het COPI-lid van de politie. De politievertegenwoordiger in het COPI wordt ingezet ten behoeve van de gecoördineerde incidentenbestrijding. Hij/zij ondersteunt de CvD. De functie binnen het COPI en die van CvD kunnen niet gelijktijdig uitgevoerd worden. Het COPI-lid bewaakt de uitvoering van de zeven politieprocessen en coördineert met de CvD de inzet van eenheden, verstrekt informatie, vraagt assistentie aan en overlegt en stemt af met de andere multidisciplinaire diensten in het COPI. Voor COPI-leden is aanvullend een reeks van protocollen en checklists beschikbaar. Voor de werkzaamheden is een speciaal ingericht voertuig beschikbaar (VW-transporter) met diverse verbindingsmiddelen, een laptop, diverse naslagwerken en landkaarten. Tevens beschikken zij naast hun reflecterende vest met opdruk ‘COPI’ over brandwerende kleding, brandweerschoenen en een veiligheidshelm. Het COPI-lid is vuurwapendragend. O R G A N I S AT O R I S C H E P O S I T I E
De CvD- taak wordt uitgevoerd door de teamchefs van een district. Zij doen dienst bij de Directe Hulpverlening, wijkpolitie of opsporing. Hij/zij is tevens HovJ. Er zijn 196 CvD’s (september 2006). In elk district is 24 uur per dag een CvD aanwezig. Hij/zij is tijdens de dienst verantwoordelijk voor alle lopende processen in het district, dus ook voor die van andere, niet districtsgebonden afdelingen of korpsonderdelen zoals de Vreemdelingendienst, de Dienst Levende have of de Verkeerspolitie wanneer zij in het werkgebied van de CvD hun functie uitoefenen. Een arrestant van de verkeerspolitie wordt bijvoorbeeld voorgeleid aan de Chef van Dienst van het district waar de aanhouding werd verricht. De CvD is over het algemeen een operationeel leidinggevende uit één van de processen Wijkpolitie, Directe Hulpverlening of Opsporing. Het is niet mogelijk om aan te geven hoe vaak iemand per periode CvD is. De CvD-dienstroosters lopen parallel aan de roosters van de Directe Hulpverlening, waardoor dat proces de meeste CvD-diensten
78
voor haar rekening neemt. Er is geen formele bereikbaarheidseis vastgesteld. De CvD wordt 24 uur per dag, zeven dagen in de week ingezet. Er mag van uitgegaan worden dat een CvD binnen 15 minuten op een plaats incident kan zijn. Rapportage vindt plaats door middel van overdrachtsrapporten. De CvD draagt zijn dienst over voorafgaand aan de briefing van de in dienst tredende ploeg van de Directe Hulpverlening. Tijdens deze briefing worden de bijzonderheden van de vorige dienst meegedeeld. De roosters van de CvD’s zijn overlappend, zodat een goede overdracht mogelijk wordt gemaakt. De CvD verlaat zijn post niet eerder dan zijn opvolger in dienst is gekomen en er een overdracht van de dienst heeft plaatsgevonden. De COPI-leden zijn leidinggevenden van de Wijkpolitie, de Directe Hulpverlening of de Opsporing. Er zijn 6 COPI-leden (september 2006), die op basis van consignatie werken; in de praktijk hebben zij één week per zes weken piketdienst. De frequentie waarmee zij ingezet worden, is afhankelijk van het aantal incidenten dat zich voordoet. Gemiddeld vinden er in de regio zestien GRIP-incidenten per jaar plaats. Voor de COPI-leden geldt de 30 minuten bereikbaarheidseis conform het Referentiekader CCB2002. FUNCTIEASPECTEN
De CvD is een inspecteur van politie of hoger (schaal 9). Hij/zij heeft minimaal een diploma Operationeel Leidinggevende Leergang (OLL) of Leergang Tactisch Management (LTM) en is gecertificeerd als HovJ. De CvD neemt deel aan de diverse interne beroepsvaardigheidstrainingen, zoals plaats delictmanagement, crisisbeheersing en terrorismebestrijding. Er is geen specifiek oefenprogramma voor de CvD. Wel zijn er oefeningen geweest waarbij ook de CvD werd betrokken. Er is een themadag voor de CvD in voorbereiding waarbij naast een theoretisch deel ook een tabletop-oefening gepland staat. Mogelijk volgen in de toekomst meer structurele themadagen voor de CvD. Voor de COPI-vertegenwoordiger zijn functiecriteria benoemd: • operationele ervaring als CvD op leidinggevend niveau en met werkzaamheden bij grootschalig en bijzonder optreden (rampenbestrijding); • politieel basisdiploma, certificaat HovJ en de basisopleidingen CRB en PD-management; • reguliere functie op het niveau van Chef Directe Hulpverlening, wijkteam of hoger. Het korps heeft een competentieprofiel voor het COPI-lid, waarin cultuurcompetenties (o.a. resultaten en integriteit), clustercompetenties (zoals leidinggevend vermogen en delegeren) en functiecompetenties (omgevingssensitief, doortastend) zijn opgenomen. Deze functionarissen worden intern opgeleid. Voor de COPI-leden is er een jaarlijks terugkerend multidisciplinair trainingsprogramma. De eerste dag bestaat uit een theoretisch en een oefendeel. De tweede dag uit twee oefeningen (in totaal drie oefenmomenten/scenario’s). Aan deze oefeningen doen ook CvD’s en meldkamerpersoneel mee, die tijdens de oefening hun eigen functie vervullen. Daarnaast nemen de COPI-leden deel aan de zogenaamde Deltalinq-oefeningen,
79
die eenmaal per jaar onder regie van de Veiligheidsregio plaatsvinden. Verder is er zes maal per jaar een bijeenkomst voor COPI-leden waarbij de laatste ontwikkelingen op het vakgebied worden besproken. De CvD’s en de COPI-leden zijn verplicht deel te nemen aan de IBT, waarvan naast de schietvaardigheid en de aanhouding- en zelfverdedigingvaardigheden ook het zogenaamd Situationeel Politieoptreden deel van uitmaakt. Laatstgenoemde training is voor de COPI-leden verplicht (eenmaal per jaar). De multidisciplinaire oefeningen worden geëvalueerd. Naar behoefte wordt ook monodisciplinair geëvalueerd. Van de drie oefenmomenten in het tweedaagse programma voor COPI-leden wordt de eerste op teamniveau en worden de twee laatste op persoonlijk niveau geëvalueerd. Deze evaluaties worden uitgevoerd door een professioneel consultancybureau. ONTWIKKELINGEN
In het korps wordt al op de hiervoor omschreven wijze gewerkt. De hierboven uitgewerkte functies zijn nog niet geformaliseerd, maar wel voorgelegd aan de korpsleiding. Plannen in de zeer nabije toekomst zijn de ontwikkelingen rondom de functionaliteit van een OvD-Politie. In dat traject kan de formalisering van de taken en verantwoordelijkheden van de CvD plaatsvinden.
80
KO R P S B E E L D Z U I D - H O L L A N D - Z U I D O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• 2005, Regeling Officier van Dienst; • actueel, Handboek Chef van Dienst. H U I D I G E S I T U AT I E
Het korps heeft in aansluiting op het Referentiekader CCB2002 de functie van Officier van Dienst-Politie ingevoerd. Er is behoefte aan een opgeleide functionaris die bijzonder kennis heeft en verantwoordelijk is voor het nemen van maatregelen bij onvoorziene, grootschalige incidenten en bijzonder gebeurtenissen. Er is daarbij aansluiting gezocht bij de ontwikkeling binnen de Brandweer en de GHOR. Daarnaast is de functie van Chef van Dienst (CvD) gehandhaafd. De regeling van beide functies is op elkaar afgestemd. Hij geldt regionaal en is zowel op inhoud als op planning ingevuld. Het beheer en de uitvoering van de regeling vindt plaats door een begeleidingscommissie, onder eindverantwoordelijkheid van de portefeuillehouder Noodhulp van de Chef Divisie Uitvoerings Ondersteuning. Het korps heeft een regeling PD-management (voor inzet van de recherche), een regeling Incident-management (voor grootschalige en complexe aanrijdingen op snelwegen) en een regeling CTPI-management die door de korpsleiding zijn vastgesteld. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De taken van de OvD-P en CvD lopen voor een groot deel parallel. Hij/zij stuurt het operationele proces aan, coacht en begeleidt medewerkers en fungeert als aanspreekpunt. De OvD-P/CvD gaat (on)gevraagd naar incidenten waar zijn/haar aanwezigheid noodzakelijk lijkt en neemt ter plaatse de leiding. Hij/zij beslist over de inzet van (extra) personeel, bijzondere eenheden of materiaal, treedt op als tijdelijk intermediair tussen politie, justitie, bestuur en pers, ziet toe op naleving van veiligheidsvoorschriften en protocollen door het personeel en informeert lijnchefs, het korpspiket en andere functionele piketvormen. De functie heeft als belangrijk bestanddeel het onderhouden van contacten en afstemmen van werkzaamheden met de andere hulpdiensten wanneer er sprake is van gezamenlijke inzet. Het Handboek CvD is een naslagwerk met wettelijk vastgestelde procedures waarin tientallen incidenten, instructies en processen zijn opgenomen, die als leidraad dienen voor de operationele taakuitvoering. Iedere CvD is HovJ. Bij een GRIP-situatie wordt een gelabelde CvD OvD-P. Zijn/haar taken als CvD worden door tussenkomst van het Informatie en Coördinatiecentrum (ICC, tijdens kantooruren) c.q. het Gemeenschappelijke Meldcentrum (GMC, buiten kantooruren) overgenomen door de nieuwe CvD. De CvD en OvD-P zijn bij een operationele inzet leidinggevenden. De OvD-P/CvD verricht zijn dienst in uniform met de bijbehorende bewapening
81
(dienstvuurwapen e.d.) en uitrusting (o.a. een groen OvD-P-hesje en een blauw CvD-hesje). Hij/zij beschikt over een opvallend politievoertuig met de nodige verbindingsmiddelen. O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
De functie van CvD wordt uitgevoerd door executieve medewerkers van schaal 9 t/m 12, uitgezonderd RMT-leden (i.v.m. korpspiket) en een aantal specifieke functies binnen de recherche die HovJ-gecertificeerd zijn. Voor de functie van OvD-P moet minimaal 1 jaar ervaring opgedaan zijn in de functie van CvD. Er is sprake van een 24-uurs bezetting van de OvD-P in die zin dat permanent tenminste één OvD-P in de regio beschikbaar en inzetbaar is. Gedurende de vrijdag- en zaterdagnacht is in elk district een OvD-P/CvD in dienst van wie er één regionaal de rol van OvD-P vervult. In totaal zijn er inmiddels 58 fungerende OvD-P’s (juni 2006). De OvD-P’s lossen elkaar in functie af, waarbij overdracht van informatie plaats vindt. Er wordt een OvD-P/CvD-journaal bijgehouden dat regiobreed toegankelijk is voor alle OvD-P’s en CvD’s. De OvD-P meldt zich bij aanvang van de dienst bij de GMC. De OvD-P is leidend op het plaats incident; de GMC is leidend in het aansturen van voertuigen en personeel. Verder zijn beide ondersteunend en aanvullend aan elkaar. Voor recherchezaken (kapitale delicten) is er een Leider Plaats Delict en een Beheerder Plaats Delict. Voor specifieke items van vreemdelingenzorg is er door de leidinggevenden van deze afdeling een piketregeling ingevuld. De OvD-P draagt zorg voor het toepassen van PD-management, opschaling in het kader van GRIP en vertegenwoordigt de politie in het COPI. Er is geen bereikbaarheidseis in tijd afgekaderd, omdat er 24 uur per dag een OvD-P fysiek in dienst is voor de regio. FUNCTIEASPECTEN
De OvD-P is een executieve functionaris vanaf schaal 9, die tenminste een jaar als CvD heeft gefunctioneerd. Alle OvD-P’s zijn in het bezit van het certificaat OvD-P. Een deel via de OLL of TLL van de Politieacademie, de overigen door dezelfde opleiding die is georganiseerd door het korps. Aanwijzing vond plaats op basis van een kandidatenlijst van de voorzitter van de Stuurgroep Noodhulp in samenspraak met de verschillende districts- en divisiechefs. De in- en uitstroom van deze namenlijst valt onder verantwoordelijkheid van de borgingscommissie. Jaarlijks worden twee dagdelen georganiseerd voor de OvD-P’s/CvD’s in het kader van doorontwikkeling, casuïstiek, kennisverbreding, intervisie en coaching. Bureau CCB zorgt dat alle OvD-P’s jaarlijks deelnemen aan vier oefendagdelen in samenwerking met de brandweer en de GHOR. Daarnaast volgt men twee keer per jaar gedurende 1,5 dagdeel een virtuele oefening. De fungerende OvD-P’s voldoen aan de gestelde eisen conform het Referentiekader CCB2002 (certificaten HovJ respectievelijk OCR en PD-management). Er zijn instructiedagdelen en een multidisciplinaire oefenprogramma voor de OvD-P, die verplicht en door allen gevolgd zijn. Een CvD functioneert niet per definitie als OvD-P.
82
De functies van OvD-P en CvD zijn een neventaak van in veel gevallen executieve leidinggevenden. Voor deze reguliere functie gelden functie- en competentieprofielen. Het functioneren van de OvD-P/CvD wordt betrokken in het reguliere functioneringsof beoordelingsgesprek. ONTWIKKELINGEN
Als monitor van de taakuitvoering zal het journaal maandelijks worden geanalyseerd op relevante casuïstiek voor professionaliseringsbijeenkomsten. De OvD-P/CvD regeling wordt door de begeleidingscommissie geëvalueerd.
83
KO R P S B E E L D Z E E L A N D O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• • • •
2003, Regeling Officier van Dienst; 2003, Protocol Operationele sturing; 2004, Evaluatie instituut Officier van Dienst; 2006, begeleidende brief bij documenten Officier van Dienst. H U I D I G E S I T U AT I E
Het korps is in 2003 overgegaan tot de invoering van de functie van Officier van Dienst (OvD). Aanleiding waren de uitgangspunten van het Referentiekader CCB en de wens van een sluitende sturing op de operationele processen, specifiek gericht op de Zeeuwse situatie. Deze sturing betrof het operationele proces in de wijkzorg en de noodhulp. Daarnaast was er aandacht voor de informatieoverdracht en continuïteit in de personeelszorg. De OvD-functie is vastgelegd in een regeling, die inmiddels is geëvalueerd. Binnen de kaders van de operationele sturing is de functie van OvD voor een belangrijk deel gelieerd met taken van de teamchef. Dit komt onder meer tot uitdrukking in de functie van de Officier van de week, die gedurende een week tijdens de daguren de HovJ- en OvD-taken uitvoert. In de operationele uitvoering van de OvD-taak zijn er relaties met de Locatiecoördinator (brigadiers met een coördinerende taak in het werkaanbod binnen het bureau ter ondersteuning van leidinggevenden) en de eerste eenheid die ter plaatse is (taken in het kader van de eerste voorzieningen bij rampenbestrijding, zoals een eerste inschatting van de gevaarzetting en de situatie en het informeren van de Gezamenlijke Meldcentrale Zeeland (GMZ). De districtschef Walcheren is de procesverantwoordelijke voor de OvD-regeling. Het korps heeft de regeling PD-management in 2003 vastgesteld, waarna implementatie heeft plaatsgevonden. De regeling CTPI-management is opgenomen in de ‘Algemene regeling Grootschalig en Bijzonder Optreden’, die in 2005 door de korpsleiding is vastgesteld. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De OvD treedt op namens een verantwoordelijke districtschef en geeft sturing aan de processen reguliere bedrijfsvoering en noodhulp. In het licht van de prioritering van meldingen (1, 2 en 3) heeft de OvD (bij afwezigheid van de teamchef) een coördinerende en sturende taak bij incidenten met directe impact voor de openbare orde, het leven of gezondheid voor personen dan wel materiele belangen, waarbij inzet van meerdere diensten vereist is. Dit geldt ook voor ernstige misdrijven met een maatschappelijke impact. De OvD gaat daarbij ter plaatse om op te treden als leidinggevende bij het incident (of doet dat vanuit de GMZ) of bij het strafbare feit (als HovJ of leider van het strafrechtelijk onderzoek).
84
De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de OvD zijn gerelateerd aan de processtappen bij incidenten en niet exclusief aan zijn/haar functie gebonden. Zij kunnen ook door de teamchef worden uitgevoerd. Het betreft de coördinatie van informatie, het opstarten van het COPI, veiligheidsmaatregelen in brede zin, opschaling, vastleggen van waarnemingen, e.d. De OvD is verantwoordelijk voor debriefing bij calamiteiten en de verslaglegging aan de teamchef en de districtschef. Op basis van wettelijke voorschriften (HovJ vereist), de ernst van het feit, op verzoek van de eerste eenheid ter plaatse of na inschatting en overleg met de functionaris GMZ en OvD wordt bepaald of een teamchef of een OvD ter plaatse gaat. Voor de uitvoering van zijn/haar taak kan de OvD gebruik maken van protocollen en instructies in rampbestrijdingsplannen en draaiboeken e.d. De OvD kan voor de uitvoering van zijn/haar taak beschikken over een eigen opvallend voertuig met verbindings- en communicatiemiddelen en de gebruikelijke politie-uitrusting. O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
Alle executieve functionarissen in de schalen 9 t/m 12 komen in aanmerking voor de functie van OvD. Het betreft de teamchefs van de districten en divisies en functionarissen vanuit stafdiensten, bedrijfsvoering, P&O en het Stafbureau Korpsleiding. Het korps kent naast de OvD de functie van OvD van de week, die feitelijk dezelfde taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft. Het verschil zit in de diensttijden en het werkgebied, namelijk alleen van 07.00 -15.00 uur en binnen het eigen district. Deze functie wordt uitgevoerd door de wijkteamchefs. De OvD-diensten worden in een 24-uurs dienstverband uitgevoerd. Regionaal functioneren er in de avond- en nachtdiensten 2 OvD’en. Op vrijdag- en zaterdagavond en –nacht zijn er 3 OvD’en in dienst van wie minimaal 1 respectievelijk 2 teamchef bij de wijkzorg zijn. De OvD’en niet-zijnde wijkteamchefs doen gemiddeld twee diensten per periode. De overige diensten (inclusief de ochtenddiensten op de districten) worden uitgevoerd door de wijkteamchefs. De OvD doet alle voorkomende OvD-werkzaamheden. Bij de Divisie Regionale Recherche wordt bij geplande zaken eerst uit eigen gelederen geput. Indien meerdere HovJ’s nodig zijn wordt een beroep gedaan op de OvD’en van de regio. Ten aanzien van vreemdelingenzorg kan de OvD een beroep doen op de piketfunctionaris Vreemdelingenpolitie. In overleg wordt dan bepaald wie de zaak vervolgens afhandelt. Bij grootschalige evenementen wordt districtelijk in de OvD-leiding voorzien. Het korps beschikt over 69 fungerende OvD’en (juni 2006). De planning van de regionale OvD’en vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de portefeuillehouder Capaciteitsmanagement. Het korps heeft geen bereikbaarheidseis conform het Referentiekader CCB2002. In de beschrijving Werkprocessen-Politie is vastgelegd wat de activiteiten van de OvD zijn (per proces); elke OvD is hiervoor inzetbaar. Bij opkomst in dienst vindt er afstemming plaats met de collega OvD; dit wordt
85
kortgesloten met de GMZ. Bij bijzonderheden wordt er gerapporteerd aan de betreffende team- of districtschef en/of het beleidspiket. Indien er geen bijzonderheden zijn, hoeft er geen rapportage plaats te vinden. Een verantwoordingsplicht ten aanzien van de werkzaamheden is er aan de Korpschef. FUNCTIEASPECTEN
De OvD-werkzaamheden zijn als functionaliteit een onderdeel van de functies in de schalen 9 t/m 12. De aanstellingseisen zijn ontleend aan het Referentiekader CCB2002 en betreffen het certificaat hulpofficier van Justitie, de basis OCR-opleiding en de opleiding PD-management. Nieuw aangestelde OvD’en lopen een aantal keren mee met ervaren OvD’en. Er is geen competentieprofiel vastgesteld voor de OvD. Tweemaal per jaar wordt er een themadag georganiseerd waarin specifieke onderwerpen worden behandeld zoals informatie gestuurd politiewerk, gewenste wijzen van aansturing en het functioneren als HovJ (in 2002 en 2003 in samenwerking met het Openbaar Ministerie). Medewerkers worden ingezet als OvD als ze aan alle eisen voldoen. Alle OvD’en zijn gecertificeerd als HovJ en hebben deelgenomen aan de opleiding PD-management. Op korte termijn heeft iedereen de basisopleiding OCR gevolgd. In het kader van multidisciplinair oefenen worden er jaarlijks COPI-trainingen opgezet waarin de OvD participeert. De OvD’en zijn verplicht deze training te volgen. Momenteel zijn er meer OvD’en dan trainingsmogelijkheden; 30 OvD’en hebben de training gevolgd. ONTWIKKELINGEN
De regeling uit 2003 is geëvalueerd en heeft geleid tot een Bijstellingsnota 2005. Hierin is het OvD-schap als taakaccent voor teamchefs bevestigd. Er wordt voor de dienstuitvoering zelf geen onderscheid meer gemaakt ten aanzien van OvD’en die geen teamchef zijn. De OvD van de week blijft een teamchef Wijkpolitie; de overige regionale OvD-diensten worden door iedereen uitgevoerd. Laatste evaluatie van de regeling was in begin 2006 en betrof de opgegeven tijden van dienstdoende OvD’en. De informatiebronnen ten behoeve van de taakuitvoering zijn beschikbaar, maar zullen digitaal ontsloten en zo toegankelijk gemaakt worden ten behoeve van de dienstuitoefening. Een intranetsite voor de OvD zal worden ingevuld. In 2006/2007 is een virtuele oefening OvD gepland als voorbereiding op de OvD-opleiding van de Politieacademie. De OvD-regeling wordt halfjaarlijks geëvalueerd in het plannersoverleg en waar nodig bijgesteld.
86
K O R P S B E E L D M I D D E N - E N W E S T- B R A B A N T O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• 2005, Nota Visie op de noodhulp; • 2002, Overzicht afspraken bijeenkomst Chefs van Dienst, District Bergen op Zoom; • 2002, Nota districtelijke coördinatie/aansturing (OvD-nota), District Oosterhout. H U I D I G E S I T U AT I E
Het korps heeft de inrichting van de noodhulp herzien. Daarin is tevens de positie van de Officier van Dienst (OvD) meegenomen. In de bestaande situatie is nog sprake van een grote poule roulerende OvD-P’s, die qua werkwijze zowel op het functionele als het personele vlak weinig directe betrokkenheid hebben met de taakuitvoering van de noodhulp. In de nieuwe situatie komt er in elk district een gecentraliseerde eenheid voor de uitvoering van de noodhulpdienst, die zonodig districtsoverschrijdend kan werken. De positie van de OvD-P sluit daarbij aan op de kwaliteitseisen die aan de sturing in het proces noodhulp worden gesteld. In de bestaande situatie hebben twee districten afspraken cq een nota vastgesteld met betrekking tot de functie van Chef van Dienst/Officier van Dienst. In de twee andere districten is sprake van een inzetschema. Het korpsbeeld gaat vooral in op de nieuwe situatie, waarvan de invoering begin 2007 zal plaatsvinden. De regionale proceseigenaar Noodhulp is procesverantwoordelijke. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De functie van de CvD’s maakt thans onderdeel uit van de taak van de operationele chef van de Noodhulpteams, aangevuld met een selectie vanuit de geografische teams. Uit de documenten van bovengenoemde districten blijkt dat de functie van CvD zowel operationeel aansturende (ter plaatse leidinggeven) als beheerstaken (naleving ATW, geweldsrapportage, e.d.) kent ten behoeve van de noodhulp. Voor de OvD is naar aanleiding van landelijk beleid aansluiting gezocht bij de ontwikkelingen van de overeenkomstige functies bij de andere parate diensten. In de nieuwe – regiobrede – situatie heeft de functie van de OvD-P betrekking op sturing, monitoring en informatie. De OvD is de eerst verantwoordelijke voor de aansturing van het noodhulpproces. Hij/zij ziet toe op een juiste uitvoering van het proces noodhulp. In voorkomende gevallen gaat de OvD-P ter plaatse, neemt daar de leiding en beslissingen. De OvD-P ziet toe op naleving van de Arbeidstijdenwet en de kwaliteitseisen met betrekking tot mensen en middelen in het noodhulpproces. Voorts is hij/zij verantwoordelijk voor de uitvoering van geplande aanhoudingen en toetst in zijn hoedanigheid van HovJ ambtshandelingen. De OvD-P is verantwoordelijk voor de informatieoverdracht naar de eenheden en voor (de)briefing van de eenheden. De OvD doet dienst in uniform, beschikt over een eigen opvallend voertuig en over de nodige uitrusting (verbindingsmiddelen, bewapening, e.d.).
87
O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
CvD-diensten worden thans uitgevoerd door nagenoeg alle leidinggevenden: districtchefs, hoofden Politiële Bedrijfsvoering, teamchefs, operationele chefs. Er zijn hiervoor tussen de 150 en 170 medewerkers beschikbaar. De taken richten zich op de uniformdienst. De functie is 24 uur bezet. De frequentie van CvD-diensten varieert van één tot vier à vijf keer per periode. Het korps kent ook een BPF-C functionaris met een coachende rol voor de medewerkers op straat, waarbij het gaat om zijn/haar vakkennis. In de nieuwe situatie is in elk district sprake van een 24-uursbezetting voor de functie van OvD-P. De diensten worden in het eigen district uitgevoerd, waarvoor per district 6 Operationele Chefs aan het districtelijke noodhulpteam zijn toegevoegd. De OvD-P diensten worden samen met de leidinggevenden van het districtelijke noodhulpteam uitgevoerd. Voor de ondersteuning in de dagelijkse operationele aansturing door de OvD-P is een poule van leidinggevenden beschikbaar. De OvD-P is samen met de Gemeenschappelijke Meldkamer verantwoordelijk voor de sturing en coördinatie in het proces noodhulp. De GMK stuurt de eenheden feitelijk aan, de OvD-P is eindverantwoordelijk. De OvD-P informeert waar nodig het betreffende team en draagt zaken zonodig over aan een leidinggevende van het team. FUNCTIE-ASPECTEN
De huidige CvD-functie wordt primair ingevuld door de Operationele Chef A of B en soms teamchefs (schaalniveau 9 t/m 11). Er is een multidisciplinair meerjaren oefen- en beleidsplan 2006 – 2009 voor de functionarissen die participeren in GRIP 1 t/m 4. Van het huidige aantal CvD’s kan jaarlijks ongeveer eenderde meedoen aan het jaarlijkse multidisciplinaire activiteitenplan. De functie van OvD-P wordt uitgevoerd door leidinggevenden met een gedegen kennis en ervaring in de meest voorkomende operationele werkzaamheden binnen de noodhulp. ONTWIKKELINGEN
Het korps is bezig met het ontwikkelen van een GRIP-referentiekader en van de competentieprofielen van de daarin participerende politiefunctionarissen. Daarin wordt ook de positie van de OvD in het COPI geregeld. Indien de nieuwe regeling is ingevoerd, zal er evaluatie plaatsvinden.
88
K O R P S B E E L D B R A B A N T- N O O R D O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• 2002, Regeling Officier van Dienst, opschalen, korpspiket, strategisch piket en waarschuwen. H U I D I G E S I T U AT I E
De regeling over de inzet van de Officier van Dienst (OvD) is onderdeel van een Algemene Basisregeling waarin het protocol van opschalen en waarschuwing van korpspiket en strategisch piket binnen het korps is vastgelegd. Voor specifieke gevallen zoals rampenbestrijding, inzet van recherche bijstandteams en arrestatieteams zijn nadere regelingen en draaiboeken opgesteld. Naast de algemene basisregeling zijn hierin taken en bevoegdheden van de OvD vastgelegd. De procesverantwoordelijkheid met betrekking tot de regeling is ondergebracht bij de plaatsvervangend korpschef. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De OvD heeft een functie in geval de noodzaak van opschaling zich voordoet. In eerste instantie neemt in voorkomende situaties de eerst ter plaatse aanwezige politie-eenheid de coördinatie en afhandeling van het incident op zich. Afhankelijk van de situatie wordt de sturing overgenomen door een brigadier van het district. De OvD fungeert als verbindende factor in de uitvoering en begeleidt, ondersteunt en geeft sturing aan medewerkers in het operationele proces. Hij/zij beslist in voorkomende situatie over inzet van eenheden uit andere districten en assistentieverzoeken uit andere regio’s. De OvD is tevens HovJ. In samenspraak met het korpspiket (districtschef of lid van de korpsleiding) vindt afstemming plaats over eventuele verdere opschaling. In het proces van het waarschuwen van leidinggevende functionarissen en gezagsdragers is de OvD de aangewezen functionaris om de eerste afweging te maken. Dat geldt voor benoemde incidenten, zoals zaken met grote persbelangstelling of hoog afbreukrisico, ernstige ordeverstoringen, indringende kwesties met personeelsleden, vuurwapengebruik, ernstige delicten, enz., maar ook in andere gevallen die hij/zij geacht wordt ter beoordeling voor te leggen aan het korpspiket. De OvD heeft hierbij de beschikking over regelingen en draaiboeken, die – indien gereed – beschikbaar zijn in de meldkamer. Door de diversiteit aan opkomstplaatsen neemt de OvD bij aanvang van zijn dienst een vervoermiddel dat op dat moment daar beschikbaar is. De OvD beschikt wel over eigen volledige bewapening en andere uitrusting. O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
In principe voorziet elk district in de aanwezigheid en beschikbaarheid van een OvD. Functioneel beslaat het werkterrein alle onderdelen van de politietaak. De OvD-functie wordt uitgevoerd door alle executieve medewerkers vanaf schaal 9. Uitgezonderd zijn de medewerkers die korpspiket hebben en medewerkers van wie de functie niet verenigbaar is met hun reguliere functie (CIE e.d.).
89
Er zijn ongeveer 90 fungerende OvD’en (juni 2006). Voor de uitvoering van de regeling is de regio in twee clusters van districten verdeeld. Er is sprake van een 24-uurs-bezetting. Op werkdagen van 07.00 - 17.00 uur voorzien de districten in eigen beheer voor een OvD. De nachtdiensten, m.u.v. van zaterdag en zondag worden per cluster uitgevoerd door de OvD’en uit de betreffende districten en de aan die districten toegewezen OvD’en. De overige diensten worden per district (dan wel cluster) uitgevoerd door eigen en aan het district of cluster toegewezen OvD’en (afkomstig uit de ondersteunende diensten). Een OvD doet 1 keer per 4 (of 3) weken dienst. Vanwege de bereikbaarheidseis van 30 minuten is de regio in 2 clusters verdeeld. De meldkamer is verantwoordelijk voor de inzet van de eenheden, maar onder omstandigheden is de OvD bevoegd om na cq in goed overleg met de Meldkamer daarop in te grijpen. Het korpspiket heeft als functie het – zonodig – coachen van de OvD bij de uitvoering van de taak. Aan het eind van de nachtdienst informeert de OvD het korpspiket over het verloop van de dienst. Met de opvolgende OvD is (telefonisch) contact waarbij bijzonderheden worden doorgenomen. FUNCTIEASPECTEN
Voor de functie van OvD komen alle executieve medewerkers vanaf schaal 9 in aanmerking. De OvD moet in bezit zijn van het certificaat HovJ en de certificering op grond van de RTGP. Tevens is deelname aan de IBT-trainingen ten behoeve van de OvD een vereiste. Het korps heeft nog geen competentieprofiel van de functie. Iedere OvD kan 1 keer per jaar deelnemen aan een virtuele oefening in GRIP-situaties met brandweer en GHOR. Iedere oefening wordt door de instructeurs van de drie diensten geëvalueerd. Deelname wordt vanuit het bureau CCB bijgehouden. Daarnaast is er 1 à 2 keer per jaar een grootschalige oefening in Zweden of Engeland. Er is samenwerking met andere hulpdiensten, waarbij wordt deelgenomen aan virtuele en grootschalige oefeningen. Daarnaast wordt tijdens bijeenkomsten informatie over elkaars structuur en werkwijze gepresenteerd. Het functioneren als OvD wordt meegenomen in de POS-gesprekken (personeels-ontwikkelingssyteem). ONTWIKKELINGEN
Er wordt gewerkt aan een nieuwe OvD-regeling. Hierin worden alle Chefs Operationele Zaken en Teamchefs uit de BPZ verplicht aangewezen als OvD, aangevuld met een aantal optanten (executieven vanaf schaal 9 die voldoen aan de competenties). De regeling besteedt voorts aandacht aan opleidingseisen (OvD-certificaat van de Politieacademie), aanstellingseisen en competentieprofielen. Twee maal per jaar wordt door een werkgroep per cluster een bijeenkomst met de OvD’en georganiseerd, waarbij de regeling wordt geëvalueerd en verbeterpunten worden ingebracht.
90
K O R P S B E E L D B R A B A N T- Z U I D - O O S T O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• • • • • • •
2006, Overzicht bijstelling Regeling OvD 2006; 2006, Protocol Beleid Directe Hulpverlening 2005/0034; 2005, Richtlijn Informeren-Alarmeren van Afdelingsleiding; 2003, Functieprofiel OvD, GRIP-1 (CTPI, Coördinatie Plaats Incident); 2003, Nota 1.7 Opleidingsplan 2004 -2007 Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding; 2003, Nota 1.3 Model Rampenplan 2003 Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding; 2002, Nota OvD 2002 met OvD-regeling 2002. H U I D I G E S I T U AT I E
De Officier van Dienst (OvD) is sinds 1 januari 2003 in het korps een feit. De kaders voor de taken zijn vastgelegd in een beleidsnota, die door de Korpsleiding is vastgesteld en in de afgelopen jaren een aantal keren op basis van evaluaties is herzien. Thans is de Regeling OvD-2006 van kracht. De uitvoering van de regeling is een verantwoordelijkheid van de portefeuillehouder CCB en wordt beheerd door het Bureau CCB. De functie is bedoeld om uitvoering te geven aan het Referentiekader CCB2002 en tevens om in voorkomende situaties namens een afdelingsleiding op te kunnen treden. Er zijn naast de OvD geen andere voorzieningen zoals een Chef van Dienst of een Inspecteur van Dienst. Het korps heeft een regeling PD-management en CTPI-management, die door de Korpsleiding zijn vastgesteld. De Gezamenlijke Recherche (GR) kent vanuit ABRIO een regeling PD-management met een Leider Plaats delict (LPD). Deze rol/taak is in deze regio losgekoppeld van de OvD-taak. De LPD is een aparte (neven) functie/taak. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De OvD heeft een drieledige taak. Hij is daartoe geüniformeerd en uitgerust met bewapening (waaronder het dienstpistool). De OvD is aangewezen als de eerste leidinggevende ter plaatse bij grotere incidenten en calamiteiten, zoals bedoeld in het Referentiekader CCB2002. Dagelijks treedt hij/zij ten behoeve van de reguliere politiële taakuitvoering op als eerst aanspreekbare senior politiemedewerker voor het korps namens de afdelingsleiding. Als inzetcriteria gelden een GRIP-1 situatie, een inzet van meer dan twee politie-eenheden, eigen inzicht van de OvD en op verzoek van de Meldkamer of politie-eenheden. De OvD is verantwoordelijk voor de eerste politiemaatregelen, de aansturing van medewerkers, afstemming van politiemaatregelen met de andere hulpdiensten en voor het op- en afschalen van uitvoering en leiding/commando van de politieorganisatie (toepassing GRIP-procedures). Hij/zij heeft een informerende en adviserende rol naar beslissingsbevoegden.
91
De OvD heeft ook een taak als Hulpofficier van Justitie uit, maar feitelijk alleen buiten kantooruren. Bij samenloop hebben de werkzaamheden als OvD het primaat (uitvoering van de HovJ-taken is dan een verantwoordelijkheid van de betrokken afdeling). De OvD beschikt over naslagwerk op zakformaat met informatie over veiligheidsmaatregelen, de relevante politieprocessen, deeltaken voor de politie communicatie en GRIP. Er is een protocol opgesteld over de handelwijze van de OvD bij ernstige gebeurtenissen, die impact kunnen hebben op de persoon van de betrokken politiemensen. Het betreft onder meer de opvang van betrokkenen en de kennisgeving aan de afdelingsleiding Richtlijn Informeren-Alarmeren Afdelingsleiding. De OvD’en beschikken over een eigen opvallend dienstvoertuig dat is uitgerust conform de regeling voor voertuigen voor de Directe Hulpverlening. Van de werkzaamheden worden mutaties vastgelegd in BPS. O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
De OvD-diensten worden uitgevoerd door Operationele Chefs (inspecteurs), de afdelingschefs en netwerkinspecteurs van de territoriale afdelingen, de inspecteurs van de Divisie EXO, onderdeel Bureau CCB en onderdeel Voetbal en Evenementen (V&E). Het korps beschikt over 98 fungerende OvD’en. De OvD doet, afhankelijk van het tijdstip, dienst voor de gehele regio dan wel in één van de twee aangewezen clusters West of Oost. De dienst begint en eindigt in de eigen cluster. Er is sprake van een 24-uurs bezetting met vroege, late en nachtdienst, waarbij overdag (tot 18.00uur) één OvD dienst doet voor de hele regio. Op territoriale afdelingen zijn in de dagsituatie namelijk voldoende Operationeel Chefs in dienst die de OVD taak in hun eigen gebied meteen bij de eerste melding al in kunnen vullen zodat in de dagsituatie met één OVD kan worden volstaan. Vanaf 18.00 uur is er voor ieder cluster één OvD in dienst. De verantwoordelijkheid voor de aanwijzing en de diensten van de OvD’en ligt bij de afdelingen van de betreffende cluster. Men verricht gemiddeld ongeveer twee diensten per periode. De Vreemdelingenpolitie heeft een eigen HovJ (op piketbasis). De Gezamenlijke Recherche (GR) maakt ook gebruik van de OvD voor HovJ-taken, maar dat betreft basale bevoegdheden (zoals voorgeleiden en machtiging binnentreden). De Divisie Recherche heeft een eigen HOvJ voorziening; de GR in principe ook. De OvD heeft als leidinggevende de verantwoordelijkheid voor de juiste uitvoering van de Directe Hulpverlening (proces Noodhulp). Bij grotere incidenten neemt de OvD de leiding over van de Meldkamer, die de OvD ondersteunt in de coördinerende rol. In voorkomende situaties neemt de OvD zitting in het CTPI, hij/zij stemt de politiemaatregelen af en zorgt dat deze worden uitgevoerd. De informatieoverdracht is persoonlijk van OvD naar OvD en vindt soms telefonisch plaats. De OvD’en dienen zich in te melden (telefonisch/portofoon) bij de meldkamer. Schriftelijk worden zaken vastgelegd binnen BPS wanneer daar aanleiding toe is (bijzondere/grootschalige inzetten). In het Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding (RBR) van de regio is vastgesteld dat
92
de opkomsttijd van de OvD’en van de drie diensten (politie, brandweer en GHOR) na alarmering 15 minuten bedraagt. FUNCTIE-EISEN
Het korpsbeleid is er op gericht, dat iedere (hoofd)inspecteur (executieve schalen van 9 t/m 12) de functie van OvD bekleed. De functies van de OvD’en Politie, Brandweer en GHOR zijn vastgelegd in een gemeenschappelijk profiel met eindtermen. De kaders van de functie-eisen zijn vastgelegd in een vooropleiding (MBO-niveau), ervaring (in het primaire proces en in samenwerking met operationele diensten), de opleidingsnoodzaak (de OvD-module monodisciplinair, inzicht in o.a. basisprocessen rampenbestrijding, wet- en regelgeving rampenbestrijding en ARBO-zaken). De competenties zijn beschreven in eindtermen. De regio heeft een aangescherpt functieprofiel, waaraan ieder voldoet. De afdelingschef ziet erop toe, dat de OvD’en van de afdeling over de vereiste kwaliteiten beschikken. De OvD moet in het bezit zijn van het HovJ-certificaat en het certificaat van de landelijke module OvD (van het NIFV/Nibra en de Politieacademie). Als een OvD de HovJ-toets niet met succes afsluit, dan wordt zijn/haar dienst tijdelijk overgenomen: hetzelfde geldt voor de IBT-vaardigheden. In overleg met de Ondernemingsraad is bepaald, dat de OvD wapendragend is en derhalve aan de RTGP-verplichtingen moet voldoen. Alle ingezette OvD’en voldoen aan de opleidings- en certificeringseisen. De afdelingschef en portefeuillehouder CCB zien toe op de naleving. Op basis van het Opleidingsplan worden multidisciplinaire oefeningen gehouden met brandweer, GHOR en gemeenten. De deelname aan jaarlijks minstens één mono- en één multidisciplinaire oefening is verplicht. Het opkomstpercentage was in 2005 50%, in 2006 is de verwachting 62%. Het bureau CCB krijgt steeds beter inzicht in de opkomst van de oefeningen en opleidingen. In de toekomst wordt de opkomst teruggekoppeld aan de verantwoordelijke afdelingschefs. Vanuit de Divisie Recherche werd aan nagenoeg alle OvD’en de basisopleiding PD-management gegeven. ONTWIKKELINGEN
Na de invoering van de OvD-regeling in 2003 is deze geëvalueerd en aan de hand daarvan bijgesteld. Hiervoor is een Klankbordgroep OvD in het leven geroepen. Door de regionale diensten is er sprake van relatieve bekendheid met plaatselijke collega’s en omstandigheden. Dit heeft geleid tot de Richtlijn Informeren-Alarmeren van Afdelingsleiding. De evaluaties hebben ook geleid tot de mono- en multidisciplinaire oefeningen. In het najaar van 2006 wordt door het korps een aanvullende opleiding in Public Order Management verzorgd. De mono- en multidisciplinaire oefening werden onvoldoende bezocht. Door een betere sturing stijgt de deelname inmiddels weer.
93
KO R P S B E E L D L I M B U RG - N O O R D O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• • • • • • • • •
2006, Memo Officier van Dienst; 2005, Evaluatieverslag CTP - GRIP 1 oefeningen 2005; 2005, inventarisatie materiele en personele ondersteuning korpsoefeningen 2006; 2004, Multidisciplinaire opschaling, GRIP (G-001); 2004, Aandachtspunten GRIP (G-002); 2004, Regio Noord- en Midden-Limburg, overzicht aandachtspunten GRIP-fasen; 2004, Alarmering GRIP (G-003); Alarmregeling Grootschalig en Bijzonder Optreden GBO (versie 1.2); 1997, functiebeschrijvingen Chef Basiseenheid A respectievelijk Operationeel Coördinator/Projectleider. H U I D I G E S I T U AT I E
Het korps heeft bij de uitwerking van de functie van de OvD-P aansluiting gezocht bij de maatstaven van de Leidraad Maatramp en de Leidraad Operationele Prestaties. De basis van de taakuitvoering is neergelegd in de Multidisciplinaire Regeling GRIP en de Algemene Regeling Grootschalig en Bijzonder Optreden van de Regiopolitie Limburg-Noord. De regelingen dateren van 2004. Voorafgaand aan de komst van een OvD-P worden de eerste noodzakelijke maatregelen bij een incident getroffen door de eerst aanwezige eenheid. Er is sprake van een gecombineerde functie OvD-P/HovJ, waarbij betrokkenen in het kader van de taakuitvoering additionele beslissingsruimte kunnen generen na overleg met het beleidspiket cq de Korpsleiding. Voor zover het optreden van de OvD-P te maken heeft met functies in het kader van conflict- en crisisbeheersing (o.a. het optreden in rampsituaties en het toepassen van de GRIP-procedures) is de portefeuillehouder Conflict- en Crisisbeheersing beheersmatig verantwoordelijk. Voor wat betreft zijn reguliere lijn- en HovJ-functie is de betreffende districtschef procesverantwoordelijk en is het Hoofdofficier van Justitie gezagsdrager. De portefeuillehouder CCB en de districtschefs maken deel uit van het Regionaal Management Team (RMT). P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De OvD-P is belast met de aansturing van de politieprocessen. Hij/zij treedt naar eigen inzicht op als er coördinerend en sturend opgetreden moet worden en in ieder geval als er sprake is van een GRIP-situatie. Aan de inzet ligt een drietal effectcategorieën ten grondslag t.w. operationele, maatschappelijke en politiek-bestuurlijke impact. Criteria daarbij zijn onder andere het aantal benodigde eenheden ter plaatse, het aantal operationele processen buiten het incident, het effect op de bevolking en/of het bestuursniveau en de aandacht van de media. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen de dagelijkse routine met in voorkomende gevallen het motorkapoverleg en de
94
situaties waarin de GRIP-procedures in werking treden. Voor de laatstbedoelde gevallen treedt het Commando Ter Plaatse in werking. De taken en verantwoordelijkheden van de OvD-P zijn beschreven aan de hand van aandachtspunten. Hij/zij gaat ter plaatse, vormt zich een beeld van de situatie, neemt contact op met de eventuele andere hulpdiensten, treft operationele maatregelen (inzet en aanpak) en informeert de Meldkamer Politie. Een belangrijke bevoegdheid is het initiatief tot opschaling op grond van de GRIP-procedures. De functie van OvD-P wordt gecombineerd met die van HovJ. Er is geen vooraf vaststaande prioritering vastgesteld bij de samenloop van OvD-P incidenten en HovJ-taken. Er wordt vanuit gegaan dat HovJ-taken altijd prioritair onderbroken kunnen worden. Als HovJ wordt opgetreden conform de afspraken die met het Openbaar Ministerie zijn gemaakt. Bij samenloop valt de betrokken OvD-P allereerst terug op zijn collega-OvD in het andere deel van de regio of op de Chef van de Basiseenheid, waarbinnen de problematiek zich voordoet. Er wordt dan maatwerk geleverd al naar gelang het incident. Binnen de GRIP-regeling zijn afspraken gemaakt met de partners over de samenwerking in de rampenbestrijding en hulpverlening bij zware ongevallen. De OvD-P maakt gebruik van een op dat moment beschikbare opvallende surveillanceauto van de eenheid waartoe hij/zij behoort. Deze voertuigen zijn voorzien van C2000 verbindingsmiddelen en elke OvD-P heeft op de persoon een dienst-gsm. Verder beschikt de OvD-P over twee portofoons, 1 in gebruik binnen de mono-disciplinaire gespreksgroep en de andere ten behoeve van de regionale multidisciplinaire gespreksgroep. O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
De functie van OvD-P wordt als neventaak uitgevoerd door executieve leidinggevende. Het betreft Chefs Basiseenheid en Operationeel Coördinator/Projectleider en vergelijkbare functies binnen de Divisie Regionale Recherche en de Divisie Executieve Ondersteuning. Voor de diensten zijn ongeveer 55 leidinggevenden beschikbaar (juni 2006). De OvD-P is aangewezen voor alle onderdelen van het korps. Uitgangspunt is dat de onderdelen in principe hun eigen HovJ-taken organiseren voor het reguliere werk en bij planbare/voorspelbare acties, zodat activiteiten niet op de schouders van de reguliere OvD-P drukken. Er is overdag tijdens kantooruren geen als zodanig ingeroosterde OvD-P. Voor de dienstuitvoering zijn de vier districten twee aan twee verdeeld. Op werkdagen is er van 08.00 - 17.00 uur per basiseenheid een leidinggevende bereikbaar, beschikbaar en inzetbaar als OvD-P/HovJ binnen de eigen eenheid en op verzoek ook binnen het district. Tussen 07.00 en 08.00 uur is hij/zij alleen voor de eigen eenheid bereikbaar. Overdag is geen OvD-P ingeroosterd. De Chef Basiseenheid/leidinggevende van een eenheid, die constateert, dat hij/zij een dagdeel (tijdelijk) niet bereikbaar/beschikbaar/inzetbaar is, benadert een collega van een naburige eenheid
95
om waar te nemen. Er is geen sprake van coördinatie. Coördinatie en inroostering zijn er alleen in de vakantieperiode. Buiten genoemde uren is er zowel voor de twee noordelijke respectievelijk zuidelijke districten een OvD-P tevens HovJ mobiel in dienst. Elk OVD-P wordt voor ongeveer 2 à 3 diensten per periode als zodanig ingeroosterd Hij/zij bepaalt de inzet van mensen en middelen. De Meldkamer is verantwoordelijk voor de aansturing en bewaakt het overzicht op capaciteit, vooral om binnen de 15 minuten norm op prioriteit- meldingen te kunnen reageren. De OvD-P grijpt in de aansturing in als hij/zij dit nodig acht. In voorkomende gevallen neemt de OvD-P als vertegenwoordiger van de politie deel aan het motorkapoverleg; daarin is hij/zij beslissingsbevoegd ten aanzien van politiële aangelegenheden. In geval van het Commando ter Plaatse (GRIP-1) ligt de beslissingsbevoegdheid voor de afstemming van maatregelen bij de Leider van het CTP (in principe de HOVD-B) en zorgt de OvD-P voor de daadwerkelijke aansturing van de in het CTP besloten politiemaatregelen. Elke OvD-P dienst wordt gerapporteerd door middel van een mutatie in het BPS en op die wijze aan districtschef en chef van de basiseenheid. De dienst wordt indien noodzakelijk feitelijk overgedragen aan de opvolger, tenzij dit ook telefonisch kan gebeuren. FUNCTIE-ASPECTEN
De functie-eisen zijn gerelateerd aan de functiebeschrijving van Chef Basiseenheid en Operationeel Coördinator/Projectleider. Het betreft functionarissen in de schalen 9 t/m 11. Eén van de aspecten voor die functies betreft de (ruime) leidinggevende ervaring in de basispolitiezorg (meer dan 3 of 5 jaar, afhankelijk van de functie). De OvD-P moet in het bezit zijn van het certificaat-HovJ. Voorts krijgt hij/zij als opleiding de cursus OvD van het NIFV/Nibra/Politieacademie, waarvan de Opleiding Crisisbeheersing en Rampenbestrijding (OCR) deel uitmaakt. Na het behalen van deze opleiding volgt een multidisciplinaire OvD-training van de regiopolitie en de Sector Veiligheid Noord- en Midden-Limburg van de brandweer en de GHOR. Aan deze COPI-training is tevens een oefening op het Provinciaal Instituut voor Brandweer- en Ambulancieropleiding (PIBA) in België verbonden. Hier wordt naast de politie ook door de Brandweer, Ambulancedienst, Mobiele Medische Teams, Sigma teams en Ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid deelgenomen. Naast deze grote oefening vinden op korpsniveau samenwerkingsoefeningen plaats met medewerkers van de basiseenheden en van de lokale brandweer. Alle functionarissen die fungeren als OvD-P hebben het certificaat HovJ en OCR behaald. Alle OvD-P functionarissen zijn IBT-plichtig. De fungerende OvD-P’s hebben over het algemeen niet het certificaat PD-management. Het PD-management is nadrukkelijk weggezet bij de Leider Plaats Delict die door de OvD-P na overleg met Beleidspiket wordt opgeroepen. ONTWIKKELINGEN
Elk jaar worden er multidisciplinaire themadagen voor de OvD-P’s georganiseerd, geënt op een actueel thema, b.v. het fenomeen explosieven en verdachte pakketten. Dit jaar
96
hebben in samenwerking met het Explosieven en Opruimings Commando Koninklijke Landmacht de teamleiders Explosieven Verkenning (TEV’s) zich gepresenteerd en hun taak en rol binnen het CTP uiteengezet. De trainingen/oefeningen van 2005 zijn geëvalueerd en in een verslag neergelegd. De vakinhoudelijke kennis en kwaliteit van de deelnemers is door middel van observatoren geanalyseerd. In een multidisciplinaire nabespreking onder leiding van een extern bureau zijn de groepscompetenties geëvalueerd en in monodisciplinair verband hebben de observatoren een nagesprek gehad met de betreffende OvD, ambtenaar openbare veiligheid en voorlichter. Het korps overweegt om voor de OvD-P’s de opleidingsmodule van de Politieacademie als functie-eis over te nemen. Op advies van de portefeuillehouder Conflict- en Crisisbeheersing heeft het Regionaal Management Team ingestemd, dat eind 2006 een eerste groep OvD-P’s de opleiding van de Politieacademie in Engeland gaat volgen. Op uitnodiging van het bureau CCB gaat daarnaast een instructeur van de Politieacademie op zijn/haar beurt deelnemen aan de multidisciplinaire najaars OvD-training van de Regiopolitie Limburg-Noord bij het PIBA. Tevens wordt het functioneren van de gecombineerde functionaris OvD-P/HovJ geëvalueerd.
97
KO R P S B E E L D L I M B U RG - Z U I D O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• 2006, de OvD en HovJ regeling Politie Limburg-Zuid, presentatie; • 2006, Handboek behandelen meldingen; • 2005, Nota Officier van Dienst / Hulpofficier van Justitie. H U I D I G E S I T U AT I E
Begin 2006 is in het korps de huidige regeling over de inzet van de Officier van Dienst en de Hulpofficier van Justitie operationeel geworden. Beide functies zijn gescheiden en dienen als een basisgarantie voor de Regionale Meldkamer Politie van aanwezigheid van operationeel leidinggevenden. De operationele sturing blijft echter een primaire verantwoordelijkheid van de organisatorische eenheid. De OvD stuurt en anticipeert in voorkomende situaties voornamelijk op het operationele werk op straat. De HovJ is belast met de justitiële taak. Voor multidisciplinaire inzet van de OvD is aansluiting gezocht bij de uitgangspunten van het Referentiekader CCB2002. Er is een OvD-werkgroep die de werkinstructie (procedures, instructies e.d.) voor de OvD op Politie Intranet Limburg-Zuid actueel houdt. Vanuit de procesgroep Incidentafhandeling is in de werkgroep van elk district een Chef Basiseenheid vertegenwoordigd. Het korps beschikt over een OvD-regeling en een regeling PD-management die door de korpsleiding zijn vastgesteld. De proceseigenaar Noodhulp is verantwoordelijk voor het onderdeelsproces OvD en bedient zich voor wat betreft de uitvoering van de voorzitter van de werkgroep OvD. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De OvD is eerste aanspreekpunt voor de medewerker op straat en voor de Regionale Meldkamer Politie. Hij/zij geeft leiding aan de afhandeling van incidenten van verschillende operationele processen. Het betreft incidenten die boven het niveau van het gemiddelde politiewerk uitstijgen en waarbij coördinatie noodzakelijk is. De OvD gaat ter plaatse bij meldingen zoals onnatuurlijke of gewelddadige dood, overvallen, gijzelingen, schietpartijen en zware aanrijdingen. Na een juiste afstemming worden incidenten overgedragen aan de leiding van de basiseenheid. De operationele taken en bevoegdheden hebben betrekking onder meer op briefing van het personeel (bijzonderheden), (extra) inzet van personeel, overleg met leidinggevenden van de regio, het district of basiseenheden en met externe instanties over vervolgmaatregelen en met de dienstdoende HovJ. De OvD verleent in voorkomende gevallen assistentie (huiszoekingen, deurwaarder) en handelt klachten over de politie af. In de nachtelijke uren (m.u.v. vrijdag en zaterdag) verricht de OvD ook HovJ-taken; deze combinatie van beide functies houdt verband met de roosterbelasting voor HovJ’s en de relatief geringe werkdruk door de week.
98
In multidisciplinair kader handelt de OvD volgens de GRIP-procedures (inzet en oproepen personeel, advies inzet SGBO. Voor de uitvoering van de taak beschikt de OvD over geëigende communicatiemiddelen (gsm, mobilofoon, portofoon) en een opvallend voertuig. In twee districtsbureaus is een OvD/HovJ-ruimte ingericht. Op Politie Intranet Limburg-Zuid zijn procedures en instructies beschikbaar. De OvD doet dienst in uniform en is bewapend (inclusief dienstpistool). O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
De functie van OvD wordt als neventaak uitgevoerd door de chefs basiseenheid, chefs bedrijfsvoering en teamchefs. Voor de dienstuitvoering is de regio (vier districten) verdeeld in twee clusters. Er is per cluster een 24-uurs bezetting met een vroege, late en nachtdienst. In de late en nachtdienst op vrijdag en zaterdag zijn er per cluster twee OvD’en in dienst. Tijdens de overige diensten steeds één. Een OvD draait gemiddeld 2 tot 4 diensten per periode van 4 weken. Er zijn ongeveer 88 fungerende OvD’en. Met het oog op de primaire eigen verantwoordelijkheid van de eenheden worden OvD- of aansturingstaken tijdens kantooruren via de OvD aan de leiding van de betreffende basiseenheid doorgegeven die verdere actie onderneemt. In voorkomende gevallen neemt de OvD deel aan het CTPI respectievelijk het CORT. De OvD is direct aanspreekpunt voor de meldkamer. Hij/zij start vanuit de eigen basiseenheid (in verband met uitrusting) en legt in verband met de overdracht van de dienst contact met de voorganger. Per district wordt een OvD/HovJ-journaal bijgehouden waarin de bevindingen van de afgelopen dienst worden opgenomen en verantwoord. Zowel de OvD als de HovJ zijn aanspreekbaar voor de rechercheonderdelen en Vreemdelingenzorg. Voor het PD-management bij kapitale delicten is een aantal functionarissen op naam aangewezen; zij zijn op basis van piket oproepbaar ter ondersteuning van de OvD/HovJ. De bereikbaarheidseis van 30 minuten conform het Referentiekader CCB2002 is in het korps leidend. FUNCTIEASPECTEN
De OvD is een executieve politiefunctionaris in schaal 9 of hoger, de (team)chefs. Voor de functie geldt een aantal verplichte opleidingseisen en een aantal kennisaspecten. Een OvD moet de opleidingen OvD-Politie en de basisopleiding Crisisbeheersing en Rampenbestrijding gevolgd hebben. Hij/zij moet in het bezit zijn van het HovJcertificaat en de certificering op grond van de RTGP (inclusief het dienstvuurwapen). Daarnaast dient de OvD verschillende facetten van een aantal interne bedrijfsprocessen te beheersen evenals werkinstructies en procedures. Feitelijk is de achtergrond en samenstelling van de OvD’en nog divers en hebben zij combinaties van intern/externe opleiding(en) gevolgd. Nagenoeg alle OvD’en zijn opgeleid of gecertificeerd. Allen zijn in het bezit van het HovJ-certificaat. In het korps wordt multidisciplinair geoefend, maar gelet op het grote aantal OvD’en komt men slechts sporadisch aan de beurt.
99
ONTWIKKELINGEN
In de tweede helft van 2006 wordt een kwaliteitsslag gemaakt met betrekking tot de informatiebehoefte, b.v. met casescreening en het vreemdelingensysteem. Begin 2007 wordt de regeling geëvalueerd. Het multidisciplinaire aspect komt wat oefening betreft niet tot uitdrukking in de regeling; alleen de participatie in de opschaling.
100
KO R P S B E E L D F L E VO L A N D O N T VA N G E N D O C U M E N T E N
• 2006, memo met stand van zaken werkwijze Officier van Dienst-Politie; • 2006, memo met stand van zaken werkwijze Chef van Dienst. H U I D I G E S I T U AT I E
Het korps heeft per 1 januari 2006 de nieuwe werkwijze met betrekking tot de functies van de Officier van Dienst Politie (OvD-P) respectievelijk de Chef van Dienst (CvD) ingevoerd. Er is sprake van een herschikking van taken, waarbij de functie van de OvD-P voortvloeit uit de invoering van het landelijke Referentiekader CCB2002. De ontwikkeling van de functies maakt tevens deel uit van de doorontwikkeling van de gebiedsgebonden politiezorg in de regio. Bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden is de OvD-P eindverantwoordelijk dan wel functioneel chef. De CvD- en OvD-P functies maken onderdeel uit van de portefeuille Gebiedsgebonden Politiezorg, die in handen is van de plv Districtschef Zuid. De chef Facilitair bedrijf is portefeuillehouder (tevens lid Korpsmanagement team) van het bureau CCB. Voor het onderdeel OvD-P legt de projectleider GGPZ verantwoording af aan de portefeuillehouder CCB. De inrichting van de OvD-P heeft plaatsgevonden conform het Referentiekader CCB2002. De regeling OvD-P, de regeling GGPZ en de overige taken voortvloeiend uit het referentiekader zijn vastgesteld in het KMT. P R O F I E L VA N D E F U N C T I E
De taken en verantwoordelijkheden van de OvD-P liggen zowel op het terrein van de gebiedsgebonden politiezorg, de recherche als het vreemdelingenrecht (HovJ-taken). De functie heeft betrekking op de aansturing van het rechercheproces (buiten kantooruren), de GRIP 1 en 2 situaties (gesprekspartner van hulpdiensten en gemeenten op operationeel leidinggevend niveau en vanaf de Plaats Incident voor de Algemeen Commandant SGBO) en op de opschaling en het waarschuwen van lijnverantwoordelijken. Hierbij worden de landelijke richtlijnen gevolgd en vindt afstemming plaats met de Brandweer en GHOR. Daarnaast is de OvD-P verplicht te allen tijde het zogenaamde noodhulp kanaal uit te luisteren. Hij/zij bepaald gevraagd en ongevraagd de eigen inzet bij een incident. De OvD-P heeft voorts als taken Hulpofficier van Justitie, PD-management, vraagbaak voor de CvD en het onderhouden van externe contacten. De OvD-P is in dat kader eindverantwoordelijke cq functioneel chef. De taken en verantwoordelijkheden van de CvD hebben betrekking op informatieoverdracht aan medewerkers, operationeel commando bij calamiteiten, arrestantenzorg, coördinatie bij motorkapoverleg, aansturing van de Noodhulp en afstemming met de meldkamer (de Centrale MK stuurt de noodhulpmeldingen aan),
101
aansturing overige meldingen en operationele bedrijfsvoering buiten kantoortijden en de eerste opvang van personeelszorg; zij fungeren niet (meer) als HovJ. De OvD-P en de CvD hebben via de intranetsite van het korps en via de Centrale Meldkamer toegang tot diverse protocollen (zoals incidentmanagement, PD-management, waarschuwingsmatrixen en de TGO-regeling) respectievelijk procedures voor bepaalde incidenten. De OvD-P beschikt over een eigen voertuig. Er zijn steeds twee OvD-P’s in dienst, die beiden beschikken over een eigen, volledig ingericht en toegerust OvD-P voertuig (communicatiemiddelen, beperkte vergadermogelijkheid, kaartmateriaal, enz.). Verder is het voertuig voorzien van extra verbindingsmiddelen ten behoeve van de taakcommandanten, die aan de OvD-P gekoppeld kunnen worden. O R G A N I S AT O R I S C H E A S P E C T E N
De functie van OvD-P is gekoppeld aan de plaatsvervangend districtschefs, de (groeps)chefs van de basiseenheden en de districtsrecherche en een aantal specifieke functies. De functie van OvD-P wordt uitgevoerd als neventaak. Regiobreed fungeren alle medewerkers in de schalen 9 t/m 12 als OvD-P. Afhankelijk van de schaal worden per periode van 4 weken gemiddeld 1 tot 4 (schaal 9) diensten gedraaid . Functioneel zijn er 60 functies die OvD-/HovJ-taken kunnen uitvoeren (formatieve sterkte per 01-01-06). De functie van CvD wordt uitgevoerd door senior politiemedewerkers basiseenheid. Voor beide functies geldt een 24-uurs bezetting, die in beide districten van het korps wordt uitgevoerd. Regiobreed functioneren 49 medewerkers als CvD (schaal 8- functie niveau brigadier). Zij verrichten gemiddeld 3,5 dienst per periode van 4 weken. De districtsrecherche draait buiten kantooruren een piketdienst voor beide districten (tactische recherche en zedencoördinatie). Dit piket is 7x24 uur georganiseerd. Eenzelfde constructie wordt opgezet voor het vreemdelingentoezicht. De OvD-P en CvD kunnen derhalve voortdurend een beroep (gaan) doen op deze specialismen. In organisatorische zin staat de CvD het dichtst bij de operationele diensten van de gebiedsgebonden politiezorg, waarbij de Centrale Meldkamer de noodhulpmeldingen aanstuurt; de CvD zorgt voor invoer van het noodhulpjournaal. De OvD-P fungeert als vraagbaak en is daarnaast primair belast met situaties waarin opschaling speelt en met zaken die de recherchedienst en vreemdelingenzaken raken (beide buiten kantooruren). De OvD-P heeft buiten kantoortijden tevens een coördinerende taak in de opstart van rechercheonderzoeken en grootschalige onderzoeken. De diensten worden binnen het eigen district uitgevoerd, waarmee de bereikbaarheid en beschikbaarheid (30-minuten eis conform het Referentiekader CCB2002) gewaarborgd is. In geval van samenloop van OvD-P taken en HovJ-taken prevaleren eerstgenoemde. De CvD en de OvD-P rapporteren over hun dienstuitvoering in het zogenaamde Noodhulpjournaal (een 24-uur doorlopend journaal met de high-lights en
102
bijzonderheden, zoals ongevallen, geweldsaanwendingen, aanhoudingen en zaken in verband met personeel, publiciteit of politiek). Dienstoverdracht vindt te allen tijde in persoon en fysiek plaats. Het management van de eenheden controleert de rapportages dagelijks op bijzonderheden. FUNCTIEASPECTEN
De functie van OvD-P is gekoppeld aan executieve medewerkers in de schalen 9 t/m 12. Een vereiste daarbij is actuele operationele ervaring. Zij moeten in het bezit zijn van het HovJ-certificaat. Alle OvD-P’s worden/zijn opgeleid als OvD-P. Er is voor 2006 – 2007 een planning om alle OvD-P’s een vijfdaagse (multidisciplinaire) opleiding in Engeland of Zweden te laten volgen. Voorafgaand aan de opleiding krijgt men een tweedaagse voorschakel opleiding. Een gedeelte van de dienstdoende OvD-P’s is inmiddels gecertificeerd. Voor de functies binnen het grootschalige en bijzonder optreden gelden kerncompetenties. Het niveau van de functie waarin men binnen dat verband actief is, is bepalend voor de mate waaraan men aan die competenties (functie- en gedragscompetenties) moet voldoen. Zij hebben betrekking op beheersing/stress, aanpak/flexibiliteit, houding/samenwerking, oordeelsvorming/durf. Voor de OvD’en van de hulpdiensten en voor de gemeenten is een multidisciplinair oefenplan opgesteld. Iedere OvD-P volgt tweemaal per jaar een oefening op het gebied van COPI en één dag per jaar een oefencarrousel met de GHOR en Brandweer in Flevoland. In 2006 hebben alle OvD-P’s deelgenomen aan deze oefeningen. De deelname is niet vrijblijvend. Men wordt gepland en de aanwezigheid wordt door bureau CCB bewaakt en gemonitoord. In het kader van de veranderde werkwijze wordt aan nieuwe OvD-P’s gedurende de eerste 6 maanden een coach toegewezen. De senior medewerkers worden door de Chefs Basiseenheid aan de hand van een competentieprofiel beoordeeld voor de functie van CvD. De competenties hebben onder meer betrekking op de externe oriëntatie, risicobenadering, professionaliteit, leiding geven en initiatief. Er is een opleiding ontwikkeld, gericht op het operationeel leidinggeven. Daarnaast worden workshops aangeboden om de juridische kennis op te frissen. De opleiding kent een algemeen deel en een individueel deel dat is afgestemd op de uitkomsten van het competentieprofiel van betrokkenen. Alle CvD’s hebben deze meerdaagse opleiding gevolgd, waarin ze naast strafrechtelijk- en strafvorderlijke aspecten ook bekend gemaakt worden met grootschalig en bijzonder optreden. Binnen de IBT-instructie van 2006 is een lesblok gebruikt om alle medewerkers voorlichting te geven over grootschalig en bijzonder optreden met als taakaccent de taakcommandant, waarin aandacht is voor de specifieke taken die dan van de individuele medewerker verwacht worden.
103
ONTWIKKELINGEN
De invoering van de twee functies wordt in 2006 geëvalueerd. Hierbij zal de belasting van de OvD-P functie in relatie tot de hoofdtaak van de medewerkers bezien worden. Afhankelijk van de evaluatie in 2006 wordt bezien of met één OvD-P voor de gehele regio kan worden volstaan. De werkbelasting van de 24-uurs bezetting speelt daarbij een rol. Kennis en ervaring moeten door OvD’en worden opgedaan op het gebied van het monodisciplinaire grootschalige optreden en de multidisciplinaire rampenbestrijding. Er zijn plannen om de OvD-P te betrekken bij de jaarlijkse SGBO-oefening.
104