BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 50 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een ampul bevat 50 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) overeenkomend met 5 microgram eiwit (specifieke in vivo bioactiviteit gelijk aan ongeveer 10 000 IE FSH / mg eiwit). Het poeder voor oplossing voor injectie bevat het werkzaam bestanddeel follitropin beta, geproduceerd door een biotechnologisch gemodificeerde Chinese Hamster Ovarium (CHO) cellijn. Na reconstitutie bevat de oplossing 50 IE follitropin beta per ml. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie (poeder voor injectie en oplosmiddel voor parenteraal gebruik). Een wit tot gebroken witte cake of poeder. Het oplosmiddel is een heldere en kleurloze oplossing. 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Bij de vrouw: Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen in de vrouw te behandelen in de volgende gevallen: • Anovulatie (ook ten gevolge van het Polycysteus Ovarium Syndroom, PCOS), indien behandeling met clomifeencitraat geen resultaat heeft gehad. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie, teneinde meervoudige follikelrijping te bewerkstelligen bij kunstmatige voortplantingstechnieken [bijvoorbeeld in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT) en intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Bij de man: • Deficiënte spermatogenese veroorzaakt door hypogonadotroop hypogonadisme. 4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling met Puregon dient te worden gestart onder supervisie van een arts die ervaren is in de behandeling van fertiliteitsproblemen. Dosering Dosering voor de vrouw Zowel inter- als intra-individueel komen grote verschillen voor in de reactie van het ovarium op exogene gonadotrofines. Dit maakt het onmogelijk een eensluidend doseringsschema aan te bevelen. De dosering moet derhalve individueel worden aangepast, al naar gelang de reactie van het ovarium. Dit vereist echoscopie en controle van oestradiolplasmaspiegels. Op basis van de resultaten van vergelijkende klinische studies wordt aanbevolen om een lagere dosis Puregon te geven dan algemeen gebruikelijk is voor urinair FSH, niet alleen met het oog op een optimale follikelontwikkeling maar ook vanwege een zo klein mogelijk risico op ongewenste ovariële hyperstimulatie. 2
Klinische ervaring met Puregon is voor beide indicaties gebaseerd op ten hoogste drie behandelingscycli. Praktijkervaring met IVF laat zien dat het behandelingssucces gelijk blijft gedurende de eerste vier pogingen en daarna geleidelijk afneemt. • Anovulatie In het algemeen wordt een sequentieel behandelingsschema aanbevolen beginnend met de dagelijkse toediening van 50 IE Puregon. Deze dosis wordt gedurende tenminste 7 dagen gehandhaafd. Indien er geen ovariële respons optreedt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de oestradiolplasmaconcentratie een farmacodynamische respons aangeven. Een toename in oestradiolspiegels van 40-100% per dag wordt optimaal geacht. De effectieve dagdosis wordt dan verder aangehouden totdat pre-ovulatoire omstandigheden worden bereikt. Pre-ovulatoire omstandigheden zijn bereikt indien met behulp van echoscopie een dominante follikel van minstens 18 mm in diameter wordt gezien en/of oestradiolplasmaspiegels van 300-900 picogram/ml (1000-3000 pmol/l) worden bereikt. Meestal is een behandelperiode van 7-14 dagen voldoende om dit te bereiken. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt, waarna ovulatie kan worden opgewekt door toediening van een dosis humaan choriongonadotrofine (hCG). Indien het aantal reagerende follikels te groot is of de oestradiolspiegels te snel stijgen, dat wil zeggen indien de dagelijkse toename gedurende 2 of 3 dagen meer dan 100% bedraagt, moet de dagelijkse dosis worden verlaagd. Omdat follikels met een diameter groter dan 14 mm in principe tot zwangerschap kunnen leiden bestaat bij multipele pre-ovulatoire follikels groter dan 14 mm de kans op meerlingzwangerschappen. In dat geval dient geen hCG te worden gegeven en moet bevruchting worden vermeden, teneinde een meervoudige zwangerschap te voorkomen. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie bij medisch geassisteerde voortplantingstechnieken Er worden verschillende protocollen toegepast. Een aanvangsdosis van 100 tot 225 IE wordt aanbevolen voor tenminste de eerste vier dagen. Daarna kan de dosis per individu worden aangepast al naar gelang de reactie van het ovarium. In klinische studies is aangetoond dat onderhoudsdoseringen variërend van 75 tot 375 IE gedurende 6 tot 12 dagen in het algemeen voldoende zijn alhoewel een meer langdurige behandeling noodzakelijk kan zijn. Puregon kan alleen worden gegeven of, ter voorkoming van een premature LH-piek, in combinatie met een GnRH-agonist of antagonist. Bij gebruik van een GnRH-agonist kan in totaal een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het opwekken van een adequate follikelreactie. De ovariële respons wordt gevolgd met behulp van echoscopie en door bepaling van de oestradiolplasmaspiegels. Indien door middel van echoscopie de aanwezigheid van minstens drie follikels van 16-20 mm wordt vastgesteld en er een goede oestradiolrespons is (een plasmaspiegel van 300-400 picogram/ml (1000-1300 pmol/l) voor elke follikel groter dan 18 mm), kan de laatste fase in de follikelrijping worden geïnduceerd. Dit gebeurt door toediening van hCG. Ovumaspiratie vindt 34-35 uur later plaats. Dosering voor de man Puregon dient in een dosis van 450 IE/week gegeven te worden, bij voorkeur verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, tezamen met hCG. De behandeling dient ten minste 3 tot 4 maanden voortgezet te worden voordat enige verbetering in spermatogenese verwacht kan worden. Wanneer een patiënt na deze periode geen respons heeft vertoond, kan de combinatietherapie worden voortgezet; huidige klinische ervaring geeft aan dat er een behandeling van minstens 18 maanden of langer nodig kan zijn om spermatogenese te bewerkstelligen. Er is geen relevante indicatie voor het gebruik van Puregon bij kinderen. Wijze van toediening Puregon wordt gereconstitueerd door toevoeging van het bijgeleverde oplosmiddel. De Puregonoplossing dient direct na reconstitutie te worden toegediend. Om injectie van een groot volume te voorkomen kunnen 3 tot 4 bolletjes Puregon worden opgelost in 1 ml oplosmiddel. Wanneer slechts 1 of 2 bolletjes nodig zijn kan het volume worden teruggebracht tot 0,5 ml. Na reconstitutie van elk bolletje, dient visueel gecontroleerd te worden of het gevriesdroogde materiaal volledig is opgelost. De bereide oplossing mag niet worden gebruikt indien deze deeltjes bevat of niet helder is. 3
Om pijnlijke injecties te voorkomen en om lekkage vanuit de injectieplaats zo klein mogelijk te houden moet de Puregon-oplossing langzaam intramusculair of subcutaan worden toegediend. Bij subcutane injectie moet de injectieplaats worden afgewisseld om lipoatrofie te voorkomen. Gooi eventueel overgebleven oplossing weg. Subcutane toediening van Puregon kan worden uitgevoerd door de patiënt zelf of door de partner, mits zij goed geïnstrueerd zijn door de arts. Zelftoediening van Puregon dient alleen te worden uitgevoerd door patiënten die goed gemotiveerd en voldoende geïnstrueerd zijn en die kunnen beschikken over deskundig advies. 4.3
Contra-indicaties
• • • • • • • •
Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Tumoren van het ovarium, de mammae, de uterus, de testis, de hypofyse of de hypothalamus. Vaginale bloeding, waarvan de oorzaak niet is vastgesteld. Primair ovariumfalen. Ovariumcysten of vergrote ovaria, niet gerelateerd aan het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS). Anatomische afwijkingen van de geslachtsorganen, waardoor zwangerschap onmogelijk is. Myomas in de uterus, waardoor zwangerschap niet mogelijk is. Primaire testiculaire insufficiëntie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
•
De aanwezigheid van onbehandelde niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bijvoorbeeld ziekten van de schildklier, bijnier of hypofyse) dient te worden uitgesloten. Bij zwangerschappen die ontstaan na ovulatie-inductie met gonadotrofinepreparaten bestaat een verhoogde kans op meerlingen. Meervoudige follikelrijping kan worden voorkomen door het doseringsschema op de juiste wijze aan te passen. Meerlingzwangerschappen, met name die met hoge aantallen, leiden tot een verhoogd risico op nadelige maternale en perinatale effecten. Voor aanvang van de behandeling dient op deze mogelijke risico’s te worden gewezen. De eerste injectie van Puregon dient te worden gegeven onder directe medische supervisie. Omdat onvruchtbare vrouwen, die worden behandeld in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, met name voor IVF, vaak afwijkingen aan de eileiders hebben, kunnen ectopische zwangerschappen vaker voorkomen. Het is daarom van belang om in een vroeg stadium door middel van echoscopie vast te stellen of de vrucht zich in de uterus bevindt. Bij behandeling in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken is het percentage miskramen hoger dan normaal. De incidentie van aangeboren afwijkingen na kunstmatige voortplantingstechnieken zou hoger kunnen zijn dan na spontane concepties. Hieraan kunnen verschillen in eigenschappen van de ouders (bijvoorbeeld leeftijd van de moeder of eigenschappen van het sperma) en een verhoogde kans op meerlingzwangerschappen ten grondslag liggen. Ongewenste ovariële hyperstimulatie: beoordeling van de follikelontwikkeling - door middel van echoscopie en de bepaling van oestradiolplasmaconcentraties - dient plaats te vinden voorafgaand aan de behandeling, en op regelmatige tijdstippen gedurende de behandeling. Behalve het feit dat er een groot aantal follikels tegelijkertijd tot ontwikkeling kunnen komen, kunnen de oestradiolspiegels een buitengewoon snelle stijging vertonen, bijvoorbeeld meer dan een dagelijkse verdubbeling gedurende 2 of 3 achtereenvolgende dagen, hetgeen kan leiden tot uitzonderlijk hoge waarden. De diagnose van ovariële hyperstimulatie kan eventueel bevestigd worden met behulp van echoscopie. Indien deze ongewenste ovariële hyperstimulatie (dus niet als onderdeel van de voorbereidende behandeling voor medisch geassisteerde voortplantingstechnieken) optreedt, dient de behandeling met Puregon onmiddellijk te worden gestaakt. In dat geval moet zwangerschap worden vermeden en mag beslist geen hCG worden toegediend, omdat de toediening van een gonadotrofine met LH-activiteit, behalve tot meervoudige ovulaties, kan leiden tot het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Klinische symptomen van de milde vorm van ovariële hyperstimulatie zijn gastro-intestinale problemen (pijn in de onderbuik, misselijkheid, diarree), en milde tot matige vergroting van ovaria en
•
• •
• •
•
4
•
•
• • • 4.5
ovariumcysten. Voorbijgaande abnormale uitslagen in leverfunctietesten die duiden op verstoring van de leverfunctie en waarbij ook morfologische veranderingen in leverbiopten kunnen optreden, zijn gemeld in samenhang met het ovariële hyperstimulatiesyndroom. In zeldzame gevallen treedt een ernstige vorm van het ovariële hyperstimulatiesyndroom op, hetgeen levensbedreigend kan zijn. Kenmerkend zijn grote ovariumcysten (die gemakkelijk kunnen ruptureren), ascites, vaak hydrothorax en gewichtstoename. Sporadisch kan veneuze of arteriële trombo-embolie optreden in samenhang met OHSS. Er zijn benigne en maligne neoplasmata van ovarium en andere voortplantingsorganen gerapporteerd bij vrouwen die meerdere infertiliteitsbehandelingen hebben ondergaan. Het is niet bewezen dat behandeling met gonadotrofines het normale risico op deze tumoren in onvruchtbare vrouwen beïnvloedt. Vrouwen met een algemeen erkende risicofactor voor trombose, zoals een eerder opgetreden trombose of een positieve familieanamnese, obesitas (Body Mass Index > 30 kg/m2) of trombofilie, kunnen gedurende of na behandeling met gonadotrofines een verhoogd risico hebben op veneuze of arteriële trombo-embolische processen. Bij deze vrouwen moeten de voordelen en de risico’s die aan een IVF behandeling verbonden zijn tegen elkaar worden afgewogen. Wel dient hierbij te worden opgemerkt dat zwangerschap op zichzelf ook een verhoogd risico op trombose geeft. Puregon kan sporen streptomycine en/of neomycine bevatten. Deze antibiotica kunnen hypersensitiviteitsreacties veroorzaken bij daarvoor gevoelige personen. Een verhoogde concentratie endogeen FSH in mannen wijst op primaire testiculaire insufficiëntie. Patiënten bij wie dit wordt geconstateerd, reageren niet op de combinatie Puregon/hCG. Voor het evalueren van het effect van de behandeling wordt bij mannen 4 tot 6 maanden na het begin van de behandeling semenanalyse aanbevolen. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van Puregon en clomifeencitraat kan de follikelreactie versterken. Bij een door een GnRH-agonist geïnduceerde suppressie van de hypofyse kan een hogere dosis Puregon nodig zijn om een adequate follikelreactie te bewerkstelligen. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Puregon is niet geïndiceerd voor gebruik gedurende zwangerschap. Bij klinisch gebruik van gonadotrofines bij gecontroleerde ovariële hyperstimulatie zijn geen teratogene risico’s gerapporteerd. In geval van blootstelling gedurende zwangerschap zijn er onvoldoende klinische gegevens om een teratogeen effect van recombinant FSH uit te sluiten hoewel er tot op heden geen malformatieve effecten zijn gerapporteerd. In dierstudies zijn geen teratogene effecten waargenomen. Puregon dient niet te worden gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Puregon heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 4.8
Bijwerkingen
Intramusculaire of subcutane toediening van Puregon kan aanleiding geven tot lokale reacties op de injectieplaats: kneuzing, pijn, roodheid, zwelling en jeuk worden regelmatig gemeld (3% van alle behandelde patiënten). Deze lokale reacties zijn over het algemeen mild en van tijdelijke aard. Systemische overgevoeligheidsreacties zoals erytheem, urticaria, huiduitslag en pruritus zijn niet vaak waargenomen (0,1% van alle patiënten die behandeld zijn met Puregon). Behandeling van vrouwen: 5
Bij ongeveer 4% van de vrouwen die in klinische studies met Puregon zijn behandeld, zijn aanwijzingen en symptomen van het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS) waargenomen (zie rubriek 4.4). Andere bijwerkingen gerelateerd aan dit syndroom zijn gerapporteerd in klinische studies, waaronder pijn en/of congestie in het bekkengebied, pijn in de buik en/of een opgezette buik, borstklachten (gevoeligheid, pijn en/of congestie), vergrote eierstokken en spontane miskraam. Al deze bijwerkingen zijn met een incidentie van ongeveer 1% (pijn in het bekkengebied en een opgezette buik) of minder gerapporteerd. Het risico op ectopische en meerlingzwangerschappen is iets verhoogd. Andere meer algemene bijwerkingen die zijn waargenomen zijn hoofdpijn en misselijkheid (bij maximaal 1% van de vrouwen die behandeld zijn met Puregon). Net als met andere gonadotrofines, is het optreden van trombo-embolie sporadisch in verband gebracht met Puregon/hCG therapie. Behandeling van mannen: Gynaecomastie en acne kunnen zo nu en dan optreden gedurende Puregon/hCG behandeling. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Bij één van de behandelde patiënten werd een epididymale cyste waargenomen. 4.9
Overdosering
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de acute toxiciteit bij de mens, maar de acute toxiciteit van Puregon en van urinaire gonadotrofinepreparaten in dierstudies is zeer laag. Een te hoge dosis FSH kan leiden tot hyperstimulatie van de ovaria (zie rubriek 4.4). 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: gonadotrofines, ATC-code: G03G A06. Puregon bevat recombinant FSH. Het werkzaam bestanddeel wordt geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie, gebruik makend van een Chinese hamster-ovariumcellijn waarin de genen voor de beide menselijke FSH-subeenheden tot expressie worden gebracht. De primaire aminozuurvolgorde is identiek aan die van natuurlijk humaan FSH. Er zijn kleine verschillen in de suikerzijketens vastgesteld. FSH is noodzakelijk voor normale follikelgroei en -rijping, en voor de gonadale steroïdproduktie. Bij de vrouw zijn de FSH-plasmaspiegels mede bepalend voor het tijdstip van aanvang en de duur van de follikelontwikkeling en daarmee voor het aantal follikels dat tot rijping komt, en voor het moment waarop follikels pre-ovulatoire kenmerken krijgen. Puregon kan derhalve worden gebruikt om de follikelrijping en de steroïdproduktie te stimuleren in bepaalde gevallen van een gestoorde functie van de gonaden. Voorts kan Puregon worden gebruikt bij kunstmatige voortplantingstechnieken om de gelijktijdige ontwikkeling van meerdere follikels te bewerkstelligen [bijvoorbeeld bij in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), bij “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT), en bij intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Een behandeling met Puregon wordt meestal gevolgd door toediening van een hCG-preparaat, teneinde de laatste fase in de follikelrijping, te weten hervatting van de meiose en vervolgens ovulatie, te induceren. Bij mannen met een tekort aan FSH dient Puregon gedurende minimaal 4 maanden gelijktijdig met hCG te worden toegediend om de spermatogenese te induceren. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na intramusculaire of subcutane toediening van Puregon worden maximale FSH-concentraties binnen ongeveer 12 uur bereikt. Na intramusculaire toediening van Puregon zijn de maximum FSH concentraties bij mannen hoger en worden eerder bereikt dan bij vrouwen. Vanwege de vertraagde afgifte uit de injectieplaats en de relatief lange eliminatiehalfwaardetijd van ongeveer 40 uur (uiteenlopend van 12 tot 70 uur), blijven de FSH-plasmaspiegels verhoogd gedurende 24 tot 48 uur. 6
Als gevolg van de betrekkelijk lange eliminatiehalfwaardetijd zijn de plasmaconcentraties van FSH na herhaalde toediening van Puregon ongeveer 1,5 tot 2,5 keer hoger dan na eenmalige toediening. Deze toename draagt bij tot het bereiken van therapeutische FSH-plasmaspiegels. Er zijn geen significante farmacokinetische verschillen na intramusculaire en subcutane toediening van Puregon. In beide gevallen bedraagt de absolute biobeschikbaarheid ongeveer 77%. Recombinant FSH lijkt in biochemisch opzicht sterk op het endogene humane FSH en wordt op dezelfde wijze verdeeld, gemetaboliseerd en uitgescheiden. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Eenmalige toediening van Puregon aan ratten gaf geen effecten van toxicologische betekenis te zien. Ook in studies met herhaalde toediening aan ratten (twee weken) en honden (dertien weken) van doseringen tot 100 maal de maximale humane dosis, werden geen effecten van toxicologische betekenis waargenomen. Puregon vertoont geen mutagene werking in de Ames test en in de in vitro chromosoomaberratietest met humane lymfocyten. 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Het poeder voor oplossing voor injectie bevat: sucrose natriumcitraat polysorbaat 20. De pH kan bijgesteld zijn met natriumhydroxide en/of zoutzuur. Een ampul oplosmiddel bevat natriumchloride (4,5 mg) in water voor injecties (1,0 ml). 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. 6.3
Houdbaarheid
2 jaar. Omdat een eenmaal geopende ampul niet meer zodanig gesloten kan worden dat de steriliteit van de inhoud verder gewaarborgd is, dient de oplossing onmiddellijk na reconstitutie gebruikt te worden. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De ampullen in de buitenverpakking bewaren. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Steriele gevriesdroogde lyosfeer in een 1 ml ampul (Type I glas) en 1 ml oplosmiddel (0,45 % zoutoplossing) in een 1 ml ampul (Type I glas). Verpakkingen van 1, 3, 5 of 10. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
7
Puregon dient te worden opgelost in het bijgeleverde oplosmiddel door middel van een voorzichtige, zwenkende beweging. Vermijd krachtig schudden. Niet gebruiken indien de bereide oplossing deeltjes bevat of indien de oplossing niet helder is. Wanneer meer dan één bolletje wordt opgelost, dient visueel gecontroleerd te worden of het gevriesdroogde materiaal volledig is opgelost voordat de oplossing overgebracht wordt naar de volgende ampul. Omdat een eenmaal geopende ampul niet meer zodanig gesloten kan worden dat de steriliteit van de inhoud verder gewaarborgd is, dient de oplossing onmiddellijk na reconstitutie gebruikt te worden. Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. 7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland 8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/001 EU/1/96/008/002 EU/1/96/008/003 EU/1/96/008/004 9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 3 mei 1996 Datum van laatste hernieuwing: 3 mei 2006 10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
8
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 75 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een injectieflacon bevat 75 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) overeenkomend met 7,5 microgram eiwit (specifieke in vivo bioactiviteit gelijk aan ongeveer 10 000 IE FSH / mg eiwit). Het poeder voor oplossing voor injectie bevat het werkzaam bestanddeel follitropin beta, geproduceerd door een biotechnologisch gemodificeerde Chinese Hamster Ovarium (CHO) cellijn. Na reconstitutie bevat de oplossing 75 IE follitropin beta per ml. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie (poeder voor injectie en oplosmiddel voor parenteraal gebruik). Een wit tot gebroken witte cake of poeder. Het oplosmiddel is een heldere en kleurloze oplossing. 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Bij de vrouw: Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen in de vrouw te behandelen in de volgende gevallen: • Anovulatie (ook ten gevolge van het Polycysteus Ovarium Syndroom, PCOS), indien behandeling met clomifeencitraat geen resultaat heeft gehad. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie, teneinde meervoudige follikelrijping te bewerkstelligen bij kunstmatige voortplantingstechnieken [bijvoorbeeld in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT) en intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Bij de man: • Deficiënte spermatogenese veroorzaakt door hypogonadotroop hypogonadisme. 4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling met Puregon dient te worden gestart onder supervisie van een arts die ervaren is in de behandeling van fertiliteitsproblemen. Dosering Dosering voor de vrouw Zowel inter- als intra-individueel komen grote verschillen voor in de reactie van het ovarium op exogene gonadotrofines. Dit maakt het onmogelijk een eensluidend doseringsschema aan te bevelen. De dosering moet derhalve individueel worden aangepast, al naar gelang de reactie van het ovarium. Dit vereist echoscopie en controle van oestradiolplasmaspiegels. Op basis van de resultaten van vergelijkende klinische studies wordt aanbevolen om een lagere dosis Puregon te geven dan algemeen gebruikelijk is voor urinair FSH, niet alleen met het oog op een optimale follikelontwikkeling maar ook vanwege een zo klein mogelijk risico op ongewenste ovariële hyperstimulatie. 9
Klinische ervaring met Puregon is voor beide indicaties gebaseerd op ten hoogste drie behandelingscycli. Praktijkervaring met IVF laat zien dat het behandelingssucces gelijk blijft gedurende de eerste vier pogingen en daarna geleidelijk afneemt. • Anovulatie In het algemeen wordt een sequentieel behandelingsschema aanbevolen beginnend met de dagelijkse toediening van 50 IE Puregon. Deze dosis wordt gedurende tenminste 7 dagen gehandhaafd. Indien er geen ovariële respons optreedt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de oestradiolplasmaconcentratie een farmacodynamische respons aangeven. Een toename in oestradiolspiegels van 40-100% per dag wordt optimaal geacht. De effectieve dagdosis wordt dan verder aangehouden totdat pre-ovulatoire omstandigheden worden bereikt. Pre-ovulatoire omstandigheden zijn bereikt indien met behulp van echoscopie een dominante follikel van minstens 18 mm in diameter wordt gezien en/of oestradiolplasmaspiegels van 300-900 picogram/ml (1000-3000 pmol/l) worden bereikt. Meestal is een behandelperiode van 7-14 dagen voldoende om dit te bereiken. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt, waarna ovulatie kan worden opgewekt door toediening van een dosis humaan choriongonadotrofine (hCG). Indien het aantal reagerende follikels te groot is of de oestradiolspiegels te snel stijgen, dat wil zeggen indien de dagelijkse toename gedurende 2 of 3 dagen meer dan 100% bedraagt, moet de dagelijkse dosis worden verlaagd. Omdat follikels met een diameter groter dan 14 mm in principe tot zwangerschap kunnen leiden bestaat bij multipele pre-ovulatoire follikels groter dan 14 mm de kans op meerlingzwangerschappen. In dat geval dient geen hCG te worden gegeven en moet bevruchting worden vermeden, teneinde een meervoudige zwangerschap te voorkomen. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie bij medisch geassisteerde voortplantingstechnieken Er worden verschillende protocollen toegepast. Een aanvangsdosis van 100 tot 225 IE wordt aanbevolen voor tenminste de eerste vier dagen. Daarna kan de dosis per individu worden aangepast al naar gelang de reactie van het ovarium. In klinische studies is aangetoond dat onderhoudsdoseringen variërend van 75 tot 375 IE gedurende 6 tot 12 dagen in het algemeen voldoende zijn alhoewel een meer langdurige behandeling noodzakelijk kan zijn. Puregon kan alleen worden gegeven of, ter voorkoming van een premature LH-piek, in combinatie met een GnRH-agonist of antagonist. Bij gebruik van een GnRH-agonist kan in totaal een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het opwekken van een adequate follikelreactie. De ovariële respons wordt gevolgd met behulp van echoscopie en door bepaling van de oestradiolplasmaspiegels. Indien door middel van echoscopie de aanwezigheid van minstens drie follikels van 16-20 mm wordt vastgesteld en er een goede oestradiolrespons is (een plasmaspiegel van 300-400 picogram/ml (1000-1300 pmol/l) voor elke follikel groter dan 18 mm), kan de laatste fase in de follikelrijping worden geïnduceerd. Dit gebeurt door toediening van hCG. Ovumaspiratie vindt 34-35 uur later plaats. Dosering voor de man Puregon dient in een dosis van 450 IE/week gegeven te worden, bij voorkeur verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, tezamen met hCG. De behandeling dient ten minste 3 tot 4 maanden voortgezet te worden voordat enige verbetering in spermatogenese verwacht kan worden. Wanneer een patiënt na deze periode geen respons heeft vertoond, kan de combinatietherapie worden voortgezet; huidige klinische ervaring geeft aan dat er een behandeling van minstens 18 maanden of langer nodig kan zijn om spermatogenese te bewerkstelligen. Er is geen relevante indicatie voor het gebruik van Puregon bij kinderen. Wijze van toediening Puregon wordt gereconstitueerd door toevoeging van het bijgeleverde oplosmiddel. De Puregonoplossing dient direct na reconstitutie te worden toegediend. Om injectie van een groot volume te voorkomen kunnen 3 tot 4 koekjes Puregon worden opgelost in 1 ml oplosmiddel. Wanneer slechts 1 of 2 koekjes nodig zijn kan het volume worden teruggebracht tot 0,5 ml. Na reconstitutie van elk koekje, dient visueel gecontroleerd te worden of het gevriesdroogde materiaal volledig is opgelost. De bereide oplossing mag niet worden gebruikt indien deze deeltjes bevat of niet helder is. 10
Om pijnlijke injecties te voorkomen en om lekkage vanuit de injectieplaats zo klein mogelijk te houden moet de Puregon-oplossing langzaam intramusculair of subcutaan worden toegediend. Bij subcutane injectie moet de injectieplaats worden afgewisseld om lipoatrofie te voorkomen. Gooi eventueel overgebleven oplossing weg. Subcutane toediening van Puregon kan worden uitgevoerd door de patiënt zelf of door de partner, mits zij goed geïnstrueerd zijn door de arts. Zelftoediening van Puregon dient alleen te worden uitgevoerd door patiënten die goed gemotiveerd en voldoende geïnstrueerd zijn en die kunnen beschikken over deskundig advies. 4.3
Contra-indicaties
• • • • • • • •
Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Tumoren van het ovarium, de mammae, de uterus, de testis, de hypofyse of de hypothalamus. Vaginale bloeding, waarvan de oorzaak niet is vastgesteld. Primair ovariumfalen. Ovariumcysten of vergrote ovaria, niet gerelateerd aan het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS). Anatomische afwijkingen van de geslachtsorganen, waardoor zwangerschap onmogelijk is. Myomas in de uterus, waardoor zwangerschap niet mogelijk is. Primaire testiculaire insufficiëntie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
•
De aanwezigheid van onbehandelde niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bijvoorbeeld ziekten van de schildklier, bijnier of hypofyse) dient te worden uitgesloten. Bij zwangerschappen die ontstaan na ovulatie-inductie met gonadotrofinepreparaten bestaat een verhoogde kans op meerlingen. Meervoudige follikelrijping kan worden voorkomen door het doseringsschema op de juiste wijze aan te passen. Meerlingzwangerschappen, met name die met hoge aantallen, leiden tot een verhoogd risico op nadelige maternale en perinatale effecten. Voor aanvang van de behandeling dient op deze mogelijke risico’s te worden gewezen. De eerste injectie van Puregon dient te worden gegeven onder directe medische supervisie. Omdat onvruchtbare vrouwen, die worden behandeld in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, met name voor IVF, vaak afwijkingen aan de eileiders hebben, kunnen ectopische zwangerschappen vaker voorkomen. Het is daarom van belang om in een vroeg stadium door middel van echoscopie vast te stellen of de vrucht zich in de uterus bevindt. Bij behandeling in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken is het percentage miskramen hoger dan normaal. De incidentie van aangeboren afwijkingen na kunstmatige voortplantingstechnieken zou hoger kunnen zijn dan na spontane concepties. Hieraan kunnen verschillen in eigenschappen van de ouders (bijvoorbeeld leeftijd van de moeder of eigenschappen van het sperma) en een verhoogde kans op meerlingzwangerschappen ten grondslag liggen. Ongewenste ovariële hyperstimulatie: beoordeling van de follikelontwikkeling - door middel van echoscopie en de bepaling van oestradiolplasmaconcentraties - dient plaats te vinden voorafgaand aan de behandeling, en op regelmatige tijdstippen gedurende de behandeling. Behalve het feit dat er een groot aantal follikels tegelijkertijd tot ontwikkeling kunnen komen, kunnen de oestradiolspiegels een buitengewoon snelle stijging vertonen, bijvoorbeeld meer dan een dagelijkse verdubbeling gedurende 2 of 3 achtereenvolgende dagen, hetgeen kan leiden tot uitzonderlijk hoge waarden. De diagnose van ovariële hyperstimulatie kan eventueel bevestigd worden met behulp van echoscopie. Indien deze ongewenste ovariële hyperstimulatie (dus niet als onderdeel van de voorbereidende behandeling voor medisch geassisteerde voortplantingstechnieken) optreedt, dient de behandeling met Puregon onmiddellijk te worden gestaakt. In dat geval moet zwangerschap worden vermeden en mag beslist geen hCG worden toegediend, omdat de toediening van een gonadotrofine met LH-activiteit, behalve tot meervoudige ovulaties, kan leiden tot het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Klinische symptomen van de milde vorm van ovariële hyperstimulatie zijn gastro-intestinale problemen (pijn in de onderbuik, misselijkheid, diarree), en milde tot matige vergroting van ovaria en
•
• •
• •
•
11
•
•
• • • 4.5
ovariumcysten. Voorbijgaande abnormale uitslagen in leverfunctietesten die duiden op verstoring van de leverfunctie en waarbij ook morfologische veranderingen in leverbiopten kunnen optreden, zijn gemeld in samenhang met het ovariële hyperstimulatiesyndroom. In zeldzame gevallen treedt een ernstige vorm van het ovariële hyperstimulatiesyndroom op, hetgeen levensbedreigend kan zijn. Kenmerkend zijn grote ovariumcysten (die gemakkelijk kunnen ruptureren), ascites, vaak hydrothorax en gewichtstoename. Sporadisch kan veneuze of arteriële trombo-embolie optreden in samenhang met OHSS. Er zijn benigne en maligne neoplasmata van ovarium en andere voortplantingsorganen gerapporteerd bij vrouwen die meerdere infertiliteitsbehandelingen hebben ondergaan. Het is niet bewezen dat behandeling met gonadotrofines het normale risico op deze tumoren in onvruchtbare vrouwen beïnvloedt. Vrouwen met een algemeen erkende risicofactor voor trombose, zoals een eerder opgetreden trombose of een positieve familieanamnese, obesitas (Body Mass Index > 30 kg/m2) of trombofilie, kunnen gedurende of na behandeling met gonadotrofines een verhoogd risico hebben op veneuze of arteriële trombo-embolische processen. Bij deze vrouwen moeten de voordelen en de risico’s die aan een IVF behandeling verbonden zijn tegen elkaar worden afgewogen. Wel dient hierbij te worden opgemerkt dat zwangerschap op zichzelf ook een verhoogd risico op trombose geeft. Puregon kan sporen streptomycine en/of neomycine bevatten. Deze antibiotica kunnen hypersensitiviteitsreacties veroorzaken bij daarvoor gevoelige personen. Een verhoogde concentratie endogeen FSH in mannen wijst op primaire testiculaire insufficiëntie. Patiënten bij wie dit wordt geconstateerd, reageren niet op de combinatie Puregon/hCG. Voor het evalueren van het effect van de behandeling wordt bij mannen 4 tot 6 maanden na het begin van de behandeling semenanalyse aanbevolen. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van Puregon en clomifeencitraat kan de follikelreactie versterken. Bij een door een GnRH-agonist geïnduceerde suppressie van de hypofyse kan een hogere dosis Puregon nodig zijn om een adequate follikelreactie te bewerkstelligen. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Puregon is niet geïndiceerd voor gebruik gedurende zwangerschap. Bij klinisch gebruik van gonadotrofines bij gecontroleerde ovariële hyperstimulatie zijn geen teratogene risico’s gerapporteerd. In geval van blootstelling gedurende zwangerschap zijn er onvoldoende klinische gegevens om een teratogeen effect van recombinant FSH uit te sluiten hoewel er tot op heden geen malformatieve effecten zijn gerapporteerd. In dierstudies zijn geen teratogene effecten waargenomen. Puregon dient niet te worden gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Puregon heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 4.8
Bijwerkingen
Intramusculaire of subcutane toediening van Puregon, kan aanleiding geven tot lokale reacties op de injectieplaats: kneuzing, pijn, roodheid, zwelling en jeuk worden regelmatig gemeld (3% van alle behandelde patiënten). Deze lokale reacties zijn over het algemeen mild en van tijdelijke aard. Systemische overgevoeligheidsreacties zoals erytheem, urticaria, huiduitslag en pruritus zijn niet vaak waargenomen (0,1% van alle patiënten die behandeld zijn met Puregon). Behandeling van vrouwen: 12
Bij ongeveer 4% van de vrouwen die in klinische studies met Puregon zijn behandeld, zijn aanwijzingen en symptomen van het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS) waargenomen (zie rubriek 4.4). Andere bijwerkingen gerelateerd aan dit syndroom zijn gerapporteerd in klinische studies, waaronder pijn en/of congestie in het bekkengebied, pijn in de buik en/of een opgezette buik, borstklachten (gevoeligheid, pijn en/of congestie), vergrote eierstokken en spontane miskraam. Al deze bijwerkingen zijn met een incidentie van ongeveer 1% (pijn in het bekkengebied en een opgezette buik) of minder gerapporteerd. Het risico op ectopische en meerlingzwangerschappen is iets verhoogd. Andere meer algemene bijwerkingen die zijn waargenomen zijn hoofdpijn en misselijkheid (bij maximaal 1% van de vrouwen die behandeld zijn met Puregon). Net als met andere gonadotrofines, is het optreden van trombo-embolie sporadisch in verband gebracht met Puregon/hCG therapie. Behandeling van mannen: Gynaecomastie en acne kunnen zo nu en dan optreden gedurende Puregon/hCG behandeling. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Bij één van de behandelde patiënten werd een epididymale cyste waargenomen. 4.9
Overdosering
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de acute toxiciteit bij de mens, maar de acute toxiciteit van Puregon en van urinaire gonadotrofinepreparaten in dierstudies is zeer laag. Een te hoge dosis FSH kan leiden tot hyperstimulatie van de ovaria (zie rubriek 4.4). 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: gonadotrofines, ATC-code: G03G A06. Puregon bevat recombinant FSH. Het werkzaam bestanddeel wordt geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie, gebruik makend van een Chinese hamster-ovariumcellijn waarin de genen voor de beide menselijke FSH-subeenheden tot expressie worden gebracht. De primaire aminozuurvolgorde is identiek aan die van natuurlijk humaan FSH. Er zijn kleine verschillen in de suikerzijketens vastgesteld. FSH is noodzakelijk voor normale follikelgroei en -rijping, en voor de gonadale steroïdproduktie. Bij de vrouw zijn de FSH-plasmaspiegels mede bepalend voor het tijdstip van aanvang en de duur van de follikelontwikkeling en daarmee voor het aantal follikels dat tot rijping komt, en voor het moment waarop follikels pre-ovulatoire kenmerken krijgen. Puregon kan derhalve worden gebruikt om de follikelrijping en de steroïdproduktie te stimuleren in bepaalde gevallen van een gestoorde functie van de gonaden. Voorts kan Puregon worden gebruikt bij kunstmatige voortplantingstechnieken om de gelijktijdige ontwikkeling van meerdere follikels te bewerkstelligen [bijvoorbeeld bij in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), bij “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT), en bij intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Een behandeling met Puregon wordt meestal gevolgd door toediening van een hCG-preparaat, teneinde de laatste fase in de follikelrijping, te weten hervatting van de meiose en vervolgens ovulatie, te induceren. Bij mannen met een tekort aan FSH dient Puregon gedurende minimaal 4 maanden gelijktijdig met hCG te worden toegediend om de spermatogenese te induceren. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na intramusculaire of subcutane toediening van Puregon worden maximale FSH-concentraties binnen ongeveer 12 uur bereikt. Na intramusculaire toediening van Puregon zijn de maximum FSH concentraties bij mannen hoger en worden eerder bereikt dan bij vrouwen. Vanwege de vertraagde afgifte uit de injectieplaats en de relatief lange eliminatiehalfwaardetijd van ongeveer 40 uur (uiteenlopend van 12 tot 70 uur), blijven de FSH-plasmaspiegels verhoogd gedurende 24 tot 48 uur. 13
Als gevolg van de betrekkelijk lange eliminatiehalfwaardetijd zijn de plasmaconcentraties van FSH na herhaalde toediening van Puregon ongeveer 1,5 tot 2,5 keer hoger dan na eenmalige toediening. Deze toename draagt bij tot het bereiken van therapeutische FSH-plasmaspiegels. Er zijn geen significante farmacokinetische verschillen na intramusculaire en subcutane toediening van Puregon. In beide gevallen bedraagt de absolute biobeschikbaarheid ongeveer 77%. Recombinant FSH lijkt in biochemisch opzicht sterk op het endogene humane FSH en wordt op dezelfde wijze verdeeld, gemetaboliseerd en uitgescheiden. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Eenmalige toediening van Puregon aan ratten gaf geen effecten van toxicologische betekenis te zien. Ook in studies met herhaalde toediening aan ratten (twee weken) en honden (dertien weken) van doseringen tot 100 maal de maximale humane dosis, werden geen effecten van toxicologische betekenis waargenomen. Puregon vertoont geen mutagene werking in de Ames test en in de in vitro chromosoomaberratietest met humane lymfocyten. 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Het poeder voor oplossing voor injectie bevat: sucrose natriumcitraat polysorbaat 20. De pH kan bijgesteld zijn met natriumhydroxide en/of zoutzuur. Een ampul oplosmiddel bevat natriumchloride (4,5 mg) in water voor injecties (1,0 ml). 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. 6.3
Houdbaarheid
2 jaar. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na reconstitutie gebruikt te worden. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon(s) en ampul(len) in de buitenverpakking bewaren. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Steriel gevriesdroogd koekje in een 1 ml injectieflacon (Type I glas) en 1 ml oplosmiddel (0,45% zoutoplossing) in een 1 ml ampul (Type I glas). Verpakkingen van 1, 3, 5 of 10. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
14
Puregon dient te worden opgelost in het bijgeleverde oplosmiddel door middel van een voorzichtige, zwenkende beweging. Vermijd krachtig schudden. Niet gebruiken indien de bereide oplossing deeltjes bevat of indien de oplossing niet helder is. Wanneer meer dan één koekje wordt opgelost, dient visueel gecontroleerd te worden of het gevriesdroogde materiaal volledig is opgelost voordat de oplossing overgebracht wordt naar de volgende injectieflacon. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na reconstitutie gebruikt te worden. Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. 7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland 8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/005 EU/1/96/008/006 EU/1/96/008/007 EU/1/96/008/008 9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 3 mei 1996 Datum van laatste hernieuwing: 3 mei 2006 10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
15
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 100 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een ampul bevat 100 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) overeenkomend met 10 microgram eiwit (specifieke in vivo bioactiviteit gelijk aan ongeveer 10 000 IE FSH / mg eiwit). Het poeder voor oplossing voor injectie bevat het werkzaam bestanddeel follitropin beta, geproduceerd door een biotechnologisch gemodificeerde Chinese Hamster Ovarium (CHO) cellijn. Na reconstitutie bevat de oplossing 100 IE follitropin beta per ml. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie (poeder voor injectie en oplosmiddel voor parenteraal gebruik). Een wit tot gebroken witte cake of poeder. Het oplosmiddel is een heldere en kleurloze oplossing. 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Bij de vrouw: Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen in de vrouw te behandelen in de volgende gevallen: • Anovulatie (ook ten gevolge van het Polycysteus Ovarium Syndroom, PCOS), indien behandeling met clomifeencitraat geen resultaat heeft gehad. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie, teneinde meervoudige follikelrijping te bewerkstelligen bij kunstmatige voortplantingstechnieken [bijvoorbeeld in vitro-fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT) en intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Bij de man: • Deficiënte spermatogenese veroorzaakt door hypogonadotroop hypogonadisme. 4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling met Puregon dient te worden gestart onder supervisie van een arts die ervaren is in de behandeling van fertiliteitsproblemen. Dosering Dosering voor de vrouw Zowel inter- als intra-individueel komen grote verschillen voor in de reactie van het ovarium op exogene gonadotrofines. Dit maakt het onmogelijk een eensluidend doseringsschema aan te bevelen. De dosering moet derhalve individueel worden aangepast, al naar gelang de reactie van het ovarium. Dit vereist echoscopie en controle van oestradiolplasmaspiegels. Op basis van de resultaten van vergelijkende klinische studies wordt aanbevolen om een lagere dosis Puregon te geven dan algemeen gebruikelijk is voor urinair FSH, niet alleen met het oog op een optimale follikelontwikkeling maar ook vanwege een zo klein mogelijk risico op ongewenste ovariële hyperstimulatie. 16
Klinische ervaring met Puregon is voor beide indicaties gebaseerd op ten hoogste drie behandelingscycli. Praktijkervaring met IVF laat zien dat het behandelingssucces gelijk blijft gedurende de eerste vier pogingen en daarna geleidelijk afneemt. • Anovulatie In het algemeen wordt een sequentieel behandelingsschema aanbevolen beginnend met de dagelijkse toediening van 50 IE Puregon. Deze dosis wordt gedurende tenminste 7 dagen gehandhaafd. Indien er geen ovariële respons optreedt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de oestradiolplasmaconcentratie een farmacodynamische respons aangeven. Een toename in oestradiolspiegels van 40-100% per dag wordt optimaal geacht. De effectieve dagdosis wordt dan verder aangehouden totdat pre-ovulatoire omstandigheden worden bereikt. Pre-ovulatoire omstandigheden zijn bereikt indien met behulp van echoscopie een dominante follikel van minstens 18 mm in diameter wordt gezien en/of oestradiolplasmaspiegels van 300-900 picogram/ml (1000-3000 pmol/l) worden bereikt. Meestal is een behandelperiode van 7-14 dagen voldoende om dit te bereiken. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt, waarna ovulatie kan worden opgewekt door toediening van een dosis humaan choriongonadotrofine (hCG). Indien het aantal reagerende follikels te groot is of de oestradiolspiegels te snel stijgen, dat wil zeggen indien de dagelijkse toename gedurende 2 of 3 dagen meer dan 100% bedraagt, moet de dagelijkse dosis worden verlaagd. Omdat follikels met een diameter groter dan 14 mm in principe tot zwangerschap kunnen leiden bestaat bij multipele pre-ovulatoire follikels groter dan 14 mm de kans op meerlingzwangerschappen. In dat geval dient geen hCG te worden gegeven en moet bevruchting worden vermeden, teneinde een meervoudige zwangerschap te voorkomen. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie bij medisch geassisteerde voortplantingstechnieken Er worden verschillende protocollen toegepast. Een aanvangsdosis van 100 tot 225 IE wordt aanbevolen voor tenminste de eerste vier dagen. Daarna kan de dosis per individu worden aangepast al naar gelang de reactie van het ovarium. In klinische studies is aangetoond dat onderhoudsdoseringen variërend van 75 tot 375 IE gedurende 6 tot 12 dagen in het algemeen voldoende zijn alhoewel een meer langdurige behandeling noodzakelijk kan zijn. Puregon kan alleen worden gegeven of, ter voorkoming van een premature LH-piek, in combinatie met een GnRH- agonist of antagonist. Bij gebruik van een GnRH-agonist, kan in totaal een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het opwekken van een adequate follikelreactie. De ovariële respons wordt gevolgd met behulp van echoscopie en door bepaling van de oestradiolplasmaspiegels. Indien door middel van echoscopie de aanwezigheid van minstens drie follikels van 16-20 mm wordt vastgesteld en er een goede oestradiolrespons is (een plasmaspiegel van 300-400 picogram/ml (1000-1300 pmol/l) voor elke follikel groter dan 18 mm), kan de laatste fase in de follikelrijping worden geïnduceerd. Dit gebeurt door toediening van hCG. Ovumaspiratie vindt 34-35 uur later plaats. Dosering voor de man Puregon dient in een dosis van 450 IE/week gegeven te worden, bij voorkeur verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, tezamen met hCG. De behandeling dient ten minste 3 tot 4 maanden voortgezet te worden voordat enige verbetering in spermatogenese verwacht kan worden. Wanneer een patiënt na deze periode geen respons heeft vertoond, kan de combinatietherapie worden voortgezet; huidige klinische ervaring geeft aan dat er een behandeling van minstens 18 maanden of langer nodig kan zijn om spermatogenese te bewerkstelligen. Er is geen relevante indicatie voor het gebruik van Puregon bij kinderen. Wijze van toediening Puregon wordt gereconstitueerd door toevoeging van het bijgeleverde oplosmiddel. De Puregonoplossing dient direct na reconstitutie te worden toegediend. Om injectie van een groot volume te voorkomen kunnen 3 tot 4 bolletjes Puregon worden opgelost in 1 ml oplosmiddel. Wanneer slechts 1 of 2 bolletjes nodig zijn kan het volume worden teruggebracht tot 0,5 ml. Na reconstitutie van elk bolletje, dient visueel gecontroleerd te worden of het gevriesdroogde materiaal volledig is opgelost. De bereide oplossing mag niet worden gebruikt indien deze deeltjes bevat of niet helder is. 17
Om pijnlijke injecties te voorkomen en om lekkage vanuit de injectieplaats zo klein mogelijk te houden moet de Puregon-oplossing langzaam intramusculair of subcutaan worden toegediend. Bij subcutane injectie moet de injectieplaats worden afgewisseld om lipoatrofie te voorkomen. Gooi eventueel overgebleven oplossing weg. Subcutane toediening van Puregon kan worden uitgevoerd door de patiënt zelf of door de partner, mits zij goed geïnstrueerd zijn door de arts. Zelftoediening van Puregon dient alleen te worden uitgevoerd door patiënten die goed gemotiveerd en voldoende geïnstrueerd zijn en die kunnen beschikken over deskundig advies. 4.3
Contra-indicaties
• • • • • • • •
Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Tumoren van het ovarium, de mammae, de uterus, de testis, de hypofyse of de hypothalamus. Vaginale bloeding, waarvan de oorzaak niet is vastgesteld. Primair ovariumfalen. Ovariumcysten of vergrote ovaria, niet gerelateerd aan het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS). Anatomische afwijkingen van de geslachtsorganen, waardoor zwangerschap onmogelijk is. Myomas in de uterus, waardoor zwangerschap niet mogelijk is. Primaire testiculaire insufficiëntie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
•
De aanwezigheid van onbehandelde niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bijvoorbeeld ziekten van de schildklier, bijnier of hypofyse) dient te worden uitgesloten. Bij zwangerschappen die ontstaan na ovulatie-inductie met gonadotrofinepreparaten bestaat een verhoogde kans op meerlingen. Meervoudige follikelrijping kan worden voorkomen door het doseringsschema op de juiste wijze aan te passen. Meerlingzwangerschappen, met name die met hoge aantallen, leiden tot een verhoogd risico op nadelige maternale en perinatale effecten.. Voor aanvang van de behandeling dient op deze mogelijke risico’s te worden gewezen. De eerste injectie van Puregon dient te worden gegeven onder directe medische supervisie. Omdat onvruchtbare vrouwen, die worden behandeld in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, met name voor IVF, vaak afwijkingen aan de eileiders hebben, kunnen ectopische zwangerschappen vaker voorkomen. Het is daarom van belang om in een vroeg stadium door middel van echoscopie vast te stellen of de vrucht zich in de uterus bevindt. Bij behandeling in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken is het percentage miskramen hoger dan normaal. De incidentie van aangeboren afwijkingen na kunstmatige voortplantingstechnieken zou hoger kunnen zijn dan na spontane concepties. Hieraan kunnen verschillen in eigenschappen van de ouders (bijvoorbeeld leeftijd van de moeder of eigenschappen van het sperma) en een verhoogde kans op meerlingzwangerschappen ten grondslag liggen. Ongewenste ovariële hyperstimulatie: beoordeling van de follikelontwikkeling - door middel van echoscopie en de bepaling van oestradiolplasmaconcentraties - dient plaats te vinden voorafgaand aan de behandeling, en op regelmatige tijdstippen gedurende de behandeling. Behalve het feit dat er een groot aantal follikels tegelijkertijd tot ontwikkeling kunnen komen, kunnen de oestradiolspiegels een buitengewoon snelle stijging vertonen, bijvoorbeeld meer dan een dagelijkse verdubbeling gedurende 2 of 3 achtereenvolgende dagen, hetgeen kan leiden tot uitzonderlijk hoge waarden. De diagnose van ovariële hyperstimulatie kan eventueel bevestigd worden met behulp van echoscopie. Indien deze ongewenste ovariële hyperstimulatie (dus niet als onderdeel van de voorbereidende behandeling voor medisch geassisteerde voortplantingstechnieken) optreedt, dient de behandeling met Puregon onmiddellijk te worden gestaakt. In dat geval moet zwangerschap worden vermeden en mag beslist geen hCG worden toegediend, omdat de toediening van een gonadotrofine met LH-activiteit, behalve tot meervoudige ovulaties, kan leiden tot het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Klinische symptomen van de milde vorm van ovariële hyperstimulatie zijn gastro-intestinale problemen (pijn in de onderbuik, misselijkheid, diarree), en milde tot matige vergroting van ovaria en
•
• •
• •
•
18
•
•
• • • 4.5
ovariumcysten. Voorbijgaande abnormale uitslagen in leverfunctietesten die duiden op verstoring van de leverfunctie en waarbij ook morfologische veranderingen in leverbiopten kunnen optreden, zijn gemeld in samenhang met het ovariële hyperstimulatiesyndroom. In zeldzame gevallen treedt een ernstige vorm van het ovariële hyperstimulatiesyndroom op, hetgeen levensbedreigend kan zijn. Kenmerkend zijn grote ovariumcysten (die gemakkelijk kunnen ruptureren), ascites, vaak hydrothorax en gewichtstoename. Sporadisch kan veneuze of arteriële trombo-embolie optreden in samenhang met OHSS. Er zijn benigne en maligne neoplasmata van ovarium en andere voortplantingsorganen gerapporteerd bij vrouwen die meerdere infertiliteitsbehandelingen hebben ondergaan. Het is niet bewezen dat behandeling met gonadotrofines het normale risico op deze tumoren in onvruchtbare vrouwen beïnvloedt. Vrouwen met een algemeen erkende risicofactor voor trombose, zoals een eerder opgetreden trombose of een positieve familieanamnese, obesitas (Body Mass Index > 30 kg/m2) of trombofilie, kunnen gedurende of na behandeling met gonadotrofines een verhoogd risico hebben op veneuze of arteriële trombo-embolische processen. Bij deze vrouwen moeten de voordelen en de risico’s die aan een IVF behandeling verbonden zijn tegen elkaar worden afgewogen. Wel dient hierbij te worden opgemerkt dat zwangerschap op zichzelf ook een verhoogd risico op trombose geeft. Puregon kan sporen streptomycine en/of neomycine bevatten. Deze antibiotica kunnen hypersensitiviteitsreacties veroorzaken bij daarvoor gevoelige personen. Een verhoogde concentratie endogeen FSH in mannen wijst op primaire testiculaire insufficiëntie. Patiënten bij wie dit wordt geconstateerd, reageren niet op de combinatie Puregon/hCG. Voor het evalueren van het effect van de behandeling wordt bij mannen 4 tot 6 maanden na het begin van de behandeling semenanalyse aanbevolen. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van Puregon en clomifeencitraat kan de follikelreactie versterken. Bij een door een GnRH-agonist geïnduceerde suppressie van de hypofyse kan een hogere dosis Puregon nodig zijn om een adequate follikelreactie te bewerkstelligen. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Puregon is niet geïndiceerd voor gebruik gedurende zwangerschap. Bij klinisch gebruik van gonadotrofines bij gecontroleerde ovariële hyperstimulatie zijn geen teratogene risico’s gerapporteerd. In geval van blootstelling gedurende zwangerschap zijn er onvoldoende klinische gegevens om een teratogeen effect van recombinant FSH uit te sluiten hoewel er tot op heden geen malformatieve effecten zijn gerapporteerd. In dierstudies zijn geen teratogene effecten waargenomen. Puregon dient niet te worden gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Puregon heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 4.8
Bijwerkingen
Intramusculaire of subcutane toediening van Puregon, kan aanleiding geven tot lokale reacties op de injectieplaats: kneuzing, pijn, roodheid, zwelling en jeuk worden regelmatig gemeld (3% van alle behandelde patiënten). Deze lokale reacties zijn over het algemeen mild en van tijdelijke aard. Systemische overgevoeligheidsreacties zoals erytheem, urticaria, huiduitslag en pruritus zijn niet vaak waargenomen (0,1% van alle patiënten die behandeld zijn met Puregon). Behandeling van vrouwen: 19
Bij ongeveer 4% van de vrouwen die in klinische studies met Puregon zijn behandeld, zijn aanwijzingen en symptomen van het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS) waargenomen (zie rubriek 4.4). Andere bijwerkingen gerelateerd aan dit syndroom zijn gerapporteerd in klinische studies, waaronder pijn en/of congestie in het bekkengebied, pijn in de buik en/of een opgezette buik, borstklachten (gevoeligheid, pijn en/of congestie), vergrote eierstokken en spontane miskraam. Al deze bijwerkingen zijn met een incidentie van ongeveer 1% (pijn in het bekkengebied en een opgezette buik) of minder gerapporteerd. Het risico op ectopische en meerlingzwangerschappen is iets verhoogd. Andere meer algemene bijwerkingen die zijn waargenomen zijn hoofdpijn en misselijkheid (bij maximaal 1% van de vrouwen die behandeld zijn met Puregon). Net als met andere gonadotrofines, is het optreden van trombo-embolie sporadisch in verband gebracht met Puregon/hCG therapie. Behandeling van mannen: Gynaecomastie en acne kunnen zo nu en dan optreden gedurende Puregon/hCG behandeling. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Bij één van de behandelde patiënten werd een epididymale cyste waargenomen. 4.9
Overdosering
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de acute toxiciteit bij de mens, maar de acute toxiciteit van Puregon en van urinaire gonadotrofinepreparaten in dierstudies is zeer laag. Een te hoge dosis FSH kan leiden tot hyperstimulatie van de ovaria (zie rubriek 4.4). 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: gonadotrofines, ATC-code: G03G A06. Puregon bevat recombinant FSH. Het werkzaam bestanddeel wordt geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie, gebruik makend van een Chinese hamster-ovariumcellijn waarin de genen voor de beide menselijke FSH-subeenheden tot expressie worden gebracht. De primaire aminozuurvolgorde is identiek aan die van natuurlijk humaan FSH. Er zijn kleine verschillen in de suikerzijketens vastgesteld. FSH is noodzakelijk voor normale follikelgroei en -rijping, en voor de gonadale steroïdproduktie. Bij de vrouw zijn de FSH-plasmaspiegels mede bepalend voor het tijdstip van aanvang en de duur van de follikelontwikkeling en daarmee voor het aantal follikels dat tot rijping komt, en voor het moment waarop follikels pre-ovulatoire kenmerken krijgen. Puregon kan derhalve worden gebruikt om de follikelrijping en de steroïdproduktie te stimuleren in bepaalde gevallen van een gestoorde functie van de gonaden. Voorts kan Puregon worden gebruikt bij kunstmatige voortplantingstechnieken om de gelijktijdige ontwikkeling van meerdere follikels te bewerkstelligen [bijvoorbeeld bij in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), bij “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT), en bij intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Een behandeling met Puregon wordt meestal gevolgd door toediening van een hCG-preparaat, teneinde de laatste fase in de follikelrijping, te weten hervatting van de meiose en vervolgens ovulatie, te induceren. Bij mannen met een tekort aan FSH dient Puregon gedurende minimaal 4 maanden gelijktijdig met hCG te worden toegediend om de spermatogenese te induceren. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na intramusculaire of subcutane toediening van Puregon worden maximale FSH-concentraties binnen ongeveer 12 uur bereikt. Na intramusculaire toediening van Puregon zijn de maximum FSH concentraties bij mannen hoger en worden eerder bereikt dan bij vrouwen. Vanwege de vertraagde afgifte uit de injectieplaats en de relatief lange eliminatiehalfwaardetijd van ongeveer 40 uur (uiteenlopend van 12 tot 70 uur), blijven de FSH-plasmaspiegels verhoogd gedurende 24 tot 48 uur. 20
Als gevolg van de betrekkelijk lange eliminatiehalfwaardetijd zijn de plasmaconcentraties van FSH na herhaalde toediening van Puregon ongeveer 1,5 tot 2,5 keer hoger dan na eenmalige toediening. Deze toename draagt bij tot het bereiken van therapeutische FSH-plasmaspiegels. Er zijn geen significante farmacokinetische verschillen na intramusculaire en subcutane toediening van Puregon. In beide gevallen bedraagt de absolute biobeschikbaarheid ongeveer 77%. Recombinant FSH lijkt in biochemisch opzicht sterk op het endogene humane FSH en wordt op dezelfde wijze verdeeld, gemetaboliseerd en uitgescheiden. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Eenmalige toediening van Puregon aan ratten gaf geen effecten van toxicologische betekenis te zien. Ook in studies met herhaalde toediening aan ratten (twee weken) en honden (dertien weken) van doseringen tot 100 maal de maximale humane dosis, werden geen effecten van toxicologische betekenis waargenomen. Puregon vertoont geen mutagene werking in de Ames test en in de in vitro chromosoomaberratietest met humane lymfocyten. 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Het poeder voor oplossing voor injectie bevat: sucrose natriumcitraat polysorbaat 20. De pH kan bijgesteld zijn met natriumhydroxide en/of zoutzuur. Een ampul oplosmiddel bevat natriumchloride (4,5 mg) in water voor injecties (1,0 ml). 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. 6.3
Houdbaarheid
2 jaar. Omdat een eenmaal geopende ampul niet meer zodanig gesloten kan worden dat de steriliteit van de inhoud verder gewaarborgd is, dient de oplossing onmiddellijk na reconstitutie gebruikt te worden. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De ampullen in de buitenverpakking bewaren. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Steriele gevriesdroogde lyosfeer in een 1 ml ampul (Type I glas) en 1 ml oplosmiddel (0,45% zoutoplossing) in een 1 ml ampul (Type I glas). Verpakkingen van 1, 3, 5 of 10. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
21
Puregon dient te worden opgelost in het bijgeleverde oplosmiddel door middel van een voorzichtige, zwenkende beweging. Vermijd krachtig schudden. Niet gebruiken indien de bereide oplossing deeltjes bevat of indien de oplossing niet helder is. Wanneer meer dan één bolletje wordt opgelost, dient visueel gecontroleerd te worden of het gevriesdroogde materiaal volledig is opgelost voordat de oplossing overgebracht wordt naar de volgende ampul. Omdat een eenmaal geopende ampul niet meer zodanig gesloten kan worden dat de steriliteit van de inhoud verder gewaarborgd is, dient de oplossing onmiddellijk na reconstitutie gebruikt te worden. Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. 7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland 8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/009 EU/1/96/008/010 EU/1/96/008/011 EU/1/96/008/012 9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 3 mei 1996 Datum van laatste hernieuwing: 3 mei 2006 10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
22
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 150 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een ampul bevat 150 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) overeenkomend met 15 microgram eiwit (specifieke in vivo bioactiviteit gelijk aan ongeveer 10 000 IE FSH / mg eiwit). Het poeder voor oplossing voor injectie bevat het werkzaam bestanddeel follitropin beta, geproduceerd door een biotechnologisch gemodificeerde Chinese Hamster Ovarium (CHO) cellijn. Na reconstitutie bevat de oplossing 150 IE follitropin beta per ml. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie (poeder voor injectie en oplosmiddel voor parenteraal gebruik). Een wit tot gebroken witte cake of poeder. Het oplosmiddel is een heldere en kleurloze oplossing. 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Bij de vrouw: Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen in de vrouw te behandelen in de volgende gevallen: • Anovulatie (ook ten gevolge van het Polycysteus Ovarium Syndroom, PCOS), indien behandeling met clomifeencitraat geen resultaat heeft gehad. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie, teneinde meervoudige follikelrijping te bewerkstelligen bij kunstmatige voortplantingstechnieken [bijvoorbeeld in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT) en intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Bij de man: • Deficiënte spermatogenese veroorzaakt door hypogonadotroop hypogonadisme. 4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling met Puregon dient te worden gestart onder supervisie van een arts die ervaren is in de behandeling van fertiliteitsproblemen. Dosering Dosering voor de vrouw Zowel inter- als intra-individueel komen grote verschillen voor in de reactie van het ovarium op exogene gonadotrofines. Dit maakt het onmogelijk een eensluidend doseringsschema aan te bevelen. De dosering moet derhalve individueel worden aangepast, al naar gelang de reactie van het ovarium. Dit vereist echoscopie en controle van oestradiolplasmaspiegels. Op basis van de resultaten van vergelijkende klinische studies wordt aanbevolen om een lagere dosis Puregon te geven dan algemeen gebruikelijk is voor urinair FSH, niet alleen met het oog op een optimale follikelontwikkeling maar ook vanwege een zo klein mogelijk risico op ongewenste ovariële hyperstimulatie. 23
Klinische ervaring met Puregon is voor beide indicaties gebaseerd op ten hoogste drie behandelingscycli. Praktijkervaring met IVF laat zien dat het behandelingssucces gelijk blijft gedurende de eerste vier pogingen en daarna geleidelijk afneemt. • Anovulatie In het algemeen wordt een sequentieel behandelingsschema aanbevolen beginnend met de dagelijkse toediening van 50 IE Puregon. Deze dosis wordt gedurende tenminste 7 dagen gehandhaafd. Indien er geen ovariële respons optreedt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de oestradiolplasmaconcentratie een farmacodynamische respons aangeven. Een toename in oestradiolspiegels van 40-100% per dag wordt optimaal geacht. De effectieve dagdosis wordt dan verder aangehouden totdat pre-ovulatoire omstandigheden worden bereikt. Pre-ovulatoire omstandigheden zijn bereikt indien met behulp van echoscopie een dominante follikel van minstens 18 mm in diameter wordt gezien en/of oestradiolplasmaspiegels van 300-900 picogram/ml (1000-3000 pmol/l) worden bereikt. Meestal is een behandelperiode van 7-14 dagen voldoende om dit te bereiken. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt, waarna ovulatie kan worden opgewekt door toediening van een dosis humaan choriongonadotrofine (hCG). Indien het aantal reagerende follikels te groot is of de oestradiolspiegels te snel stijgen, dat wil zeggen indien de dagelijkse toename gedurende 2 of 3 dagen meer dan 100% bedraagt, moet de dagelijkse dosis worden verlaagd. Omdat follikels met een diameter groter dan 14 mm in principe tot zwangerschap kunnen leiden bestaat bij multipele pre-ovulatoire follikels groter dan 14 mm de kans op meerlingzwangerschappen. In dat geval dient geen hCG te worden gegeven en moet bevruchting worden vermeden, teneinde een meervoudige zwangerschap te voorkomen. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie bij medisch geassisteerde voortplantingstechnieken Er worden verschillende protocollen toegepast. Een aanvangsdosis van 100 tot 225 IE wordt aanbevolen voor tenminste de eerste vier dagen. Daarna kan de dosis per individu worden aangepast al naar gelang de reactie van het ovarium. In klinische studies is aangetoond dat onderhoudsdoseringen variërend van 75 tot 375 IE gedurende 6 tot 12 dagen in het algemeen voldoende zijn alhoewel een meer langdurige behandeling noodzakelijk kan zijn. Puregon kan alleen worden gegeven of, ter voorkoming van een premature LH-piek, in combinatie met een GnRH-agonist of antagonist. Bij gebruik van een GnRH-agonist, kan in totaal een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het opwekken van een adequate follikelreactie. De ovariële respons wordt gevolgd met behulp van echoscopie en door bepaling van de oestradiolplasmaspiegels. Indien door middel van echoscopie de aanwezigheid van minstens drie follikels van 16-20 mm wordt vastgesteld en er een goede oestradiolrespons is (een plasmaspiegel van 300-400 picogram/ml (1000-1300 pmol/l) voor elke follikel groter dan 18 mm), kan de laatste fase in de follikelrijping worden geïnduceerd. Dit gebeurt door toediening van hCG. Ovumaspiratie vindt 34-35 uur later plaats. Dosering voor de man Puregon dient in een dosis van 450 IE/week gegeven te worden, bij voorkeur verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, tezamen met hCG. De behandeling dient ten minste 3 tot 4 maanden voortgezet te worden voordat enige verbetering in spermatogenese verwacht kan worden. Wanneer een patiënt na deze periode geen respons heeft vertoond, kan de combinatietherapie worden voortgezet; huidige klinische ervaring geeft aan dat er een behandeling van minstens 18 maanden of langer nodig kan zijn om spermatogenese te bewerkstelligen. Er is geen relevante indicatie voor het gebruik van Puregon bij kinderen. Wijze van toediening Puregon wordt gereconstitueerd door toevoeging van het bijgeleverde oplosmiddel. De Puregonoplossing dient direct na reconstitutie te worden toegediend. Om injectie van een groot volume te voorkomen kunnen 3 tot 4 bolletjes Puregon worden opgelost in 1 ml oplosmiddel. Wanneer slechts 1 of 2 bolletjes nodig zijn kan het volume worden teruggebracht tot 0,5 ml. Na reconstitutie van elk bolletje, dient visueel gecontroleerd te worden of het gevriesdroogde materiaal volledig is opgelost. De bereide oplossing mag niet worden gebruikt indien deze deeltjes bevat of niet helder is. 24
Om pijnlijke injecties te voorkomen en om lekkage vanuit de injectieplaats zo klein mogelijk te houden moet de Puregon-oplossing langzaam intramusculair of subcutaan worden toegediend. Bij subcutane injectie moet de injectieplaats worden afgewisseld om lipoatrofie te voorkomen. Gooi eventueel overgebleven oplossing weg. Subcutane toediening van Puregon kan worden uitgevoerd door de patiënt zelf of door de partner, mits zij goed geïnstrueerd zijn door de arts. Zelftoediening van Puregon dient alleen te worden uitgevoerd door patiënten die goed gemotiveerd en voldoende geïnstrueerd zijn en die kunnen beschikken over deskundig advies. 4.3
Contra-indicaties
• • • • • • • •
Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Tumoren van het ovarium, de mammae, de uterus, de testis, de hypofyse of de hypothalamus. Vaginale bloeding, waarvan de oorzaak niet is vastgesteld. Primair ovariumfalen. Ovariumcysten of vergrote ovaria, niet gerelateerd aan het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS). Anatomische afwijkingen van de geslachtsorganen, waardoor zwangerschap onmogelijk is. Myomas in de uterus, waardoor zwangerschap niet mogelijk is. Primaire testiculaire insufficiëntie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
•
De aanwezigheid van onbehandelde niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bijvoorbeeld ziekten van de schildklier, bijnier of hypofyse) dient te worden uitgesloten. Bij zwangerschappen die ontstaan na ovulatie-inductie met gonadotrofinepreparaten bestaat een verhoogde kans op meerlingen. Meervoudige follikelrijping kan worden voorkomen door het doseringsschema op de juiste wijze aan te passen. Meerlingzwangerschappen, met name die met hoge aantallen, leiden tot een verhoogd risico op nadelige maternale en perinatale effecten. Voor aanvang van de behandeling dient op deze mogelijke risico’s te worden gewezen. De eerste injectie van Puregon dient te worden gegeven onder directe medische supervisie. Omdat onvruchtbare vrouwen, die worden behandeld in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, met name voor IVF, vaak afwijkingen aan de eileiders hebben, kunnen ectopische zwangerschappen vaker voorkomen. Het is daarom van belang om in een vroeg stadium door middel van echoscopie vast te stellen of de vrucht zich in de uterus bevindt. Bij behandeling in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken is het percentage miskramen hoger dan normaal. De incidentie van aangeboren afwijkingen na kunstmatige voortplantingstechnieken zou hoger kunnen zijn dan na spontane concepties. Hieraan kunnen verschillen in eigenschappen van de ouders (bijvoorbeeld leeftijd van de moeder of eigenschappen van het sperma) en een verhoogde kans op meerlingzwangerschappen ten grondslag liggen. Ongewenste ovariële hyperstimulatie: beoordeling van de follikelontwikkeling - door middel van echoscopie en de bepaling van oestradiolplasmaconcentraties - dient plaats te vinden voorafgaand aan de behandeling, en op regelmatige tijdstippen gedurende de behandeling. Behalve het feit dat er een groot aantal follikels tegelijkertijd tot ontwikkeling kunnen komen, kunnen de oestradiolspiegels een buitengewoon snelle stijging vertonen, bijvoorbeeld meer dan een dagelijkse verdubbeling gedurende 2 of 3 achtereenvolgende dagen, hetgeen kan leiden tot uitzonderlijk hoge waarden. De diagnose van ovariële hyperstimulatie kan eventueel bevestigd worden met behulp van echoscopie. Indien deze ongewenste ovariële hyperstimulatie (dus niet als onderdeel van de voorbereidende behandeling voor medisch geassisteerde voortplantingstechnieken) optreedt, dient de behandeling met Puregon onmiddellijk te worden gestaakt. In dat geval moet zwangerschap worden vermeden en mag beslist geen hCG worden toegediend, omdat de toediening van een gonadotrofine met LH-activiteit, behalve tot meervoudige ovulaties, kan leiden tot het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Klinische symptomen van de milde vorm van ovariële hyperstimulatie zijn gastro-intestinale problemen (pijn in de onderbuik, misselijkheid, diarree), en milde tot matige vergroting van ovaria en
•
• •
• •
•
25
•
•
• • • 4.5
ovariumcysten. Voorbijgaande abnormale uitslagen in leverfunctietesten die duiden op verstoring van de leverfunctie en waarbij ook morfologische veranderingen in leverbiopten kunnen optreden, zijn gemeld in samenhang met het ovariële hyperstimulatiesyndroom. In zeldzame gevallen treedt een ernstige vorm van het ovariële hyperstimulatiesyndroom op, hetgeen levensbedreigend kan zijn. Kenmerkend zijn grote ovariumcysten (die gemakkelijk kunnen ruptureren), ascites, vaak hydrothorax en gewichtstoename. Sporadisch kan veneuze of arteriële trombo-embolie optreden in samenhang met OHSS. Er zijn benigne en maligne neoplasmata van ovarium en andere voortplantingsorganen gerapporteerd bij vrouwen die meerdere infertiliteitsbehandelingen hebben ondergaan. Het is niet bewezen dat behandeling met gonadotrofines het normale risico op deze tumoren in onvruchtbare vrouwen beïnvloedt. Vrouwen met een algemeen erkende risicofactor voor trombose, zoals een eerder opgetreden trombose of een positieve familieanamnese, obesitas (Body Mass Index > 30 kg/m2) of trombofilie, kunnen gedurende of na behandeling met gonadotrofines een verhoogd risico hebben op veneuze of arteriële trombo-embolische processen. Bij deze vrouwen moeten de voordelen en de risico’s die aan een IVF behandeling verbonden zijn tegen elkaar worden afgewogen. Wel dient hierbij te worden opgemerkt dat zwangerschap op zichzelf ook een verhoogd risico op trombose geeft. Puregon kan sporen streptomycine en/of neomycine bevatten. Deze antibiotica kunnen hypersensitiviteitsreacties veroorzaken bij daarvoor gevoelige personen. Een verhoogde concentratie endogeen FSH in mannen wijst op primaire testiculaire insufficiëntie. Patiënten bij wie dit wordt geconstateerd, reageren niet op de combinatie Puregon/hCG. Voor het evalueren van het effect van de behandeling wordt bij mannen 4 tot 6 maanden na het begin van de behandeling semenanalyse aanbevolen. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van Puregon en clomifeencitraat kan de follikelreactie versterken. Bij een door een GnRH-agonist geïnduceerde suppressie van de hypofyse kan een hogere dosis Puregon nodig zijn om een adequate follikelreactie te bewerkstelligen. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Puregon is niet geïndiceerd voor gebruik gedurende zwangerschap. Bij klinisch gebruik van gonadotrofines bij gecontroleerde ovariële hyperstimulatie zijn geen teratogene risico’s gerapporteerd. In geval van blootstelling gedurende zwangerschap zijn er onvoldoende klinische gegevens om een teratogeen effect van recombinant FSH uit te sluiten hoewel er tot op heden geen malformatieve effecten zijn gerapporteerd. In dierstudies zijn geen teratogene effecten waargenomen. Puregon dient niet te worden gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Puregon heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 4.8
Bijwerkingen
Intramusculaire of subcutane toediening van Puregon, kan aanleiding geven tot lokale reacties op de injectieplaats: kneuzing, pijn, roodheid, zwelling en jeuk worden regelmatig gemeld (3% van alle behandelde patiënten). Deze lokale reacties zijn over het algemeen mild en van tijdelijke aard. Systemische overgevoeligheidsreacties zoals erytheem, urticaria, huiduitslag en pruritus zijn niet vaak waargenomen (0,1% van alle patiënten die behandeld zijn met Puregon). Behandeling van vrouwen: 26
Bij ongeveer 4% van de vrouwen die in klinische studies met Puregon zijn behandeld, zijn aanwijzingen en symptomen van het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS) waargenomen (zie rubriek 4.4). Andere bijwerkingen gerelateerd aan dit syndroom zijn gerapporteerd in klinische studies, waaronder pijn en/of congestie in het bekkengebied, pijn in de buik en/of een opgezette buik, borstklachten (gevoeligheid, pijn en/of congestie), vergrote eierstokken en spontane miskraam. Al deze bijwerkingen zijn met een incidentie van ongeveer 1% (pijn in het bekkengebied en een opgezette buik) of minder gerapporteerd. Het risico op ectopische en meerlingzwangerschappen is iets verhoogd. Andere meer algemene bijwerkingen die zijn waargenomen zijn hoofdpijn en misselijkheid (bij maximaal 1% van de vrouwen die behandeld zijn met Puregon). Net als met andere gonadotrofines, is het optreden van trombo-embolie sporadisch in verband gebracht met Puregon/hCG therapie. Behandeling van mannen: Gynaecomastie en acne kunnen zo nu en dan optreden gedurende Puregon/hCG behandeling. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Bij één van de behandelde patiënten werd een epididymale cyste waargenomen. 4.9
Overdosering
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de acute toxiciteit bij de mens, maar de acute toxiciteit van Puregon en van urinaire gonadotrofinepreparaten in dierstudies is zeer laag. Een te hoge dosis FSH kan leiden tot hyperstimulatie van de ovaria (zie rubriek 4.4). 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: gonadotrofines, ATC-code: G03G A06. Puregon bevat recombinant FSH. Het werkzaam bestanddeel wordt geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie, gebruik makend van een Chinese hamster-ovariumcellijn waarin de genen voor de beide menselijke FSH-subeenheden tot expressie worden gebracht. De primaire aminozuurvolgorde is identiek aan die van natuurlijk humaan FSH. Er zijn kleine verschillen in de suikerzijketens vastgesteld. FSH is noodzakelijk voor normale follikelgroei en -rijping, en voor de gonadale steroïdproduktie. Bij de vrouw zijn de FSH-plasmaspiegels mede bepalend voor het tijdstip van aanvang en de duur van de follikelontwikkeling en daarmee voor het aantal follikels dat tot rijping komt, en voor het moment waarop follikels pre-ovulatoire kenmerken krijgen. Puregon kan derhalve worden gebruikt om de follikelrijping en de steroïdproduktie te stimuleren in bepaalde gevallen van een gestoorde functie van de gonaden. Voorts kan Puregon worden gebruikt bij kunstmatige voortplantingstechnieken om de gelijktijdige ontwikkeling van meerdere follikels te bewerkstelligen [bijvoorbeeld bij in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), bij “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT), en bij intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Een behandeling met Puregon wordt meestal gevolgd door toediening van een hCG-preparaat, teneinde de laatste fase in de follikelrijping, te weten hervatting van de meiose en vervolgens ovulatie, te induceren. Bij mannen met een tekort aan FSH dient Puregon gedurende minimaal 4 maanden gelijktijdig met hCG te worden toegediend om de spermatogenese te induceren. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na intramusculaire of subcutane toediening van Puregon worden maximale FSH-concentraties binnen ongeveer 12 uur bereikt. Na intramusculaire toediening van Puregon zijn de maximum FSH concentraties bij mannen hoger en worden eerder bereikt dan bij vrouwen. Vanwege de vertraagde afgifte uit de injectieplaats en de relatief lange eliminatiehalfwaardetijd van ongeveer 40 uur (uiteenlopend van 12 tot 70 uur), blijven de FSH-plasmaspiegels verhoogd gedurende 24 tot 48 uur. 27
Als gevolg van de betrekkelijk lange eliminatiehalfwaardetijd zijn de plasmaconcentraties van FSH na herhaalde toediening van Puregon ongeveer 1,5 tot 2,5 keer hoger dan na eenmalige toediening. Deze toename draagt bij tot het bereiken van therapeutische FSH-plasmaspiegels. Er zijn geen significante farmacokinetische verschillen na intramusculaire en subcutane toediening van Puregon. In beide gevallen bedraagt de absolute biobeschikbaarheid ongeveer 77%. Recombinant FSH lijkt in biochemisch opzicht sterk op het endogene humane FSH en wordt op dezelfde wijze verdeeld, gemetaboliseerd en uitgescheiden. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Eenmalige toediening van Puregon aan ratten gaf geen effecten van toxicologische betekenis te zien. Ook in studies met herhaalde toediening aan ratten (twee weken) en honden (dertien weken) van doseringen tot 100 maal de maximale humane dosis, werden geen effecten van toxicologische betekenis waargenomen. Puregon vertoont geen mutagene werking in de Ames test en in de in vitro chromosoomaberratietest met humane lymfocyten. 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Het poeder voor oplossing voor injectie bevat: sucrose natriumcitraat polysorbaat 20. De pH kan bijgesteld zijn met natriumhydroxide en/of zoutzuur. Een ampul oplosmiddel bevat natriumchloride (4,5 mg) in water voor injecties (1,0 ml). 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. 6.3
Houdbaarheid
2 jaar. Omdat een eenmaal geopende ampul niet meer zodanig gesloten kan worden dat de steriliteit van de inhoud verder gewaarborgd is, dient de oplossing onmiddellijk na reconstitutie gebruikt te worden. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De ampullen in de buitenverpakking bewaren. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Steriele gevriesdroogde lyosfeer in een 1 ml ampul (Type I glas) en 1 ml oplosmiddel (0,45 % zoutoplossing) in een 1 ml ampul (Type I glas). Verpakkingen van 1, 3, 5 of 10. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
28
Puregon dient te worden opgelost in het bijgeleverde oplosmiddel door middel van een voorzichtige, zwenkende beweging. Vermijd krachtig schudden. Niet gebruiken indien de bereide oplossing deeltjes bevat of indien de oplossing niet helder is. Wanneer meer dan één bolletje wordt opgelost, dient visueel gecontroleerd te worden of het gevriesdroogde materiaal volledig is opgelost voordat de oplossing overgebracht wordt naar de volgende ampul. Omdat een eenmaal geopende ampul niet meer zodanig gesloten kan worden dat de steriliteit van de inhoud verder gewaarborgd is, dient de oplossing onmiddellijk na reconstitutie gebruikt te worden. Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. 7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland 8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/013 EU/1/96/008/014 EU/1/96/008/015 EU/1/96/008/016 9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 3 mei 1996 Datum van laatste hernieuwing: 3 mei 2006 10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
29
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 50 IE/0,5 ml oplossing voor injectie 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een injectieflacon bevat 50 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) in 0,5 ml waterige oplossing. Dit komt overeen met een sterkte van 100 IE/ml. Eén injectieflacon bevat 5 microgram eiwit (specifieke in vivo bioactiviteit gelijk aan ongeveer 10 000 IE FSH / mg eiwit). De oplossing voor injectie bevat de werkzame stof follitropin beta, geproduceerd door een biotechnologisch gemodificeerde Chinese Hamster Ovarium (CHO) cellijn. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie. Een heldere en kleurloze oplossing. 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Bij de vrouw: Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen in de vrouw te behandelen in de volgende gevallen: • Anovulatie (ook ten gevolge van het Polycysteus Ovarium Syndroom, PCOS), indien behandeling met clomifeencitraat geen resultaat heeft gehad. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie, teneinde meervoudige follikelrijping te bewerkstelligen bij kunstmatige voortplantingstechnieken [bijvoorbeeld in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT) en intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Bij de man: • Deficiënte spermatogenese veroorzaakt door hypogonadotroop hypogonadisme. 4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling met Puregon dient te worden gestart onder supervisie van een arts die ervaren is in de behandeling van fertiliteitsproblemen. Dosering Dosering voor de vrouw Zowel inter- als intra-individueel komen grote verschillen voor in de reactie van het ovarium op exogene gonadotrofines. Dit maakt het onmogelijk een eensluidend doseringsschema aan te bevelen. De dosering moet derhalve individueel worden aangepast, al naar gelang de reactie van het ovarium. Dit vereist echoscopie en controle van oestradiolplasmaspiegels. Op basis van de resultaten van vergelijkende klinische studies wordt aanbevolen om een lagere dosis Puregon te geven dan algemeen gebruikelijk is voor urinair FSH, niet alleen met het oog op een optimale follikelontwikkeling maar ook vanwege een zo klein mogelijk risico op ongewenste ovariële hyperstimulatie.
30
Klinische ervaring met Puregon is voor beide indicaties gebaseerd op ten hoogste drie behandelingscycli. Praktijkervaring met IVF laat zien dat het behandelingssucces gelijk blijft gedurende de eerste vier pogingen en daarna geleidelijk afneemt. • Anovulatie In het algemeen wordt een sequentieel behandelingsschema aanbevolen beginnend met de dagelijkse toediening van 50 IE Puregon. Deze dosis wordt gedurende tenminste 7 dagen gehandhaafd. Indien er geen ovariële respons optreedt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de oestradiolplasmaconcentratie een farmacodynamische respons aangeven. Een toename in oestradiolspiegels van 40-100% per dag wordt optimaal geacht. De effectieve dagdosis wordt dan verder aangehouden totdat pre-ovulatoire omstandigheden worden bereikt. Pre-ovulatoire omstandigheden zijn bereikt indien met behulp van echoscopie een dominante follikel van minstens 18 mm in diameter wordt gezien en/of oestradiolplasmaspiegels van 300-900 picogram/ml (1000-3000 pmol/l) worden bereikt. Meestal is een behandelperiode van 7-14 dagen voldoende om dit te bereiken. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt, waarna ovulatie kan worden opgewekt door toediening van een dosis humaan choriongonadotrofine (hCG). Indien het aantal reagerende follikels te groot is of de oestradiolspiegels te snel stijgen, dat wil zeggen indien de dagelijkse toename gedurende 2 of 3 dagen meer dan 100% bedraagt, moet de dagelijkse dosis worden verlaagd. Omdat follikels met een diameter groter dan 14 mm in principe tot zwangerschap kunnen leiden bestaat bij multipele pre-ovulatoire follikels groter dan 14 mm de kans op meerlingzwangerschappen. In dat geval dient geen hCG te worden gegeven en moet bevruchting worden vermeden, teneinde een meervoudige zwangerschap te voorkomen. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie bij medisch geassisteerde voortplantingstechnieken Er worden verschillende protocollen toegepast. Een aanvangsdosis van 100 tot 225 IE wordt aanbevolen voor tenminste de eerste vier dagen. Daarna kan de dosis per individu worden aangepast al naar gelang de reactie van het ovarium. In klinische studies is aangetoond dat onderhoudsdoseringen variërend van 75 tot 375 IE gedurende 6 tot 12 dagen in het algemeen voldoende zijn alhoewel een meer langdurige behandeling noodzakelijk kan zijn. Puregon kan alleen worden gegeven of, ter voorkoming van een premature LH-piek, in combinatie met een GnRH-agonist of antagonist. Bij gebruik van een GnRH-agonist, kan in totaal een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het opwekken van een adequate follikelreactie. De ovariële respons wordt gevolgd met behulp van echoscopie en door bepaling van de oestradiolplasmaspiegels. Indien door middel van echoscopie de aanwezigheid van minstens drie follikels van 16-20 mm wordt vastgesteld en er een goede oestradiolrespons is (een plasmaspiegel van 300-400 picogram/ml (1000-1300 pmol/l) voor elke follikel groter dan 18 mm), kan de laatste fase in de follikelrijping worden geïnduceerd. Dit gebeurt door toediening van hCG. Ovumaspiratie vindt 34-35 uur later plaats. Dosering voor de man Puregon dient in een dosis van 450 IE/week gegeven te worden, bij voorkeur verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, tezamen met hCG. De behandeling dient ten minste 3 tot 4 maanden voortgezet te worden voordat enige verbetering in spermatogenese verwacht kan worden. Wanneer een patiënt na deze periode geen respons heeft vertoond, kan de combinatietherapie worden voortgezet; huidige klinische ervaring geeft aan dat er een behandeling van minstens 18 maanden of langer nodig kan zijn om spermatogenese te bewerkstelligen. Er is geen relevante indicatie voor het gebruik van Puregon bij kinderen. Wijze van toediening Om pijnlijke injecties te voorkomen en om lekkage vanuit de injectieplaats zo klein mogelijk te houden moet Puregon langzaam intramusculair of subcutaan worden toegediend. Bij subcutane injectie moet de injectieplaats worden afgewisseld om lipoatrofie te voorkomen. Subcutane toediening van Puregon kan worden uitgevoerd door de patiënt zelf of door de partner, mits zij goed geïnstrueerd zijn door de arts. Zelftoediening van Puregon dient alleen te worden uitgevoerd 31
door patiënten die goed gemotiveerd en voldoende geïnstrueerd zijn en die kunnen beschikken over deskundig advies. 4.3
Contra-indicaties
• • • • • • • •
Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Tumoren van het ovarium, de mammae, de uterus, de testis, de hypofyse of de hypothalamus. Vaginale bloeding, waarvan de oorzaak niet is vastgesteld. Primair ovariumfalen. Ovariumcysten of vergrote ovaria, niet gerelateerd aan het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS). Anatomische afwijkingen van de geslachtsorganen, waardoor zwangerschap onmogelijk is. Myomas in de uterus, waardoor zwangerschap niet mogelijk is. Primaire testiculaire insufficiëntie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
•
De aanwezigheid van onbehandelde niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bijvoorbeeld ziekten van de schildklier, bijnier of hypofyse) dient te worden uitgesloten. Bij zwangerschappen die ontstaan na ovulatie-inductie met gonadotrofinepreparaten bestaat een verhoogde kans op meerlingen. Meervoudige follikelrijping kan worden voorkomen door het doseringsschema op de juiste wijze aan te passen. Meerlingzwangerschappen, met name die met hoge aantallen, leiden tot een verhoogd risico op nadelige maternale en perinatale effecten. Voor aanvang van de behandeling dient op deze mogelijke risico’s te worden gewezen. De eerste injectie van Puregon dient te worden gegeven onder directe medische supervisie. Omdat onvruchtbare vrouwen, die worden behandeld in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, met name voor IVF, vaak afwijkingen aan de eileiders hebben, kunnen ectopische zwangerschappen vaker voorkomen. Het is daarom van belang om in een vroeg stadium door middel van echoscopie vast te stellen of de vrucht zich in de uterus bevindt. Bij behandeling in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken is het percentage miskramen hoger dan normaal. De incidentie van aangeboren afwijkingen na kunstmatige voortplantingstechnieken zou hoger kunnen zijn dan na spontane concepties. Hieraan kunnen verschillen in eigenschappen van de ouders (bijvoorbeeld leeftijd van de moeder of eigenschappen van het sperma) en een verhoogde kans op meerlingzwangerschappen ten grondslag liggen. Ongewenste ovariële hyperstimulatie: beoordeling van de follikelontwikkeling - door middel van echoscopie en de bepaling van oestradiolplasmaconcentraties - dient plaats te vinden voorafgaand aan de behandeling, en op regelmatige tijdstippen gedurende de behandeling. Behalve het feit dat er een groot aantal follikels tegelijkertijd tot ontwikkeling kunnen komen, kunnen de oestradiolspiegels een buitengewoon snelle stijging vertonen, bijvoorbeeld meer dan een dagelijkse verdubbeling gedurende 2 of 3 achtereenvolgende dagen, hetgeen kan leiden tot uitzonderlijk hoge waarden. De diagnose van ovariële hyperstimulatie kan eventueel bevestigd worden met behulp van echoscopie. Indien deze ongewenste ovariële hyperstimulatie (dus niet als onderdeel van de voorbereidende behandeling voor medisch geassisteerde voortplantingstechnieken) optreedt, dient de behandeling met Puregon onmiddellijk te worden gestaakt. In dat geval moet zwangerschap worden vermeden en mag beslist geen hCG worden toegediend, omdat de toediening van een gonadotrofine met LH-activiteit, behalve tot meervoudige ovulaties, kan leiden tot het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Klinische symptomen van de milde vorm van ovariële hyperstimulatie zijn gastro-intestinale problemen (pijn in de onderbuik, misselijkheid, diarree), en milde tot matige vergroting van ovaria en ovariumcysten. Voorbijgaande abnormale uitslagen in leverfunctietesten die duiden op verstoring van de leverfunctie en waarbij ook morfologische veranderingen in leverbiopten kunnen optreden, zijn gemeld in samenhang met het ovariële hyperstimulatiesyndroom. In zeldzame gevallen treedt een ernstige vorm van het ovariële hyperstimulatiesyndroom op, hetgeen levensbedreigend kan zijn. Kenmerkend zijn grote ovariumcysten (die gemakkelijk
•
• •
• •
•
32
•
•
• • • 4.5
kunnen ruptureren), ascites, vaak hydrothorax en gewichtstoename. Sporadisch kan veneuze of arteriële trombo-embolie optreden in samenhang met OHSS. Er zijn benigne en maligne neoplasmata van ovarium en andere voortplantingsorganen gerapporteerd bij vrouwen die meerdere infertiliteitsbehandelingen hebben ondergaan. Het is niet bewezen dat behandeling met gonadotrofines het normale risico op deze tumoren in onvruchtbare vrouwen beïnvloedt. Vrouwen met een algemeen erkende risicofactor voor trombose, zoals een eerder opgetreden trombose of een positieve familieanamnese, obesitas (Body Mass Index > 30 kg/m2) of trombofilie, kunnen gedurende of na behandeling met gonadotrofines een verhoogd risico hebben op veneuze of arteriële trombo-embolische processen. Bij deze vrouwen moeten de voordelen en de risico’s die aan een IVF behandeling verbonden zijn tegen elkaar worden afgewogen. Wel dient hierbij te worden opgemerkt dat zwangerschap op zichzelf ook een verhoogd risico op trombose geeft. Puregon kan sporen streptomycine en/of neomycine bevatten. Deze antibiotica kunnen hypersensitiviteitsreacties veroorzaken bij daarvoor gevoelige personen. Een verhoogde concentratie endogeen FSH in mannen wijst op primaire testiculaire insufficiëntie. Patiënten bij wie dit wordt geconstateerd, reageren niet op de combinatie Puregon/hCG. Voor het evalueren van het effect van de behandeling wordt bij mannen 4 tot 6 maanden na het begin van de behandeling semenanalyse aanbevolen. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van Puregon en clomifeencitraat kan de follikelreactie versterken. Bij een door een GnRH-agonist geïnduceerde suppressie van de hypofyse kan een hogere dosis Puregon nodig zijn om een adequate follikelreactie te bewerkstelligen. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Puregon is niet geïndiceerd voor gebruik gedurende zwangerschap. Bij klinisch gebruik van gonadotrofines bij gecontroleerde ovariële hyperstimulatie zijn geen teratogene risico’s gerapporteerd. In geval van blootstelling gedurende zwangerschap zijn er onvoldoende klinische gegevens om een teratogeen effect van recombinant FSH uit te sluiten hoewel er tot op heden geen malformatieve effecten zijn gerapporteerd. In dierstudies zijn geen teratogene effecten waargenomen. Puregon dient niet te worden gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Puregon heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 4.8
Bijwerkingen
Intramusculaire of subcutane toediening van Puregon, kan aanleiding geven tot lokale reacties op de injectieplaats: kneuzing, pijn, roodheid, zwelling en jeuk worden regelmatig gemeld (3% van alle behandelde patiënten). Deze lokale reacties zijn over het algemeen mild en van tijdelijke aard. Systemische overgevoeligheidsreacties zoals erytheem, urticaria, huiduitslag en pruritus zijn niet vaak waargenomen (0,1% van alle patiënten die behandeld zijn met Puregon). Behandeling van vrouwen: Bij ongeveer 4% van de vrouwen die in klinische studies met Puregon zijn behandeld, zijn aanwijzingen en symptomen van het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS) waargenomen (zie rubriek 4.4). Andere bijwerkingen gerelateerd aan dit syndroom zijn gerapporteerd in klinische studies, waaronder pijn en/of congestie in het bekkengebied, pijn in de buik en/of een opgezette buik, borstklachten (gevoeligheid, pijn en/of congestie), vergrote eierstokken en spontane miskraam. Al 33
deze bijwerkingen zijn met een incidentie van ongeveer 1% (pijn in het bekkengebied en een opgezette buik) of minder gerapporteerd. Het risico op ectopische en meerlingzwangerschappen is iets verhoogd. Andere meer algemene bijwerkingen die zijn waargenomen zijn hoofdpijn en misselijkheid (bij maximaal 1% van de vrouwen die behandeld zijn met Puregon). Net als met andere gonadotrofines, is het optreden van trombo-embolie sporadisch in verband gebracht met Puregon/hCG therapie. Behandeling van mannen: Gynaecomastie en acne kunnen zo nu en dan optreden gedurende Puregon/hCG behandeling. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Bij één van de behandelde patiënten werd een epididymale cyste waargenomen. 4.9
Overdosering
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de acute toxiciteit bij de mens, maar de acute toxiciteit van Puregon en van urinaire gonadotrofinepreparaten in dierstudies is zeer laag. Een te hoge dosis FSH kan leiden tot hyperstimulatie van de ovaria (zie rubriek 4.4). 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: gonadotrofines, ATC-code: G03G A06. Puregon bevat recombinant FSH. Het werkzaam bestanddeel wordt geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie, gebruik makend van een Chinese hamster-ovariumcellijn waarin de genen voor de beide menselijke FSH-subeenheden tot expressie worden gebracht. De primaire aminozuurvolgorde is identiek aan die van natuurlijk humaan FSH. Er zijn kleine verschillen in de suikerzijketens vastgesteld. FSH is noodzakelijk voor normale follikelgroei en -rijping, en voor de gonadale steroïdproduktie. Bij de vrouw zijn de FSH-plasmaspiegels mede bepalend voor het tijdstip van aanvang en de duur van de follikelontwikkeling en daarmee voor het aantal follikels dat tot rijping komt, en voor het moment waarop follikels pre-ovulatoire kenmerken krijgen. Puregon kan derhalve worden gebruikt om de follikelrijping en de steroïdproduktie te stimuleren in bepaalde gevallen van een gestoorde functie van de gonaden. Voorts kan Puregon worden gebruikt bij kunstmatige voortplantingstechnieken om de gelijktijdige ontwikkeling van meerdere follikels te bewerkstelligen [bijvoorbeeld bij in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), bij “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT), en bij intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Een behandeling met Puregon wordt meestal gevolgd door toediening van een hCG-preparaat, teneinde de laatste fase in de follikelrijping, te weten hervatting van de meiose en vervolgens ovulatie, te induceren. Bij mannen met een tekort aan FSH dient Puregon gedurende minimaal 4 maanden gelijktijdig met hCG te worden toegediend om de spermatogenese te induceren. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na intramusculaire of subcutane toediening van Puregon worden maximale FSH-concentraties binnen ongeveer 12 uur bereikt. Na intramusculaire toediening van Puregon zijn de maximum FSH concentraties bij mannen hoger en worden eerder bereikt dan bij vrouwen. Vanwege de vertraagde afgifte uit de injectieplaats en de relatief lange eliminatiehalfwaardetijd van ongeveer 40 uur (uiteenlopend van 12 tot 70 uur), blijven de FSH-plasmaspiegels verhoogd gedurende 24 tot 48 uur. Als gevolg van de betrekkelijk lange eliminatiehalfwaardetijd zijn de plasmaconcentraties van FSH na herhaalde toediening van Puregon ongeveer 1,5 tot 2,5 keer hoger dan na eenmalige toediening. Deze toename draagt bij tot het bereiken van therapeutische FSH-plasmaspiegels. Er zijn geen significante farmacokinetische verschillen na intramusculaire en subcutane toediening van Puregon. In beide gevallen bedraagt de absolute biobeschikbaarheid ongeveer 77%. 34
Recombinant FSH lijkt in biochemisch opzicht sterk op het endogene humane FSH en wordt op dezelfde wijze verdeeld, gemetaboliseerd en uitgescheiden. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Eenmalige toediening van Puregon aan ratten gaf geen effecten van toxicologische betekenis te zien. Ook in studies met herhaalde toediening aan ratten (twee weken) en honden (dertien weken) van doseringen tot 100 maal de maximale humane dosis, werden geen effecten van toxicologische betekenis waargenomen. Puregon vertoont geen mutagene werking in de Ames test en in de in vitro chromosoomaberratietest met humane lymfocyten. 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Puregon oplossing voor injectie bevat: sucrose natriumcitraat L-methionine polysorbaat 20 water voor injecties. De pH kan bijgesteld zijn met natriumhydroxide en/of zoutzuur. 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. 6.3
Houdbaarheid
3 jaar. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon(s) in de buitenverpakking bewaren. Voor het gemak van de patiënt, mag Puregon door de patiënt bij 25 °C of lager worden bewaard voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
0,5 ml oplossing in een 3 ml injectieflacon (Type I glas) met stop (chloorbutyl). Verpakkingen van 1, 5 of 10. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Niet gebruiken indien de oplossing deeltjes bevat of indien de oplossing niet helder is. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. 35
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland 8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/17 EU/1/96/008/18 EU/1/96/008/19 9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 3 mei 1996 Datum van laatste hernieuwing: 3 mei 2006 10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
36
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 75 IE/0,5 ml oplossing voor injectie 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een injectieflacon bevat 75 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) in 0,5 ml waterige oplossing. Dit komt overeen met een sterkte van 150 IE/ml. Eén injectieflacon bevat 7,5 microgram eiwit (specifieke in vivo bioactiviteit gelijk aan ongeveer 10 000 IE FSH / mg eiwit). De oplossing voor injectie bevat de werkzame stof follitropin beta, geproduceerd door een biotechnologisch gemodificeerde Chinese Hamster Ovarium (CHO) cellijn. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie. Een heldere en kleurloze oplossing. 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Bij de vrouw: Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen in de vrouw te behandelen in de volgende gevallen: • Anovulatie (ook ten gevolge van het Polycysteus Ovarium Syndroom, PCOS), indien behandeling met clomifeencitraat geen resultaat heeft gehad. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie, teneinde meervoudige follikelrijping te bewerkstelligen bij kunstmatige voortplantingstechnieken [bijvoorbeeld in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT) en intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Bij de man: • Deficiënte spermatogenese veroorzaakt door hypogonadotroop hypogonadisme. 4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling met Puregon dient te worden gestart onder supervisie van een arts die ervaren is in de behandeling van fertiliteitsproblemen. Dosering Dosering voor de vrouw Zowel inter- als intra-individueel komen grote verschillen voor in de reactie van het ovarium op exogene gonadotrofines. Dit maakt het onmogelijk een eensluidend doseringsschema aan te bevelen. De dosering moet derhalve individueel worden aangepast, al naar gelang de reactie van het ovarium. Dit vereist echoscopie en controle van oestradiolplasmaspiegels. Op basis van de resultaten van vergelijkende klinische studies wordt aanbevolen om een lagere dosis Puregon te geven dan algemeen gebruikelijk is voor urinair FSH, niet alleen met het oog op een optimale follikelontwikkeling maar ook vanwege een zo klein mogelijk risico op ongewenste ovariële hyperstimulatie.
37
Klinische ervaring met Puregon is voor beide indicaties gebaseerd op ten hoogste drie behandelingscycli. Praktijkervaring met IVF laat zien dat het behandelingssucces gelijk blijft gedurende de eerste vier pogingen en daarna geleidelijk afneemt. • Anovulatie In het algemeen wordt een sequentieel behandelingsschema aanbevolen beginnend met de dagelijkse toediening van 50 IE Puregon. Deze dosis wordt gedurende tenminste 7 dagen gehandhaafd. Indien er geen ovariële respons optreedt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de oestradiolplasmaconcentratie een farmacodynamische respons aangeven. Een toename in oestradiolspiegels van 40-100% per dag wordt optimaal geacht. De effectieve dagdosis wordt dan verder aangehouden totdat pre-ovulatoire omstandigheden worden bereikt. Pre-ovulatoire omstandigheden zijn bereikt indien met behulp van echoscopie een dominante follikel van minstens 18 mm in diameter wordt gezien en/of oestradiolplasmaspiegels van 300-900 picogram/ml (1000-3000 pmol/l) worden bereikt. Meestal is een behandelperiode van 7-14 dagen voldoende om dit te bereiken. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt, waarna ovulatie kan worden opgewekt door toediening van een dosis humaan choriongonadotrofine (hCG). Indien het aantal reagerende follikels te groot is of de oestradiolspiegels te snel stijgen, dat wil zeggen indien de dagelijkse toename gedurende 2 of 3 dagen meer dan 100% bedraagt, moet de dagelijkse dosis worden verlaagd. Omdat follikels met een diameter groter dan 14 mm in principe tot zwangerschap kunnen leiden bestaat bij multipele pre-ovulatoire follikels groter dan 14 mm de kans op meerlingzwangerschappen. In dat geval dient geen hCG te worden gegeven en moet bevruchting worden vermeden, teneinde een meervoudige zwangerschap te voorkomen. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie bij medisch geassisteerde voortplantingstechnieken Er worden verschillende protocollen toegepast. Een aanvangsdosis van 100 tot 225 IE wordt aanbevolen voor tenminste de eerste vier dagen. Daarna kan de dosis per individu worden aangepast al naar gelang de reactie van het ovarium. In klinische studies is aangetoond dat onderhoudsdoseringen variërend van 75 tot 375 IE gedurende 6 tot 12 dagen in het algemeen voldoende zijn alhoewel een meer langdurige behandeling noodzakelijk kan zijn. Puregon kan alleen worden gegeven of, ter voorkoming van een premature LH-piek, in combinatie met een GnRH-agonist of antagonist. Bij gebruik van een GnRH-agonist, kan in totaal een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het opwekken van een adequate follikelreactie. De ovariële respons wordt gevolgd met behulp van echoscopie en door bepaling van de oestradiolplasmaspiegels. Indien door middel van echoscopie de aanwezigheid van minstens drie follikels van 16-20 mm wordt vastgesteld en er een goede oestradiolrespons is (een plasmaspiegel van 300-400 picogram/ml (1000-1300 pmol/l) voor elke follikel groter dan 18 mm), kan de laatste fase in de follikelrijping worden geïnduceerd. Dit gebeurt door toediening van hCG. Ovumaspiratie vindt 34-35 uur later plaats. Dosering voor de man Puregon dient in een dosis van 450 IE/week gegeven te worden, bij voorkeur verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, tezamen met hCG. De behandeling dient ten minste 3 tot 4 maanden voortgezet te worden voordat enige verbetering in spermatogenese verwacht kan worden. Wanneer een patiënt na deze periode geen respons heeft vertoond, kan de combinatietherapie worden voortgezet; huidige klinische ervaring geeft aan dat er een behandeling van minstens 18 maanden of langer nodig kan zijn om spermatogenese te bewerkstelligen. Er is geen relevante indicatie voor het gebruik van Puregon bij kinderen. Wijze van toediening Om pijnlijke injecties te voorkomen en om lekkage vanuit de injectieplaats zo klein mogelijk te houden moet Puregon langzaam intramusculair of subcutaan worden toegediend. Bij subcutane injectie moet de injectieplaats worden afgewisseld om lipoatrofie te voorkomen. Subcutane toediening van Puregon kan worden uitgevoerd door de patiënt zelf of door de partner, mits zij goed geïnstrueerd zijn door de arts. Zelftoediening van Puregon dient alleen te worden uitgevoerd 38
door patiënten die goed gemotiveerd en voldoende geïnstrueerd zijn en die kunnen beschikken over deskundig advies. 4.3
Contra-indicaties
• • • • • • • •
Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Tumoren van het ovarium, de mammae, de uterus, de testis, de hypofyse of de hypothalamus. Vaginale bloeding, waarvan de oorzaak niet is vastgesteld. Primair ovariumfalen. Ovariumcysten of vergrote ovaria, niet gerelateerd aan het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS). Anatomische afwijkingen van de geslachtsorganen, waardoor zwangerschap onmogelijk is. Myomas in de uterus, waardoor zwangerschap niet mogelijk is. Primaire testiculaire insufficiëntie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
•
De aanwezigheid van onbehandelde niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bijvoorbeeld ziekten van de schildklier, bijnier of hypofyse) dient te worden uitgesloten. Bij zwangerschappen die ontstaan na ovulatie-inductie met gonadotrofinepreparaten bestaat een verhoogde kans op meerlingen. Meervoudige follikelrijping kan worden voorkomen door het doseringsschema op de juiste wijze aan te passen. Meerlingzwangerschappen, met name die met hoge aantallen, leiden tot een verhoogd risico op nadelige maternale en perinatale effecten. Voor aanvang van de behandeling dient op deze mogelijke risico’s te worden gewezen. De eerste injectie van Puregon dient te worden gegeven onder directe medische supervisie. Omdat onvruchtbare vrouwen, die worden behandeld in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, met name voor IVF, vaak afwijkingen aan de eileiders hebben, kunnen ectopische zwangerschappen vaker voorkomen. Het is daarom van belang om in een vroeg stadium door middel van echoscopie vast te stellen of de vrucht zich in de uterus bevindt. Bij behandeling in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken is het percentage miskramen hoger dan normaal. De incidentie van aangeboren afwijkingen na kunstmatige voortplantingstechnieken zou hoger kunnen zijn dan na spontane concepties. Hieraan kunnen verschillen in eigenschappen van de ouders (bijvoorbeeld leeftijd van de moeder of eigenschappen van het sperma) en een verhoogde kans op meerlingzwangerschappen ten grondslag liggen. Ongewenste ovariële hyperstimulatie: beoordeling van de follikelontwikkeling - door middel van echoscopie en de bepaling van oestradiolplasmaconcentraties - dient plaats te vinden voorafgaand aan de behandeling, en op regelmatige tijdstippen gedurende de behandeling. Behalve het feit dat er een groot aantal follikels tegelijkertijd tot ontwikkeling kunnen komen, kunnen de oestradiolspiegels een buitengewoon snelle stijging vertonen, bijvoorbeeld meer dan een dagelijkse verdubbeling gedurende 2 of 3 achtereenvolgende dagen, hetgeen kan leiden tot uitzonderlijk hoge waarden. De diagnose van ovariële hyperstimulatie kan eventueel bevestigd worden met behulp van echoscopie. Indien deze ongewenste ovariële hyperstimulatie (dus niet als onderdeel van de voorbereidende behandeling voor medisch geassisteerde voortplantingstechnieken) optreedt, dient de behandeling met Puregon onmiddellijk te worden gestaakt. In dat geval moet zwangerschap worden vermeden en mag beslist geen hCG worden toegediend, omdat de toediening van een gonadotrofine met LH-activiteit, behalve tot meervoudige ovulaties, kan leiden tot het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Klinische symptomen van de milde vorm van ovariële hyperstimulatie zijn gastro-intestinale problemen (pijn in de onderbuik, misselijkheid, diarree), en milde tot matige vergroting van ovaria en ovariumcysten. Voorbijgaande abnormale uitslagen in leverfunctietesten die duiden op verstoring van de leverfunctie en waarbij ook morfologische veranderingen in leverbiopten kunnen optreden, zijn gemeld in samenhang met het ovariële hyperstimulatiesyndroom. In zeldzame gevallen treedt een ernstige vorm van het ovariële hyperstimulatiesyndroom op, hetgeen levensbedreigend kan zijn. Kenmerkend zijn grote ovariumcysten (die gemakkelijk
•
• •
• •
•
39
•
•
• • • 4.5
kunnen ruptureren), ascites, vaak hydrothorax en gewichtstoename. Sporadisch kan veneuze of arteriële trombo-embolie optreden in samenhang met OHSS. Er zijn benigne en maligne neoplasmata van ovarium en andere voortplantingsorganen gerapporteerd bij vrouwen die meerdere infertiliteitsbehandelingen hebben ondergaan. Het is niet bewezen dat behandeling met gonadotrofines het normale risico op deze tumoren in onvruchtbare vrouwen beïnvloedt. Vrouwen met een algemeen erkende risicofactor voor trombose, zoals een eerder opgetreden trombose of een positieve familieanamnese, obesitas (Body Mass Index > 30 kg/m2) of trombofilie, kunnen gedurende of na behandeling met gonadotrofines een verhoogd risico hebben op veneuze of arteriële trombo-embolische processen. Bij deze vrouwen moeten de voordelen en de risico’s die aan een IVF behandeling verbonden zijn tegen elkaar worden afgewogen. Wel dient hierbij te worden opgemerkt dat zwangerschap op zichzelf ook een verhoogd risico op trombose geeft. Puregon kan sporen streptomycine en/of neomycine bevatten. Deze antibiotica kunnen hypersensitiviteitsreacties veroorzaken bij daarvoor gevoelige personen. Een verhoogde concentratie endogeen FSH in mannen wijst op primaire testiculaire insufficiëntie. Patiënten bij wie dit wordt geconstateerd, reageren niet op de combinatie Puregon/hCG. Voor het evalueren van het effect van de behandeling wordt bij mannen 4 tot 6 maanden na het begin van de behandeling semenanalyse aanbevolen. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van Puregon en clomifeencitraat kan de follikelreactie versterken. Bij een door een GnRH-agonist geïnduceerde suppressie van de hypofyse kan een hogere dosis Puregon nodig zijn om een adequate follikelreactie te bewerkstelligen. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Puregon is niet geïndiceerd voor gebruik gedurende zwangerschap. Bij klinisch gebruik van gonadotrofines bij gecontroleerde ovariële hyperstimulatie zijn geen teratogene risico’s gerapporteerd. In geval van blootstelling gedurende zwangerschap zijn er onvoldoende klinische gegevens om een teratogeen effect van recombinant FSH uit te sluiten hoewel er tot op heden geen malformatieve effecten zijn gerapporteerd. In dierstudies zijn geen teratogene effecten waargenomen. Puregon dient niet te worden gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Puregon heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 4.8
Bijwerkingen
Intramusculaire of subcutane toediening van Puregon, kan aanleiding geven tot lokale reacties op de injectieplaats: kneuzing, pijn, roodheid, zwelling en jeuk worden regelmatig gemeld (3% van alle behandelde patiënten). Deze lokale reacties zijn over het algemeen mild en van tijdelijke aard. Systemische overgevoeligheidsreacties zoals erytheem, urticaria, huiduitslag en pruritus zijn niet vaak waargenomen (0,1% van alle patiënten die behandeld zijn met Puregon). Behandeling van vrouwen: Bij ongeveer 4% van de vrouwen die in klinische studies met Puregon zijn behandeld, zijn aanwijzingen en symptomen van het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS) waargenomen (zie rubriek 4.4). Andere bijwerkingen gerelateerd aan dit syndroom zijn gerapporteerd in klinische studies, waaronder pijn en/of congestie in het bekkengebied, pijn in de buik en/of een opgezette buik, borstklachten (gevoeligheid, pijn en/of congestie), vergrote eierstokken en spontane miskraam. Al 40
deze bijwerkingen zijn met een incidentie van ongeveer 1% (pijn in het bekkengebied en een opgezette buik) of minder gerapporteerd. Het risico op ectopische en meerlingzwangerschappen is iets verhoogd. Andere meer algemene bijwerkingen die zijn waargenomen zijn hoofdpijn en misselijkheid (bij maximaal 1% van de vrouwen die behandeld zijn met Puregon). Net als met andere gonadotrofines, is het optreden van trombo-embolie sporadisch in verband gebracht met Puregon/hCG therapie. Behandeling van mannen: Gynaecomastie en acne kunnen zo nu en dan optreden gedurende Puregon/hCG behandeling. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Bij één van de behandelde patiënten werd een epididymale cyste waargenomen. 4.9
Overdosering
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de acute toxiciteit bij de mens, maar de acute toxiciteit van Puregon en van urinaire gonadotrofinepreparaten in dierstudies is zeer laag. Een te hoge dosis FSH kan leiden tot hyperstimulatie van de ovaria (zie rubriek 4.4). 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: gonadotrofines, ATC-code: G03G A06. Puregon bevat recombinant FSH. Het werkzaam bestanddeel wordt geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie, gebruik makend van een Chinese hamster-ovariumcellijn waarin de genen voor de beide menselijke FSH-subeenheden tot expressie worden gebracht. De primaire aminozuurvolgorde is identiek aan die van natuurlijk humaan FSH. Er zijn kleine verschillen in de suikerzijketens vastgesteld. FSH is noodzakelijk voor normale follikelgroei en -rijping, en voor de gonadale steroïdproduktie. Bij de vrouw zijn de FSH-plasmaspiegels mede bepalend voor het tijdstip van aanvang en de duur van de follikelontwikkeling en daarmee voor het aantal follikels dat tot rijping komt, en voor het moment waarop follikels pre-ovulatoire kenmerken krijgen. Puregon kan derhalve worden gebruikt om de follikelrijping en de steroïdproduktie te stimuleren in bepaalde gevallen van een gestoorde functie van de gonaden. Voorts kan Puregon worden gebruikt bij kunstmatige voortplantingstechnieken om de gelijktijdige ontwikkeling van meerdere follikels te bewerkstelligen [bijvoorbeeld bij in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), bij “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT), en bij intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Een behandeling met Puregon wordt meestal gevolgd door toediening van een hCG-preparaat, teneinde de laatste fase in de follikelrijping, te weten hervatting van de meiose en vervolgens ovulatie, te induceren. Bij mannen met een tekort aan FSH dient Puregon gedurende minimaal 4 maanden gelijktijdig met hCG te worden toegediend om de spermatogenese te induceren. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na intramusculaire of subcutane toediening van Puregon worden maximale FSH-concentraties binnen ongeveer 12 uur bereikt. Na intramusculaire toediening van Puregon zijn de maximum FSH concentraties bij mannen hoger en worden eerder bereikt dan bij vrouwen. Vanwege de vertraagde afgifte uit de injectieplaats en de relatief lange eliminatiehalfwaardetijd van ongeveer 40 uur (uiteenlopend van 12 tot 70 uur), blijven de FSH-plasmaspiegels verhoogd gedurende 24 tot 48 uur. Als gevolg van de betrekkelijk lange eliminatiehalfwaardetijd zijn de plasmaconcentraties van FSH na herhaalde toediening van Puregon ongeveer 1,5 tot 2,5 keer hoger dan na eenmalige toediening. Deze toename draagt bij tot het bereiken van therapeutische FSH-plasmaspiegels. Er zijn geen significante farmacokinetische verschillen na intramusculaire en subcutane toediening van Puregon. In beide gevallen bedraagt de absolute biobeschikbaarheid ongeveer 77%. 41
Recombinant FSH lijkt in biochemisch opzicht sterk op het endogene humane FSH en wordt op dezelfde wijze verdeeld, gemetaboliseerd en uitgescheiden. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Eenmalige toediening van Puregon aan ratten gaf geen effecten van toxicologische betekenis te zien. Ook in studies met herhaalde toediening aan ratten (twee weken) en honden (dertien weken) van doseringen tot 100 maal de maximale humane dosis, werden geen effecten van toxicologische betekenis waargenomen. Puregon vertoont geen mutagene werking in de Ames test en in de in vitro chromosoomaberratietest met humane lymfocyten. 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Puregon oplossing voor injectie bevat: sucrose natriumcitraat L-methionine polysorbaat 20 water voor injecties. De pH kan bijgesteld zijn met natriumhydroxide en/of zoutzuur. 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. 6.3
Houdbaarheid
3 jaar. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon(s) in de buitenverpakking bewaren. Voor het gemak van de patiënt, mag Puregon door de patiënt bij 25 °C of lager worden bewaard voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
0,5 ml oplossing in een 3 ml injectieflacon (Type I glas) met stop (chloorbutyl). Verpakkingen van 1, 5 of 10 . Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Niet gebruiken indien de oplossing deeltjes bevat of indien de oplossing niet helder is. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. 42
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland 8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/20 EU/1/96/008/21 EU/1/96/008/22 9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 3 mei 1996 Datum van laatste hernieuwing: 3 mei 2006 10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
43
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 100 IE/0,5 ml oplossing voor injectie 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een injectieflacon bevat 100 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) in 0,5 ml waterige oplossing. Dit komt overeen met een sterkte van 200 IE/ml. Eén injectieflacon bevat 10 microgram eiwit (specifieke in vivo bioactiviteit gelijk aan ongeveer 10 000 IE FSH / mg eiwit). De oplossing voor injectie bevat de werkzame stof follitropin beta, geproduceerd door een biotechnologisch gemodificeerde Chinese Hamster Ovarium (CHO) cellijn. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie. Een heldere en kleurloze oplossing. 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Bij de vrouw: Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen in de vrouw te behandelen in de volgende gevallen: • Anovulatie (ook ten gevolge van het Polycysteus Ovarium Syndroom, PCOS), indien behandeling met clomifeencitraat geen resultaat heeft gehad. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie, teneinde meervoudige follikelrijping te bewerkstelligen bij kunstmatige voortplantingstechnieken [bijvoorbeeld in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT) en intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Bij de man: • Deficiënte spermatogenese veroorzaakt door hypogonadotroop hypogonadisme. 4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling met Puregon dient te worden gestart onder supervisie van een arts die ervaren is in de behandeling van fertiliteitsproblemen. Dosering Dosering voor de vrouw Zowel inter- als intra-individueel komen grote verschillen voor in de reactie van het ovarium op exogene gonadotrofines. Dit maakt het onmogelijk een eensluidend doseringsschema aan te bevelen. De dosering moet derhalve individueel worden aangepast, al naar gelang de reactie van het ovarium. Dit vereist echoscopie en controle van oestradiolplasmaspiegels. Op basis van de resultaten van vergelijkende klinische studies wordt aanbevolen om een lagere dosis Puregon te geven dan algemeen gebruikelijk is voor urinair FSH, niet alleen met het oog op een optimale follikelontwikkeling maar ook vanwege een zo klein mogelijk risico op ongewenste ovariële hyperstimulatie.
44
Klinische ervaring met Puregon is voor beide indicaties gebaseerd op ten hoogste drie behandelingscycli. Praktijkervaring met IVF laat zien dat het behandelingssucces gelijk blijft gedurende de eerste vier pogingen en daarna geleidelijk afneemt. • Anovulatie In het algemeen wordt een sequentieel behandelingsschema aanbevolen beginnend met de dagelijkse toediening van 50 IE Puregon. Deze dosis wordt gedurende tenminste 7 dagen gehandhaafd. Indien er geen ovariële respons optreedt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de oestradiolplasmaconcentratie een farmacodynamische respons aangeven. Een toename in oestradiolspiegels van 40-100% per dag wordt optimaal geacht. De effectieve dagdosis wordt dan verder aangehouden totdat pre-ovulatoire omstandigheden worden bereikt. Pre-ovulatoire omstandigheden zijn bereikt indien met behulp van echoscopie een dominante follikel van minstens 18 mm in diameter wordt gezien en/of oestradiolplasmaspiegels van 300-900 picogram/ml (1000-3000 pmol/l) worden bereikt. Meestal is een behandelperiode van 7-14 dagen voldoende om dit te bereiken. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt, waarna ovulatie kan worden opgewekt door toediening van een dosis humaan choriongonadotrofine (hCG). Indien het aantal reagerende follikels te groot is of de oestradiolspiegels te snel stijgen, dat wil zeggen indien de dagelijkse toename gedurende 2 of 3 dagen meer dan 100% bedraagt, moet de dagelijkse dosis worden verlaagd. Omdat follikels met een diameter groter dan 14 mm in principe tot zwangerschap kunnen leiden bestaat bij multipele pre-ovulatoire follikels groter dan 14 mm de kans op meerlingzwangerschappen. In dat geval dient geen hCG te worden gegeven en moet bevruchting worden vermeden, teneinde een meervoudige zwangerschap te voorkomen. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie bij medisch geassisteerde voortplantingstechnieken Er worden verschillende protocollen toegepast. Een aanvangsdosis van 100 tot 225 IE wordt aanbevolen voor tenminste de eerste vier dagen. Daarna kan de dosis per individu worden aangepast al naar gelang de reactie van het ovarium. In klinische studies is aangetoond dat onderhoudsdoseringen variërend van 75 tot 375 IE gedurende 6 tot 12 dagen in het algemeen voldoende zijn alhoewel een meer langdurige behandeling noodzakelijk kan zijn. Puregon kan alleen worden gegeven of, ter voorkoming van een premature LH-piek, in combinatie met een GnRH-agonist of antagonist. Bij gebruik van een GnRH-agonist, kan in totaal een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het opwekken van een adequate follikelreactie. De ovariële respons wordt gevolgd met behulp van echoscopie en door bepaling van de oestradiolplasmaspiegels. Indien door middel van echoscopie de aanwezigheid van minstens drie follikels van 16-20 mm wordt vastgesteld en er een goede oestradiolrespons is (een plasmaspiegel van 300-400 picogram/ml (1000-1300 pmol/l) voor elke follikel groter dan 18 mm), kan de laatste fase in de follikelrijping worden geïnduceerd. Dit gebeurt door toediening van hCG. Ovumaspiratie vindt 34-35 uur later plaats. Dosering voor de man Puregon dient in een dosis van 450 IE/week gegeven te worden, bij voorkeur verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, tezamen met hCG. De behandeling dient ten minste 3 tot 4 maanden voortgezet te worden voordat enige verbetering in spermatogenese verwacht kan worden. Wanneer een patiënt na deze periode geen respons heeft vertoond, kan de combinatietherapie worden voortgezet; huidige klinische ervaring geeft aan dat er een behandeling van minstens 18 maanden of langer nodig kan zijn om spermatogenese te bewerkstelligen. Er is geen relevante indicatie voor het gebruik van Puregon bij kinderen. Wijze van toediening Om pijnlijke injecties te voorkomen en om lekkage vanuit de injectieplaats zo klein mogelijk te houden moet Puregon langzaam intramusculair of subcutaan worden toegediend. Bij subcutane injectie moet de injectieplaats worden afgewisseld om lipoatrofie te voorkomen. Subcutane toediening van Puregon kan worden uitgevoerd door de patiënt zelf of door de partner, mits zij goed geïnstrueerd zijn door de arts. Zelftoediening van Puregon dient alleen te worden uitgevoerd 45
door patiënten die goed gemotiveerd en voldoende geïnstrueerd zijn en die kunnen beschikken over deskundig advies. 4.3
Contra-indicaties
• • • • • • • •
Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Tumoren van het ovarium, de mammae, de uterus, de testis, de hypofyse of de hypothalamus. Vaginale bloeding, waarvan de oorzaak niet is vastgesteld. Primair ovariumfalen. Ovariumcysten of vergrote ovaria, niet gerelateerd aan het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS). Anatomische afwijkingen van de geslachtsorganen, waardoor zwangerschap onmogelijk is. Myomas in de uterus, waardoor zwangerschap niet mogelijk is. Primaire testiculaire insufficiëntie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
•
De aanwezigheid van onbehandelde niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bijvoorbeeld ziekten van de schildklier, bijnier of hypofyse) dient te worden uitgesloten. Bij zwangerschappen die ontstaan na ovulatie-inductie met gonadotrofinepreparaten bestaat een verhoogde kans op meerlingen. Meervoudige follikelrijping kan worden voorkomen door het doseringsschema op de juiste wijze aan te passen. Meerlingzwangerschappen, met name die met hoge aantallen, leiden tot een verhoogd risico op nadelige maternale en perinatale effecten. Voor aanvang van de behandeling dient op deze mogelijke risico’s te worden gewezen. De eerste injectie van Puregon dient te worden gegeven onder directe medische supervisie. Omdat onvruchtbare vrouwen, die worden behandeld in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, met name voor IVF, vaak afwijkingen aan de eileiders hebben, kunnen ectopische zwangerschappen vaker voorkomen. Het is daarom van belang om in een vroeg stadium door middel van echoscopie vast te stellen of de vrucht zich in de uterus bevindt. Bij behandeling in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken is het percentage miskramen hoger dan normaal. De incidentie van aangeboren afwijkingen na kunstmatige voortplantingstechnieken zou hoger kunnen zijn dan na spontane concepties. Hieraan kunnen verschillen in eigenschappen van de ouders (bijvoorbeeld leeftijd van de moeder of eigenschappen van het sperma) en een verhoogde kans op meerlingzwangerschappen ten grondslag liggen. Ongewenste ovariële hyperstimulatie: beoordeling van de follikelontwikkeling - door middel van echoscopie en de bepaling van oestradiolplasmaconcentraties - dient plaats te vinden voorafgaand aan de behandeling, en op regelmatige tijdstippen gedurende de behandeling. Behalve het feit dat er een groot aantal follikels tegelijkertijd tot ontwikkeling kunnen komen, kunnen de oestradiolspiegels een buitengewoon snelle stijging vertonen, bijvoorbeeld meer dan een dagelijkse verdubbeling gedurende 2 of 3 achtereenvolgende dagen, hetgeen kan leiden tot uitzonderlijk hoge waarden. De diagnose van ovariële hyperstimulatie kan eventueel bevestigd worden met behulp van echoscopie. Indien deze ongewenste ovariële hyperstimulatie (dus niet als onderdeel van de voorbereidende behandeling voor medisch geassisteerde voortplantingstechnieken) optreedt, dient de behandeling met Puregon onmiddellijk te worden gestaakt. In dat geval moet zwangerschap worden vermeden en mag beslist geen hCG worden toegediend, omdat de toediening van een gonadotrofine met LH-activiteit, behalve tot meervoudige ovulaties, kan leiden tot het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Klinische symptomen van de milde vorm van ovariële hyperstimulatie zijn gastro-intestinale problemen (pijn in de onderbuik, misselijkheid, diarree), en milde tot matige vergroting van ovaria en ovariumcysten. Voorbijgaande abnormale uitslagen in leverfunctietesten die duiden op verstoring van de leverfunctie en waarbij ook morfologische veranderingen in leverbiopten kunnen optreden, zijn gemeld in samenhang met het ovariële hyperstimulatiesyndroom. In zeldzame gevallen treedt een ernstige vorm van het ovariële hyperstimulatiesyndroom op, hetgeen levensbedreigend kan zijn. Kenmerkend zijn grote ovariumcysten (die gemakkelijk
•
• •
• •
•
46
•
•
• • • 4.5
kunnen ruptureren), ascites, vaak hydrothorax en gewichtstoename. Sporadisch kan veneuze of arteriële trombo-embolie optreden in samenhang met OHSS. Er zijn benigne en maligne neoplasmata van ovarium en andere voortplantingsorganen gerapporteerd bij vrouwen die meerdere infertiliteitsbehandelingen hebben ondergaan. Het is niet bewezen dat behandeling met gonadotrofines het normale risico op deze tumoren in onvruchtbare vrouwen beïnvloedt. Vrouwen met een algemeen erkende risicofactor voor trombose, zoals een eerder opgetreden trombose of een positieve familieanamnese, obesitas (Body Mass Index > 30 kg/m2) of trombofilie, kunnen gedurende of na behandeling met gonadotrofines een verhoogd risico hebben op veneuze of arteriële trombo-embolische processen. Bij deze vrouwen moeten de voordelen en de risico’s die aan een IVF behandeling verbonden zijn tegen elkaar worden afgewogen. Wel dient hierbij te worden opgemerkt dat zwangerschap op zichzelf ook een verhoogd risico op trombose geeft. Puregon kan sporen streptomycine en/of neomycine bevatten. Deze antibiotica kunnen hypersensitiviteitsreacties veroorzaken bij daarvoor gevoelige personen. Een verhoogde concentratie endogeen FSH in mannen wijst op primaire testiculaire insufficiëntie. Patiënten bij wie dit wordt geconstateerd, reageren niet op de combinatie Puregon/hCG. Voor het evalueren van het effect van de behandeling wordt bij mannen 4 tot 6 maanden na het begin van de behandeling semenanalyse aanbevolen. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van Puregon en clomifeencitraat kan de follikelreactie versterken. Bij een door een GnRH-agonist geïnduceerde suppressie van de hypofyse kan een hogere dosis Puregon nodig zijn om een adequate follikelreactie te bewerkstelligen. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Puregon is niet geïndiceerd voor gebruik gedurende zwangerschap. Bij klinisch gebruik van gonadotrofines bij gecontroleerde ovariële hyperstimulatie zijn geen teratogene risico’s gerapporteerd. In geval van blootstelling gedurende zwangerschap zijn er onvoldoende klinische gegevens om een teratogeen effect van recombinant FSH uit te sluiten hoewel er tot op heden geen malformatieve effecten zijn gerapporteerd. In dierstudies zijn geen teratogene effecten waargenomen. Puregon dient niet te worden gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Puregon heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 4.8
Bijwerkingen
Intramusculaire of subcutane toediening van Puregon, kan aanleiding geven tot lokale reacties op de injectieplaats: kneuzing, pijn, roodheid, zwelling en jeuk worden regelmatig gemeld (3% van alle behandelde patiënten). Deze lokale reacties zijn over het algemeen mild en van tijdelijke aard. Systemische overgevoeligheidsreacties zoals erytheem, urticaria, huiduitslag en pruritus zijn niet vaak waargenomen (0,1% van alle patiënten die behandeld zijn met Puregon). Behandeling van vrouwen: Bij ongeveer 4% van de vrouwen die in klinische studies met Puregon zijn behandeld, zijn aanwijzingen en symptomen van het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS) waargenomen (zie rubriek 4.4). Andere bijwerkingen gerelateerd aan dit syndroom zijn gerapporteerd in klinische studies, waaronder pijn en/of congestie in het bekkengebied, pijn in de buik en/of een opgezette buik, borstklachten (gevoeligheid, pijn en/of congestie), vergrote eierstokken en spontane miskraam. Al 47
deze bijwerkingen zijn met een incidentie van ongeveer 1% (pijn in het bekkengebied en een opgezette buik) of minder gerapporteerd. Het risico op ectopische en meerlingzwangerschappen is iets verhoogd. Andere meer algemene bijwerkingen die zijn waargenomen zijn hoofdpijn en misselijkheid (bij maximaal 1% van de vrouwen die behandeld zijn met Puregon). Net als met andere gonadotrofines, is het optreden van trombo-embolie sporadisch in verband gebracht met Puregon/hCG therapie. Behandeling van mannen: Gynaecomastie en acne kunnen zo nu en dan optreden gedurende Puregon/hCG behandeling. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Bij één van de behandelde patiënten werd een epididymale cyste waargenomen. 4.9
Overdosering
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de acute toxiciteit bij de mens, maar de acute toxiciteit van Puregon en van urinaire gonadotrofinepreparaten in dierstudies is zeer laag. Een te hoge dosis FSH kan leiden tot hyperstimulatie van de ovaria (zie rubriek 4.4). 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: gonadotrofines, ATC-code: G03G A06. Puregon bevat recombinant FSH. Het werkzaam bestanddeel wordt geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie, gebruik makend van een Chinese hamster-ovariumcellijn waarin de genen voor de beide menselijke FSH-subeenheden tot expressie worden gebracht. De primaire aminozuurvolgorde is identiek aan die van natuurlijk humaan FSH. Er zijn kleine verschillen in de suikerzijketens vastgesteld. FSH is noodzakelijk voor normale follikelgroei en -rijping, en voor de gonadale steroïdproduktie. Bij de vrouw zijn de FSH-plasmaspiegels mede bepalend voor het tijdstip van aanvang en de duur van de follikelontwikkeling en daarmee voor het aantal follikels dat tot rijping komt, en voor het moment waarop follikels pre-ovulatoire kenmerken krijgen. Puregon kan derhalve worden gebruikt om de follikelrijping en de steroïdproduktie te stimuleren in bepaalde gevallen van een gestoorde functie van de gonaden. Voorts kan Puregon worden gebruikt bij kunstmatige voortplantingstechnieken om de gelijktijdige ontwikkeling van meerdere follikels te bewerkstelligen [bijvoorbeeld bij in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), bij “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT), en bij intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Een behandeling met Puregon wordt meestal gevolgd door toediening van een hCG-preparaat, teneinde de laatste fase in de follikelrijping, te weten hervatting van de meiose en vervolgens ovulatie, te induceren. Bij mannen met een tekort aan FSH dient Puregon gedurende minimaal 4 maanden gelijktijdig met hCG te worden toegediend om de spermatogenese te induceren. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na intramusculaire of subcutane toediening van Puregon worden maximale FSH-concentraties binnen ongeveer 12 uur bereikt. Na intramusculaire toediening van Puregon zijn de maximum FSH concentraties bij mannen hoger en worden eerder bereikt dan bij vrouwen. Vanwege de vertraagde afgifte uit de injectieplaats en de relatief lange eliminatiehalfwaardetijd van ongeveer 40 uur (uiteenlopend van 12 tot 70 uur), blijven de FSH-plasmaspiegels verhoogd gedurende 24 tot 48 uur. Als gevolg van de betrekkelijk lange eliminatiehalfwaardetijd zijn de plasmaconcentraties van FSH na herhaalde toediening van Puregon ongeveer 1,5 tot 2,5 keer hoger dan na eenmalige toediening. Deze toename draagt bij tot het bereiken van therapeutische FSH-plasmaspiegels. Er zijn geen significante farmacokinetische verschillen na intramusculaire en subcutane toediening van Puregon. In beide gevallen bedraagt de absolute biobeschikbaarheid ongeveer 77%. 48
Recombinant FSH lijkt in biochemisch opzicht sterk op het endogene humane FSH en wordt op dezelfde wijze verdeeld, gemetaboliseerd en uitgescheiden. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Eenmalige toediening van Puregon aan ratten gaf geen effecten van toxicologische betekenis te zien. Ook in studies met herhaalde toediening aan ratten (twee weken) en honden (dertien weken) van doseringen tot 100 maal de maximale humane dosis, werden geen effecten van toxicologische betekenis waargenomen. Puregon vertoont geen mutagene werking in de Ames test en in de in vitro chromosoomaberratietest met humane lymfocyten. 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Puregon oplossing voor injectie bevat: sucrose natriumcitraat L-methionine polysorbaat 20 water voor injecties. De pH kan bijgesteld zijn met natriumhydroxide en/of zoutzuur. 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. 6.3
Houdbaarheid
3 jaar. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon(s) in de buitenverpakking bewaren. Voor het gemak van de patiënt, mag Puregon door de patiënt bij 25 °C of lager worden bewaard voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
0,5 ml oplossing in een 3 ml injectieflacon (Type I glas) met stop (chloorbutyl). Verpakkingen van 1, 5 of 10. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Niet gebruiken indien de oplossing deeltjes bevat of indien de oplossing niet helder is. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. 49
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland 8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/23 EU/1/96/008/24 EU/1/96/008/25 9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 3 mei 1996 Datum van laatste hernieuwing: 3 mei 2006 10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
50
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 150 IE/0,5 ml oplossing voor injectie 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een injectieflacon bevat 150 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) in 0,5 ml waterige oplossing. Dit komt overeen met een sterkte van 300 IE/ml. Eén injectieflacon bevat 15 microgram eiwit (specifieke in vivo bioactiviteit gelijk aan ongeveer 10 000 IE FSH / mg eiwit). De oplossing voor injectie bevat de werkzame stof follitropin beta, geproduceerd door een biotechnologisch gemodificeerde Chinese Hamster Ovarium (CHO) cellijn. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie. Een heldere en kleurloze oplossing. 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Bij de vrouw: Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen in de vrouw te behandelen in de volgende gevallen: • Anovulatie (ook ten gevolge van het Polycysteus Ovarium Syndroom, PCOS), indien behandeling met clomifeencitraat geen resultaat heeft gehad. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie, teneinde meervoudige follikelrijping te bewerkstelligen bij kunstmatige voortplantingstechnieken [bijvoorbeeld in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT) en intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Bij de man: • Deficiënte spermatogenese veroorzaakt door hypogonadotroop hypogonadisme. 4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling met Puregon dient te worden gestart onder supervisie van een arts die ervaren is in de behandeling van fertiliteitsproblemen. Dosering Dosering voor de vrouw Zowel inter- als intra-individueel komen grote verschillen voor in de reactie van het ovarium op exogene gonadotrofines. Dit maakt het onmogelijk een eensluidend doseringsschema aan te bevelen. De dosering moet derhalve individueel worden aangepast, al naar gelang de reactie van het ovarium. Dit vereist echoscopie en controle van oestradiolplasmaspiegels. Op basis van de resultaten van vergelijkende klinische studies wordt aanbevolen om een lagere dosis Puregon te geven dan algemeen gebruikelijk is voor urinair FSH, niet alleen met het oog op een optimale follikelontwikkeling maar ook vanwege een zo klein mogelijk risico op ongewenste ovariële hyperstimulatie.
51
Klinische ervaring met Puregon is voor beide indicaties gebaseerd op ten hoogste drie behandelingscycli. Praktijkervaring met IVF laat zien dat het behandelingssucces gelijk blijft gedurende de eerste vier pogingen en daarna geleidelijk afneemt. • Anovulatie In het algemeen wordt een sequentieel behandelingsschema aanbevolen beginnend met de dagelijkse toediening van 50 IE Puregon. Deze dosis wordt gedurende tenminste 7 dagen gehandhaafd. Indien er geen ovariële respons optreedt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de oestradiolplasmaconcentratie een farmacodynamische respons aangeven. Een toename in oestradiolspiegels van 40-100% per dag wordt optimaal geacht. De effectieve dagdosis wordt dan verder aangehouden totdat pre-ovulatoire omstandigheden worden bereikt. Pre-ovulatoire omstandigheden zijn bereikt indien met behulp van echoscopie een dominante follikel van minstens 18 mm in diameter wordt gezien en/of oestradiolplasmaspiegels van 300-900 picogram/ml (1000-3000 pmol/l) worden bereikt. Meestal is een behandelperiode van 7-14 dagen voldoende om dit te bereiken. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt, waarna ovulatie kan worden opgewekt door toediening van een dosis humaan choriongonadotrofine (hCG). Indien het aantal reagerende follikels te groot is of de oestradiolspiegels te snel stijgen, dat wil zeggen indien de dagelijkse toename gedurende 2 of 3 dagen meer dan 100% bedraagt, moet de dagelijkse dosis worden verlaagd. Omdat follikels met een diameter groter dan 14 mm in principe tot zwangerschap kunnen leiden bestaat bij multipele pre-ovulatoire follikels groter dan 14 mm de kans op meerlingzwangerschappen. In dat geval dient geen hCG te worden gegeven en moet bevruchting worden vermeden, teneinde een meervoudige zwangerschap te voorkomen. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie bij medisch geassisteerde voortplantingstechnieken Er worden verschillende protocollen toegepast. Een aanvangsdosis van 100 tot 225 IE wordt aanbevolen voor tenminste de eerste vier dagen. Daarna kan de dosis per individu worden aangepast al naar gelang de reactie van het ovarium. In klinische studies is aangetoond dat onderhoudsdoseringen variërend van 75 tot 375 IE gedurende 6 tot 12 dagen in het algemeen voldoende zijn alhoewel een meer langdurige behandeling noodzakelijk kan zijn. Puregon kan alleen worden gegeven of, ter voorkoming van een premature LH-piek, in combinatie met een GnRH-agonist of antagonist. Bij gebruik van een GnRH-agonist, kan in totaal een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het opwekken van een adequate follikelreactie. De ovariële respons wordt gevolgd met behulp van echoscopie en door bepaling van de oestradiolplasmaspiegels. Indien door middel van echoscopie de aanwezigheid van minstens drie follikels van 16-20 mm wordt vastgesteld en er een goede oestradiolrespons is (een plasmaspiegel van 300-400 picogram/ml (1000-1300 pmol/l) voor elke follikel groter dan 18 mm), kan de laatste fase in de follikelrijping worden geïnduceerd. Dit gebeurt door toediening van hCG. Ovumaspiratie vindt 34-35 uur later plaats. Dosering voor de man Puregon dient in een dosis van 450 IE/week gegeven te worden, bij voorkeur verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, tezamen met hCG. De behandeling dient ten minste 3 tot 4 maanden voortgezet te worden voordat enige verbetering in spermatogenese verwacht kan worden. Wanneer een patiënt na deze periode geen respons heeft vertoond, kan de combinatietherapie worden voortgezet; huidige klinische ervaring geeft aan dat er een behandeling van minstens 18 maanden of langer nodig kan zijn om spermatogenese te bewerkstelligen. Er is geen relevante indicatie voor het gebruik van Puregon bij kinderen. Wijze van toediening Om pijnlijke injecties te voorkomen en om lekkage vanuit de injectieplaats zo klein mogelijk te houden moet Puregon langzaam intramusculair of subcutaan worden toegediend. Bij subcutane injectie moet de injectieplaats worden afgewisseld om lipoatrofie te voorkomen. Subcutane toediening van Puregon kan worden uitgevoerd door de patiënt zelf of door de partner, mits zij goed geïnstrueerd zijn door de arts. Zelftoediening van Puregon dient alleen te worden uitgevoerd 52
door patiënten die goed gemotiveerd en voldoende geïnstrueerd zijn en die kunnen beschikken over deskundig advies. 4.3
Contra-indicaties
• • • • • • • •
Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Tumoren van het ovarium, de mammae, de uterus, de testis, de hypofyse of de hypothalamus. Vaginale bloeding, waarvan de oorzaak niet is vastgesteld. Primair ovariumfalen. Ovariumcysten of vergrote ovaria, niet gerelateerd aan het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS). Anatomische afwijkingen van de geslachtsorganen, waardoor zwangerschap onmogelijk is. Myomas in de uterus, waardoor zwangerschap niet mogelijk is. Primaire testiculaire insufficiëntie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
•
De aanwezigheid van onbehandelde niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bijvoorbeeld ziekten van de schildklier, bijnier of hypofyse) dient te worden uitgesloten. Bij zwangerschappen die ontstaan na ovulatie-inductie met gonadotrofinepreparaten bestaat een verhoogde kans op meerlingen. Meervoudige follikelrijping kan worden voorkomen door het doseringsschema op de juiste wijze aan te passen. Meerlingzwangerschappen, met name die met hoge aantallen, leiden tot een verhoogd risico op nadelige maternale en perinatale effecten. Voor aanvang van de behandeling dient op deze mogelijke risico’s te worden gewezen. De eerste injectie van Puregon dient te worden gegeven onder directe medische supervisie. Omdat onvruchtbare vrouwen, die worden behandeld in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, met name voor IVF, vaak afwijkingen aan de eileiders hebben, kunnen ectopische zwangerschappen vaker voorkomen. Het is daarom van belang om in een vroeg stadium door middel van echoscopie vast te stellen of de vrucht zich in de uterus bevindt. Bij behandeling in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken is het percentage miskramen hoger dan normaal. De incidentie van aangeboren afwijkingen na kunstmatige voortplantingstechnieken zou hoger kunnen zijn dan na spontane concepties. Hieraan kunnen verschillen in eigenschappen van de ouders (bijvoorbeeld leeftijd van de moeder of eigenschappen van het sperma) en een verhoogde kans op meerlingzwangerschappen ten grondslag liggen. Ongewenste ovariële hyperstimulatie: beoordeling van de follikelontwikkeling - door middel van echoscopie en de bepaling van oestradiolplasmaconcentraties - dient plaats te vinden voorafgaand aan de behandeling, en op regelmatige tijdstippen gedurende de behandeling. Behalve het feit dat er een groot aantal follikels tegelijkertijd tot ontwikkeling kunnen komen, kunnen de oestradiolspiegels een buitengewoon snelle stijging vertonen, bijvoorbeeld meer dan een dagelijkse verdubbeling gedurende 2 of 3 achtereenvolgende dagen, hetgeen kan leiden tot uitzonderlijk hoge waarden. De diagnose van ovariële hyperstimulatie kan eventueel bevestigd worden met behulp van echoscopie. Indien deze ongewenste ovariële hyperstimulatie (dus niet als onderdeel van de voorbereidende behandeling voor medisch geassisteerde voortplantingstechnieken) optreedt, dient de behandeling met Puregon onmiddellijk te worden gestaakt. In dat geval moet zwangerschap worden vermeden en mag beslist geen hCG worden toegediend, omdat de toediening van een gonadotrofine met LH-activiteit, behalve tot meervoudige ovulaties, kan leiden tot het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Klinische symptomen van de milde vorm van ovariële hyperstimulatie zijn gastro-intestinale problemen (pijn in de onderbuik, misselijkheid, diarree), en milde tot matige vergroting van ovaria en ovariumcysten. Voorbijgaande abnormale uitslagen in leverfunctietesten die duiden op verstoring van de leverfunctie en waarbij ook morfologische veranderingen in leverbiopten kunnen optreden, zijn gemeld in samenhang met het ovariële hyperstimulatiesyndroom. In zeldzame gevallen treedt een ernstige vorm van het ovariële hyperstimulatiesyndroom op, hetgeen levensbedreigend kan zijn. Kenmerkend zijn grote ovariumcysten (die gemakkelijk
•
• •
• •
•
53
•
•
• • • 4.5
kunnen ruptureren), ascites, vaak hydrothorax en gewichtstoename. Sporadisch kan veneuze of arteriële trombo-embolie optreden in samenhang met OHSS. Er zijn benigne en maligne neoplasmata van ovarium en andere voortplantingsorganen gerapporteerd bij vrouwen die meerdere infertiliteitsbehandelingen hebben ondergaan. Het is niet bewezen dat behandeling met gonadotrofines het normale risico op deze tumoren in onvruchtbare vrouwen beïnvloedt. Vrouwen met een algemeen erkende risicofactor voor trombose, zoals een eerder opgetreden trombose of een positieve familieanamnese, obesitas (Body Mass Index > 30 kg/m2) of trombofilie, kunnen gedurende of na behandeling met gonadotrofines een verhoogd risico hebben op veneuze of arteriële trombo-embolische processen. Bij deze vrouwen moeten de voordelen en de risico’s die aan een IVF behandeling verbonden zijn tegen elkaar worden afgewogen. Wel dient hierbij te worden opgemerkt dat zwangerschap op zichzelf ook een verhoogd risico op trombose geeft. Puregon kan sporen streptomycine en/of neomycine bevatten. Deze antibiotica kunnen hypersensitiviteitsreacties veroorzaken bij daarvoor gevoelige personen. Een verhoogde concentratie endogeen FSH in mannen wijst op primaire testiculaire insufficiëntie. Patiënten bij wie dit wordt geconstateerd, reageren niet op de combinatie Puregon/hCG. Voor het evalueren van het effect van de behandeling wordt bij mannen 4 tot 6 maanden na het begin van de behandeling semenanalyse aanbevolen. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van Puregon en clomifeencitraat kan de follikelreactie versterken. Bij een door een GnRH-agonist geïnduceerde suppressie van de hypofyse kan een hogere dosis Puregon nodig zijn om een adequate follikelreactie te bewerkstelligen. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Puregon is niet geïndiceerd voor gebruik gedurende zwangerschap. Bij klinisch gebruik van gonadotrofines bij gecontroleerde ovariële hyperstimulatie zijn geen teratogene risico’s gerapporteerd. In geval van blootstelling gedurende zwangerschap zijn er onvoldoende klinische gegevens om een teratogeen effect van recombinant FSH uit te sluiten hoewel er tot op heden geen malformatieve effecten zijn gerapporteerd. In dierstudies zijn geen teratogene effecten waargenomen. Puregon dient niet te worden gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Puregon heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 4.8
Bijwerkingen
Intramusculaire of subcutane toediening van Puregon, kan aanleiding geven tot lokale reacties op de injectieplaats: kneuzing, pijn, roodheid, zwelling en jeuk worden regelmatig gemeld (3% van alle behandelde patiënten). Deze lokale reacties zijn over het algemeen mild en van tijdelijke aard. Systemische overgevoeligheidsreacties zoals erytheem, urticaria, huiduitslag en pruritus zijn niet vaak waargenomen (0,1% van alle patiënten die behandeld zijn met Puregon). Behandeling van vrouwen: Bij ongeveer 4% van de vrouwen die in klinische studies met Puregon zijn behandeld, zijn aanwijzingen en symptomen van het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS) waargenomen (zie rubriek 4.4). Andere bijwerkingen gerelateerd aan dit syndroom zijn gerapporteerd in klinische studies, waaronder pijn en/of congestie in het bekkengebied, pijn in de buik en/of een opgezette buik, borstklachten (gevoeligheid, pijn en/of congestie), vergrote eierstokken en spontane miskraam. Al 54
deze bijwerkingen zijn met een incidentie van ongeveer 1% (pijn in het bekkengebied en een opgezette buik) of minder gerapporteerd. Het risico op ectopische en meerlingzwangerschappen is iets verhoogd. Andere meer algemene bijwerkingen die zijn waargenomen zijn hoofdpijn en misselijkheid (bij maximaal 1% van de vrouwen die behandeld zijn met Puregon). Net als met andere gonadotrofines, is het optreden van trombo-embolie sporadisch in verband gebracht met Puregon/hCG therapie. Behandeling van mannen: Gynaecomastie en acne kunnen zo nu en dan optreden gedurende Puregon/hCG behandeling. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Bij één van de behandelde patiënten werd een epididymale cyste waargenomen. 4.9
Overdosering
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de acute toxiciteit bij de mens, maar de acute toxiciteit van Puregon en van urinaire gonadotrofinepreparaten in dierstudies is zeer laag. Een te hoge dosis FSH kan leiden tot hyperstimulatie van de ovaria (zie rubriek 4.4). 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: gonadotrofines, ATC-code: G03G A06. Puregon bevat recombinant FSH. Het werkzaam bestanddeel wordt geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie, gebruik makend van een Chinese hamster-ovariumcellijn waarin de genen voor de beide menselijke FSH-subeenheden tot expressie worden gebracht. De primaire aminozuurvolgorde is identiek aan die van natuurlijk humaan FSH. Er zijn kleine verschillen in de suikerzijketens vastgesteld. FSH is noodzakelijk voor normale follikelgroei en -rijping, en voor de gonadale steroïdproduktie. Bij de vrouw zijn de FSH-plasmaspiegels mede bepalend voor het tijdstip van aanvang en de duur van de follikelontwikkeling en daarmee voor het aantal follikels dat tot rijping komt, en voor het moment waarop follikels pre-ovulatoire kenmerken krijgen. Puregon kan derhalve worden gebruikt om de follikelrijping en de steroïdproduktie te stimuleren in bepaalde gevallen van een gestoorde functie van de gonaden. Voorts kan Puregon worden gebruikt bij kunstmatige voortplantingstechnieken om de gelijktijdige ontwikkeling van meerdere follikels te bewerkstelligen [bijvoorbeeld bij in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), bij “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT), en bij intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Een behandeling met Puregon wordt meestal gevolgd door toediening van een hCG-preparaat, teneinde de laatste fase in de follikelrijping, te weten hervatting van de meiose en vervolgens ovulatie, te induceren. Bij mannen met een tekort aan FSH dient Puregon gedurende minimaal 4 maanden gelijktijdig met hCG te worden toegediend om de spermatogenese te induceren. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na intramusculaire of subcutane toediening van Puregon worden maximale FSH-concentraties binnen ongeveer 12 uur bereikt. Na intramusculaire toediening van Puregon zijn de maximum FSH concentraties bij mannen hoger en worden eerder bereikt dan bij vrouwen. Vanwege de vertraagde afgifte uit de injectieplaats en de relatief lange eliminatiehalfwaardetijd van ongeveer 40 uur (uiteenlopend van 12 tot 70 uur), blijven de FSH-plasmaspiegels verhoogd gedurende 24 tot 48 uur. Als gevolg van de betrekkelijk lange eliminatiehalfwaardetijd zijn de plasmaconcentraties van FSH na herhaalde toediening van Puregon ongeveer 1,5 tot 2,5 keer hoger dan na eenmalige toediening. Deze toename draagt bij tot het bereiken van therapeutische FSH-plasmaspiegels. Er zijn geen significante farmacokinetische verschillen na intramusculaire en subcutane toediening van Puregon. In beide gevallen bedraagt de absolute biobeschikbaarheid ongeveer 77%. 55
Recombinant FSH lijkt in biochemisch opzicht sterk op het endogene humane FSH en wordt op dezelfde wijze verdeeld, gemetaboliseerd en uitgescheiden. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Eenmalige toediening van Puregon aan ratten gaf geen effecten van toxicologische betekenis te zien. Ook in studies met herhaalde toediening aan ratten (twee weken) en honden (dertien weken) van doseringen tot 100 maal de maximale humane dosis, werden geen effecten van toxicologische betekenis waargenomen. Puregon vertoont geen mutagene werking in de Ames test en in de in vitro chromosoomaberratietest met humane lymfocyten. 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Puregon oplossing voor injectie bevat: sucrose natriumcitraat L-methionine polysorbaat 20 water voor injecties. De pH kan bijgesteld zijn met natriumhydroxide en/of zoutzuur. 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. 6.3
Houdbaarheid
3 jaar. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon(s) in de buitenverpakking bewaren. Voor het gemak van de patiënt, mag Puregon door de patiënt bij 25 °C of lager worden bewaard voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
0,5 ml oplossing in een 3 ml injectieflacon (Type I glas) met stop (chloorbutyl). Verpakkingen van 1, 5 of 10. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Niet gebruiken indien de oplossing deeltjes bevat of indien de oplossing niet helder is. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. 56
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland 8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/26 EU/1/96/008/27 EU/1/96/008/28 9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 3 mei 1996 Datum van laatste hernieuwing: 3 mei 2006 10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
57
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 200 IE/0,5 ml oplossing voor injectie 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een injectieflacon bevat 200 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) in 0,5 ml waterige oplossing. Dit komt overeen met een sterkte van 400 IE/ml. Eén injectieflacon bevat 20 microgram eiwit (specifieke in vivo bioactiviteit gelijk aan ongeveer 10 000 IE FSH / mg eiwit). De oplossing voor injectie bevat de werkzame stof follitropin beta, geproduceerd door een biotechnologisch gemodificeerde Chinese Hamster Ovarium (CHO) cellijn. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie. Een heldere en kleurloze oplossing. 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Bij de vrouw: Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen in de vrouw te behandelen in de volgende gevallen: • Anovulatie (ook ten gevolge van het Polycysteus Ovarium Syndroom, PCOS), indien behandeling met clomifeencitraat geen resultaat heeft gehad. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie, teneinde meervoudige follikelrijping te bewerkstelligen bij kunstmatige voortplantingstechnieken [bijvoorbeeld in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT) en intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Bij de man: • Deficiënte spermatogenese veroorzaakt door hypogonadotroop hypogonadisme. 4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling met Puregon dient te worden gestart onder supervisie van een arts die ervaren is in de behandeling van fertiliteitsproblemen. Dosering Dosering voor de vrouw Zowel inter- als intra-individueel komen grote verschillen voor in de reactie van het ovarium op exogene gonadotrofines. Dit maakt het onmogelijk een eensluidend doseringsschema aan te bevelen. De dosering moet derhalve individueel worden aangepast, al naar gelang de reactie van het ovarium. Dit vereist echoscopie en controle van oestradiolplasmaspiegels. Op basis van de resultaten van vergelijkende klinische studies wordt aanbevolen om een lagere dosis Puregon te geven dan algemeen gebruikelijk is voor urinair FSH, niet alleen met het oog op een optimale follikelontwikkeling maar ook vanwege een zo klein mogelijk risico op ongewenste ovariële hyperstimulatie.
58
Klinische ervaring met Puregon is voor beide indicaties gebaseerd op ten hoogste drie behandelingscycli. Praktijkervaring met IVF laat zien dat het behandelingssucces gelijk blijft gedurende de eerste vier pogingen en daarna geleidelijk afneemt. • Anovulatie In het algemeen wordt een sequentieel behandelingsschema aanbevolen beginnend met de dagelijkse toediening van 50 IE Puregon. Deze dosis wordt gedurende tenminste 7 dagen gehandhaafd. Indien er geen ovariële respons optreedt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de oestradiolplasmaconcentratie een farmacodynamische respons aangeven. Een toename in oestradiolspiegels van 40-100% per dag wordt optimaal geacht. De effectieve dagdosis wordt dan verder aangehouden totdat pre-ovulatoire omstandigheden worden bereikt. Pre-ovulatoire omstandigheden zijn bereikt indien met behulp van echoscopie een dominante follikel van minstens 18 mm in diameter wordt gezien en/of oestradiolplasmaspiegels van 300-900 picogram/ml (1000-3000 pmol/l) worden bereikt. Meestal is een behandelperiode van 7-14 dagen voldoende om dit te bereiken. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt, waarna ovulatie kan worden opgewekt door toediening van een dosis humaan choriongonadotrofine (hCG). Indien het aantal reagerende follikels te groot is of de oestradiolspiegels te snel stijgen, dat wil zeggen indien de dagelijkse toename gedurende 2 of 3 dagen meer dan 100% bedraagt, moet de dagelijkse dosis worden verlaagd. Omdat follikels met een diameter groter dan 14 mm in principe tot zwangerschap kunnen leiden bestaat bij multipele pre-ovulatoire follikels groter dan 14 mm de kans op meerlingzwangerschappen. In dat geval dient geen hCG te worden gegeven en moet bevruchting worden vermeden, teneinde een meervoudige zwangerschap te voorkomen. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie bij medisch geassisteerde voortplantingstechnieken Er worden verschillende protocollen toegepast. Een aanvangsdosis van 100 tot 225 IE wordt aanbevolen voor tenminste de eerste vier dagen. Daarna kan de dosis per individu worden aangepast al naar gelang de reactie van het ovarium. In klinische studies is aangetoond dat onderhoudsdoseringen variërend van 75 tot 375 IE gedurende 6 tot 12 dagen in het algemeen voldoende zijn alhoewel een meer langdurige behandeling noodzakelijk kan zijn. Puregon kan alleen worden gegeven of, ter voorkoming van een premature LH-piek, in combinatie met een GnRH-agonist of antagonist. Bij gebruik van een GnRH-agonist, kan in totaal een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het opwekken van een adequate follikelreactie. De ovariële respons wordt gevolgd met behulp van echoscopie en door bepaling van de oestradiolplasmaspiegels. Indien door middel van echoscopie de aanwezigheid van minstens drie follikels van 16-20 mm wordt vastgesteld en er een goede oestradiolrespons is (een plasmaspiegel van 300-400 picogram/ml (1000-1300 pmol/l) voor elke follikel groter dan 18 mm), kan de laatste fase in de follikelrijping worden geïnduceerd. Dit gebeurt door toediening van hCG. Ovumaspiratie vindt 34-35 uur later plaats. Dosering voor de man Puregon dient in een dosis van 450 IE/week gegeven te worden, bij voorkeur verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, tezamen met hCG. De behandeling dient ten minste 3 tot 4 maanden voortgezet te worden voordat enige verbetering in spermatogenese verwacht kan worden. Wanneer een patiënt na deze periode geen respons heeft vertoond, kan de combinatietherapie worden voortgezet; huidige klinische ervaring geeft aan dat er een behandeling van minstens 18 maanden of langer nodig kan zijn om spermatogenese te bewerkstelligen. Er is geen relevante indicatie voor het gebruik van Puregon bij kinderen. Wijze van toediening Om pijnlijke injecties te voorkomen en om lekkage vanuit de injectieplaats zo klein mogelijk te houden moet Puregon langzaam intramusculair of subcutaan worden toegediend. Bij subcutane injectie moet de injectieplaats worden afgewisseld om lipoatrofie te voorkomen. Subcutane toediening van Puregon kan worden uitgevoerd door de patiënt zelf of door de partner, mits zij goed geïnstrueerd zijn door de arts. Zelftoediening van Puregon dient alleen te worden uitgevoerd 59
door patiënten die goed gemotiveerd en voldoende geïnstrueerd zijn en die kunnen beschikken over deskundig advies. 4.3
Contra-indicaties
• • • • • • • •
Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Tumoren van het ovarium, de mammae, de uterus, de testis, de hypofyse of de hypothalamus. Vaginale bloeding, waarvan de oorzaak niet is vastgesteld. Primair ovariumfalen. Ovariumcysten of vergrote ovaria, niet gerelateerd aan het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS). Anatomische afwijkingen van de geslachtsorganen, waardoor zwangerschap onmogelijk is. Myomas in de uterus, waardoor zwangerschap niet mogelijk is. Primaire testiculaire insufficiëntie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
•
De aanwezigheid van onbehandelde niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bijvoorbeeld ziekten van de schildklier, bijnier of hypofyse) dient te worden uitgesloten. Bij zwangerschappen die ontstaan na ovulatie-inductie met gonadotrofinepreparaten bestaat een verhoogde kans op meerlingen. Meervoudige follikelrijping kan worden voorkomen door het doseringsschema op de juiste wijze aan te passen. Meerlingzwangerschappen, met name die met hoge aantallen, leiden tot een verhoogd risico op nadelige maternale en perinatale effecten. Voor aanvang van de behandeling dient op deze mogelijke risico’s te worden gewezen. De eerste injectie van Puregon dient te worden gegeven onder directe medische supervisie. Omdat onvruchtbare vrouwen, die worden behandeld in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, met name voor IVF, vaak afwijkingen aan de eileiders hebben, kunnen ectopische zwangerschappen vaker voorkomen. Het is daarom van belang om in een vroeg stadium door middel van echoscopie vast te stellen of de vrucht zich in de uterus bevindt. Bij behandeling in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken is het percentage miskramen hoger dan normaal. De incidentie van aangeboren afwijkingen na kunstmatige voortplantingstechnieken zou hoger kunnen zijn dan na spontane concepties. Hieraan kunnen verschillen in eigenschappen van de ouders (bijvoorbeeld leeftijd van de moeder of eigenschappen van het sperma) en een verhoogde kans op meerlingzwangerschappen ten grondslag liggen. Ongewenste ovariële hyperstimulatie: beoordeling van de follikelontwikkeling - door middel van echoscopie en de bepaling van oestradiolplasmaconcentraties - dient plaats te vinden voorafgaand aan de behandeling, en op regelmatige tijdstippen gedurende de behandeling. Behalve het feit dat er een groot aantal follikels tegelijkertijd tot ontwikkeling kunnen komen, kunnen de oestradiolspiegels een buitengewoon snelle stijging vertonen, bijvoorbeeld meer dan een dagelijkse verdubbeling gedurende 2 of 3 achtereenvolgende dagen, hetgeen kan leiden tot uitzonderlijk hoge waarden. De diagnose van ovariële hyperstimulatie kan eventueel bevestigd worden met behulp van echoscopie. Indien deze ongewenste ovariële hyperstimulatie (dus niet als onderdeel van de voorbereidende behandeling voor medisch geassisteerde voortplantingstechnieken) optreedt, dient de behandeling met Puregon onmiddellijk te worden gestaakt. In dat geval moet zwangerschap worden vermeden en mag beslist geen hCG worden toegediend, omdat de toediening van een gonadotrofine met LH-activiteit, behalve tot meervoudige ovulaties, kan leiden tot het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Klinische symptomen van de milde vorm van ovariële hyperstimulatie zijn gastro-intestinale problemen (pijn in de onderbuik, misselijkheid, diarree), en milde tot matige vergroting van ovaria en ovariumcysten. Voorbijgaande abnormale uitslagen in leverfunctietesten die duiden op verstoring van de leverfunctie en waarbij ook morfologische veranderingen in leverbiopten kunnen optreden, zijn gemeld in samenhang met het ovariële hyperstimulatiesyndroom. In zeldzame gevallen treedt een ernstige vorm van het ovariële hyperstimulatiesyndroom op, hetgeen levensbedreigend kan zijn. Kenmerkend zijn grote ovariumcysten (die gemakkelijk
•
• •
• •
•
60
•
•
• • • 4.5
kunnen ruptureren), ascites, vaak hydrothorax en gewichtstoename. Sporadisch kan veneuze of arteriële trombo-embolie optreden in samenhang met OHSS. Er zijn benigne en maligne neoplasmata van ovarium en andere voortplantingsorganen gerapporteerd bij vrouwen die meerdere infertiliteitsbehandelingen hebben ondergaan. Het is niet bewezen dat behandeling met gonadotrofines het normale risico op deze tumoren in onvruchtbare vrouwen beïnvloedt. Vrouwen met een algemeen erkende risicofactor voor trombose, zoals een eerder opgetreden trombose of een positieve familieanamnese, obesitas (Body Mass Index > 30 kg/m2) of trombofilie, kunnen gedurende of na behandeling met gonadotrofines een verhoogd risico hebben op veneuze of arteriële trombo-embolische processen. Bij deze vrouwen moeten de voordelen en de risico’s die aan een IVF behandeling verbonden zijn tegen elkaar worden afgewogen. Wel dient hierbij te worden opgemerkt dat zwangerschap op zichzelf ook een verhoogd risico op trombose geeft. Puregon kan sporen streptomycine en/of neomycine bevatten. Deze antibiotica kunnen hypersensitiviteitsreacties veroorzaken bij daarvoor gevoelige personen. Een verhoogde concentratie endogeen FSH in mannen wijst op primaire testiculaire insufficiëntie. Patiënten bij wie dit wordt geconstateerd, reageren niet op de combinatie Puregon/hCG. Voor het evalueren van het effect van de behandeling wordt bij mannen 4 tot 6 maanden na het begin van de behandeling semenanalyse aanbevolen. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van Puregon en clomifeencitraat kan de follikelreactie versterken. Bij een door een GnRH-agonist geïnduceerde suppressie van de hypofyse kan een hogere dosis Puregon nodig zijn om een adequate follikelreactie te bewerkstelligen. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Puregon is niet geïndiceerd voor gebruik gedurende zwangerschap. Bij klinisch gebruik van gonadotrofines bij gecontroleerde ovariële hyperstimulatie zijn geen teratogene risico’s gerapporteerd. In geval van blootstelling gedurende zwangerschap zijn er onvoldoende klinische gegevens om een teratogeen effect van recombinant FSH uit te sluiten hoewel er tot op heden geen malformatieve effecten zijn gerapporteerd. In dierstudies zijn geen teratogene effecten waargenomen. Puregon dient niet te worden gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Puregon heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 4.8
Bijwerkingen
Intramusculaire of subcutane toediening van Puregon, kan aanleiding geven tot lokale reacties op de injectieplaats: kneuzing, pijn, roodheid, zwelling en jeuk worden regelmatig gemeld (3% van alle behandelde patiënten). Deze lokale reacties zijn over het algemeen mild en van tijdelijke aard. Systemische overgevoeligheidsreacties zoals erytheem, urticaria, huiduitslag en pruritus zijn niet vaak waargenomen (0,1% van alle patiënten die behandeld zijn met Puregon). Behandeling van vrouwen: Bij ongeveer 4% van de vrouwen die in klinische studies met Puregon zijn behandeld, zijn aanwijzingen en symptomen van het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS) waargenomen (zie rubriek 4.4). Andere bijwerkingen gerelateerd aan dit syndroom zijn gerapporteerd in klinische studies, waaronder pijn en/of congestie in het bekkengebied, pijn in de buik en/of een opgezette buik, borstklachten (gevoeligheid, pijn en/of congestie), vergrote eierstokken en spontane miskraam. Al 61
deze bijwerkingen zijn met een incidentie van ongeveer 1% (pijn in het bekkengebied en een opgezette buik) of minder gerapporteerd. Het risico op ectopische en meerlingzwangerschappen is iets verhoogd. Andere meer algemene bijwerkingen die zijn waargenomen zijn hoofdpijn en misselijkheid (bij maximaal 1% van de vrouwen die behandeld zijn met Puregon). Net als met andere gonadotrofines, is het optreden van trombo-embolie sporadisch in verband gebracht met Puregon/hCG therapie. Behandeling van mannen: Gynaecomastie en acne kunnen zo nu en dan optreden gedurende Puregon/hCG behandeling. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Bij één van de behandelde patiënten werd een epididymale cyste waargenomen. 4.9
Overdosering
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de acute toxiciteit bij de mens, maar de acute toxiciteit van Puregon en van urinaire gonadotrofinepreparaten in dierstudies is zeer laag. Een te hoge dosis FSH kan leiden tot hyperstimulatie van de ovaria (zie rubriek 4.4). 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: gonadotrofines, ATC-code: G03G A06. Puregon bevat recombinant FSH. Het werkzaam bestanddeel wordt geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie, gebruik makend van een Chinese hamster-ovariumcellijn waarin de genen voor de beide menselijke FSH-subeenheden tot expressie worden gebracht. De primaire aminozuurvolgorde is identiek aan die van natuurlijk humaan FSH. Er zijn kleine verschillen in de suikerzijketens vastgesteld. FSH is noodzakelijk voor normale follikelgroei en -rijping, en voor de gonadale steroïdproduktie. Bij de vrouw zijn de FSH-plasmaspiegels mede bepalend voor het tijdstip van aanvang en de duur van de follikelontwikkeling en daarmee voor het aantal follikels dat tot rijping komt, en voor het moment waarop follikels pre-ovulatoire kenmerken krijgen. Puregon kan derhalve worden gebruikt om de follikelrijping en de steroïdproduktie te stimuleren in bepaalde gevallen van een gestoorde functie van de gonaden. Voorts kan Puregon worden gebruikt bij kunstmatige voortplantingstechnieken om de gelijktijdige ontwikkeling van meerdere follikels te bewerkstelligen [bijvoorbeeld bij in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), bij “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT), en bij intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Een behandeling met Puregon wordt meestal gevolgd door toediening van een hCG-preparaat, teneinde de laatste fase in de follikelrijping, te weten hervatting van de meiose en vervolgens ovulatie, te induceren. Bij mannen met een tekort aan FSH dient Puregon gedurende minimaal 4 maanden gelijktijdig met hCG te worden toegediend om de spermatogenese te induceren. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na intramusculaire of subcutane toediening van Puregon worden maximale FSH-concentraties binnen ongeveer 12 uur bereikt. Na intramusculaire toediening van Puregon zijn de maximum FSH concentraties bij mannen hoger en worden eerder bereikt dan bij vrouwen. Vanwege de vertraagde afgifte uit de injectieplaats en de relatief lange eliminatiehalfwaardetijd van ongeveer 40 uur (uiteenlopend van 12 tot 70 uur), blijven de FSH-plasmaspiegels verhoogd gedurende 24 tot 48 uur. Als gevolg van de betrekkelijk lange eliminatiehalfwaardetijd zijn de plasmaconcentraties van FSH na herhaalde toediening van Puregon ongeveer 1,5 tot 2,5 keer hoger dan na eenmalige toediening. Deze toename draagt bij tot het bereiken van therapeutische FSH-plasmaspiegels. Er zijn geen significante farmacokinetische verschillen na intramusculaire en subcutane toediening van Puregon. In beide gevallen bedraagt de absolute biobeschikbaarheid ongeveer 77%. 62
Recombinant FSH lijkt in biochemisch opzicht sterk op het endogene humane FSH en wordt op dezelfde wijze verdeeld, gemetaboliseerd en uitgescheiden. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Eenmalige toediening van Puregon aan ratten gaf geen effecten van toxicologische betekenis te zien. Ook in studies met herhaalde toediening aan ratten (twee weken) en honden (dertien weken) van doseringen tot 100 maal de maximale humane dosis, werden geen effecten van toxicologische betekenis waargenomen. Puregon vertoont geen mutagene werking in de Ames test en in de in vitro chromosoomaberratietest met humane lymfocyten. 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Puregon oplossing voor injectie bevat: sucrose natriumcitraat L-methionine polysorbaat 20 water voor injecties. De pH kan bijgesteld zijn met natriumhydroxide en/of zoutzuur. 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. 6.3
Houdbaarheid
3 jaar. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon(s) in de buitenverpakking bewaren. Voor het gemak van de patiënt, mag Puregon door de patiënt bij 25 °C of lager worden bewaard voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
0,5 ml oplossing in een 3 ml injectieflacon (Type I glas) met stop (chloorbutyl). Verpakkingen van 1, 5 of 10. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Niet gebruiken indien de oplossing deeltjes bevat of indien de oplossing niet helder is. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. 63
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland 8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/29 EU/1/96/008/30 EU/1/96/008/31 9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 3 mei 1996 Datum van laatste hernieuwing: 3 mei 2006 10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
64
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 225 IE/0,5 ml oplossing voor injectie 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een injectieflacon bevat 225 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) in 0,5 ml waterige oplossing. Dit komt overeen met een sterkte van 450 IE/ml. Eén injectieflacon bevat 22,5 microgram eiwit (specifieke in vivo bioactiviteit gelijk aan ongeveer 10 000 IE FSH / mg eiwit). De oplossing voor injectie bevat de werkzame stof follitropin beta, geproduceerd door een biotechnologisch gemodificeerde Chinese Hamster Ovarium (CHO) cellijn. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie. Een heldere en kleurloze oplossing. 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Bij de vrouw: Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen in de vrouw te behandelen in de volgende gevallen: • Anovulatie (ook ten gevolge van het Polycysteus Ovarium Syndroom, PCOS), indien behandeling met clomifeencitraat geen resultaat heeft gehad. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie, teneinde meervoudige follikelrijping te bewerkstelligen bij kunstmatige voortplantingstechnieken [bijvoorbeeld in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT) en intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Bij de man: • Deficiënte spermatogenese veroorzaakt door hypogonadotroop hypogonadisme. 4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling met Puregon dient te worden gestart onder supervisie van een arts die ervaren is in de behandeling van fertiliteitsproblemen. Dosering Dosering voor de vrouw Zowel inter- als intra-individueel komen grote verschillen voor in de reactie van het ovarium op exogene gonadotrofines. Dit maakt het onmogelijk een eensluidend doseringsschema aan te bevelen. De dosering moet derhalve individueel worden aangepast, al naar gelang de reactie van het ovarium. Dit vereist echoscopie en controle van oestradiolplasmaspiegels. Op basis van de resultaten van vergelijkende klinische studies wordt aanbevolen om een lagere dosis Puregon te geven dan algemeen gebruikelijk is voor urinair FSH, niet alleen met het oog op een optimale follikelontwikkeling maar ook vanwege een zo klein mogelijk risico op ongewenste ovariële hyperstimulatie.
65
Klinische ervaring met Puregon is voor beide indicaties gebaseerd op ten hoogste drie behandelingscycli. Praktijkervaring met IVF laat zien dat het behandelingssucces gelijk blijft gedurende de eerste vier pogingen en daarna geleidelijk afneemt. • Anovulatie In het algemeen wordt een sequentieel behandelingsschema aanbevolen beginnend met de dagelijkse toediening van 50 IE Puregon. Deze dosis wordt gedurende tenminste 7 dagen gehandhaafd. Indien er geen ovariële respons optreedt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de oestradiolplasmaconcentratie een farmacodynamische respons aangeven. Een toename in oestradiolspiegels van 40-100% per dag wordt optimaal geacht. De effectieve dagdosis wordt dan verder aangehouden totdat pre-ovulatoire omstandigheden worden bereikt. Pre-ovulatoire omstandigheden zijn bereikt indien met behulp van echoscopie een dominante follikel van minstens 18 mm in diameter wordt gezien en/of oestradiolplasmaspiegels van 300-900 picogram/ml (1000-3000 pmol/l) worden bereikt. Meestal is een behandelperiode van 7-14 dagen voldoende om dit te bereiken. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt, waarna ovulatie kan worden opgewekt door toediening van een dosis humaan choriongonadotrofine (hCG). Indien het aantal reagerende follikels te groot is of de oestradiolspiegels te snel stijgen, dat wil zeggen indien de dagelijkse toename gedurende 2 of 3 dagen meer dan 100% bedraagt, moet de dagelijkse dosis worden verlaagd. Omdat follikels met een diameter groter dan 14 mm in principe tot zwangerschap kunnen leiden bestaat bij multipele pre-ovulatoire follikels groter dan 14 mm de kans op meerlingzwangerschappen. In dat geval dient geen hCG te worden gegeven en moet bevruchting worden vermeden, teneinde een meervoudige zwangerschap te voorkomen. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie bij medisch geassisteerde voortplantingstechnieken Er worden verschillende protocollen toegepast. Een aanvangsdosis van 100 tot 225 IE wordt aanbevolen voor tenminste de eerste vier dagen. Daarna kan de dosis per individu worden aangepast al naar gelang de reactie van het ovarium. In klinische studies is aangetoond dat onderhoudsdoseringen variërend van 75 tot 375 IE gedurende 6 tot 12 dagen in het algemeen voldoende zijn alhoewel een meer langdurige behandeling noodzakelijk kan zijn. Puregon kan alleen worden gegeven of, ter voorkoming van een premature LH-piek, in combinatie met een GnRH-agonist of antagonist. Bij gebruik van een GnRH-agonist, kan in totaal een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het opwekken van een adequate follikelreactie. De ovariële respons wordt gevolgd met behulp van echoscopie en door bepaling van de oestradiolplasmaspiegels. Indien door middel van echoscopie de aanwezigheid van minstens drie follikels van 16-20 mm wordt vastgesteld en er een goede oestradiolrespons is (een plasmaspiegel van 300-400 picogram/ml (1000-1300 pmol/l) voor elke follikel groter dan 18 mm), kan de laatste fase in de follikelrijping worden geïnduceerd. Dit gebeurt door toediening van hCG. Ovumaspiratie vindt 34-35 uur later plaats. Dosering voor de man Puregon dient in een dosis van 450 IE/week gegeven te worden, bij voorkeur verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, tezamen met hCG. De behandeling dient ten minste 3 tot 4 maanden voortgezet te worden voordat enige verbetering in spermatogenese verwacht kan worden. Wanneer een patiënt na deze periode geen respons heeft vertoond, kan de combinatietherapie worden voortgezet; huidige klinische ervaring geeft aan dat er een behandeling van minstens 18 maanden of langer nodig kan zijn om spermatogenese te bewerkstelligen. Er is geen relevante indicatie voor het gebruik van Puregon bij kinderen. Wijze van toediening Om pijnlijke injecties te voorkomen en om lekkage vanuit de injectieplaats zo klein mogelijk te houden moet Puregon langzaam intramusculair of subcutaan worden toegediend. Bij subcutane injectie moet de injectieplaats worden afgewisseld om lipoatrofie te voorkomen. Subcutane toediening van Puregon kan worden uitgevoerd door de patiënt zelf of door de partner, mits zij goed geïnstrueerd zijn door de arts. Zelftoediening van Puregon dient alleen te worden uitgevoerd 66
door patiënten die goed gemotiveerd en voldoende geïnstrueerd zijn en die kunnen beschikken over deskundig advies. 4.3
Contra-indicaties
• • • • • • • •
Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Tumoren van het ovarium, de mammae, de uterus, de testis, de hypofyse of de hypothalamus. Vaginale bloeding, waarvan de oorzaak niet is vastgesteld. Primair ovariumfalen. Ovariumcysten of vergrote ovaria, niet gerelateerd aan het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS). Anatomische afwijkingen van de geslachtsorganen, waardoor zwangerschap onmogelijk is. Myomas in de uterus, waardoor zwangerschap niet mogelijk is. Primaire testiculaire insufficiëntie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
•
De aanwezigheid van onbehandelde niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bijvoorbeeld ziekten van de schildklier, bijnier of hypofyse) dient te worden uitgesloten. Bij zwangerschappen die ontstaan na ovulatie-inductie met gonadotrofinepreparaten bestaat een verhoogde kans op meerlingen. Meervoudige follikelrijping kan worden voorkomen door het doseringsschema op de juiste wijze aan te passen. Meerlingzwangerschappen, met name die met hoge aantallen, leiden tot een verhoogd risico op nadelige maternale en perinatale effecten. Voor aanvang van de behandeling dient op deze mogelijke risico’s te worden gewezen. De eerste injectie van Puregon dient te worden gegeven onder directe medische supervisie. Omdat onvruchtbare vrouwen, die worden behandeld in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, met name voor IVF, vaak afwijkingen aan de eileiders hebben, kunnen ectopische zwangerschappen vaker voorkomen. Het is daarom van belang om in een vroeg stadium door middel van echoscopie vast te stellen of de vrucht zich in de uterus bevindt. Bij behandeling in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken is het percentage miskramen hoger dan normaal. De incidentie van aangeboren afwijkingen na kunstmatige voortplantingstechnieken zou hoger kunnen zijn dan na spontane concepties. Hieraan kunnen verschillen in eigenschappen van de ouders (bijvoorbeeld leeftijd van de moeder of eigenschappen van het sperma) en een verhoogde kans op meerlingzwangerschappen ten grondslag liggen. Ongewenste ovariële hyperstimulatie: beoordeling van de follikelontwikkeling - door middel van echoscopie en de bepaling van oestradiolplasmaconcentraties - dient plaats te vinden voorafgaand aan de behandeling, en op regelmatige tijdstippen gedurende de behandeling. Behalve het feit dat er een groot aantal follikels tegelijkertijd tot ontwikkeling kunnen komen, kunnen de oestradiolspiegels een buitengewoon snelle stijging vertonen, bijvoorbeeld meer dan een dagelijkse verdubbeling gedurende 2 of 3 achtereenvolgende dagen, hetgeen kan leiden tot uitzonderlijk hoge waarden. De diagnose van ovariële hyperstimulatie kan eventueel bevestigd worden met behulp van echoscopie. Indien deze ongewenste ovariële hyperstimulatie (dus niet als onderdeel van de voorbereidende behandeling voor medisch geassisteerde voortplantingstechnieken) optreedt, dient de behandeling met Puregon onmiddellijk te worden gestaakt. In dat geval moet zwangerschap worden vermeden en mag beslist geen hCG worden toegediend, omdat de toediening van een gonadotrofine met LH-activiteit, behalve tot meervoudige ovulaties, kan leiden tot het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Klinische symptomen van de milde vorm van ovariële hyperstimulatie zijn gastro-intestinale problemen (pijn in de onderbuik, misselijkheid, diarree), en milde tot matige vergroting van ovaria en ovariumcysten. Voorbijgaande abnormale uitslagen in leverfunctietesten die duiden op verstoring van de leverfunctie en waarbij ook morfologische veranderingen in leverbiopten kunnen optreden, zijn gemeld in samenhang met het ovariële hyperstimulatiesyndroom. In zeldzame gevallen treedt een ernstige vorm van het ovariële hyperstimulatiesyndroom op, hetgeen levensbedreigend kan zijn. Kenmerkend zijn grote ovariumcysten (die gemakkelijk
•
• •
• •
•
67
•
•
• • • 4.5
kunnen ruptureren), ascites, vaak hydrothorax en gewichtstoename. Sporadisch kan veneuze of arteriële trombo-embolie optreden in samenhang met OHSS. Er zijn benigne en maligne neoplasmata van ovarium en andere voortplantingsorganen gerapporteerd bij vrouwen die meerdere infertiliteitsbehandelingen hebben ondergaan. Het is niet bewezen dat behandeling met gonadotrofines het normale risico op deze tumoren in onvruchtbare vrouwen beïnvloedt. Vrouwen met een algemeen erkende risicofactor voor trombose, zoals een eerder opgetreden trombose of een positieve familieanamnese, obesitas (Body Mass Index > 30 kg/m2) of trombofilie, kunnen gedurende of na behandeling met gonadotrofines een verhoogd risico hebben op veneuze of arteriële trombo-embolische processen. Bij deze vrouwen moeten de voordelen en de risico’s die aan een IVF behandeling verbonden zijn tegen elkaar worden afgewogen. Wel dient hierbij te worden opgemerkt dat zwangerschap op zichzelf ook een verhoogd risico op trombose geeft. Puregon kan sporen streptomycine en/of neomycine bevatten. Deze antibiotica kunnen hypersensitiviteitsreacties veroorzaken bij daarvoor gevoelige personen. Een verhoogde concentratie endogeen FSH in mannen wijst op primaire testiculaire insufficiëntie. Patiënten bij wie dit wordt geconstateerd, reageren niet op de combinatie Puregon/hCG. Voor het evalueren van het effect van de behandeling wordt bij mannen 4 tot 6 maanden na het begin van de behandeling semenanalyse aanbevolen. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van Puregon en clomifeencitraat kan de follikelreactie versterken. Bij een door een GnRH-agonist geïnduceerde suppressie van de hypofyse kan een hogere dosis Puregon nodig zijn om een adequate follikelreactie te bewerkstelligen. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Puregon is niet geïndiceerd voor gebruik gedurende zwangerschap. Bij klinisch gebruik van gonadotrofines bij gecontroleerde ovariële hyperstimulatie zijn geen teratogene risico’s gerapporteerd. In geval van blootstelling gedurende zwangerschap zijn er onvoldoende klinische gegevens om een teratogeen effect van recombinant FSH uit te sluiten hoewel er tot op heden geen malformatieve effecten zijn gerapporteerd. In dierstudies zijn geen teratogene effecten waargenomen. Puregon dient niet te worden gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Puregon heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 4.8
Bijwerkingen
Intramusculaire of subcutane toediening van Puregon, kan aanleiding geven tot lokale reacties op de injectieplaats: kneuzing, pijn, roodheid, zwelling en jeuk worden regelmatig gemeld (3% van alle behandelde patiënten). Deze lokale reacties zijn over het algemeen mild en van tijdelijke aard. Systemische overgevoeligheidsreacties zoals erytheem, urticaria, huiduitslag en pruritus zijn niet vaak waargenomen (0,1% van alle patiënten die behandeld zijn met Puregon). Behandeling van vrouwen: Bij ongeveer 4% van de vrouwen die in klinische studies met Puregon zijn behandeld, zijn aanwijzingen en symptomen van het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS) waargenomen (zie rubriek 4.4). Andere bijwerkingen gerelateerd aan dit syndroom zijn gerapporteerd in klinische studies, waaronder pijn en/of congestie in het bekkengebied, pijn in de buik en/of een opgezette buik, borstklachten (gevoeligheid, pijn en/of congestie), vergrote eierstokken en spontane miskraam. Al 68
deze bijwerkingen zijn met een incidentie van ongeveer 1% (pijn in het bekkengebied en een opgezette buik) of minder gerapporteerd. Het risico op ectopische en meerlingzwangerschappen is iets verhoogd. Andere meer algemene bijwerkingen die zijn waargenomen zijn hoofdpijn en misselijkheid (bij maximaal 1% van de vrouwen die behandeld zijn met Puregon). Net als met andere gonadotrofines, is het optreden van trombo-embolie sporadisch in verband gebracht met Puregon/hCG therapie. Behandeling van mannen: Gynaecomastie en acne kunnen zo nu en dan optreden gedurende Puregon/hCG behandeling. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Bij één van de behandelde patiënten werd een epididymale cyste waargenomen. 4.9
Overdosering
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de acute toxiciteit bij de mens, maar de acute toxiciteit van Puregon en van urinaire gonadotrofinepreparaten in dierstudies is zeer laag. Een te hoge dosis FSH kan leiden tot hyperstimulatie van de ovaria (zie rubriek 4.4). 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: gonadotrofines, ATC-code: G03G A06. Puregon bevat recombinant FSH. Het werkzaam bestanddeel wordt geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie, gebruik makend van een Chinese hamster-ovariumcellijn waarin de genen voor de beide menselijke FSH-subeenheden tot expressie worden gebracht. De primaire aminozuurvolgorde is identiek aan die van natuurlijk humaan FSH. Er zijn kleine verschillen in de suikerzijketens vastgesteld. FSH is noodzakelijk voor normale follikelgroei en -rijping, en voor de gonadale steroïdproduktie. Bij de vrouw zijn de FSH-plasmaspiegels mede bepalend voor het tijdstip van aanvang en de duur van de follikelontwikkeling en daarmee voor het aantal follikels dat tot rijping komt, en voor het moment waarop follikels pre-ovulatoire kenmerken krijgen. Puregon kan derhalve worden gebruikt om de follikelrijping en de steroïdproduktie te stimuleren in bepaalde gevallen van een gestoorde functie van de gonaden. Voorts kan Puregon worden gebruikt bij kunstmatige voortplantingstechnieken om de gelijktijdige ontwikkeling van meerdere follikels te bewerkstelligen [bijvoorbeeld bij in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), bij “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT), en bij intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Een behandeling met Puregon wordt meestal gevolgd door toediening van een hCG-preparaat, teneinde de laatste fase in de follikelrijping, te weten hervatting van de meiose en vervolgens ovulatie, te induceren. Bij mannen met een tekort aan FSH dient Puregon gedurende minimaal 4 maanden gelijktijdig met hCG te worden toegediend om de spermatogenese te induceren. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na intramusculaire of subcutane toediening van Puregon worden maximale FSH-concentraties binnen ongeveer 12 uur bereikt. Na intramusculaire toediening van Puregon zijn de maximum FSH concentraties bij mannen hoger en worden eerder bereikt dan bij vrouwen. Vanwege de vertraagde afgifte uit de injectieplaats en de relatief lange eliminatiehalfwaardetijd van ongeveer 40 uur (uiteenlopend van 12 tot 70 uur), blijven de FSH-plasmaspiegels verhoogd gedurende 24 tot 48 uur. Als gevolg van de betrekkelijk lange eliminatiehalfwaardetijd zijn de plasmaconcentraties van FSH na herhaalde toediening van Puregon ongeveer 1,5 tot 2,5 keer hoger dan na eenmalige toediening. Deze toename draagt bij tot het bereiken van therapeutische FSH-plasmaspiegels. Er zijn geen significante farmacokinetische verschillen na intramusculaire en subcutane toediening van Puregon. In beide gevallen bedraagt de absolute biobeschikbaarheid ongeveer 77%. 69
Recombinant FSH lijkt in biochemisch opzicht sterk op het endogene humane FSH en wordt op dezelfde wijze verdeeld, gemetaboliseerd en uitgescheiden. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Eenmalige toediening van Puregon aan ratten gaf geen effecten van toxicologische betekenis te zien. Ook in studies met herhaalde toediening aan ratten (twee weken) en honden (dertien weken) van doseringen tot 100 maal de maximale humane dosis, werden geen effecten van toxicologische betekenis waargenomen. Puregon vertoont geen mutagene werking in de Ames test en in de in vitro chromosoomaberratietest met humane lymfocyten. 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Puregon oplossing voor injectie bevat: sucrose natriumcitraat L-methionine polysorbaat 20 water voor injecties. De pH kan bijgesteld zijn met natriumhydroxide en/of zoutzuur. 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. 6.3
Houdbaarheid
3 jaar. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon(s) in de buitenverpakking bewaren. Voor het gemak van de patiënt, mag Puregon door de patiënt bij 25 °C of lager worden bewaard voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
0,5 ml oplossing in een 3 ml injectieflacon (Type I glas) met stop (chloorbutyl). Verpakkingen van 1, 5 of 10. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Niet gebruiken indien de oplossing deeltjes bevat of indien de oplossing niet helder is. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. 70
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland 8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/32 EU/1/96/008/33 EU/1/96/008/34 9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 3 mei 1996 Datum van laatste hernieuwing: 3 mei 2006 10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
71
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 250 IE/0,5 ml oplossing voor injectie 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een injectieflacon bevat 250 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) in 0,5 ml waterige oplossing. Dit komt overeen met een sterkte van 500 IE/ml. Eén injectieflacon bevat 25 microgram eiwit (specifieke in vivo bioactiviteit gelijk aan ongeveer 10 000 IE FSH / mg eiwit). De oplossing voor injectie bevat de werkzame stof follitropin beta, geproduceerd door een biotechnologisch gemodificeerde Chinese Hamster Ovarium (CHO) cellijn. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie. Een heldere en kleurloze oplossing. 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Bij de vrouw: Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen in de vrouw te behandelen in de volgende gevallen: • Anovulatie (ook ten gevolge van het Polycysteus Ovarium Syndroom, PCOS), indien behandeling met clomifeencitraat geen resultaat heeft gehad. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie, teneinde meervoudige follikelrijping te bewerkstelligen bij kunstmatige voortplantingstechnieken [bijvoorbeeld in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT) en intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Bij de man: • Deficiënte spermatogenese veroorzaakt door hypogonadotroop hypogonadisme. 4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling met Puregon dient te worden gestart onder supervisie van een arts die ervaren is in de behandeling van fertiliteitsproblemen. Dosering Dosering voor de vrouw Zowel inter- als intra-individueel komen grote verschillen voor in de reactie van het ovarium op exogene gonadotrofines. Dit maakt het onmogelijk een eensluidend doseringsschema aan te bevelen. De dosering moet derhalve individueel worden aangepast, al naar gelang de reactie van het ovarium. Dit vereist echoscopie en controle van oestradiolplasmaspiegels. Op basis van de resultaten van vergelijkende klinische studies wordt aanbevolen om een lagere dosis Puregon te geven dan algemeen gebruikelijk is voor urinair FSH, niet alleen met het oog op een optimale follikelontwikkeling maar ook vanwege een zo klein mogelijk risico op ongewenste ovariële hyperstimulatie.
72
Klinische ervaring met Puregon is voor beide indicaties gebaseerd op ten hoogste drie behandelingscycli. Praktijkervaring met IVF laat zien dat het behandelingssucces gelijk blijft gedurende de eerste vier pogingen en daarna geleidelijk afneemt. • Anovulatie In het algemeen wordt een sequentieel behandelingsschema aanbevolen beginnend met de dagelijkse toediening van 50 IE Puregon. Deze dosis wordt gedurende tenminste 7 dagen gehandhaafd. Indien er geen ovariële respons optreedt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de oestradiolplasmaconcentratie een farmacodynamische respons aangeven. Een toename in oestradiolspiegels van 40-100% per dag wordt optimaal geacht. De effectieve dagdosis wordt dan verder aangehouden totdat pre-ovulatoire omstandigheden worden bereikt. Pre-ovulatoire omstandigheden zijn bereikt indien met behulp van echoscopie een dominante follikel van minstens 18 mm in diameter wordt gezien en/of oestradiolplasmaspiegels van 300-900 picogram/ml (1000-3000 pmol/l) worden bereikt. Meestal is een behandelperiode van 7-14 dagen voldoende om dit te bereiken. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt, waarna ovulatie kan worden opgewekt door toediening van een dosis humaan choriongonadotrofine (hCG). Indien het aantal reagerende follikels te groot is of de oestradiolspiegels te snel stijgen, dat wil zeggen indien de dagelijkse toename gedurende 2 of 3 dagen meer dan 100% bedraagt, moet de dagelijkse dosis worden verlaagd. Omdat follikels met een diameter groter dan 14 mm in principe tot zwangerschap kunnen leiden bestaat bij multipele pre-ovulatoire follikels groter dan 14 mm de kans op meerlingzwangerschappen. In dat geval dient geen hCG te worden gegeven en moet bevruchting worden vermeden, teneinde een meervoudige zwangerschap te voorkomen. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie bij medisch geassisteerde voortplantingstechnieken Er worden verschillende protocollen toegepast. Een aanvangsdosis van 100 tot 225 IE wordt aanbevolen voor tenminste de eerste vier dagen. Daarna kan de dosis per individu worden aangepast al naar gelang de reactie van het ovarium. In klinische studies is aangetoond dat onderhoudsdoseringen variërend van 75 tot 375 IE gedurende 6 tot 12 dagen in het algemeen voldoende zijn alhoewel een meer langdurige behandeling noodzakelijk kan zijn. Puregon kan alleen worden gegeven of, ter voorkoming van een premature LH-piek, in combinatie met een GnRH-agonist of antagonist. Bij gebruik van een GnRH-agonist, kan in totaal een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het opwekken van een adequate follikelreactie. De ovariële respons wordt gevolgd met behulp van echoscopie en door bepaling van de oestradiolplasmaspiegels. Indien door middel van echoscopie de aanwezigheid van minstens drie follikels van 16-20 mm wordt vastgesteld en er een goede oestradiolrespons is (een plasmaspiegel van 300-400 picogram/ml (1000-1300 pmol/l) voor elke follikel groter dan 18 mm), kan de laatste fase in de follikelrijping worden geïnduceerd. Dit gebeurt door toediening van hCG. Ovumaspiratie vindt 34-35 uur later plaats. Dosering voor de man Puregon dient in een dosis van 450 IE/week gegeven te worden, bij voorkeur verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, tezamen met hCG. De behandeling dient ten minste 3 tot 4 maanden voortgezet te worden voordat enige verbetering in spermatogenese verwacht kan worden. Wanneer een patiënt na deze periode geen respons heeft vertoond, kan de combinatietherapie worden voortgezet; huidige klinische ervaring geeft aan dat er een behandeling van minstens 18 maanden of langer nodig kan zijn om spermatogenese te bewerkstelligen. Er is geen relevante indicatie voor het gebruik van Puregon bij kinderen. Wijze van toediening Om pijnlijke injecties te voorkomen en om lekkage vanuit de injectieplaats zo klein mogelijk te houden moet Puregon langzaam intramusculair of subcutaan worden toegediend. Bij subcutane injectie moet de injectieplaats worden afgewisseld om lipoatrofie te voorkomen. Subcutane toediening van Puregon kan worden uitgevoerd door de patiënt zelf of door de partner, mits zij goed geïnstrueerd zijn door de arts. Zelftoediening van Puregon dient alleen te worden uitgevoerd 73
door patiënten die goed gemotiveerd en voldoende geïnstrueerd zijn en die kunnen beschikken over deskundig advies. 4.3
Contra-indicaties
• • • • • • • •
Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Tumoren van het ovarium, de mammae, de uterus, de testis, de hypofyse of de hypothalamus. Vaginale bloeding, waarvan de oorzaak niet is vastgesteld. Primair ovariumfalen. Ovariumcysten of vergrote ovaria, niet gerelateerd aan het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS). Anatomische afwijkingen van de geslachtsorganen, waardoor zwangerschap onmogelijk is. Myomas in de uterus, waardoor zwangerschap niet mogelijk is. Primaire testiculaire insufficiëntie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
•
De aanwezigheid van onbehandelde niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bijvoorbeeld ziekten van de schildklier, bijnier of hypofyse) dient te worden uitgesloten. Bij zwangerschappen die ontstaan na ovulatie-inductie met gonadotrofinepreparaten bestaat een verhoogde kans op meerlingen. Meervoudige follikelrijping kan worden voorkomen door het doseringsschema op de juiste wijze aan te passen. Meerlingzwangerschappen, met name die met hoge aantallen, leiden tot een verhoogd risico op nadelige maternale en perinatale effecten. Voor aanvang van de behandeling dient op deze mogelijke risico’s te worden gewezen. De eerste injectie van Puregon dient te worden gegeven onder directe medische supervisie. Omdat onvruchtbare vrouwen, die worden behandeld in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, met name voor IVF, vaak afwijkingen aan de eileiders hebben, kunnen ectopische zwangerschappen vaker voorkomen. Het is daarom van belang om in een vroeg stadium door middel van echoscopie vast te stellen of de vrucht zich in de uterus bevindt. Bij behandeling in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken is het percentage miskramen hoger dan normaal. De incidentie van aangeboren afwijkingen na kunstmatige voortplantingstechnieken zou hoger kunnen zijn dan na spontane concepties. Hieraan kunnen verschillen in eigenschappen van de ouders (bijvoorbeeld leeftijd van de moeder of eigenschappen van het sperma) en een verhoogde kans op meerlingzwangerschappen ten grondslag liggen. Ongewenste ovariële hyperstimulatie: beoordeling van de follikelontwikkeling - door middel van echoscopie en de bepaling van oestradiolplasmaconcentraties - dient plaats te vinden voorafgaand aan de behandeling, en op regelmatige tijdstippen gedurende de behandeling. Behalve het feit dat er een groot aantal follikels tegelijkertijd tot ontwikkeling kunnen komen, kunnen de oestradiolspiegels een buitengewoon snelle stijging vertonen, bijvoorbeeld meer dan een dagelijkse verdubbeling gedurende 2 of 3 achtereenvolgende dagen, hetgeen kan leiden tot uitzonderlijk hoge waarden. De diagnose van ovariële hyperstimulatie kan eventueel bevestigd worden met behulp van echoscopie. Indien deze ongewenste ovariële hyperstimulatie (dus niet als onderdeel van de voorbereidende behandeling voor medisch geassisteerde voortplantingstechnieken) optreedt, dient de behandeling met Puregon onmiddellijk te worden gestaakt. In dat geval moet zwangerschap worden vermeden en mag beslist geen hCG worden toegediend, omdat de toediening van een gonadotrofine met LH-activiteit, behalve tot meervoudige ovulaties, kan leiden tot het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Klinische symptomen van de milde vorm van ovariële hyperstimulatie zijn gastro-intestinale problemen (pijn in de onderbuik, misselijkheid, diarree), en milde tot matige vergroting van ovaria en ovariumcysten. Voorbijgaande abnormale uitslagen in leverfunctietesten die duiden op verstoring van de leverfunctie en waarbij ook morfologische veranderingen in leverbiopten kunnen optreden, zijn gemeld in samenhang met het ovariële hyperstimulatiesyndroom. In zeldzame gevallen treedt een ernstige vorm van het ovariële hyperstimulatiesyndroom op, hetgeen levensbedreigend kan zijn. Kenmerkend zijn grote ovariumcysten (die gemakkelijk
•
• •
• •
•
74
•
•
• • • 4.5
kunnen ruptureren), ascites, vaak hydrothorax en gewichtstoename. Sporadisch kan veneuze of arteriële trombo-embolie optreden in samenhang met OHSS. Er zijn benigne en maligne neoplasmata van ovarium en andere voortplantingsorganen gerapporteerd bij vrouwen die meerdere infertiliteitsbehandelingen hebben ondergaan. Het is niet bewezen dat behandeling met gonadotrofines het normale risico op deze tumoren in onvruchtbare vrouwen beïnvloedt. Vrouwen met een algemeen erkende risicofactor voor trombose, zoals een eerder opgetreden trombose of een positieve familieanamnese, obesitas (Body Mass Index > 30 kg/m2) of trombofilie, kunnen gedurende of na behandeling met gonadotrofines een verhoogd risico hebben op veneuze of arteriële trombo-embolische processen. Bij deze vrouwen moeten de voordelen en de risico’s die aan een IVF behandeling verbonden zijn tegen elkaar worden afgewogen. Wel dient hierbij te worden opgemerkt dat zwangerschap op zichzelf ook een verhoogd risico op trombose geeft. Puregon kan sporen streptomycine en/of neomycine bevatten. Deze antibiotica kunnen hypersensitiviteitsreacties veroorzaken bij daarvoor gevoelige personen. Een verhoogde concentratie endogeen FSH in mannen wijst op primaire testiculaire insufficiëntie. Patiënten bij wie dit wordt geconstateerd, reageren niet op de combinatie Puregon/hCG. Voor het evalueren van het effect van de behandeling wordt bij mannen 4 tot 6 maanden na het begin van de behandeling semenanalyse aanbevolen. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van Puregon en clomifeencitraat kan de follikelreactie versterken. Bij een door een GnRH-agonist geïnduceerde suppressie van de hypofyse kan een hogere dosis Puregon nodig zijn om een adequate follikelreactie te bewerkstelligen. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Puregon is niet geïndiceerd voor gebruik gedurende zwangerschap. Bij klinisch gebruik van gonadotrofines bij gecontroleerde ovariële hyperstimulatie zijn geen teratogene risico’s gerapporteerd. In geval van blootstelling gedurende zwangerschap zijn er onvoldoende klinische gegevens om een teratogeen effect van recombinant FSH uit te sluiten hoewel er tot op heden geen malformatieve effecten zijn gerapporteerd. In dierstudies zijn geen teratogene effecten waargenomen. Puregon dient niet te worden gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Puregon heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 4.8
Bijwerkingen
Intramusculaire of subcutane toediening van Puregon, kan aanleiding geven tot lokale reacties op de injectieplaats: kneuzing, pijn, roodheid, zwelling en jeuk worden regelmatig gemeld (3% van alle behandelde patiënten). Deze lokale reacties zijn over het algemeen mild en van tijdelijke aard. Systemische overgevoeligheidsreacties zoals erytheem, urticaria, huiduitslag en pruritus zijn niet vaak waargenomen (0,1% van alle patiënten die behandeld zijn met Puregon). Behandeling van vrouwen: Bij ongeveer 4% van de vrouwen die in klinische studies met Puregon zijn behandeld, zijn aanwijzingen en symptomen van het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS) waargenomen (zie rubriek 4.4). Andere bijwerkingen gerelateerd aan dit syndroom zijn gerapporteerd in klinische studies, waaronder pijn en/of congestie in het bekkengebied, pijn in de buik en/of een opgezette buik, borstklachten (gevoeligheid, pijn en/of congestie), vergrote eierstokken en spontane miskraam. Al 75
deze bijwerkingen zijn met een incidentie van ongeveer 1% (pijn in het bekkengebied en een opgezette buik) of minder gerapporteerd. Het risico op ectopische en meerlingzwangerschappen is iets verhoogd. Andere meer algemene bijwerkingen die zijn waargenomen zijn hoofdpijn en misselijkheid (bij maximaal 1% van de vrouwen die behandeld zijn met Puregon). Net als met andere gonadotrofines, is het optreden van trombo-embolie sporadisch in verband gebracht met Puregon/hCG therapie. Behandeling van mannen: Gynaecomastie en acne kunnen zo nu en dan optreden gedurende Puregon/hCG behandeling. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Bij één van de behandelde patiënten werd een epididymale cyste waargenomen. 4.9
Overdosering
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de acute toxiciteit bij de mens, maar de acute toxiciteit van Puregon en van urinaire gonadotrofinepreparaten in dierstudies is zeer laag. Een te hoge dosis FSH kan leiden tot hyperstimulatie van de ovaria (zie rubriek 4.4). 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: gonadotrofines, ATC-code: G03G A06. Puregon bevat recombinant FSH. Het werkzaam bestanddeel wordt geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie, gebruik makend van een Chinese hamster-ovariumcellijn waarin de genen voor de beide menselijke FSH-subeenheden tot expressie worden gebracht. De primaire aminozuurvolgorde is identiek aan die van natuurlijk humaan FSH. Er zijn kleine verschillen in de suikerzijketens vastgesteld. FSH is noodzakelijk voor normale follikelgroei en -rijping, en voor de gonadale steroïdproduktie. Bij de vrouw zijn de FSH-plasmaspiegels mede bepalend voor het tijdstip van aanvang en de duur van de follikelontwikkeling en daarmee voor het aantal follikels dat tot rijping komt, en voor het moment waarop follikels pre-ovulatoire kenmerken krijgen. Puregon kan derhalve worden gebruikt om de follikelrijping en de steroïdproduktie te stimuleren in bepaalde gevallen van een gestoorde functie van de gonaden. Voorts kan Puregon worden gebruikt bij kunstmatige voortplantingstechnieken om de gelijktijdige ontwikkeling van meerdere follikels te bewerkstelligen [bijvoorbeeld bij in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), bij “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT), en bij intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Een behandeling met Puregon wordt meestal gevolgd door toediening van een hCG-preparaat, teneinde de laatste fase in de follikelrijping, te weten hervatting van de meiose en vervolgens ovulatie, te induceren. Bij mannen met een tekort aan FSH dient Puregon gedurende minimaal 4 maanden gelijktijdig met hCG te worden toegediend om de spermatogenese te induceren. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na intramusculaire of subcutane toediening van Puregon worden maximale FSH-concentraties binnen ongeveer 12 uur bereikt. Na intramusculaire toediening van Puregon zijn de maximum FSH concentraties bij mannen hoger en worden eerder bereikt dan bij vrouwen. Vanwege de vertraagde afgifte uit de injectieplaats en de relatief lange eliminatiehalfwaardetijd van ongeveer 40 uur (uiteenlopend van 12 tot 70 uur), blijven de FSH-plasmaspiegels verhoogd gedurende 24 tot 48 uur. Als gevolg van de betrekkelijk lange eliminatiehalfwaardetijd zijn de plasmaconcentraties van FSH na herhaalde toediening van Puregon ongeveer 1,5 tot 2,5 keer hoger dan na eenmalige toediening. Deze toename draagt bij tot het bereiken van therapeutische FSH-plasmaspiegels. Er zijn geen significante farmacokinetische verschillen na intramusculaire en subcutane toediening van Puregon. In beide gevallen bedraagt de absolute biobeschikbaarheid ongeveer 77%. 76
Recombinant FSH lijkt in biochemisch opzicht sterk op het endogene humane FSH en wordt op dezelfde wijze verdeeld, gemetaboliseerd en uitgescheiden. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Eenmalige toediening van Puregon aan ratten gaf geen effecten van toxicologische betekenis te zien. Ook in studies met herhaalde toediening aan ratten (twee weken) en honden (dertien weken) van doseringen tot 100 maal de maximale humane dosis, werden geen effecten van toxicologische betekenis waargenomen. Puregon vertoont geen mutagene werking in de Ames test en in de in vitro chromosoomaberratietest met humane lymfocyten. 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Puregon oplossing voor injectie bevat: sucrose natriumcitraat L-methionine polysorbaat 20 water voor injecties. De pH kan bijgesteld zijn met natriumhydroxide en/of zoutzuur. 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. 6.3
Houdbaarheid
3 jaar. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon(s) in de buitenverpakking bewaren. Voor het gemak van de patiënt, mag Puregon door de patiënt bij 25 °C of lager worden bewaard voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
0,5 ml oplossing in een 3 ml injectieflacon (Type I glas) met stop (chloorbutyl). Verpakkingen van 1, 5 of 10. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Niet gebruiken indien de oplossing deeltjes bevat of indien de oplossing niet helder is. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. 77
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland 8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/35 EU/1/96/008/36 EU/1/96/008/37 9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 3 mei 1996 Datum van laatste hernieuwing: 3 mei 2006 10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
78
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 150 IE/0,18 ml oplossing voor injectie 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een patroon bevat een netto dosering van in totaal 150 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) in 0,18 ml waterige oplossing. De oplossing voor injectie bevat het werkzaam bestanddeel follitropin beta, geproduceerd door een biotechnologisch gemodificeerde Chinese Hamster Ovarium (CHO) cellijn, in een concentratie van 833 IE/ml waterige oplossing. Dit komt overeen met 83,3 microgram eiwit (specifieke in vivo bioactiviteit gelijk aan ongeveer 10 000 IE FSH / mg eiwit). Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie. Een heldere en kleurloze oplossing. In patronen, voor gebruik in combinatie met een pen-injector. 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Bij de vrouw: Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen in de vrouw te behandelen in de volgende gevallen: • Anovulatie (ook ten gevolge van het Polycysteus Ovarium Syndroom, PCOS), indien behandeling met clomifeencitraat geen resultaat heeft gehad. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie, teneinde meervoudige follikelrijping te bewerkstelligen bij kunstmatige voortplantingstechnieken [bijvoorbeeld in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT) en intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Bij de man: • Deficiënte spermatogenese veroorzaakt door hypogonadotroop hypogonadisme. 4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling met Puregon dient te worden gestart onder supervisie van een arts die ervaren is in de behandeling van fertiliteitsproblemen. Dosering Dosering voor de vrouw Zowel inter- als intra-individueel komen grote verschillen voor in de reactie van het ovarium op exogene gonadotrofines. Dit maakt het onmogelijk een eensluidend doseringsschema aan te bevelen. De dosering moet derhalve individueel worden aangepast, al naar gelang de reactie van het ovarium. Dit vereist echoscopie en controle van oestradiolplasmaspiegels. Bij gebruik van de pen-injector dient men zich bewust te zijn van het feit dat de pen een nauwkeurig instrument is dat precies de ingestelde dosis afgeeft. Er is aangetoond dat met de pen ongeveer 18 procent meer FSH wordt toegediend dan met een conventionele injectiespuit. Dit kan van belang zijn wanneer er binnen een cyclus gewisseld wordt tussen de pen-injector en een conventionele 79
injectiespuit. Een dosisaanpassing kan met name nodig zijn als wordt overgegaan van een injectiespuit naar de pen om te voorkomen dat een te hoge dosis wordt toegediend. Op basis van de resultaten van vergelijkende klinische studies wordt aanbevolen om een lagere dosis Puregon te geven dan algemeen gebruikelijk is voor urinair FSH, niet alleen met het oog op een optimale follikelontwikkeling maar ook vanwege een zo klein mogelijk risico op ongewenste ovariële hyperstimulatie. Klinische ervaring met Puregon is voor beide indicaties gebaseerd op ten hoogste drie behandelingscycli. Praktijkervaring met IVF laat zien dat het behandelingssucces gelijk blijft gedurende de eerste vier pogingen en daarna geleidelijk afneemt. • Anovulatie In het algemeen wordt een sequentieel behandelingsschema aanbevolen beginnend met de dagelijkse toediening van 50 IE Puregon. Deze dosis wordt gedurende tenminste 7 dagen gehandhaafd. Indien er geen ovariële respons optreedt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de oestradiolplasmaconcentratie een farmacodynamische respons aangeven. Een toename in oestradiolspiegels van 40-100% per dag wordt optimaal geacht. De effectieve dagdosis wordt dan verder aangehouden totdat pre-ovulatoire omstandigheden worden bereikt. Pre-ovulatoire omstandigheden zijn bereikt indien met behulp van echoscopie een dominante follikel van minstens 18 mm in diameter wordt gezien en/of oestradiolplasmaspiegels van 300-900 picogram/ml (1000-3000 pmol/l) worden bereikt. Meestal is een behandelperiode van 7-14 dagen voldoende om dit te bereiken. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt, waarna ovulatie kan worden opgewekt door toediening van een dosis humaan choriongonadotrofine (hCG). Indien het aantal reagerende follikels te groot is of de oestradiolspiegels te snel stijgen, dat wil zeggen indien de dagelijkse toename gedurende 2 of 3 dagen meer dan 100% bedraagt, moet de dagelijkse dosis worden verlaagd. Omdat follikels met een diameter groter dan 14 mm in principe tot zwangerschap kunnen leiden bestaat bij multipele pre-ovulatoire follikels groter dan 14 mm de kans op meerlingzwangerschappen. In dat geval dient geen hCG te worden gegeven en moet bevruchting worden vermeden, teneinde een meervoudige zwangerschap te voorkomen. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie bij medisch geassisteerde voortplantingstechnieken Er worden verschillende protocollen toegepast. Een aanvangsdosis van 100 tot 225 IE wordt aanbevolen voor tenminste de eerste vier dagen. Daarna kan de dosis per individu worden aangepast al naar gelang de reactie van het ovarium. In klinische studies is aangetoond dat onderhoudsdoseringen variërend van 75 tot 375 IE gedurende 6 tot 12 dagen in het algemeen voldoende zijn alhoewel een meer langdurige behandeling noodzakelijk kan zijn. Puregon kan alleen worden gegeven of, ter voorkoming van een premature LH-piek, in combinatie met een GnRH-agonist of antagonist. Bij gebruik van een GnRH-agonist, kan in totaal een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het opwekken van een adequate follikelreactie. De ovariële respons wordt gevolgd met behulp van echoscopie en door bepaling van de oestradiolplasmaspiegels. Indien door middel van echoscopie de aanwezigheid van minstens drie follikels van 16-20 mm wordt vastgesteld en er een goede oestradiolrespons is (een plasmaspiegel van 300-400 picogram/ml (1000-1300 pmol/l) voor elke follikel groter dan 18 mm), kan de laatste fase in de follikelrijping worden geïnduceerd. Dit gebeurt door toediening van hCG. Ovumaspiratie vindt 34-35 uur later plaats. Dosering voor de man Puregon dient in een dosis van 450 IE/week gegeven te worden, bij voorkeur verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, tezamen met hCG. De behandeling dient ten minste 3 tot 4 maanden voortgezet te worden voordat enige verbetering in spermatogenese verwacht kan worden. Wanneer een patiënt na deze periode geen respons heeft vertoond, kan de combinatietherapie worden voortgezet; huidige klinische ervaring geeft aan dat er een behandeling van minstens 18 maanden of langer nodig kan zijn om spermatogenese te bewerkstelligen. Er is geen relevante indicatie voor het gebruik van Puregon bij kinderen. Wijze van toediening 80
Puregon oplossing voor injectie in patronen is ontwikkeld voor het gebruik met de Puregon Pen en dient subcutaan te worden toegediend. De injectieplaats dient te worden afgewisseld om lipo-atrofie te voorkomen. Gebruikmakend van de pen kan Puregon door de patiënt zelf of door de partner worden toegediend mits zij goed geïnstrueerd zijn door de arts. 4.3
Contra-indicaties
• • • • • • • •
Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Tumoren van het ovarium, de mammae, de uterus, de testis, de hypofyse of de hypothalamus. Vaginale bloeding, waarvan de oorzaak niet is vastgesteld. Primair ovariumfalen. Ovariumcysten of vergrote ovaria, niet gerelateerd aan het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS). Anatomische afwijkingen van de geslachtsorganen, waardoor zwangerschap onmogelijk is. Myomas in de uterus, waardoor zwangerschap niet mogelijk is. Primaire testiculaire insufficiëntie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
•
De aanwezigheid van onbehandelde niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bijvoorbeeld ziekten van de schildklier, bijnier of hypofyse) dient te worden uitgesloten. Bij zwangerschappen die ontstaan na ovulatie-inductie met gonadotrofinepreparaten bestaat een verhoogde kans op meerlingen. Meervoudige follikelrijping kan worden voorkomen door het doseringsschema op de juiste wijze aan te passen. Meerlingzwangerschappen, met name die met hoge aantallen, leiden tot een verhoogd risico op nadelige maternale en perinatale effecten. Voor aanvang van de behandeling dient op deze mogelijke risico’s te worden gewezen. De eerste injectie van Puregon dient te worden gegeven onder directe medische supervisie. Omdat onvruchtbare vrouwen, die worden behandeld in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, met name voor IVF, vaak afwijkingen aan de eileiders hebben, kunnen ectopische zwangerschappen vaker voorkomen. Het is daarom van belang om in een vroeg stadium door middel van echoscopie vast te stellen of de vrucht zich in de uterus bevindt. Bij behandeling in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken is het percentage miskramen hoger dan normaal. De incidentie van aangeboren afwijkingen na kunstmatige voortplantingstechnieken zou hoger kunnen zijn dan na spontane concepties. Hieraan kunnen verschillen in eigenschappen van de ouders (bijvoorbeeld leeftijd van de moeder of eigenschappen van het sperma) en een verhoogde kans op meerlingzwangerschappen ten grondslag liggen. Ongewenste ovariële hyperstimulatie: beoordeling van de follikelontwikkeling - door middel van echoscopie en de bepaling van oestradiolplasmaconcentraties - dient plaats te vinden voorafgaand aan de behandeling, en op regelmatige tijdstippen gedurende de behandeling. Behalve het feit dat er een groot aantal follikels tegelijkertijd tot ontwikkeling kunnen komen, kunnen de oestradiolspiegels een buitengewoon snelle stijging vertonen, bijvoorbeeld meer dan een dagelijkse verdubbeling gedurende 2 of 3 achtereenvolgende dagen, hetgeen kan leiden tot uitzonderlijk hoge waarden. De diagnose van ovariële hyperstimulatie kan eventueel bevestigd worden met behulp van echoscopie. Indien deze ongewenste ovariële hyperstimulatie (dus niet als onderdeel van de voorbereidende behandeling voor medisch geassisteerde voortplantingstechnieken) optreedt, dient de behandeling met Puregon onmiddellijk te worden gestaakt. In dat geval moet zwangerschap worden vermeden en mag beslist geen hCG worden toegediend, omdat de toediening van een gonadotrofine met LH-activiteit, behalve tot meervoudige ovulaties, kan leiden tot het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Klinische symptomen van de milde vorm van ovariële hyperstimulatie zijn gastro-intestinale problemen (pijn in de onderbuik, misselijkheid, diarree), en milde tot matige vergroting van ovaria en ovariumcysten. Voorbijgaande abnormale uitslagen in leverfunctietesten die duiden op verstoring van de leverfunctie en waarbij ook morfologische veranderingen in leverbiopten kunnen optreden, zijn gemeld in samenhang met het ovariële hyperstimulatiesyndroom. In
•
• •
• •
•
81
•
•
• • • 4.5
zeldzame gevallen treedt een ernstige vorm van het ovariële hyperstimulatiesyndroom op, hetgeen levensbedreigend kan zijn. Kenmerkend zijn grote ovariumcysten (die gemakkelijk kunnen ruptureren), ascites, vaak hydrothorax en gewichtstoename. Sporadisch kan veneuze of arteriële trombo-embolie optreden in samenhang met OHSS. Er zijn benigne en maligne neoplasmata van ovarium en andere voortplantingsorganen gerapporteerd bij vrouwen die meerdere infertiliteitsbehandelingen hebben ondergaan. Het is niet bewezen dat behandeling met gonadotrofines het normale risico op deze tumoren in onvruchtbare vrouwen beïnvloedt. Vrouwen met een algemeen erkende risicofactor voor trombose, zoals een eerder opgetreden trombose of een positieve familieanamnese, obesitas (Body Mass Index > 30 kg/m2) of trombofilie, kunnen gedurende of na behandeling met gonadotrofines een verhoogd risico hebben op veneuze of arteriële trombo-embolische processen. Bij deze vrouwen moeten de voordelen en de risico’s die aan een IVF behandeling verbonden zijn tegen elkaar worden afgewogen. Wel dient hierbij te worden opgemerkt dat zwangerschap op zichzelf ook een verhoogd risico op trombose geeft. Puregon kan sporen streptomycine en/of neomycine bevatten. Deze antibiotica kunnen hypersensitiviteitsreacties veroorzaken bij daarvoor gevoelige personen. Een verhoogde concentratie endogeen FSH in mannen wijst op primaire testiculaire insufficiëntie. Patiënten bij wie dit wordt geconstateerd, reageren niet op de combinatie Puregon/hCG. Voor het evalueren van het effect van de behandeling wordt bij mannen 4 tot 6 maanden na het begin van de behandeling semenanalyse aanbevolen. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van Puregon en clomifeencitraat kan de follikelreactie versterken. Bij een door een GnRH-agonist geïnduceerde suppressie van de hypofyse kan een hogere dosis Puregon nodig zijn om een adequate follikelreactie te bewerkstelligen. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Puregon is niet geïndiceerd voor gebruik gedurende zwangerschap. Bij klinisch gebruik van gonadotrofines bij gecontroleerde ovariële hyperstimulatie zijn geen teratogene risico’s gerapporteerd. In geval van blootstelling gedurende zwangerschap zijn er onvoldoende klinische gegevens om een teratogeen effect van recombinant FSH uit te sluiten hoewel er tot op heden geen malformatieve effecten zijn gerapporteerd. In dierstudies zijn geen teratogene effecten waargenomen. Puregon dient niet te worden gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Puregon heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 4.8
Bijwerkingen
Intramusculaire of subcutane toediening van Puregon, kan aanleiding geven tot lokale reacties op de injectieplaats: kneuzing, pijn, roodheid, zwelling en jeuk worden regelmatig gemeld (3% van alle behandelde patiënten). Deze lokale reacties zijn over het algemeen mild en van tijdelijke aard. Systemische overgevoeligheidsreacties zoals erytheem, urticaria, huiduitslag en pruritus zijn niet vaak waargenomen (0,1% van alle patiënten die behandeld zijn met Puregon). Behandeling van vrouwen: Bij ongeveer 4% van de vrouwen die in klinische studies met Puregon zijn behandeld, zijn aanwijzingen en symptomen van het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS) waargenomen (zie rubriek 4.4). Andere bijwerkingen gerelateerd aan dit syndroom zijn gerapporteerd in klinische 82
studies, waaronder pijn en/of congestie in het bekkengebied, pijn in de buik en/of een opgezette buik, borstklachten (gevoeligheid, pijn en/of congestie), vergrote eierstokken en spontane miskraam. Al deze bijwerkingen zijn met een incidentie van ongeveer 1% (pijn in het bekkengebied en een opgezette buik) of minder gerapporteerd. Het risico op ectopische en meerlingzwangerschappen is iets verhoogd. Andere meer algemene bijwerkingen die zijn waargenomen zijn hoofdpijn en misselijkheid (bij maximaal 1% van de vrouwen die behandeld zijn met Puregon). Net als met andere gonadotrofines, is het optreden van trombo-embolie sporadisch in verband gebracht met Puregon/hCG therapie. Behandeling van mannen: Gynaecomastie en acne kunnen zo nu en dan optreden gedurende Puregon/hCG behandeling. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Bij één van de behandelde patiënten werd een epididymale cyste waargenomen. 4.9
Overdosering
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de acute toxiciteit bij de mens, maar de acute toxiciteit van Puregon en van urinaire gonadotrofinepreparaten in dierstudies is zeer laag. Een te hoge dosis FSH kan leiden tot hyperstimulatie van de ovaria (zie rubriek 4.4). 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: gonadotrofines, ATC-code: G03G A06. Puregon bevat recombinant FSH. Het werkzaam bestanddeel wordt geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie, gebruik makend van een Chinese hamster-ovariumcellijn waarin de genen voor de beide menselijke FSH-subeenheden tot expressie worden gebracht. De primaire aminozuurvolgorde is identiek aan die van natuurlijk humaan FSH. Er zijn kleine verschillen in de suikerzijketens vastgesteld. FSH is noodzakelijk voor normale follikelgroei en -rijping, en voor de gonadale steroïdproduktie. Bij de vrouw zijn de FSH-plasmaspiegels mede bepalend voor het tijdstip van aanvang en de duur van de follikelontwikkeling en daarmee voor het aantal follikels dat tot rijping komt, en voor het moment waarop follikels pre-ovulatoire kenmerken krijgen. Puregon kan derhalve worden gebruikt om de follikelrijping en de steroïdproduktie te stimuleren in bepaalde gevallen van een gestoorde functie van de gonaden. Voorts kan Puregon worden gebruikt bij kunstmatige voortplantingstechnieken om de gelijktijdige ontwikkeling van meerdere follikels te bewerkstelligen [bijvoorbeeld bij in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), bij “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT), en bij intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Een behandeling met Puregon wordt meestal gevolgd door toediening van een hCG-preparaat, teneinde de laatste fase in de follikelrijping, te weten hervatting van de meiose en vervolgens ovulatie, te induceren. Bij mannen met een tekort aan FSH dient Puregon gedurende minimaal 4 maanden gelijktijdig met hCG te worden toegediend om de spermatogenese te induceren. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na subcutane toediening van Puregon wordt een maximale FSH-concentratie binnen ongeveer 12 uur bereikt. Vanwege de vertraagde afgifte uit de injectieplaats en de relatief lange eliminatiehalfwaardetijd van ongeveer 40 uur (uiteenlopend van 12 tot 70 uur), blijven de FSHplasmaspiegels verhoogd gedurende 24 tot 48 uur. Als gevolg van de betrekkelijk lange eliminatiehalfwaardetijd zijn de plasmaconcentraties van FSH na herhaalde toediening van Puregon ongeveer 1,5 tot 2,5 keer hoger dan na eenmalige toediening. Deze toename draagt bij tot het bereiken van therapeutische FSH-plasmaspiegels. De absolute biobeschikbaarheid na subcutane toediening van Puregon bedraagt ongeveer 77%. 83
Recombinant FSH lijkt in biochemisch opzicht sterk op het endogene humane FSH en wordt op dezelfde wijze verdeeld, gemetaboliseerd en uitgescheiden. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Eenmalige toediening van Puregon aan ratten gaf geen effecten van toxicologische betekenis te zien. Ook in studies met herhaalde toediening aan ratten (twee weken) en honden (dertien weken) van doseringen tot 100 maal de maximale humane dosis, werden geen effecten van toxicologische betekenis waargenomen. Puregon vertoont geen mutagene werking in de Ames test en in de in vitro chromosoomaberratietest met humane lymfocyten. 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Puregon 150 IE/0,18 ml oplossing voor injectie bevat: sucrose natriumcitraat L-methionine polysorbaat 20 benzylalcohol water voor injecties. De pH kan bijgesteld zijn met natriumhydroxide en/of zoutzuur. 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. 6.3
Houdbaarheid
3 jaar. Als de patroon eenmaal is aangeprikt mag het product nog maximaal 28 dagen worden bewaard. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De patroon in de buitenverpakking bewaren. Voor het gemak van de patiënt, mag Puregon door de patiënt bij 25 °C of lager worden bewaard voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
0,18 ml oplossing in 1,5 ml patroon met grijs rubberen piston en aluminium krimp-capsule met rubberen inleg. Verpakking van 1 patroon en 3 naalden te gebruiken in combinatie met Puregon Pen. Patronen bevatten minimaal 225 IE FSH activiteit in 0,270 ml waterige oplossing, voldoende voor een netto dosering van in totaal 150 IE. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Niet gebruiken indien de oplossing deeltjes bevat of indien de oplossing niet helder is.
84
Puregon 150 IE/0,18 ml oplossing voor injectie is ontworpen voor gebruik in combinatie met de Puregon Pen. De instructies voor het gebruik van de pen dienen te worden opgevolgd. Eventueel aanwezige lucht dient uit de patroon te worden verwijderd alvorens te injecteren (zie de handleiding van de pen). Lege patronen mogen niet opnieuw gevuld worden. Aan de Puregon patronen mogen geen andere geneesmiddelen worden toegevoegd. Gooi naalden direct na gebruik weg. Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. 7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland 8.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/040 9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 3 mei 1996 Datum van laatste hernieuwing: 3 mei 2006 10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
85
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 300 IE/0,36 ml oplossing voor injectie 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een patroon bevat een netto dosering van in totaal 300 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) in 0,36 ml waterige oplossing. De oplossing voor injectie bevat het werkzaam bestanddeel follitropin beta, geproduceerd door een biotechnologisch gemodificeerde Chinese Hamster Ovarium (CHO) cellijn, in een concentratie van 833 IE/ml waterige oplossing. Dit komt overeen met 83,3 microgram eiwit (specifieke in vivo bioactiviteit gelijk aan ongeveer 10 000 IE FSH / mg eiwit). Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie. Een heldere en kleurloze oplossing. In patronen, voor gebruik in combinatie met een pen-injector. 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Bij de vrouw: Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen in de vrouw te behandelen in de volgende gevallen: • Anovulatie (ook ten gevolge van het Polycysteus Ovarium Syndroom, PCOS), indien behandeling met clomifeencitraat geen resultaat heeft gehad. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie, teneinde meervoudige follikelrijping te bewerkstelligen bij kunstmatige voortplantingstechnieken [bijvoorbeeld in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT) en intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Bij de man: • Deficiënte spermatogenese veroorzaakt door hypogonadotroop hypogonadisme. 4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling met Puregon dient te worden gestart onder supervisie van een arts die ervaren is in de behandeling van fertiliteitsproblemen. Dosering Dosering voor de vrouw Zowel inter- als intra-individueel komen grote verschillen voor in de reactie van het ovarium op exogene gonadotrofines. Dit maakt het onmogelijk een eensluidend doseringsschema aan te bevelen. De dosering moet derhalve individueel worden aangepast, al naar gelang de reactie van het ovarium. Dit vereist echoscopie en controle van oestradiolplasmaspiegels. Bij gebruik van de pen-injector dient men zich bewust te zijn van het feit dat de pen een nauwkeurig instrument is dat precies de ingestelde dosis afgeeft. Er is aangetoond dat met de pen ongeveer 18 procent meer FSH wordt toegediend dan met een conventionele injectiespuit. Dit kan van belang zijn wanneer er binnen een cyclus gewisseld wordt tussen de pen-injector en een conventionele 86
injectiespuit. Een dosisaanpassing kan met name nodig zijn als wordt overgegaan van een injectiespuit naar de pen om te voorkomen dat een te hoge dosis wordt toegediend. Op basis van de resultaten van vergelijkende klinische studies wordt aanbevolen om een lagere dosis Puregon te geven dan algemeen gebruikelijk is voor urinair FSH, niet alleen met het oog op een optimale follikelontwikkeling maar ook vanwege een zo klein mogelijk risico op ongewenste ovariële hyperstimulatie. Klinische ervaring met Puregon is voor beide indicaties gebaseerd op ten hoogste drie behandelingscycli. Praktijkervaring met IVF laat zien dat het behandelingssucces gelijk blijft gedurende de eerste vier pogingen en daarna geleidelijk afneemt. • Anovulatie In het algemeen wordt een sequentieel behandelingsschema aanbevolen beginnend met de dagelijkse toediening van 50 IE Puregon. Deze dosis wordt gedurende tenminste 7 dagen gehandhaafd. Indien er geen ovariële respons optreedt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de oestradiolplasmaconcentratie een farmacodynamische respons aangeven. Een toename in oestradiolspiegels van 40-100% per dag wordt optimaal geacht. De effectieve dagdosis wordt dan verder aangehouden totdat pre-ovulatoire omstandigheden worden bereikt. Pre-ovulatoire omstandigheden zijn bereikt indien met behulp van echoscopie een dominante follikel van minstens 18 mm in diameter wordt gezien en/of oestradiolplasmaspiegels van 300-900 picogram/ml (1000-3000 pmol/l) worden bereikt. Meestal is een behandelperiode van 7-14 dagen voldoende om dit te bereiken. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt, waarna ovulatie kan worden opgewekt door toediening van een dosis humaan choriongonadotrofine (hCG). Indien het aantal reagerende follikels te groot is of de oestradiolspiegels te snel stijgen, dat wil zeggen indien de dagelijkse toename gedurende 2 of 3 dagen meer dan 100% bedraagt, moet de dagelijkse dosis worden verlaagd. Omdat follikels met een diameter groter dan 14 mm in principe tot zwangerschap kunnen leiden bestaat bij multipele pre-ovulatoire follikels groter dan 14 mm de kans op meerlingzwangerschappen. In dat geval dient geen hCG te worden gegeven en moet bevruchting worden vermeden, teneinde een meervoudige zwangerschap te voorkomen. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie bij medisch geassisteerde voortplantingstechnieken Er worden verschillende protocollen toegepast. Een aanvangsdosis van 100 tot 225 IE wordt aanbevolen voor tenminste de eerste vier dagen. Daarna kan de dosis per individu worden aangepast al naar gelang de reactie van het ovarium. In klinische studies is aangetoond dat onderhoudsdoseringen variërend van 75 tot 375 IE gedurende 6 tot 12 dagen in het algemeen voldoende zijn alhoewel een meer langdurige behandeling noodzakelijk kan zijn. Puregon kan alleen worden gegeven of, ter voorkoming van een premature LH-piek, in combinatie met een GnRH-agonist of antagonist. Bij gebruik van een GnRH-agonist, kan in totaal een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het opwekken van een adequate follikelreactie. De ovariële respons wordt gevolgd met behulp van echoscopie en door bepaling van de oestradiolplasmaspiegels. Indien door middel van echoscopie de aanwezigheid van minstens drie follikels van 16-20 mm wordt vastgesteld en er een goede oestradiolrespons is (een plasmaspiegel van 300-400 picogram/ml (1000-1300 pmol/l) voor elke follikel groter dan 18 mm), kan de laatste fase in de follikelrijping worden geïnduceerd. Dit gebeurt door toediening van hCG. Ovumaspiratie vindt 34-35 uur later plaats. Dosering voor de man Puregon dient in een dosis van 450 IE/week gegeven te worden, bij voorkeur verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, tezamen met hCG. De behandeling dient ten minste 3 tot 4 maanden voortgezet te worden voordat enige verbetering in spermatogenese verwacht kan worden. Wanneer een patiënt na deze periode geen respons heeft vertoond, kan de combinatietherapie worden voortgezet; huidige klinische ervaring geeft aan dat er een behandeling van minstens 18 maanden of langer nodig kan zijn om spermatogenese te bewerkstelligen. Er is geen relevante indicatie voor het gebruik van Puregon bij kinderen. Wijze van toediening 87
Puregon oplossing voor injectie in patronen is ontwikkeld voor het gebruik met de Puregon Pen en dient subcutaan te worden toegediend. De injectieplaats dient te worden afgewisseld om lipo-atrofie te voorkomen. Gebruikmakend van de pen kan Puregon door de patiënt zelf of door de partner worden toegediend mits zij goed geïnstrueerd zijn door de arts. 4.3
Contra-indicaties
• • • • • • • •
Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Tumoren van het ovarium, de mammae, de uterus, de testis, de hypofyse of de hypothalamus. Vaginale bloeding, waarvan de oorzaak niet is vastgesteld. Primair ovariumfalen. Ovariumcysten of vergrote ovaria, niet gerelateerd aan het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS). Anatomische afwijkingen van de geslachtsorganen, waardoor zwangerschap onmogelijk is. Myomas in de uterus, waardoor zwangerschap niet mogelijk is. Primaire testiculaire insufficiëntie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
•
De aanwezigheid van onbehandelde niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bijvoorbeeld ziekten van de schildklier, bijnier of hypofyse) dient te worden uitgesloten. Bij zwangerschappen die ontstaan na ovulatie-inductie met gonadotrofinepreparaten bestaat een verhoogde kans op meerlingen. Meervoudige follikelrijping kan worden voorkomen door het doseringsschema op de juiste wijze aan te passen. Meerlingzwangerschappen, met name die met hoge aantallen, leiden tot een verhoogd risico op nadelige maternale en perinatale effecten. Voor aanvang van de behandeling dient op deze mogelijke risico’s te worden gewezen. De eerste injectie van Puregon dient te worden gegeven onder directe medische supervisie. Omdat onvruchtbare vrouwen, die worden behandeld in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, met name voor IVF, vaak afwijkingen aan de eileiders hebben, kunnen ectopische zwangerschappen vaker voorkomen. Het is daarom van belang om in een vroeg stadium door middel van echoscopie vast te stellen of de vrucht zich in de uterus bevindt. Bij behandeling in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken is het percentage miskramen hoger dan normaal. De incidentie van aangeboren afwijkingen na kunstmatige voortplantingstechnieken zou hoger kunnen zijn dan na spontane concepties. Hieraan kunnen verschillen in eigenschappen van de ouders (bijvoorbeeld leeftijd van de moeder of eigenschappen van het sperma) en een verhoogde kans op meerlingzwangerschappen ten grondslag liggen. Ongewenste ovariële hyperstimulatie: beoordeling van de follikelontwikkeling - door middel van echoscopie en de bepaling van oestradiolplasmaconcentraties - dient plaats te vinden voorafgaand aan de behandeling, en op regelmatige tijdstippen gedurende de behandeling. Behalve het feit dat er een groot aantal follikels tegelijkertijd tot ontwikkeling kunnen komen, kunnen de oestradiolspiegels een buitengewoon snelle stijging vertonen, bijvoorbeeld meer dan een dagelijkse verdubbeling gedurende 2 of 3 achtereenvolgende dagen, hetgeen kan leiden tot uitzonderlijk hoge waarden. De diagnose van ovariële hyperstimulatie kan eventueel bevestigd worden met behulp van echoscopie. Indien deze ongewenste ovariële hyperstimulatie (dus niet als onderdeel van de voorbereidende behandeling voor medisch geassisteerde voortplantingstechnieken) optreedt, dient de behandeling met Puregon onmiddellijk te worden gestaakt. In dat geval moet zwangerschap worden vermeden en mag beslist geen hCG worden toegediend, omdat de toediening van een gonadotrofine met LH-activiteit, behalve tot meervoudige ovulaties, kan leiden tot het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Klinische symptomen van de milde vorm van ovariële hyperstimulatie zijn gastro-intestinale problemen (pijn in de onderbuik, misselijkheid, diarree), en milde tot matige vergroting van ovaria en ovariumcysten. Voorbijgaande abnormale uitslagen in leverfunctietesten die duiden op verstoring van de leverfunctie en waarbij ook morfologische veranderingen in leverbiopten kunnen optreden, zijn gemeld in samenhang met het ovariële hyperstimulatiesyndroom. In
•
• •
• •
•
88
•
•
• • • 4.5
zeldzame gevallen treedt een ernstige vorm van het ovariële hyperstimulatiesyndroom op, hetgeen levensbedreigend kan zijn. Kenmerkend zijn grote ovariumcysten (die gemakkelijk kunnen ruptureren), ascites, vaak hydrothorax en gewichtstoename. Sporadisch kan veneuze of arteriële trombo-embolie optreden in samenhang met OHSS. Er zijn benigne en maligne neoplasmata van ovarium en andere voortplantingsorganen gerapporteerd bij vrouwen die meerdere infertiliteitsbehandelingen hebben ondergaan. Het is niet bewezen dat behandeling met gonadotrofines het normale risico op deze tumoren in onvruchtbare vrouwen beïnvloedt. Vrouwen met een algemeen erkende risicofactor voor trombose, zoals een eerder opgetreden trombose of een positieve familieanamnese, obesitas (Body Mass Index > 30 kg/m2) of trombofilie, kunnen gedurende of na behandeling met gonadotrofines een verhoogd risico hebben op veneuze of arteriële trombo-embolische processen. Bij deze vrouwen moeten de voordelen en de risico’s die aan een IVF behandeling verbonden zijn tegen elkaar worden afgewogen. Wel dient hierbij te worden opgemerkt dat zwangerschap op zichzelf ook een verhoogd risico op trombose geeft. Puregon kan sporen streptomycine en/of neomycine bevatten. Deze antibiotica kunnen hypersensitiviteitsreacties veroorzaken bij daarvoor gevoelige personen. Een verhoogde concentratie endogeen FSH in mannen wijst op primaire testiculaire insufficiëntie. Patiënten bij wie dit wordt geconstateerd, reageren niet op de combinatie Puregon/hCG. Voor het evalueren van het effect van de behandeling wordt bij mannen 4 tot 6 maanden na het begin van de behandeling semenanalyse aanbevolen. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van Puregon en clomifeencitraat kan de follikelreactie versterken. Bij een door een GnRH-agonist geïnduceerde suppressie van de hypofyse kan een hogere dosis Puregon nodig zijn om een adequate follikelreactie te bewerkstelligen. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Puregon is niet geïndiceerd voor gebruik gedurende zwangerschap. Bij klinisch gebruik van gonadotrofines bij gecontroleerde ovariële hyperstimulatie zijn geen teratogene risico’s gerapporteerd. In geval van blootstelling gedurende zwangerschap zijn er onvoldoende klinische gegevens om een teratogeen effect van recombinant FSH uit te sluiten hoewel er tot op heden geen malformatieve effecten zijn gerapporteerd. In dierstudies zijn geen teratogene effecten waargenomen. Puregon dient niet te worden gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Puregon heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 4.8
Bijwerkingen
Intramusculaire of subcutane toediening van Puregon, kan aanleiding geven tot lokale reacties op de injectieplaats: kneuzing, pijn, roodheid, zwelling en jeuk worden regelmatig gemeld (3% van alle behandelde patiënten). Deze lokale reacties zijn over het algemeen mild en van tijdelijke aard. Systemische overgevoeligheidsreacties zoals erytheem, urticaria, huiduitslag en pruritus zijn niet vaak waargenomen (0,1% van alle patiënten die behandeld zijn met Puregon). Behandeling van vrouwen: Bij ongeveer 4% van de vrouwen die in klinische studies met Puregon zijn behandeld, zijn aanwijzingen en symptomen van het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS) waargenomen (zie rubriek 4.4). Andere bijwerkingen gerelateerd aan dit syndroom zijn gerapporteerd in klinische studies, waaronder pijn en/of congestie in het bekkengebied, pijn in de buik en/of een opgezette buik, 89
borstklachten (gevoeligheid, pijn en/of congestie), vergrote eierstokken en spontane miskraam. Al deze bijwerkingen zijn met een incidentie van ongeveer 1% (pijn in het bekkengebied en een opgezette buik) of minder gerapporteerd. Het risico op ectopische en meerlingzwangerschappen is iets verhoogd. Andere meer algemene bijwerkingen die zijn waargenomen zijn hoofdpijn en misselijkheid (bij maximaal 1% van de vrouwen die behandeld zijn met Puregon). Net als met andere gonadotrofines, is het optreden van trombo-embolie sporadisch in verband gebracht met Puregon/hCG therapie. Behandeling van mannen: Gynaecomastie en acne kunnen zo nu en dan optreden gedurende Puregon/hCG behandeling. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Bij één van de behandelde patiënten werd een epididymale cyste waargenomen. 4.9
Overdosering
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de acute toxiciteit bij de mens, maar de acute toxiciteit van Puregon en van urinaire gonadotrofinepreparaten in dierstudies is zeer laag. Een te hoge dosis FSH kan leiden tot hyperstimulatie van de ovaria (zie rubriek 4.4). 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: gonadotrofines, ATC-code: G03G A06. Puregon bevat recombinant FSH. Het werkzaam bestanddeel wordt geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie, gebruik makend van een Chinese hamster-ovariumcellijn waarin de genen voor de beide menselijke FSH-subeenheden tot expressie worden gebracht. De primaire aminozuurvolgorde is identiek aan die van natuurlijk humaan FSH. Er zijn kleine verschillen in de suikerzijketens vastgesteld. FSH is noodzakelijk voor normale follikelgroei en -rijping, en voor de gonadale steroïdproduktie. Bij de vrouw zijn de FSH-plasmaspiegels mede bepalend voor het tijdstip van aanvang en de duur van de follikelontwikkeling en daarmee voor het aantal follikels dat tot rijping komt, en voor het moment waarop follikels pre-ovulatoire kenmerken krijgen. Puregon kan derhalve worden gebruikt om de follikelrijping en de steroïdproduktie te stimuleren in bepaalde gevallen van een gestoorde functie van de gonaden. Voorts kan Puregon worden gebruikt bij kunstmatige voortplantingstechnieken om de gelijktijdige ontwikkeling van meerdere follikels te bewerkstelligen [bijvoorbeeld bij in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), bij “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT), en bij intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Een behandeling met Puregon wordt meestal gevolgd door toediening van een hCG-preparaat, teneinde de laatste fase in de follikelrijping, te weten hervatting van de meiose en vervolgens ovulatie, te induceren. Bij mannen met een tekort aan FSH dient Puregon gedurende minimaal 4 maanden gelijktijdig met hCG te worden toegediend om de spermatogenese te induceren. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na subcutane toediening van Puregon wordt een maximale FSH-concentratie binnen ongeveer 12 uur bereikt. Vanwege de vertraagde afgifte uit de injectieplaats en de relatief lange eliminatiehalfwaardetijd van ongeveer 40 uur (uiteenlopend van 12 tot 70 uur), blijven de FSHplasmaspiegels verhoogd gedurende 24 tot 48 uur. Als gevolg van de betrekkelijk lange eliminatiehalfwaardetijd zijn de plasmaconcentraties van FSH na herhaalde toediening van Puregon ongeveer 1,5 tot 2,5 keer hoger dan na eenmalige toediening. Deze toename draagt bij tot het bereiken van therapeutische FSH-plasmaspiegels.
90
De absolute biobeschikbaarheid na subcutane toediening van Puregon bedraagt ongeveer 77%. Recombinant FSH lijkt in biochemisch opzicht sterk op het endogene humane FSH en wordt op dezelfde wijze verdeeld, gemetaboliseerd en uitgescheiden. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Eenmalige toediening van Puregon aan ratten gaf geen effecten van toxicologische betekenis te zien. Ook in studies met herhaalde toediening aan ratten (twee weken) en honden (dertien weken) van doseringen tot 100 maal de maximale humane dosis, werden geen effecten van toxicologische betekenis waargenomen. Puregon vertoont geen mutagene werking in de Ames test en in de in vitro chromosoomaberratietest met humane lymfocyten. 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Puregon 300 IE/0,36 ml oplossing voor injectie bevat: sucrose natriumcitraat L-methionine polysorbaat 20 benzylalcohol water voor injecties. De pH kan bijgesteld zijn met natriumhydroxide en/of zoutzuur. 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. 6.3
Houdbaarheid
3 jaar. Als de patroon eenmaal is aangeprikt mag het product nog maximaal 28 dagen worden bewaard. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De patroon in de buitenverpakking bewaren. Voor het gemak van de patiënt, mag Puregon door de patiënt bij 25 °C of lager worden bewaard voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
0,36 ml oplossing in 1,5 ml patroon met grijs rubberen piston en aluminium krimp-capsule met rubberen inleg. Verpakking van 1 patroon en 6 naalden te gebruiken in combinatie met Puregon Pen. Patronen bevatten minimaal 400 IE FSH activiteit in 0,480 ml waterige oplossing, voldoende voor een netto dosering van in totaal 300 IE. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Niet gebruiken indien de oplossing deeltjes bevat of indien de oplossing niet helder is. 91
Puregon 300 IE/0,36 ml oplossing voor injectie is ontworpen voor gebruik in combinatie met de Puregon Pen. De instructies voor het gebruik van de pen dienen te worden opgevolgd. Eventueel aanwezige lucht dient uit de patroon te worden verwijderd alvorens te injecteren (zie de handleiding van de pen). Lege patronen mogen niet opnieuw gevuld worden. Aan de Puregon patronen mogen geen andere geneesmiddelen worden toegevoegd. Gooi naalden direct na gebruik weg. Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. 7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland 8.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/038 9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 3 mei 1996 Datum van laatste hernieuwing: 3 mei 2006 10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
92
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 600 IE/0,72 ml oplossing voor injectie 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een patroon bevat een netto dosering van in totaal 600 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) in 0,72 ml waterige oplossing. De oplossing voor injectie bevat het werkzaam bestanddeel follitropin beta, geproduceerd door een biotechnologisch gemodificeerde Chinese Hamster Ovarium (CHO) cellijn, in een concentratie van 833 IE/ml waterige oplossing. Dit komt overeen met 83,3 microgram eiwit (specifieke in vivo bioactiviteit gelijk aan ongeveer 10 000 IE FSH / mg eiwit). Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie. Een heldere en kleurloze oplossing. In patronen, voor gebruik in combinatie met een pen-injector. 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Bij de vrouw: Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen in de vrouw te behandelen in de volgende gevallen: • Anovulatie (ook ten gevolge van het Polycysteus Ovarium Syndroom, PCOS), indien behandeling met clomifeencitraat geen resultaat heeft gehad. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie, teneinde meervoudige follikelrijping te bewerkstelligen bij kunstmatige voortplantingstechnieken [bijvoorbeeld in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT) en intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Bij de man: • Deficiënte spermatogenese veroorzaakt door hypogonadotroop hypogonadisme. 4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling met Puregon dient te worden gestart onder supervisie van een arts die ervaren is in de behandeling van fertiliteitsproblemen. Dosering Dosering voor de vrouw Zowel inter- als intra-individueel komen grote verschillen voor in de reactie van het ovarium op exogene gonadotrofines. Dit maakt het onmogelijk een eensluidend doseringsschema aan te bevelen. De dosering moet derhalve individueel worden aangepast, al naar gelang de reactie van het ovarium. Dit vereist echoscopie en controle van oestradiolplasmaspiegels. Bij gebruik van de pen-injector dient men zich bewust te zijn van het feit dat de pen een nauwkeurig instrument is dat precies de ingestelde dosis afgeeft. Er is aangetoond dat met de pen ongeveer 18 procent meer FSH wordt toegediend dan met een conventionele injectiespuit. Dit kan van belang zijn wanneer er binnen een cyclus gewisseld wordt tussen de pen-injector en een conventionele 93
injectiespuit. Een dosisaanpassing kan met name nodig zijn als wordt overgegaan van een injectiespuit naar de pen om te voorkomen dat een te hoge dosis wordt toegediend. Op basis van de resultaten van vergelijkende klinische studies wordt aanbevolen om een lagere dosis Puregon te geven dan algemeen gebruikelijk is voor urinair FSH, niet alleen met het oog op een optimale follikelontwikkeling maar ook vanwege een zo klein mogelijk risico op ongewenste ovariële hyperstimulatie. Klinische ervaring met Puregon is voor beide indicaties gebaseerd op ten hoogste drie behandelingscycli. Praktijkervaring met IVF laat zien dat het behandelingssucces gelijk blijft gedurende de eerste vier pogingen en daarna geleidelijk afneemt. • Anovulatie In het algemeen wordt een sequentieel behandelingsschema aanbevolen beginnend met de dagelijkse toediening van 50 IE Puregon. Deze dosis wordt gedurende tenminste 7 dagen gehandhaafd. Indien er geen ovariële respons optreedt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de oestradiolplasmaconcentratie een farmacodynamische respons aangeven. Een toename in oestradiolspiegels van 40-100% per dag wordt optimaal geacht. De effectieve dagdosis wordt dan verder aangehouden totdat pre-ovulatoire omstandigheden worden bereikt. Pre-ovulatoire omstandigheden zijn bereikt indien met behulp van echoscopie een dominante follikel van minstens 18 mm in diameter wordt gezien en/of oestradiolplasmaspiegels van 300-900 picogram/ml (1000-3000 pmol/l) worden bereikt. Meestal is een behandelperiode van 7-14 dagen voldoende om dit te bereiken. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt, waarna ovulatie kan worden opgewekt door toediening van een dosis humaan choriongonadotrofine (hCG). Indien het aantal reagerende follikels te groot is of de oestradiolspiegels te snel stijgen, dat wil zeggen indien de dagelijkse toename gedurende 2 of 3 dagen meer dan 100% bedraagt, moet de dagelijkse dosis worden verlaagd. Omdat follikels met een diameter groter dan 14 mm in principe tot zwangerschap kunnen leiden bestaat bij multipele pre-ovulatoire follikels groter dan 14 mm de kans op meerlingzwangerschappen. In dat geval dient geen hCG te worden gegeven en moet bevruchting worden vermeden, teneinde een meervoudige zwangerschap te voorkomen. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie bij medisch geassisteerde voortplantingstechnieken Er worden verschillende protocollen toegepast. Een aanvangsdosis van 100 tot 225 IE wordt aanbevolen voor tenminste de eerste vier dagen. Daarna kan de dosis per individu worden aangepast al naar gelang de reactie van het ovarium. In klinische studies is aangetoond dat onderhoudsdoseringen variërend van 75 tot 375 IE gedurende 6 tot 12 dagen in het algemeen voldoende zijn alhoewel een meer langdurige behandeling noodzakelijk kan zijn. Puregon kan alleen worden gegeven of, ter voorkoming van een premature LH-piek, in combinatie met een GnRH-agonist of antagonist. Bij gebruik van een GnRH-agonist, kan in totaal een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het opwekken van een adequate follikelreactie. De ovariële respons wordt gevolgd met behulp van echoscopie en door bepaling van de oestradiolplasmaspiegels. Indien door middel van echoscopie de aanwezigheid van minstens drie follikels van 16-20 mm wordt vastgesteld en er een goede oestradiolrespons is (een plasmaspiegel van 300-400 picogram/ml (1000-1300 pmol/l) voor elke follikel groter dan 18 mm), kan de laatste fase in de follikelrijping worden geïnduceerd. Dit gebeurt door toediening van hCG. Ovumaspiratie vindt 34-35 uur later plaats. Dosering voor de man Puregon dient in een dosis van 450 IE/week gegeven te worden, bij voorkeur verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, tezamen met hCG. De behandeling dient ten minste 3 tot 4 maanden voortgezet te worden voordat enige verbetering in spermatogenese verwacht kan worden. Wanneer een patiënt na deze periode geen respons heeft vertoond, kan de combinatietherapie worden voortgezet; huidige klinische ervaring geeft aan dat er een behandeling van minstens 18 maanden of langer nodig kan zijn om spermatogenese te bewerkstelligen. Er is geen relevante indicatie voor het gebruik van Puregon bij kinderen. Wijze van toediening 94
Puregon oplossing voor injectie in patronen is ontwikkeld voor het gebruik met de Puregon Pen en dient subcutaan te worden toegediend. De injectieplaats dient te worden afgewisseld om lipo-atrofie te voorkomen. Gebruikmakend van de pen kan Puregon door de patiënt zelf of door de partner worden toegediend mits zij goed geïnstrueerd zijn door de arts. 4.3
Contra-indicaties
• • • • • • • •
Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Tumoren van het ovarium, de mammae, de uterus, de testis, de hypofyse of de hypothalamus. Vaginale bloeding, waarvan de oorzaak niet is vastgesteld. Primair ovariumfalen. Ovariumcysten of vergrote ovaria, niet gerelateerd aan het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS). Anatomische afwijkingen van de geslachtsorganen, waardoor zwangerschap onmogelijk is. Myomas in de uterus, waardoor zwangerschap niet mogelijk is. Primaire testiculaire insufficiëntie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
•
De aanwezigheid van onbehandelde niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bijvoorbeeld ziekten van de schildklier, bijnier of hypofyse) dient te worden uitgesloten. Bij zwangerschappen die ontstaan na ovulatie-inductie met gonadotrofinepreparaten bestaat een verhoogde kans op meerlingen. Meervoudige follikelrijping kan worden voorkomen door het doseringsschema op de juiste wijze aan te passen. Meerlingzwangerschappen, met name die met hoge aantallen, leiden tot een verhoogd risico op nadelige maternale en perinatale effecten. Voor aanvang van de behandeling dient op deze mogelijke risico’s te worden gewezen. De eerste injectie van Puregon dient te worden gegeven onder directe medische supervisie. Omdat onvruchtbare vrouwen, die worden behandeld in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, met name voor IVF, vaak afwijkingen aan de eileiders hebben, kunnen ectopische zwangerschappen vaker voorkomen. Het is daarom van belang om in een vroeg stadium door middel van echoscopie vast te stellen of de vrucht zich in de uterus bevindt. Bij behandeling in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken is het percentage miskramen hoger dan normaal. De incidentie van aangeboren afwijkingen na kunstmatige voortplantingstechnieken zou hoger kunnen zijn dan na spontane concepties. Hieraan kunnen verschillen in eigenschappen van de ouders (bijvoorbeeld leeftijd van de moeder of eigenschappen van het sperma) en een verhoogde kans op meerlingzwangerschappen ten grondslag liggen. Ongewenste ovariële hyperstimulatie: beoordeling van de follikelontwikkeling - door middel van echoscopie en de bepaling van oestradiolplasmaconcentraties - dient plaats te vinden voorafgaand aan de behandeling, en op regelmatige tijdstippen gedurende de behandeling. Behalve het feit dat er een groot aantal follikels tegelijkertijd tot ontwikkeling kunnen komen, kunnen de oestradiolspiegels een buitengewoon snelle stijging vertonen, bijvoorbeeld meer dan een dagelijkse verdubbeling gedurende 2 of 3 achtereenvolgende dagen, hetgeen kan leiden tot uitzonderlijk hoge waarden. De diagnose van ovariële hyperstimulatie kan eventueel bevestigd worden met behulp van echoscopie. Indien deze ongewenste ovariële hyperstimulatie (dus niet als onderdeel van de voorbereidende behandeling voor medisch geassisteerde voortplantingstechnieken) optreedt, dient de behandeling met Puregon onmiddellijk te worden gestaakt. In dat geval moet zwangerschap worden vermeden en mag beslist geen hCG worden toegediend, omdat de toediening van een gonadotrofine met LH-activiteit, behalve tot meervoudige ovulaties, kan leiden tot het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Klinische symptomen van de milde vorm van ovariële hyperstimulatie zijn gastro-intestinale problemen (pijn in de onderbuik, misselijkheid, diarree), en milde tot matige vergroting van ovaria en ovariumcysten. Voorbijgaande abnormale uitslagen in leverfunctietesten die duiden op verstoring van de leverfunctie en waarbij ook morfologische veranderingen in leverbiopten kunnen optreden, zijn gemeld in samenhang met het ovariële hyperstimulatiesyndroom. In
•
• •
• •
•
95
•
•
• • • 4.5
zeldzame gevallen treedt een ernstige vorm van het ovariële hyperstimulatiesyndroom op, hetgeen levensbedreigend kan zijn. Kenmerkend zijn grote ovariumcysten (die gemakkelijk kunnen ruptureren), ascites, vaak hydrothorax en gewichtstoename. Sporadisch kan veneuze of arteriële trombo-embolie optreden in samenhang met OHSS. Er zijn benigne en maligne neoplasmata van ovarium en andere voortplantingsorganen gerapporteerd bij vrouwen die meerdere infertiliteitsbehandelingen hebben ondergaan. Het is niet bewezen dat behandeling met gonadotrofines het normale risico op deze tumoren in onvruchtbare vrouwen beïnvloedt. Vrouwen met een algemeen erkende risicofactor voor trombose, zoals een eerder opgetreden trombose of een positieve familieanamnese, obesitas (Body Mass Index > 30 kg/m2) of trombofilie, kunnen gedurende of na behandeling met gonadotrofines een verhoogd risico hebben op veneuze of arteriële trombo-embolische processen. Bij deze vrouwen moeten de voordelen en de risico’s die aan een IVF behandeling verbonden zijn tegen elkaar worden afgewogen. Wel dient hierbij te worden opgemerkt dat zwangerschap op zichzelf ook een verhoogd risico op trombose geeft. Puregon kan sporen streptomycine en/of neomycine bevatten. Deze antibiotica kunnen hypersensitiviteitsreacties veroorzaken bij daarvoor gevoelige personen. Een verhoogde concentratie endogeen FSH in mannen wijst op primaire testiculaire insufficiëntie. Patiënten bij wie dit wordt geconstateerd, reageren niet op de combinatie Puregon/hCG. Voor het evalueren van het effect van de behandeling wordt bij mannen 4 tot 6 maanden na het begin van de behandeling semenanalyse aanbevolen. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van Puregon en clomifeencitraat kan de follikelreactie versterken. Bij een door een GnRH-agonist geïnduceerde suppressie van de hypofyse kan een hogere dosis Puregon nodig zijn om een adequate follikelreactie te bewerkstelligen. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Puregon is niet geïndiceerd voor gebruik gedurende zwangerschap. Bij klinisch gebruik van gonadotrofines bij gecontroleerde ovariële hyperstimulatie zijn geen teratogene risico’s gerapporteerd. In geval van blootstelling gedurende zwangerschap zijn er onvoldoende klinische gegevens om een teratogeen effect van recombinant FSH uit te sluiten hoewel er tot op heden geen malformatieve effecten zijn gerapporteerd. In dierstudies zijn geen teratogene effecten waargenomen. Puregon dient niet te worden gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Puregon heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 4.8
Bijwerkingen
Intramusculaire of subcutane toediening van Puregon, kan aanleiding geven tot lokale reacties op de injectieplaats: kneuzing, pijn, roodheid, zwelling en jeuk worden regelmatig gemeld (3% van alle behandelde patiënten). Deze lokale reacties zijn over het algemeen mild en van tijdelijke aard. Systemische overgevoeligheidsreacties zoals erytheem, urticaria, huiduitslag en pruritus zijn niet vaak waargenomen (0,1% van alle patiënten die behandeld zijn met Puregon). Behandeling van vrouwen: Bij ongeveer 4% van de vrouwen die in klinische studies met Puregon zijn behandeld, zijn aanwijzingen en symptomen van het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS) waargenomen (zie rubriek 4.4). Andere bijwerkingen gerelateerd aan dit syndroom zijn gerapporteerd in klinische studies, waaronder pijn en/of congestie in het bekkengebied, pijn in de buik en/of een opgezette buik, 96
borstklachten (gevoeligheid, pijn en/of congestie), vergrote eierstokken en spontane miskraam. Al deze bijwerkingen zijn met een incidentie van ongeveer 1% (pijn in het bekkengebied en een opgezette buik) of minder gerapporteerd. Het risico op ectopische en meerlingzwangerschappen is iets verhoogd. Andere meer algemene bijwerkingen die zijn waargenomen zijn hoofdpijn en misselijkheid (bij maximaal 1% van de vrouwen die behandeld zijn met Puregon). Net als met andere gonadotrofines, is het optreden van trombo-embolie sporadisch in verband gebracht met Puregon/hCG therapie. Behandeling van mannen: Gynaecomastie en acne kunnen zo nu en dan optreden gedurende Puregon/hCG behandeling. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Bij één van de behandelde patiënten werd een epididymale cyste waargenomen. 4.9
Overdosering
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de acute toxiciteit bij de mens, maar de acute toxiciteit van Puregon en van urinaire gonadotrofinepreparaten in dierstudies is zeer laag. Een te hoge dosis FSH kan leiden tot hyperstimulatie van de ovaria (zie rubriek 4.4). 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: gonadotrofines, ATC-code: G03G A06. Puregon bevat recombinant FSH. Het werkzaam bestanddeel wordt geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie, gebruik makend van een Chinese hamster-ovariumcellijn waarin de genen voor de beide menselijke FSH-subeenheden tot expressie worden gebracht. De primaire aminozuurvolgorde is identiek aan die van natuurlijk humaan FSH. Er zijn kleine verschillen in de suikerzijketens vastgesteld. FSH is noodzakelijk voor normale follikelgroei en -rijping, en voor de gonadale steroïdproduktie. Bij de vrouw zijn de FSH-plasmaspiegels mede bepalend voor het tijdstip van aanvang en de duur van de follikelontwikkeling en daarmee voor het aantal follikels dat tot rijping komt, en voor het moment waarop follikels pre-ovulatoire kenmerken krijgen. Puregon kan derhalve worden gebruikt om de follikelrijping en de steroïdproduktie te stimuleren in bepaalde gevallen van een gestoorde functie van de gonaden. Voorts kan Puregon worden gebruikt bij kunstmatige voortplantingstechnieken om de gelijktijdige ontwikkeling van meerdere follikels te bewerkstelligen [bijvoorbeeld bij in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), bij “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT), en bij intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Een behandeling met Puregon wordt meestal gevolgd door toediening van een hCG-preparaat, teneinde de laatste fase in de follikelrijping, te weten hervatting van de meiose en vervolgens ovulatie, te induceren. Bij mannen met een tekort aan FSH dient Puregon gedurende minimaal 4 maanden gelijktijdig met hCG te worden toegediend om de spermatogenese te induceren. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na subcutane toediening van Puregon wordt een maximale FSH-concentratie binnen ongeveer 12 uur bereikt. Vanwege de vertraagde afgifte uit de injectieplaats en de relatief lange eliminatiehalfwaardetijd van ongeveer 40 uur (uiteenlopend van 12 tot 70 uur), blijven de FSHplasmaspiegels verhoogd gedurende 24 tot 48 uur. Als gevolg van de betrekkelijk lange eliminatiehalfwaardetijd zijn de plasmaconcentraties van FSH na herhaalde toediening van Puregon ongeveer 1,5 tot 2,5 keer hoger dan na eenmalige toediening. Deze toename draagt bij tot het bereiken van therapeutische FSH-plasmaspiegels.
97
De absolute biobeschikbaarheid na subcutane toediening van Puregon bedraagt ongeveer 77%. Recombinant FSH lijkt in biochemisch opzicht sterk op het endogene humane FSH en wordt op dezelfde wijze verdeeld, gemetaboliseerd en uitgescheiden. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Eenmalige toediening van Puregon aan ratten gaf geen effecten van toxicologische betekenis te zien. Ook in studies met herhaalde toediening aan ratten (twee weken) en honden (dertien weken) van doseringen tot 100 maal de maximale humane dosis, werden geen effecten van toxicologische betekenis waargenomen. Puregon vertoont geen mutagene werking in de Ames test en in de in vitro chromosoomaberratietest met humane lymfocyten. 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Puregon 600 IE/0,72 ml oplossing voor injectie bevat: sucrose natriumcitraat L-methionine polysorbaat 20 benzylalcohol water voor injecties. De pH kan bijgesteld zijn met natriumhydroxide en/of zoutzuur. 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. 6.3
Houdbaarheid
3 jaar. Als de patroon eenmaal is aangeprikt mag het product nog maximaal 28 dagen worden bewaard. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De patroon in de buitenverpakking bewaren. Voor het gemak van de patiënt, mag Puregon door de patiënt bij 25 °C of lager worden bewaard voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
0,72 ml oplossing in 1,5 ml patroon met grijs rubberen piston en aluminium krimp-capsule met rubberen inleg. Verpakking van 1 patroon en 6 naalden te gebruiken in combinatie met Puregon Pen. Patronen bevatten minimaal 700 IE FSH activiteit in 0,840 ml waterige oplossing, voldoende voor een netto dosering van in totaal 600 IE. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Niet gebruiken indien de oplossing deeltjes bevat of indien de oplossing niet helder is. 98
Puregon 600 IE/0,72 ml oplossing voor injectie is ontworpen voor gebruik in combinatie met de Puregon Pen. De instructies voor het gebruik van de pen dienen te worden opgevolgd. Eventueel aanwezige lucht dient uit de patroon te worden verwijderd alvorens te injecteren (zie de handleiding van de pen). Lege patronen mogen niet opnieuw gevuld worden. Aan de Puregon patronen mogen geen andere geneesmiddelen worden toegevoegd. Gooi naalden direct na gebruik weg. Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. 7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland 8.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/039 9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 3 mei 1996 Datum van laatste hernieuwing: 3 mei 2006 10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
99
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 900 IE/1,08 ml oplossing voor injectie 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een patroon bevat een netto dosering van in totaal 900 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) in 1,08 ml waterige oplossing. De oplossing voor injectie bevat het werkzaam bestanddeel follitropin beta, geproduceerd door een biotechnologisch gemodificeerde Chinese Hamster Ovarium (CHO) cellijn, in een concentratie van 833 IE/ml waterige oplossing. Dit komt overeen met 83,3 microgram eiwit (specifieke in vivo bioactiviteit gelijk aan ongeveer 10 000 IE FSH / mg eiwit). Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie. Een heldere en kleurloze oplossing. In patronen, voor gebruik in combinatie met een pen-injector. 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Bij de vrouw: Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen in de vrouw te behandelen in de volgende gevallen: • Anovulatie (ook ten gevolge van het Polycysteus Ovarium Syndroom, PCOS), indien behandeling met clomifeencitraat geen resultaat heeft gehad. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie, teneinde meervoudige follikelrijping te bewerkstelligen bij kunstmatige voortplantingstechnieken [bijvoorbeeld in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT) en intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Bij de man: • Deficiënte spermatogenese veroorzaakt door hypogonadotroop hypogonadisme. 4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling met Puregon dient te worden gestart onder supervisie van een arts die ervaren is in de behandeling van fertiliteitsproblemen. Dosering Dosering voor de vrouw Zowel inter- als intra-individueel komen grote verschillen voor in de reactie van het ovarium op exogene gonadotrofines. Dit maakt het onmogelijk een eensluidend doseringsschema aan te bevelen. De dosering moet derhalve individueel worden aangepast, al naar gelang de reactie van het ovarium. Dit vereist echoscopie en controle van oestradiolplasmaspiegels. Bij gebruik van de pen-injector dient men zich bewust te zijn van het feit dat de pen een nauwkeurig instrument is dat precies de ingestelde dosis afgeeft. Er is aangetoond dat met de pen ongeveer 18 procent meer FSH wordt toegediend dan met een conventionele injectiespuit. Dit kan van belang zijn wanneer er binnen een cyclus gewisseld wordt tussen de pen-injector en een conventionele 100
injectiespuit. Een dosisaanpassing kan met name nodig zijn als wordt overgegaan van een injectiespuit naar de pen om te voorkomen dat een te hoge dosis wordt toegediend. Op basis van de resultaten van vergelijkende klinische studies wordt aanbevolen om een lagere dosis Puregon te geven dan algemeen gebruikelijk is voor urinair FSH, niet alleen met het oog op een optimale follikelontwikkeling maar ook vanwege een zo klein mogelijk risico op ongewenste ovariële hyperstimulatie. Klinische ervaring met Puregon is voor beide indicaties gebaseerd op ten hoogste drie behandelingscycli. Praktijkervaring met IVF laat zien dat het behandelingssucces gelijk blijft gedurende de eerste vier pogingen en daarna geleidelijk afneemt. • Anovulatie In het algemeen wordt een sequentieel behandelingsschema aanbevolen beginnend met de dagelijkse toediening van 50 IE Puregon. Deze dosis wordt gedurende tenminste 7 dagen gehandhaafd. Indien er geen ovariële respons optreedt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de oestradiolplasmaconcentratie een farmacodynamische respons aangeven. Een toename in oestradiolspiegels van 40-100% per dag wordt optimaal geacht. De effectieve dagdosis wordt dan verder aangehouden totdat pre-ovulatoire omstandigheden worden bereikt. Pre-ovulatoire omstandigheden zijn bereikt indien met behulp van echoscopie een dominante follikel van minstens 18 mm in diameter wordt gezien en/of oestradiolplasmaspiegels van 300-900 picogram/ml (1000-3000 pmol/l) worden bereikt. Meestal is een behandelperiode van 7-14 dagen voldoende om dit te bereiken. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt, waarna ovulatie kan worden opgewekt door toediening van een dosis humaan choriongonadotrofine (hCG). Indien het aantal reagerende follikels te groot is of de oestradiolspiegels te snel stijgen, dat wil zeggen indien de dagelijkse toename gedurende 2 of 3 dagen meer dan 100% bedraagt, moet de dagelijkse dosis worden verlaagd. Omdat follikels met een diameter groter dan 14 mm in principe tot zwangerschap kunnen leiden bestaat bij multipele pre-ovulatoire follikels groter dan 14 mm de kans op meerlingzwangerschappen. In dat geval dient geen hCG te worden gegeven en moet bevruchting worden vermeden, teneinde een meervoudige zwangerschap te voorkomen. • Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie bij medisch geassisteerde voortplantingstechnieken Er worden verschillende protocollen toegepast. Een aanvangsdosis van 100 tot 225 IE wordt aanbevolen voor tenminste de eerste vier dagen. Daarna kan de dosis per individu worden aangepast al naar gelang de reactie van het ovarium. In klinische studies is aangetoond dat onderhoudsdoseringen variërend van 75 tot 375 IE gedurende 6 tot 12 dagen in het algemeen voldoende zijn alhoewel een meer langdurige behandeling noodzakelijk kan zijn. Puregon kan alleen worden gegeven of, ter voorkoming van een premature LH-piek, in combinatie met een GnRH-agonist of antagonist. Bij gebruik van een GnRH-agonist, kan in totaal een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het opwekken van een adequate follikelreactie. De ovariële respons wordt gevolgd met behulp van echoscopie en door bepaling van de oestradiolplasmaspiegels. Indien door middel van echoscopie de aanwezigheid van minstens drie follikels van 16-20 mm wordt vastgesteld en er een goede oestradiolrespons is (een plasmaspiegel van 300-400 picogram/ml (1000-1300 pmol/l) voor elke follikel groter dan 18 mm), kan de laatste fase in de follikelrijping worden geïnduceerd. Dit gebeurt door toediening van hCG. Ovumaspiratie vindt 34-35 uur later plaats. Dosering voor de man Puregon dient in een dosis van 450 IE/week gegeven te worden, bij voorkeur verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, tezamen met hCG. De behandeling dient ten minste 3 tot 4 maanden voortgezet te worden voordat enige verbetering in spermatogenese verwacht kan worden. Wanneer een patiënt na deze periode geen respons heeft vertoond, kan de combinatietherapie worden voortgezet; huidige klinische ervaring geeft aan dat er een behandeling van minstens 18 maanden of langer nodig kan zijn om spermatogenese te bewerkstelligen. Er is geen relevante indicatie voor het gebruik van Puregon bij kinderen. Wijze van toediening 101
Puregon oplossing voor injectie in patronen is ontwikkeld voor het gebruik met de Puregon Pen en dient subcutaan te worden toegediend. De injectieplaats dient te worden afgewisseld om lipo-atrofie te voorkomen. Gebruikmakend van de pen kan Puregon door de patiënt zelf of door de partner worden toegediend mits zij goed geïnstrueerd zijn door de arts. 4.3
Contra-indicaties
• • • • • • • •
Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Tumoren van het ovarium, de mammae, de uterus, de testis, de hypofyse of de hypothalamus. Vaginale bloeding, waarvan de oorzaak niet is vastgesteld. Primair ovariumfalen. Ovariumcysten of vergrote ovaria, niet gerelateerd aan het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS). Anatomische afwijkingen van de geslachtsorganen, waardoor zwangerschap onmogelijk is. Myomas in de uterus, waardoor zwangerschap niet mogelijk is. Primaire testiculaire insufficiëntie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
•
De aanwezigheid van onbehandelde niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bijvoorbeeld ziekten van de schildklier, bijnier of hypofyse) dient te worden uitgesloten. Bij zwangerschappen die ontstaan na ovulatie-inductie met gonadotrofinepreparaten bestaat een verhoogde kans op meerlingen. Meervoudige follikelrijping kan worden voorkomen door het doseringsschema op de juiste wijze aan te passen. Meerlingzwangerschappen, met name die met hoge aantallen, leiden tot een verhoogd risico op nadelige maternale en perinatale effecten. Voor aanvang van de behandeling dient op deze mogelijke risico’s te worden gewezen. De eerste injectie van Puregon dient te worden gegeven onder directe medische supervisie. Omdat onvruchtbare vrouwen, die worden behandeld in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, met name voor IVF, vaak afwijkingen aan de eileiders hebben, kunnen ectopische zwangerschappen vaker voorkomen. Het is daarom van belang om in een vroeg stadium door middel van echoscopie vast te stellen of de vrucht zich in de uterus bevindt. Bij behandeling in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken is het percentage miskramen hoger dan normaal. De incidentie van aangeboren afwijkingen na kunstmatige voortplantingstechnieken zou hoger kunnen zijn dan na spontane concepties. Hieraan kunnen verschillen in eigenschappen van de ouders (bijvoorbeeld leeftijd van de moeder of eigenschappen van het sperma) en een verhoogde kans op meerlingzwangerschappen ten grondslag liggen. Ongewenste ovariële hyperstimulatie: beoordeling van de follikelontwikkeling - door middel van echoscopie en de bepaling van oestradiolplasmaconcentraties - dient plaats te vinden voorafgaand aan de behandeling, en op regelmatige tijdstippen gedurende de behandeling. Behalve het feit dat er een groot aantal follikels tegelijkertijd tot ontwikkeling kunnen komen, kunnen de oestradiolspiegels een buitengewoon snelle stijging vertonen, bijvoorbeeld meer dan een dagelijkse verdubbeling gedurende 2 of 3 achtereenvolgende dagen, hetgeen kan leiden tot uitzonderlijk hoge waarden. De diagnose van ovariële hyperstimulatie kan eventueel bevestigd worden met behulp van echoscopie. Indien deze ongewenste ovariële hyperstimulatie (dus niet als onderdeel van de voorbereidende behandeling voor medisch geassisteerde voortplantingstechnieken) optreedt, dient de behandeling met Puregon onmiddellijk te worden gestaakt. In dat geval moet zwangerschap worden vermeden en mag beslist geen hCG worden toegediend, omdat de toediening van een gonadotrofine met LH-activiteit, behalve tot meervoudige ovulaties, kan leiden tot het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Klinische symptomen van de milde vorm van ovariële hyperstimulatie zijn gastro-intestinale problemen (pijn in de onderbuik, misselijkheid, diarree), en milde tot matige vergroting van ovaria en ovariumcysten. Voorbijgaande abnormale uitslagen in leverfunctietesten die duiden op verstoring van de leverfunctie en waarbij ook morfologische veranderingen in leverbiopten kunnen optreden, zijn gemeld in samenhang met het ovariële hyperstimulatiesyndroom. In
•
• •
• •
•
102
•
•
• • • 4.5
zeldzame gevallen treedt een ernstige vorm van het ovariële hyperstimulatiesyndroom op, hetgeen levensbedreigend kan zijn. Kenmerkend zijn grote ovariumcysten (die gemakkelijk kunnen ruptureren), ascites, vaak hydrothorax en gewichtstoename. Sporadisch kan veneuze of arteriële trombo-embolie optreden in samenhang met OHSS. Er zijn benigne en maligne neoplasmata van ovarium en andere voortplantingsorganen gerapporteerd bij vrouwen die meerdere infertiliteitsbehandelingen hebben ondergaan. Het is niet bewezen dat behandeling met gonadotrofines het normale risico op deze tumoren in onvruchtbare vrouwen beïnvloedt. Vrouwen met een algemeen erkende risicofactor voor trombose, zoals een eerder opgetreden trombose of een positieve familieanamnese, obesitas (Body Mass Index > 30 kg/m2) of trombofilie, kunnen gedurende of na behandeling met gonadotrofines een verhoogd risico hebben op veneuze of arteriële trombo-embolische processen. Bij deze vrouwen moeten de voordelen en de risico’s die aan een IVF behandeling verbonden zijn tegen elkaar worden afgewogen. Wel dient hierbij te worden opgemerkt dat zwangerschap op zichzelf ook een verhoogd risico op trombose geeft. Puregon kan sporen streptomycine en/of neomycine bevatten. Deze antibiotica kunnen hypersensitiviteitsreacties veroorzaken bij daarvoor gevoelige personen. Een verhoogde concentratie endogeen FSH in mannen wijst op primaire testiculaire insufficiëntie. Patiënten bij wie dit wordt geconstateerd, reageren niet op de combinatie Puregon/hCG. Voor het evalueren van het effect van de behandeling wordt bij mannen 4 tot 6 maanden na het begin van de behandeling semenanalyse aanbevolen. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van Puregon en clomifeencitraat kan de follikelreactie versterken. Bij een door een GnRH-agonist geïnduceerde suppressie van de hypofyse kan een hogere dosis Puregon nodig zijn om een adequate follikelreactie te bewerkstelligen. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Puregon is niet geïndiceerd voor gebruik gedurende zwangerschap. Bij klinisch gebruik van gonadotrofines bij gecontroleerde ovariële hyperstimulatie zijn geen teratogene risico’s gerapporteerd. In geval van blootstelling gedurende zwangerschap zijn er onvoldoende klinische gegevens om een teratogeen effect van recombinant FSH uit te sluiten hoewel er tot op heden geen malformatieve effecten zijn gerapporteerd. In dierstudies zijn geen teratogene effecten waargenomen. Puregon dient niet te worden gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Puregon heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 4.8
Bijwerkingen
Intramusculaire of subcutane toediening van Puregon, kan aanleiding geven tot lokale reacties op de injectieplaats: kneuzing, pijn, roodheid, zwelling en jeuk worden regelmatig gemeld (3% van alle behandelde patiënten). Deze lokale reacties zijn over het algemeen mild en van tijdelijke aard. Systemische overgevoeligheidsreacties zoals erytheem, urticaria, huiduitslag en pruritus zijn niet vaak waargenomen (0,1% van alle patiënten die behandeld zijn met Puregon). Behandeling van vrouwen: Bij ongeveer 4% van de vrouwen die in klinische studies met Puregon zijn behandeld, zijn aanwijzingen en symptomen van het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS) waargenomen (zie rubriek 4.4). Andere bijwerkingen gerelateerd aan dit syndroom zijn gerapporteerd in klinische studies, waaronder pijn en/of congestie in het bekkengebied, pijn in de buik en/of een opgezette buik, 103
borstklachten (gevoeligheid, pijn en/of congestie), vergrote eierstokken en spontane miskraam. Al deze bijwerkingen zijn met een incidentie van ongeveer 1% (pijn in het bekkengebied en een opgezette buik) of minder gerapporteerd. Het risico op ectopische en meerlingzwangerschappen is iets verhoogd. Andere meer algemene bijwerkingen die zijn waargenomen zijn hoofdpijn en misselijkheid (bij maximaal 1% van de vrouwen die behandeld zijn met Puregon). Net als met andere gonadotrofines, is het optreden van trombo-embolie sporadisch in verband gebracht met Puregon/hCG therapie. Behandeling van mannen: Gynaecomastie en acne kunnen zo nu en dan optreden gedurende Puregon/hCG behandeling. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Bij één van de behandelde patiënten werd een epididymale cyste waargenomen. 4.9
Overdosering
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de acute toxiciteit bij de mens, maar de acute toxiciteit van Puregon en van urinaire gonadotrofinepreparaten in dierstudies is zeer laag. Een te hoge dosis FSH kan leiden tot hyperstimulatie van de ovaria (zie rubriek 4.4). 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: gonadotrofines, ATC-code: G03G A06. Puregon bevat recombinant FSH. Het werkzaam bestanddeel wordt geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie, gebruik makend van een Chinese hamster-ovariumcellijn waarin de genen voor de beide menselijke FSH-subeenheden tot expressie worden gebracht. De primaire aminozuurvolgorde is identiek aan die van natuurlijk humaan FSH. Er zijn kleine verschillen in de suikerzijketens vastgesteld. FSH is noodzakelijk voor normale follikelgroei en -rijping, en voor de gonadale steroïdproduktie. Bij de vrouw zijn de FSH-plasmaspiegels mede bepalend voor het tijdstip van aanvang en de duur van de follikelontwikkeling en daarmee voor het aantal follikels dat tot rijping komt, en voor het moment waarop follikels pre-ovulatoire kenmerken krijgen. Puregon kan derhalve worden gebruikt om de follikelrijping en de steroïdproduktie te stimuleren in bepaalde gevallen van een gestoorde functie van de gonaden. Voorts kan Puregon worden gebruikt bij kunstmatige voortplantingstechnieken om de gelijktijdige ontwikkeling van meerdere follikels te bewerkstelligen [bijvoorbeeld bij in vitro fertilisatie gevolgd door embryo-transfer (IVF/ET), bij “gamete intra-fallopian transfer” (GIFT), en bij intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)]. Een behandeling met Puregon wordt meestal gevolgd door toediening van een hCG-preparaat, teneinde de laatste fase in de follikelrijping, te weten hervatting van de meiose en vervolgens ovulatie, te induceren. Bij mannen met een tekort aan FSH dient Puregon gedurende minimaal 4 maanden gelijktijdig met hCG te worden toegediend om de spermatogenese te induceren. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na subcutane toediening van Puregon wordt een maximale FSH-concentratie binnen ongeveer 12 uur bereikt. Vanwege de vertraagde afgifte uit de injectieplaats en de relatief lange eliminatiehalfwaardetijd van ongeveer 40 uur (uiteenlopend van 12 tot 70 uur), blijven de FSHplasmaspiegels verhoogd gedurende 24 tot 48 uur. Als gevolg van de betrekkelijk lange eliminatiehalfwaardetijd zijn de plasmaconcentraties van FSH na herhaalde toediening van Puregon ongeveer 1,5 tot 2,5 keer hoger dan na eenmalige toediening. Deze toename draagt bij tot het bereiken van therapeutische FSH-plasmaspiegels.
104
De absolute biobeschikbaarheid na subcutane toediening van Puregon bedraagt ongeveer 77%. Recombinant FSH lijkt in biochemisch opzicht sterk op het endogene humane FSH en wordt op dezelfde wijze verdeeld, gemetaboliseerd en uitgescheiden. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Eenmalige toediening van Puregon aan ratten gaf geen effecten van toxicologische betekenis te zien. Ook in studies met herhaalde toediening aan ratten (twee weken) en honden (dertien weken) van doseringen tot 100 maal de maximale humane dosis, werden geen effecten van toxicologische betekenis waargenomen. Puregon vertoont geen mutagene werking in de Ames test en in de in vitro chromosoomaberratietest met humane lymfocyten. 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Puregon 900 IE/1,08 ml oplossing voor injectie bevat: sucrose natriumcitraat L-methionine polysorbaat 20 benzylalcohol water voor injecties. De pH kan bijgesteld zijn met natriumhydroxide en/of zoutzuur. 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. 6.3
Houdbaarheid
3 jaar. Als de patroon eenmaal is aangeprikt mag het product nog maximaal 28 dagen worden bewaard. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De patroon in de buitenverpakking bewaren. Voor het gemak van de patiënt, mag Puregon door de patiënt bij 25 °C of lager worden bewaard voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
1,08 ml oplossing in 1,5 ml patroon met grijs rubberen piston en aluminium krimp-capsule met rubberen inleg. Verpakking van 1 patroon en 9 naalden te gebruiken in combinatie met Puregon Pen. Patronen bevatten minimaal 1025 IE FSH activiteit in 1,230 ml waterige oplossing, voldoende voor een netto dosering van in totaal 900 IE. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Niet gebruiken indien de oplossing deeltjes bevat of indien de oplossing niet helder is. 105
Puregon 900 IE/1,08 ml oplossing voor injectie is ontworpen voor gebruik in combinatie met de Puregon Pen. De instructies voor het gebruik van de pen dienen te worden opgevolgd. Eventueel aanwezige lucht dient uit de patroon te worden verwijderd alvorens te injecteren (zie de handleiding van de pen). Lege patronen mogen niet opnieuw gevuld worden. Aan de Puregon patronen mogen geen andere geneesmiddelen worden toegevoegd. Gooi naalden direct na gebruik weg. Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. 7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland 8.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/041 9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste vergunning: 3 mei 1996 Datum van laatste hernieuwing: 3 mei 2006 10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
106
BIJLAGE II A.
FABRIKANTEN VAN HET BIOLOGISCH WERKZAAM BESTANDDEEL EN HOUDERS VAN DE VERGUNNINGEN VOOR DE VERVAARDIGING VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN VERBONDEN AAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
107
A.
FABRIKANTEN VAN HET BIOLOGISCH WERKZAAM BESTANDDEEL EN HOUDERS VAN DE VERGUNNINGEN VOOR DE VERVAARDIGING VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten van het biologisch werkzaam bestanddeel N.V. Organon, P.O. Box 20, 5340 BH Oss, Nederland. Biosearch Ireland, National Cell & Tissue Culture Centre, Glasnevin, Dublin 9, Ierland. Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte Puregon poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 50 IE, 100 IE, 150 IE Puregon oplossing voor injectie in injectieflacons 50 IE/0,5 ml, 75 IE/0,5 ml, 100 IE/0,5 ml, 150 IE/0,5 ml, 200 IE/0,5 ml, 225 IE/0,5 ml, 250 IE/0,5 ml: N.V. Organon, P.O. Box 20, 5340 BH Oss, Nederland. Organon (Ireland) LTD., P.O. Box 2857, Swords, Co. Dublin, Ierland. SP, Usine Saint Charles, 60590 Eragny sur Epte, Frankrijk. Puregon poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 75 IE: N.V. Organon, P.O. Box 20, 5340 BH Oss, Nederland. Puregon oplossing voor injectie in patronen 150 IE/0,18 ml, 300 IE/0,36 ml, 600 IE/0,72 ml, 900 IE/1,08 ml: N.V. Organon, P.O. Box 20, 5340 BH Oss, Nederland. Organon (Ireland) LTD., P.O. Box 2857, Swords, Co. Dublin, Ierland. 108
SP, Usine Saint Charles, 60590 Eragny sur Epte, Frankrijk. In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel dienen de naam en het adres van de fabrikant die verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende partij te zijn opgenomen. B.
VOORWAARDEN VERBONDEN AAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
•
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN OPGELEGD AAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN TEN AANZIEN VAN DE AFLEVERING EN HET GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de productkenmerken, rubriek 4.2). •
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Niet van toepassing.
109
BIJLAGE III ETIKETTERING EN BIJSLUITER
110
A. ETIKETTERING
111
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 50 IE 1 ampul
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 50 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 ampul met poeder bevat follitropin beta overeenkomend met 50 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De ampul met poeder bevat ook sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH. 1 ampul met oplosmiddel bevat: 1 ml natriumchlorideoplossing (0,45%) in water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 1 ampul met poeder 1 ampul met 1 ml oplosmiddel
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De oplossing dient onmiddellijk na het oplossen te worden gebruikt. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
112
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De ampullen in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/001
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 50 IE 3 ampullen
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 50 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 ampul met poeder bevat follitropin beta overeenkomend met 50 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit. 113
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De ampul met poeder bevat ook sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH. 1 ampul met oplosmiddel bevat: 1 ml natriumchlorideoplossing (0,45%) in water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 3 ampullen met poeder 3 ampullen met 1 ml oplosmiddel
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De oplossing dient onmiddellijk na het oplossen te worden gebruikt. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De ampullen in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland 114
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/002
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
115
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 50 IE 5 ampullen
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 50 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 ampul met poeder bevat follitropin beta overeenkomend met 50 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De ampul met poeder bevat ook sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH. 1 ampul met oplosmiddel bevat: 1 ml natriumchlorideoplossing (0,45%) in water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 5 ampullen met poeder 5 ampullen met 1 ml oplosmiddel
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De oplossing dient onmiddellijk na het oplossen te worden gebruikt. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
116
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De ampullen in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/003
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
117
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 50 IE 10 ampullen
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 50 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 ampul met poeder bevat follitropin beta overeenkomend met 50 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De ampul met poeder bevat ook sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH. 1 ampul met oplosmiddel bevat: 1 ml natriumchlorideoplossing (0,45%) in water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 10 ampullen met poeder 10 ampullen met 1 ml oplosmiddel
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De oplossing dient onmiddellijk na het oplossen te worden gebruikt. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
118
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De ampullen in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/004
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
119
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD TEKST OP AMPUL Puregon 50 IE poeder
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Puregon 50 IE poeder voor injectie follitropin beta Intramusculair en subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Charge:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
N.V. Organon
120
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD TEKST OP AMPUL Puregon 50 IE oplosmiddel
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Puregon 50 IE oplosmiddel voor parenteraal gebruik Intramusculair en subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Charge:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 ml
6.
OVERIGE
N.V. Organon
121
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 75 IE 1 injectieflacon
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 75 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon met poeder bevat follitropin beta overeenkomend met 75 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De injectieflacon met poeder bevat ook sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH. 1 ampul met oplosmiddel bevat: 1 ml natriumchlorideoplossing (0,45%) in water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 1 injectieflacon met poeder 1 ampul met 1 ml oplosmiddel
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De oplossing dient onmiddellijk na het oplossen te worden gebruikt. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
122
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon en ampul in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/005
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
123
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 75 IE 3 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 75 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon met poeder bevat follitropin beta overeenkomend met 75 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De injectieflacon met poeder bevat ook sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH. 1 ampul met oplosmiddel bevat: 1 ml natriumchlorideoplossing (0,45%) in water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 3 injectieflacons met poeder 3 ampullen met 1 ml oplosmiddel
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De oplossing dient onmiddellijk na het oplossen te worden gebruikt. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
124
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacons en ampullen in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/006
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
125
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 75 IE 5 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 75 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon met poeder bevat follitropin beta overeenkomend met 75 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De injectieflacon met poeder bevat ook sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH. 1 ampul met oplosmiddel bevat: 1 ml natriumchlorideoplossing (0,45%) in water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 5 injectieflacons met poeder 5 ampullen met 1 ml oplosmiddel
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De oplossing dient onmiddellijk na het oplossen te worden gebruikt. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
126
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacons en ampullen in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/007
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
127
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 75 IE 10 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 75 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon met poeder bevat follitropin beta overeenkomend met 75 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De injectieflacon met poeder bevat ook sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH. 1 ampul met oplosmiddel bevat: 1 ml natriumchlorideoplossing (0,45%) in water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 10 injectieflacons met poeder 10 ampullen met 1 ml oplosmiddel
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De oplossing dient onmiddellijk na het oplossen te worden gebruikt. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
128
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacons en ampullen in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/008
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
129
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD TEKST OP INJECTIEFLACON Puregon 75 IE poeder
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Puregon 75 IE poeder voor injectie follitropin beta Intramusculair en subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Charge:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
N.V. Organon
130
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD TEKST OP AMPUL Puregon 75 IE oplosmiddel
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Puregon 75 IE oplosmiddel voor parenteraal gebruik Intramusculair en subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Charge:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 ml
6.
OVERIGE
N.V. Organon
131
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 100 IE 1 ampul
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 100 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 ampul met poeder bevat follitropin beta overeenkomend met 100 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De ampul met poeder bevat ook sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH. 1 ampul met oplosmiddel bevat: 1 ml natriumchlorideoplossing (0,45%) in water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 1 ampul met poeder 1 ampul met 1 ml oplosmiddel
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De oplossing dient onmiddellijk na het oplossen te worden gebruikt. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
132
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De ampullen in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/009
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
133
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 100 IE 3 ampullen
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 100 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 ampul met poeder bevat follitropin beta overeenkomend met 100 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De ampul met poeder bevat ook sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH. 1 ampul met oplosmiddel bevat: 1 ml natriumchlorideoplossing (0,45%) in water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 3 ampullen met poeder 3 ampullen met 1 ml oplosmiddel
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De oplossing dient onmiddellijk na het oplossen te worden gebruikt. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
134
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De ampullen in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/010
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
135
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 100 IE 5 ampullen
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 100 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 ampul met poeder bevat follitropin beta overeenkomend met 100 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De ampul met poeder bevat ook sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH. 1 ampul met oplosmiddel bevat: 1 ml natriumchlorideoplossing (0,45%) in water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 5 ampullen met poeder 5 ampullen met 1 ml oplosmiddel
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De oplossing dient onmiddellijk na het oplossen te worden gebruikt. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
136
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De ampullen in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/011
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
137
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 100 IE 10 ampullen
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 100 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 ampul met poeder bevat follitropin beta overeenkomend met 100 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De ampul met poeder bevat ook sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH. 1 ampul met oplosmiddel bevat: 1 ml natriumchlorideoplossing (0,45%) in water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 10 ampullen met poeder 10 ampullen met 1 ml oplosmiddel
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De oplossing dient onmiddellijk na het oplossen te worden gebruikt. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
138
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De ampullen in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/012
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
139
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD TEKST OP AMPUL Puregon 100 IE poeder
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Puregon 100 IE poeder voor injectie follitropin beta Intramusculair en subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Charge:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
N.V. Organon
140
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD TEKST OP AMPUL Puregon 100 IE oplosmiddel
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Puregon 100 IE oplosmiddel voor parenteraal gebruik Intramusculair en subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Charge:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 ml
6.
OVERIGE
N.V. Organon
141
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 150 IE 1 ampul
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 150 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 ampul met poeder bevat follitropin beta overeenkomend met 150 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De ampul met poeder bevat ook sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH. 1 ampul met oplosmiddel bevat: 1 ml natriumchlorideoplossing (0,45%) in water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 1 ampul met poeder 1 ampul met 1 ml oplosmiddel
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De oplossing dient onmiddellijk na het oplossen te worden gebruikt. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
142
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De ampullen in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/013
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
143
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 150 IE 3 ampullen
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 150 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 ampul met poeder bevat follitropin beta overeenkomend met 150 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De ampul met poeder bevat ook sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH. 1 ampul met oplosmiddel bevat: 1 ml natriumchlorideoplossing (0,45%) in water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 3 ampullen met poeder 3 ampullen met 1 ml oplosmiddel
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De oplossing dient onmiddellijk na het oplossen te worden gebruikt. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
144
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De ampullen in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/014
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
145
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 150 IE 5 ampullen
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 150 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 ampul met poeder bevat follitropin beta overeenkomend met 150 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De ampul met poeder bevat ook sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH. 1 ampul met oplosmiddel bevat: 1 ml natriumchlorideoplossing (0,45%) in water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 5 ampullen met poeder 5 ampullen met 1 ml oplosmiddel
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De oplossing dient onmiddellijk na het oplossen te worden gebruikt. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
146
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De ampullen in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/015
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
147
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 150 IE 10 ampullen
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 150 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 ampul met poeder bevat follitropin beta overeenkomend met 150 IE recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De ampul met poeder bevat ook sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH. 1 ampul met oplosmiddel bevat: 1 ml natriumchlorideoplossing (0,45%) in water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 10 ampullen met poeder 10 ampullen met 1 ml oplosmiddel
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De oplossing dient onmiddellijk na het oplossen te worden gebruikt. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
148
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De ampullen in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/016
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
149
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD TEKST OP AMPUL Puregon 150 IE poeder
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Puregon 150 IE poeder voor injectie follitropin beta Intramusculair en subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Charge:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
N.V. Organon
150
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD TEKST OP AMPUL Puregon 150 IE oplosmiddel
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Puregon 150 IE oplosmiddel voor parenteraal gebruik Intramusculair en subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Charge:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 ml
6.
OVERIGE
N.V. Organon
151
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 50 IE/0,5 ml 1 injectieflacon
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 50 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 50 IE (100 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 1 injectieflacon met 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 152
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/017
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
153
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 50 IE/0,5 ml 5 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 50 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 50 IE (100 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 5 injectieflacons met elk 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 154
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/018
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
155
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 50 IE/0,5 ml 10 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 50 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 50 IE (100 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 10 injectieflacons met elk 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 156
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/019
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
157
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD TEKST OP INJECTIEFLACON Puregon 50 IE/0,5 ml
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Puregon 50 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta Intramusculair en subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Charge:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
N.V. Organon
158
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 75 IE/0,5 ml 1 injectieflacon
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 75 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 75 IE (150 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 1 injectieflacon met 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 159
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/020
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
160
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 75 IE/0,5 ml 5 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 75 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 75 IE (150 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 5 injectieflacons met elk 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 161
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/021
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
162
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 75 IE/0,5 ml 10 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 75 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 75 IE (150 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 10 injectieflacons met elk 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 163
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/022
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
164
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD TEKST OP INJECTIEFLACON Puregon 75 IE/0,5 ml
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Puregon 75 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta Intramusculair en subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Charge:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
N.V. Organon
165
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 100 IE/0,5 ml 1 injectieflacon
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 100 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 100 IE (200 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 1 injectieflacon met 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 166
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/023
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
167
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 100 IE/0,5 ml 5 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 100 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 100 IE (200 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 5 injectieflacons met elk 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP: 9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
168
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/024
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
169
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 100 IE/0,5 ml 10 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 100 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 100 IE (200 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 10 injectieflacons met elk 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 170
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/025
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
171
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD TEKST OP INJECTIEFLACON Puregon 100 IE/0,5 ml
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Puregon 100 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta Intramusculair en subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Charge:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
N.V. Organon
172
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 150 IE/0,5 ml 1 injectieflacon
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 150 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 150 IE (300 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 1 injectieflacon met 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 173
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/026
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
174
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 150 IE/0,5 ml 5 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 150 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 150 IE (300 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 5 injectieflacons met elk 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 175
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/027
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
176
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 150 IE/0,5 ml 10 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 150 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 150 IE (300 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 10 injectieflacons met elk 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 177
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/028
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
178
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD TEKST OP INJECTIEFLACON Puregon 150 IE/0,5 ml
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Puregon 150 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta Intramusculair en subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Charge:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
N.V. Organon
179
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 200 IE/0,5 ml 1 injectieflacon
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 200 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 200 IE (400 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 1 injectieflacon met 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 180
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/029
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
181
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 200 IE/0,5 ml 5 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 200 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 200 IE (400 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 5 injectieflacons met elk 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 182
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/030
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
183
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 200 IE/0,5 ml 10 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 200 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 200 IE (100 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 10 injectieflacons met elk 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 184
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/031
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
185
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD TEKST OP INJECTIEFLACON Puregon 200 IE/0,5 ml
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Puregon 200 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta Intramusculair en subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Charge:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
N.V. Organon
186
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 225 IE/0,5 ml 1 injectieflacon
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 225 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 225 IE (450 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 1 injectieflacon met 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 187
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/032
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
188
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 225 IE/0,5 ml 5 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 225 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 225 IE (450 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 5 injectieflacons met elk 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 189
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/033
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
190
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 225 IE/0,5 ml 10 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 225 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 225 IE (450 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 10 injectieflacons met elk 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 191
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/034
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
192
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD TEKST OP INJECTIEFLACON Puregon 225 IE/0,5 ml
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Puregon 225 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta Intramusculair en subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Charge:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
N.V. Organon
193
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 250 IE/0,5 ml 1 injectieflacon
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 250 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 250 IE (500 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 1 injectieflacon met 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 194
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/035
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
195
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 250 IE/0,5 ml 5 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 250 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 250 IE (500 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 5 injectieflacons met elk 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 196
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/036
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
197
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 250 IE/0,5 ml 10 injectieflacons 1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 250 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon bevat 0,5 ml follitropin beta overeenkomend met: 250 IE (500 IE/ml) recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) activiteit.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 10 injectieflacons met elk 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair en subcutaan gebruik De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Voor eenmalig gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
198
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/037
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
199
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD TEKST OP INJECTIEFLACON Puregon 250 IE/0,5 ml
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Puregon 250 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta Intramusculair en subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Charge:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
N.V. Organon
200
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 150 IE/0,18 ml 1 patroon
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 150 IE/0,18 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
225 IE recombinant FSH-activiteit/0,270 ml Netto inhoud 150 IE
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine, polysorbaat 20 en benzylalcohol in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 1 patroon 1 verpakking met 3 naalden
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Subcutaan gebruik Uitsluitend gebruiken in combinatie met de Puregon Pen. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP: Als de patroon eenmaal aangeprikt is mag het product nog maximaal 28 dagen worden bewaard.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 201
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De patroon in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/040
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
202
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD TEKST OP PATROON Puregon 150 IE/0,18 ml
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Puregon 150 IE/0,18 ml oplossing voor injectie follitropin beta Subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Charge:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
0,270 ml
6.
OVERIGE
N.V. Organon
203
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 300 IE/0,36 ml 1 patroon
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 300 IE/0,36 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
400 IE recombinant FSH-activiteit/0,480 ml Netto inhoud 300 IE
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine, polysorbaat 20 en benzylalcohol in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 1 patroon 2 verpakkingen met elk 3 naalden
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Subcutaan gebruik Uitsluitend gebruiken in combinatie met de Puregon Pen. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP: Als de patroon eenmaal aangeprikt is mag het product nog maximaal 28 dagen worden bewaard.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 204
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De patroon in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/038
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
205
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD TEKST OP PATROON Puregon 300 IE/0,36 ml
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Puregon 300 IE/0,36 ml oplossing voor injectie follitropin beta Subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Charge:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
0,480 ml
6.
OVERIGE
N.V. Organon
206
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 600 IE/0,72 ml 1 patroon
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 600 IE/0,72 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
700 IE recombinant FSH-activiteit/0,840 ml Netto inhoud 600 IE
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine, polysorbaat 20 en benzylalcohol in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 1 patroon 2 verpakkingen met elk 3 naalden
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Subcutaan gebruik Uitsluitend gebruiken in combinatie met de Puregon Pen. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP: Als de patroon eenmaal aangeprikt is mag het product nog maximaal 28 dagen worden bewaard.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 207
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De patroon in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/039
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
208
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD TEKST OP PATROON Puregon 600 IE/0,72 ml
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Puregon 600 IE/0,72 ml oplossing voor injectie follitropin beta Subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Charge:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
0,840 ml
6.
OVERIGE
N.V. Organon
209
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: TEKST OP VOUWKARTON Puregon 900 IE/1,08 ml 1 patroon
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Puregon 900 IE/1,08 ml oplossing voor injectie follitropin beta
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1025 IE recombinant FSH-activiteit/1,230 ml Netto inhoud 900 IE
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
De oplossing bevat ook: sucrose, natriumcitraat, L-methionine, polysorbaat 20 en benzylalcohol in water voor injecties; natriumhydroxide en/of zoutzuur voor het bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie 1 patroon 3 verpakkingen met elk 3 naalden
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Subcutaan gebruik Uitsluitend gebruiken in combinatie met de Puregon Pen. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP: Als de patroon eenmaal aangeprikt is mag het product nog maximaal 28 dagen worden bewaard.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING 210
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren. De patiënt mag Puregon bij 25 °C of lager bewaren voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. De patroon in de buitenverpakking bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland
12.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/008/041
13.
PARTIJNUMMER
Charge:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
211
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD TEKST OP PATROON Puregon 900 IE/1,08 ml
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Puregon 900 IE/1,08 ml oplossing voor injectie follitropin beta Subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Charge:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1,230 ml
6.
OVERIGE
N.V. Organon
212
B. BIJSLUITER
213
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Puregon 50 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is Puregon en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Puregon gebruikt 3. Hoe wordt Puregon gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Puregon 6. Aanvullende informatie 1.
WAT IS PUREGON EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Puregon poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie bevat follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH). FSH behoort tot de groep van gonadotrofines, welke belangrijk zijn voor de vruchtbaarheid en reproduktie. Bij de vrouw is FSH nodig voor de groei en ontwikkeling van follikels. Dit zijn kleine ronde blaasjes in de eierstokken waarin zich de eicellen bevinden. Bij de man is FSH nodig voor de produktie van sperma. Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen te behandelen in de volgende gevallen: • Indien geen eisprong plaatsvindt kan Puregon worden toegepast om een eisprong te doen plaatsvinden bij vrouwen die niet reageerden op een behandeling met clomifeencitraat. • In het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals in vitro fertilisatie (IVF; ook bekend als reageerbuisbevruchting) en andere methoden, kan Puregon bij vrouwen worden toegepast om meerdere follikels tot ontwikkeling te brengen. • Bij mannen die door een tekort aan hormonen onvruchtbaar zijn kan Puregon worden toegepast voor de produktie van sperma. 2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U PUREGON GEBRUIKT
Gebruik Puregon niet • • • • • • •
als u een gezwel heeft in de eierstokken, borsten, baarmoeder, teelballen/testes, hypofyse (hersenaanhangsel), of hypothalamus als u allergisch (overgevoelig) bent voor follitropin beta of voor één van de andere bestanddelen van Puregon als u hevige of onregelmatige vaginale bloedingen heeft waarvan de oorzaak niet bekend is als u een gestoorde functie van de eierstokken heeft als u eierstokcysten of vergrote eierstokken heeft, die niet samenhangen met het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS) als u afwijkingen aan de geslachtsorganen heeft die een zwangerschap onmogelijk maken als u vleesbomen (myomen) in de baarmoeder heeft die een zwangerschap onmogelijk maken 214
•
als u lijdt aan een primaire stoornis van de teelballen/testes.
Wees extra voorzichtig met Puregon Informeer uw arts als u in het verleden een allergische reactie op neomycine en/of streptomycine (antibiotica) heeft ondervonden. Als u een vrouw bent: Intensieve controle door uw arts is uiterst belangrijk. In het algemeen wordt regelmatig een 'echo' gemaakt en bloed geprikt of de urine nagekeken. Aan de hand van de uitslagen stelt uw arts steeds de juiste dosering vast. Dit is van groot belang, omdat een te hoge dosering tot een zeldzaam voorkomende maar ernstige, ongewenste overstimulatie van de eierstokken kan leiden. Dit kan zich uiten in de vorm van buikklachten. Door regelmatige controle op het effect van behandeling met FSH kan uw arts eventuele overstimulatie van de eierstokken voorkomen. Mocht u last krijgen van buikklachten, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Bij behandeling met Puregon kan (net als bij zwangerschap) de kans op trombose (de vorming van een bloedstolsel in een bloedvat, meestal in de aderen van de benen of longen) iets hoger zijn. Bespreek dit met uw arts vóór het starten van de behandeling, vooral als: • u al weet dat u een verhoogde kans op trombose heeft • u zelf of iemand in uw directe familie, ooit trombose heeft gehad • u veel te zwaar bent. Als u een man bent: Verhoogde FSH bloedniveaus zijn kenmerkend voor beschadiging van de testes. Gewoonlijk is Puregon niet effectief in dergelijke gevallen. Om de behandeling te controleren kan uw arts u vragen een semenanalyse te ondergaan 4 tot 6 maanden na aanvang van de behandeling. Gebruik in combinatie met andere geneesmiddelen Wanneer Puregon wordt gebruikt in combinatie met clomifeencitraat kan er een versterkte follikelrespons optreden. Als er een GnRH-agonist wordt gebruikt kan een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het verkrijgen van een respons. Vertel uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt krijgen. Zwangerschap Er zijn geen aanwijzigingen vanuit de kliniek of op grond van studies bij dieren dat het gebruik van Puregon tijdens de zwangerschap zou kunnen leiden tot congenitale afwijkingen bij het kind. Desalniettemin mag U Puregon niet gebruiken als u zwanger bent of als u vermoedt dat u zwanger zou kunnen zijn. Na behandeling met een gonadotrofine preparaat is er een verhoogde kans op een meerlingzwangerschap. Meerlingzwangerschappen dragen een verhoogd gezondheidsrisico met zich mee voor zowel de moeder als haar baby’s rond de geboorte. Bovendien kunnen zowel meerlingzwangerschappen als eigenschappen van de patiënten die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan (bijv. leeftijd van de vrouw, eigenschappen van het sperma) geassocieerd zijn met een verhoogde kans op aangeboren afwijkingen. In vrouwen met beschadigde eileiders is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap iets verhoogd. Vrouwen die worden behandeld voor onvruchtbaarheid lopen een iets groter risico op het krijgen van een miskraam. Borstvoeding U mag Puregon niet gebruiken als u borstvoeding geeft.
215
Rijvaardigheid en het gebruik van machines Er zijn geen effecten waargenomen op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 3.
HOE WORDT PUREGON GEBRUIKT
Volg bij het gebruik van Puregon nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. Dosering voor de vrouw De dosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering kan eventueel aangepast worden naarmate de behandeling vordert. Hieronder volgen nadere details over het behandelingsschema. Omdat er grote verschillen zijn tussen vrouwen wat betreft de reactie van de eierstokken op gonadotrofines, is het onmogelijk één doseringsschema aan te bevelen dat geschikt is voor iedere vrouw. Om de juiste dosering vast te stellen wordt de follikelgroei gemeten door middel van het maken van echo’s en het bepalen van de hoeveelheid oestradiol (het vrouwelijke geslachtshormoon) in bloed of urine. • Vrouwen bij wie geen eisprong plaatsvindt De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste zeven dagen gegeven. Als er geen follikel tot ontwikkeling komt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de hoeveelheid oestradiol aangeven dat er een reactie van de eierstokken is. Deze dagdosis wordt dan aangehouden tot er een follikel van voldoende grootte is. Meestal is een behandelingsduur van 7 tot 14 dagen hiervoor voldoende. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt en de eisprong wordt opgewekt door toediening van humaan choriongonadotrofine (hCG). • Kunstmatige voortplantingstechnieken, bijvoorbeeld IVF De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste gedurende vier dagen gegeven. Daarna kan de dosis voor elke patiënt afzonderlijk worden aangepast al naar gelang de reactie van de eierstokken. Zodra er voldoende follikels van voldoende grootte zijn, kan de laatste fase in de follikelrijping worden opgewekt. Dit gebeurt door toediening van hCG. De eicellen worden 34-35 uur later geoogst. Dosering voor de man Puregon wordt gewoonlijk voorgeschreven in een dosering van 450 IE/week, meestal verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, in combinatie met een ander hormoon (hCG), voor tenminste 3 tot 4 maanden. Als er na deze periode geen reactie is opgetreden, kan uw behandeling voor tenminste 18 maanden worden voortgezet. De wijze van gebruik en toedieningswegen Puregon werkt alleen als het wordt ingespoten in een spier of onderhuids. De allereerste injectie met Puregon dient te worden toegediend in aanwezigheid van een arts. De droge stof moet worden opgelost met het oplosmiddel uit de andere ampul en deze oplossing dient vervolgens direct te worden toegediend. Om injectie van een groot volume te voorkomen kunnen 3 tot 4 bolletjes Puregon worden opgelost in 1 ml oplosmiddel. Wanneer slechts 1 of 2 bolletjes nodig zijn kan het volume worden teruggebracht tot 0,5 ml. De Puregon-oplossing wordt langzaam toegediend in spierweefsel (bijvoorbeeld in bil, bovenbeen of bovenarm), of onderhuids (bijvoorbeeld in de buikwand). Injecties in een spier mogen alleen worden gegeven door een arts of verpleegkundige. Onderhuidse injecties mogen, in sommige gevallen, door uzelf of uw partner worden gegeven. Uw arts zal u uitleggen wanneer en hoe u dat moet doen. Als u de gegeven instructies precies opvolgt wordt Puregon op de juiste wijze toegediend, waarbij u de minste last heeft van de injectie. 216
Instructies voor gebruik Stap1 - Het klaarmaken van de injectiespuit De droge stof (in de vorm van een bolletje) in de glazen ampul moet worden opgelost in het oplosmiddel uit de andere glazen ampul. Breek daartoe allereerst de bovenkant van de ampul met het oplosmiddel af (a., b.). Zuig het oplosmiddel met behulp van de naald op in de spuit (c.). Breek dan de bovenkant van de ampul met de droge stof af (met de zwarte stip in de positie zoals is aangegeven in de plaatjes a. en b.) en spuit het oplosmiddel in de ampul met de droge stof (d.). NIET SCHUDDEN, maar voorzichtig zwenken totdat de oplossing helder is. Puregon lost in het algemeen onmiddellijk op. De bereide oplossing mag niet worden gebruikt als deze deeltjes bevat of troebel is. Als er meerdere bolletjes moeten worden opgelost, herhaal dan de stappen beschreven onder de punten c. en d. totdat het benodigd aantal bolletjes is opgelost. Let er op dat alle handelingen zodanig worden uitgevoerd dat tijdens het oplossen steriele omstandigheden gehandhaafd blijven (leg bijvoorbeeld nooit de spuit neer zonder eerst het beschermkapje op de naald te doen). Zuig de Puregon-oplossing op in de lege spuit (e.) en vervang nu de opzuignaald door een steriele injectienaald (f). Houd de spuit verticaal met de naald naar boven gericht en tik zachtjes tegen de zijkant om eventuele luchtbelletjes te laten opstijgen. Druk vervolgens de zuiger voorzichtig in totdat alle lucht uit de spuit is en er alleen nog Puregon-oplossing in de spuit aanwezig is (g.).
Stap2 - De injectieplaats De meest geschikte injectieplaats voor onderhuidse toediening is de onderbuik rond de navel (h.), daar waar veel huidplooien en vetlagen aanwezig zijn. Andere injectieplaatsen zijn ook mogelijk. Kies voor iedere injectie steeds een iets andere plaats. Uw dokter of verpleegkundige zal u uitleggen waar u kunt injecteren. Stap3 - De voorbereiding van het injectiegebied Tik een paar keer op de injectieplaats om kleine zenuwuiteinden te stimuleren. Dit vermindert de pijn wanneer de naald in de onderhuid wordt geprikt. Was uw handen en maak de injectieplaats schoon met een gaasje met een desinfecterend middel (bijvoorbeeld chloorhexidine 0,5%) om bacteriën van het huidoppervlak te verwijderen. Maak een gebied van ongeveer 5 centimeter rond de injectieplaats schoon en laat het desinfecterend middel minimaal 1 minuut drogen voordat u verder gaat. Stap4 - Het inbrengen van de naald Pak een huidplooi tussen duim en wijsvinger. Steek met de andere hand de naald in de huidplooi onder een hoek van 90 graden (i.).
Stap5 - Controle van de juiste positie van de naald Trek de zuiger van de spuit voorzichtig iets op om te controleren of de naald op de juiste plaats zit. Als er bloed wordt opgezogen in de spuit betekent dit dat er een adertje is aangeprikt. Trek in dat geval de 217
naald uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel; de bloeding houdt na ongeveer 2 minuten op. Gebruik de met bloed verontreinigde oplossing niet; spuit deze door de gootsteen. Begin opnieuw met stap1 en gebruik een nieuwe spuit, nieuwe naalden, en nieuwe ampullen met Puregon en oplosmiddel. Stap6 - Het injecteren van de oplossing Druk de zuiger langzaam en gelijkmatig in. Hierdoor wordt de oplossing op de juiste manier ingespoten zonder dat het spier- of onderhuidsweefsel wordt beschadigd. Stap7 - Het verwijderen van de spuit Trek de naald met een snelle beweging uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel. Een lichte massage van de huid - onderwijl nog steeds druk uitoefenend maakt de verspreiding van de Puregon oplossing gemakkelijker en vermindert de pijn. Gooi eventueel overgebleven oplossing weg. Meng Puregon niet met andere geneesmiddelen. Wat u moet doen als u meer van Puregon heeft gebruikt dan u zou mogen Vertel het uw arts. Een te hoge dosis kan leiden tot overstimulatie van de eierstokken. Zie de paragraaf over mogelijke bijwerkingen. Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Puregon te gebruiken Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Vertel uw arts dat u een dosering heeft gemist. 4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Puregon bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Minder ernstige bijwerkingen zijn kneuzing, pijn, roodheid, zwelling of jeuk op de plaats van injectie. Incidenteel is ook meer verspreide huiduitslag waargenomen. Als u een vrouw bent: Een complicatie van behandeling met FSH is ongewenste overstimulatie van de eierstokken. Deze complicatie kan zeer ernstige vormen aannemen, maar de kans erop kan worden verkleind door zorgvuldige controle van de follikelontwikkeling gedurende de behandeling. De eerste tekenen van overstimulatie van de eierstokken kunnen zijn: pijn in de onderbuik, misselijkheid of diarree. In ernstige gevallen kan dit gepaard gaan met een vergroting van de eierstokken, ophoping van vocht in de buikholte en/of in de borstholte, gewichtstoename en het ontstaan van stolsels in de bloedsomloop. Mocht u last krijgen van één of meer van deze verschijnselen, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Sporadisch kunnen bloedstolsels ontstaan zonder dat ongewenste overstimulatie van de eierstokken optreedt (zie ook “Wees extra voorzichtig met Puregon”). Andere bijwerkingen die zijn waargenomen tijdens klinische studies zijn hoofdpijn en misselijkheid. Als u een man bent: Bij de gecombineerde behandeling kan borstontwikkeling of acne optreden. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 218
5.
HOE BEWAART U PUREGON
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. Gebruik Puregon niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket na ‘EXP:’. Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De ampullen in de buitenverpakking bewaren. Na het oplossen van Puregon in het oplosmiddel, dient de oplossing direct te worden gebruikt. Gebruik Puregon niet als u bemerkt dat de oplossing deeltjes bevat of troebel is. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Puregon • •
Het werkzaam bestanddeel is follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH) in een sterkte van 50 IE per ampul. De andere bestanddelen zijn sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; het oplosmiddel bevat natriumchloride (4,5 mg) in water voor injecties (1,0 ml). De pH kan zijn bijgesteld met natriumhydroxide en/of zoutzuur.
Hoe ziet Puregon er uit en wat is de inhoud van de verpakking Puregon 50 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie (poeder voor injectie) is een wit tot gebroken witte cake of poeder en wordt geleverd in een glazen ampul. Het moet worden opgelost met het oplosmiddel (oplosmiddel voor parenteraal gebruik), een heldere en kleurloze oplossing die zich bevindt in een tweede glazen ampul. Puregon is beschikbaar in verpakkingen met 1, 3, 5 en 10 ampullen. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland Fabrikant • N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland • Organon (Ireland) Ltd., P.O. Box 2857, Drynam Road, Swords, Co. Dublin, Ierland • SP, Usine Saint Charles, 60590 Eragny sur Epte, Frankrijk Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in Bij correspondentie is het gewenst het verpakkingsnummer te vermelden.
219
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Puregon 75 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is Puregon en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Puregon gebruikt 3. Hoe wordt Puregon gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Puregon 6. Aanvullende informatie 1.
WAT IS PUREGON EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Puregon poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie bevat follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH). FSH behoort tot de groep van gonadotrofines, welke belangrijk zijn voor de vruchtbaarheid en reproduktie. Bij de vrouw is FSH nodig voor de groei en ontwikkeling van follikels. Dit zijn kleine ronde blaasjes in de eierstokken waarin zich de eicellen bevinden. Bij de man is FSH nodig voor de produktie van sperma. Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen te behandelen in de volgende gevallen: • Indien geen eisprong plaatsvindt kan Puregon worden toegepast om een eisprong te doen plaatsvinden bij vrouwen die niet reageerden op een behandeling met clomifeencitraat. • In het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals in vitro fertilisatie (IVF; ook bekend als reageerbuisbevruchting) en andere methoden, kan Puregon bij vrouwen worden toegepast om meerdere follikels tot ontwikkeling te brengen. • Bij mannen die door een tekort aan hormonen onvruchtbaar zijn kan Puregon worden toegepast voor de produktie van sperma. 2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U PUREGON GEBRUIKT
Gebruik Puregon niet • • • • • • •
als u een gezwel heeft in de eierstokken, borsten, baarmoeder, teelballen/testes, hypofyse (hersenaanhangsel), of hypothalamus als u allergisch (overgevoelig) bent voor follitropin beta of voor één van de andere bestanddelen van Puregon als u hevige of onregelmatige vaginale bloedingen heeft waarvan de oorzaak niet bekend is als u een gestoorde functie van de eierstokken heeft als u eierstokcysten of vergrote eierstokken heeft, die niet samenhangen met het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS) als u afwijkingen aan de geslachtsorganen heeft die een zwangerschap onmogelijk maken als u vleesbomen (myomen) in de baarmoeder heeft die een zwangerschap onmogelijk maken 220
•
als u lijdt aan een primaire stoornis van de teelballen/testes.
Wees extra voorzichtig met Puregon Informeer uw arts als u in het verleden een allergische reactie op neomycine en/of streptomycine (antibiotica) heeft ondervonden. Als u een vrouw bent: Intensieve controle door uw arts is uiterst belangrijk. In het algemeen wordt regelmatig een 'echo' gemaakt en bloed geprikt of de urine nagekeken. Aan de hand van de uitslagen stelt uw arts steeds de juiste dosering vast. Dit is van groot belang, omdat een te hoge dosering tot een zeldzaam voorkomende maar ernstige, ongewenste overstimulatie van de eierstokken kan leiden. Dit kan zich uiten in de vorm van buikklachten. Door regelmatige controle op het effect van behandeling met FSH kan uw arts eventuele overstimulatie van de eierstokken voorkomen. Mocht u last krijgen van buikklachten, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Bij behandeling met Puregon kan (net als bij zwangerschap) de kans op trombose (de vorming van een bloedstolsel in een bloedvat, meestal in de aderen van de benen of longen) iets hoger zijn. Bespreek dit met uw arts vóór het starten van de behandeling, vooral als: • u al weet dat u een verhoogde kans op trombose heeft • u zelf of iemand in uw directe familie, ooit trombose heeft gehad • u veel te zwaar bent. Als u een man bent: Verhoogde FSH bloedniveaus zijn kenmerkend voor beschadiging van de testes. Gewoonlijk is Puregon niet effectief in dergelijke gevallen. Om de behandeling te controleren kan uw arts u vragen een semenanalyse te ondergaan 4 tot 6 maanden na aanvang van de behandeling. Gebruik in combinatie met andere geneesmiddelen Wanneer Puregon wordt gebruikt in combinatie met clomifeencitraat kan er een versterkte follikelrespons optreden. Als er een GnRH-agonist wordt gebruikt kan een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het verkrijgen van een respons. Vertel uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt krijgen. Zwangerschap Er zijn geen aanwijzigingen vanuit de kliniek of op grond van studies bij dieren dat het gebruik van Puregon tijdens de zwangerschap zou kunnen leiden tot congenitale afwijkingen bij het kind. Desalniettemin mag U Puregon niet gebruiken als u zwanger bent of als u vermoedt dat u zwanger zou kunnen zijn. Na behandeling met een gonadotrofine preparaat is er een verhoogde kans op een meerlingzwangerschap. Meerlingzwangerschappen dragen een verhoogd gezondheidsrisico met zich mee voor zowel de moeder als haar baby’s rond de geboorte. Bovendien kunnen zowel meerlingzwangerschappen als eigenschappen van de patiënten die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan (bijv. leeftijd van de vrouw, eigenschappen van het sperma) geassocieerd zijn met een verhoogde kans op aangeboren afwijkingen. In vrouwen met beschadigde eileiders is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap iets verhoogd. Vrouwen die worden behandeld voor onvruchtbaarheid lopen een iets groter risico op het krijgen van een miskraam. Borstvoeding U mag Puregon niet gebruiken als u borstvoeding geeft.
221
Rijvaardigheid en het gebruik van machines Er zijn geen effecten waargenomen op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 3.
HOE WORDT PUREGON GEBRUIKT
Volg bij het gebruik van Puregon nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. Dosering voor de vrouw De dosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering kan eventueel aangepast worden naarmate de behandeling vordert. Hieronder volgen nadere details over het behandelingsschema. Omdat er grote verschillen zijn tussen vrouwen wat betreft de reactie van de eierstokken op gonadotrofines, is het onmogelijk één doseringsschema aan te bevelen dat geschikt is voor iedere vrouw. Om de juiste dosering vast te stellen wordt de follikelgroei gemeten door middel van het maken van echo’s en het bepalen van de hoeveelheid oestradiol (het vrouwelijke geslachtshormoon) in bloed of urine. • Vrouwen bij wie geen eisprong plaatsvindt De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste zeven dagen gegeven. Als er geen follikel tot ontwikkeling komt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de hoeveelheid oestradiol aangeven dat er een reactie van de eierstokken is. Deze dagdosis wordt dan aangehouden tot er een follikel van voldoende grootte is. Meestal is een behandelingsduur van 7 tot 14 dagen hiervoor voldoende. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt en de eisprong wordt opgewekt door toediening van humaan choriongonadotrofine (hCG). • Kunstmatige voortplantingstechnieken, bijvoorbeeld IVF De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste gedurende vier dagen gegeven. Daarna kan de dosis voor elke patiënt afzonderlijk worden aangepast al naar gelang de reactie van de eierstokken. Zodra er voldoende follikels van voldoende grootte zijn, kan de laatste fase in de follikelrijping worden opgewekt. Dit gebeurt door toediening van hCG. De eicellen worden 34-35 uur later geoogst. Dosering voor de man Puregon wordt gewoonlijk voorgeschreven in een dosering van 450 IE/week, meestal verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, in combinatie met een ander hormoon (hCG), voor tenminste 3 tot 4 maanden. Als er na deze periode geen reactie is opgetreden, kan uw behandeling voor tenminste 18 maanden worden voortgezet. De wijze van gebruik en toedieningswegen Puregon werkt alleen als het wordt ingespoten in een spier of onderhuids. De allereerste injectie met Puregon dient te worden toegediend in aanwezigheid van een arts. De droge stof moet worden opgelost met het oplosmiddel uit de ampul en deze oplossing dient vervolgens direct te worden toegediend. Om injectie van een groot volume te voorkomen kunnen 3 tot 4 koekjes Puregon worden opgelost in 1 ml oplosmiddel. Wanneer slechts 1 of 2 koekjes nodig zijn kan het volume worden teruggebracht tot 0,5 ml. De Puregon-oplossing wordt langzaam toegediend in spierweefsel (bijvoorbeeld in bil, bovenbeen of bovenarm), of onderhuids (bijvoorbeeld in de buikwand). Injecties in een spier mogen alleen worden gegeven door een arts of verpleegkundige. Onderhuidse injecties mogen, in sommige gevallen, door uzelf of uw partner worden gegeven. Uw arts zal u uitleggen wanneer en hoe u dat moet doen. Als u de gegeven instructies precies opvolgt wordt Puregon op de juiste wijze toegediend, waarbij u de minste last heeft van de injectie. 222
Instructies voor gebruik Stap1 - Het klaarmaken van de injectiespuit De droge stof (in de vorm van een koekje) in de glazen injectieflacon moet worden opgelost in het oplosmiddel uit de glazen ampul. Breek daartoe allereerst de bovenkant van de glazen ampul af (a., b.). Zuig het oplosmiddel met behulp van de naald op in de spuit (c.). Verwijder het “flip-off” dekseltje van de injectieflacon en spuit het oplosmiddel door het rubberen stopje heen in de injectieflacon met de droge stof (d.). NIET SCHUDDEN, maar voorzichtig zwenken totdat de oplossing helder is. Puregon lost in het algemeen onmiddellijk op. De bereide oplossing mag niet worden gebruikt als deze deeltjes bevat of troebel is. Als er meerdere koekjes moeten worden opgelost, herhaal dan de stappen beschreven onder de punten c. en d. totdat het benodigd aantal koekjes is opgelost. Let er op dat alle handelingen zodanig worden uitgevoerd dat tijdens het oplossen steriele omstandigheden gehandhaafd blijven (leg bijvoorbeeld nooit de spuit neer zonder eerst het beschermkapje op de naald te doen). Zuig de Puregon-oplossing op in de lege spuit (e.) en vervang nu de opzuignaald door een steriele injectienaald (f.). Houd de spuit verticaal met de naald naar boven gericht en tik zachtjes tegen de zijkant om eventuele luchtbelletjes te laten opstijgen. Druk vervolgens de zuiger voorzichtig in totdat alle lucht uit de spuit is en er alleen nog Puregon-oplossing in de spuit aanwezig is (g.).
Stap2 - De injectieplaats De meest geschikte injectieplaats voor onderhuidse toediening is de onderbuik rond de navel (h.), daar waar veel huidplooien en vetlagen aanwezig zijn. Andere injectieplaatsen zijn ook mogelijk. Kies voor iedere injectie steeds een iets andere plaats. Uw dokter of verpleegkundige zal u uitleggen waar u kunt injecteren. Stap3 - De voorbereiding van het injectiegebied Tik een paar keer op de injectieplaats om kleine zenuwuiteinden te stimuleren. Dit vermindert de pijn wanneer de naald in de onderhuid wordt geprikt. Was uw handen en maak de injectieplaats schoon met een gaasje met een desinfecterend middel (bijvoorbeeld chloorhexidine 0,5%) om bacteriën van het huidoppervlak te verwijderen. Maak een gebied van ongeveer 5 centimeter rond de injectieplaats schoon en laat het desinfecterend middel minimaal 1 minuut drogen voordat u verder gaat. Stap4 - Het inbrengen van de naald Pak een huidplooi tussen duim en wijsvinger. Steek met de andere hand de naald in de huidplooi onder een hoek van 90 graden (i.).
Stap5 - Controle van de juiste positie van de naald Trek de zuiger van de spuit voorzichtig iets op om te controleren of de naald op de juiste plaats zit. Als er bloed wordt opgezogen in de spuit betekent dit dat er een adertje is aangeprikt. Trek in dat geval de 223
naald uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel; de bloeding houdt na ongeveer 2 minuten op. Gebruik de met bloed verontreinigde oplossing niet; spuit deze door de gootsteen. Begin opnieuw met stap1 en gebruik een nieuwe spuit, nieuwe naalden, en nieuwe injectieflacons met Puregon en ampullen met oplosmiddel. Stap6 - Het injecteren van de oplossing Druk de zuiger langzaam en gelijkmatig in. Hierdoor wordt de oplossing op de juiste manier ingespoten zonder dat het spier- of onderhuidsweefsel wordt beschadigd. Stap7 - Het verwijderen van de spuit Trek de naald met een snelle beweging uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel. Een lichte massage van de huid - onderwijl nog steeds druk uitoefenend maakt de verspreiding van de Puregon-oplossing gemakkelijker en vermindert de pijn. Gooi eventueel overgebleven oplossing weg. Meng Puregon niet met andere geneesmiddelen. Wat u moet doen als u meer van Puregon heeft gebruikt dan u zou mogen Vertel het uw arts. Een te hoge dosis kan leiden tot overstimulatie van de eierstokken. Zie de paragraaf over mogelijke bijwerkingen. Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Puregon te gebruiken Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Vertel uw arts dat u een dosering heeft gemist. 4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Puregon bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Minder ernstige bijwerkingen zijn kneuzing, pijn, roodheid, zwelling of jeuk op de plaats van injectie. Incidenteel is ook meer verspreide huiduitslag waargenomen. Als u een vrouw bent: Een complicatie van behandeling met FSH is ongewenste overstimulatie van de eierstokken. Deze complicatie kan zeer ernstige vormen aannemen, maar de kans erop kan worden verkleind door zorgvuldige controle van de follikelontwikkeling gedurende de behandeling. De eerste tekenen van overstimulatie van de eierstokken kunnen zijn: pijn in de onderbuik, misselijkheid of diarree. In ernstige gevallen kan dit gepaard gaan met een vergroting van de eierstokken, ophoping van vocht in de buikholte en/of in de borstholte, gewichtstoename en het ontstaan van stolsels in de bloedsomloop. Mocht u last krijgen van één of meer van deze verschijnselen, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Sporadisch kunnen bloedstolsels ontstaan zonder dat ongewenste overstimulatie van de eierstokken optreedt (zie ook “Wees extra voorzichtig met Puregon”). Andere bijwerkingen die zijn waargenomen tijdens klinische studies zijn hoofdpijn en misselijkheid. Als u een man bent: Bij de gecombineerde behandeling kan borstontwikkeling of acne optreden. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 224
5.
HOE BEWAART U PUREGON
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. Gebruik Puregon niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket na ‘EXP:’. Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon(s) en ampul(len) in de buitenverpakking bewaren. Na het oplossen van Puregon in het oplosmiddel, dient de oplossing direct te worden gebruikt. Gebruik Puregon niet als u bemerkt dat de oplossing deeltjes bevat of troebel is. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Puregon • •
Het werkzaam bestanddeel is follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH) in een sterkte van 75 IE per injectieflacon. De andere bestanddelen zijn sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; het oplosmiddel bevat natriumchloride (4,5 mg) in water voor injecties (1,0 ml). De pH kan zijn bijgesteld met natriumhydroxide en/of zoutzuur.
Hoe ziet Puregon er uit en wat is de inhoud van de verpakking Puregon 75 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie (poeder voor injectie) is een wit tot gebroken witte cake of poeder en wordt geleverd in een glazen injectieflacon. Het moet worden opgelost met het oplosmiddel (oplosmiddel voor parenteraal gebruik), een heldere en kleurloze oplossing die zich bevindt in een glazen ampul. Puregon is beschikbaar in verpakkingen met 1, 3, 5 en 10 injectieflacons. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland Fabrikant N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in Bij correspondentie is het gewenst het verpakkingsnummer te vermelden.
225
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Puregon 100 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is Puregon en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Puregon gebruikt 3. Hoe wordt Puregon gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Puregon 6. Aanvullende informatie 1.
WAT IS PUREGON EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Puregon poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie bevat follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH). FSH behoort tot de groep van gonadotrofines, welke belangrijk zijn voor de vruchtbaarheid en reproduktie. Bij de vrouw is FSH nodig voor de groei en ontwikkeling van follikels. Dit zijn kleine ronde blaasjes in de eierstokken waarin zich de eicellen bevinden. Bij de man is FSH nodig voor de produktie van sperma. Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen te behandelen in de volgende gevallen: • Indien geen eisprong plaatsvindt kan Puregon worden toegepast om een eisprong te doen plaatsvinden bij vrouwen die niet reageerden op een behandeling met clomifeencitraat. • In het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals in vitro fertilisatie (IVF; ook bekend als reageerbuisbevruchting) en andere methoden, kan Puregon bij vrouwen worden toegepast om meerdere follikels tot ontwikkeling te brengen. • Bij mannen die door een tekort aan hormonen onvruchtbaar zijn kan Puregon worden toegepast voor de produktie van sperma. 2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U PUREGON GEBRUIKT
Gebruik Puregon niet • • • • • • •
als u een gezwel heeft in de eierstokken, borsten, baarmoeder, teelballen/testes, hypofyse (hersenaanhangsel), of hypothalamus als u allergisch (overgevoelig) bent voor follitropin beta of voor één van de andere bestanddelen van Puregon als u hevige of onregelmatige vaginale bloedingen heeft waarvan de oorzaak niet bekend is als u een gestoorde functie van de eierstokken heeft als u eierstokcysten of vergrote eierstokken heeft, die niet samenhangen met het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS) als u afwijkingen aan de geslachtsorganen heeft die een zwangerschap onmogelijk maken als u vleesbomen (myomen) in de baarmoeder heeft die een zwangerschap onmogelijk maken 226
•
als u lijdt aan een primaire stoornis van de teelballen/testes.
Wees extra voorzichtig met Puregon Informeer uw arts als u in het verleden een allergische reactie op neomycine en/of streptomycine (antibiotica) heeft ondervonden. Als u een vrouw bent: Intensieve controle door uw arts is uiterst belangrijk. In het algemeen wordt regelmatig een 'echo' gemaakt en bloed geprikt of de urine nagekeken. Aan de hand van de uitslagen stelt uw arts steeds de juiste dosering vast. Dit is van groot belang, omdat een te hoge dosering tot een zeldzaam voorkomende maar ernstige, ongewenste overstimulatie van de eierstokken kan leiden. Dit kan zich uiten in de vorm van buikklachten. Door regelmatige controle op het effect van behandeling met FSH kan uw arts eventuele overstimulatie van de eierstokken voorkomen. Mocht u last krijgen van buikklachten, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Bij behandeling met Puregon kan (net als bij zwangerschap) de kans op trombose (de vorming van een bloedstolsel in een bloedvat, meestal in de aderen van de benen of longen) iets hoger zijn. Bespreek dit met uw arts vóór het starten van de behandeling, vooral als: • u al weet dat u een verhoogde kans op trombose heeft • u zelf of iemand in uw directe familie, ooit trombose heeft gehad • u veel te zwaar bent. Als u een man bent: Verhoogde FSH bloedniveaus zijn kenmerkend voor beschadiging van de testes. Gewoonlijk is Puregon niet effectief in dergelijke gevallen. Om de behandeling te controleren kan uw arts u vragen een semenanalyse te ondergaan 4 tot 6 maanden na aanvang van de behandeling. Gebruik in combinatie met andere geneesmiddelen Wanneer Puregon wordt gebruikt in combinatie met clomifeencitraat kan er een versterkte follikelrespons optreden. Als er een GnRH-agonist wordt gebruikt kan een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het verkrijgen van een respons. Vertel uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt krijgen. Zwangerschap Er zijn geen aanwijzigingen vanuit de kliniek of op grond van studies bij dieren dat het gebruik van Puregon tijdens de zwangerschap zou kunnen leiden tot congenitale afwijkingen bij het kind. Desalniettemin mag U Puregon niet gebruiken als u zwanger bent of als u vermoedt dat u zwanger zou kunnen zijn. Na behandeling met een gonadotrofine preparaat is er een verhoogde kans op een meerlingzwangerschap. Meerlingzwangerschappen dragen een verhoogd gezondheidsrisico met zich mee voor zowel de moeder als haar baby’s rond de geboorte. Bovendien kunnen zowel meerlingzwangerschappen als eigenschappen van de patiënten die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan (bijv. leeftijd van de vrouw, eigenschappen van het sperma) geassocieerd zijn met een verhoogde kans op aangeboren afwijkingen. In vrouwen met beschadigde eileiders is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap iets verhoogd. Vrouwen die worden behandeld voor onvruchtbaarheid lopen een iets groter risico op het krijgen van een miskraam. Borstvoeding U mag Puregon niet gebruiken als u borstvoeding geeft.
227
Rijvaardigheid en het gebruik van machines Er zijn geen effecten waargenomen op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 3.
HOE WORDT PUREGON GEBRUIKT
Volg bij het gebruik van Puregon nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. Dosering voor de vrouw De dosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering kan eventueel aangepast worden naarmate de behandeling vordert. Hieronder volgen nadere details over het behandelingsschema. Omdat er grote verschillen zijn tussen vrouwen wat betreft de reactie van de eierstokken op gonadotrofines, is het onmogelijk één doseringsschema aan te bevelen dat geschikt is voor iedere vrouw. Om de juiste dosering vast te stellen wordt de follikelgroei gemeten door middel van het maken van echo’s en het bepalen van de hoeveelheid oestradiol (het vrouwelijke geslachtshormoon) in bloed of urine. • Vrouwen bij wie geen eisprong plaatsvindt De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste zeven dagen gegeven. Als er geen follikel tot ontwikkeling komt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de hoeveelheid oestradiol aangeven dat er een reactie van de eierstokken is. Deze dagdosis wordt dan aangehouden tot er een follikel van voldoende grootte is. Meestal is een behandelingsduur van 7 tot 14 dagen hiervoor voldoende. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt en de eisprong wordt opgewekt door toediening van humaan choriongonadotrofine (hCG). • Kunstmatige voortplantingstechnieken, bijvoorbeeld IVF De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste gedurende vier dagen gegeven. Daarna kan de dosis voor elke patiënt afzonderlijk worden aangepast al naar gelang de reactie van de eierstokken. Zodra er voldoende follikels van voldoende grootte zijn, kan de laatste fase in de follikelrijping worden opgewekt. Dit gebeurt door toediening van hCG. De eicellen worden 34-35 uur later geoogst. Dosering voor de man Puregon wordt gewoonlijk voorgeschreven in een dosering van 450 IE/week, meestal verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, in combinatie met een ander hormoon (hCG), voor tenminste 3 tot 4 maanden. Als er na deze periode geen reactie is opgetreden, kan uw behandeling voor tenminste 18 maanden worden voortgezet. De wijze van gebruik en toedieningswegen Puregon werkt alleen als het wordt ingespoten in een spier of onderhuids. De allereerste injectie met Puregon dient te worden toegediend in aanwezigheid van een arts. De droge stof moet worden opgelost met het oplosmiddel uit de andere ampul en deze oplossing dient vervolgens direct te worden toegediend. Om injectie van een groot volume te voorkomen kunnen 3 tot 4 bolletjes Puregon worden opgelost in 1 ml oplosmiddel. Wanneer slechts 1 of 2 bolletjes nodig zijn kan het volume worden teruggebracht tot 0,5 ml. De Puregon-oplossing wordt langzaam toegediend in spierweefsel (bijvoorbeeld in bil, bovenbeen of bovenarm), of onderhuids (bijvoorbeeld in de buikwand). Injecties in een spier mogen alleen worden gegeven door een arts of verpleegkundige. Onderhuidse injecties mogen, in sommige gevallen, door uzelf of uw partner worden gegeven. Uw arts zal u uitleggen wanneer en hoe u dat moet doen. Als u de gegeven instructies precies opvolgt wordt Puregon op de juiste wijze toegediend, waarbij u de minste last heeft van de injectie. 228
Instructies voor gebruik Stap1 - Het klaarmaken van de injectiespuit De droge stof (in de vorm van een bolletje) in de glazen ampul moet worden opgelost in het oplosmiddel uit de andere glazen ampul. Breek daartoe allereerst de bovenkant van de ampul met het oplosmiddel af (a., b.). Zuig het oplosmiddel met behulp van de naald op in de spuit (c.). Breek dan de bovenkant van de ampul met de droge stof af (met de zwarte stip in de positie zoals is aangegeven in de plaatjes a. en b.) en spuit het oplosmiddel in de ampul met de droge stof (d.). NIET SCHUDDEN, maar voorzichtig zwenken totdat de oplossing helder is. Puregon lost in het algemeen onmiddellijk op. De bereide oplossing mag niet worden gebruikt als deze deeltjes bevat of troebel is. Als er meerdere bolletjes moeten worden opgelost, herhaal dan de stappen beschreven onder de punten c. en d. totdat het benodigd aantal bolletjes is opgelost. Let er op dat alle handelingen zodanig worden uitgevoerd dat tijdens het oplossen steriele omstandigheden gehandhaafd blijven (leg bijvoorbeeld nooit de spuit neer zonder eerst het beschermkapje op de naald te doen). Zuig de Puregon-oplossing op in de lege spuit (e.) en vervang nu de opzuignaald door een steriele injectienaald (f.). Houd de spuit verticaal met de naald naar boven gericht en tik zachtjes tegen de zijkant om eventuele luchtbelletjes te laten opstijgen. Druk vervolgens de zuiger voorzichtig in totdat alle lucht uit de spuit is en er alleen nog Puregon-oplossing in de spuit aanwezig is (g.).
Stap2 - De injectieplaats De meest geschikte injectieplaats voor onderhuidse toediening is de onderbuik rond de navel (h.), daar waar veel huidplooien en vetlagen aanwezig zijn. Andere injectieplaatsen zijn ook mogelijk. Kies voor iedere injectie steeds een iets andere plaats. Uw dokter of verpleegkundige zal u uitleggen waar u kunt injecteren. Stap3 - De voorbereiding van het injectiegebied Tik een paar keer op de injectieplaats om kleine zenuwuiteinden te stimuleren. Dit vermindert de pijn wanneer de naald in de onderhuid wordt geprikt. Was uw handen en maak de injectieplaats schoon met een gaasje met een desinfecterend middel (bijvoorbeeld chloorhexidine 0,5%) om bacteriën van het huidoppervlak te verwijderen. Maak een gebied van ongeveer 5 centimeter rond de injectieplaats schoon en laat het desinfecterend middel minimaal 1 minuut drogen voordat u verder gaat. Stap4 - Het inbrengen van de naald Pak een huidplooi tussen duim en wijsvinger. Steek met de andere hand de naald in de huidplooi onder een hoek van 90 graden (i.).
Stap5 - Controle van de juiste positie van de naald Trek de zuiger van de spuit voorzichtig iets op om te controleren of de naald op de juiste plaats zit. Als er bloed wordt opgezogen in de spuit betekent dit dat er een adertje is aangeprikt. Trek in dat geval de 229
naald uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel; de bloeding houdt na ongeveer 2 minuten op. Gebruik de met bloed verontreinigde oplossing niet; spuit deze door de gootsteen. Begin opnieuw met stap1 en gebruik een nieuwe spuit, nieuwe naalden, en nieuwe ampullen met Puregon en oplosmiddel. Stap6 - Het injecteren van de oplossing Druk de zuiger langzaam en gelijkmatig in. Hierdoor wordt de oplossing op de juiste manier ingespoten zonder dat het spier- of onderhuidsweefsel wordt beschadigd. Stap7 - Het verwijderen van de spuit Trek de naald met een snelle beweging uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel. Een lichte massage van de huid - onderwijl nog steeds druk uitoefenend maakt de verspreiding van de Puregon-oplossing gemakkelijker en vermindert de pijn. Gooi eventueel overgebleven oplossing weg. Meng Puregon niet met andere geneesmiddelen. Wat u moet doen als u meer van Puregon heeft gebruikt dan u zou mogen Vertel het uw arts. Een te hoge dosis kan leiden tot overstimulatie van de eierstokken. Zie de paragraaf over mogelijke bijwerkingen. Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Puregon te gebruiken Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Vertel uw arts dat u een dosering heeft gemist. 4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Puregon bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Minder ernstige bijwerkingen zijn kneuzing, pijn, roodheid, zwelling of jeuk op de plaats van injectie. Incidenteel is ook meer verspreide huiduitslag waargenomen. Als u een vrouw bent: Een complicatie van behandeling met FSH is ongewenste overstimulatie van de eierstokken. Deze complicatie kan zeer ernstige vormen aannemen, maar de kans erop kan worden verkleind door zorgvuldige controle van de follikelontwikkeling gedurende de behandeling. De eerste tekenen van overstimulatie van de eierstokken kunnen zijn: pijn in de onderbuik, misselijkheid of diarree. In ernstige gevallen kan dit gepaard gaan met een vergroting van de eierstokken, ophoping van vocht in de buikholte en/of in de borstholte, gewichtstoename en het ontstaan van stolsels in de bloedsomloop. Mocht u last krijgen van één of meer van deze verschijnselen, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Sporadisch kunnen bloedstolsels ontstaan zonder dat ongewenste overstimulatie van de eierstokken optreedt (zie ook “Wees extra voorzichtig met Puregon”). Andere bijwerkingen die zijn waargenomen tijdens klinische studies zijn hoofdpijn en misselijkheid. Als u een man bent: Bij de gecombineerde behandeling kan borstontwikkeling of acne optreden. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 230
5.
HOE BEWAART U PUREGON
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. Gebruik Puregon niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket na ‘EXP:’. Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De ampullen in de buitenverpakking bewaren. Na het oplossen van Puregon in het oplosmiddel, dient de oplossing direct te worden gebruikt. Gebruik Puregon niet als u bemerkt dat de oplossing deeltjes bevat of troebel is. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Puregon • •
Het werkzaam bestanddeel is follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH) in een sterkte van 100 IE per ampul. De andere bestanddelen zijn sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; het oplosmiddel bevat natriumchloride (4,5 mg) in water voor injecties (1,0 ml). De pH kan zijn bijgesteld met natriumhydroxide en/of zoutzuur.
Hoe ziet Puregon er uit en wat is de inhoud van de verpakking Puregon 100 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie (poeder voor injectie) is een wit tot gebroken witte cake of poeder en wordt geleverd in een glazen ampul. Het moet worden opgelost met het oplosmiddel (oplosmiddel voor parenteraal gebruik), een heldere en kleurloze oplossing die zich bevindt in een tweede glazen ampul. Puregon is beschikbaar in verpakkingen met 1, 3, 5 en 10 ampullen. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland Fabrikant • N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland • Organon (Ireland) Ltd., P.O. Box 2857, Drynam Road, Swords, Co. Dublin, Ierland • SP, Usine Saint Charles, 60590 Eragny sur Epte, Frankrijk Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in Bij correspondentie is het gewenst het verpakkingsnummer te vermelden.
231
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Puregon 150 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie follitropin beta Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is Puregon en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Puregon gebruikt 3. Hoe wordt Puregon gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Puregon 6. Aanvullende informatie 1.
WAT IS PUREGON EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Puregon poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie bevat follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH). FSH behoort tot de groep van gonadotrofines, welke belangrijk zijn voor de vruchtbaarheid en reproduktie. Bij de vrouw is FSH nodig voor de groei en ontwikkeling van follikels. Dit zijn kleine ronde blaasjes in de eierstokken waarin zich de eicellen bevinden. Bij de man is FSH nodig voor de produktie van sperma. Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen te behandelen in de volgende gevallen: • Indien geen eisprong plaatsvindt kan Puregon worden toegepast om een eisprong te doen plaatsvinden bij vrouwen die niet reageerden op een behandeling met clomifeencitraat. • In het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals in vitro fertilisatie (IVF; ook bekend als reageerbuisbevruchting) en andere methoden, kan Puregon bij vrouwen worden toegepast om meerdere follikels tot ontwikkeling te brengen. • Bij mannen die door een tekort aan hormonen onvruchtbaar zijn kan Puregon worden toegepast voor de produktie van sperma. 2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U PUREGON GEBRUIKT
Gebruik Puregon niet • • • • • • •
als u een gezwel heeft in de eierstokken, borsten, baarmoeder, teelballen/testes, hypofyse (hersenaanhangsel), of hypothalamus als u allergisch (overgevoelig) bent voor follitropin beta of voor één van de andere bestanddelen van Puregon als u hevige of onregelmatige vaginale bloedingen heeft waarvan de oorzaak niet bekend is als u een gestoorde functie van de eierstokken heeft als u eierstokcysten of vergrote eierstokken heeft, die niet samenhangen met het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS) als u afwijkingen aan de geslachtsorganen heeft die een zwangerschap onmogelijk maken als u vleesbomen (myomen) in de baarmoeder heeft die een zwangerschap onmogelijk maken 232
•
als u lijdt aan een primaire stoornis van de teelballen/testes.
Wees extra voorzichtig met Puregon Informeer uw arts als u in het verleden een allergische reactie op neomycine en/of streptomycine (antibiotica) heeft ondervonden. Als u een vrouw bent: Intensieve controle door uw arts is uiterst belangrijk. In het algemeen wordt regelmatig een 'echo' gemaakt en bloed geprikt of de urine nagekeken. Aan de hand van de uitslagen stelt uw arts steeds de juiste dosering vast. Dit is van groot belang, omdat een te hoge dosering tot een zeldzaam voorkomende maar ernstige, ongewenste overstimulatie van de eierstokken kan leiden. Dit kan zich uiten in de vorm van buikklachten. Door regelmatige controle op het effect van behandeling met FSH kan uw arts eventuele overstimulatie van de eierstokken voorkomen. Mocht u last krijgen van buikklachten, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Bij behandeling met Puregon kan (net als bij zwangerschap) de kans op trombose (de vorming van een bloedstolsel in een bloedvat, meestal in de aderen van de benen of longen) iets hoger zijn. Bespreek dit met uw arts vóór het starten van de behandeling, vooral als: • u al weet dat u een verhoogde kans op trombose heeft • u zelf of iemand in uw directe familie, ooit trombose heeft gehad • u veel te zwaar bent. Als u een man bent: Verhoogde FSH bloedniveaus zijn kenmerkend voor beschadiging van de testes. Gewoonlijk is Puregon niet effectief in dergelijke gevallen. Om de behandeling te controleren kan uw arts u vragen een semenanalyse te ondergaan 4 tot 6 maanden na aanvang van de behandeling. Gebruik in combinatie met andere geneesmiddelen Wanneer Puregon wordt gebruikt in combinatie met clomifeencitraat kan er een versterkte follikelrespons optreden. Als er een GnRH-agonist wordt gebruikt kan een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het verkrijgen van een respons. Vertel uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt krijgen. Zwangerschap Er zijn geen aanwijzigingen vanuit de kliniek of op grond van studies bij dieren dat het gebruik van Puregon tijdens de zwangerschap zou kunnen leiden tot congenitale afwijkingen bij het kind. Desalniettemin mag U Puregon niet gebruiken als u zwanger bent of als u vermoedt dat u zwanger zou kunnen zijn. Na behandeling met een gonadotrofine preparaat is er een verhoogde kans op een meerlingzwangerschap. Meerlingzwangerschappen dragen een verhoogd gezondheidsrisico met zich mee voor zowel de moeder als haar baby’s rond de geboorte. Bovendien kunnen zowel meerlingzwangerschappen als eigenschappen van de patiënten die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan (bijv. leeftijd van de vrouw, eigenschappen van het sperma) geassocieerd zijn met een verhoogde kans op aangeboren afwijkingen. In vrouwen met beschadigde eileiders is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap iets verhoogd. Vrouwen die worden behandeld voor onvruchtbaarheid lopen een iets groter risico op het krijgen van een miskraam. Borstvoeding U mag Puregon niet gebruiken als u borstvoeding geeft.
233
Rijvaardigheid en het gebruik van machines Er zijn geen effecten waargenomen op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 3.
HOE WORDT PUREGON GEBRUIKT
Volg bij het gebruik van Puregon nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. Dosering voor de vrouw De dosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering kan eventueel aangepast worden naarmate de behandeling vordert. Hieronder volgen nadere details over het behandelingsschema. Omdat er grote verschillen zijn tussen vrouwen wat betreft de reactie van de eierstokken op gonadotrofines, is het onmogelijk één doseringsschema aan te bevelen dat geschikt is voor iedere vrouw. Om de juiste dosering vast te stellen wordt de follikelgroei gemeten door middel van het maken van echo’s en het bepalen van de hoeveelheid oestradiol (het vrouwelijke geslachtshormoon) in bloed of urine. • Vrouwen bij wie geen eisprong plaatsvindt De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste zeven dagen gegeven. Als er geen follikel tot ontwikkeling komt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de hoeveelheid oestradiol aangeven dat er een reactie van de eierstokken is. Deze dagdosis wordt dan aangehouden tot er een follikel van voldoende grootte is. Meestal is een behandelingsduur van 7 tot 14 dagen hiervoor voldoende. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt en de eisprong wordt opgewekt door toediening van humaan choriongonadotrofine (hCG). • Kunstmatige voortplantingstechnieken, bijvoorbeeld IVF De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste gedurende vier dagen gegeven. Daarna kan de dosis voor elke patiënt afzonderlijk worden aangepast al naar gelang de reactie van de eierstokken. Zodra er voldoende follikels van voldoende grootte zijn, kan de laatste fase in de follikelrijping worden opgewekt. Dit gebeurt door toediening van hCG. De eicellen worden 34-35 uur later geoogst. Dosering voor de man Puregon wordt gewoonlijk voorgeschreven in een dosering van 450 IE/week, meestal verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, in combinatie met een ander hormoon (hCG), voor tenminste 3 tot 4 maanden. Als er na deze periode geen reactie is opgetreden, kan uw behandeling voor tenminste 18 maanden worden voortgezet. De wijze van gebruik en toedieningswegen Puregon werkt alleen als het wordt ingespoten in een spier of onderhuids. De allereerste injectie met Puregon dient te worden toegediend in aanwezigheid van een arts. De droge stof moet worden opgelost met het oplosmiddel uit de andere ampul en deze oplossing dient vervolgens direct te worden toegediend. Om injectie van een groot volume te voorkomen kunnen 3 tot 4 bolletjes Puregon worden opgelost in 1 ml oplosmiddel. Wanneer slechts 1 of 2 bolletjes nodig zijn kan het volume worden teruggebracht tot 0,5 ml. De Puregon-oplossing wordt langzaam toegediend in spierweefsel (bijvoorbeeld in bil, bovenbeen of bovenarm), of onderhuids (bijvoorbeeld in de buikwand). Injecties in een spier mogen alleen worden gegeven door een arts of verpleegkundige. Onderhuidse injecties mogen, in sommige gevallen, door uzelf of uw partner worden gegeven. Uw arts zal u uitleggen wanneer en hoe u dat moet doen. Als u de gegeven instructies precies opvolgt wordt Puregon op de juiste wijze toegediend, waarbij u de minste last heeft van de injectie. 234
Instructies voor gebruik Stap1 - Het klaarmaken van de injectiespuit De droge stof (in de vorm van een bolletje) in de glazen ampul moet worden opgelost in het oplosmiddel uit de andere glazen ampul. Breek daartoe allereerst de bovenkant van de ampul met het oplosmiddel af (a., b.). Zuig het oplosmiddel met behulp van de naald op in de spuit (c.). Breek dan de bovenkant van de ampul met de droge stof af (met de zwarte stip in de positie zoals is aangegeven in de plaatjes a. en b.) en spuit het oplosmiddel in de ampul met de droge stof (d.). NIET SCHUDDEN, maar voorzichtig zwenken totdat de oplossing helder is. Puregon lost in het algemeen onmiddellijk op. De bereide oplossing mag niet worden gebruikt als deze deeltjes bevat of troebel is. Als er meerdere bolletjes moeten worden opgelost, herhaal dan de stappen beschreven onder de punten c. en d. totdat het benodigd aantal bolletjes is opgelost. Let er op dat alle handelingen zodanig worden uitgevoerd dat tijdens het oplossen steriele omstandigheden gehandhaafd blijven (leg bijvoorbeeld nooit de spuit neer zonder eerst het beschermkapje op de naald te doen). Zuig de Puregon-oplossing op in de lege spuit (e.) en vervang nu de opzuignaald door een steriele injectienaald (f.). Houd de spuit verticaal met de naald naar boven gericht en tik zachtjes tegen de zijkant om eventuele luchtbelletjes te laten opstijgen. Druk vervolgens de zuiger voorzichtig in totdat alle lucht uit de spuit is en er alleen nog Puregon-oplossing in de spuit aanwezig is (g.).
Stap2 - De injectieplaats De meest geschikte injectieplaats voor onderhuidse toediening is de onderbuik rond de navel (h.), daar waar veel huidplooien en vetlagen aanwezig zijn. Andere injectieplaatsen zijn ook mogelijk. Kies voor iedere injectie steeds een iets andere plaats. Uw dokter of verpleegkundige zal u uitleggen waar u kunt injecteren. Stap3 - De voorbereiding van het injectiegebied Tik een paar keer op de injectieplaats om kleine zenuwuiteinden te stimuleren. Dit vermindert de pijn wanneer de naald in de onderhuid wordt geprikt. Was uw handen en maak de injectieplaats schoon met een gaasje met een desinfecterend middel (bijvoorbeeld chloorhexidine 0,5%) om bacteriën van het huidoppervlak te verwijderen. Maak een gebied van ongeveer 5 centimeter rond de injectieplaats schoon en laat het desinfecterend middel minimaal 1 minuut drogen voordat u verder gaat. Stap4 - Het inbrengen van de naald Pak een huidplooi tussen duim en wijsvinger. Steek met de andere hand de naald in de huidplooi onder een hoek van 90 graden (i.).
Stap5 - Controle van de juiste positie van de naald Trek de zuiger van de spuit voorzichtig iets op om te controleren of de naald op de juiste plaats zit. Als er bloed wordt opgezogen in de spuit betekent dit dat er een adertje is aangeprikt. Trek in dat geval de 235
naald uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel; de bloeding houdt na ongeveer 2 minuten op. Gebruik de met bloed verontreinigde oplossing niet; spuit deze door de gootsteen. Begin opnieuw met stap1 en gebruik een nieuwe spuit, nieuwe naalden, en nieuwe ampullen met Puregon en oplosmiddel. Stap6 - Het injecteren van de oplossing Druk de zuiger langzaam en gelijkmatig in. Hierdoor wordt de oplossing op de juiste manier ingespoten zonder dat het spier- of onderhuidsweefsel wordt beschadigd. Stap7 - Het verwijderen van de spuit Trek de naald met een snelle beweging uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel. Een lichte massage van de huid - onderwijl nog steeds druk uitoefenend maakt de verspreiding van de Puregon-oplossing gemakkelijker en vermindert de pijn. Gooi eventueel overgebleven oplossing weg. Meng Puregon niet met andere geneesmiddelen. Wat u moet doen als u meer van Puregon heeft gebruikt dan u zou mogen Vertel het uw arts. Een te hoge dosis kan leiden tot overstimulatie van de eierstokken. Zie de paragraaf over mogelijke bijwerkingen. Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Puregon te gebruiken Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Vertel uw arts dat u een dosering heeft gemist. 4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Puregon bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Minder ernstige bijwerkingen zijn kneuzing, pijn, roodheid, zwelling of jeuk op de plaats van injectie. Incidenteel is ook meer verspreide huiduitslag waargenomen. Als u een vrouw bent: Een complicatie van behandeling met FSH is ongewenste overstimulatie van de eierstokken. Deze complicatie kan zeer ernstige vormen aannemen, maar de kans erop kan worden verkleind door zorgvuldige controle van de follikelontwikkeling gedurende de behandeling. De eerste tekenen van overstimulatie van de eierstokken kunnen zijn: pijn in de onderbuik, misselijkheid of diarree. In ernstige gevallen kan dit gepaard gaan met een vergroting van de eierstokken, ophoping van vocht in de buikholte en/of in de borstholte, gewichtstoename en het ontstaan van stolsels in de bloedsomloop. Mocht u last krijgen van één of meer van deze verschijnselen, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Sporadisch kunnen bloedstolsels ontstaan zonder dat ongewenste overstimulatie van de eierstokken optreedt (zie ook “Wees extra voorzichtig met Puregon”). Andere bijwerkingen die zijn waargenomen tijdens klinische studies zijn hoofdpijn en misselijkheid. Als u een man bent: Bij de gecombineerde behandeling kan borstontwikkeling of acne optreden. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 236
5.
HOE BEWAART U PUREGON
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. Gebruik Puregon niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket na ‘EXP:’. Bewaren beneden 30 °C. Niet in de vriezer bewaren. De ampullen in de buitenverpakking bewaren. Na het oplossen van Puregon in het oplosmiddel, dient de oplossing direct te worden gebruikt. Gebruik Puregon niet als u bemerkt dat de oplossing deeltjes bevat of troebel is. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Puregon • •
Het werkzaam bestanddeel is follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH) in een sterkte van 150 IE per ampul. De andere bestanddelen zijn sucrose, natriumcitraat en polysorbaat 20; het oplosmiddel bevat natriumchloride (4,5 mg) in water voor injectie (1,0 ml). De pH kan zijn bijgesteld met natriumhydroxide en/of zoutzuur.
Hoe ziet Puregon er uit en wat is de inhoud van de verpakking Puregon 150 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie (poeder voor injectie) is een wit tot gebroken witte cake of poeder en wordt geleverd in een glazen ampul. Het moet worden opgelost met het oplosmiddel (oplosmiddel voor parenteraal gebruik), een heldere en kleurloze oplossing die zich bevindt in een tweede glazen ampul. Puregon is beschikbaar in verpakkingen met 1, 3, 5 en 10 ampullen. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland Fabrikant • N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland • Organon (Ireland) Ltd., P.O. Box 2857, Drynam Road, Swords, Co. Dublin, Ierland • SP, Usine Saint Charles, 60590 Eragny sur Epte, Frankrijk Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in Bij correspondentie is het gewenst het verpakkingsnummer te vermelden.
237
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Puregon 50 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is Puregon en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Puregon gebruikt 3. Hoe wordt Puregon gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Puregon 6. Aanvullende informatie 1.
WAT IS PUREGON EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Puregon oplossing voor injectie bevat follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH). FSH behoort tot de groep van gonadotrofines, welke belangrijk zijn voor de vruchtbaarheid en reproduktie. Bij de vrouw is FSH nodig voor de groei en ontwikkeling van follikels. Dit zijn kleine ronde blaasjes in de eierstokken waarin zich de eicellen bevinden. Bij de man is FSH nodig voor de produktie van sperma. Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen te behandelen in de volgende gevallen: • Indien geen eisprong plaatsvindt kan Puregon worden toegepast om een eisprong te doen plaatsvinden bij vrouwen die niet reageerden op een behandeling met clomifeencitraat. • In het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals in vitro fertilisatie (IVF; ook bekend als reageerbuisbevruchting) en andere methoden, kan Puregon bij vrouwen worden toegepast om meerdere follikels tot ontwikkeling te brengen. • Bij mannen die door een tekort aan hormonen onvruchtbaar zijn kan Puregon worden toegepast voor de produktie van sperma. 2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U PUREGON GEBRUIKT
Gebruik Puregon niet • • • • • • •
als u een gezwel heeft in de eierstokken, borsten, baarmoeder, teelballen/testes, hypofyse (hersenaanhangsel), of hypothalamus als u allergisch (overgevoelig) bent voor follitropin beta of voor één van de andere bestanddelen van Puregon als u hevige of onregelmatige vaginale bloedingen heeft waarvan de oorzaak niet bekend is als u een gestoorde functie van de eierstokken heeft als u eierstokcysten of vergrote eierstokken heeft, die niet samenhangen met het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS) als u afwijkingen aan de geslachtsorganen heeft die een zwangerschap onmogelijk maken als u vleesbomen (myomen) in de baarmoeder heeft die een zwangerschap onmogelijk maken 238
•
als u lijdt aan een primaire stoornis van de teelballen/testes.
Wees extra voorzichtig met Puregon Informeer uw arts als u in het verleden een allergische reactie op neomycine en/of streptomycine (antibiotica) heeft ondervonden. Als u een vrouw bent: Intensieve controle door uw arts is uiterst belangrijk. In het algemeen wordt regelmatig een 'echo' gemaakt en bloed geprikt of de urine nagekeken. Aan de hand van de uitslagen stelt uw arts steeds de juiste dosering vast. Dit is van groot belang, omdat een te hoge dosering tot een zeldzaam voorkomende maar ernstige, ongewenste overstimulatie van de eierstokken kan leiden. Dit kan zich uiten in de vorm van buikklachten. Door regelmatige controle op het effect van behandeling met FSH kan uw arts eventuele overstimulatie van de eierstokken voorkomen. Mocht u last krijgen van buikklachten, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Bij behandeling met Puregon kan (net als bij zwangerschap) de kans op trombose (de vorming van een bloedstolsel in een bloedvat, meestal in de aderen van de benen of longen) iets hoger zijn. Bespreek dit met uw arts vóór het starten van de behandeling, vooral als: • u al weet dat u een verhoogde kans op trombose heeft • u zelf of iemand in uw directe familie, ooit trombose heeft gehad • u veel te zwaar bent. Als u een man bent: Verhoogde FSH bloedniveaus zijn kenmerkend voor beschadiging van de testes. Gewoonlijk is Puregon niet effectief in dergelijke gevallen. Om de behandeling te controleren kan uw arts u vragen een semenanalyse te ondergaan 4 tot 6 maanden na aanvang van de behandeling. Gebruik in combinatie met andere geneesmiddelen Wanneer Puregon wordt gebruikt in combinatie met clomifeencitraat kan er een versterkte follikelrespons optreden. Als er een GnRH-agonist wordt gebruikt kan een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het verkrijgen van een respons. Vertel uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt krijgen. Zwangerschap Er zijn geen aanwijzigingen vanuit de kliniek of op grond van studies bij dieren dat het gebruik van Puregon tijdens de zwangerschap zou kunnen leiden tot congenitale afwijkingen bij het kind. Desalniettemin mag U Puregon niet gebruiken als u zwanger bent of als u vermoedt dat u zwanger zou kunnen zijn. Na behandeling met een gonadotrofine preparaat is er een verhoogde kans op een meerlingzwangerschap. Meerlingzwangerschappen dragen een verhoogd gezondheidsrisico met zich mee voor zowel de moeder als haar baby’s rond de geboorte. Bovendien kunnen zowel meerlingzwangerschappen als eigenschappen van de patiënten die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan (bijv. leeftijd van de vrouw, eigenschappen van het sperma) geassocieerd zijn met een verhoogde kans op aangeboren afwijkingen. In vrouwen met beschadigde eileiders is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap iets verhoogd. Vrouwen die worden behandeld voor onvruchtbaarheid lopen een iets groter risico op het krijgen van een miskraam. Borstvoeding U mag Puregon niet gebruiken als u borstvoeding geeft.
239
Rijvaardigheid en het gebruik van machines Er zijn geen effecten waargenomen op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 3.
HOE WORDT PUREGON GEBRUIKT
Volg bij het gebruik van Puregon nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. Dosering voor de vrouw De dosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering kan eventueel aangepast worden naarmate de behandeling vordert. Hieronder volgen nadere details over het behandelingsschema. Omdat er grote verschillen zijn tussen vrouwen wat betreft de reactie van de eierstokken op gonadotrofines, is het onmogelijk één doseringsschema aan te bevelen dat geschikt is voor iedere vrouw. Om de juiste dosering vast te stellen wordt de follikelgroei gemeten door middel van het maken van echo’s en het bepalen van de hoeveelheid oestradiol (het vrouwelijke geslachtshormoon) in bloed of urine. • Vrouwen bij wie geen eisprong plaatsvindt De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste zeven dagen gegeven. Als er geen follikel tot ontwikkeling komt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de hoeveelheid oestradiol aangeven dat er een reactie van de eierstokken is. Deze dagdosis wordt dan aangehouden tot er een follikel van voldoende grootte is. Meestal is een behandelingsduur van 7 tot 14 dagen hiervoor voldoende. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt en de eisprong wordt opgewekt door toediening van humaan choriongonadotrofine (hCG). • Kunstmatige voortplantingstechnieken, bijvoorbeeld IVF De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste gedurende vier dagen gegeven. Daarna kan de dosis voor elke patiënt afzonderlijk worden aangepast al naar gelang de reactie van de eierstokken. Zodra er voldoende follikels van voldoende grootte zijn, kan de laatste fase in de follikelrijping worden opgewekt. Dit gebeurt door toediening van hCG. De eicellen worden 34-35 uur later geoogst. Dosering voor de man Puregon wordt gewoonlijk voorgeschreven in een dosering van 450 IE/week, meestal verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, in combinatie met een ander hormoon (hCG), voor tenminste 3 tot 4 maanden. Als er na deze periode geen reactie is opgetreden, kan uw behandeling voor tenminste 18 maanden worden voortgezet. De wijze van gebruik en toedieningswegen Puregon werkt alleen als het wordt ingespoten in een spier of onderhuids. De allereerste injectie met Puregon dient te worden toegediend in aanwezigheid van een arts. De Puregon-oplossing wordt langzaam toegediend in spierweefsel (bijvoorbeeld in bil, bovenbeen of bovenarm), of onderhuids (bijvoorbeeld in de buikwand). Injecties in een spier mogen alleen worden gegeven door een arts of verpleegkundige. Onderhuidse injecties mogen, in sommige gevallen, door uzelf of uw partner worden gegeven. Uw arts zal u uitleggen wanneer en hoe u dat moet doen. Als u de gegeven instructies precies opvolgt wordt Puregon op de juiste wijze toegediend, waarbij u de minste last heeft van de injectie. Instructies voor gebruik Stap1 - Het klaarmaken van de injectiespuit
240
Voor de toediening van Puregon dienen steriele wegwerpspuiten en -naalden te worden gebruikt. De maat van de spuit moet zo klein zijn dat de voorgeschreven dosering redelijk nauwkeurig kan worden afgelezen. Puregon oplossing voor injectie wordt geleverd in een glazen injectieflacon. De oplossing mag niet worden gebruikt als deze deeltjes bevat of troebel is. Verwijder het “flip-off” dekseltje van de injectieflacon. Plaats een naald op de spuit en prik nu de naald door de rubberstop (a). Zuig de oplossing op in de spuit (b) en vervang nu de opzuignaald door een injectienaald (c). Houd de spuit verticaal met de naald naar boven gericht en tik zachtjes tegen de zijkant om eventuele luchtbelletjes te laten opstijgen. Druk vervolgens de zuiger voorzichtig in totdat alle lucht uit de spuit is en er alleen nog Puregon-oplossing in de spuit aanwezig is (d). Indien nodig mag de zuiger nog verder worden ingedrukt, om de juiste dosering in te stellen.
Stap2 - De injectieplaats De meest geschikte injectieplaats voor onderhuidse toediening is de onderbuik rond de navel (e), daar waar veel huidplooien en vetlagen aanwezig zijn. Andere injectieplaatsen zijn ook mogelijk. Kies voor iedere injectie steeds een iets andere plaats. Uw dokter of verpleegkundige zal u uitleggen waar u kunt injecteren. Stap3 - De voorbereiding van het injectiegebied Tik een paar keer op de injectieplaats om kleine zenuwuiteinden te stimuleren. Dit vermindert de pijn wanneer de naald in de onderhuid wordt geprikt. Was uw handen en maak de injectieplaats schoon met een gaasje met een desinfecterend middel (bijvoorbeeld chloorhexidine 0,5%) om bacteriën van het huidoppervlak te verwijderen. Maak een gebied van ongeveer 5 centimeter rond de injectieplaats schoon en laat het desinfecterend middel minimaal 1 minuut drogen voordat u verder gaat. Stap4 - Het inbrengen van de naald Pak een huidplooi tussen duim en wijsvinger. Steek met de andere hand de naald in de huidplooi onder een hoek van 90 graden (f).
Stap5 - Controle van de juiste positie van de naald Trek de zuiger van de spuit voorzichtig iets op om te controleren of de naald op de juiste plaats zit. Als er bloed wordt opgezogen in de spuit betekent dit dat er een adertje is aangeprikt. Trek in dat geval de naald uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel; de bloeding houdt na ongeveer 2 minuten op. Gebruik de met bloed verontreinigde oplossing niet; spuit deze door de gootsteen. Begin opnieuw met stap1 en gebruik een nieuwe naald en spuit en een nieuwe injectieflacon Puregon. Stap6 - Het injecteren van de oplossing 241
Druk de zuiger langzaam en gelijkmatig in. Hierdoor wordt de oplossing op de juiste manier ingespoten zonder dat het spier- of onderhuidsweefsel wordt beschadigd. Stap7 - Het verwijderen van de spuit Trek de naald met een snelle beweging uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel. Een lichte massage van de huid - onderwijl nog steeds druk uitoefenend maakt de verspreiding van de Puregon-oplossing gemakkelijker en vermindert de pijn. Gooi eventueel overgebleven oplossing weg. Meng Puregon niet met andere geneesmiddelen. Wat u moet doen als u meer van Puregon heeft gebruikt dan u zou mogen Vertel het uw arts. Een te hoge dosis kan leiden tot overstimulatie van de eierstokken. Zie de paragraaf over mogelijke bijwerkingen. Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Puregon te gebruiken Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Vertel uw arts dat u een dosering heeft gemist. 4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Puregon bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Minder ernstige bijwerkingen zijn kneuzing, pijn, roodheid, zwelling of jeuk op de plaats van injectie. Incidenteel is ook meer verspreide huiduitslag waargenomen. Als u een vrouw bent: Een complicatie van behandeling met FSH is ongewenste overstimulatie van de eierstokken. Deze complicatie kan zeer ernstige vormen aannemen, maar de kans erop kan worden verkleind door zorgvuldige controle van de follikelontwikkeling gedurende de behandeling. De eerste tekenen van overstimulatie van de eierstokken kunnen zijn: pijn in de onderbuik, misselijkheid of diarree. In ernstige gevallen kan dit gepaard gaan met een vergroting van de eierstokken, ophoping van vocht in de buikholte en/of in de borstholte, gewichtstoename en het ontstaan van stolsels in de bloedsomloop. Mocht u last krijgen van één of meer van deze verschijnselen, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Sporadisch kunnen bloedstolsels ontstaan zonder dat ongewenste overstimulatie van de eierstokken optreedt (zie ook “Wees extra voorzichtig met Puregon”). Andere bijwerkingen die zijn waargenomen tijdens klinische studies zijn hoofdpijn en misselijkheid. Als u een man bent: Bij de gecombineerde behandeling kan borstontwikkeling of acne optreden. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 5.
HOE BEWAART U PUREGON
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. 242
Gebruik Puregon niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket na ‘EXP:’. Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon(s) in de buitenverpakking bewaren. U mag, als u dit makkelijk vindt, Puregon bij 25 °C of lager bewaren (bij kamertemperatuur) voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. Maak een notitie van de datum wanneer u het product buiten de koelkast gaat bewaren. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Gebruik Puregon niet als u bemerkt dat de oplossing deeltjes bevat of troebel is. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Puregon • •
Het werkzaam bestanddeel is follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH) in een sterkte van 50 IE in 0,5 ml waterige oplossing per injectieflacon. De andere bestanddelen zijn sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties. De pH kan zijn bijgesteld met natriumhydroxide en/of zoutzuur.
Hoe ziet Puregon er uit en wat is de inhoud van de verpakking Puregon oplossing voor injectie is een heldere, kleurloze oplossing. Het wordt geleverd in een glazen injectieflacon. Het is beschikbaar in verpakkingen met 1, 5 en 10 injectieflacons. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland Fabrikant • N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland • Organon (Ireland) Ltd., P.O. Box 2857, Drynam Road, Swords, Co. Dublin, Ierland • SP, Usine Saint Charles, 60590 Eragny sur Epte, Frankrijk Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in Bij correspondentie is het gewenst het verpakkingsnummer te vermelden.
243
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Puregon 75 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is Puregon en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Puregon gebruikt 3. Hoe wordt Puregon gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Puregon 6. Aanvullende informatie 1.
WAT IS PUREGON EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Puregon oplossing voor injectie bevat follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH). FSH behoort tot de groep van gonadotrofines, welke belangrijk zijn voor de vruchtbaarheid en reproduktie. Bij de vrouw is FSH nodig voor de groei en ontwikkeling van follikels. Dit zijn kleine ronde blaasjes in de eierstokken waarin zich de eicellen bevinden. Bij de man is FSH nodig voor de produktie van sperma. Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen te behandelen in de volgende gevallen: • Indien geen eisprong plaatsvindt kan Puregon worden toegepast om een eisprong te doen plaatsvinden bij vrouwen die niet reageerden op een behandeling met clomifeencitraat. • In het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals in vitro fertilisatie (IVF; ook bekend als reageerbuisbevruchting) en andere methoden, kan Puregon bij vrouwen worden toegepast om meerdere follikels tot ontwikkeling te brengen. • Bij mannen die door een tekort aan hormonen onvruchtbaar zijn kan Puregon worden toegepast voor de produktie van sperma. 2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U PUREGON GEBRUIKT
Gebruik Puregon niet • • • • • • •
als u een gezwel heeft in de eierstokken, borsten, baarmoeder, teelballen/testes, hypofyse (hersenaanhangsel), of hypothalamus als u allergisch (overgevoelig) bent voor follitropin beta of voor één van de andere bestanddelen van Puregon als u hevige of onregelmatige vaginale bloedingen heeft waarvan de oorzaak niet bekend is als u een gestoorde functie van de eierstokken heeft als u eierstokcysten of vergrote eierstokken heeft, die niet samenhangen met het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS) als u afwijkingen aan de geslachtsorganen heeft die een zwangerschap onmogelijk maken als u vleesbomen (myomen) in de baarmoeder heeft die een zwangerschap onmogelijk maken 244
•
als u lijdt aan een primaire stoornis van de teelballen/testes.
Wees extra voorzichtig met Puregon Informeer uw arts als u in het verleden een allergische reactie op neomycine en/of streptomycine (antibiotica) heeft ondervonden. Als u een vrouw bent: Intensieve controle door uw arts is uiterst belangrijk. In het algemeen wordt regelmatig een 'echo' gemaakt en bloed geprikt of de urine nagekeken. Aan de hand van de uitslagen stelt uw arts steeds de juiste dosering vast. Dit is van groot belang, omdat een te hoge dosering tot een zeldzaam voorkomende maar ernstige, ongewenste overstimulatie van de eierstokken kan leiden. Dit kan zich uiten in de vorm van buikklachten. Door regelmatige controle op het effect van behandeling met FSH kan uw arts eventuele overstimulatie van de eierstokken voorkomen. Mocht u last krijgen van buikklachten, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Bij behandeling met Puregon kan (net als bij zwangerschap) de kans op trombose (de vorming van een bloedstolsel in een bloedvat, meestal in de aderen van de benen of longen) iets hoger zijn. Bespreek dit met uw arts vóór het starten van de behandeling, vooral als: • u al weet dat u een verhoogde kans op trombose heeft • u zelf of iemand in uw directe familie, ooit trombose heeft gehad • u veel te zwaar bent. Als u een man bent: Verhoogde FSH bloedniveaus zijn kenmerkend voor beschadiging van de testes. Gewoonlijk is Puregon niet effectief in dergelijke gevallen. Om de behandeling te controleren kan uw arts u vragen een semenanalyse te ondergaan 4 tot 6 maanden na aanvang van de behandeling. Gebruik in combinatie met andere geneesmiddelen Wanneer Puregon wordt gebruikt in combinatie met clomifeencitraat kan er een versterkte follikelrespons optreden. Als er een GnRH-agonist wordt gebruikt kan een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het verkrijgen van een respons. Vertel uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt krijgen. Zwangerschap Er zijn geen aanwijzigingen vanuit de kliniek of op grond van studies bij dieren dat het gebruik van Puregon tijdens de zwangerschap zou kunnen leiden tot congenitale afwijkingen bij het kind. Desalniettemin mag U Puregon niet gebruiken als u zwanger bent of als u vermoedt dat u zwanger zou kunnen zijn. Na behandeling met een gonadotrofine preparaat is er een verhoogde kans op een meerlingzwangerschap. Meerlingzwangerschappen dragen een verhoogd gezondheidsrisico met zich mee voor zowel de moeder als haar baby’s rond de geboorte. Bovendien kunnen zowel meerlingzwangerschappen als eigenschappen van de patiënten die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan (bijv. leeftijd van de vrouw, eigenschappen van het sperma) geassocieerd zijn met een verhoogde kans op aangeboren afwijkingen. In vrouwen met beschadigde eileiders is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap iets verhoogd. Vrouwen die worden behandeld voor onvruchtbaarheid lopen een iets groter risico op het krijgen van een miskraam. Borstvoeding U mag Puregon niet gebruiken als u borstvoeding geeft.
245
Rijvaardigheid en het gebruik van machines Er zijn geen effecten waargenomen op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 3.
HOE WORDT PUREGON GEBRUIKT
Volg bij het gebruik van Puregon nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. Dosering voor de vrouw De dosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering kan eventueel aangepast worden naarmate de behandeling vordert. Hieronder volgen nadere details over het behandelingsschema. Omdat er grote verschillen zijn tussen vrouwen wat betreft de reactie van de eierstokken op gonadotrofines, is het onmogelijk één doseringsschema aan te bevelen dat geschikt is voor iedere vrouw. Om de juiste dosering vast te stellen wordt de follikelgroei gemeten door middel van het maken van echo’s en het bepalen van de hoeveelheid oestradiol (het vrouwelijke geslachtshormoon) in bloed of urine. • Vrouwen bij wie geen eisprong plaatsvindt De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste zeven dagen gegeven. Als er geen follikel tot ontwikkeling komt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de hoeveelheid oestradiol aangeven dat er een reactie van de eierstokken is. Deze dagdosis wordt dan aangehouden tot er een follikel van voldoende grootte is. Meestal is een behandelingsduur van 7 tot 14 dagen hiervoor voldoende. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt en de eisprong wordt opgewekt door toediening van humaan choriongonadotrofine (hCG). • Kunstmatige voortplantingstechnieken, bijvoorbeeld IVF De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste gedurende vier dagen gegeven. Daarna kan de dosis voor elke patiënt afzonderlijk worden aangepast al naar gelang de reactie van de eierstokken. Zodra er voldoende follikels van voldoende grootte zijn, kan de laatste fase in de follikelrijping worden opgewekt. Dit gebeurt door toediening van hCG. De eicellen worden 34-35 uur later geoogst. Dosering voor de man Puregon wordt gewoonlijk voorgeschreven in een dosering van 450 IE/week, meestal verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, in combinatie met een ander hormoon (hCG), voor tenminste 3 tot 4 maanden. Als er na deze periode geen reactie is opgetreden, kan uw behandeling voor tenminste 18 maanden worden voortgezet. De wijze van gebruik en toedieningswegen Puregon werkt alleen als het wordt ingespoten in een spier of onderhuids. De allereerste injectie met Puregon dient te worden toegediend in aanwezigheid van een arts. De Puregon-oplossing wordt langzaam toegediend in spierweefsel (bijvoorbeeld in bil, bovenbeen of bovenarm), of onderhuids (bijvoorbeeld in de buikwand). Injecties in een spier mogen alleen worden gegeven door een arts of verpleegkundige. Onderhuidse injecties mogen, in sommige gevallen, door uzelf of uw partner worden gegeven. Uw arts zal u uitleggen wanneer en hoe u dat moet doen. Als u de gegeven instructies precies opvolgt wordt Puregon op de juiste wijze toegediend, waarbij u de minste last heeft van de injectie. Instructies voor gebruik Stap1 - Het klaarmaken van de injectiespuit
246
Voor de toediening van Puregon dienen steriele wegwerpspuiten en -naalden te worden gebruikt. De maat van de spuit moet zo klein zijn dat de voorgeschreven dosering redelijk nauwkeurig kan worden afgelezen. Puregon oplossing voor injectie wordt geleverd in een glazen injectieflacon. De oplossing mag niet worden gebruikt als deze deeltjes bevat of troebel is. Verwijder het “flip-off” dekseltje van de injectieflacon. Plaats een naald op de spuit en prik nu de naald door de rubberstop (a). Zuig de oplossing op in de spuit (b) en vervang nu de opzuignaald door een injectienaald (c). Houd de spuit verticaal met de naald naar boven gericht en tik zachtjes tegen de zijkant om eventuele luchtbelletjes te laten opstijgen. Druk vervolgens de zuiger voorzichtig in totdat alle lucht uit de spuit is en er alleen nog Puregon-oplossing in de spuit aanwezig is (d). Indien nodig mag de zuiger nog verder worden ingedrukt, om de juiste dosering in te stellen.
Stap2 - De injectieplaats De meest geschikte injectieplaats voor onderhuidse toediening is de onderbuik rond de navel (e), daar waar veel huidplooien en vetlagen aanwezig zijn. Andere injectieplaatsen zijn ook mogelijk. Kies voor iedere injectie steeds een iets andere plaats. Uw dokter of verpleegkundige zal u uitleggen waar u kunt injecteren. Stap3 - De voorbereiding van het injectiegebied Tik een paar keer op de injectieplaats om kleine zenuwuiteinden te stimuleren. Dit vermindert de pijn wanneer de naald in de onderhuid wordt geprikt. Was uw handen en maak de injectieplaats schoon met een gaasje met een desinfecterend middel (bijvoorbeeld chloorhexidine 0,5%) om bacteriën van het huidoppervlak te verwijderen. Maak een gebied van ongeveer 5 centimeter rond de injectieplaats schoon en laat het desinfecterend middel minimaal 1 minuut drogen voordat u verder gaat. Stap4 - Het inbrengen van de naald Pak een huidplooi tussen duim en wijsvinger. Steek met de andere hand de naald in de huidplooi onder een hoek van 90 graden (f).
Stap5 - Controle van de juiste positie van de naald Trek de zuiger van de spuit voorzichtig iets op om te controleren of de naald op de juiste plaats zit. Als er bloed wordt opgezogen in de spuit betekent dit dat er een adertje is aangeprikt. Trek in dat geval de naald uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel; de bloeding houdt na ongeveer 2 minuten op. Gebruik de met bloed verontreinigde oplossing niet; spuit deze door de gootsteen. Begin opnieuw met stap1 en gebruik een nieuwe naald en spuit en een nieuwe injectieflacon Puregon. Stap6 - Het injecteren van de oplossing 247
Druk de zuiger langzaam en gelijkmatig in. Hierdoor wordt de oplossing op de juiste manier ingespoten zonder dat het spier- of onderhuidsweefsel wordt beschadigd. Stap7 - Het verwijderen van de spuit Trek de naald met een snelle beweging uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel. Een lichte massage van de huid - onderwijl nog steeds druk uitoefenend maakt de verspreiding van de Puregon-oplossing gemakkelijker en vermindert de pijn. Gooi eventueel overgebleven oplossing weg. Meng Puregon niet met andere geneesmiddelen. Wat u moet doen als u meer van Puregon heeft gebruikt dan u zou mogen Vertel het uw arts. Een te hoge dosis kan leiden tot overstimulatie van de eierstokken. Zie de paragraaf over mogelijke bijwerkingen. Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Puregon te gebruiken Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Vertel uw arts dat u een dosering heeft gemist. 4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Puregon bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Minder ernstige bijwerkingen zijn kneuzing, pijn, roodheid, zwelling of jeuk op de plaats van injectie. Incidenteel is ook meer verspreide huiduitslag waargenomen. Als u een vrouw bent: Een complicatie van behandeling met FSH is ongewenste overstimulatie van de eierstokken. Deze complicatie kan zeer ernstige vormen aannemen, maar de kans erop kan worden verkleind door zorgvuldige controle van de follikelontwikkeling gedurende de behandeling. De eerste tekenen van overstimulatie van de eierstokken kunnen zijn: pijn in de onderbuik, misselijkheid of diarree. In ernstige gevallen kan dit gepaard gaan met een vergroting van de eierstokken, ophoping van vocht in de buikholte en/of in de borstholte, gewichtstoename en het ontstaan van stolsels in de bloedsomloop. Mocht u last krijgen van één of meer van deze verschijnselen, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Sporadisch kunnen bloedstolsels ontstaan zonder dat ongewenste overstimulatie van de eierstokken optreedt (zie ook “Wees extra voorzichtig met Puregon”). Andere bijwerkingen die zijn waargenomen tijdens klinische studies zijn hoofdpijn en misselijkheid. Als u een man bent: Bij de gecombineerde behandeling kan borstontwikkeling of acne optreden. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 5.
HOE BEWAART U PUREGON
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. 248
Gebruik Puregon niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket na ‘EXP:’. Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon(s) in de buitenverpakking bewaren. U mag, als u dit makkelijk vindt, Puregon bij 25 °C of lager bewaren (bij kamertemperatuur) voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. Maak een notitie van de datum wanneer u het product buiten de koelkast gaat bewaren. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Gebruik Puregon niet als u bemerkt dat de oplossing deeltjes bevat of troebel is. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Puregon • •
Het werkzaam bestanddeel is follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH) in een sterkte van 75 IE in 0,5 ml waterige oplossing per injectieflacon. De andere bestanddelen zijn sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties. De pH kan zijn bijgesteld met natriumhydroxide en/of zoutzuur.
Hoe ziet Puregon er uit en wat is de inhoud van de verpakking Puregon oplossing voor injectie is een heldere, kleurloze oplossing. Het wordt geleverd in een glazen injectieflacon. Het is beschikbaar in verpakkingen met 1, 5 en 10 injectieflacons. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland Fabrikant • N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland • Organon (Ireland) Ltd., P.O. Box 2857, Drynam Road, Swords, Co. Dublin, Ierland • SP, Usine Saint Charles, 60590 Eragny sur Epte, Frankrijk Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in Bij correspondentie is het gewenst het verpakkingsnummer te vermelden.
249
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Puregon 100 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is Puregon en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Puregon gebruikt 3. Hoe wordt Puregon gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Puregon 6. Aanvullende informatie 1.
WAT IS PUREGON EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Puregon oplossing voor injectie bevat follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH). FSH behoort tot de groep van gonadotrofines, welke belangrijk zijn voor de vruchtbaarheid en reproduktie. Bij de vrouw is FSH nodig voor de groei en ontwikkeling van follikels. Dit zijn kleine ronde blaasjes in de eierstokken waarin zich de eicellen bevinden. Bij de man is FSH nodig voor de produktie van sperma. Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen te behandelen in de volgende gevallen: • Indien geen eisprong plaatsvindt kan Puregon worden toegepast om een eisprong te doen plaatsvinden bij vrouwen die niet reageerden op een behandeling met clomifeencitraat. • In het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals in vitro fertilisatie (IVF; ook bekend als reageerbuisbevruchting) en andere methoden, kan Puregon bij vrouwen worden toegepast om meerdere follikels tot ontwikkeling te brengen. • Bij mannen die door een tekort aan hormonen onvruchtbaar zijn kan Puregon worden toegepast voor de produktie van sperma. 2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U PUREGON GEBRUIKT
Gebruik Puregon niet • • • • • • •
als u een gezwel heeft in de eierstokken, borsten, baarmoeder, teelballen/testes, hypofyse (hersenaanhangsel), of hypothalamus als u allergisch (overgevoelig) bent voor follitropin beta of voor één van de andere bestanddelen van Puregon als u hevige of onregelmatige vaginale bloedingen heeft waarvan de oorzaak niet bekend is als u een gestoorde functie van de eierstokken heeft als u eierstokcysten of vergrote eierstokken heeft, die niet samenhangen met het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS) als u afwijkingen aan de geslachtsorganen heeft die een zwangerschap onmogelijk maken als u vleesbomen (myomen) in de baarmoeder heeft die een zwangerschap onmogelijk maken 250
•
als u lijdt aan een primaire stoornis van de teelballen/testes.
Wees extra voorzichtig met Puregon Informeer uw arts als u in het verleden een allergische reactie op neomycine en/of streptomycine (antibiotica) heeft ondervonden. Als u een vrouw bent: Intensieve controle door uw arts is uiterst belangrijk. In het algemeen wordt regelmatig een 'echo' gemaakt en bloed geprikt of de urine nagekeken. Aan de hand van de uitslagen stelt uw arts steeds de juiste dosering vast. Dit is van groot belang, omdat een te hoge dosering tot een zeldzaam voorkomende maar ernstige, ongewenste overstimulatie van de eierstokken kan leiden. Dit kan zich uiten in de vorm van buikklachten. Door regelmatige controle op het effect van behandeling met FSH kan uw arts eventuele overstimulatie van de eierstokken voorkomen. Mocht u last krijgen van buikklachten, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Bij behandeling met Puregon kan (net als bij zwangerschap) de kans op trombose (de vorming van een bloedstolsel in een bloedvat, meestal in de aderen van de benen of longen) iets hoger zijn. Bespreek dit met uw arts vóór het starten van de behandeling, vooral als: • u al weet dat u een verhoogde kans op trombose heeft • u zelf of iemand in uw directe familie, ooit trombose heeft gehad • u veel te zwaar bent. Als u een man bent: Verhoogde FSH bloedniveaus zijn kenmerkend voor beschadiging van de testes. Gewoonlijk is Puregon niet effectief in dergelijke gevallen. Om de behandeling te controleren kan uw arts u vragen een semenanalyse te ondergaan 4 tot 6 maanden na aanvang van de behandeling. Gebruik in combinatie met andere geneesmiddelen Wanneer Puregon wordt gebruikt in combinatie met clomifeencitraat kan er een versterkte follikelrespons optreden. Als er een GnRH-agonist wordt gebruikt kan een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het verkrijgen van een respons. Vertel uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt krijgen. Zwangerschap Er zijn geen aanwijzigingen vanuit de kliniek of op grond van studies bij dieren dat het gebruik van Puregon tijdens de zwangerschap zou kunnen leiden tot congenitale afwijkingen bij het kind. Desalniettemin mag U Puregon niet gebruiken als u zwanger bent of als u vermoedt dat u zwanger zou kunnen zijn. Na behandeling met een gonadotrofine preparaat is er een verhoogde kans op een meerlingzwangerschap. Meerlingzwangerschappen dragen een verhoogd gezondheidsrisico met zich mee voor zowel de moeder als haar baby’s rond de geboorte. Bovendien kunnen zowel meerlingzwangerschappen als eigenschappen van de patiënten die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan (bijv. leeftijd van de vrouw, eigenschappen van het sperma) geassocieerd zijn met een verhoogde kans op aangeboren afwijkingen. In vrouwen met beschadigde eileiders is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap iets verhoogd. Vrouwen die worden behandeld voor onvruchtbaarheid lopen een iets groter risico op het krijgen van een miskraam. Borstvoeding U mag Puregon niet gebruiken als u borstvoeding geeft.
251
Rijvaardigheid en het gebruik van machines Er zijn geen effecten waargenomen op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 3.
HOE WORDT PUREGON GEBRUIKT
Volg bij het gebruik van Puregon nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. Dosering voor de vrouw De dosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering kan eventueel aangepast worden naarmate de behandeling vordert. Hieronder volgen nadere details over het behandelingsschema. Omdat er grote verschillen zijn tussen vrouwen wat betreft de reactie van de eierstokken op gonadotrofines, is het onmogelijk één doseringsschema aan te bevelen dat geschikt is voor iedere vrouw. Om de juiste dosering vast te stellen wordt de follikelgroei gemeten door middel van het maken van echo’s en het bepalen van de hoeveelheid oestradiol (het vrouwelijke geslachtshormoon) in bloed of urine. • Vrouwen bij wie geen eisprong plaatsvindt De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste zeven dagen gegeven. Als er geen follikel tot ontwikkeling komt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de hoeveelheid oestradiol aangeven dat er een reactie van de eierstokken is. Deze dagdosis wordt dan aangehouden tot er een follikel van voldoende grootte is. Meestal is een behandelingsduur van 7 tot 14 dagen hiervoor voldoende. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt en de eisprong wordt opgewekt door toediening van humaan choriongonadotrofine (hCG). • Kunstmatige voortplantingstechnieken, bijvoorbeeld IVF De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste gedurende vier dagen gegeven. Daarna kan de dosis voor elke patiënt afzonderlijk worden aangepast al naar gelang de reactie van de eierstokken. Zodra er voldoende follikels van voldoende grootte zijn, kan de laatste fase in de follikelrijping worden opgewekt. Dit gebeurt door toediening van hCG. De eicellen worden 34-35 uur later geoogst. Dosering voor de man Puregon wordt gewoonlijk voorgeschreven in een dosering van 450 IE/week, meestal verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, in combinatie met een ander hormoon (hCG), voor tenminste 3 tot 4 maanden. Als er na deze periode geen reactie is opgetreden, kan uw behandeling voor tenminste 18 maanden worden voortgezet. De wijze van gebruik en toedieningswegen Puregon werkt alleen als het wordt ingespoten in een spier of onderhuids. De allereerste injectie met Puregon dient te worden toegediend in aanwezigheid van een arts. De Puregon-oplossing wordt langzaam toegediend in spierweefsel (bijvoorbeeld in bil, bovenbeen of bovenarm), of onderhuids (bijvoorbeeld in de buikwand). Injecties in een spier mogen alleen worden gegeven door een arts of verpleegkundige. Onderhuidse injecties mogen, in sommige gevallen, door uzelf of uw partner worden gegeven. Uw arts zal u uitleggen wanneer en hoe u dat moet doen. Als u de gegeven instructies precies opvolgt wordt Puregon op de juiste wijze toegediend, waarbij u de minste last heeft van de injectie. Instructies voor gebruik Stap1 - Het klaarmaken van de injectiespuit
252
Voor de toediening van Puregon dienen steriele wegwerpspuiten en -naalden te worden gebruikt. De maat van de spuit moet zo klein zijn dat de voorgeschreven dosering redelijk nauwkeurig kan worden afgelezen. Puregon oplossing voor injectie wordt geleverd in een glazen injectieflacon. De oplossing mag niet worden gebruikt als deze deeltjes bevat of troebel is. Verwijder het “flip-off” dekseltje van de injectieflacon. Plaats een naald op de spuit en prik nu de naald door de rubberstop (a). Zuig de oplossing op in de spuit (b) en vervang nu de opzuignaald door een injectienaald (c). Houd de spuit verticaal met de naald naar boven gericht en tik zachtjes tegen de zijkant om eventuele luchtbelletjes te laten opstijgen. Druk vervolgens de zuiger voorzichtig in totdat alle lucht uit de spuit is en er alleen nog Puregon-oplossing in de spuit aanwezig is (d). Indien nodig mag de zuiger nog verder worden ingedrukt, om de juiste dosering in te stellen.
Stap2 - De injectieplaats De meest geschikte injectieplaats voor onderhuidse toediening is de onderbuik rond de navel (e), daar waar veel huidplooien en vetlagen aanwezig zijn. Andere injectieplaatsen zijn ook mogelijk. Kies voor iedere injectie steeds een iets andere plaats. Uw dokter of verpleegkundige zal u uitleggen waar u kunt injecteren. Stap3 - De voorbereiding van het injectiegebied Tik een paar keer op de injectieplaats om kleine zenuwuiteinden te stimuleren. Dit vermindert de pijn wanneer de naald in de onderhuid wordt geprikt. Was uw handen en maak de injectieplaats schoon met een gaasje met een desinfecterend middel (bijvoorbeeld chloorhexidine 0,5%) om bacteriën van het huidoppervlak te verwijderen. Maak een gebied van ongeveer 5 centimeter rond de injectieplaats schoon en laat het desinfecterend middel minimaal 1 minuut drogen voordat u verder gaat. Stap4 - Het inbrengen van de naald Pak een huidplooi tussen duim en wijsvinger. Steek met de andere hand de naald in de huidplooi onder een hoek van 90 graden (f).
Stap5 - Controle van de juiste positie van de naald Trek de zuiger van de spuit voorzichtig iets op om te controleren of de naald op de juiste plaats zit. Als er bloed wordt opgezogen in de spuit betekent dit dat er een adertje is aangeprikt. Trek in dat geval de naald uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel; de bloeding houdt na ongeveer 2 minuten op. Gebruik de met bloed verontreinigde oplossing niet; spuit deze door de gootsteen. Begin opnieuw met stap1 en gebruik een nieuwe naald en spuit en een nieuwe injectieflacon Puregon. Stap6 - Het injecteren van de oplossing 253
Druk de zuiger langzaam en gelijkmatig in. Hierdoor wordt de oplossing op de juiste manier ingespoten zonder dat het spier- of onderhuidsweefsel wordt beschadigd. Stap7 - Het verwijderen van de spuit Trek de naald met een snelle beweging uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel. Een lichte massage van de huid - onderwijl nog steeds druk uitoefenend maakt de verspreiding van de Puregon-oplossing gemakkelijker en vermindert de pijn. Gooi eventueel overgebleven oplossing weg. Meng Puregon niet met andere geneesmiddelen. Wat u moet doen als u meer van Puregon heeft gebruikt dan u zou mogen Vertel het uw arts. Een te hoge dosis kan leiden tot overstimulatie van de eierstokken. Zie de paragraaf over mogelijke bijwerkingen. Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Puregon te gebruiken Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Vertel uw arts dat u een dosering heeft gemist. 4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Puregon bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Minder ernstige bijwerkingen zijn kneuzing, pijn, roodheid, zwelling of jeuk op de plaats van injectie. Incidenteel is ook meer verspreide huiduitslag waargenomen. Als u een vrouw bent: Een complicatie van behandeling met FSH is ongewenste overstimulatie van de eierstokken. Deze complicatie kan zeer ernstige vormen aannemen, maar de kans erop kan worden verkleind door zorgvuldige controle van de follikelontwikkeling gedurende de behandeling. De eerste tekenen van overstimulatie van de eierstokken kunnen zijn: pijn in de onderbuik, misselijkheid of diarree. In ernstige gevallen kan dit gepaard gaan met een vergroting van de eierstokken, ophoping van vocht in de buikholte en/of in de borstholte, gewichtstoename en het ontstaan van stolsels in de bloedsomloop. Mocht u last krijgen van één of meer van deze verschijnselen, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Sporadisch kunnen bloedstolsels ontstaan zonder dat ongewenste overstimulatie van de eierstokken optreedt (zie ook “Wees extra voorzichtig met Puregon”). Andere bijwerkingen die zijn waargenomen tijdens klinische studies zijn hoofdpijn en misselijkheid. Als u een man bent: Bij de gecombineerde behandeling kan borstontwikkeling of acne optreden. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 5.
HOE BEWAART U PUREGON
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. 254
Gebruik Puregon niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket na ‘EXP:’. Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon(s) in de buitenverpakking bewaren. U mag, als u dit makkelijk vindt, Puregon bij 25 °C of lager bewaren (bij kamertemperatuur) voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. Maak een notitie van de datum wanneer u het product buiten de koelkast gaat bewaren. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Gebruik Puregon niet als u bemerkt dat de oplossing deeltjes bevat of troebel is. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Puregon • •
Het werkzaam bestanddeel is follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH) in een sterkte van 100 IE in 0,5 ml waterige oplossing per injectieflacon. De andere bestanddelen zijn sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties. De pH kan zijn bijgesteld met natriumhydroxide en/of zoutzuur.
Hoe ziet Puregon er uit en wat is de inhoud van de verpakking Puregon oplossing voor injectie is een heldere, kleurloze oplossing. Het wordt geleverd in een glazen injectieflacon. Het is beschikbaar in verpakkingen met 1, 5 en 10 injectieflacons. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland Fabrikant • N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland • Organon (Ireland) Ltd., P.O. Box 2857, Drynam Road, Swords, Co. Dublin, Ierland • SP, Usine Saint Charles, 60590 Eragny sur Epte, Frankrijk Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in Bij correspondentie is het gewenst het verpakkingsnummer te vermelden.
255
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Puregon 150 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is Puregon en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Puregon gebruikt 3. Hoe wordt Puregon gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Puregon 6. Aanvullende informatie 1.
WAT IS PUREGON EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Puregon oplossing voor injectie bevat follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH). FSH behoort tot de groep van gonadotrofines, welke belangrijk zijn voor de vruchtbaarheid en reproduktie. Bij de vrouw is FSH nodig voor de groei en ontwikkeling van follikels. Dit zijn kleine ronde blaasjes in de eierstokken waarin zich de eicellen bevinden. Bij de man is FSH nodig voor de produktie van sperma. Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen te behandelen in de volgende gevallen: • Indien geen eisprong plaatsvindt kan Puregon worden toegepast om een eisprong te doen plaatsvinden bij vrouwen die niet reageerden op een behandeling met clomifeencitraat. • In het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals in vitro fertilisatie (IVF; ook bekend als reageerbuisbevruchting) en andere methoden, kan Puregon bij vrouwen worden toegepast om meerdere follikels tot ontwikkeling te brengen. • Bij mannen die door een tekort aan hormonen onvruchtbaar zijn kan Puregon worden toegepast voor de produktie van sperma. 2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U PUREGON GEBRUIKT
Gebruik Puregon niet • • • • • • •
als u een gezwel heeft in de eierstokken, borsten, baarmoeder, teelballen/testes, hypofyse (hersenaanhangsel), of hypothalamus als u allergisch (overgevoelig) bent voor follitropin beta of voor één van de andere bestanddelen van Puregon als u hevige of onregelmatige vaginale bloedingen heeft waarvan de oorzaak niet bekend is als u een gestoorde functie van de eierstokken heeft als u eierstokcysten of vergrote eierstokken heeft, die niet samenhangen met het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS) als u afwijkingen aan de geslachtsorganen heeft die een zwangerschap onmogelijk maken als u vleesbomen (myomen) in de baarmoeder heeft die een zwangerschap onmogelijk maken 256
•
als u lijdt aan een primaire stoornis van de teelballen/testes.
Wees extra voorzichtig met Puregon Informeer uw arts als u in het verleden een allergische reactie op neomycine en/of streptomycine (antibiotica) heeft ondervonden. Als u een vrouw bent: Intensieve controle door uw arts is uiterst belangrijk. In het algemeen wordt regelmatig een 'echo' gemaakt en bloed geprikt of de urine nagekeken. Aan de hand van de uitslagen stelt uw arts steeds de juiste dosering vast. Dit is van groot belang, omdat een te hoge dosering tot een zeldzaam voorkomende maar ernstige, ongewenste overstimulatie van de eierstokken kan leiden. Dit kan zich uiten in de vorm van buikklachten. Door regelmatige controle op het effect van behandeling met FSH kan uw arts eventuele overstimulatie van de eierstokken voorkomen. Mocht u last krijgen van buikklachten, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Bij behandeling met Puregon kan (net als bij zwangerschap) de kans op trombose (de vorming van een bloedstolsel in een bloedvat, meestal in de aderen van de benen of longen) iets hoger zijn. Bespreek dit met uw arts vóór het starten van de behandeling, vooral als: • u al weet dat u een verhoogde kans op trombose heeft • u zelf of iemand in uw directe familie, ooit trombose heeft gehad • u veel te zwaar bent. Als u een man bent: Verhoogde FSH bloedniveaus zijn kenmerkend voor beschadiging van de testes. Gewoonlijk is Puregon niet effectief in dergelijke gevallen. Om de behandeling te controleren kan uw arts u vragen een semenanalyse te ondergaan 4 tot 6 maanden na aanvang van de behandeling. Gebruik in combinatie met andere geneesmiddelen Wanneer Puregon wordt gebruikt in combinatie met clomifeencitraat kan er een versterkte follikelrespons optreden. Als er een GnRH-agonist wordt gebruikt kan een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het verkrijgen van een respons. Vertel uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt krijgen. Zwangerschap Er zijn geen aanwijzigingen vanuit de kliniek of op grond van studies bij dieren dat het gebruik van Puregon tijdens de zwangerschap zou kunnen leiden tot congenitale afwijkingen bij het kind. Desalniettemin mag U Puregon niet gebruiken als u zwanger bent of als u vermoedt dat u zwanger zou kunnen zijn. Na behandeling met een gonadotrofine preparaat is er een verhoogde kans op een meerlingzwangerschap. Meerlingzwangerschappen dragen een verhoogd gezondheidsrisico met zich mee voor zowel de moeder als haar baby’s rond de geboorte. Bovendien kunnen zowel meerlingzwangerschappen als eigenschappen van de patiënten die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan (bijv. leeftijd van de vrouw, eigenschappen van het sperma) geassocieerd zijn met een verhoogde kans op aangeboren afwijkingen. In vrouwen met beschadigde eileiders is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap iets verhoogd. Vrouwen die worden behandeld voor onvruchtbaarheid lopen een iets groter risico op het krijgen van een miskraam. Borstvoeding U mag Puregon niet gebruiken als u borstvoeding geeft.
257
Rijvaardigheid en het gebruik van machines Er zijn geen effecten waargenomen op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 3.
HOE WORDT PUREGON GEBRUIKT
Volg bij het gebruik van Puregon nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. Dosering voor de vrouw De dosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering kan eventueel aangepast worden naarmate de behandeling vordert. Hieronder volgen nadere details over het behandelingsschema. Omdat er grote verschillen zijn tussen vrouwen wat betreft de reactie van de eierstokken op gonadotrofines, is het onmogelijk één doseringsschema aan te bevelen dat geschikt is voor iedere vrouw. Om de juiste dosering vast te stellen wordt de follikelgroei gemeten door middel van het maken van echo’s en het bepalen van de hoeveelheid oestradiol (het vrouwelijke geslachtshormoon) in bloed of urine. • Vrouwen bij wie geen eisprong plaatsvindt De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste zeven dagen gegeven. Als er geen follikel tot ontwikkeling komt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de hoeveelheid oestradiol aangeven dat er een reactie van de eierstokken is. Deze dagdosis wordt dan aangehouden tot er een follikel van voldoende grootte is. Meestal is een behandelingsduur van 7 tot 14 dagen hiervoor voldoende. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt en de eisprong wordt opgewekt door toediening van humaan choriongonadotrofine (hCG). • Kunstmatige voortplantingstechnieken, bijvoorbeeld IVF De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste gedurende vier dagen gegeven. Daarna kan de dosis voor elke patiënt afzonderlijk worden aangepast al naar gelang de reactie van de eierstokken. Zodra er voldoende follikels van voldoende grootte zijn, kan de laatste fase in de follikelrijping worden opgewekt. Dit gebeurt door toediening van hCG. De eicellen worden 34-35 uur later geoogst. Dosering voor de man Puregon wordt gewoonlijk voorgeschreven in een dosering van 450 IE/week, meestal verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, in combinatie met een ander hormoon (hCG), voor tenminste 3 tot 4 maanden. Als er na deze periode geen reactie is opgetreden, kan uw behandeling voor tenminste 18 maanden worden voortgezet. De wijze van gebruik en toedieningswegen Puregon werkt alleen als het wordt ingespoten in een spier of onderhuids. De allereerste injectie met Puregon dient te worden toegediend in aanwezigheid van een arts. De Puregon-oplossing wordt langzaam toegediend in spierweefsel (bijvoorbeeld in bil, bovenbeen of bovenarm), of onderhuids (bijvoorbeeld in de buikwand). Injecties in een spier mogen alleen worden gegeven door een arts of verpleegkundige. Onderhuidse injecties mogen, in sommige gevallen, door uzelf of uw partner worden gegeven. Uw arts zal u uitleggen wanneer en hoe u dat moet doen. Als u de gegeven instructies precies opvolgt wordt Puregon op de juiste wijze toegediend, waarbij u de minste last heeft van de injectie. Instructies voor gebruik Stap1 - Het klaarmaken van de injectiespuit
258
Voor de toediening van Puregon dienen steriele wegwerpspuiten en -naalden te worden gebruikt. De maat van de spuit moet zo klein zijn dat de voorgeschreven dosering redelijk nauwkeurig kan worden afgelezen. Puregon oplossing voor injectie wordt geleverd in een glazen injectieflacon. De oplossing mag niet worden gebruikt als deze deeltjes bevat of troebel is. Verwijder het “flip-off” dekseltje van de injectieflacon. Plaats een naald op de spuit en prik nu de naald door de rubberstop (a). Zuig de oplossing op in de spuit (b) en vervang nu de opzuignaald door een injectienaald (c). Houd de spuit verticaal met de naald naar boven gericht en tik zachtjes tegen de zijkant om eventuele luchtbelletjes te laten opstijgen. Druk vervolgens de zuiger voorzichtig in totdat alle lucht uit de spuit is en er alleen nog Puregon-oplossing in de spuit aanwezig is (d). Indien nodig mag de zuiger nog verder worden ingedrukt, om de juiste dosering in te stellen.
Stap2 - De injectieplaats De meest geschikte injectieplaats voor onderhuidse toediening is de onderbuik rond de navel (e), daar waar veel huidplooien en vetlagen aanwezig zijn. Andere injectieplaatsen zijn ook mogelijk. Kies voor iedere injectie steeds een iets andere plaats. Uw dokter of verpleegkundige zal u uitleggen waar u kunt injecteren. Stap3 - De voorbereiding van het injectiegebied Tik een paar keer op de injectieplaats om kleine zenuwuiteinden te stimuleren. Dit vermindert de pijn wanneer de naald in de onderhuid wordt geprikt. Was uw handen en maak de injectieplaats schoon met een gaasje met een desinfecterend middel (bijvoorbeeld chloorhexidine 0,5%) om bacteriën van het huidoppervlak te verwijderen. Maak een gebied van ongeveer 5 centimeter rond de injectieplaats schoon en laat het desinfecterend middel minimaal 1 minuut drogen voordat u verder gaat. Stap4 - Het inbrengen van de naald Pak een huidplooi tussen duim en wijsvinger. Steek met de andere hand de naald in de huidplooi onder een hoek van 90 graden (f).
Stap5 - Controle van de juiste positie van de naald Trek de zuiger van de spuit voorzichtig iets op om te controleren of de naald op de juiste plaats zit. Als er bloed wordt opgezogen in de spuit betekent dit dat er een adertje is aangeprikt. Trek in dat geval de naald uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel; de bloeding houdt na ongeveer 2 minuten op. Gebruik de met bloed verontreinigde oplossing niet; spuit deze door de gootsteen. Begin opnieuw met stap1 en gebruik een nieuwe naald en spuit en een nieuwe injectieflacon Puregon. Stap6 - Het injecteren van de oplossing 259
Druk de zuiger langzaam en gelijkmatig in. Hierdoor wordt de oplossing op de juiste manier ingespoten zonder dat het spier- of onderhuidsweefsel wordt beschadigd. Stap7 - Het verwijderen van de spuit Trek de naald met een snelle beweging uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel. Een lichte massage van de huid - onderwijl nog steeds druk uitoefenend maakt de verspreiding van de Puregon-oplossing gemakkelijker en vermindert de pijn. Gooi eventueel overgebleven oplossing weg. Meng Puregon niet met andere geneesmiddelen. Wat u moet doen als u meer van Puregon heeft gebruikt dan u zou mogen Vertel het uw arts. Een te hoge dosis kan leiden tot overstimulatie van de eierstokken. Zie de paragraaf over mogelijke bijwerkingen. Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Puregon te gebruiken Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Vertel uw arts dat u een dosering heeft gemist. 4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Puregon bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Minder ernstige bijwerkingen zijn kneuzing, pijn, roodheid, zwelling of jeuk op de plaats van injectie. Incidenteel is ook meer verspreide huiduitslag waargenomen. Als u een vrouw bent: Een complicatie van behandeling met FSH is ongewenste overstimulatie van de eierstokken. Deze complicatie kan zeer ernstige vormen aannemen, maar de kans erop kan worden verkleind door zorgvuldige controle van de follikelontwikkeling gedurende de behandeling. De eerste tekenen van overstimulatie van de eierstokken kunnen zijn: pijn in de onderbuik, misselijkheid of diarree. In ernstige gevallen kan dit gepaard gaan met een vergroting van de eierstokken, ophoping van vocht in de buikholte en/of in de borstholte, gewichtstoename en het ontstaan van stolsels in de bloedsomloop. Mocht u last krijgen van één of meer van deze verschijnselen, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Sporadisch kunnen bloedstolsels ontstaan zonder dat ongewenste overstimulatie van de eierstokken optreedt (zie ook “Wees extra voorzichtig met Puregon”). Andere bijwerkingen die zijn waargenomen tijdens klinische studies zijn hoofdpijn en misselijkheid. Als u een man bent: Bij de gecombineerde behandeling kan borstontwikkeling of acne optreden. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 5.
HOE BEWAART U PUREGON
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. 260
Gebruik Puregon niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket na ‘EXP:’. Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon(s) in de buitenverpakking bewaren. U mag, als u dit makkelijk vindt, Puregon bij 25 °C of lager bewaren (bij kamertemperatuur) voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. Maak een notitie van de datum wanneer u het product buiten de koelkast gaat bewaren. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Gebruik Puregon niet als u bemerkt dat de oplossing deeltjes bevat of troebel is. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Puregon • •
Het werkzaam bestanddeel is follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH) in een sterkte van 150 IE in 0,5 ml waterige oplossing per injectieflacon. De andere bestanddelen zijn sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties. De pH kan zijn bijgesteld met natriumhydroxide en/of zoutzuur.
Hoe ziet Puregon er uit en wat is de inhoud van de verpakking Puregon oplossing voor injectie is een heldere, kleurloze oplossing. Het wordt geleverd in een glazen injectieflacon. Het is beschikbaar in verpakkingen met 1, 5 en 10 injectieflacons. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland Fabrikant • N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland • Organon (Ireland) Ltd., P.O. Box 2857, Drynam Road, Swords, Co. Dublin, Ierland • SP, Usine Saint Charles, 60590 Eragny sur Epte, Frankrijk Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in Bij correspondentie is het gewenst het verpakkingsnummer te vermelden.
261
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Puregon 200 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is Puregon en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Puregon gebruikt 3. Hoe wordt Puregon gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Puregon 6. Aanvullende informatie 1.
WAT IS PUREGON EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Puregon oplossing voor injectie bevat follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH). FSH behoort tot de groep van gonadotrofines, welke belangrijk zijn voor de vruchtbaarheid en reproduktie. Bij de vrouw is FSH nodig voor de groei en ontwikkeling van follikels. Dit zijn kleine ronde blaasjes in de eierstokken waarin zich de eicellen bevinden. Bij de man is FSH nodig voor de produktie van sperma. Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen te behandelen in de volgende gevallen: • Indien geen eisprong plaatsvindt kan Puregon worden toegepast om een eisprong te doen plaatsvinden bij vrouwen die niet reageerden op een behandeling met clomifeencitraat. • In het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals in vitro fertilisatie (IVF; ook bekend als reageerbuisbevruchting) en andere methoden, kan Puregon bij vrouwen worden toegepast om meerdere follikels tot ontwikkeling te brengen. • Bij mannen die door een tekort aan hormonen onvruchtbaar zijn kan Puregon worden toegepast voor de produktie van sperma. 2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U PUREGON GEBRUIKT
Gebruik Puregon niet • • • • • • •
als u een gezwel heeft in de eierstokken, borsten, baarmoeder, teelballen/testes, hypofyse (hersenaanhangsel), of hypothalamus als u allergisch (overgevoelig) bent voor follitropin beta of voor één van de andere bestanddelen van Puregon als u hevige of onregelmatige vaginale bloedingen heeft waarvan de oorzaak niet bekend is als u een gestoorde functie van de eierstokken heeft als u eierstokcysten of vergrote eierstokken heeft, die niet samenhangen met het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS) als u afwijkingen aan de geslachtsorganen heeft die een zwangerschap onmogelijk maken als u vleesbomen (myomen) in de baarmoeder heeft die een zwangerschap onmogelijk maken 262
•
als u lijdt aan een primaire stoornis van de teelballen/testes.
Wees extra voorzichtig met Puregon Informeer uw arts als u in het verleden een allergische reactie op neomycine en/of streptomycine (antibiotica) heeft ondervonden. Als u een vrouw bent: Intensieve controle door uw arts is uiterst belangrijk. In het algemeen wordt regelmatig een 'echo' gemaakt en bloed geprikt of de urine nagekeken. Aan de hand van de uitslagen stelt uw arts steeds de juiste dosering vast. Dit is van groot belang, omdat een te hoge dosering tot een zeldzaam voorkomende maar ernstige, ongewenste overstimulatie van de eierstokken kan leiden. Dit kan zich uiten in de vorm van buikklachten. Door regelmatige controle op het effect van behandeling met FSH kan uw arts eventuele overstimulatie van de eierstokken voorkomen. Mocht u last krijgen van buikklachten, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Bij behandeling met Puregon kan (net als bij zwangerschap) de kans op trombose (de vorming van een bloedstolsel in een bloedvat, meestal in de aderen van de benen of longen) iets hoger zijn. Bespreek dit met uw arts vóór het starten van de behandeling, vooral als: • u al weet dat u een verhoogde kans op trombose heeft • u zelf of iemand in uw directe familie, ooit trombose heeft gehad • u veel te zwaar bent. Als u een man bent: Verhoogde FSH bloedniveaus zijn kenmerkend voor beschadiging van de testes. Gewoonlijk is Puregon niet effectief in dergelijke gevallen. Om de behandeling te controleren kan uw arts u vragen een semenanalyse te ondergaan 4 tot 6 maanden na aanvang van de behandeling. Gebruik in combinatie met andere geneesmiddelen Wanneer Puregon wordt gebruikt in combinatie met clomifeencitraat kan er een versterkte follikelrespons optreden. Als er een GnRH-agonist wordt gebruikt kan een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het verkrijgen van een respons. Vertel uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt krijgen. Zwangerschap Er zijn geen aanwijzigingen vanuit de kliniek of op grond van studies bij dieren dat het gebruik van Puregon tijdens de zwangerschap zou kunnen leiden tot congenitale afwijkingen bij het kind. Desalniettemin mag U Puregon niet gebruiken als u zwanger bent of als u vermoedt dat u zwanger zou kunnen zijn. Na behandeling met een gonadotrofine preparaat is er een verhoogde kans op een meerlingzwangerschap. Meerlingzwangerschappen dragen een verhoogd gezondheidsrisico met zich mee voor zowel de moeder als haar baby’s rond de geboorte. Bovendien kunnen zowel meerlingzwangerschappen als eigenschappen van de patiënten die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan (bijv. leeftijd van de vrouw, eigenschappen van het sperma) geassocieerd zijn met een verhoogde kans op aangeboren afwijkingen. In vrouwen met beschadigde eileiders is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap iets verhoogd. Vrouwen die worden behandeld voor onvruchtbaarheid lopen een iets groter risico op het krijgen van een miskraam. Borstvoeding U mag Puregon niet gebruiken als u borstvoeding geeft.
263
Rijvaardigheid en het gebruik van machines Er zijn geen effecten waargenomen op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 3.
HOE WORDT PUREGON GEBRUIKT
Volg bij het gebruik van Puregon nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. Dosering voor de vrouw De dosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering kan eventueel aangepast worden naarmate de behandeling vordert. Hieronder volgen nadere details over het behandelingsschema. Omdat er grote verschillen zijn tussen vrouwen wat betreft de reactie van de eierstokken op gonadotrofines, is het onmogelijk één doseringsschema aan te bevelen dat geschikt is voor iedere vrouw. Om de juiste dosering vast te stellen wordt de follikelgroei gemeten door middel van het maken van echo’s en het bepalen van de hoeveelheid oestradiol (het vrouwelijke geslachtshormoon) in bloed of urine. • Vrouwen bij wie geen eisprong plaatsvindt De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste zeven dagen gegeven. Als er geen follikel tot ontwikkeling komt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de hoeveelheid oestradiol aangeven dat er een reactie van de eierstokken is. Deze dagdosis wordt dan aangehouden tot er een follikel van voldoende grootte is. Meestal is een behandelingsduur van 7 tot 14 dagen hiervoor voldoende. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt en de eisprong wordt opgewekt door toediening van humaan choriongonadotrofine (hCG). • Kunstmatige voortplantingstechnieken, bijvoorbeeld IVF De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste gedurende vier dagen gegeven. Daarna kan de dosis voor elke patiënt afzonderlijk worden aangepast al naar gelang de reactie van de eierstokken. Zodra er voldoende follikels van voldoende grootte zijn, kan de laatste fase in de follikelrijping worden opgewekt. Dit gebeurt door toediening van hCG. De eicellen worden 34-35 uur later geoogst. Dosering voor de man Puregon wordt gewoonlijk voorgeschreven in een dosering van 450 IE/week, meestal verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, in combinatie met een ander hormoon (hCG), voor tenminste 3 tot 4 maanden. Als er na deze periode geen reactie is opgetreden, kan uw behandeling voor tenminste 18 maanden worden voortgezet. De wijze van gebruik en toedieningswegen Puregon werkt alleen als het wordt ingespoten in een spier of onderhuids. De allereerste injectie met Puregon dient te worden toegediend in aanwezigheid van een arts. De Puregon-oplossing wordt langzaam toegediend in spierweefsel (bijvoorbeeld in bil, bovenbeen of bovenarm), of onderhuids (bijvoorbeeld in de buikwand). Injecties in een spier mogen alleen worden gegeven door een arts of verpleegkundige. Onderhuidse injecties mogen, in sommige gevallen, door uzelf of uw partner worden gegeven. Uw arts zal u uitleggen wanneer en hoe u dat moet doen. Als u de gegeven instructies precies opvolgt wordt Puregon op de juiste wijze toegediend, waarbij u de minste last heeft van de injectie. Instructies voor gebruik Stap1 - Het klaarmaken van de injectiespuit
264
Voor de toediening van Puregon dienen steriele wegwerpspuiten en -naalden te worden gebruikt. De maat van de spuit moet zo klein zijn dat de voorgeschreven dosering redelijk nauwkeurig kan worden afgelezen. Puregon oplossing voor injectie wordt geleverd in een glazen injectieflacon. De oplossing mag niet worden gebruikt als deze deeltjes bevat of troebel is. Verwijder het “flip-off” dekseltje van de injectieflacon. Plaats een naald op de spuit en prik nu de naald door de rubberstop (a). Zuig de oplossing op in de spuit (b) en vervang nu de opzuignaald door een injectienaald (c). Houd de spuit verticaal met de naald naar boven gericht en tik zachtjes tegen de zijkant om eventuele luchtbelletjes te laten opstijgen. Druk vervolgens de zuiger voorzichtig in totdat alle lucht uit de spuit is en er alleen nog Puregon-oplossing in de spuit aanwezig is (d). Indien nodig mag de zuiger nog verder worden ingedrukt, om de juiste dosering in te stellen.
Stap2 - De injectieplaats De meest geschikte injectieplaats voor onderhuidse toediening is de onderbuik rond de navel (e), daar waar veel huidplooien en vetlagen aanwezig zijn. Andere injectieplaatsen zijn ook mogelijk. Kies voor iedere injectie steeds een iets andere plaats. Uw dokter of verpleegkundige zal u uitleggen waar u kunt injecteren. Stap3 - De voorbereiding van het injectiegebied Tik een paar keer op de injectieplaats om kleine zenuwuiteinden te stimuleren. Dit vermindert de pijn wanneer de naald in de onderhuid wordt geprikt. Was uw handen en maak de injectieplaats schoon met een gaasje met een desinfecterend middel (bijvoorbeeld chloorhexidine 0,5%) om bacteriën van het huidoppervlak te verwijderen. Maak een gebied van ongeveer 5 centimeter rond de injectieplaats schoon en laat het desinfecterend middel minimaal 1 minuut drogen voordat u verder gaat. Stap4 - Het inbrengen van de naald Pak een huidplooi tussen duim en wijsvinger. Steek met de andere hand de naald in de huidplooi onder een hoek van 90 graden (f).
Stap5 - Controle van de juiste positie van de naald Trek de zuiger van de spuit voorzichtig iets op om te controleren of de naald op de juiste plaats zit. Als er bloed wordt opgezogen in de spuit betekent dit dat er een adertje is aangeprikt. Trek in dat geval de naald uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel; de bloeding houdt na ongeveer 2 minuten op. Gebruik de met bloed verontreinigde oplossing niet; spuit deze door de gootsteen. Begin opnieuw met stap1 en gebruik een nieuwe naald en spuit en een nieuwe injectieflacon Puregon. Stap6 - Het injecteren van de oplossing
265
Druk de zuiger langzaam en gelijkmatig in. Hierdoor wordt de oplossing op de juiste manier ingespoten zonder dat het spier- of onderhuidsweefsel wordt beschadigd. Stap7 - Het verwijderen van de spuit Trek de naald met een snelle beweging uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel. Een lichte massage van de huid - onderwijl nog steeds druk uitoefenend maakt de verspreiding van de Puregon-oplossing gemakkelijker en vermindert de pijn. Gooi eventueel overgebleven oplossing weg. Meng Puregon niet met andere geneesmiddelen. Wat u moet doen als u meer van Puregon heeft gebruikt dan u zou mogen Vertel het uw arts. Een te hoge dosis kan leiden tot overstimulatie van de eierstokken. Zie de paragraaf over mogelijke bijwerkingen. Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Puregon te gebruiken Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Vertel uw arts dat u een dosering heeft gemist. 4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Puregon bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Minder ernstige bijwerkingen zijn kneuzing, pijn, roodheid, zwelling of jeuk op de plaats van injectie Incidenteel is ook meer verspreide huiduitslag waargenomen. Als u een vrouw bent: Een complicatie van behandeling met FSH is ongewenste overstimulatie van de eierstokken. Deze complicatie kan zeer ernstige vormen aannemen, maar de kans erop kan worden verkleind door zorgvuldige controle van de follikelontwikkeling gedurende de behandeling. De eerste tekenen van overstimulatie van de eierstokken kunnen zijn: pijn in de onderbuik, misselijkheid of diarree. In ernstige gevallen kan dit gepaard gaan met een vergroting van de eierstokken, ophoping van vocht in de buikholte en/of in de borstholte, gewichtstoename en het ontstaan van stolsels in de bloedsomloop. Mocht u last krijgen van één of meer van deze verschijnselen, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Sporadisch kunnen bloedstolsels ontstaan zonder dat ongewenste overstimulatie van de eierstokken optreedt (zie ook “Wees extra voorzichtig met Puregon”). Andere bijwerkingen die zijn waargenomen tijdens klinische studies zijn hoofdpijn en misselijkheid. Als u een man bent: Bij de gecombineerde behandeling kan borstontwikkeling of acne optreden. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 5.
HOE BEWAART U PUREGON
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. 266
Gebruik Puregon niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket na ‘EXP:’. Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon(s) in de buitenverpakking bewaren. U mag, als u dit makkelijk vindt, Puregon bij 25 °C of lager bewaren (bij kamertemperatuur) voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. Maak een notitie van de datum wanneer u het product buiten de koelkast gaat bewaren. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Gebruik Puregon niet als u bemerkt dat de oplossing deeltjes bevat of troebel is. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Puregon • •
Het werkzaam bestanddeel is follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH) in een sterkte van 200 IE in 0,5 ml waterige oplossing per injectieflacon. De andere bestanddelen zijn sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties. De pH kan zijn bijgesteld met natriumhydroxide en/of zoutzuur.
Hoe ziet Puregon er uit en wat is de inhoud van de verpakking Puregon oplossing voor injectie is een heldere, kleurloze oplossing. Het wordt geleverd in een glazen injectieflacon. Het is beschikbaar in verpakkingen met 1, 5 en 10 injectieflacons. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland Fabrikant • N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland • Organon (Ireland) Ltd., P.O. Box 2857, Drynam Road, Swords, Co. Dublin, Ierland • SP, Usine Saint Charles, 60590 Eragny sur Epte, Frankrijk Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in Bij correspondentie is het gewenst het verpakkingsnummer te vermelden.
267
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Puregon 225 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is Puregon en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Puregon gebruikt 3. Hoe wordt Puregon gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Puregon 6. Aanvullende informatie 1.
WAT IS PUREGON EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Puregon oplossing voor injectie bevat follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH). FSH behoort tot de groep van gonadotrofines, welke belangrijk zijn voor de vruchtbaarheid en reproduktie. Bij de vrouw is FSH nodig voor de groei en ontwikkeling van follikels. Dit zijn kleine ronde blaasjes in de eierstokken waarin zich de eicellen bevinden. Bij de man is FSH nodig voor de produktie van sperma. Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen te behandelen in de volgende gevallen: • Indien geen eisprong plaatsvindt kan Puregon worden toegepast om een eisprong te doen plaatsvinden bij vrouwen die niet reageerden op een behandeling met clomifeencitraat. • In het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals in vitro fertilisatie (IVF; ook bekend als reageerbuisbevruchting) en andere methoden, kan Puregon bij vrouwen worden toegepast om meerdere follikels tot ontwikkeling te brengen. • Bij mannen die door een tekort aan hormonen onvruchtbaar zijn kan Puregon worden toegepast voor de produktie van sperma. 2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U PUREGON GEBRUIKT
Gebruik Puregon niet • • • • • • •
als u een gezwel heeft in de eierstokken, borsten, baarmoeder, teelballen/testes, hypofyse (hersenaanhangsel), of hypothalamus als u allergisch (overgevoelig) bent voor follitropin beta of voor één van de andere bestanddelen van Puregon als u hevige of onregelmatige vaginale bloedingen heeft waarvan de oorzaak niet bekend is als u een gestoorde functie van de eierstokken heeft als u eierstokcysten of vergrote eierstokken heeft, die niet samenhangen met het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS) als u afwijkingen aan de geslachtsorganen heeft die een zwangerschap onmogelijk maken als u vleesbomen (myomen) in de baarmoeder heeft die een zwangerschap onmogelijk maken 268
•
als u lijdt aan een primaire stoornis van de teelballen/testes.
Wees extra voorzichtig met Puregon Informeer uw arts als u in het verleden een allergische reactie op neomycine en/of streptomycine (antibiotica) heeft ondervonden. Als u een vrouw bent: Intensieve controle door uw arts is uiterst belangrijk. In het algemeen wordt regelmatig een 'echo' gemaakt en bloed geprikt of de urine nagekeken. Aan de hand van de uitslagen stelt uw arts steeds de juiste dosering vast. Dit is van groot belang, omdat een te hoge dosering tot een zeldzaam voorkomende maar ernstige, ongewenste overstimulatie van de eierstokken kan leiden. Dit kan zich uiten in de vorm van buikklachten. Door regelmatige controle op het effect van behandeling met FSH kan uw arts eventuele overstimulatie van de eierstokken voorkomen. Mocht u last krijgen van buikklachten, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Bij behandeling met Puregon kan (net als bij zwangerschap) de kans op trombose (de vorming van een bloedstolsel in een bloedvat, meestal in de aderen van de benen of longen) iets hoger zijn. Bespreek dit met uw arts vóór het starten van de behandeling, vooral als: • u al weet dat u een verhoogde kans op trombose heeft • u zelf of iemand in uw directe familie, ooit trombose heeft gehad • u veel te zwaar bent. Als u een man bent: Verhoogde FSH bloedniveaus zijn kenmerkend voor beschadiging van de testes. Gewoonlijk is Puregon niet effectief in dergelijke gevallen. Om de behandeling te controleren kan uw arts u vragen een semenanalyse te ondergaan 4 tot 6 maanden na aanvang van de behandeling. Gebruik in combinatie met andere geneesmiddelen Wanneer Puregon wordt gebruikt in combinatie met clomifeencitraat kan er een versterkte follikelrespons optreden. Als er een GnRH-agonist wordt gebruikt kan een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het verkrijgen van een respons. Vertel uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt krijgen. Zwangerschap Er zijn geen aanwijzigingen vanuit de kliniek of op grond van studies bij dieren dat het gebruik van Puregon tijdens de zwangerschap zou kunnen leiden tot congenitale afwijkingen bij het kind. Desalniettemin mag U Puregon niet gebruiken als u zwanger bent of als u vermoedt dat u zwanger zou kunnen zijn. Na behandeling met een gonadotrofine preparaat is er een verhoogde kans op een meerlingzwangerschap. Meerlingzwangerschappen dragen een verhoogd gezondheidsrisico met zich mee voor zowel de moeder als haar baby’s rond de geboorte. Bovendien kunnen zowel meerlingzwangerschappen als eigenschappen van de patiënten die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan (bijv. leeftijd van de vrouw, eigenschappen van het sperma) geassocieerd zijn met een verhoogde kans op aangeboren afwijkingen. In vrouwen met beschadigde eileiders is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap iets verhoogd. Vrouwen die worden behandeld voor onvruchtbaarheid lopen een iets groter risico op het krijgen van een miskraam. Borstvoeding U mag Puregon niet gebruiken als u borstvoeding geeft.
269
Rijvaardigheid en het gebruik van machines Er zijn geen effecten waargenomen op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 3.
HOE WORDT PUREGON GEBRUIKT
Volg bij het gebruik van Puregon nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. Dosering voor de vrouw De dosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering kan eventueel aangepast worden naarmate de behandeling vordert. Hieronder volgen nadere details over het behandelingsschema. Omdat er grote verschillen zijn tussen vrouwen wat betreft de reactie van de eierstokken op gonadotrofines, is het onmogelijk één doseringsschema aan te bevelen dat geschikt is voor iedere vrouw. Om de juiste dosering vast te stellen wordt de follikelgroei gemeten door middel van het maken van echo’s en het bepalen van de hoeveelheid oestradiol (het vrouwelijke geslachtshormoon) in bloed of urine. • Vrouwen bij wie geen eisprong plaatsvindt De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste zeven dagen gegeven. Als er geen follikel tot ontwikkeling komt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de hoeveelheid oestradiol aangeven dat er een reactie van de eierstokken is. Deze dagdosis wordt dan aangehouden tot er een follikel van voldoende grootte is. Meestal is een behandelingsduur van 7 tot 14 dagen hiervoor voldoende. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt en de eisprong wordt opgewekt door toediening van humaan choriongonadotrofine (hCG). • Kunstmatige voortplantingstechnieken, bijvoorbeeld IVF De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste gedurende vier dagen gegeven. Daarna kan de dosis voor elke patiënt afzonderlijk worden aangepast al naar gelang de reactie van de eierstokken. Zodra er voldoende follikels van voldoende grootte zijn, kan de laatste fase in de follikelrijping worden opgewekt. Dit gebeurt door toediening van hCG. De eicellen worden 34-35 uur later geoogst. Dosering voor de man Puregon wordt gewoonlijk voorgeschreven in een dosering van 450 IE/week, meestal verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, in combinatie met een ander hormoon (hCG), voor tenminste 3 tot 4 maanden. Als er na deze periode geen reactie is opgetreden, kan uw behandeling voor tenminste 18 maanden worden voortgezet. De wijze van gebruik en toedieningswegen Puregon werkt alleen als het wordt ingespoten in een spier of onderhuids. De allereerste injectie met Puregon dient te worden toegediend in aanwezigheid van een arts. De Puregon-oplossing wordt langzaam toegediend in spierweefsel (bijvoorbeeld in bil, bovenbeen of bovenarm), of onderhuids (bijvoorbeeld in de buikwand). Injecties in een spier mogen alleen worden gegeven door een arts of verpleegkundige. Onderhuidse injecties mogen, in sommige gevallen, door uzelf of uw partner worden gegeven. Uw arts zal u uitleggen wanneer en hoe u dat moet doen. Als u de gegeven instructies precies opvolgt wordt Puregon op de juiste wijze toegediend, waarbij u de minste last heeft van de injectie. Instructies voor gebruik Stap1 - Het klaarmaken van de injectiespuit
270
Voor de toediening van Puregon dienen steriele wegwerpspuiten en -naalden te worden gebruikt. De maat van de spuit moet zo klein zijn dat de voorgeschreven dosering redelijk nauwkeurig kan worden afgelezen. Puregon oplossing voor injectie wordt geleverd in een glazen injectieflacon. De oplossing mag niet worden gebruikt als deze deeltjes bevat of troebel is. Verwijder het “flip-off” dekseltje van de injectieflacon. Plaats een naald op de spuit en prik nu de naald door de rubberstop (a). Zuig de oplossing op in de spuit (b) en vervang nu de opzuignaald door een injectienaald (c). Houd de spuit verticaal met de naald naar boven gericht en tik zachtjes tegen de zijkant om eventuele luchtbelletjes te laten opstijgen. Druk vervolgens de zuiger voorzichtig in totdat alle lucht uit de spuit is en er alleen nog Puregon-oplossing in de spuit aanwezig is (d). Indien nodig mag de zuiger nog verder worden ingedrukt, om de juiste dosering in te stellen.
Stap2 - De injectieplaats De meest geschikte injectieplaats voor onderhuidse toediening is de onderbuik rond de navel (e), daar waar veel huidplooien en vetlagen aanwezig zijn. Andere injectieplaatsen zijn ook mogelijk. Kies voor iedere injectie steeds een iets andere plaats. Uw dokter of verpleegkundige zal u uitleggen waar u kunt injecteren. Stap3 - De voorbereiding van het injectiegebied Tik een paar keer op de injectieplaats om kleine zenuwuiteinden te stimuleren. Dit vermindert de pijn wanneer de naald in de onderhuid wordt geprikt. Was uw handen en maak de injectieplaats schoon met een gaasje met een desinfecterend middel (bijvoorbeeld chloorhexidine 0,5%) om bacteriën van het huidoppervlak te verwijderen. Maak een gebied van ongeveer 5 centimeter rond de injectieplaats schoon en laat het desinfecterend middel minimaal 1 minuut drogen voordat u verder gaat. Stap4 - Het inbrengen van de naald Pak een huidplooi tussen duim en wijsvinger. Steek met de andere hand de naald in de huidplooi onder een hoek van 90 graden (f).
Stap5 - Controle van de juiste positie van de naald Trek de zuiger van de spuit voorzichtig iets op om te controleren of de naald op de juiste plaats zit. Als er bloed wordt opgezogen in de spuit betekent dit dat er een adertje is aangeprikt. Trek in dat geval de naald uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel; de bloeding houdt na ongeveer 2 minuten op. Gebruik de met bloed verontreinigde oplossing niet; spuit deze door de gootsteen. Begin opnieuw met stap1 en gebruik een nieuwe naald en spuit en een nieuwe injectieflacon Puregon. Stap6 - Het injecteren van de oplossing
271
Druk de zuiger langzaam en gelijkmatig in. Hierdoor wordt de oplossing op de juiste manier ingespoten zonder dat het spier- of onderhuidsweefsel wordt beschadigd. Stap7 - Het verwijderen van de spuit Trek de naald met een snelle beweging uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel. Een lichte massage van de huid - onderwijl nog steeds druk uitoefenend maakt de verspreiding van de Puregon-oplossing gemakkelijker en vermindert de pijn. Gooi eventueel overgebleven oplossing weg. Meng Puregon niet met andere geneesmiddelen. Wat u moet doen als u meer van Puregon heeft gebruikt dan u zou mogen Vertel het uw arts. Een te hoge dosis kan leiden tot overstimulatie van de eierstokken. Zie de paragraaf over mogelijke bijwerkingen. Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Puregon te gebruiken Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Vertel uw arts dat u een dosering heeft gemist. 4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Puregon bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Minder ernstige bijwerkingen zijn kneuzing, pijn, roodheid, zwelling of jeuk op de plaats van injectie. Incidenteel is ook meer verspreide huiduitslag waargenomen. Als u een vrouw bent: Een complicatie van behandeling met FSH is ongewenste overstimulatie van de eierstokken. Deze complicatie kan zeer ernstige vormen aannemen, maar de kans erop kan worden verkleind door zorgvuldige controle van de follikelontwikkeling gedurende de behandeling. De eerste tekenen van overstimulatie van de eierstokken kunnen zijn: pijn in de onderbuik, misselijkheid of diarree. In ernstige gevallen kan dit gepaard gaan met een vergroting van de eierstokken, ophoping van vocht in de buikholte en/of in de borstholte, gewichtstoename en het ontstaan van stolsels in de bloedsomloop. Mocht u last krijgen van één of meer van deze verschijnselen, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Sporadisch kunnen bloedstolsels ontstaan zonder dat ongewenste overstimulatie van de eierstokken optreedt (zie ook “Wees extra voorzichtig met Puregon”). Andere bijwerkingen die zijn waargenomen tijdens klinische studies zijn hoofdpijn en misselijkheid. Als u een man bent: Bij de gecombineerde behandeling kan borstontwikkeling of acne optreden. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 5.
HOE BEWAART U PUREGON
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. 272
Gebruik Puregon niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket na ‘EXP:’. Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon(s) in de buitenverpakking bewaren. U mag, als u dit makkelijk vindt, Puregon bij 25 °C of lager bewaren (bij kamertemperatuur) voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. Maak een notitie van de datum wanneer u het product buiten de koelkast gaat bewaren. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Gebruik Puregon niet als u bemerkt dat de oplossing deeltjes bevat of troebel is. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Puregon • •
Het werkzaam bestanddeel is follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH) in een sterkte van 225 IE in 0,5 ml waterige oplossing per injectieflacon. De andere bestanddelen zijn sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties. De pH kan zijn bijgesteld met natriumhydroxide en/of zoutzuur.
Hoe ziet Puregon er uit en wat is de inhoud van de verpakking Puregon oplossing voor injectie is een heldere, kleurloze oplossing. Het wordt geleverd in een glazen injectieflacon. Het is beschikbaar in verpakkingen met 1, 5 en 10 injectieflacons. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland Fabrikant • N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland • Organon (Ireland) Ltd., P.O. Box 2857, Drynam Road, Swords, Co. Dublin, Ierland • SP, Usine Saint Charles, 60590 Eragny sur Epte, Frankrijk Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in Bij correspondentie is het gewenst het verpakkingsnummer te vermelden.
273
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Puregon 250 IE/0,5 ml oplossing voor injectie follitropin beta Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is Puregon en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Puregon gebruikt 3. Hoe wordt Puregon gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Puregon 6. Aanvullende informatie 1.
WAT IS PUREGON EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Puregon oplossing voor injectie bevat follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH). FSH behoort tot de groep van gonadotrofines, welke belangrijk zijn voor de vruchtbaarheid en reproduktie. Bij de vrouw is FSH nodig voor de groei en ontwikkeling van follikels. Dit zijn kleine ronde blaasjes in de eierstokken waarin zich de eicellen bevinden. Bij de man is FSH nodig voor de produktie van sperma. Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen te behandelen in de volgende gevallen: • Indien geen eisprong plaatsvindt kan Puregon worden toegepast om een eisprong te doen plaatsvinden bij vrouwen die niet reageerden op een behandeling met clomifeencitraat. • In het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals in vitro fertilisatie (IVF; ook bekend als reageerbuisbevruchting) en andere methoden, kan Puregon bij vrouwen worden toegepast om meerdere follikels tot ontwikkeling te brengen. • Bij mannen die door een tekort aan hormonen onvruchtbaar zijn kan Puregon worden toegepast voor de produktie van sperma. 2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U PUREGON GEBRUIKT
Gebruik Puregon niet • • • • • • •
als u een gezwel heeft in de eierstokken, borsten, baarmoeder, teelballen/testes, hypofyse (hersenaanhangsel), of hypothalamus als u allergisch (overgevoelig) bent voor follitropin beta of voor één van de andere bestanddelen van Puregon als u hevige of onregelmatige vaginale bloedingen heeft waarvan de oorzaak niet bekend is als u een gestoorde functie van de eierstokken heeft als u eierstokcysten of vergrote eierstokken heeft, die niet samenhangen met het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS) als u afwijkingen aan de geslachtsorganen heeft die een zwangerschap onmogelijk maken als u vleesbomen (myomen) in de baarmoeder heeft die een zwangerschap onmogelijk maken 274
•
als u lijdt aan een primaire stoornis van de teelballen/testes.
Wees extra voorzichtig met Puregon Informeer uw arts als u in het verleden een allergische reactie op neomycine en/of streptomycine (antibiotica) heeft ondervonden. Als u een vrouw bent: Intensieve controle door uw arts is uiterst belangrijk. In het algemeen wordt regelmatig een 'echo' gemaakt en bloed geprikt of de urine nagekeken. Aan de hand van de uitslagen stelt uw arts steeds de juiste dosering vast. Dit is van groot belang, omdat een te hoge dosering tot een zeldzaam voorkomende maar ernstige, ongewenste overstimulatie van de eierstokken kan leiden. Dit kan zich uiten in de vorm van buikklachten. Door regelmatige controle op het effect van behandeling met FSH kan uw arts eventuele overstimulatie van de eierstokken voorkomen. Mocht u last krijgen van buikklachten, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Bij behandeling met Puregon kan (net als bij zwangerschap) de kans op trombose (de vorming van een bloedstolsel in een bloedvat, meestal in de aderen van de benen of longen) iets hoger zijn. Bespreek dit met uw arts vóór het starten van de behandeling, vooral als: • u al weet dat u een verhoogde kans op trombose heeft • u zelf of iemand in uw directe familie, ooit trombose heeft gehad • u veel te zwaar bent. Als u een man bent: Verhoogde FSH bloedniveaus zijn kenmerkend voor beschadiging van de testes. Gewoonlijk is Puregon niet effectief in dergelijke gevallen. Om de behandeling te controleren kan uw arts u vragen een semenanalyse te ondergaan 4 tot 6 maanden na aanvang van de behandeling. Gebruik in combinatie met andere geneesmiddelen Wanneer Puregon wordt gebruikt in combinatie met clomifeencitraat kan er een versterkte follikelrespons optreden. Als er een GnRH-agonist wordt gebruikt kan een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het verkrijgen van een respons. Vertel uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt krijgen. Zwangerschap Er zijn geen aanwijzigingen vanuit de kliniek of op grond van studies bij dieren dat het gebruik van Puregon tijdens de zwangerschap zou kunnen leiden tot congenitale afwijkingen bij het kind. Desalniettemin mag U Puregon niet gebruiken als u zwanger bent of als u vermoedt dat u zwanger zou kunnen zijn. Na behandeling met een gonadotrofine preparaat is er een verhoogde kans op een meerlingzwangerschap. Meerlingzwangerschappen dragen een verhoogd gezondheidsrisico met zich mee voor zowel de moeder als haar baby’s rond de geboorte. Bovendien kunnen zowel meerlingzwangerschappen als eigenschappen van de patiënten die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan (bijv. leeftijd van de vrouw, eigenschappen van het sperma) geassocieerd zijn met een verhoogde kans op aangeboren afwijkingen. In vrouwen met beschadigde eileiders is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap iets verhoogd. Vrouwen die worden behandeld voor onvruchtbaarheid lopen een iets groter risico op het krijgen van een miskraam. Borstvoeding U mag Puregon niet gebruiken als u borstvoeding geeft.
275
Rijvaardigheid en het gebruik van machines Er zijn geen effecten waargenomen op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 3.
HOE WORDT PUREGON GEBRUIKT
Volg bij het gebruik van Puregon nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. Dosering voor de vrouw De dosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering kan eventueel aangepast worden naarmate de behandeling vordert. Hieronder volgen nadere details over het behandelingsschema. Omdat er grote verschillen zijn tussen vrouwen wat betreft de reactie van de eierstokken op gonadotrofines, is het onmogelijk één doseringsschema aan te bevelen dat geschikt is voor iedere vrouw. Om de juiste dosering vast te stellen wordt de follikelgroei gemeten door middel van het maken van echo’s en het bepalen van de hoeveelheid oestradiol (het vrouwelijke geslachtshormoon) in bloed of urine. • Vrouwen bij wie geen eisprong plaatsvindt De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste zeven dagen gegeven. Als er geen follikel tot ontwikkeling komt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de hoeveelheid oestradiol aangeven dat er een reactie van de eierstokken is. Deze dagdosis wordt dan aangehouden tot er een follikel van voldoende grootte is. Meestal is een behandelingsduur van 7 tot 14 dagen hiervoor voldoende. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt en de eisprong wordt opgewekt door toediening van humaan choriongonadotrofine (hCG). • Kunstmatige voortplantingstechnieken, bijvoorbeeld IVF De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste gedurende vier dagen gegeven. Daarna kan de dosis voor elke patiënt afzonderlijk worden aangepast al naar gelang de reactie van de eierstokken. Zodra er voldoende follikels van voldoende grootte zijn, kan de laatste fase in de follikelrijping worden opgewekt. Dit gebeurt door toediening van hCG. De eicellen worden 34-35 uur later geoogst. Dosering voor de man Puregon wordt gewoonlijk voorgeschreven in een dosering van 450 IE/week, meestal verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, in combinatie met een ander hormoon (hCG), voor tenminste 3 tot 4 maanden. Als er na deze periode geen reactie is opgetreden, kan uw behandeling voor tenminste 18 maanden worden voortgezet. De wijze van gebruik en toedieningswegen Puregon werkt alleen als het wordt ingespoten in een spier of onderhuids. De allereerste injectie met Puregon dient te worden toegediend in aanwezigheid van een arts. De Puregon-oplossing wordt langzaam toegediend in spierweefsel (bijvoorbeeld in bil, bovenbeen of bovenarm), of onderhuids (bijvoorbeeld in de buikwand). Injecties in een spier mogen alleen worden gegeven door een arts of verpleegkundige. Onderhuidse injecties mogen, in sommige gevallen, door uzelf of uw partner worden gegeven. Uw arts zal u uitleggen wanneer en hoe u dat moet doen. Als u de gegeven instructies precies opvolgt wordt Puregon op de juiste wijze toegediend, waarbij u de minste last heeft van de injectie. Instructies voor gebruik Stap1 - Het klaarmaken van de injectiespuit
276
Voor de toediening van Puregon dienen steriele wegwerpspuiten en -naalden te worden gebruikt. De maat van de spuit moet zo klein zijn dat de voorgeschreven dosering redelijk nauwkeurig kan worden afgelezen. Puregon oplossing voor injectie wordt geleverd in een glazen injectieflacon. De oplossing mag niet worden gebruikt als deze deeltjes bevat of troebel is. Verwijder het “flip-off” dekseltje van de injectieflacon. Plaats een naald op de spuit en prik nu de naald door de rubberstop (a). Zuig de oplossing op in de spuit (b) en vervang nu de opzuignaald door een injectienaald (c). Houd de spuit verticaal met de naald naar boven gericht en tik zachtjes tegen de zijkant om eventuele luchtbelletjes te laten opstijgen. Druk vervolgens de zuiger voorzichtig in totdat alle lucht uit de spuit is en er alleen nog Puregon-oplossing in de spuit aanwezig is (d). Indien nodig mag de zuiger nog verder worden ingedrukt, om de juiste dosering in te stellen.
Stap2 - De injectieplaats De meest geschikte injectieplaats voor onderhuidse toediening is de onderbuik rond de navel (e), daar waar veel huidplooien en vetlagen aanwezig zijn. Andere injectieplaatsen zijn ook mogelijk. Kies voor iedere injectie steeds een iets andere plaats. Uw dokter of verpleegkundige zal u uitleggen waar u kunt injecteren. Stap3 - De voorbereiding van het injectiegebied Tik een paar keer op de injectieplaats om kleine zenuwuiteinden te stimuleren. Dit vermindert de pijn wanneer de naald in de onderhuid wordt geprikt. Was uw handen en maak de injectieplaats schoon met een gaasje met een desinfecterend middel (bijvoorbeeld chloorhexidine 0,5%) om bacteriën van het huidoppervlak te verwijderen. Maak een gebied van ongeveer 5 centimeter rond de injectieplaats schoon en laat het desinfecterend middel minimaal 1 minuut drogen voordat u verder gaat. Stap4 - Het inbrengen van de naald Pak een huidplooi tussen duim en wijsvinger. Steek met de andere hand de naald in de huidplooi onder een hoek van 90 graden (f).
Stap5 - Controle van de juiste positie van de naald Trek de zuiger van de spuit voorzichtig iets op om te controleren of de naald op de juiste plaats zit. Als er bloed wordt opgezogen in de spuit betekent dit dat er een adertje is aangeprikt. Trek in dat geval de naald uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel; de bloeding houdt na ongeveer 2 minuten op. Gebruik de met bloed verontreinigde oplossing niet; spuit deze door de gootsteen. Begin opnieuw met stap1 en gebruik een nieuwe naald en spuit en een nieuwe injectieflacon Puregon. Stap6 - Het injecteren van de oplossing
277
Druk de zuiger langzaam en gelijkmatig in. Hierdoor wordt de oplossing op de juiste manier ingespoten zonder dat het spier- of onderhuidsweefsel wordt beschadigd. Stap7 - Het verwijderen van de spuit Trek de naald met een snelle beweging uit de huid en druk op de injectieplaats met een gaasje met een desinfecterend middel. Een lichte massage van de huid - onderwijl nog steeds druk uitoefenend maakt de verspreiding van de Puregon-oplossing gemakkelijker en vermindert de pijn. Gooi eventueel overgebleven oplossing weg. Meng Puregon niet met andere geneesmiddelen. Wat u moet doen als u meer van Puregon heeft gebruikt dan u zou mogen Vertel het uw arts. Een te hoge dosis kan leiden tot overstimulatie van de eierstokken. Zie de paragraaf over mogelijke bijwerkingen. Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Puregon te gebruiken Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Vertel uw arts dat u een dosering heeft gemist. 4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Puregon bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Minder ernstige bijwerkingen zijn kneuzing, pijn, roodheid, zwelling of jeuk op de plaats van injectie. Incidenteel is ook meer verspreide huiduitslag waargenomen. Als u een vrouw bent: Een complicatie van behandeling met FSH is ongewenste overstimulatie van de eierstokken. Deze complicatie kan zeer ernstige vormen aannemen, maar de kans erop kan worden verkleind door zorgvuldige controle van de follikelontwikkeling gedurende de behandeling. De eerste tekenen van overstimulatie van de eierstokken kunnen zijn: pijn in de onderbuik, misselijkheid of diarree. In ernstige gevallen kan dit gepaard gaan met een vergroting van de eierstokken, ophoping van vocht in de buikholte en/of in de borstholte, gewichtstoename en het ontstaan van stolsels in de bloedsomloop. Mocht u last krijgen van één of meer van deze verschijnselen, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Sporadisch kunnen bloedstolsels ontstaan zonder dat ongewenste overstimulatie van de eierstokken optreedt (zie ook “Wees extra voorzichtig met Puregon”). Andere bijwerkingen die zijn waargenomen tijdens klinische studies zijn hoofdpijn en misselijkheid. Als u een man bent: Bij de gecombineerde behandeling kan borstontwikkeling of acne optreden. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 5.
HOE BEWAART U PUREGON
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. 278
Gebruik Puregon niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket na ‘EXP:’. Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon(s) in de buitenverpakking bewaren. U mag, als u dit makkelijk vindt, Puregon bij 25 °C of lager bewaren (bij kamertemperatuur) voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. Maak een notitie van de datum wanneer u het product buiten de koelkast gaat bewaren. De inhoud van een injectieflacon dient onmiddellijk na het aanprikken van de rubberstop gebruikt te worden. Gebruik Puregon niet als u bemerkt dat de oplossing deeltjes bevat of troebel is. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Puregon • •
Het werkzaam bestanddeel is follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH) in een sterkte van 250 IE in 0,5 ml waterige oplossing per injectieflacon. De andere bestanddelen zijn sucrose, natriumcitraat, L-methionine en polysorbaat 20 in water voor injecties. De pH kan zijn bijgesteld met natriumhydroxide en/of zoutzuur.
Hoe ziet Puregon er uit en wat is de inhoud van de verpakking Puregon oplossing voor injectie is een heldere, kleurloze oplossing. Het wordt geleverd in een glazen injectieflacon. Het is beschikbaar in verpakkingen met 1, 5 en 10 injectieflacons. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland Fabrikant • N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland • Organon (Ireland) Ltd., P.O. Box 2857, Drynam Road, Swords, Co. Dublin, Ierland • SP, Usine Saint Charles, 60590 Eragny sur Epte, Frankrijk Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in Bij correspondentie is het gewenst het verpakkingsnummer te vermelden.
279
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Puregon 150 IE/0,18 ml oplossing voor injectie follitropin beta Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is Puregon en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Puregon gebruikt 3. Hoe wordt Puregon gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Puregon 6. Aanvullende informatie 1.
WAT IS PUREGON EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Puregon 150 IE/0,18 ml oplossing voor injectie bevat follikelstimulerend hormoon (of FSH) in een sterkte van 833 internationale eenheden (IE) per ml. FSH behoort tot de groep van gonadotrofines, welke belangrijk zijn voor de vruchtbaarheid en reproduktie. Bij de vrouw is FSH nodig voor de groei en ontwikkeling van follikels. Dit zijn kleine ronde blaasjes in de eierstokken waarin zich de eicellen bevinden. Bij de man is FSH nodig voor de produktie van sperma. Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen te behandelen in de volgende gevallen: • Indien geen eisprong plaatsvindt kan Puregon worden toegepast om een eisprong te doen plaatsvinden bij vrouwen die niet reageerden op een behandeling met clomifeencitraat. • In het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals in vitro fertilisatie (IVF; ook bekend als reageerbuisbevruchting) en andere methoden, kan Puregon bij vrouwen worden toegepast om meerdere follikels tot ontwikkeling te brengen. • Bij mannen die door een tekort aan hormonen onvruchtbaar zijn kan Puregon worden toegepast voor de produktie van sperma. 2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U PUREGON GEBRUIKT
Gebruik Puregon niet • • • • • • •
als u een gezwel heeft in de eierstokken, borsten, baarmoeder, teelballen/testes, hypofyse (hersenaanhangsel), of hypothalamus als u allergisch (overgevoelig) bent voor follitropin beta of voor één van de andere bestanddelen van Puregon als u hevige of onregelmatige vaginale bloedingen heeft waarvan de oorzaak niet bekend is als u een gestoorde functie van de eierstokken heeft als u eierstokcysten of vergrote eierstokken heeft, die niet samenhangen met het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS) als u afwijkingen aan de geslachtsorganen heeft die een zwangerschap onmogelijk maken als u vleesbomen (myomen) in de baarmoeder heeft die een zwangerschap onmogelijk maken 280
•
als u lijdt aan een primaire stoornis van de teelballen/testes.
Wees extra voorzichtig met Puregon Informeer uw arts als u in het verleden een allergische reactie op neomycine en/of streptomycine (antibiotica) heeft ondervonden. Als u een vrouw bent: Intensieve controle door uw arts is uiterst belangrijk. In het algemeen wordt regelmatig een 'echo' gemaakt en bloed geprikt of de urine nagekeken. Aan de hand van de uitslagen stelt uw arts steeds de juiste dosering vast. Dit is van groot belang, omdat een te hoge dosering tot een zeldzaam voorkomende maar ernstige, ongewenste overstimulatie van de eierstokken kan leiden. Dit kan zich uiten in de vorm van buikklachten. Door regelmatige controle op het effect van behandeling met FSH kan uw arts eventuele overstimulatie van de eierstokken voorkomen. Mocht u last krijgen van buikklachten, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Bij behandeling met Puregon kan (net als bij zwangerschap) de kans op trombose (de vorming van een bloedstolsel in een bloedvat, meestal in de aderen van de benen of longen) iets hoger zijn. Bespreek dit met uw arts vóór het starten van de behandeling, vooral als: • u al weet dat u een verhoogde kans op trombose heeft • u zelf of iemand in uw directe familie, ooit trombose heeft gehad • u veel te zwaar bent. Als u een man bent: Verhoogde FSH bloedniveaus zijn kenmerkend voor beschadiging van de testes. Gewoonlijk is Puregon niet effectief in dergelijke gevallen. Om de behandeling te controleren kan uw arts u vragen een semenanalyse te ondergaan 4 tot 6 maanden na aanvang van de behandeling. Gebruik in combinatie met andere geneesmiddelen Wanneer Puregon wordt gebruikt in combinatie met clomifeencitraat kan er een versterkte follikelrespons optreden. Als er een GnRH-agonist wordt gebruikt kan een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het verkrijgen van een respons. Vertel uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt krijgen. Zwangerschap Er zijn geen aanwijzigingen vanuit de kliniek of op grond van studies bij dieren dat het gebruik van Puregon tijdens de zwangerschap zou kunnen leiden tot congenitale afwijkingen bij het kind. Desalniettemin mag U Puregon niet gebruiken als u zwanger bent of als u vermoedt dat u zwanger zou kunnen zijn. Na behandeling met een gonadotrofine preparaat is er een verhoogde kans op een meerlingzwangerschap. Meerlingzwangerschappen dragen een verhoogd gezondheidsrisico met zich mee voor zowel de moeder als haar baby’s rond de geboorte. Bovendien kunnen zowel meerlingzwangerschappen als eigenschappen van de patiënten die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan (bijv. leeftijd van de vrouw, eigenschappen van het sperma) geassocieerd zijn met een verhoogde kans op aangeboren afwijkingen. In vrouwen met beschadigde eileiders is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap iets verhoogd. Vrouwen die worden behandeld voor onvruchtbaarheid lopen een iets groter risico op het krijgen van een miskraam. Borstvoeding U mag Puregon niet gebruiken als u borstvoeding geeft.
281
Rijvaardigheid en het gebruik van machines Er zijn geen effecten waargenomen op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 3.
HOE WORDT PUREGON GEBRUIKT
Volg bij het gebruik van Puregon nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. Dosering voor de vrouw De dosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering kan eventueel aangepast worden naarmate de behandeling vordert. Hieronder volgen nadere details over het behandelingsschema. Omdat er grote verschillen zijn tussen vrouwen wat betreft de reactie van de eierstokken op gonadotrofines, is het onmogelijk één doseringsschema aan te bevelen dat geschikt is voor iedere vrouw. Om de juiste dosering vast te stellen wordt de follikelgroei gemeten door middel van het maken van echo’s en het bepalen van de hoeveelheid oestradiol (het vrouwelijke geslachtshormoon) in bloed of urine. • Vrouwen bij wie geen eisprong plaatsvindt De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste zeven dagen gegeven. Als er geen follikel tot ontwikkeling komt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de hoeveelheid oestradiol aangeven dat er een reactie van de eierstokken is. Deze dagdosis wordt dan aangehouden tot er een follikel van voldoende grootte is. Meestal is een behandelingsduur van 7 tot 14 dagen hiervoor voldoende. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt en de eisprong wordt opgewekt door toediening van humaan choriongonadotrofine (hCG). • Kunstmatige voortplantingstechnieken, bijvoorbeeld IVF De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste de eerste vier dagen gegeven. Daarna kan de dosis voor elke patiënt afzonderlijk worden aangepast al naar gelang de reactie van de eierstokken. Zodra er voldoende follikels van voldoende grootte zijn, kan de laatste fase in de follikelrijping worden opgewekt. Dit gebeurt door toediening van hCG. De eicellen worden 34-35 uur later geoogst. Dosering voor de man Puregon wordt gewoonlijk voorgeschreven in een dosering van 450 IE/week, meestal verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, in combinatie met een ander hormoon (hCG), voor tenminste 3 tot 4 maanden. Als er na deze periode geen reactie is opgetreden, kan uw behandeling voor tenminste 18 maanden worden voortgezet. De wijze van gebruik en toedieningswegen Puregon oplossing voor injectie in patronen is ontwikkeld voor gebruik in combinatie met de Puregon Pen. De afzonderlijke instructies voor het gebruik van de pen dienen zorgvuldig te worden opgevolgd. Gebruik de patroon niet als de oplossing deeltjes bevat of als de oplossing niet helder is. Gebruikmakend van de pen kan Puregon door uzelf, of uw partner, onderhuids worden toegediend (bijvoorbeeld in de buikwand). Uw arts zal u uitleggen wanneer en hoe u dat moet doen. Als u de instructies precies opvolgt wordt Puregon op de juiste wijze toegediend, waarbij u de minste last heeft van de injectie. De allereerste injectie met Puregon dient te worden toegediend in aanwezigheid van een arts. Wat u moet doen als u meer van Puregon heeft gebruikt dan u zou mogen Vertel het uw arts. Een te hoge dosis kan leiden tot overstimulatie van de eierstokken. Zie de paragraaf over mogelijke bijwerkingen. 282
Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Puregon te gebruiken Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Vertel uw arts dat u een dosering heeft gemist. 4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Puregon bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Minder ernstige bijwerkingen zijn kneuzing, pijn, roodheid, zwelling of jeuk op de plaats van injectie. Incidenteel is ook meer verspreide huiduitslag waargenomen. Als u een vrouw bent: Een complicatie van behandeling met FSH is ongewenste overstimulatie van de eierstokken. Deze complicatie kan zeer ernstige vormen aannemen, maar de kans erop kan worden verkleind door zorgvuldige controle van de follikelontwikkeling gedurende de behandeling. De eerste tekenen van overstimulatie van de eierstokken kunnen zijn: pijn in de onderbuik, misselijkheid of diarree. In ernstige gevallen kan dit gepaard gaan met een vergroting van de eierstokken, ophoping van vocht in de buikholte en/of in de borstholte, gewichtstoename en het ontstaan van stolsels in de bloedsomloop. Mocht u last krijgen van één of meer van deze verschijnselen, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Sporadisch kunnen bloedstolsels ontstaan zonder dat ongewenste overstimulatie van de eierstokken optreedt (zie ook “Wees extra voorzichtig met Puregon”). Andere bijwerkingen die zijn waargenomen tijdens klinische studies zijn hoofdpijn en misselijkheid. Als u een man bent: Bij de gecombineerde behandeling kan borstontwikkeling of acne optreden. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 5.
HOE BEWAART U PUREGON
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. Gebruik Puregon niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket na ‘EXP:’. Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De patroon in de buitenverpakking bewaren. U mag, als u dit makkelijk vindt, Puregon bij 25 °C of lager bewaren (bij kamertemperatuur) voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. Maak een notitie van de datum wanneer u het product buiten de koelkast gaat bewaren. Als de patroon eenmaal aangeprikt is mag het product nog maximaal 28 dagen worden bewaard. Noteer de datum van ingebruikname van de patroon op een lijst waarop u de injecties bijhoudt, zoals afgebeeld in de gebruiksaanwijzing van de Puregon Pen. Gebruik Puregon niet als u bemerkt dat de oplossing deeltjes bevat of troebel is. Gooi gebruikte naalden direct na de toediening weg. 283
Puregon patronen zijn niet gemaakt om er andere geneesmiddelen aan toe te voegen. Lege patronen mogen niet opnieuw gevuld worden. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Puregon • •
Het werkzaam bestanddeel is follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH) in een sterkte van 833 internationale eenheden (IE) in 1 ml waterige oplossing per patroon. De andere bestanddelen zijn sucrose, natriumcitraat, L-methionine, polysorbaat 20 en benzylalcohol in water voor injecties. De pH kan zijn bijgesteld met natriumhydroxide en/of zoutzuur.
Hoe ziet Puregon er uit en wat is de inhoud van de verpakking Puregon oplossing voor injectie is een heldere, kleurloze oplossing. Het wordt geleverd in een glazen patroon. Het is beschikbaar in verpakkingen met 1 patroon. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland Fabrikant • N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland • Organon (Ireland) Ltd., P.O. Box 2857, Drynam Road, Swords, Co. Dublin, Ierland • SP, Usine Saint Charles, 60590 Eragny sur Epte, Frankrijk Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in Bij correspondentie is het gewenst het verpakkingsnummer te vermelden.
284
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Puregon 300 IE/0,36 ml oplossing voor injectie follitropin beta Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is Puregon en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Puregon gebruikt 3. Hoe wordt Puregon gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Puregon 6. Aanvullende informatie 1.
WAT IS PUREGON EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Puregon 300 IE/0,36 ml oplossing voor injectie bevat follikelstimulerend hormoon (of FSH) in een sterkte van 833 internationale eenheden (IE) per ml. FSH behoort tot de groep van gonadotrofines, welke belangrijk zijn voor de vruchtbaarheid en reproduktie. Bij de vrouw is FSH nodig voor de groei en ontwikkeling van follikels. Dit zijn kleine ronde blaasjes in de eierstokken waarin zich de eicellen bevinden. Bij de man is FSH nodig voor de produktie van sperma. Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen te behandelen in de volgende gevallen: • Indien geen eisprong plaatsvindt kan Puregon worden toegepast om een eisprong te doen plaatsvinden bij vrouwen die niet reageerden op een behandeling met clomifeencitraat. • In het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals in vitro fertilisatie (IVF; ook bekend als reageerbuisbevruchting) en andere methoden, kan Puregon bij vrouwen worden toegepast om meerdere follikels tot ontwikkeling te brengen. • Bij mannen die door een tekort aan hormonen onvruchtbaar zijn kan Puregon worden toegepast voor de produktie van sperma. 2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U PUREGON GEBRUIKT
Gebruik Puregon niet • • • • • • •
als u een gezwel heeft in de eierstokken, borsten, baarmoeder, teelballen/testes, hypofyse (hersenaanhangsel), of hypothalamus als u allergisch (overgevoelig) bent voor follitropin beta of voor één van de andere bestanddelen van Puregon als u hevige of onregelmatige vaginale bloedingen heeft waarvan de oorzaak niet bekend is als u een gestoorde functie van de eierstokken heeft als u eierstokcysten of vergrote eierstokken heeft, die niet samenhangen met het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS) als u afwijkingen aan de geslachtsorganen heeft die een zwangerschap onmogelijk maken als u vleesbomen (myomen) in de baarmoeder heeft die een zwangerschap onmogelijk maken 285
•
als u lijdt aan een primaire stoornis van de teelballen/testes.
Wees extra voorzichtig met Puregon Informeer uw arts als u in het verleden een allergische reactie op neomycine en/of streptomycine (antibiotica) heeft ondervonden. Als u een vrouw bent: Intensieve controle door uw arts is uiterst belangrijk. In het algemeen wordt regelmatig een 'echo' gemaakt en bloed geprikt of de urine nagekeken. Aan de hand van de uitslagen stelt uw arts steeds de juiste dosering vast. Dit is van groot belang, omdat een te hoge dosering tot een zeldzaam voorkomende maar ernstige, ongewenste overstimulatie van de eierstokken kan leiden. Dit kan zich uiten in de vorm van buikklachten. Door regelmatige controle op het effect van behandeling met FSH kan uw arts eventuele overstimulatie van de eierstokken voorkomen. Mocht u last krijgen van buikklachten, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Bij behandeling met Puregon kan (net als bij zwangerschap) de kans op trombose (de vorming van een bloedstolsel in een bloedvat, meestal in de aderen van de benen of longen) iets hoger zijn. Bespreek dit met uw arts vóór het starten van de behandeling, vooral als: • u al weet dat u een verhoogde kans op trombose heeft • u zelf of iemand in uw directe familie, ooit trombose heeft gehad • u veel te zwaar bent. Als u een man bent: Verhoogde FSH bloedniveaus zijn kenmerkend voor beschadiging van de testes. Gewoonlijk is Puregon niet effectief in dergelijke gevallen. Om de behandeling te controleren kan uw arts u vragen een semenanalyse te ondergaan 4 tot 6 maanden na aanvang van de behandeling. Gebruik in combinatie met andere geneesmiddelen Wanneer Puregon wordt gebruikt in combinatie met clomifeencitraat kan er een versterkte follikelrespons optreden. Als er een GnRH-agonist wordt gebruikt kan een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het verkrijgen van een respons. Vertel uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt krijgen. Zwangerschap Er zijn geen aanwijzigingen vanuit de kliniek of op grond van studies bij dieren dat het gebruik van Puregon tijdens de zwangerschap zou kunnen leiden tot congenitale afwijkingen bij het kind. Desalniettemin mag U Puregon niet gebruiken als u zwanger bent of als u vermoedt dat u zwanger zou kunnen zijn. Na behandeling met een gonadotrofine preparaat is er een verhoogde kans op een meerlingzwangerschap. Meerlingzwangerschappen dragen een verhoogd gezondheidsrisico met zich mee voor zowel de moeder als haar baby’s rond de geboorte. Bovendien kunnen zowel meerlingzwangerschappen als eigenschappen van de patiënten die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan (bijv. leeftijd van de vrouw, eigenschappen van het sperma) geassocieerd zijn met een verhoogde kans op aangeboren afwijkingen. In vrouwen met beschadigde eileiders is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap iets verhoogd. Vrouwen die worden behandeld voor onvruchtbaarheid lopen een iets groter risico op het krijgen van een miskraam. Borstvoeding U mag Puregon niet gebruiken als u borstvoeding geeft.
286
Rijvaardigheid en het gebruik van machines Er zijn geen effecten waargenomen op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 3.
HOE WORDT PUREGON GEBRUIKT
Volg bij het gebruik van Puregon nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. Dosering voor de vrouw De dosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering kan eventueel aangepast worden naarmate de behandeling vordert. Hieronder volgen nadere details over het behandelingsschema. Omdat er grote verschillen zijn tussen vrouwen wat betreft de reactie van de eierstokken op gonadotrofines, is het onmogelijk één doseringsschema aan te bevelen dat geschikt is voor iedere vrouw. Om de juiste dosering vast te stellen wordt de follikelgroei gemeten door middel van het maken van echo’s en het bepalen van de hoeveelheid oestradiol (het vrouwelijke geslachtshormoon) in bloed of urine. • Vrouwen bij wie geen eisprong plaatsvindt De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste zeven dagen gegeven. Als er geen follikel tot ontwikkeling komt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de hoeveelheid oestradiol aangeven dat er een reactie van de eierstokken is. Deze dagdosis wordt dan aangehouden tot er een follikel van voldoende grootte is. Meestal is een behandelingsduur van 7 tot 14 dagen hiervoor voldoende. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt en de eisprong wordt opgewekt door toediening van humaan choriongonadotrofine (hCG). • Kunstmatige voortplantingstechnieken, bijvoorbeeld IVF De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste de eerste vier dagen gegeven. Daarna kan de dosis voor elke patiënt afzonderlijk worden aangepast al naar gelang de reactie van de eierstokken. Zodra er voldoende follikels van voldoende grootte zijn, kan de laatste fase in de follikelrijping worden opgewekt. Dit gebeurt door toediening van hCG. De eicellen worden 34-35 uur later geoogst. Dosering voor de man Puregon wordt gewoonlijk voorgeschreven in een dosering van 450 IE/week, meestal verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, in combinatie met een ander hormoon (hCG), voor tenminste 3 tot 4 maanden. Als er na deze periode geen reactie is opgetreden, kan uw behandeling voor tenminste 18 maanden worden voortgezet. De wijze van gebruik en toedieningswegen Puregon oplossing voor injectie in patronen is ontwikkeld voor gebruik in combinatie met de Puregon Pen. De afzonderlijke instructies voor het gebruik van de pen dienen zorgvuldig te worden opgevolgd. Gebruik de patroon niet als de oplossing deeltjes bevat of als de oplossing niet helder is. Gebruikmakend van de pen kan Puregon door uzelf, of uw partner, onderhuids worden toegediend (bijvoorbeeld in de buikwand). Uw arts zal u uitleggen wanneer en hoe u dat moet doen. Als u de instructies precies opvolgt wordt Puregon op de juiste wijze toegediend, waarbij u de minste last heeft van de injectie. De allereerste injectie met Puregon dient te worden toegediend in aanwezigheid van een arts. Wat u moet doen als u meer van Puregon heeft gebruikt dan u zou mogen Vertel het uw arts. Een te hoge dosis kan leiden tot overstimulatie van de eierstokken. Zie de paragraaf over mogelijke bijwerkingen. 287
Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Puregon te gebruiken Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Vertel uw arts dat u een dosering heeft gemist. 4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Puregon bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Minder ernstige bijwerkingen zijn kneuzing, pijn, roodheid, zwelling of jeuk op de plaats van injectie. Incidenteel is ook meer verspreide huiduitslag waargenomen. Als u een vrouw bent: Een complicatie van behandeling met FSH is ongewenste overstimulatie van de eierstokken. Deze complicatie kan zeer ernstige vormen aannemen, maar de kans erop kan worden verkleind door zorgvuldige controle van de follikelontwikkeling gedurende de behandeling. De eerste tekenen van overstimulatie van de eierstokken kunnen zijn: pijn in de onderbuik, misselijkheid of diarree. In ernstige gevallen kan dit gepaard gaan met een vergroting van de eierstokken, ophoping van vocht in de buikholte en/of in de borstholte, gewichtstoename en het ontstaan van stolsels in de bloedsomloop. Mocht u last krijgen van één of meer van deze verschijnselen, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Sporadisch kunnen bloedstolsels ontstaan zonder dat ongewenste overstimulatie van de eierstokken optreedt (zie ook “Wees extra voorzichtig met Puregon”). Andere bijwerkingen die zijn waargenomen tijdens klinische studies zijn hoofdpijn en misselijkheid. Als u een man bent: Bij de gecombineerde behandeling kan borstontwikkeling of acne optreden. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 5.
HOE BEWAART U PUREGON
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. Gebruik Puregon niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket na ‘EXP:’. Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De patroon in de buitenverpakking bewaren. U mag, als u dit makkelijk vindt, Puregon bij 25 °C of lager bewaren (bij kamertemperatuur) voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. Maak een notitie van de datum wanneer u het product buiten de koelkast gaat bewaren. Als de patroon eenmaal aangeprikt is mag het product nog maximaal 28 dagen worden bewaard. Noteer de datum van ingebruikname van de patroon op een lijst waarop u de injecties bijhoudt, zoals afgebeeld in de gebruiksaanwijzing van de Puregon Pen. Gebruik Puregon niet als u bemerkt dat de oplossing deeltjes bevat of troebel is. Gooi gebruikte naalden direct na de toediening weg. 288
Puregon patronen zijn niet gemaakt om er andere geneesmiddelen aan toe te voegen. Lege patronen mogen niet opnieuw gevuld worden. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Puregon • •
Het werkzaam bestanddeel is follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH) in een sterkte van 833 internationale eenheden (IE) in 1 ml waterige oplossing per patroon. De andere bestanddelen zijn sucrose, natriumcitraat, L-methionine, polysorbaat 20 en benzylalcohol in water voor injecties. De pH kan zijn bijgesteld met natriumhydroxide en/of zoutzuur.
Hoe ziet Puregon er uit en wat is de inhoud van de verpakking Puregon oplossing voor injectie is een heldere, kleurloze oplossing. Het wordt geleverd in een glazen patroon. Het is beschikbaar in verpakkingen met 1 patroon. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland Fabrikant • N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland • Organon (Ireland) Ltd., P.O. Box 2857, Drynam Road, Swords, Co. Dublin, Ierland • SP, Usine Saint Charles, 60590 Eragny sur Epte, Frankrijk Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in Bij correspondentie is het gewenst het verpakkingsnummer te vermelden.
289
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Puregon 600 IE/0,72 ml oplossing voor injectie follitropin beta Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is Puregon en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Puregon gebruikt 3. Hoe wordt Puregon gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Puregon 6. Aanvullende informatie 1.
WAT IS PUREGON EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Puregon 600 IE/0,72 ml oplossing voor injectie bevat follikelstimulerend hormoon (of FSH) in een sterkte van 833 internationale eenheden (IE) per ml. FSH behoort tot de groep van gonadotrofines, welke belangrijk zijn voor de vruchtbaarheid en reproduktie. Bij de vrouw is FSH nodig voor de groei en ontwikkeling van follikels. Dit zijn kleine ronde blaasjes in de eierstokken waarin zich de eicellen bevinden. Bij de man is FSH nodig voor de produktie van sperma. Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen te behandelen in de volgende gevallen: • Indien geen eisprong plaatsvindt kan Puregon worden toegepast om een eisprong te doen plaatsvinden bij vrouwen die niet reageerden op een behandeling met clomifeencitraat. • In het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals in vitro fertilisatie (IVF; ook bekend als reageerbuisbevruchting) en andere methoden, kan Puregon bij vrouwen worden toegepast om meerdere follikels tot ontwikkeling te brengen. • Bij mannen die door een tekort aan hormonen onvruchtbaar zijn kan Puregon worden toegepast voor de produktie van sperma. 2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U PUREGON GEBRUIKT
Gebruik Puregon niet • • • • • • •
als u een gezwel heeft in de eierstokken, borsten, baarmoeder, teelballen/testes, hypofyse (hersenaanhangsel), of hypothalamus als u allergisch (overgevoelig) bent voor follitropin beta of voor één van de andere bestanddelen van Puregon als u hevige of onregelmatige vaginale bloedingen heeft waarvan de oorzaak niet bekend is als u een gestoorde functie van de eierstokken heeft als u eierstokcysten of vergrote eierstokken heeft, die niet samenhangen met het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS) als u afwijkingen aan de geslachtsorganen heeft die een zwangerschap onmogelijk maken als u vleesbomen (myomen) in de baarmoeder heeft die een zwangerschap onmogelijk maken 290
•
als u lijdt aan een primaire stoornis van de teelballen/testes.
Wees extra voorzichtig met Puregon Informeer uw arts als u in het verleden een allergische reactie op neomycine en/of streptomycine (antibiotica) heeft ondervonden. Als u een vrouw bent: Intensieve controle door uw arts is uiterst belangrijk. In het algemeen wordt regelmatig een 'echo' gemaakt en bloed geprikt of de urine nagekeken. Aan de hand van de uitslagen stelt uw arts steeds de juiste dosering vast. Dit is van groot belang, omdat een te hoge dosering tot een zeldzaam voorkomende maar ernstige, ongewenste overstimulatie van de eierstokken kan leiden. Dit kan zich uiten in de vorm van buikklachten. Door regelmatige controle op het effect van behandeling met FSH kan uw arts eventuele overstimulatie van de eierstokken voorkomen. Mocht u last krijgen van buikklachten, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Bij behandeling met Puregon kan (net als bij zwangerschap) de kans op trombose (de vorming van een bloedstolsel in een bloedvat, meestal in de aderen van de benen of longen) iets hoger zijn. Bespreek dit met uw arts vóór het starten van de behandeling, vooral als: • u al weet dat u een verhoogde kans op trombose heeft • u zelf of iemand in uw directe familie, ooit trombose heeft gehad • u veel te zwaar bent. Als u een man bent: Verhoogde FSH bloedniveaus zijn kenmerkend voor beschadiging van de testes. Gewoonlijk is Puregon niet effectief in dergelijke gevallen. Om de behandeling te controleren kan uw arts u vragen een semenanalyse te ondergaan 4 tot 6 maanden na aanvang van de behandeling. Gebruik in combinatie met andere geneesmiddelen Wanneer Puregon wordt gebruikt in combinatie met clomifeencitraat kan er een versterkte follikelrespons optreden. Als er een GnRH-agonist wordt gebruikt kan een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het verkrijgen van een respons. Vertel uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt krijgen. Zwangerschap Er zijn geen aanwijzigingen vanuit de kliniek of op grond van studies bij dieren dat het gebruik van Puregon tijdens de zwangerschap zou kunnen leiden tot congenitale afwijkingen bij het kind. Desalniettemin mag U Puregon niet gebruiken als u zwanger bent of als u vermoedt dat u zwanger zou kunnen zijn. Na behandeling met een gonadotrofine preparaat is er een verhoogde kans op een meerlingzwangerschap. Meerlingzwangerschappen dragen een verhoogd gezondheidsrisico met zich mee voor zowel de moeder als haar baby’s rond de geboorte. Bovendien kunnen zowel meerlingzwangerschappen als eigenschappen van de patiënten die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan (bijv. leeftijd van de vrouw, eigenschappen van het sperma) geassocieerd zijn met een verhoogde kans op aangeboren afwijkingen. In vrouwen met beschadigde eileiders is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap iets verhoogd. Vrouwen die worden behandeld voor onvruchtbaarheid lopen een iets groter risico op het krijgen van een miskraam. Borstvoeding U mag Puregon niet gebruiken als u borstvoeding geeft.
291
Rijvaardigheid en het gebruik van machines Er zijn geen effecten waargenomen op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 3.
HOE WORDT PUREGON GEBRUIKT
Volg bij het gebruik van Puregon nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. Dosering voor de vrouw De dosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering kan eventueel aangepast worden naarmate de behandeling vordert. Hieronder volgen nadere details over het behandelingsschema. Omdat er grote verschillen zijn tussen vrouwen wat betreft de reactie van de eierstokken op gonadotrofines, is het onmogelijk één doseringsschema aan te bevelen dat geschikt is voor iedere vrouw. Om de juiste dosering vast te stellen wordt de follikelgroei gemeten door middel van het maken van echo’s en het bepalen van de hoeveelheid oestradiol (het vrouwelijke geslachtshormoon) in bloed of urine. • Vrouwen bij wie geen eisprong plaatsvindt De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste zeven dagen gegeven. Als er geen follikel tot ontwikkeling komt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de hoeveelheid oestradiol aangeven dat er een reactie van de eierstokken is. Deze dagdosis wordt dan aangehouden tot er een follikel van voldoende grootte is. Meestal is een behandelingsduur van 7 tot 14 dagen hiervoor voldoende. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt en de eisprong wordt opgewekt door toediening van humaan choriongonadotrofine (hCG). • Kunstmatige voortplantingstechnieken, bijvoorbeeld IVF De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste de eerste vier dagen gegeven. Daarna kan de dosis voor elke patiënt afzonderlijk worden aangepast al naar gelang de reactie van de eierstokken. Zodra er voldoende follikels van voldoende grootte zijn, kan de laatste fase in de follikelrijping worden opgewekt. Dit gebeurt door toediening van hCG. De eicellen worden 34-35 uur later geoogst. Dosering voor de man Puregon wordt gewoonlijk voorgeschreven in een dosering van 450 IE/week, meestal verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, in combinatie met een ander hormoon (hCG), voor tenminste 3 tot 4 maanden. Als er na deze periode geen reactie is opgetreden, kan uw behandeling voor tenminste 18 maanden worden voortgezet. De wijze van gebruik en toedieningswegen Puregon oplossing voor injectie in patronen is ontwikkeld voor gebruik in combinatie met de Puregon Pen. De afzonderlijke instructies voor het gebruik van de pen dienen zorgvuldig te worden opgevolgd. Gebruik de patroon niet als de oplossing deeltjes bevat of als de oplossing niet helder is. Gebruikmakend van de pen kan Puregon door uzelf, of uw partner, onderhuids worden toegediend (bijvoorbeeld in de buikwand). Uw arts zal u uitleggen wanneer en hoe u dat moet doen. Als u de instructies precies opvolgt wordt Puregon op de juiste wijze toegediend, waarbij u de minste last heeft van de injectie. De allereerste injectie met Puregon dient te worden toegediend in aanwezigheid van een arts. Wat u moet doen als u meer van Puregon heeft gebruikt dan u zou mogen Vertel het uw arts. Een te hoge dosis kan leiden tot overstimulatie van de eierstokken. Zie de paragraaf over mogelijke bijwerkingen. 292
Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Puregon te gebruiken Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Vertel uw arts dat u een dosering heeft gemist. 4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Puregon bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Minder ernstige bijwerkingen zijn kneuzing, pijn, roodheid, zwelling of jeuk op de plaats van injectie. Incidenteel is ook meer verspreide huiduitslag waargenomen. Als u een vrouw bent: Een complicatie van behandeling met FSH is ongewenste overstimulatie van de eierstokken. Deze complicatie kan zeer ernstige vormen aannemen, maar de kans erop kan worden verkleind door zorgvuldige controle van de follikelontwikkeling gedurende de behandeling. De eerste tekenen van overstimulatie van de eierstokken kunnen zijn: pijn in de onderbuik, misselijkheid of diarree. In ernstige gevallen kan dit gepaard gaan met een vergroting van de eierstokken, ophoping van vocht in de buikholte en/of in de borstholte, gewichtstoename en het ontstaan van stolsels in de bloedsomloop. Mocht u last krijgen van één of meer van deze verschijnselen, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Sporadisch kunnen bloedstolsels ontstaan zonder dat ongewenste overstimulatie van de eierstokken optreedt (zie ook “Wees extra voorzichtig met Puregon”). Andere bijwerkingen die zijn waargenomen tijdens klinische studies zijn hoofdpijn en misselijkheid. Als u een man bent: Bij de gecombineerde behandeling kan borstontwikkeling of acne optreden. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 5.
HOE BEWAART U PUREGON
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. Gebruik Puregon niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket na ‘EXP:’. Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De patroon in de buitenverpakking bewaren. U mag, als u dit makkelijk vindt, Puregon bij 25 °C of lager bewaren (bij kamertemperatuur) voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. Maak een notitie van de datum wanneer u het product buiten de koelkast gaat bewaren. Als de patroon eenmaal aangeprikt is mag het product nog maximaal 28 dagen worden bewaard. Noteer de datum van ingebruikname van de patroon op een lijst waarop u de injecties bijhoudt, zoals afgebeeld in de gebruiksaanwijzing van de Puregon Pen. Gebruik Puregon niet als u bemerkt dat de oplossing deeltjes bevat of troebel is. Gooi gebruikte naalden direct na de toediening weg. 293
Puregon patronen zijn niet gemaakt om er andere geneesmiddelen aan toe te voegen. Lege patronen mogen niet opnieuw gevuld worden. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Puregon • •
Het werkzaam bestanddeel is follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH) in een sterkte van 833 internationale eenheden (IE) in 1 ml waterige oplossing per patroon. De andere bestanddelen zijn sucrose, natriumcitraat, L-methionine, polysorbaat 20 en benzylalcohol in water voor injecties. De pH kan zijn bijgesteld met natriumhydroxide en/of zoutzuur.
Hoe ziet Puregon er uit en wat is de inhoud van de verpakking Puregon oplossing voor injectie is een heldere, kleurloze oplossing. Het wordt geleverd in een glazen patroon. Het is beschikbaar in verpakkingen met 1 patroon. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland Fabrikant • N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland • Organon (Ireland) Ltd., P.O. Box 2857, Drynam Road, Swords, Co. Dublin, Ierland • SP, Usine Saint Charles, 60590 Eragny sur Epte, Frankrijk Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in Bij correspondentie is het gewenst het verpakkingsnummer te vermelden.
294
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Puregon 900 IE/1,08 ml oplossing voor injectie follitropin beta Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is Puregon en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Puregon gebruikt 3. Hoe wordt Puregon gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Puregon 6. Aanvullende informatie 1.
WAT IS PUREGON EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Puregon 900 IE/1,08 ml oplossing voor injectie bevat follikelstimulerend hormoon (of FSH) in een sterkte van 833 internationale eenheden (IE) per ml. FSH behoort tot de groep van gonadotrofines, welke belangrijk zijn voor de vruchtbaarheid en reproduktie. Bij de vrouw is FSH nodig voor de groei en ontwikkeling van follikels. Dit zijn kleine ronde blaasjes in de eierstokken waarin zich de eicellen bevinden. Bij de man is FSH nodig voor de produktie van sperma. Puregon kan worden toegepast om vruchtbaarheidsstoornissen te behandelen in de volgende gevallen: • Indien geen eisprong plaatsvindt kan Puregon worden toegepast om een eisprong te doen plaatsvinden bij vrouwen die niet reageerden op een behandeling met clomifeencitraat. • In het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals in vitro fertilisatie (IVF; ook bekend als reageerbuisbevruchting) en andere methoden, kan Puregon bij vrouwen worden toegepast om meerdere follikels tot ontwikkeling te brengen. • Bij mannen die door een tekort aan hormonen onvruchtbaar zijn kan Puregon worden toegepast voor de produktie van sperma. 2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U PUREGON GEBRUIKT
Gebruik Puregon niet • • • • • • •
als u een gezwel heeft in de eierstokken, borsten, baarmoeder, teelballen/testes, hypofyse (hersenaanhangsel), of hypothalamus als u allergisch (overgevoelig) bent voor follitropin beta of voor één van de andere bestanddelen van Puregon als u hevige of onregelmatige vaginale bloedingen heeft waarvan de oorzaak niet bekend is als u een gestoorde functie van de eierstokken heeft als u eierstokcysten of vergrote eierstokken heeft, die niet samenhangen met het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS) als u afwijkingen aan de geslachtsorganen heeft die een zwangerschap onmogelijk maken als u vleesbomen (myomen) in de baarmoeder heeft die een zwangerschap onmogelijk maken 295
•
als u lijdt aan een primaire stoornis van de teelballen/testes.
Wees extra voorzichtig met Puregon Informeer uw arts als u in het verleden een allergische reactie op neomycine en/of streptomycine (antibiotica) heeft ondervonden. Als u een vrouw bent: Intensieve controle door uw arts is uiterst belangrijk. In het algemeen wordt regelmatig een 'echo' gemaakt en bloed geprikt of de urine nagekeken. Aan de hand van de uitslagen stelt uw arts steeds de juiste dosering vast. Dit is van groot belang, omdat een te hoge dosering tot een zeldzaam voorkomende maar ernstige, ongewenste overstimulatie van de eierstokken kan leiden. Dit kan zich uiten in de vorm van buikklachten. Door regelmatige controle op het effect van behandeling met FSH kan uw arts eventuele overstimulatie van de eierstokken voorkomen. Mocht u last krijgen van buikklachten, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Bij behandeling met Puregon kan (net als bij zwangerschap) de kans op trombose (de vorming van een bloedstolsel in een bloedvat, meestal in de aderen van de benen of longen) iets hoger zijn. Bespreek dit met uw arts vóór het starten van de behandeling, vooral als: • u al weet dat u een verhoogde kans op trombose heeft • u zelf of iemand in uw directe familie, ooit trombose heeft gehad • u veel te zwaar bent. Als u een man bent: Verhoogde FSH bloedniveaus zijn kenmerkend voor beschadiging van de testes. Gewoonlijk is Puregon niet effectief in dergelijke gevallen. Om de behandeling te controleren kan uw arts u vragen een semenanalyse te ondergaan 4 tot 6 maanden na aanvang van de behandeling. Gebruik in combinatie met andere geneesmiddelen Wanneer Puregon wordt gebruikt in combinatie met clomifeencitraat kan er een versterkte follikelrespons optreden. Als er een GnRH-agonist wordt gebruikt kan een hogere dosis Puregon nodig zijn voor het verkrijgen van een respons. Vertel uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt krijgen. Zwangerschap Er zijn geen aanwijzigingen vanuit de kliniek of op grond van studies bij dieren dat het gebruik van Puregon tijdens de zwangerschap zou kunnen leiden tot congenitale afwijkingen bij het kind. Desalniettemin mag U Puregon niet gebruiken als u zwanger bent of als u vermoedt dat u zwanger zou kunnen zijn. Na behandeling met een gonadotrofine preparaat is er een verhoogde kans op een meerlingzwangerschap. Meerlingzwangerschappen dragen een verhoogd gezondheidsrisico met zich mee voor zowel de moeder als haar baby’s rond de geboorte. Bovendien kunnen zowel meerlingzwangerschappen als eigenschappen van de patiënten die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan (bijv. leeftijd van de vrouw, eigenschappen van het sperma) geassocieerd zijn met een verhoogde kans op aangeboren afwijkingen. In vrouwen met beschadigde eileiders is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap iets verhoogd. Vrouwen die worden behandeld voor onvruchtbaarheid lopen een iets groter risico op het krijgen van een miskraam. Borstvoeding U mag Puregon niet gebruiken als u borstvoeding geeft.
296
Rijvaardigheid en het gebruik van machines Er zijn geen effecten waargenomen op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 3.
HOE WORDT PUREGON GEBRUIKT
Volg bij het gebruik van Puregon nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. Dosering voor de vrouw De dosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering kan eventueel aangepast worden naarmate de behandeling vordert. Hieronder volgen nadere details over het behandelingsschema. Omdat er grote verschillen zijn tussen vrouwen wat betreft de reactie van de eierstokken op gonadotrofines, is het onmogelijk één doseringsschema aan te bevelen dat geschikt is voor iedere vrouw. Om de juiste dosering vast te stellen wordt de follikelgroei gemeten door middel van het maken van echo’s en het bepalen van de hoeveelheid oestradiol (het vrouwelijke geslachtshormoon) in bloed of urine. • Vrouwen bij wie geen eisprong plaatsvindt De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste zeven dagen gegeven. Als er geen follikel tot ontwikkeling komt, wordt de dagelijkse dosis geleidelijk verhoogd totdat de follikelgroei en/of de hoeveelheid oestradiol aangeven dat er een reactie van de eierstokken is. Deze dagdosis wordt dan aangehouden tot er een follikel van voldoende grootte is. Meestal is een behandelingsduur van 7 tot 14 dagen hiervoor voldoende. De toediening van Puregon wordt dan gestaakt en de eisprong wordt opgewekt door toediening van humaan choriongonadotrofine (hCG). • Kunstmatige voortplantingstechnieken, bijvoorbeeld IVF De startdosering wordt vastgesteld door uw arts. Deze dosering wordt tenminste de eerste vier dagen gegeven. Daarna kan de dosis voor elke patiënt afzonderlijk worden aangepast al naar gelang de reactie van de eierstokken. Zodra er voldoende follikels van voldoende grootte zijn, kan de laatste fase in de follikelrijping worden opgewekt. Dit gebeurt door toediening van hCG. De eicellen worden 34-35 uur later geoogst. Dosering voor de man Puregon wordt gewoonlijk voorgeschreven in een dosering van 450 IE/week, meestal verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, in combinatie met een ander hormoon (hCG), voor tenminste 3 tot 4 maanden. Als er na deze periode geen reactie is opgetreden, kan uw behandeling voor tenminste 18 maanden worden voortgezet. De wijze van gebruik en toedieningswegen Puregon oplossing voor injectie in patronen is ontwikkeld voor gebruik in combinatie met de Puregon Pen. De afzonderlijke instructies voor het gebruik van de pen dienen zorgvuldig te worden opgevolgd. Gebruik de patroon niet als de oplossing deeltjes bevat of als de oplossing niet helder is. Gebruikmakend van de pen kan Puregon door uzelf, of uw partner, onderhuids worden toegediend (bijvoorbeeld in de buikwand). Uw arts zal u uitleggen wanneer en hoe u dat moet doen. Als u de instructies precies opvolgt wordt Puregon op de juiste wijze toegediend, waarbij u de minste last heeft van de injectie. De allereerste injectie met Puregon dient te worden toegediend in aanwezigheid van een arts. Wat u moet doen als u meer van Puregon heeft gebruikt dan u zou mogen Vertel het uw arts. Een te hoge dosis kan leiden tot overstimulatie van de eierstokken. Zie de paragraaf over mogelijke bijwerkingen. 297
Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Puregon te gebruiken Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Vertel uw arts dat u een dosering heeft gemist. 4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Puregon bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Minder ernstige bijwerkingen zijn kneuzing, pijn, roodheid, zwelling of jeuk op de plaats van injectie. Incidenteel is ook meer verspreide huiduitslag waargenomen. Als u een vrouw bent: Een complicatie van behandeling met FSH is ongewenste overstimulatie van de eierstokken. Deze complicatie kan zeer ernstige vormen aannemen, maar de kans erop kan worden verkleind door zorgvuldige controle van de follikelontwikkeling gedurende de behandeling. De eerste tekenen van overstimulatie van de eierstokken kunnen zijn: pijn in de onderbuik, misselijkheid of diarree. In ernstige gevallen kan dit gepaard gaan met een vergroting van de eierstokken, ophoping van vocht in de buikholte en/of in de borstholte, gewichtstoename en het ontstaan van stolsels in de bloedsomloop. Mocht u last krijgen van één of meer van deze verschijnselen, dan moet u onmiddellijk uw arts waarschuwen, ook wanneer deze klachten zich enkele dagen na de laatste injectie met Puregon voordoen. Sporadisch kunnen bloedstolsels ontstaan zonder dat ongewenste overstimulatie van de eierstokken optreedt (zie ook “Wees extra voorzichtig met Puregon”). Andere bijwerkingen die zijn waargenomen tijdens klinische studies zijn hoofdpijn en misselijkheid. Als u een man bent: Bij de gecombineerde behandeling kan borstontwikkeling of acne optreden. Dit zijn bekende effecten van hCG behandeling. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 5.
HOE BEWAART U PUREGON
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. Gebruik Puregon niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket na ‘EXP:’. Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. De patroon in de buitenverpakking bewaren. U mag, als u dit makkelijk vindt, Puregon bij 25 °C of lager bewaren (bij kamertemperatuur) voor een eenmalige periode van niet meer dan 3 maanden. Maak een notitie van de datum wanneer u het product buiten de koelkast gaat bewaren. Als de patroon eenmaal aangeprikt is mag het product nog maximaal 28 dagen worden bewaard. Noteer de datum van ingebruikname van de patroon op een lijst waarop u de injecties bijhoudt, zoals afgebeeld in de gebruiksaanwijzing van de Puregon Pen. Gebruik Puregon niet als u bemerkt dat de oplossing deeltjes bevat of troebel is. Gooi gebruikte naalden direct na de toediening weg. 298
Puregon patronen zijn niet gemaakt om er andere geneesmiddelen aan toe te voegen. Lege patronen mogen niet opnieuw gevuld worden. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Puregon • •
Het werkzaam bestanddeel is follitropin beta, een hormoon bekend als follikelstimulerend hormoon (of FSH) in een sterkte van 833 internationale eenheden (IE) in 1 ml waterige oplossing per patroon. De andere bestanddelen zijn sucrose, natriumcitraat, L-methionine, polysorbaat 20 en benzylalcohol in water voor injecties. De pH kan zijn bijgesteld met natriumhydroxide en/of zoutzuur.
Hoe ziet Puregon er uit en wat is de inhoud van de verpakking Puregon oplossing voor injectie is een heldere, kleurloze oplossing. Het wordt geleverd in een glazen patroon. Het is beschikbaar in verpakkingen met 1 patroon. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland Fabrikant • N.V. Organon, Kloosterstraat 6, Postbus 20, 5340 BH Oss, Nederland • Organon (Ireland) Ltd., P.O. Box 2857, Drynam Road, Swords, Co. Dublin, Ierland • SP, Usine Saint Charles, 60590 Eragny sur Epte, Frankrijk Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in Bij correspondentie is het gewenst het verpakkingsnummer te vermelden.
299