Waar gaat het om?
1
In Zuid-Afrika, waar ik dit boekje geschreven heb, weet iedereen wat de bigfive zijn. Het zijn de vijf indrukwekkendste dieren die in de wildparken rondlopen: de leeuw, de olifant, de neushoorn, de buffel en de panter. Vooral met olifanten en buffels ben ik in de parken meermalen bijna in botsing gekomen, en ik ben ook al door leeuwen omsingeld geweest. Deze bigfive zijn dieren die je aardig in de weg kunnen zitten. In de christelijke wereld heb je ook zulke 'monsters' die je voor de voeten kunnen lopen. Salomo heeft het over de kleine vossen die de wijngaarden bederven (HI2:1S) - maar soms zijn die vossen bepaald niet zo klein! Sommigen maken van een mug een olifant, maar soms zijn de geschilpunten zo groot als olifanten, die door onze christelijke porseleinkast rennen. 2 009
Het jaar onzes Heren 2009 was wat dat betreft tot dusver in allerlei opzichten een gedenkwaardig jaar. Het was het jaar waarin het boek Wij kiezen voor eenheid verscheen (zie www.wijkiezenvooreenheid.nl). In dat boek sprak een aantal geestelijk leiders - roomskatholieken, oud-katholieken, gereformeerden en evangelicalen op persoonlijke titel uit dat zij, zonder hun onderlinge verschillen te miskennen, toch verlangen naar christelijke eenheid en zich daarvoor graag met alle kracht willen inzetten. 11
Tegelijk leek in datzelfde jaar de eenheid onder de christenen op bepaalde punten ernstig bedreigd te worden. Het was zowel een Calvijn- als een Darwinjaar, en dat hebben we geweten. Er zijn weer eens felle discussies losgebrand over de evolutieleer en over de interpretatie van Gnl en 2. Maar het was ook een jaar waarin christen-creationisten én christen-evolutionisten in een verklaring samen eendrachtig hun geloof in God als Schepper beleden (zie hoofdstuk 4). En in een conferentie dit jaar in Nijkerk konden christen-creationisten en christen-evolutionisten plus de aanhangers van allerlei tussenstandpunten op broederlijke toon met elkaar van gedachten wisselen. Vervolgens heb je natuurlijk de homokwestie, vermoedelijk de biggest van de big Jive. De Nederlands Gereformeerde Kerk van Utrecht sprak uit dat zij praktiserende homo's tot het ambt van diaken en ouderling zou willen toelaten, maar veel Nederlands Gereformeerde Kerken willen daar niets van weten. En dan de vrouwenkwestie, ook niet mis. De protestantse gemeente in de Jacobikerk (Gereformeerde Bond), alweer te Utrecht, gaf te kennen vrouwen te willen toelaten tot de ambten, terwijl veel andere Gereformeerde Bondsgemeenten daar vierkant tegen zijn. En als we even over de grenzen kijken: de anglicaanse kerkgemeenschap raakte tot op het bot verdeeld over de homokwestie na de aanstelling van een homoseksuele bisschop in de VS (Gene Robinson, 2004) en het besluit homostellen in de kerk te gaan inzegenen, ook in de VS (2009). En in Zuid-Afrika werden vrouwen in de Nederduits Gereformeerde Kerk (verreweg de grootste Afrikaanstalige kerk) toegelaten tot alle ambten, maar de (lang geleden daarvan afgesplitste) 'Gereformeerde Kerke' besloten in 2009 'na veel gebed' de vrouw alleen toe te laten tot het ambt van diaken. En dat allemaal in 2009! 12
Dan hebben we het nog niet eens over de verdeeldheid die in gereformeerde én evangelicale gemeenschappen teweeggebracht wordt door de discussie over de Geestesgaven en de waterdoop. Nederlands gereformeerden en christelijk gereformeerden zijn elkaars geestverwanten, zou je denken, en dat is in veel opzichten ook zo. Maar de eersten hebben de New Winebeweging in het leven geroepen die grote belangstelling voor charismatische fenomenen heeft, terwijl een christelijk gereformeerde als Hans Maris en een vrijgemaakt gereformeerde als Henk ten Brinke er niets van moeten hebben. Nederlands gereformeerden en christelijk gereformeerden hebben al heel wat met elkaar gediscussieerd over de 'toe-eigening des heils', zonder dat daar veel schot in zat, en over de Geestesgaven zullen ze het voorlopig ook wel niet eens worden. Trouwens, binnen de Nederlands Gereformeerde Kerken moeten sommigen ook niet veel van New Wine hebben, en binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken is er hier en daar best openheid voor de bijzondere Geesteswerkingen. Wat de waterdoop betreft: het is wel aardig dat in sommige delen van Duitsland de lutherse kerk het jaar 2009 heeft uitgeroepen tot Jahr der Taufe ('jaar van de [kinder] doop'). Dat zal wel niets te maken hebben met het feit dat het in ditzelfde jaar vierhonderd jaar geleden is dat het baptisme ontstond, en wel onder Engelse immigranten in Amsterdam. In ditzelfde jaar 2009 leek er beweging te komen in de standpunten van zowel baptisten als calvinisten. Baptistenvoorganger Jelle Horjus stelde voor een soepeler houding aan te nemen tegenover hen die zich bij de baptisten willen voegen maar vasthouden aan hun babydoop, terwijl, alweer in 2009, de Nederlands gereformeerde predikant Jan Mudde voorstelde een soepeler houding aan te nemen tegenover hen die zich laten 'overdopen' en toch gereformeerd willen blijven. Dat klinkt eenheid-bevorderend! 13
Echter, zowel onder baptisten als onder gereformeerden stuitten deze respectieve voorstellen op verzet. Een beetje baptist kan zoiets niet over zijn kant laten gaan; denk alleen al aan de naam (baptism = doop)! En een beetje gereformeerde kan dat al evenmin; denk aan Abraham Kuypers neocalvinistische verbondsleer, waarin de babydoop de centrale plaats inneemt! EENHEID ÉN VERDEELDHEID
Samenvattend was 2009 wat christelijke eenheid én verdeeldheid betreft tot dusverre een bijzonder jaar. Enerzijds tekent zich een opmerkelijk streven naar eenheid af, dat dwars door alle kerken en gemeenten heen gaat. Anderzijds dreigen de big Jive - het scheppingsverhaal, homoseksualiteit in de gemeente, de vrouw in het ambt, de Geestesgaven en de waterdoop - de verschillende stromingen tegen elkaar op te zetten en steeds weer nieuwe kloven te slaan. Over dit laatste gaat dit boekje. Hoe voorkomen we dat het streven naar eenheid wordt gedwarsboomd door allerlei splijtzwammen? We leven gelukkig in een tijd waarin christenen meer geneigd zijn te letten op wat hen samenbindt dan op de theologische verschillen waarover ze vroeger zo graag ruziemaakten. Dat is winst. Maar intussen laten die verschillen zich toch bepaald niet onder de tafel werken! Wat schepping en evolutie betreft, ach, als het Darwinjaar voorbij is, zal de woordenstrijd wel weer voor een poosje wegebben. Maar het achterliggende verschil in schriftbeschouwing laat zich niet zo gemakkelijk wegwerken. Een dergelijk verschil in schriftbeschouwing lijkt ook een rol te spelen bij de vragen rond homo's en vrouwen in het ambt. Voor de een gaat het om 'simpele gehoorzaamheid aan klare en duidelijke schriftuitspraken': homoseksuelen zijn de Here een gruwel (Lv18:22; 14
20:13), en de vrouw moet zwijgen in de gemeente (lKoI4:34v.; lTm2: 11 v.). Basta. Voor de ander betekent een dergelijke 'simplistische' geesteshouding een vorm van biblicisme of fundamentalisme waarmee hoognodig gebroken moet worden: de homofiele broeder of zuster moet net als alle andere broeders en zusters in Christus worden aangenomen (RmI5:7), man en vrouw zijn één en gelijkwaardig in Christus (G13:28). In feite kan dat trouwens net zo goed neerkomen op een simplistische verwijzing naar een paar bijbelteksten. Als je dit soort discussies meemaakt, word je herinnerd aan het spreekwoord: 'Elke ketter heeft zijn letter' (met excuses naar beide partijen). Ook bij de Geestes- en de waterdoop lijkt het soms om eenvoudig geloof in schriftuitspraken te gaan. Voor de een geldt: 'tongen zullen ophouden' (lKo13:8), en: wondertekenen zijn die 'van de apostel' (2KoI2:12). Ze horen dus bij de apostolische tijd. Vandaag de dag dus niks geen bijzondere Geestesopenbaringen, alleen het Woord. Voor de ander geldt: wie niet in tongen spreekt, is niet gedoopt met de Heilige Geest, in welke eeuw je ook leeft (Hdl:5; 2:4; 10:44-46; 19:6). Voor de een geldt: de waterdoop is het teken van het verbond (Ko2: 11 v.), en het verbond is ook voor de kinderen (Hd2:39). Voor de ander geldt: geen doop zonder geloof, dus baby's kunnen niet gedoopt worden (McI6:16; Hd2:38). KLOVEN OVERBRUGGEN
Hoe doorbreken we zulke scherpe, maar toch wel wat simplistische stellingnames? Het is primair de Heilige Geest die ons daarin moet helpen en de harten zacht moet maken jegens de ander: 'Ik vermaan u ( ... ) dat u ( ... ) in alle nederigheid en zachtmoedigheid met lankmoedigheid elkaar in liefde verdraagt en u beijvert de eenheid van de Geest te bewaren in de band van de vrede' (Ef4:1-3). 'Als er 15
enige gemeenschap van de Geest, als er enige genegenheid en ontferming is, maakt dan mijn blijdschap volkomen door hetzelfde te bedenken, terwijl u dezelfde liefde hebt, eenstemmig bent, het ene bedenkt' (Fp2:1v.). Het is de Geest die het moet doen, maar christenen hebben daarbij wel hun eigen verantwoordelijkheid. We hoeven het niet allemaal met elkaar eens te worden over alle theologische leerstellingen, als er maar wel meer begrip en verdraagzaamheid komt ten opzichte van de standpunten van de ander. Dat geldt met name als de ander niet met een paar bijbelteksten smijt, maar echt probeert zijn standpunt breed te funderen in de Schrift. We moeten ophouden te denken dat die ander zo dwaas en onbijbels is als het op het eerste gezicht misschien lijkt. Als we dát denken, zegt dat wellicht meer over onszelf dan over die ander. Een ieder moet niet alleen op zijn eigen mening letten, maar ook op die van een ander (vrij naar Fp2:3v.). Luister eerst eens beter naar hem. Probeer serieus te begrijpen wat hij precies zegt. Probeer te snappen waarom zijn stellingname voor hem de meest bijbelse is. Gooi niet te gauw met scheldwoorden als 'vrijzinnig' resp. 'bekrompen~ Of van de andere kant: termen als 'onbijbelgetrouw' resp. 'fundamentalistisch' Cextreem,, ,star') . Dit boekje wil een bijdrage leveren tot het beter begrijpen van de ander door een zo objectief mogelijk overzicht te geven van zowel de conservatieve als de progressieve standpunten, en vervolgens de stand van het debat te evalueren. Ik ben erg blij met de strevingen naar meer praktische, concrete eenheid onder de christenen. Als we nu ook nog de olifanten weten te vangen die wat dat betreft door onze porseleinkasten struinen, zou er ontzettend veel gewonnen zijn.
16
P.S. Ik heb het verhaal zo eenvoudig mogelijk willen houden (al is de stof soms van zichzelf al ingewikkeld genoeg) en heb dus afgezien van geleerde voetnoten en zo veel mogelijk van vaktermen. Als bijbelvertaling gebruik ik voor het Oude Testament gewoonlijk de NBG-vertaling (1951) en voor het Nieuwe Testament de Telosvertaling. Ik gebruik in dit boekje de afkortingen voor de bijbelboeken zoals ik die ook hanteer in mijn Evangelisch-Dogmatische Reeks (Vaassen 2007 e.v.).
17
Knelpunten
2
VERDEELDHEID
Onlangs (2009) werkte, zoals gezegd, een aantal geestelijk leiders rooms-katholieken, oud-katholieken, gereformeerden en evangelicalen van allerlei slag - in ons land mee aan de verschijning van het boek Wij kiezen voor eenheid. Hierin spraken zij op persoonlijke titel uit dat zij, zonder hun (vaak grote) onderlinge verschillen te miskennen, toch verlangen naar christelijke eenheid, hun vroegere fouten op dit punt belijden en eraan willen meewerken die eenheid meer concreet gestalte te geven. Een geweldig initiatiefl Het boek opent met een manifest, dat eindigt met de volgende woorden: 'We willen een verbond sluiten met elkaar door elkaar de broeder- en zusterhand te reiken. We willen elkaar oproepen en helpen om elk afzonderlijk en met elkaar een levende gemeenschap te zijn van broeders en zusters, die leven door de Geest van God. Wij kiezen ervoor het geloof met elkaar te delen, elkaar te bemoedigen en elkaar te stimuleren. We kiezen ervoor met elkaar leerlingen van Jezus te zijn, die de mensen die op onze weg komen, uitnodigen leerlingen van Jezus te worden: Dit manifest van eenheid is via het internet sindsdien door duizenden christenen ondertekend. Nimmer is er in Nederland een dergelijk initiatief geweest waaraan leiders uit zó veel verschillende richtingen meededen. Nimmer ook leek de tijd zozeer rijp voor een 19
dergelijk streven naar - niet organisatorische, maar - meer geestelijke eenheid. Samen belijden we onze schuld aan de verdeeldheid, samen willen we tegenover de wereld en tegenover onze medechristenen meer praktische eendracht aan de dag leggen. Terwijl we aan de ene kant een verblijdend verlangen naar eenheid waarnemen, zien we aan de andere kant, zoals gezegd, de dreiging van diepe verdeeldheid opdoemen. Een kloof is bezig zich af te tekenen die dwars door - wat men noemt - 'bijbelgetrouw' oftewel 'orthodox' (rechtzinnig) Nederland heen loopt. Ik beperk me wat dat betreft in dit geschrift tot protestanten - concreet: gereformeerden en evangelicalen - hoewel sommige van de problemen die ik zal noemen ook rooms-katholieken, lutheranen en anglicanen raken. De kloof loopt gewoonlijk niet tussen gereformeerden en evangelicalen, zoals lange tijd het geval was, maar opmerkelijk genoeg dwars door de gereformeerde wereld én dwars door de evangelicale wereld. Beide 'werelden' hebben met dezelfde geschilpunten te maken, en beide dreigen er even verdeeld door te raken. Dat leidt tot het nieuwe en opmerkelijke verschijnsel dat op sommige punten sommige gereformeerden en evangelicalen het meer met elkáár eens zijn dan met christenen in hun eigen wereldje. In willekeurige volgorde gaat het heden ten dage om de volgende vijf geschilpunten. In de behandeling ervan zal ik steeds twee opvattingen noemen die tegenover elkaar staan en die ik voor het gemak als conservatief resp. progressief aanduid. De lezer moet steeds voor ogen houden dat ik met deze termen in het geheel geen waardeoordeel uitspreek. Conservatief is immers niet per se beter of slechter dan progressief. In zekere zin zouden we allemaal allebei moeten zijn: conservatief in het vasthouden van dat wat goed was en vandaag nog steeds goed is, en progressiefin het vernieuwen van wat vroeger misschien goed was, maar vandaag in elk geval 20