Beleidsplan Stichting Mara 2013-2015 Roerige tijden waarin Mara koers houdt voor de toekomst Het zijn slechte tijden! Het zijn moeilijke tijden! Dat zeggen de mensen tenminste. Laten we liever goed leven, dan worden de tijden vanzelf goed. Wij zijn de tijden. Zoals wij zijn, zo zijn de tijden. (Augustinus)
Huidige omstandigheden: moeilijke tijden Het zijn moeilijke tijden, dat zeggen de mensen tenminste. De trendrede 20121 beschrijft Nederland als een land dat op de vulkaan leeft. Er vinden wereldwijd aardverschuivingen plaats waarvan we ons niet kunnen isoleren. Of je het nu hebt over de Arabische lente of de wereldwijde economische crisis, het is een periode van heftige bewegingen in de wereld die effect hebben op de mensen met, en voor wie we werken. We zien bezuinigingen bij de overheid met verstrekkende gevolgen. De werkloosheid neemt toe, voorzieningen krimpen of houden op te bestaan. Dagelijks worden we overspoeld door nieuwe berichten in de media en de waan van alledag. Dit beïnvloedt ons allemaal, of we nu willen of niet. De macro- en microgevolgen die voortvloeien uit deze bewegingen hebben invloed op ons gevoel van vertrouwen. We zien een gebrek aan vertrouwen vaak gecompenseerd worden met het inzetten van extra controle instrumenten. We zien een samenleving die zich vastdraait in beleidstrajecten en bureaucratie. De overheid probeert controle uit te stralen door middel van ferme taal, maar burgers luisteren steeds minder. Het gevoel van onbehagen over het openbaar bestuur, de gevestigde instellingen en de multiculturele samenleving neemt toe. 1
http://www.trendrede.nl/
1
Hetzelfde geldt voor de toename van agressie in de samenleving. Een grote groep mensen zoekt heil bij groepen die het onbehagen scherp verwoorden. Deze bewegingen versterken het onbegrip en vergroten de tweedeling in de samenleving. De grote verhalen die ooit gehoor vonden, spreken niet meer aan (Lyotard2). Toch is er ook een andere kant van het verhaal te vertellen… Laten we liever goed leven, dan worden de tijden vanzelf goed. We zien het gebrek aan vertrouwen van mensen in de samenleving, in overheid en instanties, in elkaar en in de toekomst, maar we zien ook een grote behoefte aan positieve verhalen en het verlangen van mensen naar een andere toekomst. Een toekomst waarin de mensen weer centraal komen te staan, waarin het geschonden vertrouwen hersteld wordt. Wanneer God een deur sluit, opent Hij ook altijd een venster! De positieve energie van mensen die vinden dat het anders kan en anders moet, willen we voeden en versterken. Mara wil mensen stimuleren en helpen om datgene wat ze hopen om te zetten in vrijwillige inzet voor anderen.
We zien dat er door de grote veranderingen mogelijkheden ontstaan. We zien nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan tussen mensen, binnen straten en wijken. Kerken en vrijwilligersorganisaties komen steeds meer in beeld als partner in de uitvoering van de WMO. Mara wil parochies en vrijwilligersorganisaties stimuleren en helpen dit soort verbindingen aan te gaan en vorm te geven.
Mensen die leven in een samenleving met grote onzekerheden zijn op zoek naar houvast (ankerpunten) en voelen zich thuis bij verbanden die hen inspireren. Mara wil het verlangen naar een goede toekomst voeden, en laten zien dat ieder mens waardevol is en een betekenisvolle bijdrage kan leveren aan die toekomst. Deze missie blijft onverminderd actueel. We zien dat mensen een anker zoeken in tastbare, menselijke zaken; de kleine dingen doen die zin geven, echte aandacht, de menselijke maat. Dan maakt het niet uit dat anderen denken dat dit gedrag een druppel op de gloeiende plaat is. Wij weten uit ervaring dat het uiteindelijk die druppel is die de steen uitholt.
Mara wil haar missie uitdragen en zich de komende jaren samen met vrijwilligers inzetten voor kwetsbare groepen in de samenleving. Waar het om draait, is dat we willen leven in een wereld die we kunnen vatten. Een wereld waarin ons eigen bestaan zin heeft. Het ‘kleine denken’ gaat de veranderingen leiden. Er wordt een nieuwe groeibodem gelegd, die begint bij de mens zelf. Wij zijn de tijden, zoals wij zijn, zo zijn de tijden. 2
Jean-François Lyotard, The postmodern condition, 1984
2
De koers 2013-2015 De consequenties van alle ontwikkelingen die nu optreden zijn nog niet goed te overzien. Bezuinigingen in Rotterdam en Den Haag leiden tot herstructurering van de domeinen zorg, welzijn, reïntegratie op de arbeidsmarkt en integratie/participatie in de samenleving. Mara ziet het aantal voorzieningen afnemen. Ook het aantal instellingen dat nog subsidie ontvangt van de overheid neemt af. De verzorgingsstaat zoals mensen die tientallen jaren gekend hebben, zal in de toekomst verder worden afgebouwd en steeds minder vanzelfsprekend zijn. De consequentie hiervan is dat de burger steeds meer zelf zal moeten organiseren en bereidheid tonen om - in verschillende fasen van zijn/haar leven - vrijwillige hulp te geven en/of te ontvangen. De overheid noemt dit in haar beleidsprogramma’s rondom zorg en welzijn ‘burgerkracht’, ‘eigen kracht’,’zelfredzaamheid’, ‘gebiedsgerichte of buurtgerichte aanpak’. Vrijwilligerswerk instrumenteel inzetten voor het realiseren van overheidsbeleid werkt niet.
Wanneer meer mensen buiten de boot dreigen te vallen, verwacht Mara dat er ook nieuwe burgerinitiatieven zullen ontstaan. Tegelijkertijd doet de overheid steeds meer een beroep op vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties in het oplossen van maatschappelijke problemen. Vrijwilligerswerk is echter niet gratis. Vrijwilligers vragen om begeleiding en ondersteuning. De overheid kan vrijwilligerswerk niet zomaar als aanbod inzetten ter vervanging van professionele zorg en welzijn, wel als aanvulling. Wat vrijwilligers kunnen en willen doen, kan iets anders zijn dan wat de overheid van hen vraagt of verwacht. Vrijwilligers willen niet altijd resultaatgericht doelstellingen behalen, maar aandacht en tijd besteden aan de relatie met de ander zonder een vooropgezette agenda. Vrijwilligerswerk zien als goedkope oplossing voor problemen met minder geld is niet een ‘quick win’. Mara ziet een toename van de noodzaak voor een goede ondersteuningsstructuur voor het vrijwilligerswerk. Investeren in een sterk stedelijk vrijwilligerswerk is een zaak van lange adem. Het vraagt om aandacht, scholing, coördinatie, begeleiding. Mara is een professionele organisatie met kennis en de ervaring om vrijwilligers in hun werkzaamheden te begeleiden en hun vrijwillige inzet te verbinden aan kwetsbare groepen.
3
De energie van vrijwilligers is niet een onuitputtelijke bron.
Mara ziet een roep om méér vrijwilligers door steeds méér maatschappelijke organisaties. Vrijwillige energie – de ureninzet van vrijwilligers – kan beschouwd worden als een soort natuurlijke hulpbron. Iedereen heeft toegang tot die bron, maar het gevaar bestaat dat ze wordt uitgeput3. Hoe kunnen we vrijwillige energie duurzaam maken op de lange termijn? Kunnen we nieuwe mensen activeren die nu nog geen vrijwilligerswerk doen? Wanneer het vrijwilligerswerk steeds meer deskundigheid vraagt, welke consequenties heeft dit dan voor de werving, selectie en ondersteuning van vrijwilligers? Hoe kunnen we jongeren kennis laten maken met, en betrokken houden bij, het vrijwilligerswerk? Er zijn innovaties nodig die de grenzen van verschillende beleidsdomeinen overschrijden om antwoorden te vinden op nieuwe vragen. Mara is van mening dat er nagedacht moet worden over de veerkracht van de civil society.
Met behoud van eigen positie en identiteit is Mara op haar sterkst.
Op gemeentelijk niveau tenslotte is er een ontwikkeling om de ondersteunende organisaties voor het vrijwilligerswerk tot meer samenwerking te noden. In Den Haag en Rotterdam wordt een nieuwe ondersteuningsstructuur voor het vrijwilligerswerk ingevoerd. Mara heeft in deze structuur een eigen herkenbare positie. In samenwerking met STEK in Den Haag, en met de KSA binnen de Stichting Samenwerking Christelijk Maatschappelijk Activeringswerk, heeft Mara positieve ervaringen opgedaan in het samenwerken met behoud van eigen positie en identiteit.
Mara heeft direct of indirect te maken met de hierboven geschetste ontwikkelingen en wil hierin, met haar eigen bijdrage, een onderscheidende rol spelen. Ten eerste sluit het ondersteunen en stimuleren van burgerinitiatieven aan bij de kenmerkende aanpak van Mara als maatschappelijke ‘incubator’. Onder de vlag van Mara worden nieuwe ideeën ontwikkeld, getest en uitgebouwd tot sterke initiatieven die uiteindelijk zelfstandig verder kunnen. In de tweede plaats is het onze ervaring dat het succes van vrijwilligerswerk vaak staat of valt met goede, deskundige begeleiding van het werk, de persoon en de motivatie van vrijwilligers.
3
In de literatuur aangeduid als de ‘tragedy of the commons’
4
De missie van Mara is het goede leven voor iedereen bevorderen.
Vrijwilligers zetten zich vanuit diverse motieven in voor anderen. Vrijwilligers voelen de behoefte om zich nuttig te maken, brengen er (religieuze) inspiratie mee tot uitdrukking, ontdekken manieren om zich te ontwikkelen, leren nieuwe mensen kennen, ervaren het als een zinvolle vrije tijdsbesteding, nemen verantwoordelijkheid voor de samenleving of geven graag iets terug voor wat henzelf gegeven is. Het is onze ervaring dat als je doorvraagt naar de beweegredenen waarom mensen zich inzetten voor kwetsbare groepen er nog meer te ontdekken is. De betrokkenheid heeft dan altijd te maken met het geraakt worden door het kwetsbare van de ander. Zo bezien is de inzet van vrijwilligers meer dan alleen ‘iets goeds voor een ander doen’. Het raakt de ziel, de inzet draagt bij aan een vorm van goed leven voor anderen en voor henzelf. Het goede leven voor iedereen bevorderen is uitgangspunt voor Mara. Bestuur, medewerkers en vrijwilligers werken vanuit de overtuiging dat ieder mens waardevol is en dat ieders menselijke waardigheid gediend is met de inzet voor een gemeenschap waarin het leven waar, goed en mooi is. Mara wil bereiken dat vrijwilligers én de mensen met wie zij optrekken met geloof, hoop en liefde werken aan een betere en rechtvaardiger samenleving. Geloof houdt vertrouwen in, hoop wortelt in verlangen en liefde verbindt. De missie van Mara is in deze drie woorden samen te vatten. Mara wil: •
Vertrouwen stellen in mensen, zelfvertrouwen en betrouwbaar contact tussen mensen versterken;
•
aansluiten bij het verlangen naar een goed samenleven voor iedereen en dat verlangen serieus nemen;
•
dat mensen zich met elkaar verbinden, in de wetenschap dat wij – weerbaren én kwetsbaren, zwakken én sterken – elkaar nodig hebben.
De strategie.
Vanuit bovenstaande kiest Mara voor een strategie waarin haar eigenheid en deskundigheid gekoppeld worden aan de geschetste ontwikkelingen: -
Mara wil nieuwe ideeën en innovatieve methodes ontwikkelen en ondersteunen die antwoorden geven op de vragen van vrijwilligers of vanuit de samenleving.
-
Mara zet in op ‘duurzaam’ vrijwilligerswerk en wil, samen met anderen, aandacht vragen voor het gevaar van uitputting van de bron ‘vrijwillige energie’ en zoeken naar nieuwe oplossingen.
5
-
Mara wil blijven werken vanuit haar deskundigheid als levensbeschouwelijke organisatie. Dat vraagt om een duidelijke eigen positie binnen de nieuwe ondersteuningsstructuren van het vrijwilligerswerk in Rotterdam en Den Haag.
Hoewel de hoogte van de golven die op ons afkomen onzeker is en we wisselend te maken krijgen met mee- en tegenwind, ons kompas is duidelijk. Mara blijft zich, vanuit haar missie, inzetten via vrijwilligersprojecten voor mensen die buiten de boot (dreigen te) vallen. Mara wil bereiken dat vrijwilligers én de mensen met wie zij optrekken met geloof, hoop en liefde werken aan een betere en rechtvaardiger samenleving.
Vier ankerpunten markeren de koers.
In 2012 was Mara actief betrokken bij 25 maatschappelijke initiatieven in Zuid-Holland waarbij ruim 1000 vrijwilligers betrokken waren4. Binnen haar werkzaamheden zal Mara de komende jaren vanuit haar missie, haar unieke positie en vanuit bovengenoemde strategische overwegingen bijzondere aandacht schenken aan 4 ankerpunten.
1. Aandacht voor vrijwilligerswerk dat voortkomt uit religieuze verbanden. De religieuze inspiratie is een belangrijke drijfveer waarom vrijwilligers actief worden. Dit vraagt om een specifieke ondersteuningstructuur met kennis van het geloof, de cultuur en de taal van religies. We zien een toename van ondersteuningsvragen uit onze eigen katholieke diaconale achterban en we zien ook dat kerkelijke initiatieven een belangrijke vindplaats zijn van kwetsbare groepen. Mara wil de samenwerking en het leggen van verbindingen tussen religies onderling, en tussen religieuze en seculiere organisaties, stimuleren. 2. Aandacht voor armoede. We zien een groeiende groep mensen die te kampen heeft met de financiële en sociale gevolgen van armoede. Mara schenkt aandacht aan mogelijkheden om het onrecht dat mensen wordt aangedaan zichtbaar te maken in het maatschappelijke debat. Mara zoekt naar nieuwe manieren om geschonden (zelf)vertrouwen van mensen te herstellen, waardoor zij weerbaarder worden en/of de moed vinden om maatschappelijk actief te worden. 3. Aandacht voor innovatie. Een voorbeeld van innovatie is de methodiek ‘Van Klacht naar Kracht5 die in Amsterdam is ontwikkeld door de Stichting Samenwonen - Samenleven. Mara 4
Zie www.maraprojecten.nl of de portfolio van Mara Methodiekbeschrijving samenwonen – samenleven. Van Klacht naar Kracht. Effectieve werkwijze in arme wijken. Suzanne Kooij, 2011. 5
6
werkt samen met deze stichting en heeft het initiatief genomen om met deze methodiek te gaan werken in Rotterdam Zuid, omdat ze overtuigd is dat deze werkwijze een bijdrage levert aan het versterken van sociale cohesie en draagkracht in de wijk. ‘Van Klacht naar Kracht’ werkt programmatisch in plaats van projectmatig en wordt gezien als ‘welzijn nieuwe stijl’. Mara verwacht van deze innovatie in de toekomst: -
Dat ‘krachtbronnen’ of ‘vertrouwenspersonen’ in de wijk sterker worden en meer met elkaar leren samenwerken;
-
dat er verbindingen worden gelegd tussen vrijwilligersinitiatieven en reguliere voorzieningen;
-
dat Mara meer kennis en inzicht krijgt in “het leven aan de onderkant” van de samenleving;
-
dat Mara via de nieuwe netwerken initiatieven op het spoor komt die mogelijk gebaat zijn bij projectmatige ondersteuning en die met ondersteuning van Mara of andere organisaties kansen krijgen om door te groeien.
4. Aandacht voor de veerkracht van de civil society. Wat is mogelijk en doenlijk als steeds meer organisaties een beroep doen op vrijwilligers? Hoe voorkomen we dat de bron van ‘vrijwillige energie’ wordt uitgeput en hoe boren we nieuwe bronnen aan?
7
Versterking interne organisatie 2013 - 2015
Met alleen een goed kompas kun je geen koers houden. Je hebt ook een stabiel schip nodig en een goede bemanning. Een stevige organisatie die kan inspelen op nieuwe ontwikkelingen, met deskundige en betrokken medewerkers die weten wat er gedaan moet worden en nieuwe initiatieven tot ontplooiing kunnen brengen.
Als we kijken naar de ontwikkelingen die we beschreven hebben, en de koers die Mara hierin de komende jaren wil varen, dan dienen we te investeren in de volgende punten. a) Het borgen en versterken van levensbeschouwelijk vrijwilligerswerk binnen de gemeentelijke ondersteuningsstructuren voor het vrijwilligerswerk. Mara behoudt een eigen subsidierelatie met de gemeente Rotterdam en Den Haag en wil een goede samenwerkingsrelatie opbouwen met nieuwe stedelijke vrijwilligerscentrales. In aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen is het belangrijk dat (aspirant) raadsleden het werk van Mara goed leren/blijven kennen. b) In de periode 2013 -2015 wil Mara leren werken met de methodiek ‘Van Klacht naar Kracht’. Dit wordt een belangrijke innovatie voor de komende jaren. c) Nadenken over kennisborging. Kennisborging is een voorwaarde voor het overdraagbaar maken van activiteiten. d) Mara wil haar rol als incubator versterken. Dat betekent dat de organisatie medewerkers de ruimte moet geven om te pionieren, dat medewerkers het lef moeten hebben om te ondernemen en dat de organisatie voldoende weerstand heeft om klappen op te vangen als iets niet lukt. e) Investeren in medewerkers. De medewerkers zijn het belangrijkste kapitaal van de organisatie. Van een medewerker wordt veel gevraagd, wil hij/zij zijn/haar werk goed kunnen doen. We moeten in kaart brengen welke kwaliteiten medewerkers nu in huis hebben, stimuleren dat medewerkers leren en zich verder ontwikkelen, in kaart brengen welke kwaliteiten ontbreken en hoe we die in de toekomst kunnen verwerven. f)
De kunst van het vertellen. Het is van groot belang dat medewerkers kunnen uitleggen aan stakeholders wat nut en noodzaak is van het werk van Mara. Dat vraagt van medewerkers dat ze een verhaal kunnen vertellen dat steeds wisselende anderen begrijpen en overtuigt. Het maakt voor het verhaal uit of vrijwilligers, kerken, fondsen, ambtenaren, bedrijven of politici toehoorders zijn. We willen ons scholen in de kunst van het vertellen.
g) Directeur en bestuur maken een plan hoe ze de komende jaren omgaan met financiële tegenvallers en gaan hierop sturen. Financiering die voorheen min of meer voor meerdere 8
jaren zeker was, komt op losse schroeven te staan. De bijdragen van fondsen zijn veelal gebaseerd op projectfinanciering en allen tijdelijk van aard. Wat wordt de strategie voor de komende jaren? Is er een kritische grens wanneer de omvang van Mara ten nadele komt van de organisatie?
9
Bijlage: Versterking organisatie Mara beleidsperiode 2009-2011
Mara heeft de afgelopen jaren (2009-2011) de interne organisatie versterkt en een aantal belangrijke verbeteringen aangebracht. Om buiten te winnen, dien je binnen te beginnen: a) De belangrijkste strategische beleidskeuze van het bestuur is geweest om niet afhankelijk te zijn van één inkomstenbron. Daarin is Mara geslaagd. Het bestuur ziet er samen met de directie op toe dat activiteiten gefinancierd worden door een mix van bijdragen van overheidssubsidies, donaties van fondsen, giften van particulieren en kerken, huurinkomsten en betaalde opdrachten. b) Mara heeft keuzes gemaakt op basis van de uitkomsten van een grondige SWOT analyse (2009) en een INK meting (2008). Als gevolg hiervan is er aandacht gekomen voor kwaliteitsbeleid, vrijwilligersbeleid, de positionering en interne en externe communicatie van Mara. Nu kunnen we beter contact houden met onze stakeholders. Het vrijwilligersbeleid werd in 2011 onderzocht en getoetst door HOF, waarna Mara het keurmerk Goed Geregeld kreeg uitgereikt van NOV/Movisie. c) Mara heeft de financiële processen in de organisatie opnieuw onder de loep genomen en gekozen voor een ander boekhoudprogramma en een andere accountant. Hierdoor konden we kosten besparen en de transparantie en sturing vergroten. We kregen sneller en beter inzicht in de financiële baten en lasten. d) Om het proces van fondswerving goed te kunnen sturen, is software ontwikkeld die ons beter in staat stelt om adequaat te reageren naar fondsen en die ons helpt bewaken dat dossiers compleet zijn. In het verlengde hebben we ook een medewerker aangesteld die 8 uur per week taken rondom fondswerving van Mara voorbereidt ter ontlasting van de directie en die advies geeft aan kerken en vrijwilligersorganisaties over fondswerving. e) Er is extra geïnvesteerd in de deskundigheidsbevordering van medewerkers. Medewerkers hebben bijvoorbeeld een training projectmanagement gevolgd, hebben zich verdiept in het formuleren van resultaten en impact binnen projecten, hebben studiereizen naar het buitenland gemaakt. f)
Er is in 2011 een instrument ontwikkeld waarmee we kunnen meten in hoeverre vrijwilligers tevreden zijn over de ondersteuning die ze van Mara ontvangen. Dit instrument is ontwikkeld met medewerking van vrijwilligers om te weten wat zij kwaliteitscriteria vinden. Mara wil ieder jaar bij 4 initiatieven meten wat de klanttevredenheid is.
g) De inspraak van medewerkers is in 2009 formeel geregeld door het instellen van een personeelsvertegenwoordiging (PVT).
10
h) Mara heeft keuzes gemaakt in de positionering (2010). Mara is een maatschappelijke ‘incubator’. Ze brengt nieuwe ideeën tot ontwikkeling en draagt ze als ze sterk genoeg zijn over. De ondersteuning is procesmatig en erop gericht dat initiatieven uiteindelijk zonder steun van Mara zelfstandig verder kunnen. Jaarlijks toetsten we de ontwikkeling. i)
Mara heeft de samenwerking met christelijke partners versterkt. De samenwerking met de protestantse zusterorganisatie KSA in Rotterdam is intensief. Ze doen samen wat samen kan, en apart wat apart moet. Dit leidt tot synergie op het gebied van financiën, uitwisseling en deskundigheidsbevordering personeel, politieke beïnvloeding, het activeren van de kerkelijke achterban, etc. We hebben de samenwerking met het bisdom Rotterdam inhoudelijk en bestuurlijk versterkt. Er zijn meer gemeenschappelijke initiatieven op het gebied van diaconale ondersteuning en de vicaris-generaal van het bisdom is toegetreden tot het bestuur van Mara. In Den Haag wordt goed samengewerkt met STEK.
11