Antwoordenboek Tekstverwerken
Tekstverwerken
1
Antwoordenboek
Opdracht 3 De charms verschijnen. Beweeg je de cursor naar boven, dan gaat de balk met de charms er zo uitzien:
Tekstverwerken
2
Antwoordenboek
Opdracht 6 Snelmenu, als je met de rechtermuisknop op een lege plek op het bureaublad klikt.
Snelmenu, als je met de rechtermuisknop in het midden van de taakbalk klikt.
Snelmenu, als je met de rechtermuisknop op het pictogram ‘Deze pc’ (of ‘Computer’) klikt.
Tekstverwerken
3
Antwoordenboek
Opdracht 7 Het kan zijn dat bij jou de Werkbalk Snelle Toegang boven het lint staat. Je kunt namelijk kiezen of je deze werkbalk boven of onder het lint wilt weergeven.
Opdracht 8 Het venster is geminimaliseerd. Als je dan met de cursor de Verkenner in de taakbalk aanwijst, zie je het venster verkleind verschijnen, zoals hieronder. Je ziet daaraan dat de Verkenner (ofwel het venster ‘Deze pc’) openstaat.
Tekstverwerken
4
Antwoordenboek
Opdracht 12 Zo ziet oefening 1 er uit.
Tekstverwerken
5
Antwoordenboek
Opdracht 13 De Aan/Uit knop voor Windows via de charm ‘Instellingen.
Omdat het afsluiten van het programma via de charm ‘Instellingen’ nogal bewerkelijk is, kwam er veel protest van computergebruikers. Microsoft heeft als reactie daarop alsnog een ‘normale’ Uit-knop ontwikkeld. Deze zie je hier.
Het kan zijn dat je deze knop nog niet op je bureaublad hebt staan. Je kunt deze dan downloaden via de Microsoft-site.
Tekstverwerken
6
Antwoordenboek
Opdracht 18 en 19 De tekst in Word met de fout gemarkeerde woorden. Het venster ‘Spelling’ is geopend via ‘Controleren’ en ‘Spelling- en grammaticacontrole’. Via de knop ‘Toevoegen’ kun je een gemarkeerd woord aan de woordenlijst van Word toevoegen.
Als je op het woord ‘goet’ gaat staan, dan zie je in het venster ‘Spelling’, dat er een alternatief woord wordt voorgesteld. Je kunt het woord veranderen in bijvoorbeeld ‘goed’, ‘groet’ of ‘goud’ door dit woord te selecteren en op ‘Wijzigen’ te klikken.
Tekstverwerken
7
Antwoordenboek
Opdracht 25
Een bladzijde uit je digitale lesboek. Zoals je ziet, zitten we hier op pagina 32 van 176.
Tekstverwerken
8
Antwoordenboek
Opdracht 26 Het bestand ‘Brief’ is opgeslagen in de map ‘Documenten’. Dit kun je via de Verkenner zien.
Opdracht 32 Zodra je de cursor in het zoekvak zet, komt het tabblad ‘Zoeken’ tevoorschijn (Hulpprogramma’s voor zoeken). Bij ‘Geavanceerde opties’ is ‘Bestandsinhoud’ aangevinkt. In het zoekvak is het zoekwoord ‘Communicatie’ ingevoerd.
Resultaat: het woord ‘communicatie komt voor in oefening 3.
Tekstverwerken
9
Antwoordenboek
Opdracht 33 Als je de map ‘tekstverwerken_oefenbestanden’ hebt geselecteerd, kun je bestanden zoeken in deze map.
Tekstverwerken
10
Antwoordenboek
Opdracht 34 Venster ‘Openen’ in Word staat open. De oefenmap is geopend en bij bestandstype is Word 97-2003 geselecteerd. Er zijn geen bestanden van dit type in deze map.
Tekstverwerken
11
Antwoordenboek
Opdracht 35 Oefening 2 staat open op het scherm. Maar door met de cursus het pictogram van Word op de taakbalk aan te wijzen, zie je dat er twee bestanden open staan, nl. oefening 1 en oefening 2. Door op de getoonde bestanden te klikken, kun je schakelen tussen beide.
Tekstverwerken
12
Antwoordenboek
Opdracht 36 Oefening 1 en 2 staan naast elkaar op het scherm. Hoe? Open ze beide, klik op ‘Beeld’ en dan op ‘Naast elkaar weergeven’.
Tekstverwerken
13
Antwoordenboek
Opdracht 37 Het tabblad Speciale tekens en tegelijk geopend het venster AutoCorrectie (via de knop AutoCorrectie). Zie maar eens hoe ontzettend veel je aan instellingen kunt vastleggen. Niet iets om uit je hoofd te leren, maar wel handig om te weten waar je het vindt.
Tekstverwerken
14
Antwoordenboek
Opdracht 44 De eerste zin en de laatste alinea zijn verplaatst via knippen en plakken. Op het klembord staan nu dus twee teksten. Het kan trouwens zijn dat bij jou meer teksten in het klembord staan. Die zijn dan van vorige opdrachten. Het klembord houdt de teksten vast tot je Word afsluit of tot je het klembord leegmaakt (Alles wissen).
Tekstverwerken
15
Antwoordenboek
Opdracht 49 De zoekwoorden ‘document afdrukken’ leveren een aantal goede instructies op.
Tekstverwerken
16
Antwoordenboek
Opdracht 51 Het dialoogvenster Alinea. Als je in dit dialoogvenster op het vraagteken naast de sluitknop klikt, verschijnt het helpscherm ernaast.
Tekstverwerken
17
Antwoordenboek
Opdracht 58 Als je met de cursor in de kopregel staat en je klikt opent de groep ‘Stijlen’ in het tabblad ‘Start’, dan zie je dat je met stijl ‘Kop1’ te maken hebt. Wijs je ‘Kop1’ met de cursor aan, dan verschijnen de opmaakkenmerken van deze stijl.
Opdracht 78 Als je oefening 22 opent en op het aantal woorden in de statusbalk klikt, zie je het venster ‘Woorden tellen’. Zoals je ziet bestaat de tekst uit 77 woorden en uit 2 alinea’s (de kop wordt als aparte alinea geteld).
Tekstverwerken
18
Antwoordenboek
Opdracht 152 Zie je dat de naam van de geadresseerde niet goed op het etiket past? Je moet dus een kleinere lettergrootte kiezen of werken met grotere etiketten. In dit voorbeeld is het etiket gebruikt, dat je in de vorige opgave moest aanmaken (Etiket nieuw)
Tekstverwerken
19
Antwoordenboek
Opdracht 153 Via Verzendlijsten/Enveloppen/Opties krijg je het venster Envelopopties. Je moet aanpassen: - Envelopformaat naar C5 - Lettertype bij Adres van geadresseerde naar Comic Sans MS 11 - Eventueel lettertype bij Adres van afzender (komt deze ook op de envelop?) (In dat geval moet ook de positie vanaf links en vanaf boven worden ingesteld.) - Bij Adres van geadresseerde: vanaf links 4 cm en vanaf boven 8,5 cm
Tekstverwerken
20
Antwoordenboek