Aanvullende instructies voor ProSYS versie 7.xx
Inhoudsopgave Inleiding................................................................................................................................... 3 Drievoudige einde van lijn (TEOL) – nieuwe zone-afsluiting ............................................. 3 BUS-accessoires .................................................................................................................... 5 Touchscreen-toetsenpaneel .............................................................................................5 Zone-uitbreiding met TEOL-afsluiting .............................................................................5 BUS zone-uitbreiding ........................................................................................................5 Snelle PSTN-modem – 2400 Bps ......................................................................................5 iWISE BUS zonedetectors van Graad 2 en 3 ...................................................................6 Parameters BUS-zone: iWISE DT Graad 2 ................................................................ 8 Parameters BUS-zone: iWISE DT AM Graad 3.......................................................... 9 Parameters BUS-zone: iWISE QUAD Graad 2 ........................................................ 11 Parameters BUS-zone: iWISE QUAD AM Graad 3 .................................................. 11 Benoemingsconventies voor BUS-detector..................................................................13 Nieuwe firmware-capaciteiten............................................................................................. 13 Sabotage test tijdens het weggaan van programmering .............................................13 WatchOUT antimaskering op afstand in WatchOUT extreme .....................................13 Uitgang van hulpprogramma die afstandscode gebruikt ............................................14 ACM ondersteund in ProSYS 16 en ProSYS 40 ............................................................14 Nieuwe parameters voor SMTP-gebruiker en wachtwoord .........................................14 Nieuwe functie – MS-polling via IP/GPRS .....................................................................14
2
- Aanvullende instructies voor ProSYS Versie 7.XX
Inleiding ProSYS aanvaard nu vrijheid in communicatie – plaatselijk, tussen paneel en detectoren, voeg detectoren toe in serie op de bus, in ster/relais aansluiting of draadloze – en op afstand via IP, GSM/GPRS of Snel PSTN. Dit document beschrijft de volgende verbeteringen en wijzigingen in de ProSYS versie 7.xx, die zich wegens marktvereisten en kwaliteitsverbeteringen hebben voorgedaan: • Drievoudige EOL zone-afsluiting en TEOL zone-uitbreidingen • Snelle PSTN-modem – 2400 Bps • Bus zone uitbreiding voor installatie tot 128 Bus detectoren • iWISE BUS-detectors (kwaliteit 2, kwaliteit 3) met extra zone ingang • Benoemingsconventies voor BUS-detector • Controlestation vraag na via IP en GPRS • Instelling Afstand antimaskering voor WatchOUD DT versie B • Uitgangsactivering met een afstandscode • SMTP gebruikers- en wachtwoordparameters voor e-mail Volg de hieronder gegeven instructies en raadplaag de aangegeven documenten voor een gedetailleerde beschrijving van alle software-veranderingen.
Drievoudige einde van lijn (TEOL) – nieuwe zone-afsluiting Het afsluitingstype Triple End of Line (TEOL, drievoudige einde van lijn) is aan de zones in het ProSYS-systeem toegevoegd. TEOL-afsluiting is beschikbaar voor zones op de PCB-hoofdkaart, op de nieuwe zone-uitbreidingen en op de relais-ingangzones op de iWISE BUS-detectors. TEOL gebruikt normaal gesloten (normally-closed, NC/NG) contacten in een zone om tussen alarm, sabotage en storing/AM-conditie onderscheid te maken door end-of-lineweerstand van 4,7 KΩ + 6,8 KΩ + 12 KΩ te gebruiken.
- Aanvullende instructies voor ProSYS Versie 7.XX
3
In de volgende afbeelding worden alle types afsluitingen met de nieuwe weerstandswaarden aangegeven die op de hoofdkaart, nieuwe zone-uitbreidingen en relaisingangen op de iWISE BUS-zones moeten worden gebruikt voor zoneverbindingen. Belangrijke opmerking: Voor alle bestaande 8- en 16- zone-uitbreidingen met vaste bedrading, blijven de weerstandswaarden 2,2 KOhm (weerstanden worden met product geleverd). ZONE CONFIGURATIE NORMAAL GESLOTEN
ZONE CONFIGURATIE NORMAAL OPEN
ZONE CONFIGURATIE EOL
ZONE CONFIGURATIE DEOL
SABOTAGE CONTACT NG ALARM RELAIS NG
NG
ZONE CONFIGURATIE DEOL VOOR DUBBELE DEUR
ZONE CONFIGURATIE DEOL VOOR DUBBELE DEUR SAB
SABOTAGE CONTACT 1 NG
SAB
ALM
SABOTAGE CONTACT 2 NG ALARM CONTACTEN
ZONE INGANG TEOL GRAAD 3 DEOL (DOUBLE END OF LINE RESISTOR) = TWEE WEERSTANDEN
SABOTAGE CONTACT NG ALARM RELAIS NG
TEOL (TRIPLE END OF LINE RESISTOR) = DRIE WEERSTANDEN CONTACT FOUT/AM NG
4
- Aanvullende instructies voor ProSYS Versie 7.XX
BUS-accessoires De informatie in deze sectie beschrijft nieuwe accessoires die aan de ProSYS BUS en modificaties zijn toegevoegd en die onder het menu Installatieprogrammering in de parameters zijn geïmplementeerd.
Touchscreen-toetsenpaneel Er is een nieuw touchscreen-toetsenpaneel van 7" met een slim en eigentijdsontwerp. Het touchscreen-toetsenpaneel is compatibel met elke ProSYS-versie en is beschikbaar met of zonder een afstandslezer. Het toevoegen/verwijderen van het touchscreen-toetsenpaneel is gelijk aan de procedure voor het toevoegen/verwijderen van de huidige ProSYS-toetsenpanelen.
Zone-uitbreiding met TEOL-afsluiting Er zijn twee nieuw bedrade zone-uitbreidingen die TEOL-afsluiting ondersteunen. Zie de TEOL-uitleg hierboven. Als een zone-uitbreiding wordt toegevoegd/verwijderd, kan er uit de volgende twee nieuwe types worden gekozen: • G3Z08 (zone-uitbreiding met 8 vaste draden met TEOL-afsluiting) • G3Z16 (zone-uitbreiding met 16 vaste draden met TEOL-afsluiting) Opmerking: De bestaande DEOL zone uitbreiding (ProSYS EZ8/EZ16/EZ8F) kan nog gebruiken worden.
BUS zone-uitbreiding Er zijn nieuw bedrade BUS zone-expanders die het aantal BUS zonedetectors in de ProSYS kunnen uitbreiden. Als een BUS zone-expander wordt toegevoegd/verwijderd, selecteer van de volgende opties afhankelijk van het aantal zone u wil gebruiken: • BZE08 (8 BUS zone-uitbreiding) • BZE18 (16 BUS zone-uitbreiding) • BZE24 (24 BUS zone-uitbreiding) • BZE32 (32 BUS zone-uitbreiding) Raadpleeg de instructies die met het Bus zone uitbreiding worden meegeleverd voor gedetailleerde informatie.
Snelle PSTN-modem – 2400 Bps De snelle PSTN—modem maakt PSTN-communicatie mogelijk met 2400 Bps tussen een externe pc en het ProSYS-beveiligingspaneel, als u met de software voor upload/download het systeem programmeert. Belangrijk: Communicatie met de snelle modem wordt door ProSYS versie 7 en hoger ondersteund, alsmede door de softwareversie 3.2.3.6 en hoger voor Upload/Download.
De snelle PSTN-modem wordt als volgt aan ProSYS toegevoegd: 1. Neem toegang tot het menu Installatie en selecteer [7] Accessoires > [1] Module toevoegen/verwijderen > [9] Meer... > [7] XMODEM. Stel het veld Type in op XModem. 2. Met de externe snelle modem wordt als volgt communicatie mogelijk gemaakt: Selecteer [5] Kiezer > [5] Beheer > [16] X. Modem inschakelen. Stel de parameter in op Ja.
- Aanvullende instructies voor ProSYS Versie 7.XX
5
3. Zorg dat de GSM-parameter upload/download is ingesteld op Nee: Selecteer [5] Kiezer > [5] Beheer > [15] Upload/download GSM inschakelen. Zorg dat de parameter is ingesteld op Nee. Let op dat als u in het Client-scherm de software Upload/download gebruikt, de optie Snelle PSTN-modem moet worden ingeschakeld.
iWISE BUS zonedetectors van Graad 2 en 3 Er zijn vier iWISE BUS zonedetectors: • iWISE DT Graad 2 15m en 25m • iWISE QUAD Graad 2 15m • iWISE DT AM Graad 3 15m en 25m • iWISE QUAD AM Graad 3 15m Alle iWISE BUS-detectors bevatten een bijkomend aanboord-relaiszone die in de software als een "ingang" worden gedefinieerd. Deze zone kan als een andere relaiszone in het systeem worden gebruikt en gedefinieerd.
Programmering: De iWISE BUS-detectors maken deel uit van de categorie BUS-zones. Daarom is het toevoegen/verwijderen van een iWISE BUS gelijk aan het toevoegen/verwijderen van elke willekeurige BUS-zone in het systeem. De iWISE BUS-detecors kunnen aan een fysiek bedrade zone worden toegewezen, of aan een virtuele zone of aan een BUS zone-uitbreiding. Opmerking: 1. Het is mogelijk om 32 Bus detectoren te monteren op de ProSYS hoofdbus. 2. Het is mogelijk om 128 Bus detectoren toe te kennen met ProSYS Bus zone uitbreidingen.
Om met de BUS zone-uitbreiding de iWISE BUS-detector toe te wijzen, dient u de instructies te raadplegen die met de BUS zone-expander worden meegeleverd. Fysieke zone: elke zone op de ProSYS PCB (zones 1-8) of op een bedrade zoneuitbreiding (ZE08, ZE16, G3Z08, G3Z16, BZE08, BZE16, BZE24, BZE32). Virtuele zone: elke zone op een virtuele zone-uitbreiding die als BZ08 of BZ16 wordt gedefinieerd. Opmerking: Virtuele BUS-zones zij maken het mogelijk om uw systeemzones uit te breiden zonder dat u fysieke zone-uitbreidingen hoeft toe te voegen. De virtuele BUS zone-uitbreiding kan alleen voor BUS zone-detectoren worden gebruikt. Om een virtuele BUS zone-uitbreiding toe te voegen, selecteert u het type BZ08 of BZ16 als u een zone-uitbreiding toevoegt.
1. Een iWISE BUS-detector wordt als volgt toegevoegd/verwijderd:
a.
b.
6
Neem toegang tot het menu Installatie en selecteer [7] Accessoires > [1] Module toevoegen/verwijderen > [9] Meer... > [5] BUS-zone De display toont het volgende: BUS-zone: (0:yy) TYPE=Geen In de bestemming 0:yy vertegenwoordigt de 0 de Bus-detector die niet aan een BUS zone-uitbreiding is toegewezen en de yy vertegenwoordigt het ID-nummer van de BUS-detector zoals door de DIP-schakelaars van de detector is ingesteld. Gebruik de toetsen / en / om de cursor over het IDnummer van de BUS zone-uitbreiding (yy-bestemming) te plaatsen die u
- Aanvullende instructies voor ProSYS Versie 7.XX
aan of van een detector wilt toewijzen (of verwijderen). Zorg dat de fysieke ID-dipswitch-instelling van de detector hetzelfde is als het ID-nummer die u tijdens het programmeren selecteert.
c.
Plaats de cursor op het veld TYPE en gebruik de toets het volgende te selecteren: iDTG2 voor een iWISE DT-detector van Graad 2 iQDG2 voor een iWISE QUAD-detector van Graad 2 iDTG3 voor een iWISE DT AM -detector van Graad 3 iQDG3 voor een iWISE QUAD AM -detector van Graad 3
d. e.
Druk op / om te bevestigen. Herhaal de stappen hierboven voor andere BUS-detectors.
/
om
2. De iWISE BUS-detectors worden als volgt aan een zone toegewezen:
a. b.
Vanuit het menu Installatie selecteert u [2] Zones > [1] Eén voor één. Selecteer het zonenummer die u aan de BUS-detector wilt toewijzen.
Opmerking: Als u een virtuele BUS zone-uitbreiding hebt gedefinieerd, selecteert u van de virtuele zones (door de BUS zone-uitbreiding gedefinieerd) een zonenummer.
c. d. e. f. g.
Definieer partities, groepen, zonetype en zonegeluid In de categorie Afsluiten selecteert u [5] BUS-zone gevolgd door / . Selecteer het BUS-zonenummer om aan de geprogrammeerde zone toe te wijzen. Het veld Type wordt automatisch bijgewerkt als u de zone selecteert. Druk op / . De categorie lusrespons is niet van toepassing op een BUS-zone. Druk op / , wijs een label toe en druk op / .
3. Ga als volgt te werk om de extra ingang voor zonerelais te gebruiken op de iWISE BUS-detector:
a. b.
c. d. e.
Herhaal stappen a. – c. in stap 2 hierboven. In de categorie Opheffen selecteert u de relevante BUS zoneingangsopheffing: BUS zone-ingang N/C BUS zone-ingang EOL BUS zone-ingang DEOL BUS zone-ingang N/O BUS zone-ingang TEOL Druk op / . Selecteer de BUS-zone waartoe de ingangszone behoort. Het veld Type wordt automatisch bijgewerkt als u de zone selecteert. Druk op / . Definieer de responstijd voor de lus. Druk op
/
, wijs een label toe en druk op
/
.
4. De parameters van de iWISE BUS-detector worden als volgt geconfigureerd:
a. b.
Vanuit het menu Installatie selecteert u [2] Zones > [0] Verschillende > [3] BUS zoneparameters. Selecteer de zone waartoe de BUS-zone was toegewezen en druk op / .
- Aanvullende instructies voor ProSYS Versie 7.XX
7
c.
Gebruik de volgende tabellen om de parameters voor de relevante iWISE BUS-detector te configureren.
Parameters BUS-zone: iWISE DT Graad 2 Sneltoetsen Parameter Standaard Bereik [2][0][3][zz] LED'S Aan [1] Definieert de besturingsmodus LED's. [2][0][3][zz] LED's-opties [1] [1] tot [2] 1) Uit – schakelt de besturing van LED's uit. 2) Aan – schakelt de besturing van LED's in. [2][0][3][zz] MW (microgolf)-bereik Trimmer [2] Definieert het bereik van het microgolfkanaal. [2][0][3][zz] Opties MW-bereik [2] [1] tot [7] 1) Minimum 2) 25% 3) 50% 4) 65% 5) 85% 6) Maximum 7) Trimmer (MW wordt door de trimmer-instelling op de PCB gedefinieerd) [2][0][3][zz] ACT Nee [3] Definieert de besturingsmodus voor de Anti-Cloak™-technologie (ACT) anti-camoufleren modus. [2][0][3][zz] ACT-opties [3] [1] tot [2] 1) Nee—schakelt de ACT-modus uit. 2) Ja—schakelt de ACT-modus in. [2][0][3][zz] Automatische microgolfomleiding Nee [4] Definieert, terwijl de detector storing identificeert in het MW-kanaal, of het MW-kanaal wordt omgeleid of niet. [2][0][3][zz] Opties automatische microgolfomleiding [4] [1] tot [2] 1) Nee – terwijl een probleem wordt gedetecteerd in het MW-kanaal, vindt er geen omleiding plaats. Totdat het MW-kanaal is hersteld, kan geen alarm worden ingesteld. 2) Ja – schakelt de detector in om, in geval van MW-storing, alleen in PIRmodus te werken. [2][0][3][zz] Groene lijn Ja [5] Een functie die na omgevingsrichtlijnen komt door overschot aan uitstraling te voorkomen. Deze functie definieert de activering van het microgolfkanaal terwijl de systeembewaking wordt uitgeschakeld. [2][0][3][zz] Opties groene lijn [5] [1] tot [2] 1) Nee - functie groene lijn is uitgeschakeld MW is constant actief. 2) Ja - functie groene lijn is ingeschakeld
8
- Aanvullende instructies voor ProSYS Versie 7.XX
Parameters BUS-zone: iWISE DT Graad 2 Sneltoetsen Parameter Standaard Bereik [2][0][3][zz] Zelftest Extern [6] Gebruikt om detectietechnologieën te testen. In geval van een mislukte test, wordt Storing zelftest aangemaakt. [2][0][3][zz] Extern (handmatig) [6][1] De externe zelftest wordt door het systeem uitgevoerd als een gebruiker handmatig de optie Diagnostieken selecteert via het menu Onderhoud onder het menu ProSYS gebruikersfuncties. [2][0][3][zz] Lokaal (automatisch) [6][2] De detector controleert een keer per uur automatisch of de kanalen van de detector goed functioneren. Parameters BUS-zone: iWISE DT AM Graad 3 Sneltoetsen Parameter Standaard Bereik [2][0][3][zz] LED'S Aan [1] Definieert de besturingsmodus LED's. [2][0][3][zz] LED's-opties [1] [1] to [2] 1) Uit – schakelt de besturing van LED's uit. 2) Aan – schakelt de besturing van LED's in. [2][0][3][zz] MW (microgolf)-bereik Trimmer [2] Definieert het bereik van het microgolfkanaal. [2][0][3][zz] Opties MW-bereik [2] [1] tot [7] 1) Minimum 2) 25% 3) 50% 4) 65% 5) 85% 6) Maximum 7) Trimmer (MW wordt door de trimmer-instelling op de PCB gedefinieerd) [2][0][3][zz] ACT Nee [3] Definieert de besturingsmodus voor de Anti-Cloak™-technologie (ACT). [2][0][3][zz] ACT-opties [3][1] tot [2] 1) Nee—schakelt de ACT-modus uit. 2) Ja—schakelt de ACT-modus in. [2][0][3][zz] Automatische microgolfomleiding Nee [4] Definieert, terwijl de detector storing identificeert in het MW-kanaal, of het MW-kanaal wordt omgeleid of niet.
- Aanvullende instructies voor ProSYS Versie 7.XX
9
Parameters BUS-zone: iWISE DT AM Graad 3 Sneltoetsen Parameter Standaard Bereik [2][0][3][zz] Opties automatische microgolfomleiding [4][1] tot [2] 1) Nee – terwijl een probleem wordt gedetecteerd in het MW-kanaal, vindt er geen omleiding plaats. Totdat het MW-kanaal is hersteld, kan geen alarm worden ingesteld. 2) Ja – schakelt de detector in om, in geval van MW-storing, alleen in PIRmodus te werken. [2][0][3][zz] Groene lijn Ja [5] Een functie die na omgevingsrichtlijnen komt door overschot aan uitstraling te voorkomen. Deze functie definieert de activering van het microgolfkanaal terwijl de systeembewaking wordt uitgeschakeld. [2][0][3][zz] Opties groene lijn [5][1] tot [2] 1) Nee - functie groene lijn is uitgeschakeld MW is constant actief. 2) Ja - functie groene lijn is ingeschakeld [2][0][3][zz] Antimaskering inschakelen [6] Definieert de besturing van de antimaskering-detectie. [2][0][3][zz] Opties antimaskering [6][1] tot [2] Uitschakelen 2) Inschakelen en werkt volgens de instellingen die in sneltoetsen [2][0][3][zz][7] zijn gedefinieerd. [2][0][3][zz] Bewaking in-/uitschakelen Nee [7] Definieert de werking van de antimaskering-functie terwijl de bewaking van de detector is in- of uitgeschakeld. [2][0][3][zz] Opties bewaking in-/uitschakelen [7][1] 1) Nee – als de bewaking van de detector is in- of uitgeschakeld, gedraagt antimaskering zich volgens de instellingen die in sneltoetsen [2][0][3][zz][6] zijn gedefinieerd. 2) Ja – als de bewaking van de detector is ingeschakeld, wordt antimaskering uitgeschakeld. Als de bewaking van de detector is uitgeschakeld, gedraagt antimaskering zich volgens de instellingen die in sneltoetsen [2][0][3][zz][6] zijn gedefinieerd. [2][0][3][zz] Zelftest Extern [8] Gebruikt om detectietechnologieën te testen. In geval van een mislukte test, wordt Storing zelftest aangemaakt. [2][0][3][zz] Extern (handmatig) [8][1] De externe zelftest wordt door het systeem uitgevoerd als een gebruiker handmatig de optie Diagnostieken selecteert via het menu Onderhoud onder het menu ProSYS gebruikersfuncties.
10
- Aanvullende instructies voor ProSYS Versie 7.XX
Parameters BUS-zone: iWISE DT AM Graad 3 Sneltoetsen Parameter Standaard Bereik [2][0][3][zz] Lokaal (automatisch) [8][2] De detector controleert een keer per uur automatisch of de kanalen van de detector goed functioneren. Parameters BUS-zone: iWISE QUAD Graad 2 Sneltoetsen Parameter Standaard Bereik [2][0][3][zz] LED'S Aan [1] Definieert de besturingsmodus LED's. [2][0][3][zz] LED's-opties [1] [1] tot [2] 1) Uit – schakelt de besturing van LED's uit. 2) Aan – schakelt de besturing van LED's in. [2][0][3][zz] Gevoeligheid Normaal [2] Definieert de gevoeligheid van de detector (PIR). [2][0][3][zz] Opties gevoeligheid [2] [1]tot[2] 1) Laag 2) Hoog [2][0][3][zz] Zelftest Extern [3] Gebruikt om detectietechnologieën te testen. In geval van een mislukte test, wordt Storing zelftest aangemaakt. [2][0][3][zz] Extern (handmatig) [3][1] De externe zelftest wordt door het systeem uitgevoerd als een gebruiker handmatig de optie Diagnostieken selecteert via het menu Onderhoud onder het menu ProSYS gebruikersfuncties. [2][0][3][zz] Lokaal (automatisch) [3][2] De detector controleert een keer per uur automatisch of de kanalen van de detector goed functioneren. Parameters BUS-zone: iWISE QUAD AM Graad 3 Sneltoetsen Parameter Standaard [2][0][3][zz] LED'S Aan [1] Definieert de besturingsmodus LED's. [2][0][3][zz] LED's-opties [1] [1] tot [2] 1) Uit – schakelt de besturing van LED's uit. 2) Aan – schakelt de besturing van LED's in. [2][0][3][zz] Gevoeligheid Normaal [2] Definieert de gevoeligheid van de detector (PIR).
- Aanvullende instructies voor ProSYS Versie 7.XX
Bereik
11
Parameters BUS-zone: iWISE QUAD AM Graad 3 Sneltoetsen Parameter Standaard Bereik [2][0][3][zz] Opties gevoeligheid [2] [1]tot[2] 1) Laag 2) Hoog [2][0][3][zz] Antimaskering inschakelen [3] Definieert de besturing van de antimaskering-detectie. [2][0][3][zz] Opties antimaskering [3][1] to [2] 1) Uitschakelen 2) Inschakelen en werkt volgens de instellingen die in sneltoetsen [2][0][3][zz][4] zijn gedefinieerd. [2][0][3][zz] Bewaking in-/uitschakelen Nee [4] Definieert de werking van de antimaskering-functie terwijl de bewaking van de detector is in- of uitgeschakeld. [2][0][3][zz] Opties bewaking in-/uitschakelen [4][1] 1) Nee – als de bewaking van de detector is in- of uitgeschakeld, gedraagt antimaskering zich volgens de instellingen die in sneltoetsen [2][0][3][zz][3] zijn gedefinieerd. 2) Ja – als de bewaking van de detector is ingeschakeld, wordt antimaskering uitgeschakeld. Als de bewaking van de detector is uitgeschakeld, gedraagt antimaskering zich volgens de instellingen die in sneltoetsen [2][0][3][zz][3] zijn gedefinieerd. [2][0][3][zz] Zelftest Extern [5] Gebruikt om detectietechnologieën te testen. In geval van een mislukte test, wordt Storing zelftest aangemaakt. [2][0][3][zz] Extern (handmatig) [5][1] De externe zelftest wordt door het systeem uitgevoerd als een gebruiker handmatig de optie Diagnostieken selecteert via het menu Onderhoud onder het menu ProSYS gebruikersfuncties. [2][0][3][zz] Lokaal (automatisch) [5][2] De detector controleert een keer per uur automatisch of de kanalen van de detector goed functioneren.
12
- Aanvullende instructies voor ProSYS Versie 7.XX
Benoemingsconventies voor BUS-detector De volgende tabel bevat de namen van de verschillende BUS-detectors en hun overeenkomende codes van het menu Installatieprogrammering onder het veld Type, als aan het systeem een nieuwe BUS-zone wordt toegevoegd. BUS-detector WatchOUT DT WatchOUT PIR Industrial LuNAR
Optie veld Type in vorige versies ODT15 OPR12 LUNR
Industrial LuNAR Graad 3 WatchIN iWISE DT G2 BUS 15m, 25m iWISE QUAD G2 BUS iWISE DT G3 BUS 15m, 25m iWISE QUAD G3 BUS
LUNG3 IDT25 N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Optie veld TYPE in versie 7 en hoger ODT15 OPR12 Kan niet worden geselecteerd, vervangen door Industrial LuNAR kwaliteit 3. ILun3 WatIN iDTG2 iQDG2 iDTG3 iQDG3
Nieuwe firmware-capaciteiten De informatie in deze sectie beschrijft de nieuwe capaciteiten in de ProSYS-firmware en nieuwe parameters onder het menu Installatieprogrammering.
Sabotage test tijdens het weggaan van programmering Tijdens het weggaan van de installateur programmeringmenu, een sabotage test zal uitgevoerd worden door de ProSYS om een eventueel sabotage foute te kunnen ontdekken. A lijst of sabotage foute wil verschijnen. De installateur kan kiezen, ja of nee om van programmering in een sabotage toestand weg te gaan en met door deze sabotage alarm een bevestiging te genven of het sabotage probleem optelossen.
WatchOUT antimaskering op afstand in WatchOUT extreme WatchOUT DT versie B (P/N RK325DT00xxB) heeft behalve de verbeterde IRantimaskeringscapaciteit een nieuwe capaciteit voor antimaskering op afstand. Als de WatchOUT DT als een BUS-zone geïnstalleerd om antimaskering op afstand mogelijk te maken, moeten de volgende parameters worden geprogrammeerd: Verschillende zones: BUS-zone – WatchOUT Sneltoetsen Parameter
Standaard
[2][0][3][zz] [8]
inschakelen
Prox antimaskering
Bereik
Definieert de besturing van de antimaskering-detectie op afstand. [1] Uitschakelen [2] Inschakelen
- Aanvullende instructies voor ProSYS Versie 7.XX
13
Systeem: Besturingen Sneltoetsen Parameter
Standaard
[1][2][37]
Nee
Prox AM=Sabotage
Bereik
Gebruikt om de besturing van de antimaskering-detectie op afstand vast te stellen. Ja Antimaskering-detectie op afstand activeert het sabotage-alarm. Nee: Antimaskering-detectie op afstand wordt als een storingsgebeurtenis gezien. Let op dat deze parameter nieuw is en de parameter VBR=sabotage vervangt die ooit dezelfde sneltoetssequentie gebruikte. Let op dat de AM op afstand gedurende ongeveer 2,2 seconden werkt als de detector van dichtbij wordt bereikt.
Uitgang van hulpprogramma die afstandscode gebruikt Een uitgang van het hulpprogramma die als "Volgcode" wordt gedefinieerd kan nu worden geactiveerd als een afstandscode aan een afstandslezer of afstandstoetsenpaneel wordt gepresenteerd.
ACM ondersteund in ProSYS 16 en ProSYS 40 De Geavanceerde communicatiemodule (ACM) die vroeger alleen in ProSYS 128 werd ondersteund, wordt nu in de modellen ProSYS 16 en ProSYS 40 ondersteund.
Nieuwe parameters voor SMTP-gebruiker en wachtwoord Sneltoetsen Parameter [5][7][5][6]
[5][7][5][7]
Standaard
Bereik
SMTP-gebruikersnaam – nieuwe 21 tekens parameter Dit is een nieuwe ACM e-mailparameter die de gebruikersnaam definieert die de SMTP-server vereist voor authentificatie wanneer dit door de ITafdeling als zodanig wordt gedefinieerd. SMTP-wachtwoord - nieuwe parameter 21 tekens Dit is een nieuwe ACM e-mailparameter die het wachtwoord definieert die de SMTP-server vereist voor authentificatie wanneer dit door de ITafdeling als zodanig wordt gedefinieerd.
Nieuwe functie – MS-polling via IP/GPRS Sneltoetsen Parameter
Standaard
[5][0][4]
IP-primair
MS-polling via IP-netwerk
Bereik
Deze parameter controleert de verbinding tussen de IP/GSMontvangersoftware van RISCO Group en het ProSYS-paneel door via IPkanaal polling-signalen van de ProSYS ACM te sturen. Zorg dat het IPkanaal goed in de IP/GSM-ontvangersoftware is geconfigureerd. De informatie betreffende welke MS moet worden gebruikt om de polling uit te voeren zoals door de MS-rapportsplitsing voor "urgente gebeurtenissen" is gedefinieerd. De tijdintervallen bij elke MS voor het uitvoeren van de polling wordt onder
14
- Aanvullende instructies voor ProSYS Versie 7.XX
Sneltoetsen Parameter
Standaard
Bereik
de parameters IP primair, secundair en back-up gedefinieerd. De volgende tabel beschrijft hoe de drie MS'sen de primaire, secundaire en back-up tijdintervallen in de verschillende opties voor MS rapportsplitsing gebruiken. MSrapportsplitsing voor urgente gebeurtenissen NIET BELLEN BEL 1ste BEL 2de BEL 3de ALLEN BELLEN 1ste BKUP 2de
MS #1 Polling -status
MS #2 Polling-status
MS #3 Polling-status
N.v.t. Primair N.v.t. N.v.t. Primair Primair
N.v.t. N.v.t. N.v.t. Primair Primair N.v.t.
1ste BK 2de3de
Primair
1st BK 3 BEL2
Primair
N.v.t. N.v.t. Primair N.v.t. Primair Als (MS#1 OK is) secundair Anders (MS#1 mislukt) Back-up Als (MS#1 OK is) secundair Anders (MS#1 mislukt) Back-up Primair
2de BK 3 BEL1
Primair
Primair
Als (MS#2 OK is) secundair Anders (MS#2 mislukt) Back-up Als (MS#1 OK is) secundair Anders (MS#1 mislukt) Back-up Als (MS#2 OK is) secundair Anders (MS#2 mislukt) Back-up
Belangrijke opmerking: De installateur moet de rapport-codewaarde van 87 handmatig, met sneltoetsen [6][8][0][4] onder het programmeringsmenu Rapportcodes invoeren. Deze waarde vertegenwoordigd SIA-code ZZ en contact-ID code 999 die worden gebruikt om de rapportprocedure te beoordelen.
[5][0][4][1]
IP-primair
00003 (x10 sec)
0-65535 sec
Definieert de polling-interval via het primaire kanaal. Wanneer de standaardtijd worden gebruikt, wordt elke 30 seconden een polling-bericht verzonden. Als de IP primaire polling-tijd als 0 wordt gedefinieerd, wordt geen pollingbericht naar de MS verzonden (als het MS-kanaal in de modus Primaire polling is).
- Aanvullende instructies voor ProSYS Versie 7.XX
15
Sneltoetsen Parameter
Standaard
Bereik
[5][0][4][2]
00360 (x10 sec)
0-65535 sec
[5][0][4][3]
IP secundair
Definieert de polling-interval via het secundaire kanaal. Wanneer de standaardtijd worden gebruikt, wordt elke 3600 seconden (1 uur) een polling-bericht verzonden. Als de IP secundaire polling-tijd als 0 wordt gedefinieerd, wordt geen polling-bericht naar de MS verzonden (als het MS-kanaal in de modus Secundaire polling is). IP back-up 00003 (x10 0-65535 sec sec) Definieert de polling-interval via het back-upkanaal. Wanneer de standaardtijd worden gebruikt, wordt elke 30 seconden een polling-bericht verzonden. Als de IP back-up polling-tijd als 0 wordt gedefinieerd, wordt geen pollingbericht naar de MS verzonden (als het MS-kanaal in de modus Back-up polling is).
Sneltoetsen Parameter
Standaard
[8][3][1][5] [4]
GPRS primair
MS polling via GPRS
Bereik
Deze parameter controleert de verbinding tussen de IP/GSMontvangersoftware van RISCO Group en het ProSYS-paneel door via GPRS-kanaal polling-signalen van de ProSYS GSM te sturen. Zorg dat het GPRS-kanaal goed in de IP/GSM-ontvangersoftware is geconfigureerd. Voor extra informatie dient u de hierboven gegeven beschrijving te raadplegen die voor MS polling via IP-netwerk verschijnt. Opmerking: Het enige verschil met de hierboven gegeven uitleg (MS polling via IP) is dat de standaard tijdintervallen voor primair en back-up in MS polling via GPRS als 9 (90 seconden) worden gedefinieerd.
Voorbeeld MS polling: Als u MS#1 IP(ACM), MS#2 GPRS (GSM) en de optie rapportsplitsing 1ste BKUP 2DE (met de standaard primaire, secundaire en back-up waarden) zal de rapportprocedure als volgt zijn: In een normale status: Polling via het IP-netwerk met de ACM komt elke 30 seconden, volgens de primaire tijdinterval voor. Polling via het GPRS-netwerk met de GSM-module, komt elke 3600 seconden (1 uur) volgens de secundaire tijdinterval voor. Als communicatie met MS#1 (ACM) mislukt, komt polling via het GPRS-netwerk elke 90 seconden voor, volgens de back-up tijdinterval. Als communicatie naar MS#1 terugkeert, gaat polling via het GPRS-netwerk terug naar de secundaire tijdinterval en komt het elke 3600 seconden (1 uur) voor.
© RISCO Group 06/09
5IN1263